Cirque des Vampires: Skey's geschiedenis

Stap naar binnen en beland in werelden waar alles kan. Het zal je fantasie prikkelen.
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Dag lieve forummers,

Al een tijdje geleden ben ik begonnen aan een soort van 'deel 2' van Cirque des Vampires. Dit tweede deel hoort eigenlijk voor het oorspronkelijke verhaal; het gaat over Skey's geschiedenis, dus een deel van zijn tijd als mens, zijn transformatie en de ontwikkelingen gedurende zijn leven tot aan het begin van Cirque des Vampires eigenlijk. Ik schrijf het voornamelijk voor mijn plezier (al is dat als het goed is altijd zo natuurlijk :-P), omdat ik nog te gek ben op Skey, Talitha en Deora om ze los te laten en ik het leuk vind meer te weten te komen over Skey's geschiedenis en zijn leven. Desalniettemin zijn lezers en feedback natuurlijk altijd welkom :) Ik heb een tijdje getwijfeld of ik het hier zou posten, maar besloten toch maar een poging te wagen in de hoop dat er mensen zijn die het ook leuk vinden om te lezen en meer over Skey te weten te komen :)

Alhoewel de gebeurtenissen in dit verhaal uiteindelijk tot het oorspronkelijke Cirque des Vampires zullen leiden, is het denk ik ook te lezen voor mensen die het oorspronkelijke verhaal niet gelezen hebben. Chronologisch hoort het er immers eigenlijk voor dus dat zou geen probleem moeten zijn :)

Nou, hopelijk zijn hier mensen die dit leuk vinden en stelt het niet teleur :) net als in het oorspronkelijke verhaal is alles aan het begin nog redelijk koek en ei, maar daar zal al gauw verandering in komen :) en bij voorbaat alvast bedankt voor het lezen natuurlijk!


xxx Jeetje


__________________________________________________________________________________

1.

Het was zo’n twee weken voor alles voorgoed zou veranderen. Op het land van opzichter Nickelson en zijn werkers was alles nog normaal. Het was zomer en overdag was het warm in deze tijd van het jaar.
Ook die dag was de hitte verzengend. De temperatuur was gedurende de middag tot boven de 25 graden opgelopen. De hitte van de felgele zon deed de lucht boven de gewassen rimpelen en onder de strakblauwe, wolkeloze hemel was zelfs het kleinste zuchtje wind al dagen geleden gedoofd.
Ondanks de windstilte bewoog het koren op het land op sommige plaatsen zo nu en dan kortstondig heen en weer. Tientallen werkers waren tussen de lange pluimenrijen bezig de gewassen te oogsten. Hun strohoeden kwamen boven de toppen uit en bewogen op het ritme van de zeisen, die heen en weer flitsten in de lucht. Soms riep iemand iets naar een ander en werd er even gelachen, maar verder concentreerde iedereen zich op het werk. Het was te warm en daardoor te vermoeiend om meerdere dingen tegelijk te doen.
Skey was de eerste die het geluid van paardenhoeven op het verharde zandpad tussen de landerijen hoorde naderen. Hij kwam overeind, uitkijkend over de eindeloze vlakten van graan en koren. Verderop zag hij twee paarden aankomen, een zwarte en een bruine, die in een rustige flatwalk de kant van de werkers opkwamen. Hij herkende het zwarte paard als dat van Nickelson, hun opzichter, die ook wel Nick genoemd werd. Het bruine paard werd gereden door Grant, Nickelsons eerste knecht.
Skey nam zijn strohoed af en streek een lange pluk rood, krullend haar die uit de lange vlecht op zijn rug was gegleden naar achteren. Zijn lichtblauwe ogen tuurden in de verte, zich ervan verzekerend dat Nickelson en Grant hun kant op kwamen voor een bezoek aan de arbeiders. Toen hij zeker wist dat dat het geval was, richtte hij zich tot de groep werkers die om hem heen aan het oogsten was.
‘Iedereen, de opzichter komt onze kant op. Laten we bewijzen dat we ook nog in dit weer weten wat manieren zijn. Allemaal zeisen neer en hoeden af, alsjeblieft.’
De andere werkers kwamen overeind, keken naar de paarden op het zandpad en namen allemaal hun hoed af. Het geluid van gewas dat gekapt werd verdween en maakte plaats voor dat van zeisen die in verschillende paden in de grond geslagen werden. Met hun hoeden in de hand keek iedereen naar Nickelson, tot die vlak bij was en het tijd was om beleefd hun hoofd voor hem te buigen.
Nickelson keek in het voorbijgaan naar zijn werkers. Hij zat ontspannen op zijn paard en groette enkelen van hen terwijl hij ze passeerde. Nickelson stond direct onder de kasteelheer en had de leiding over het stuk grond waar Skey en de anderen op werkten. Hij behandelde zijn werkers goed, in tegenstelling tot sommige andere opzichters, en geen van hen had aversie tegen hem. Ook Skey kon het goed met hem vinden. Nickelson had Skey’s inzet altijd gewaardeerd en hem door de jaren heen veel extra taken gegeven.
‘Het ziet er keurig uit, jongens,’ zei Nickelson terwijl hij zijn paard terugnam en langs de lange meters koren stapte. ‘Jullie liggen voor op schema. Mijn complimenten voor jullie inzet ondanks het weer van de afgelopen dagen. Zet je hoed maar weer op en ga verder waar je mee bezig was. Het is te warm om in de volle zon zonder hoed te staan.’ De werkers knikten en bedankten hem en ze zetten hun hoed weer op. De zeisen werden uit de grond getrokken en algauw klonk het geluid van door stengels snijdende lemmeten weer door de lucht.
De opzichter reed door en stuurde zijn paard Skey’s richting uit.
‘Skey,’ zei hij. ‘Goed je te zien. Ik zou je graag even alleen spreken, als je even tijd hebt.’ Skey knikte en stapte langs een hoge korenplant heen.
‘Prima, sir.’ Hij nam zijn hoed onder zijn arm en liep door de lange rijen planten heen naar de rand van de landbouwgrond. Al gauw kwam hij bij het zandpad waar Nickelson zijn paard had stilgezet uit. Het gezicht van de opzichter was zoals altijd bruin onder de hoed die hij droeg en de zon had kleine rimpeltjes om zijn vrolijke ogen getrokken. Hij keek Skey aan met een gemoedelijke uitdrukking op zijn gezicht en liet zijn handen op de boom van zijn zadel rusten.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Abel
Potlood
Potlood
Berichten: 63
Lid geworden op: 14 mar 2012 18:49

Hee, super leuk dat je een geschiedenis van je verhaal maakt. Ik had Cirque des Vampires al wel eens tussen de verhalen zien staan, maar ben nooit verder gekomen dan de eerste vier à vijf stukjes. Dit lag totaal niet aan jouw schrijfstijl of de verhaallijn, maar aan de hoeveelheid stukken die ik moest inhalen. Ik hoop het verhaal nog wel een keer helemaal te lezen, want ik vond het erg interessant.
Nu over dit verhaal. Je maakt me erg nieuwsgierig naar het verhaal. Ik weet inmiddels dat Skey een vampier wordt, maar hoe en door wie, weet ik natuurlijk niet. Jouw schrijfstijl vind ik erg fijn. Het verhaal leest lekker weg. Wat mij al eerder opviel, is de duidelijke verhaallijn. Ik krijg bij het lezen van dit stuk het idee dat het hele verhaal voor jou al helemaal duidelijk is. Alles lijkt te kloppen.
Ik ben erg benieuwd naar het vervolg!
Groetjes Abel
Ik geloof in monsters onder mijn bed.
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Heel erg bedankt voor je reactie, Abel! Je reactie is niet alleen leuk om te lezen, maar ook heel nuttig, want wat jij aanhaalt maakt voor mij toevallig gelijk duidelijk waar het mankement in een ander verhaal zit waar ik eerst mijn vinger niet op kon leggen. Heel erg bedankt dus en ik zal spoedig een volgend stukje plaatsen! :)

Weet iemand trouwens hoe Google [bot] een verhaal kan liken? :-/
Laatst gewijzigd door Jeetje op 30 sep 2012 10:20, 1 keer totaal gewijzigd.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

‘Skey, ik moet je mijn complimenten maken,’ zei hij. ‘Ik ben net weggeweest om bij het land achteraan de landerij te kijken. Gezien we allebei weten hoe de grond er daar onlangs nog aan toe was, had ik de hoop om er opnieuw te kunnen zaaien eigenlijk al opgegeven. Ik ging er voornamelijk heen om te kijken of we het voor andere doeleinden konden gebruiken.’ Hij pauzeerde even toen zijn paard aanstalten maakte om verder te lopen, maar vervolgde zijn verhaal toen hij het dier op zijn plaats had weten te houden.
‘Ik moet zeggen dat ik blij verrast was toen ik er aankwam, Skey. De grond is flink opgeknapt door de bewatering die je de afgelopen weken hebt uitgevoerd. Ze is uitgerust en vruchtbaar en ik denk dat ze tegen alle verwachtingen in klaar is voor nieuwe beplanting. Daarom heb ik besloten morgen een deel van de groep van het koren af te halen en ze te laten beginnen met oogsten op het openliggende land. Dat zal het volgende seizoen een onverwachte piek in onze productie teweeg brengen en zonder jou en de inzet van de anderen was dat niet mogelijk geweest.’
Skey knikte.
‘Dat is goed nieuws, sir,’ zei hij. De opzichter haalde opnieuw zijn teugels aan toen zijn paard met zijn voorbeen over de grond schraapte.
‘Dat is het zeker,’ zei hij. ‘En omdat jij en de werkers daar voor een groot deel verantwoordelijk voor zijn, wil ik jullie vanavond de gelegenheid geven mijn dank daarvoor in ontvangst te nemen. Ik denk aan muziek, drank en een grote vuurkorf. Is dat een idee, denk je?’
Skey glimlachte en boog zijn hoofd als dank.
‘Zeker, sir,‘ zei hij.
Nickelson lachte.
‘Dat dacht ik al. Wat zeg je ervan als ik de organisatie aan jou over laat? Kom straks met een paar werkers naar mijn residentie om voorraadden te halen en kies wat anderen uit die je kunnen helpen met de voorbereidingen. Neem de vuurkorf uit de achterste schuur en stuur er een paar mannen op uit om hout bij de bosrand te halen. Met dit weer moet er genoeg droog kreupelheid te vinden zijn. Verder zal ik me terugtrekken en jullie je gang laten gaan. De hele groep krijgt vanavond en morgenochtend vrij. Leef je uit. Zolang niemand de gewassen platbrandt, vindt ik vandaag alles goed.’
Skey wist dat een dergelijk feest iedereen goed zou doen. Het feit dat Nickelson hen daar zo nu en daar de gelegenheid toe gaf, was één van de redenen dat de meeste werkers hem mochten.
‘Bedankt, sir. Het zal door iedereen gewaardeerd worden.’
De opzichter dreef zijn paard aan en draaide het om.
‘Jullie verdienen het,’ zei hij. ‘Van alle opzichters onder de kasteelheer, ben ik dankzij jullie elk seizoen degene met de hoogste productie. Dat is wel een bedankje waard. Kom aan het eind van de dag even langs en dan help ik je aan de spullen.’
‘Dat zal ik doen. Fijne dag nog en tot vanmiddag.’
‘Werk ze nog, Skey. Ga zo door. Ik zie je later.’
Skey knikte nog een laatste keer en de opzichter draaide zijn paard om. Grant volgde zijn voorbeeld en stuurde zijn paard achter dat van Nickelson aan. Skey keek ze na, wachtte even tot ze het pad afreden en zette zijn hoed weer op toen de hun silhouetten kleiner werden in de verte. Toen keek hij om naar de andere werkers. Terwijl het geluid van de paardenhoeven wegstierf, kwamen de hoofden van de anderen langzaam weer boven de planten uit. Even was het stil, maar toen begon iedereen verschenen er glimlachen op de gezichten om hem heen. Een paar seconden later klonk er enthousiast gejuich over het veld, dat ongetwijfeld de oren van de opzichter wist te bereiken. Toen Skey nog een laatste blik op Nickelson wierp, zag hij dat die glimlachend verder reed.

