~DaydreamWorld~
Wat?
Een aantal wezens (vampiers, weerwolven en heksen) worden wakker in een kamer, in een andere wereld. In eerste instantie lijkt het allemaal heel normaal, alleen het feit dat ze ergens anders wakker worden dan ze in slaap vielen verontrust hen, maar na een tijdje blijkt dat deze wereld heel anders is dan hun eigen.
Ruimtes beginnen te veranderen, ineens draait de wereld op zijn kop en lopen ze op het plafond, ze komen terecht in een doolhof, kamers overstromen, storten in of te muren komen op hen af. Hoe zijn ze hier gekomen, of nog belangrijker, hoe komen ze hier weg?!
Waar?
In een droomwereld. De setting/scene mag steeds veranderen omdat bijna alles in deze wereld lijkt te kunnen gebeuren.
Wanneer?
In de normale wereld was het midden in de zomer, maar ook dit is in deze droomwereld niet zeker.
Wie? (Stuur me even een PM als je mee wilt doen! Plaats het dus niet hier!)
- Felix ~ Tyler Florence Drewmoore
- ...
- ...
- ...
- ...
Beginpost:
Tyler opende bedachtzaam haar vermoeide ogen en richtte ze, al knipperend, op de wekker naast haar bed. Terwijl alle botten in haar lichaam leken te kraken drukte ze zich omhoog op haar ellebogen en wreef met haar hand de slaap uit haar ogen.
Hoe laat was het? Was het al tijd om op te staan?
Voor zover ze kon zien was het al licht geworden en helaas betekende dat niet veel goeds. Als ze zich had verslapen zou ze nog wel eens problemen kunnen krijgen met haar moeder en daar had ze nou niet bepaald zin in. Aangezien haar ogen nog steeds te wazig waren om een duidelijk beeld van de tijd te krijgen, besloot ze dat over te slaan en maar gewoon op te staan om te douchen en ontbijten.
Met haar blote voeten zocht ze haar warme, wollen pantoffels toen het haar ineens opviel dat alles anders leek te zijn...
De ruimte rook muffer en zodra ze met haar voeten heen en weer bewoog over de grond voelde ze niet de koele stenen van haar kamer, maar diepe groeven in hout. Om haar heen klonk gekraak van het gebouw waar ze zich in bevond en voor zover ze kon horen sloeg de regen van buiten hard tegen een raampje aan.
Inmiddels waren haar ogen wat minder wazig geworden en zag ze een duidelijk beeld van het gebouw waar ze zich in bevond. De muren waren volledig zwart geverfd en de vloer bestond uit grote, zwarte planken hout. Het bed waar ze in had geslapen, en nu verschrikt uit opsprong, was van hetzelfde zwarte hout gemaakt en kraakte bij iedere beweging die ze maakte. De duffe, grijze dekens waren overhoop gegooid en zo te zien had ze niet veel nachtrust kunnen krijgen.
Haar ogen zochten schichtig en zo snel als ze konden de kamer rond.
Hoe kwam ze hier? Waar was ze eigenlijk? En waar was een uitgang?
Terwijl ze de kamer voorzichtig afzocht naar een deur en daarbij zo weinig mogelijk geluid probeerde te maken (want stel je voor dat ze ontvoerd was en haar ontvoerder ergens in de buurt was...), begon het gebouw zachtjes te zuchten en steunen, te kraken en kloppen, te schudden en beven.
Het lampje dat boven het grote bed ging begon hevig heen en weer te schommelen en te bedlampen die naast het bed stonden vielen met een klap van de nachtkastjes af.
Zo snel als Tyler kon schoot ze naar de hoek van de kamer en drukte zich daar tegen de muur aan.
Was dit een aardbeving? Ze had er vaak genoeg van gehoord, maar nog nooit zelf meegemaakt.
Ineens hoorde ze een scherper gekraak en voor ze het wist schoten er glasscherven door de kamer van het gebroken raam. Het bed schudde op zijn poten en de gordijnen die net het raampje hadden omlijnt wapperden wild alle kanten op door de zware wind van buiten, dat zich ineens een weg naar binnen kon banen. Regen spetterde de kamer met enorme snelheid en in enorme hoeveelheid naar binnen en zorgde ervoor dat haar lichaam nat werd en haar haar aan haar gezicht bleef vastplakken.
Ze moest hier weg zien te komen!
Tot nu toe was ze zo geschokt geweest van deze vreemde omgeving en vreemde gebeurtenissen, dat ze niet had durven praten of bewegen, maar nu ze steeds natter werd en het gebouw steeds hevige leek te gaan schudden zocht ze weer wanhopig de kamer rond en tot haar grote verbazing bevond zich aan haar linker kant ineens een houten deur, die er daarnet nog niet geweest was...
((Hoop dat het niet te slecht is? ))