Het Kind dat verdween

The One Shot Club bestaat uit leden die elkaar opdrachten geven om een verhaal te schrijven. Zowel de aanvragen als de eindresultaten zijn hier te vinden!
l2everse
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 22
Lid geworden op: 06 okt 2012 11:24
Locatie: West-Vlaanderen

Zonder op te scheppen, vind ik dit mijn beste kortverhaal (of one-shot) tot nu toe. Niet per se omdat het een prachtig verhaal is ofzo, maar gewoon omdat ik het fantastisch vond om te schrijven. Het laatste hoofdstuk vloog er gewoon uit, heb sinds mijn zesde niet meer zo'n groot plezier gehad aan schrijven. Ik hoop dat jullie het ook leuk vinden om te lezen :)

De opdracht was: "Een gelukkig echtpaar heeft net een nieuwe baby op de wereld gebracht, als het blijkt dat de baby ineens is verdwenen. Waar is de baby? Wordt hij/zij uiteindelijk weer gevonden?" Een gelukkig echtpaar is het, ze zijn al twee jaar samen. Alhoewel de vrouw wel wat overspannen is. Ze zijn elk respectievelijk 19 en 21 jaar, een redelijk jong koppel en jonge ouders dus.



Het kind dat verdween

Och, Brenda voelde zich de laatste tijd toch zo gespannen. Niet alleen omdat de baby eraankwam, nadat Nick geboren was voelde ze zich nog steeds geïrriteerd en benauwd, maar ze kon niet verklaren waarom. Haar man Erik vertelde haar dat het waarschijnlijk door de baby kwam, “Nick schopt te veel, denk ik”, zei hij dan lachend, maar hij begreep niet waardoor ze zo gespannen was. Deze morgen was ze alweer op hem afgestapt en had ze geklaagd dat ze zoveel hoofdpijn had, en zich opnieuw belachelijk zenuwachtig voelde. “Het zal vast door gisterenavond komen. Ik denk dat we het beter niet gedaan zouden hebben, nu je nog maar net bekomen bent van de bevalling.” Grapte hij. “En ik denk niet dat hij zo snel alweer een broertje of zusje erbij wilt hebben.” Ze glimlachte even en liet het onderwerp voor de rest van de dag rusten.
Toch was ze nog steeds bezorgd die avond toen ze Nick’s luier verschoonde. Hij was stil die avond. Ze lachte even met hem en speelde een klein spelletje, maar hij leek het niet leuk te vinden. Huilen deed hij echter niet, hij keek haar gewoon stil aan met die onschuldige baby-oogjes, die Brenda altijd eng gevonden had. Ze glimlachte een beetje verward, zonder een reden om te glimlachen, en liet hem toen alleen in zijn wieg. Die avond besprak ze het met haar man. “Hij was echt de hele tijd stil, zo raar. En hij heeft de hele avond nog niet gehuild. Zou hij misschien ziek zijn?” Erik’s ogen verstrakten even aan de gedachte dat zijn zoon ziek zou kunnen zijn, maar daarna schudde hij zachtjes zijn hoofd.

“Nee schat, het is waarschijnlijk gewoon een stille baby. Wees niet zo ongerust, Helena heeft toch ook zo’n baby die bijna nooit huilde en altijd stil was. En zie nu? ’t Kind is braaf en doet nooit iets fout. Je zou blij moeten zijn dat deze baby ook zo stil is, misschien ook een perfecte zoon zou kunnen zijn. Heb je dat altijd niet gewild?” Dit ontkende ze. “Nee, juist niet. Het lijkt me zo saai om een zoon te hebben die nooit kan lachen met iets, die altijd heel slimme dingen zegt en altijd apathisch doet. Geef mij maar een normale zoon, die vaak fouten maakt en waaraan je dingen kan leren.” Hij schudt onbegrijpend zijn hoofd. Waarom als het simpel kan, het moeilijk maken? Vraagt hij zich af. Maar hij stelt de vraag niet luidop. “Dus, gaan we vanavond nog euhm, nu je zo gespannen bent…” Ze schudt krachtig haar hoofd en hij maakt zijn zin niet af. Daarna trekt hij een grimas en draait zich om. Mannen, denkt Brenda, ze denken allemaal aan hetzelfde: seks, seks, en seks.
“Hij is toch wel erg stil nu.” Zegt ze na een tijdje. “Normaal gezien huilt hij iedere nacht, en nu heeft hij de hele nacht nog geen enkel geluid gemaakt.” Hij zuchtte even en dacht even na voordat hij antwoordde. “Het was een zware dag vandaag Brenda. Waarschijnlijk was hij gewoon moe dat hij meteen in slaap gevallen is en niet wakker is geworden.” Het leek een logische verklaring volgens hem. “Kan wel zijn, maar ik wil toch dat je even gaat kijken.” Zei ze rustig, maar met een dwingende ondertoon in haar stem. Hij zuchtte opnieuw maar wist dat hij, hoelang hij het ook uitstelde, uiteindelijk toch naar de baby zou moeten gaan kijken. Dus stond hij op en ging naar Nick’s kamer. Daarna begon hij te schreeuwen.