Aan het eind van de dag riep Skey zoals afgesproken een aantal arbeiders bij elkaar om de spullen op te halen voor die avond. Hij koos een groepje van drie mannen voor het tilwerk en het vervoer van de voorraadden en twee vrouwen om het eten uit te zoeken. Met vier paarden, twee muilezels en een eenvoudige houten kar gingen ze op weg. Het was anderhalve kilometer rijden naar de residentie van Nickelson en omdat de route makkelijk was, zouden ze er binnen niet al te afzienbare tijd moeten zijn.
Het zestal begon de tocht naar Nickelsons residentie rustig. Het was nog warm en de krachten van de dieren moesten gespaard worden voor de terugweg, wanneer het gewicht van hun berijders aangevuld zou worden met dat van de spullen die ze opgehaald zouden hebben. Bovendien was het eerste gedeelte van het pas onregelmatig en voor de veiligheid van de paarden werd dat altijd in stap afgelegd. Het laatste gedeelte zouden ze in een pittige draf of running walk kunnen afronden.
De groep was ongeveer halverwege het eerste pad toen één van de werkers op zijn muilezel naast Skey’s paard kwam rijden. Het was Spurr, een man uit het kamp waar Skey goed mee op kon schieten. Hij werd zo genoemd omdat hij niet zelden problemen had met het voorwaarts krijgen van de ezels die hij kreeg toegewezen. Spurr was begin dertig, Skey’s leeftijd, en had tevens hetzelfde rode haar als Skey had, als was dat van hem wat lichter en korter en piekeriger dan Skey‘s haar. ‘Skey,’ zei Spurr terwijl hij naast hem kwam rijden. ‘Er is wat onduidelijk achter in de groep over wat nu precies het plan is. Het is de bedoeling dat we voorraadden gaan halen, toch? Voor het feest van vanavond?’
Skey stuurde zijn paard wat opzij toen dat een lelijk gezicht naar Spurrs muilezel trok.
‘Ja, dat klopt,‘ zei hij.
Spurr gaf zijn muilezel een tik op zijn kont, in een poging Skey’s paard bij te houden.
‘Mag ik vragen bij wie we die spullen in dat geval gaan halen?’ vroeg hij. ‘Bij de kasteelheer of bij de residentie van Nick?’
Skey keek Spurrs kant op.
‘Spurr, je denkt toch niet serieus dat Nickelson ons voorraad voor een feest zou laten halen bij de kasteelheer? Hoeveel mensen zijn er daadwerkelijk ooit bij het slot geweest?’
Hij en Spurr keken opzij toen er een derde man aan de andere kant naast Spurrs muilezel kwam rijden. Hij had bruin haar dat tot zijn sterke kaaklijn liep en donkerblauwe ogen die altijd een beetje geringschattend keken.
‘Niemand,’ zei hij terwijl hij zijn paard terugnam en naast Spurr bleef rijden. ‘En dat weet Spurr heel goed. Hij is alleen nieuwsgierig naar de kasteelheer omdat er geruchten over hem gaan en hij hoopt dat jij daar meer over weet, hè Spurr?’
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Leuk dat je een vervolg/vooraf verhaal aan het schrijven bent! Ik ben echt super nieuwsgierig hoe Skey en Talitha elkaar hebben ontmoet. Hoe Deora bij Skey is uitgekomen en alle andere avonturen die Skey heeft meegemaakt! :D
vindt ik vandaag alles goed.
vindt = vind
Skey keek ze na, wachtte even tot ze het pad afreden en zette zijn hoed weer op toen de hun silhouetten kleiner werden in de verte.
Toen Skey nog een laatste blik op Nickelson wierp, zag hij dat die glimlachend verder reed.
De laatste zin klopt niet helemaal. Want Skey kijkt ze na tot het silhouetten zijn, hoe kan hij dan zien dat Nickelson glimlacht?
‘Niemand,’ zei hij terwijl hij zijn paard terugnam en naast Spurr bleef rijden. ‘En dat weet Spurr heel goed. Hij is alleen nieuwsgierig naar de kasteelheer omdat er geruchten over hem gaan en hij hoopt dat jij daar meer over weet, hè Spurr?’
Het is me niet helemaal duidelijk wie dit zegt. Die derde man of Skey?

Het laatste stuk beloofd al gelijk spanning voor het volgende deel. Er gaat vast en zeker iets mis, haha. Bij jou verhalen blijft de actie nooit lang uit ^_^ Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Dank je wel voor je leuke reactie en het lezen, Maaike! :D

__________________________________________________________________________________

Aan het eind van de dag riep Skey zoals afgesproken een aantal arbeiders bij elkaar om de spullen op te halen voor die avond. Hij koos een groepje van drie mannen voor het tilwerk en het vervoer van de voorraadden en twee vrouwen om het eten uit te zoeken. Met vier paarden, twee muilezels en een eenvoudige houten kar gingen ze op weg. Het was anderhalve kilometer rijden naar de residentie van Nickelson en omdat de route makkelijk was, zouden ze er binnen niet al te afzienbare tijd moeten zijn.
Het zestal begon de tocht naar Nickelsons residentie rustig. Het was nog warm en de krachten van de dieren moesten gespaard worden voor de terugweg, wanneer het gewicht van hun berijders aangevuld zou worden met dat van de spullen die ze opgehaald zouden hebben. Bovendien was het eerste gedeelte van het pas onregelmatig en voor de veiligheid van de paarden werd dat altijd in stap afgelegd. Het laatste gedeelte zouden ze in een pittige draf of running walk kunnen afronden.
De groep was ongeveer halverwege het eerste pad toen één van de werkers op zijn muilezel naast Skey’s paard kwam rijden. Het was Spurr, een man uit het kamp waar Skey goed mee op kon schieten. Hij werd zo genoemd omdat hij niet zelden problemen had met het voorwaarts krijgen van de ezels die hij kreeg toegewezen. Spurr was begin dertig, Skey’s leeftijd, en had tevens hetzelfde rode haar als Skey had, als was dat van hem wat lichter en korter en piekeriger dan Skey‘s haar.
‘Skey,’ zei Spurr terwijl hij naast hem kwam rijden. ‘Er is wat onduidelijk achter in de groep over wat nu precies het plan is. Het is de bedoeling dat we voorraadden gaan halen, toch? Voor het feest van vanavond?’
Skey stuurde zijn paard wat opzij toen dat een lelijk gezicht naar Spurrs muilezel trok.
‘Ja, dat klopt,‘ zei hij.
Spurr gaf zijn muilezel een tik op zijn kont, in een poging Skey’s paard bij te houden.
‘Mag ik vragen bij wie we die spullen in dat geval gaan halen?’ vroeg hij. ‘Bij de kasteelheer of bij de residentie van Nick?’
Skey keek Spurrs kant op.
‘Spurr, je denkt toch niet serieus dat Nickelson ons voorraad voor een feest zou laten halen bij de kasteelheer? Hoeveel mensen zijn er daadwerkelijk ooit bij het slot geweest?’
Hij en Spurr keken opzij toen er een derde man aan de andere kant naast Spurrs muilezel kwam rijden. Hij had bruin haar dat tot zijn sterke kaaklijn liep en donkerblauwe ogen die altijd een beetje geringschattend keken.
‘Niemand,’ zei hij terwijl hij zijn paard terugnam en naast Spurr bleef rijden. ‘En dat weet Spurr heel goed. Hij is alleen nieuwsgierig naar de kasteelheer omdat er geruchten over hem gaan en hij hoopt dat jij daar meer over weet, hè Spurr?’
Spurr keek misgenoegd naar het zwarte paard van de derde ruiter en stuurde zijn muilezel wat dichter naar dat van Skey toe.
‘Bedankt, Dorian,’ zei hij. ‘Fijn dat je zo goed je mond kunt houden.’ Hij dreef zijn ezel aan om de andere twee bij te houden en voegde er aan toe: ‘En al zou dat zo zijn, wat dan nog? De liefde van mijn leven is sinds twee dagen spoorloos verdwenen en het laatste wat ik van haar weet, is dat ze naar het slot wilde gaan om te kijken of ze voorraadden kon ruilen. Vindt je het heel vreemd dat ik me afvraag of alles daar wel pluis is?’
Skey fronste zijn wenkbrauwen en keek Dorian aan.
‘De liefde van zijn leven?’ vroeg hij. Dorian trok een gezicht.
‘Ja. Dat meisje van Jefferson. Bette, de middelste.’ Hij wierp Skey over Spurrs hoofd een grijns toe. ‘Als ik me niet vergis, ken jij haar wel. Beter dan Spurr, overigens.’
Verontwaardigd keek Spurr zijn kant op.
‘Wat?’ vroeg hij. ‘Wat bedoel je daar nu weer mee?’
Skey en Dorian keken elkaar even aan. Dorian had gelijk, Skey wist wie Spurr bedoelde. Hij en het meisje waar ze het over hadden, hadden een tijdje terug een keer met elkaar doorgebracht. Skey had echter niet geweten dat Spurr haar als zijn grote liefde had gezien.
Nog even keek Spurr van Skey naar Dorian, maar toen leek hij door te krijgen waar die laatste op doelde. Zijn gezicht betrok een beetje en in een teleurgesteld gebaar liet hij zijn teugels op de hals van zijn muilezel vallen.
‘Nee hè,’ zei hij. ‘Ik had het kunnen weten. Waarom jullie altijd en ik niet? Het leven is niet eerlijk als je de roodharige met de minst goeie kop bent.’
Dorian grijnsde.
‘Vlak je lichaam en je persoonlijkheid niet uit’ zei hij sarcastisch. Spurr wierp hem een vernietigende blik toe.
‘Leuk, Dorian,’ zei hij. ‘Alsof ik niet al erg genoeg gekweld word door de verdwijning van Bette, zeg.’
Skey keek Spurrs kant op.
‘Is ze echt weg?’ vroeg hij. ‘Bette?’
Spurr knikte mistroostig.
‘Ja. Ze had het erover dat ze spullen wilden gaan ruilen bij het slot, omdat de kasteelheer zeldzamere dingen schijnt te hebben dan Nick en de andere opzichters. Ze zou aan het eind van de werkweek naar hem toegaan. Toen ik daarna naar hun deel van het land ging, was ze nergens te bekennen. Sindsdien heb ik haar niet meer teruggezien.’
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Abel
Potlood
Potlood
Berichten: 63
Lid geworden op: 14 mar 2012 18:49

Leuke stukken!
Ik begin al direct iedereen te verdenken, haha. Volgens mij is Bette een vampier tegengekomen... Je hebt trouwens een deel dubbel geplaatst :P
Een aantal kleine foutjes:
toen de hun silhouetten - Hoofstuk 1, stukje 2
Volgens mij moet het of 'toen de silhouetten' of 'toen hun silhouetten' zijn.
Even was het stil, maar toen begon iedereen verschenen er glimlachen op de gezichten om hem heen. - Hoofdstuk 1, stukje 2
'Even was het stil, maar toen begon iedereen om hem heen te glimlachen' of 'Even was het stil, maar toen verschenen er glimlachen op de gezichten om hem heen'
Hij werd zo genoemd omdat - Hoofdstuk 1, stukje 2
Komma vergeten :) :Hij werd zo genoemd, omdat
Ze had het erover dat ze spullen wilden gaan ruilen bij het slot - Hoofdstuk 1, stukje 3
Bedoel je hier dat Bette met meerderen naar het slot ging of dat ze alleen ging. Als ze alleen ging moet het 'wilde' zijn.
En nu gauw verder!
Ik geloof in monsters onder mijn bed.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Waarom heb je het eerste stuk herhaalt van de vorige post? Ik was even in verwarring of ik toch al gelezen had :P Maar het einde klopt niet met wat ik al gelezen had xD

Ik heb zo'n vermoeden dat ik weet wat er met Bette gebeurd is. Maar ik hou het nog even voor me :P

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Haha sorry, knipfoutje! Bedankt voor de reacties! :D

______________________________________

‘Hoe lang geleden is dat?’
Spurr haalde zijn schouders op.
‘Weet ik niet precies. Een dag of vijf, denk ik.’ Aan de andere kant stuurde Dunn zijn paard om een ongelijk stuk in het pad heen.
‘Dat haal jij je maar in je hoofd, dat ze dat gezegd heeft,’ zei hij. ‘Niemand gaat uit eigen idee naar het slot toe. Iedereen weet dat de kasteelheer geen contact heeft met de arbeiders van zijn opzichters. We mogen niet eens naar hem toe zonder toestemming en de opzichters krijgen nooit de toestemming om ons die toestemming te geven. Ik geloof dat Nickelson nauwelijks contact met hem heeft, laat staan jouw meisje. Dat wist zij net zo goed als de rest.’
Spurr keek obstinaat voor zich uit.
‘En toch is dat wat ze me verteld heeft,’ zei hij koppig. ‘Ik weet heus wel wat ze tegen me zei. Feit blijft gewoon dat ik de kasteelheer niet vertrouw. Ik bedoel, heeft één van jullie hem wel eens gezien? Heeft iemand hem überhaupt ooit wel eens gezien? Hij runt tientallen plantages, maar hij komt er nooit. Wat is dat voor kasteelheer?’
Dorian stuurde zijn paard weer dichter naar de anderen toe.
‘Hij komt nooit ergens omdat hij opzichters heeft voor de controle,’ zei hij. ‘Dat heet het uitverdelen van je verantwoordelijkheden. De adellijke lieden zijn daar heel erg goed in.’ Maar Spurr schudde zijn hoofd. Skey zag dat hij echt op begon te gaan in zijn idee, al leek dat inderdaad nogal vergezocht te zijn.
‘Maar je iemand moet de opzichters toch ook weer controleren? Op het vorige land waar ik werkte, kwam de kasteelheer net zo vaak langs als de opzichters. Onze opzichter ging ook geregeld met de andere opzichters bij de kasteelheer langs om te praten over de zaken en de gewassen. Maar Nick gaat nooit naar het slot toe en ik hoor hem ook nooit over de kasteelheer.’ Hij vernauwde zijn ogen tot spleetjes. ‘Ik wil vermoeden dat er iets niet pluis is in dat slot daar.’
Skey sloeg linksaf een pad in en keek of de rest hem volgde.
‘Rustig, Spurr, je laat je een beetje meeslepen. Ik denk dat de kans dat Betta daadwerkelijk naar de kasteelheer is gegaan erg klein is en dat de kans dat haar verdwijning daarmee samenhangt zo mogelijk nog kleiner is. Pas op met wat je zegt. Sommige mensen vinden het niet fijn als er verhalen over hen de ronde doen. Vooral mensen met het aanzien van de kasteelheer niet.’
Spurr mokte wat.
‘Misschien,’ zei hij. ‘Maar toch zit het me niet lekker.’
Skey keek zijn kant op. Hij zag dat Spurr de hele situatie zich echt aantrok en hij moest toegeven dat de plotselinge verdwijning van Bette bij hem ook wel enige vragen opriep.
‘Weet je wat,’zei hij toen. ‘Ik zal Nickelson ernaar vragen. Naar de kasteelheer en naar het hoe en waar van Bette en de anderen. Als hij iets weet, hoor je het gelijk, oké?’
Spurr knikte en keek hem dankbaar aan.
‘Graag,’ zei hij. ‘Dank je, Skey. Je bent een goede vriend en een goede kampleider. Bette zal je ook dankbaar zijn.’
Skey wierp nog een blik achterom en zette zijn paard in een vlotte running walk aan toen ze op een verhard pad uitkwamen.
‘Geen probleem, Spurr. Jij en Bette zouden hetzelfde voor ons doen in onze plaats.’

Niet veel later kwam de groep bij de residentie van Nickelson aan. De opzichter zat al op zijn veranda op hen te wachten. Hij had wat spullen voor hen tevoorschijn gehaald en ze klaargezet op het erf, en hij gaf hen een tweede karretje te leen om alles te kunnen vervoeren. Skey spande het karretje achter één van de muilezels en liet Spurr, Dorian en de andere mannen de spullen inladen, terwijl de vrouwen de voorraadruimte van de residentie in verdwenen om drinken en eten in te slaan.
Toen alles ingeladen was restte alleen de grote vuurkorf hen nog. Die stond in één van de opslagschuren tussen allemaal andere spullen ingebouwd en Skey hielp Nickelson het ding tussen alle troep vandaan te halen. Terwijl ze bezig het pad voor de korf vrij te maken, uitte Nickelson nogmaals zijn complimenten over de voorbereidingen die Skey op het achterste land had gedaan.
‘Ik ben je dankbaar voor wat je hebt gedaan, Skey. De vruchtbaarheid van het achterste land is een fijne verassing. Dankzij jouw werkzaamheden kunnen we meer verbouwen en daardoor meer verkopen. Een deel van de extra inkomsten die dat genereert, kunnen we in de werkerskampen investeren. Je hebt niet alleen bij ermee geholpen, maar ook de andere werkers.’
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Skey is altijd goed ^_^ haha, hij strijdt voor de mensen die hij liefheeft. Dat siert hem zóó goed :D Ik ben blij dat hij vroeger net zo was als dat hij in je eerdere verhaal was. Tsja het vampirisme had hem immers kunnen veranderen :P

Ohja, ik vind Spurr een hele leuke naam :D
Maar je iemand moet de opzichters toch ook weer controleren?
'je' kan uit deze zin weggelaten worden ;)

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Dank je wel Maaike! :D Ik heb vandaag onwijs veel geschreven aan dit verhaal dus ik doe er alvast weer een stukje bij, als het te snel gaat, hoor ik het wel :)

____________________________________________________________________

‘Dat is fijn, sir. Een paar vertrekken in het vrouwenkamp zijn aan verbetering toe.’
Nickelson lachte.
‘Ja, en dat van jou ook, maar jij kiest altijd anderen voor jezelf. Dat is ook de reden dat ze je respecteren. Je bent één van hen, maar tegelijkertijd hebben ze ontzag voor je.’ Hij keek Skey‘s kant op. ‘Ik blijf nog steeds bij wat ik altijd gezegd heb, Skey. Jij bent gewoon in de verkeerde wieg geboren. Ik bedoel, kijk hoe je omgaat met het land en de andere werkers. Je hebt een leidersmentaliteit, de potentie om te groeien. Dat meen ik serieus.’
Skey tilde een oud landschapsgerei weg bij de ingegraven vuurkorf.
‘Dank u, sir,’ zei hij. ‘Ik ben blij dat u mij de afgelopen jaren extra taken heeft toevertrouwd. Het is fijn om meer voor de productie en de werkers te kunnen betekenen.’
Nickelson duwde met zijn voet een oud karretje aan de kant.
'Je weet dat ik het je van harte gun, Skey. Als ik ooit de kans krijg iets voor je terug te doen, zal ik die met beide handen aangrijpen. Je hebt het doorzettingsvermogen en de mentaliteit voor een hogere functie. Het is dat het lot bepaald heeft waar je nu staat, maar als het aan mij had gelegen, had je net zo goed opzichter of kasteelheer kunnen zijn. Je hebt er het karakter voor. Ik zie je wel lopen als een man van adel in sjieke kledij met tientallen werksters en knechten om zich heen.’
Skey glimlachte licht.
‘Ik denk niet dat een dergelijk lot voor mij weggelegd is, sir. Maar in mijn ogen is mijn leven prima zoals het nu is. Ik zou niet om meer willen vragen. Overal zitten immers twee kanten aan.’
De opzichter knikte.
‘Wijze woorden, maar o zo waar,’ zei hij. ‘Waarschijnlijk heb je gelijk. Vermoedelijk zijn er kasteelheren en opzichters die in verhouding minder gelukkig zijn dan jij, ondanks de rijkdommen die ze hebben. Tevredenheid is een groot en zeldzaam goed.’
‘Dat denk ik ook.’
Even was het stil, terwijl de twee mannen spullen verplaatsen en de vuurkorf steeds zichtbaarder werd tussen de verzameling landbouwapparatuur en curiosa. Door het gesprek over opzichters en kasteelheren moest Skey denken aan wat Dunn eerder had gezegd, over het Middler-meisje en de kasteelheer. Hij besloot het onderwerp gelijk als bruggetje te gebruiken om te informeren naar het gaan en staan van de kasteelheer.
‘Overigens, gesproken over kasteelheren,’ zei hij tegen Nickelson. ‘Weet u daar eigenlijk iets over? Over onze kasteelheer?’
Nickelson gooide een verroest rek opzij en wiste het zweet van zijn voorhoofd.
‘Van Domingues, bedoel je?’
‘Ja, sir.’
‘Wat versta je onder ‘iets’?’
Skey haalde zijn schouders op.
‘Gewoon, wie hij is, wat hem zoal bezighoudt. Dunn had het laatst over hem en we concludeerden dat eigenlijk niemand iets van hem weet. We zien hem nooit, niet bij u en niet op de plantages.’
Nickelson knikte.
‘Dat klopt, hij komt niet vaak buiten. Hij schijnt ziek te worden van iets in de buitenlucht, van bloemen of dingen in de lucht of iets dergelijks. Ik moet toegeven dat ik zelf ook maar twee keer het genoegen heb gehad hem te ontmoeten.’
‘Het genoegen?’
‘Ja. Domingues is een man van adel en dat is hem aan te zien, aan zijn verschijning en zijn manieren. Hij is uiterst beleefd en goedgemanierd. Zo beleefd dat zijn omgang met mensen soms haast uit een andere tijd lijkt te zijn.’
‘Waar komt hij vandaan?’
‘Dat weet niemand. Uit het buitenland, schijnt. Hij spreekt diverse talen. Het is een welbespraakt man.’
‘Maar toch spreekt hij nooit met u of de andere opzichters af? Om de gang van zaken op de plantages te bespreken?’
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Nieuw stukje erbij :)

____________________________________________________________________

Nickelson schudde zijn hoofd.
‘Nee, zelden. We hebben wel eens vergaderingen, maar die worden geleid door één van de opzichters. Domingues is er nooit bij. Ik weet niet waarom.’ Hij gooide een oude kooi opzij en keek Skey’s kant op. ‘Zei je trouwens dat Dunn het over hem heeft gehad? In welke context, als ik vragen mag?’
Skey duwde wat onderdelen van een oude kar uit de weg.
‘Spurr mist één van de vrouwen van het roggeland,’ zei hij. ’Ze zou een paar dagen terug naar de kasteelheer gaan om voorraadden te ruilen. We weten niet zeker of ze er ook daadwerkelijk heengegaan is, maar sinds die aankondiging is ze spoorloos.
Nickelson veegde opnieuw langs zijn voorhoofd.
‘Bette, bedoel je?’ vroeg hij.
Skey keek zijn kant op.
‘Ja, inderdaad, Bette,’ bevestigde hij. ‘U klinkt of u daar meer van weet.’
Nickelson knikte.
‘De heraut van Domingues kwam onlangs bericht doen. Een brief, persoonlijk van Domingues. Dat komt niet vaak voor. Meestal hebben heren als hij iemand die brieven voor ze schrijft, maar in dit geval was het handschrift te mooi om niet van zijn eigen hand te zijn. Hij schreef dat Bette bij hem langs was geweest om voedsel te ruilen en dat hij even met haar gepraat had. Ze viel zodanig bij hem in de smaak, dat hij haar aangenomen heeft als dienstmeid. Ze is gelijk bij hem in het slot gebleven.’
Skey fronste zijn wenkbrauwen.
‘Met hem gepraat?’ vroeg hij. ‘Bette? Bij hun eerste ontmoeting? Terwijl u net zegt dat u als één van zijn opzichters zelfs maar twee keer de gelegenheid heeft gehad hem te ontmoeten?’
Nickelson haalde zijn schouders op, duidelijk niet gealarmeerd door die tegenstrijdigheid.
‘Ja, ik weet ook niet precies hoe het gegaan is. Maar ik ben een opzichter die alleen over zaken kan praten en Bette is een dienstbaar meisje met het uiterlijk van een engel. Iets zegt me dat zijn voorkeur voor haar niet geheel onlogisch is.’

2.

Ondanks het feit dat Nickelson schijnbaar geen verdere tegenstrijdigheden achter Bette’s verdwijning zag, waren Skey’s gedachten over de kwestie eerder meer verontrust dan gerustgesteld geraakt. Een vervelend, diepgeworteld gevoel in het binnenste van zijn lichaam zei hem dat er iets niet klopte aan de hele situatie. Hij had Nickeslon geloofd toen die hij gezegd dat hij niet meer van de situatie af wist dan wat hij in de brief van de kasteelheer had gelezen. Hij geloofde ook dat de opzichter niet had getwijfeld aan de waarheid daarvan, maar er waren teveel onwaarschijnlijkheden in het hele verhaal die hij niet kon negeren.
Hij had er moeite mee de verschillende beweringen die hij gehoord had met elkaar te verenigen. Hij geloofde Spurr op zijn woord dat Bette naar de kasteelheer was gegaan om voorraadden te ruilen. Alle Jefferson-meisjes waren avontuurlijk en assertief ingesteld en dat gold zeker ook voor Bette, die de middelste van de drie zussen was. Hij kon zich er echter maar niet van overtuigen dat Bette toevallig tegen Domingues was aangelopen en dat hij zo overdonderd was geweest door haar schoonheid en dienstbaarheid dat hij haar gelijk als dienstmeisje aangenomen had. Diensmeisjes kwamen doorgaans uit een ander milieu dan de vrouwen die op het land werkten en als Domingues nooit buiten kwam, begreep hij ook niet dat de kasteelheer Bette had kunnen ontmoeten, daar vreemden nooit toegang tot de binnenzijde van het slot kregen. Samen met de vage beschrijving van Domingues’s persoon die Nickelson hem gegeven had, kreeg hij het gevoel dat er meer achter het verhaal van de kasteelheer zat. Het lukte hem echter niet te definiëren waar dat gevoel vandaan kwamen en te besluiten wat het achterliggende verhaal dan precies zou moeten zijn.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Hm, wat een vreemd verhaal begint het te worden, dat van Bette. Ik ben benieuwd hoe Skey dat gaat aanpakken om te onderzoeken zonder zelf in de problemen te komen.