Het telefoongesprek

“Och god, ik heb echt zoveel medelijden met je Brenda!” bekende de beste vriendin van deze jonge moeder. “En je had hem nog maar een week, is hij al ontvoerd! Ocharme!” Brenda huilde. “J-Ja, d-dat vond i-ik dus ook!” stotterde ze. Bij de gedachte aan het lege bedje van haar babytje begon ze weer te snikken. “E-en we hebben niks gehoord ofzo-o, hij w-was gew-woon verdwenen…” Ze snotterde en steunde op haar hand. Hoe kon het gebeuren dat ze niets gemerkt hadden? De inbreker was gewoon door de gang gewandelde, had de politie gezegd. Hij had simpelweg de deur opengedaan en het kind meegenomen. Hij had niets verplaatst of gestolen, er was dus geen sprake van een dief. Tenzij een kinderdief meetelde. Er waren geen sporen gevonden, ze wisten zelfs niet hoe hij de inbreker binnen was geraakt. “En w-weet je he, i-ik zei nog tegen e-erik dat ‘ie zo stil was, dat ‘ie zo onrustig leek, en nu denk ik dat hij misschien wel wist dat hij ontvoerd ging worden!”
Het bleef even stil, en ze hoorde hoe haar vriendin een vriendelijk antwoord probeerde te formuleren. “Nou, is dat niet een heel klein beetje vergezocht? Ik denk niet dat hij het geweten kon hebben dat iemand hem die nacht zou gaan ontvoeren. Waarschijnlijk was hij gewoon moe.” Een zware stem roept plotseling op de achtergrond, en Brenda kromp ineen van angst. Eva hoorde haar schrikken en antwoordde snel “Dat is Theo. Ik moet Bram ophalen… Tot…” Plotseling drong het tot haar door dat ze beter niet over haar eigen zoon zou praten. Brenda zou immers nooit in staat zijn om haar zoon op te halen van school, aangezien die dood was. Ze zou hem nooit kunnen leren lopen, leren spelen, hem verhaaltjes vertellen. Daar had ze nooit de tijd voor gehad. “Doei” sprak de schorre stem van Brenda, die het telefoongesprek afbrak. Daarna liet ze zich zuchtend op haar bank vallen. Plotseling voelde nog een huilbui opkomen, en ze liet zich gierend gaan.