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Dank je wel voor je reactie Maaike! :D

________________________________________________________________

Ondanks het feit dat Skey dus vermoedde dat Spurrs wantrouwen ten aanzien van de kasteelheer zeker niet onlogisch was, besloot hij dat vermoeden niet met eerstgenoemde te delen. Hij wist dat Spurr zich dan alleen maar meer zorgen zou gaan maken en dat dergelijke gevoelens bij Spurr nog wel eens voor ondoordachte acties konden leiden. Skey zag hem er wel voor aan halsoverkop naar het slot te rijden en daarbij al zijn andere verplichtingen te verzaken, wat ten strengste verboden was. Nickelson was een goed man, maar in dat geval zou hij niet anders kunnen dan Spurr straffen voor zijn daden en Skey wilde zowel hem als Spurr daarvan behoeden.
Toen Spurr hem op de terugweg van de residentie vroeg of hij nog iets te weten was gekomen over Bette en de kasteelheer, antwoordde hij dan ook ontkennend. Hij zei dat hij niet de kans had gekregen om Nickelson er nog naar te vragen en dat hij dat op een later tijdstip alsnog zou doen. Tevens drukte hij Spurr op het hart zich er niet te druk over te maken. Vermoedelijk was Bette overgeplaatst naar een ander veld of misschien zelfs naar een andere opzichter en was er niets met haar aan de hand. Skey constateerde dat Spurr nog niet helemaal tevreden was, maar dat hij daar voorlopig genoegen mee zou nemen.
Skey zelf bleef echter de rest van de dag met de verhalen van Spurr en Nickelson in zijn hoofd zitten. Het grootste gedeelte van zijn geest was gericht op de werkzaamheden op het kamp, het opzetten van de vuurkorf en de boomstammen op de open plek waar de feesten altijd gehouden werden, maar af en toe dwaalden zijn gedachten af naar wat hij vandaag gehoord had. Het gebeurde niet constant, maar telkens als het gebeurde, zorgde het telkens voor een ontevreden, onbevredigd gevoel in zijn lichaam. Het bleef steeds aanweziger in zijn hoofd hangen en het lukte hem niet goed het van zich af te zetten.
Het was niet zo dat hij dat niet probeerde. Hij stortte zich samen het groepje andere werkers volledig op de opbouw van het feestterrein. Het resultaat mocht er zijn. Het centrale punt op de open zandvlakte bij het werkerskamp was Nickelsons grote vuurkorf, die ze vulden met grote bossen droog kreupelhout. Rondom de korf lagen enkele boomstammen in een grote cirkel op hun kant, die dienst deden als banken en werden afgewisseld met blokken hout waar eten en drank op werd neergezet. Links van de cirkel was een plek voor de muzikanten, die diverse violen, doedelzakken en trommels tot hun beschikking hadden, en tussen de korf en de boomstammen was ruimte om rond te lopen en te dansen.
Toen de avond begon te vallen, werden hier en daar fakkels aangestoken en ontstak Dorian het enorme vuur in de korf. De vlammen zetten de hele vlakte in een warm, oranjekleurig licht, de muzikanten begonnen te spelen en al gauw was het feest in volle gang. Er vloeide rijkelijk bier en mede, er werd gepraat en gelachen en twee werkers roosterden een big boven de vlammen van het vuur. De muziek galmden door de lucht en werkers en werksters dansten samen op de opzwepende klanken die de muzikanten voortbrachten.
De enige die minder meedeelde in de feestvreugde, was Skey. Hij zat op één van de boomstammen rondom de vlakte en staarde naar de vlammen van het vuur. In zijn hand hield hij een halflege beker honingmede. Eerder had hij meegedaan met het feest, maar de muziek en de gesprekken die hij had gevoerd, hadden hem net zo min volledig van zijn gedachten aan Bette af kunnen leiden als zijn telkens opnieuw gevulde beker had gedaan.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ik weet niet waarom, maar het feest met het kampvuur doet me heel erg denken aan Astrix en Oblix. Zo'n gemoedelijk kampvuurtje, rijkelijk vloeiende drank. Geen idee waar het vandaan komt, haha.
Hij stortte zich samen het groepje andere werkers volledig
samen het = samen met het

Ik ben benieuwd wanneer Spurr er achterkomt en halsoverkop naar het kasteel rent om de liefde van zijn leven te redden :) Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Dank je wel Maaike! :D

____________________________________________________________________________

Hij werd uit van zijn gedachten losgemaakt toen er iemand naast hem kwam zitten die hem een klap op zijn schouder gaf. Toen hij opzij keek, zag hij dat het Dorian was. Hij had een grote beker mede in zijn hand en een grijns op zijn gezicht die hij op avonden als deze altijd met zich meedroeg.
‘Wat zit jij hier nou te sippen, man,’ zei hij terwijl hij Skey een elleboogstoot gaf. ‘Je gaat me toch niet de rest van de avond al die vrouwen alleen laten versieren? Kom op, vermaak je een beetje. Wat ben je nou afwezig? Je moet wel een beetje genieten van het staaltje kunst wat we hier hebben neergezet.’
Skey keek even zijn kant op en richtte zich toen op de mok in zijn hand. Hij nam een slok mede en keek naar de lachende werkers om hem heen.
‘Ja,’ zei hij. ‘Sorry, ik weet niet wat het is. Even een dip, denk ik. Het is een lange dag geweest.’
Dorian liet zijn ellebogen op zijn knieën steunen en boog wat naar hem toe, om zich verstaanbaar te maken over het geluid van de muziek heen.
‘Zorg dan dat je die dag goed eindigt, man,’ zei hij. ‘Ik heb het afgelopen uur al minimaal vijf werksters gezien die hun best doen om je aandacht te trekken en je hebt het niet eens door. Kijk, zelfs Sophia is je aan het bestuderen. Daar wordt ik zelfs nog jaloers van, man.’
Skey volgde Dorians blik en keek het terrein over, in de richting van de vuurkorf. Tussen de groepjes werkers zag Sophia staan, een mooie vrouw met schouderlang zwart haar en doordringende, lichtgrijze ogen. Toen Skey haar blik ving, hield ze die even vast alvorens ze haar gezicht weer afwendde. Er sprak nauwelijks emotie uit haar ogen, maar Skey kende Sophia’s karakter. Hij wist wat Dorian bedoelde. Ook al was er niets uitdagends in haar gezicht geweest, het was haar bedoeling geweest dat hij naar haar had gekeken.
Naast Skey floot Dorian tussen zijn tanden.
‘Dat was duidelijk,’ zei hij. ‘Wat is er mis met je, rooie? In Sophia-taal is die blik hetzelfde als je uitnodigen mee naar bed te komen. Waar wacht je nog op?’
Skey wendde zijn blik van Sophia af en nam een slok van zijn mede.
‘Misschien later,’ zei hij. ‘Ik vermaak me wel, Dorian, maak je geen zorgen. Ga maar terug voor je meiden je beginnen te missen.’
Dorian gaf met zijn beker een klap tegen die van Skey.
‘Daar proost ik op,’ zei hij. ‘Als jij mij belooft dat je straks achter Sophia aangaat. Dat is niet meer dan je plicht als man zijnde, voor ons allemaal.’
‘Natuurlijk, Dorian.’
Dorian kwam overeind en wierp hem een blik toe.
‘Ik meen het, Skey,’ zei hij. ‘Laat me je niet alleen in bed aantreffen morgenochtend. Anders stuur ik je direct naar de kamparts om je geestelijke gesteldheid te laten onderzoeken.’
‘Ja, Dorian.
‘Goed zo. Succes, Skey.’
‘Dank je, Dorian.’ Hij keek Dorian na toen die opstond en terugliep naar het feestgewoel rondom de korf. Hij mengde zich weer in het gezelschap en Skey zag hij zijn beste versierderlach opzette toen hij zijn hand op de onderrug van één van de meisjes legde en iets tegen haar zei. Hij glimlachte. Ook zelf bracht hij regelmatig de nacht met de verschillende vrouwen uit het kamp door, maar Dorian overtrof daarin alle anderen. Waar Skey voornamelijk het gezelschap op prijs stelde, was het voor Dorian echt een jacht, een spel. Hij wist als geen ander hoe hij zich tegenover de meisjes moest presenteren en werd zelden afgewezen. Wat ook meehielp, was het feit dat de meeste vrouwen dezelfde instelling hadden als de mannen en plezier en afwisselend gezelschap belangrijker vonden dan kuisheid. Skey vermoedde dat Dorian in zijn tijd bij het kamp al meer dan de helft van de meisjes in zijn bed had weten te krijgen.
Skey wendde zijn blik van Dorian en zijn nieuwste verovering af toen hij voelde dat iemand naar hem keek. Een paar meter links van Dorian zag hij Spurr staan, met een beker bier in zijn hand. Zijn ogen waren op Skey gericht en er lag iets ongerusts in zijn blik. Hij lachte niet en zijn ogen stonden een beetje bezorgd. Skey wist waarom: het was niets voor hem om op avonden als deze in zijn eentje langs de kant te zitten. Het was echter niet zijn bedoeling geweest dat Spurr zich zorgen zou maken. Hij wilde Spurrs avond niet verpesten en hij wilde al helemaal niet hij door zou krijgen wat de reden voor zijn afwezige gedrag was. Als hij zou weten dat Skey zich zorgen om Bette maakte, zou dat hem helemaal ongerust maken en zou hij waarschijnlijk linea recta naar het land van de kasteelheer rijden om verhaal te laten.
Skey wendde zijn blik af. Dorian had gelijk. Hij kon zich beter zien te vermaken en zich normaal proberen te gedragen om te voorkomen dat hij Spurr argwaan bezorgde en hem ten gevolgde daarvan tot stomme dingen aanzette.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heerlijk hoe Skey kortaf kan antwoorden en die Dorian die gewoon zijn gesprek voorzet. Typisch mannen die geen hints snappen :P haha.
Ik vind het sneu voor Spurr dat hij zo bezorgd is. Maar gezien ik kan gokken hoe de toekomst er waarschijnlijk uitziet voor Bette, is het misschien beter dat hij het niet weet :roll:
Tussen de groepjes werkers zag Sophia staan
zag Sophia = zag hij Sophia staan

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
NeleVanHol
Balpen
Balpen
Berichten: 213
Lid geworden op: 03 mei 2012 10:27

Hoi hoi, even geleden dat ik nog iets postte, maar ik ben weer bijgelezen. Vlot verhaal, mooi uitgewerkte personages, leuke details en intrigerende verhaallijn! Ik ga wel akkoord met Maaike dat Spurr beter niet weet wat er gebeurd is. :)
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

pff ik heb cirque des vampires ook nooit gelezen omdat het veel te lang zou duren om bij te komen. Hier echter kan ik in het begin instappen en dat is fijn. en het verhaal is goed.
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Dank allemaal voor de vele en leuke reacties! :D Ik doe er nog een stukje bij, laat het maar weten wanneer ik te veel of te weinig post :)

__________________________________________________________________

Skey maakte net aanstalten nog wat van zijn mede te drinken en zich daarna weer tussen de andere werkers te mengen, toen dat al niet meer nodig bleek te zijn. Toen hij zijn beker had weggezet en overeind wilde komen, stond Sophia ineens voor zijn neus. Ze stond nog geen meter van hem vandaan en keek naar hem met haar armen over elkaar geslagen. Haar lichaamstaal was nog steeds een beetje ondoorgrondelijk en er was geen spoortje emotie aan de oppervlakte van haar gezicht. Haar zwijgzame houding was hetzelfde als die van Skey kon zijn, al was ze nog vele malen geslotener dan hij. Die overeenkomst was waarschijnlijk ook de reden dat Skey haar intenties ondanks haar uiterlijke koelheid wel begreep. Waarschijnlijk was het tevens de reden dat ze deze avond naar hem toegetrokken was.
Sophia bleef tegenover hem staan en hield zijn blik vast met die van haar. Haar gezicht bleef strak en ze bewoog geen spier. Alleen haar ogen bleven onophoudelijk op die van hem gericht. Het was of ze naar hem bleef kijken om te zien of hij weg zou kijken, of ze het van hem kon winnen, of ze hem goed ingeschat had. Toen Skey net als zij bewegingloos op de boomstam bleef zitten en naar haar terugkeek zonder zijn blik van die van haar af te wenden, leek dat naar haar tevredenheid te zijn. Ze draaide zwijgend om en begon zonder nog naar hem om te kijken richting de slaapvertrekken te lopen.
Skey keek naar haar, nog even, terwijl ze van hem wegliep als een magisch, marmeren standbeeld in het oranje licht van het vuur. Toen nam hij zonder zijn blik van haar af te wenden nog één laatste slok mede, zette zijn beker weg en kwam overeind. Hij stak zijn handen in zijn zakken en liep achter haar aan de open zandvlakte af.

3.

Het moest al middag of in ieder geval laat in de ochtend zijn toen Skey de volgende ochtend wakker werd. Er viel fel zonlicht tussen de kieren van de lijstenen wanden van de werkersbarak door. Het begon al warm te worden in het kleine slaapvertrek en de warme lucht drukte als een ondoordringbare waas op de ruimte. De zomer was bijna op zijn hoogtepunt. Binnen niet al te afzienbare tijd zou het ‘s nachts weer warm genoeg zijn om buiten in de open lucht te slapen.
In de warmte in het slaapvertrek bleef Skey nog even op zijn rug op bed liggen. Ondanks het feit dat hij nu alleen was, hingen er nog flarden van de afwisselend vurige en kalme sfeer van de afgelopen uren in de lucht. Hij had het grootste gedeelte van de nacht met Sophia doorgebracht. Toen hij overeind ging zitten, deden zijn bewegingen lichte geur van haar lichaam die nog tussen de lakens hing naar hem opwaaien. Ze rook naar buiten, naar de fruitboomgaarden waar ze in werkte, en hij had het zonlicht van afgelopen dag en het vuur van de avond erna nog op haar huid kunnen proeven.
Het had goed geklikt tussen hen. Door het geslotene in hun beider karakters hadden ze elkaar begrepen en gedurende de nacht vorderde, had hij steeds meer in haar ogen kunnen zien. Het gebrek aan woordenwisseling en het haast dominante, doelmatige karakter van hun samenzijn had dat op de één of andere manier alleen nog maar meer versterkt. Uiteindelijk was ze tot ver in de ochtend bij hem gebleven. Ze hadden geen woord met elkaar gewisseld nadat Skey haar achterna was gegaan op de zandvlakte, maar die kus ze hem had gegeven voor ze vertrokken was, had hem voldoende bevestiging gegeven dat ook zij de tijd die ze samen hadden doorgebracht op prijs gesteld had.
Skey haalde een hand door zijn lange, rode krullen en keek naar de andere kant van zijn kamer, zoekend naar kledingstukken die her en der verspreid lagen. Net toen hij aanstalten maakte uit bed te komen om zich aan te kleden, hoorde hij voetstappen in de richting van zijn slaapvertrek komen. Hij keek op toen het gordijn dat zijn hut scheidde van het gangetje dat langs de andere slaapvertrekken leidde licht heen en weer bewoog en iemand zijn naam zei.
‘Hé, Skey,’ klonk het. ’Tijd om op te staan. Er is iemand voor je.’ Het gordijn ging open en Dorian verscheen in de deuropening. Hij keek naar Skey en diens lege bed, sloeg toen zijn armen over elkaar en leunde tegen de muur. Grijnzend schudde hij zijn hoofd.
‘Wat hadden wij afgesproken over alleen wakker worden gisteravond?’ vroeg hij. ‘Waar is Sophia?’
Skey negeerde zijn blik en boog opzij om zijn shirt van de vloer naast zijn bed te pakken.
‘In de vrouwenbarak, denk ik,’ zei hij terwijl hij zijn shirt over zijn hoofd trok. ‘In haar eigen bed.’
Dorian trok een gezicht en knikte.
‘Dat was te verwachten,’ zei hij. ‘Wanneer is ze weggegaan?’
‘Ergens tegen zonsopkomst.’
‘Toen pas? Dan heb je blijkbaar iets goed gedaan.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Zo zonde. Zo mooi en toch zo koud. Is ze ook zo in bed of heb je haar een beetje weten te ontdooien?’
Skey wierp hem een blik toe en kwam uit bed om ook zijn andere kleren aan te trekken. Dorian grijnsde toen hij geen antwoord gaf op zijn vraag.
‘Natuurlijk, een heer zoals altijd,’ zei hij. ‘De enige in het kamp die de vrouwen zodanig respecteert dat hij niet bereid is zijn avontuurtjes met hen niet met de andere mannen te delen. Saai, hoor.’
Skey reageerde niet op die opmerking en raapte kledingstukken van de grond op.
‘Wat is er, Dorian?’ vroeg hij. ‘Je zei dat er iemand was. Wie?’
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@yociame; als je dit verhaal leuk vindt, is Cirque des Vampires zeker een aanrader! Het is een super spannend en leuk verhaal. Maar gezien dit verhaal vooraf gebeurt, zou ik even tot het einde wachten en daarna het afgeronde verhaal lezen. :P

Haha, Skey is toch nog achter Sophia aangegaan. Heel even dacht ik dat hij zou blijven zitten xD

Ik vraag me af wie er op hem wacht. Misschien de landsheer, die van het leuke feestje heeft gehoord en dat heeft gemist ^_^

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Haha dank je wel Maaike, ook voor je nog altijd voortdurende vertrouwen in het eerste deel van Cirque des Vampires :)

_______________________________________________________________________________

Dorian duwde tegen het gordijn toen dat weer dicht dreigde te vallen en wierp een blik op de rails tussen de muren.
‘Nick, natuurlijk,’ zei hij. ‘Hij wil je spreken. Hij heeft een extra opdracht en daar heeft hij jou voor nodig. Het ziet er naar uit dat je er dus weer goed vanaf komt vandaag terwijl wij met zijn allen op het land staan te smelten.’
Skey gooide wat kleren op zijn bed. ‘Weet je wat voor extra opdracht? Iets op het land?’
Dorian schudde zijn hoofd. ‘Nee, ik heb geen idee. Er zal wel iets ergens naartoe gebracht moeten worden of iets in die richting. Meestal vraagt hij jou voor dat soort dingen.’
Skey knikte en hij begon met snelle, geoefende bewegingen een vlecht in zijn lange haar te leggen.
‘Oké, ik kom eraan. Zeg maar dat ik onderweg ben.’
Dorian knikte.‘Doe ik. Zie je zo op het land, als je daar nog de kans toe krijgt, tenminste.’
‘Is goed. Tot straks.’
Het gordijn viel dicht toen Dorian de ruimte verliet en Skey legde de laatste hand aan de vlecht in zijn haar. Zijn gedachten dwaalden even af door het vallen van Nickelsons naam en hij moest weer denken aan Bette en aan wat de opzichter en Spurr gisteren over haar verteld hadden. Zijn nacht met Sophia had zijn geest wat helderder gemaakt, maar toch kreeg hij nog steeds een vreemd gevoel in zijn lichaam als hij dacht aan wat Spurr had gezegd, al leek het dienstmeisjesverhaal van de kasteelheer hem nu een stuk minder onwaarschijnlijk dan het gisteren nog gedaan had. Het was nog steeds niet heel logisch, maar nu hij uitgerust was, leek Spurrs verhaal meer een overgedramatiseerd gerucht dan een logische verklaring. Hij moest aan zichzelf toegeven dat hij eerder geneigd was de brief van de kasteelheer te geloven dan Spurrs rijke fantasie.
Toen hij de vlecht in zijn haar had vastgelegd met een leren streng, liep Skey naar de deuropening in zijn hut. Hij duwde het gordijn open en liep de gang die naar buiten leidde in. Hij passeerde diverse anderen slaapvertrekken, met open gordijnen voor lege vertrekken en dichte gordijnen die vertelden dat de bewoner nog sliep of met privé-zaken bezig was. Er klonk hier en daar gepraat en hij rook de lucht van thee en eten. De werkers hadden nog even wat tijd voor zichzelf voor ze op het land verwacht werden.
Bij het einde van de gang aangekomen, duwde Skey de zware, houten deur open die de slaapvertrekken van de buitenwereld scheidde. Er viel direct een zee van zonlicht en warmte over hem heen. De lucht was helderblauw en de zon stond felgeel aan de wolkeloze hemel. Onder de brandende bol zag hij Nickelson staan. Hij had zijn paard aan het daarvoor bestemde hek vastgezet en leunde tegen de houten planken, terwijl hij praatte met één van de andere werkers. Toen hij Skey aan zag komen, gaf hij de andere werker een klop op zijn schouder en zei dat hij hem later nog zou spreken.
‘Goedemorgen,’ zei hij met een glimlach toen de werker wegliep en hij zich tot Skey richtte. ‘Je ziet er redelijk fit uit voor iemand die net een nachtfeest achter de rug heeft. Heb je het naar je zin gehad?’
‘Zeker, sir. Het was een welkome afwisseling met de drukte van de laatste tijd, voor iedereen.’
Nickelson knikte tevreden. ’Goed zo. Ik zag dat bijna alle vaten bier en mede zijn opgegaan. Geen kater?’
Skey glimlachte ook en boog zijn hoofd even toen hij bij Nickelson stil bleef staan.
‘Nee, sir. En dat is maar goed ook, als ik Dorian mag geloven.’
Nickelson draaide zich om naar zijn paard en klopte het op de hals.
‘Ja. Ik heb een ruilafspraak gemaakt met Sir John, van het land aan het einde van het kasteelgebied. Hij heeft net zijn eerste oogst rogge opgeslagen en wil graag een kar ruilen tegen eenzelfde kar van ons koren. Ik wilde jou vragen of je vandaag een paard en een ezel mee wilde nemen om een kar naar hem toe te brengen en gelijk de rogge mee terug te brengen.’
Er lichtte iets op in Skey’s bewustzijn toen hij de naam van Sir John hoorde vallen. Eén van Bette’s zussen werkte op het land van Sir John.
‘Prima, sir,’ zei hij dan ook. ‘Hoe laat verwacht hij me?’
‘Gedurende de dag, wanneer je klaar zou zijn. Als je de werkers straks allemaal nog even hun oogstgebied toewijst, kun je daarna gelijk vertrekken. Het is een lange reis, dus neem voldoende voorzieningen mee.’
‘Zal ik doen, sir.’
‘Fijn, Skey. Goede reis, dan.’
‘Dank u, sir.’
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Aah, door mijn voorkennis van je andere verhaal verwachte ik dat Nickelson iets anders kwam meedelen, hehe. Maar dit is ook een interessante ontwikkeling als een van Bette's zussen daar werkt.

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Haha wat jij denkt gaat zeker op korte termijn gebeuren Maaike, maar eerst nog even wat meer verwarring zaaien haha :) bedankt voor je reactie! Als het te snel gaat, ook voor eventuele andere lezers, zeg het alsjeblieft, dan hou ik er rekening mee. Ik kan soms nogal overenthousiast zijn en dan vind ik het moeilijk jullie tijd en tempo in te schatten :)

___________________________________________________________________

Skey vertrok te paard naar het achterste veld van Sir Johns landbouwgrond. Het was een fijne rit om te rijden. De verschillende onderdelen van Johns grond lagen ver uit elkaar, maar de paden ertussen waren mooi vlak en niet te zwaar. Hij kon het grootste gedeelte in een pittige rack afleggen en kreeg zelfs de kans een stuk te galopperen. Het waaide meer in dit gedeelte van het land en samen met de warme zon maakte dat dat zowel hij als het paard ondanks hun duidelijke doel ook van de rit zelf konden genieten.
Hij was net teruggeschakeld naar een rustige slow-gait toen hij in de verte het sanitairhuisje van het laatste land zag opdoemen. Het was wit, net als alle andere gebouwen op Sir Johns land, en aan de linkerkant ervan was een klein zandplateau met een waterput en wat losse rotsen en boomstammen. Zoals de opzichter gezegd had, zaten er nu groepjes werkers verspreid over de grond en op de boomstammen pauze te houden. Veel van hen hadden hoeden op en sommigen hadden kun kleding opgerold en opgeknoopt, als verkoeling tegen de warme zon en zo hun gebruinde huid ontblotend.
Enkelen van de werkers keken Skey’s kant op toen hij aan kwam rijden. De gesprekken die er geweest waren verstomden en er viel een stilte, die hier en daar lichtelijk vijandig te noemen was. Hij voelde dat alle ogen zijn kant op gleden. De meeste werkers keken naar hem alsof ze hem non-verbaal vroegen wat hij op hun land te zoeken had, maar twee vrouwen links van het sanitairhuisje bekeken hem met een zekere belangstelling en een paar van de mannen liet hun blik goedkeurend over zijn paard gaan. Toen ze ervan overtuigd leken dat hij bekend gezelschap moest zijn en waarschijnlijk niets van hen nodig had, richtten ze zich al gauw weer op hun eigen bezigheden en werden de gesprekken weer hervat.
Skey haalde de teugels van zijn paard aan en bracht tot stilstand. Zonder zijn ogen van het groepje werkers af te wenden stapte hij af. Hij haalde de teugels over het hoofd van de ruin en voerde hem aan de hand mee naar de werkers. Net buiten het zandplateau bleef hij staan. Een aantal werkers keek opnieuw naar hem om toen zijn paard brieste, waarschijnlijk in eerste instantie in de veronderstelling geweest dat hij door zou rijden. Nu hij dichterbij stond, bekeken ze zijn kleding en zijn gezicht, alsof ze inschatten waar hij vandaan kwam en wat hij zijn doel kon zijn.
‘Hé,’ zei Skey terwijl hij de werkers in de groep rondkeek. ‘Ik ben op zoek naar Adriane. Adriane Jefferson?’
De werker die het dichts bij Skey op de boomstam zat, keek over zijn schouder naar hem omhoog. Hij had een lange grasspriet in zijn mond en liet zijn ogen over Skey’s gezicht en zijn kleding glijden. Hij één oog dichtgeknepen tegen de zon die fel achter Skey in de lucht hing en die uitdrukking gaf hem een beetje een norsige uitstraling. Ook de andere werkers maakten een licht afstandelijke indruk, maar Skey wist dat dat niet perse aan hem lag. De meeste werkers vormden hechte groepen binnen hun landbouwgemeenschap en vreemdelingen werden altijd met enig wantrouwen bekeken.
De werker voor op de boomstam nam Skey nog even geringschattend op. Hij kauwde even op de grasstengel in zijn mondhoek en wendde toen zijn blik af.
‘Ze staat bij het pleehuisje,’ zei hij. ‘Die met het donkere haar.’
Skey keek op en liet zijn blik naar het sanitairhuisje gaan. Daar zag daar inderdaad twee vrouwen in de schaduw van het gebouwtje staan. Ze praatten met elkaar en waren bezig hun gezicht en armen te verkoelen met doeken met koud water. De meest linkse leek het donkerste haar te hebben. Hij kon vanaf zijn huidige plek niet zien of ze op Bette leek, maar hij vermoedde dat zij de vrouw was die de werker bedoelde.
Laatst gewijzigd door Jeetje op 16 okt 2012 19:39, 2 keer totaal gewijzigd.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

niemand gaat voor mij snel genoeg als het verhaal goed genoeg is, (en om eerlijk te zijn, ik al vanaf het begin bij ben) en jij gaat te langzaam XD
maar je moet mij niet als maatstaf voor dit soort zaken gebruiken, mijn favoriete manier om een boek uit te lezen dat goed is, is in een ruk.
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Haha dank je voor je reactie yociame! Dan post ik er gewoon nog een stukje bij voor vandaag :)