Het kind dat verscheen

‘Mama?’ Een fluistering. Brenda keek op vanuit haar bed. Ze wilde aan Erik vragen of hij net iets gezegd had, maar herinnerde toen dat Erik weg was. ‘Maaaaa-maaaa?’ sprak de stem opnieuw, en Brenda merkte duidelijk dat ze niet hallucineerde. Een gegiechel weerklonk door haar kamer, en de deur kraakte even, om vervolgens zachtjes open te gaan. Het gegiechel werd luider en de stem fluisterde opnieuw, giechelend nu, naar zijn mama. Brenda had even het absurde idee dat het Nick was, maar dat kon niet, aangezien Nick gestorven was. Droomde ze? Ze meende Nick’s stem te horen, maar dat was nog zo’n belachelijk idee, want Nick kon niet praten. Dat had hij nooit geleerd. En toch wist ze dat, als Nick volgroeid zou zijn geweest, dit zijn stem zou zijn. Zonder twijfel. “Ik ben bang van het donker mama. Help me mama. Ik ben baaaaaang” De stem werd huilerig en op het laatst kon Brenda zelfs een snik horen. Nu wist ze het zeker: Deze snik had ze al eens gehoord, tussen het gehuil van Nick door. Hij was het. Snel berekende ze de hoeveel tijd dat er verstreken was sinds zijn verdwijning. Zeven maanden. Kon hij in die tijd hebben leren praten? Ze wist het niet. Maar het kon wel. “Nick?” fluisterde ze vragend, met de schorre stem die ze gekregen had na Nick’s dood – of verdwijning, zoals zij het altijd genoemd had. “Ja mama, ik ben het!” kirde de stem. “Maar het is donker, ik ben baaang” Hij klonk opnieuw verdrietig en Brenda sprong recht uit haar bed. “Hoe… Hoe kom je nu plotseling terug? Wat is er gebeurd…” Dit vroeg ze allemaal, maar ze wist dat haar eenjarige zoon daar geen antwoord op zou kunnen geven, hij begreep waarschijnlijk de vraag niet. Daar was hij te jong voor. Maar haar moederinstinct stelde hem meteen de vragen. Ze vroeg nog steeds verder, terwijl ze de gang in liep om haar zoon in haar armen te nemen. “Och god, kindje toch… Dankje… Voor het terugbrengen….” Ze fluisterde naar ze wist niet wat, God, het lot, een andere hogere macht misschien… Het deed er allemaal niet toe, zolang ze maar samen was met haar zoontje Nick… Nu zag ze hem zelfs staan. O god, wat was hij mooi geworden. Hij was al wat groter dan vroeger, en stond daar met een grijns naar zijn moeder te staren. Het leek meer op een grijns als die van Pennywise de clown dan van een blij kind, maar dat leek Brenda niet te zien. Het enige dat telde was dat haar zoon leefde, hier was, dat ze hem kon knuffelen. “Brenda?” klonk er beneden.
Ze negeerde hem, ook al had ze de hele avond verlangd naar zijn terugkeer. Straks zou ze hem wel vertellen dat Nick terug was, nadat ze hem eerst geknuffeld had, gekust had, zijn mondje afgevaagd had, nog eens geknuffeld had, hem verteld had wat voor een grote jongen hij was. “Ssst!” fluisterde die, wat een giechel tot gevolg gaf. De kleine jongen wees naar de trappen. “Hij mag het niet weten!” Nu was zijn lach luid en duidelijk, en Brenda hoorde hoe Erik plotseling ophield met lopen, zich waarschijnlijk afvragend wat hij net gehoord had. Jezus, begon hij nu ook al te hallucineren over zijn verloren zoon?
“Kom mee, mama, volg me dan!” Zei hij, en hij giechelde opnieuw. Het leek wel of hij de hele tijd giechelde. Ze volgde hem, en merkte niet hoe zijn grijns plots kwaadaardiger werd. Hij zweefde een klein beetje, een paar centimer boven de grond. Brenda zag dat en bedacht zich hoe schattig dat was. Ze bedacht zich niet hoe onnatuurlijk dat was. Wel hoorde ze Erik de trap op stormen. “Brenda, schat, pas je op Rani ofzo? Ik dacht dat ik een kind ho…” Hij blijft stomverbaasd staan. “Nick?” vraagt hij even v erbijsterd. Maar hij ziet meteen dat dit Nick niet is: Het lijkt wel alsof Nick toen inderdaad gestorven was, maar dat zijn slechte, zijn kwaadaardige ik nog voortleefde. En die bevond zich nu in de gang van zijn huis.

“Brenda.” Fluisterde hij meteen. “Ga weg van he… die jo.. Het. Ga weg van… dat ding.” Ze keek hem fronsend aan. “Weg van m’n kleine Nickie? Nee, zeker niet. Ik denk er niet aan. Wat denk je plotseling? Onze baby is terug en jij wilt alleen maar afstand van hem nemen. Bekijk hem dan toch!” schreeuwt ze opeens. Nick duikt in elkaar, alsof ze hem bang maakt. Hij begint te huilen. “Hij is zes maanden weggeweest, Erik. Zes verdomde maanden! Ik weet niet waarom hij weg was, of hoe, maar dat geeft toch helemaal niet! Hij is terug, en dat is alles wat telt!” Nick huilt nu luid, de tranen stromen over zijn wangen. Brenda ziet niet hoe de tranen de vloer verbranden, daar is ze te verward voor. Meteen wilt ze zijn tranen dippen met haar handen. Dan schreeuwt ze het uit. “AAaaaagh!” roept ze. Haar handen zijn bijna helemaal verbrand door het zuur van zijn tranen. Nu is zijn verdrietig gezicht volkomen verdwenen, en staat zijn kwaadaardige grijns weer op zijn gezicht. Hij lacht haar uit, ziet Brenda. “Hihi” giechelt haar zoontje. Hij spuugt in haar gezicht, en ze voelt zich duizelig worden. Haar man schreeuwt “Nee!” maar het is al te laat. Het zuur brandt door haar hoofd heen, recht in haar hersens… Ze voelt een scherpe pijn… Daarnaa… Niets…
Plaats reactie

Terug naar “The One Shot Club”