___________________________________________________________

Skey bedankte de man die hem Adriane had aangewezen, die overigens niet meer reageerde op zijn dank, en liep toen met zijn paard om het zandplateau rondom de waterput heen. In tegenstelling tot de andere werkers net waren de vrouwen druk en geanimeerd met elkaar in gesprek en keken ze niet naar hem om tot hij ze aansprak.
‘Adriane?’ vroeg hij terwijl hij achter de linker vrouw bleef staan. Ze keek naar hem om, met de lach nog op haar gezicht, en onmiddellijk zag hij de sterke gelijkenis tussen haar en Bette. Haar haar was veel donkerder en stijler dan Bette’s blonde krullen, maar de vormen van haar gezicht en de manier waarop ze lachte waren nagenoeg hetzelfde. Ze was net zo mooi als haar zus.
‘Dat ben ik,’ zei ze terwijl ze hem vluchtig bekeek. ‘Met wie heb ik het genoegen? Ken ik je ergens van?’
Skey legde zijn hand tegen zijn borst en boog zijn hoofd even.
‘Nee, ik denk het niet. Het spijt me dat ik je pauze onderbreek, maar ik ben een vriend van je zuster, Bette. Ik werk met haar op het tarweland van Sir Nickelson?’
Adriane keek hem aan. Haar ogen gleden van zijn gezicht omlaag, naar zijn lichaam en zijn spieren onder zijn kleding, en toen weer terug naar zijn gezicht. Hij leek in eerste instantie niet bepaald herkenning op te roepen.
‘Een vriend van mijn…’ begon ze, maar toen zag hij plotseling iets van herinnering in haar gezicht. Haar ogen keken nu anders naar de zijne en er verscheen een lach om haar lippen.
‘O wacht, ik weet het al,’ zei ze. ‘Jij bent die knappe kampleider met wie ze dat feestje tussen de lakens heeft gehad. Ik herinner het me weer, ze heeft me over je geschreven. Ik herken je aan je rode haar. Skye, was het toch?’
Skey glimlachte ook. Hij constateerde dat Adriana een stuk rechter voor zijn raap was dan hij van de bescheiden Bette gewend was geweest.
‘Bijna,’ zei hij. ‘Skey.’
Adriane knikte bevestigend.
‘Precies,’ zei ze. ‘Dat was het. Wat doe je helemaal hier? Je bent een beetje uit de richting van Nickelsons land, of niet?’
Skey gebaarde naar het paard aan zijn zijde, dat rustig in de warme zon stond te soezen.
‘Ik kwam wat gewassen ruilen met je opzichter,’ zei hij. ‘En ik dacht dat ik van de gelegenheid gebruik kon maken door je gelijk even op te zoeken. Ik wilde je wat dingen vragen over je zuster. Onder vier ogen, als je dat niet erg vindt.’
Adriane wendde haar blik af en gooide de doek die ze in haar handen had gehad terug in de houten emmer.
‘Natuurlijk, geen probleem. We kunnen wel even langs de velden lopen. Aan de zuidkant is het meestal wel rustig.’
‘Graag. Leid maar, ik kom achter je aan.’
Adriane knikte en Skey keek naar haar terwijl ze wegliep van het sanitairhuisje. Een korte blik achterom leerde hem dat de andere werkers nauwelijks aandacht aan hen besteedden. Dat was maar goed ook, want als hij nu ergens geen zin in had, was het in luistervinken die met hun gesprek zouden meeluisteren. Het was niet de bedoeling dat iemand zijn gesprek aan Sir John of, erger nog, via via aan de kasteelheer door zouden spelen.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
NeleVanHol
Balpen
Balpen
Berichten: 213
Lid geworden op: 03 mei 2012 10:27

Leuk, weer een twist in het verhaal! Ik ben fan van Adriane! Super zo recht voor de raap! Meer :)
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Ik ben benieuwd wat Adriane gaat zeggen, maar ik denk niet dat het Skey's gemoed zal laten rusten.
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Haha dank je wel Nele en yociame! Ik vrees dat je gelijk gaat krijgen haha, vooral binnenkort wat later in het verhaal :)

____________________________________________________________________________

Toen Adriane hem voorbij was, draaide Skey zich om om achter haar aan te gaan. Zijn paard draaide met hem mee en liep gemoedelijk achter hem aan, met zijn hoofd ter hoogte van Skey’s schouder. Adriane keek om toen ze de paardenhoeven hoorde en wachtte even tot Skey en zijn paard weer op gelijke hoogte met haar waren gekomen.
‘Je hebt een mooi paard,’ zei ze terwijl ze weer begon te lopen. ‘Is het van je opzichter?’
Skey knikte en volgde haar naar een lang, onverhard pad dat langs de eindeloze rijen rogge liep.
‘Ja. Nickelson is gefascineerd door paarden. Hij heeft er een stuk acht, meer dan dat hij nodig heeft.’
‘Acht? Zo veel?’
‘Ja, minimaal, denk ik, en nog wat ezels voor het lastwerk. En zijn eigen paard, dan, waar hij zelf voor zorgt. De rest laat hij aan ons over.’
Ze keek even zijn kant op. Hij constateerde dat hij Bette ook in haar manier van bewegen herkende, al was alles wat zij had gedaan ingetogener geweest dan bij haar oudere zus.
‘Dat is zeldzaam, dat hij jullie met zijn paarden vertrouwd. Paarden zijn kostbaar.’
‘Ja, hij is goed voor ons. We hebben geluk met hem als opzichter.’
Adriane glimlachte.
‘Dat zei Bette ook vaak, ja. Ze schreef me regelmatig en naar wat ik uit haar brieven kon opmaken, is hij een goed man. Ergens is het jammer dat ze bij hem is weggegaan.‘
Skey keek haar kant op. Ondanks het doel van zijn bezoek verraste het hem toch een beetje dat Adriane al uit zichzelf begon over Bette’s vertrek. Hij had half om half verwacht dat ze niet al zo snel op de hoogte van de situatie zou zijn geweest.
‘Wat weet jij precies van haar vertrek?’ vroeg hij haar.
Adriane hield haar blik op de grond gericht om onregelmatigheden in het pad op te sporen voor ze erover zou struikelen.
‘Alleen wat ik gelezen heb. Ze heeft me nog één keer geschreven, nadat ze bij de kasteelheer in dienst is gegaan.’
‘Heeft ze verteld hoe het gegaan is?’
‘Ja, ongeveer. Ze is in haar eentje naar hem toegegaan om fruit te ruilen. De lakei wees haar de voorraadschuur op de kasteelgrond, en terwijl ze daar bezig was, kwam ze de kasteelheer tegen. Hij was vriendelijk tegen haar en vroeg naar haar persoon, naar haar naam en naar haar achtergrond. Ze praatten een tijdje met elkaar en toen vroeg hij of ze bij hem in het kasteel zou willen komen werken, als dienstmeisje. Eén van zijn dienstmeisjes was onlangs vertrokken en Bette beviel hem zeer. Bette zei ja en zo geschiedde.’
Skey keek nadenkend naar de grond voor zijn voeten terwijl ze verder liepen. Adriane’s verhaal was nagenoeg hetzelfde als dat van Nickelson. Te veel hetzelfde, leek het haast. Adriane’s brief was door Bette geschreven en die van Nickelson door Domingues, maar de inhoud ervan leek bijna tot op de letter gelijk te zijn.
‘Wanneer heb je Bette’s brief gehad?’ vroeg Skey.
Adriane dacht even na.
‘Zes dagen terug, denk ik.’
‘En weet je zeker dat hij van Bette’s hand was?’
Adriane knikte.
‘Ja, vrijwel zeker. Het handschrift was typisch dat van Bette. Er is niemand die haar handschrift zo precies zou kunnen imiteren.’ Ze keek opzij naar Skey.
‘Hoezo?’ vroeg ze hem. ‘Is er iets wat je niet vertrouwd?’
Skey keek voor zich uit en schudde zijn hoofd, half in gedachten.
‘Nee,’ loog hij.’Ik vind het alleen jammer dat ze weg is.’ Hij merkte dat Adriane naar hem keek. Toen hij haar kant op keek, glimlachte ze licht.
‘Je bent een slechte leugenaar,’ zei ze. ‘Ik zie aan je ogen dat dat niet het enige is. Volgens mij is er meer aan de hand, of niet?’
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Het voordeel aan je korte stukjes is dat ik zo weer ben bijgelezen als ik achtestand oploop. En voorlopig vind ik dat je niet te snel post :) Dus hou dit tempo maar aan, ik ben het nog gewend van je andere verhaal ^_^

Creepy zoals Skey benadrukt voor zichzelf dat de verhalen té goed op elkaar aan sluiten. Alsof iemand hun brief gedicteerd heeft en zij het opgescheven hebben (Verwarring creëren is gelukt!)

Van je stuk van 15 oktober.
Hij één oog dichtgeknepen tegen de zon
Hij één = Hij had één
Daar zag daar inderdaad twee vrouwen
Daar zag daar = Daar zag hij

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

oehlala de kasteelheer is slecht, of beter gezegd waarschijnlijk een vampier.
maar in ieder geval niet te vertrouwen...

en adriane is echt tof.
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Bedankt voor de leuke reacties! Leuk dat jullie Adriane leuk vinden haha, ze komt later nog een keer terug in het verhaal :)

_____________________________________________________________________________

‘Volgens mij wil ik gewoon niet accepteren dat ze niet meer terug zal komen,’ zei hij, daarmee meer bedoelend dan Adriane er waarschijnlijk uit begreep.
Hij zag dat Adriane er op in wilde gaan, maar ze werden onderbroken toen iemand haar naam riep. Toen ze omkeken, zagen ze dat de werkers op het zandplateau verderop waren opgestaan De norsige man die Skey net gesproken had, stond aan het begin van het zandpad en keek naar hen. Blijkbaar was hij degene die Adriane geroepen had.
Adriane slaakte een zucht en bleef staan.
‘Ik moet weer terug,’ zei ze. ‘Rustpauze is voorbij.’ Ze draaide zich naar Skey toe en keek hem aan.
‘Maak je niet teveel zorgen,’ zei ze. ‘Bette weet wat ze doet. Haar brief was positief. Ze leek gelukkig. Reken jezelf dat niet aan.’ Uit de manier waarop ze het zei, maakte Skey op dat ze zijn vragen had opgevat als een manier om zijn eigen gemoedsrust te sussen. Waarschijnlijk dacht ze dat hij zich gekrenkt voelde omdat Bette voor een leven in het kasteel gekozen had en ze haar eerdere leven ondanks zijn aanwezigheid daarvoor opgegeven had. Dat was niet zo, maar Skey liet het maar zo. Het was beter dan dat ze zich door zijn onderbuikgevoel ook zorgen zou gaan maken.
Adriane knikte naar hem en Skey werd uit zijn gedachten opgeschrikt toen ze zich om wilde draaien om terug te lopen. Voor ze van hem wegliep, pakte hij haar bij haar arm en hield haar tegen.
‘Nog één ding,’ zei hij. ‘Die brief, die Bette je stuurde… geloofde jij wat daarin stond?’
Adriane was blijven staan en keek hem aan met haar ogen die zoveel op die van Bette leken. Hij had haar arm nog niet losgelaten en zij drong daar ook niet op aan.
‘Hoe bedoel je?’ vroeg ze.
‘Zoals ik het zeg. Is er ook maar één moment geweest dat je dacht dat er iets niet klopte? Aan het hele verhaal, aan Bette’s manier van schrijven, aan iets wat niet strookte met haar karakter?’
Adriane’s ogen gleden over zijn gezicht. Ze leek naar diepere betekenissen achter zijn vraag te zoeken, eerder dan dat ze na moest denken over wat hij haar gevraagd had. Toen ze antwoord gaf, sprak er sterke overtuiging en berusting uit haar stem.
‘Nee,’ zei ze. ‘Geen enkele keer.’
Skey keek haar nog even aan, maar toen knikte hij. Hij liet haar arm los en zette een stap achteruit, om haar de ruimte te geven terug te gaan.
‘Oké,’ zei hij. ‘Dank je. Dat was alles wat ik wilde weten.’
Adriane liep echter niet gelijk weg. Ze bekeek hem nog even, leek iets in te schatten, hem even te observeren. Toen glimlachte ze licht. Ze legde haar hand tegen zijn gezicht en liet haar duim zacht over zijn lippen strelen.
‘Je lijkt me een fijne man om mee op te gaan,’ zei ze. ‘Als je mijn zuster mist of behoefte hebt aan gezelschap, kun je altijd langskomen. Voor wat dan ook.’ Ze keek nog even naar hem, naar zijn ogen en zijn lippen, en glimlachte toen opnieuw. Haar hand geleed van zijn gezicht en ze draaide zich om. Skey keek haar na, met zijn paard aan zijn zijde, terwijl ze rustig naar het einde van het pad terugliep en de hoek om verdween.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

=)

____________________________________________________________________________

Skey dacht het grootste deel van de terugweg naar Nickelsons na over wat Adriane hem verteld had. Ondanks het feit dat zij geen gevaar in de hele situatie leek te zien, had wat ze verteld zijn gemoedsrust er alles behalve beter op gemaakt. Er waren naar zijn idee nog altijd teveel dingen die niet klopten.
Vooral de snelheid waarmee Bette’s brief bij Adriane was afgeleverd, maakte hem wantrouwig. Spurr had gisteren gezegd dat hij Bette vijf dagen geleden voor het laatst gezien had, inmiddels dus zes. Adriane had Bette’s brief echter ook zes dagen geleden gehad. Dat zou betekenen dat Bette nog nauwelijks aangenomen was geweest bij de kasteelheer en ze al diezelfde dag de gelegenheid had gehad hierover naar haar zuster te schrijven. Nog vreemder was het feit dat de brief ook al zo snel door de heraut bezorgd was. Briefverkeer nam meestal minimaal twee dagen in beslag over zo’n grote afstand en vooral als de brief afkomstig was van een dienstmeisje en niet van de kasteelheer of andere hoogwaardigheidsbekleders, zou de heraut waarschijnlijk niet zo’n haast maken bij het overbrengen van de boodschap.
Tevens strookte het beeld dat hij had van de kasteelheer nog steeds niet met het feit dat hij Bette zo plompverloren had aangenomen. Als hij de geruchten moest geloven was de kasteelheer praktisch een kluizenaar, die zijn eigen opzichters al nauwelijks zag, laat staan vreemde werkster die hij nog nooit in zijn leven ontmoet had. Bette was mooi en waarschijnlijk uitermate geschikt als dienstmeisje, maar de gedragsregels en selectie voor dienstmeisjes waren streng en werden altijd strikt nageleefd. Je moest van goede huize zijn om in dienst van de kasteelheer te mogen treden. Niet dat Bette dat niet was, maar toch kon hij nog steeds moeilijk geloven dat de kasteelheer haar zomaar zonder andere sollicitanten te zien en beraad van zijn staf aan te horen had aangenomen.
Al met al bleef Skey het idee houden dat er iets niet klopte. Het was te mooi, te gemakkelijk. Het vreemde, wantrouwige onderbuikgevoel dat hij al had gehad sinds Spurr over Bette’s verdwijning begonnen was, was nog steeds niet verdwenen. Hij wist dat er maar één manier was om de verhalen die hij hoorde bevestigd te krijgen: hij moest het zelf zien. Hij moest Bette met zijn eigen ogen op het land bij de kasteelheer zien, in haar dienstkleding en met haar blonde krullen opgestoken onder het witte kapje. Dan pas zou hij het kunnen geloven. Hij nam zich voor daartoe binnenkort aan Nickelson te vragen of hij de correspondentie of andere boodschappen van de opzichters een keer naar het kasteel mocht rijden. Als hij op die manier bij het kasteel kon komen, zou hij gelijk kunnen zien of Bette echt op het land aanwezig was.
Skey reed al een tijdje peinzend door het verlaten gebied dat hem terug naar Nickelsons land zou leiden toen er plotseling iets in zijn omgeving veranderde. Hij was nogal ver weg geweest met zijn gedachten, dus het eerste waaraan hij het merkte was aan zijn paard. De ruin had de afgelopen kilometers kalm en zonder op of om te kijken voortgestapt met het ezeltje aan zijn zijde, maar nu hief het dier plotseling zijn hoofd op. Skey zag dat de Saddlebred zijn oren spitste en merkte dat het paard vaart minderde, terwijl een plotselinge spanning de spieren die hij onder zich voelde hard maakte. Toen hij been gaf om het oude tempo weer terug te vinden, stond zijn paard stil in plaats van dat het harder ging en toen hij het daar alsnog doorheen probeerde te rijden, begon de ruin op zijn plaats te protesteren.
Skey haalde de teugels aan toen het paard met zijn hoofd schudde en volgde de blikrichting van het dier onder hem. Hij zag niets, afgezien van wat groepjes bomen en struiken en een oud koeiengeraamte op de grond waar zijn paard onmogelijk bang voor kon zijn. Hij constateerde een geval van ernstige aanstelleritis en gaf opnieuw been. Net toen hij het dier met een forse stemverheffing op zijn falie wilde geven omdat het weigerde door te lopen, hoorde hij het echter ook.
Daar, achter het dichtstbijzijnde kluitje bomen, maakte iets geluid.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

ga door! en ik ben het met skey eens
Abel
Potlood
Potlood
Berichten: 63
Lid geworden op: 14 mar 2012 18:49

Zo, weer helemaal bijgelezen. Het verhaal leest gemakkelijk weg, wat ik erg fijn vind.
Verwarring heb je zeker gestrooid. Ik ben benieuwd hoe het verder gaat!
Ik geloof in monsters onder mijn bed.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Struikrovers! Of het is gewoon een schattig konijntje.. (A)

Het verhaal over Bette wordt zo steeds geheimzinniger en ik vraag me echt af wanneer Skey haar vindt. Of hij haar wel vindt...

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Onwijs bedankt voor de vele en leuke reacties! :D Het verwarring zaaien gaat (als het goed is) nog even door maar uiteindelijk zal alles vanzelf duidelijk worden! :)

__________________________________________________________________

Daar, achter het dichtstbijzijnde kluitje bomen, maakte iets geluid. Eerst was het alleen geschraap, gekraak, maar toen hij scherper luisterde, hoorde hij ook een dierlijk gesnuif en gemurmel wat hem vaag bekend voorkwam. Even bleef hij staan luisteren, maar toen stuurde hij zijn paard opzij. Nog niet helemaal zeker van zijn vermoeden liet hij het behoedzaam naar de buitenrand van het groepje bomen stappen. Zijn paard, dat deze kant gek genoeg wel op wilde, had zijn hoofd zover opgericht dat zijn oren Skey een deel van zijn zicht ontnamen en danste in de richting waar hij het op stuurde. Skey nam het terug om het geluid van de hoeven tot een minimum te beperken en stuurde toen langs de laatste paar bomen heen.
Zodra hij de zwarte schim aan de andere kant van de bomenrij zag, begreep Skey de geluiden en de reactie van zijn ruin. De zwarte schim op de grond was een paard. Het dier lag op zijn zij tegen de bomenrand aan, de benen opgetrokken onder zijn lichaam, het hoofd en de hals opgericht om Skey’s paard te kunnen zien. Het droeg een zadel en een hoofdstel, maar geen ruiter. Het dier keek met gespitste oren zijn kant en liet een laag, murmelend gehinnik horen.
Skey hield zijn eigen paard in toom toen dat met een oorverdovend hoge hinnik aanstalten maakte naar zijn soortgenoot toe te rennen en zo rustig mogelijk stapte hij er naartoe, in een poging het andere paard niet te laten schrikken. De zwarte merrie bleef echter op de grond liggen en maakte geen aanstalten om op te staan. Toen hij dichterbij kwam, zag Skey wat de oorzaak daarvan was: het paard was, waarschijnlijk toen ze bezig was geweest van de bomen te eten, met haar teugels verstrikt geraakt in het dichte struikgewas en in haar gevecht om los te komen, was ze met één van haar voorbenen in de teugels gaan staan. Zo te zien had ze net zo lang lopen draaien tot ze met geen mogelijkheid meer weg had kunnen komen. Hij vermoedde dat ze was gaan liggen toen ze moe was en toen zodanig verstrikt was geraakt in haar tuig dat ze haar pogingen overeind te komen maar opgegeven had.
Toen hij dichtbij genoeg was, viel hem ook nog iets anders op. Onder de modder en het zand dat dat de benen van de merrie bedekte, zag hij het vuile wit van de aftekening op haar rechterachterbeen doorschijnen. Zijn blik gleed naar de lange, dikke staart, de sokken aan de achterkant van de benen en ten slotte naar de brede bles die ver tot over de roze neus liep. Hij herkende dit paard. Het was van Nickelson. De donkere merrie was Bette’s favoriet en vaste rijdier geweest.
Er zakte een zwaar gevoel in Skey’s lichaam neer toen dat tot hem doordrong. Hij trok zijn eigen paard op de rem, stapte af en zette het samen met het ezeltje aan een boom vast. Met een mes in zijn ene en een kruik in de andere begaf hij zich naar de onfortuinlijke merrie, rustig tegen haar pratend in een poging haar te kalmeren. De merrie keek naar hem met grote ogen en deed even wat pogingen overeind te komen, maar ze bleef gespannen liggen toen het haar niet lukte om van hem weg te komen. Skey zag dat de teugels diep in haar linkervoorbeen hadden gesneden.
Nog steeds rustig pratend hurkte bij het paard neer. Voorzichtig schoof hij verder naar haar toe, tot hij dichtbij genoeg was om zijn hand naar haar uit te steken. De merrie raakte even in paniek en deed weer wat vergeefse pogingen op te staan, maar het lukte Skey zijn hand op haar hals te leggen. Ze kalmeerde een beetje toen hij door haar manen streek en zijn hand over de brede bles op haar hoofd liet glijden.
Hij keek naar haar terwijl hij haar aaide. Haar gespannen, angstige reactie van net baarde hem zorgen. Bette had juist dit paard gemogen omdat het zo’n kalm, aanhankelijk karakter had. Nu was ze bang en schuw, alsof haar iets naars overkomen was. Ze leek ergens heel erg van geschrokken te zijn.
Skey pakte de bovenlip van de merrie vast en trok die iets omhoog. De te lichte kleur van haar tandvlees bevestigde zijn vermoeden. Ze leek ook uitgedroogd te zijn, dus waarschijnlijk lag ze hier al minimaal een paar dagen.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Abel
Potlood
Potlood
Berichten: 63
Lid geworden op: 14 mar 2012 18:49

Het paard van Bette?! Bette is vast ontvoerd en naar die kasteelheer gebracht :o
Ga gauw door!
Ik geloof in monsters onder mijn bed.
NeleVanHol
Balpen
Balpen
Berichten: 213
Lid geworden op: 03 mei 2012 10:27

Ah het verhaal wordt nog ingewikkelder. Hoe komt het paard van Bette daar? ... Meer :D
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Thanks Abel en Nele, onwijs bedankt voor het lezen en de leuke, meelevende reacties :D

____________________________________________________________________


Hij liet zijn ogen naar de teugels glijden en bekeek het ingewikkeld verstrikte tuig. Het uiteinde zat met minimaal drie knopen in de bomen vast en de linkerteugel zat vier keer om haar voorbeen gedraaid. Hij begreep dat het haar niet meer gelukt om los te komen: zelfs hij zou er waarschijnlijk niet meer in geslaagd zijn haar hieruit los te krijgen als hij het mes niet had gehad.
Met nog een paar rustige woorden naar het paard haalde Skey het mes weer tevoorschijn. Het zette het op het gedeelte dat naar de merrie haar been leidde en begon het voorzichtig los te snijden. Na een tijdje knapte de teugel en toen kon hij het leer van het paardenbeen afwikkelen. De wonden waren minder diep dan hij had gedacht. Ze hadden niet dicht kunnen groeien omdat de teugel er in had gedrukt, maar de huid onder de open plekken zag er nog goed uit. Hij gebruikte het water uit de buidel om het zand en vuil uit de wond te spoelen en sneed toen ook het andere gedeelte van de teugel los.
De merrie had weinig aansporing nodig overeind te komen toen ze daar weer de gelegenheid toe had. Haar ledematen waren stijf, maar met enige hulp van Skey lukte het haar om op te staan. Haar hele linkerkant was vuil door het liggen op de grond en ze had wat wondjes in haar huid, maar verder leek ze ongedeerd. Skey liet haar even staan om aan de houding te wennen, en begon haar toen voorzichtig mee te voeren naar zijn paard en de ezel. Ze trok een beetje met haar linkervoorbeen en liep moeizaam door haar stijve spieren, maar ze stortte zich gretig op het water en voer dat hij haar in de daarvoor bestemde kruik aanbood. Het stelde hem gerust dat ze in ieder geval wilde eten. Hij vroeg zich af hoe lang ze er gelegen had. Als hij haar niet gevonden had, had ze waarschijnlijk niet veel dagen meer te leven gehad.
Skey bekeek de merrie terwijl ze at en probeerde te bedenken hoe ze hier terecht gekomen kon zijn. Bette was niet de enige, maar wel één van de weinigen die dit paard reed. Zou ze haar meegenomen hebben toen ze naar het slot was gereden om haar voorraadden te ruilen? Waarschijnlijk wel. De weg naar het slot was te ver om te voet af te leggen en als ze te paard had moeten gaan, was er geen reden geweest waarom ze een ander paard meegenomen zou hebben. Maar als de kasteelheer had haar aangenomen als dienstmeisje, waarom liep haar paard dan onafgetuigd in de wildernis rond? Had Nickelson haar niet gemist? En waar was ze zo van geschrokken? Hij had geen antwoorden op die vragen en hij betwijfelde ten zeerste of Nickelson ze wel zou hebben. Wat hij wel wist, wat dat het de hele situatie omtrent Bette’s verdwijning alleen nog maar verwarrender maakte.
Hij besloot echter dat zijn onopgeloste vragen van later zorg waren. De verzorging van de merrie was op dit moment prioriteit en daarom probeerde hij al zijn aandacht daarop te richten. Hij maakte de wonden op haar lichaam schoon en wachtte geduldig tot ze haar portie voer naar binnen had geschrokt. Hij wilde haar voorlopig niet te veel geven uit angst dat ze daar koliek van zou krijgen, maar liet haar wel zo veel mogelijk kleine beetjes drinken. Ze leek wat te kalmeren nu ze langer in zijn aanwezigheid was en begon ook langzaamaan meer gewicht op haar linker voorbeen te zetten.
Tegen de tijd dat het paard uitgegeten was en weer volledig in evenwicht op vier benen stond, besloot Skey dat het tijd was om te vertrekken. Hij nam haar zadel af en bond de merrie aan de achterkant van het ezelkarretje. Haar mondhoeken en de huid op haar hoofd waren beschadigd door haar getrek aan het hoofdstel, dus hij verbouwde het tuig tot iets wat haar zo min mogelijk in de weg zou zitten. Hij beloonde zijn paard en het ezeltje, nam het leidtouw van de ezel in zijn hand en stapte weer op zijn paard. Zo vertrok hij met zijn kleine karavaan weer richting het land van Nickelson.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Abel
Potlood
Potlood
Berichten: 63
Lid geworden op: 14 mar 2012 18:49

Skey is echt een leuke personage. Hij heeft veel goede en leuke eigenschappen.
Ik ben ervan overtuigd dat Bette dit paard mee heeft genomen naar het kasteel en dat ze onderweg is ontvoerd. Waarschijnlijk heeft die kasteelheer ermee te maken. Maar waarom? Ga gauw verder, want ik wil antwoorden :)!
Ik geloof in monsters onder mijn bed.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Awh, hij was dus toen al goed met dieren :sweet
Wat vreemd dat Bette's paard daar lag. Alsof ze op haar eigen houtje terug is gegaan naar huis, maar onderweg even de weg af ging en verstrikt raakte. Of ze heeft Bette's verdwijning gezien, arm paard!

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Wat word ik toch iedere keer weer vrolijk van jullie leuke reacties! :D Dank jullie wel, het is leuk te zien dat julie Skey een leuk personage vinden :)

__________________________________________________________________________

Het was al ruimschoots aan het schemeren tegen de tijd dat Skey weer met zijn gevolg bij de residentie van Nickelson aankwam. Zijn terugreis had vele malen langer geduurd dan zijn heenreis. De merrie was de hele route braaf achter het ezelskarretje aangelopen, maar haar stijve spieren en geblesseerde voorbeen hadden haar zodanig vertraagd dat het tempo gedurende de hele weg laag was geweest. Hij had zijn tempo aanpast aan dat van de merrie en tussendoor nog twee keer gepauzeerd om haar haar rust en water te geven. Hij vermoedde dat hij al met al twee keer zo lang onderweg was geweest.
Het was dus niet verwonderlijk dat Nickelson op hoger tempo dan gebruikelijk zijn kant op kwam lopen toen hij bij de residentie arriveerde. Hij droeg een olielamp met zich mee en in het licht dat op zijn gezicht viel, zag hij er ongerust uit. Hij had zijn gewone kleding van die dag nog aan en schijnbaar niet de tijd genomen die om te wisselen voor de vrijetijdskleding die hij normaal na de werkdag droeg. Skey vermoedde dat hij van plan was geweest hem te gaan zoeken als hij nog veel langer was weggebleven.
‘Skey!’ riep hij. ‘Waar bleef je nou zo lang? Ik heb me doodongerust gemaakt!’ Maar toen viel het licht van zijn lamp op de zwarte schim achter de ezelskar en hij bleef staan.
‘Wat krijgen we nu?’ vroeg hij. ‘Ik stuur je erop uit om rogge te halen en je komt terug met een paard?’
Skey sprong van zijn paard toen dat bij Nickelson gestopt was en zette het vast aan het hek.
‘Het is uw paard, Sir,’ zei hij. ‘Herkent u het niet?’ Hij liep langs de kar naar de merrie toe en legde haar zijn hand op haar hals. Nickelson kwam verbaasd achter hem aan. Hij hief zijn lamp hoger op om meer licht op het paard te laten vallen en keek naar de witte bles en de roze neus. Toen zag Skey dat het begon te dagen.
‘Bette’s paard,’ zei Nickelson ook.
Skey knikte.
‘Ja. Miste u haar niet?’
Nickelson staarde naar het paard en schudde langzaam zijn hoofd.
‘Nee,’ zei hij. ‘De kasteelheer wilde het paard graag aanhouden voor Bette en zichzelf. Dat stond in de brief. Hij kon nog wel een stevig last- en rijpaard gebruiken. Hij heeft mee er zelfs nog zilver voor gegeven.’ Hij schudde opnieuw zijn hoofd zonder zijn blik van de merrie af te wenden. ‘Ik snap niet... Waar heb je haar gevonden? Heeft Domingues haar aan John verkocht?’
Skey haalde het hoofd van het paard wat meer naar zich toe, zodat de beschadigde plekken op haar huid in het licht van de lamp vielen.
‘Nee, ik heb haar zo gevonden. Buiten, ergens halverwege de route. Ze zat met haar teugels vast in de struiken en kon niet meer opstaan. Ik denk dat ze er een paar dagen gelegen heeft.’
‘Droeg ze een zadel?’
‘Ja, het uwe. Ik heb het afgedaan, het ligt bij de rogge in de ezelskar. De beugels waren nog omlaag.’
Nickelson liep met de lamp opgeheven naar het paard toe. Hij bracht hem naar haar hoofd en keek naar haar mondhoeken en de andere verwondingen.
‘Uiterst vreemd,’ zei hij. ‘En er was geen ruiter in de buurt?’
‘Nee, niemand. Geen voetstappen of spullen of wat dan ook.’
Peinzend keek Nickelson naar het paard. Skey zag dat hij oprecht verbaasd was. Hij meende ook iets anders in zijn gezicht te zien, een zekere agitatie, ongerustheid, die er eerder nog niet geweest was wanneer Skey naar Bette of de kasteelheer had gevraagd. Ook hij leek nu vraagtekens te gaan zetten bij Bette’s nieuwe leven en het verhaal van de Domingues.
‘Ik zal een brief naar de kasteelheer schrijven,’ zei hij. ‘Nu onmiddellijk, zodat hij morgen met de eerste heraut mee naar het slot kan. Zo zullen we er snel duidelijkheid over krijgen.’ Hij liet zijn licht verder over het paard van de merrie schijnen. ‘Eerlijk gezegd snap ik het ook niet, maar misschien is er wel een volstrekt logische verklaring voor.’
Skey knikte, maar dacht toen aan zijn voornemen van eerder die dag. Kort trok er een sterke impuls door hem heen, als een soort adrenaline, spanning.
‘Sir,’ zei hij. ‘Als u daar mee akkoord zou gaan, kan ik ook zelf naar het slot rijden om uw brief af te leveren. Ik weet de weg en de eerstvolgende heraut komt pas morgenmiddag. Als ik nu vertrek, kan ik er tegen zonsopkomst zijn.’
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ooh, nu is Nickelson toch ook niet meer zo zeker van de zaak. Nog meer verwarring, haha :P Ik denk dat Skey er heen mag rijden en dan gaat het balletje rollen wat hij in je vorige verhaal vertelde tegen Talitha. Spannend, spannend! :D
Hij heeft mee er zelfs nog zilver voor gegeven.’
mee = me

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Dank je voor je reactie Maaike! We zijn nog niet helemaal waar jij denkt dat we zijn maar dat komt vanzelf haha :)

_________________________________________________________

Nickelson keek naar hem om.
‘Wil je nu gaan rijden?’ Hij leek even na te denken. ’Dat is hoogst ongebruikelijk. Ik weet niet of ze het bij het slot kunnen waarderen als iemand anders dan de heraut al zo vroeg correspondentie af komt leveren.’ Maar toen keek hij naar het paard en er verscheen een peinzende blik in zijn ogen.
‘Maar deze hele situatie is eigenlijk hoogst ongebruikelijk,’ zei hij toen. ‘Misschien heb je wel gelijk. Mijn paarden zijn me veel waard en iedereen weet dat. Ik wil graag weten waarom er zo licht mee omgegaan wordt. En misschien krijg je de kans Bette te spreken als je zelf gaat.’ Hij keek weer om naar Skey. ‘Denk je dat je de weg kunt vinden in het donker?’
‘Ja, Sir. Ik kan een lamp meenemen en de maan is vol. Er is genoeg licht om de hele weg in een behoorlijk tempo af te kunnen leggen.’
Nickelson knikte. ’Dat is zo. Misschien moeten we het maar gewoon doen, dan. Ik wil hier eigenlijk ook wel een verklaring voor. Domingues weet hoeveel mijn paarden me waard zijn.’ Hij streek met zijn hand langs de beschadigde wang van zijn merrie. Skey zag dat hij slikte toen het paard een diepe, lange zucht slaakte en haar ogen dichtdeed.
‘Ga maar,’ zei de opzichter. ’Neem mijn Walkerhengst en rijd naar het slot. Ik ga nu naar binnen om mijn brief te schrijven. Als jij alvast naar de stallen gaat om op te zadelen, kun je zo gelijk vertrekken.’
Skey knikte.
‘Prima, Sir. En de merrie…’
‘Ik stuur mijn stalmeester naar buiten om voor haar, de Saddlebred en de ezel te zorgen. Dat komt goed. Neem ze maar mee naar binnen en zet ze op stal. Voor de rest wordt gezorgd.’

4.

Nog geen uur later was Skey met Nickelsons Walkerhengst al een aardig eind op weg naar het slot van kasteelheer. Zijn reis verliep voortvarend. Gedurende het eerste gedeelte van de route had de ondergaande zon nog voldoende licht op de paden geworden om grote stukken in galop af te leggen. Van die gelegenheid maakte hij gebruik, want hij wist dat hij tempo zou moeten terug nemen als het te donker zou worden om onregelmatigheden in de weg te kunnen zien. Hij wilde zo snel mogelijk bij de kasteelheer zijn, maar ook niet zo snel dat Nickelsons paard zich door zijn toedoen zou blesseren.
Het was een uur of tien toen het zodanig donker werd dat het gebrek aan licht hem dwong naar een vlotte runningwalk terug te schakelen. Tegen die tijd was hij halverwege de route en had het licht van de ondergaande zon plaatsgemaakt voor dat van de volle maan.
Skey kwam op een vreemde manier tot rust, in het wittige licht en de duisternis en stilte die hem verder omringden. Hij was redelijk gespannen en opgefokt geweest door het vinden van Bette’s paard en door het vooruitzicht dat hij naar het kasteel zou rijden, maar de atmosfeer om hem heen kalmeerde hem een beetje. Zijn paard snelde haast geluidloos door de stilte van de nacht, die soms enkel werd doorbroken door wegschietende diertjes of het geluid van vogels, en de afkoelende lucht om hem heen deed zijn hoofd wat rustiger maken. Hij wist dat dat goed was. Hij moest zichzelf weer geheel onder controle hebben voor hij bij het slot aankwam. Het was belangrijk dat hij een soort vastomlijnd plan zou hebben. Natuurlijk ging hij Nickelsons brief afleveren, maar hij wilde ook proberen zelf op het landgoed van de kasteelheer rond te kijken. Hij wilde Bette zien te vinden, maar hij wilde tegelijkertijd dat zo min mogelijk mensen hem zouden opmerken terwijl hij daar mee bezig was. Het was ten strengste verboden in de zaken van meerderen rond te neuzen. Als de kasteelheer erachter kwam dat hij min of meer met toestemming van zijn opzichter was komen pottekijken, zou dat zowel hem als Nickelson problemen kunnen opleveren.
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Plaats reactie

Terug naar “De Poort naar een Andere Wereld”