
Eerst Harry bij de beek,
de dood van moeder,
teer en week.
Achter het hek gelaten,
daarom door broer
verlaten.
Gedumpt in het bos,
alleen, zwak,
de doden los.
Hier opgesloten,
met de zusters,
die levens verkloten.
Vertel verhalen,
dicht bij jou,
toch wel balen.
Eerst was jij Gabriëlla,
door de zusters, nu,
de Snelle.
Verkeerd verbonden,
met zijn broer,
levens geschonden.
Door hen vernield,
vluchten moet,
buiten geknield.
Het spoor volgen,
langs de vingers,
moet walgen.
Een verwoeste stad,
weer vluchten,
zonder schat.
Dromen dichtbij,
verlaat de rest,
ik en jij.
Blauw en nat,
is dat de zee?
een nieuwe schat.
de dood van moeder,
teer en week.
Achter het hek gelaten,
daarom door broer
verlaten.
Gedumpt in het bos,
alleen, zwak,
de doden los.
Hier opgesloten,
met de zusters,
die levens verkloten.
Vertel verhalen,
dicht bij jou,
toch wel balen.
Eerst was jij Gabriëlla,
door de zusters, nu,
de Snelle.
Verkeerd verbonden,
met zijn broer,
levens geschonden.
Door hen vernield,
vluchten moet,
buiten geknield.
Het spoor volgen,
langs de vingers,
moet walgen.
Een verwoeste stad,
weer vluchten,
zonder schat.
Dromen dichtbij,
verlaat de rest,
ik en jij.
Blauw en nat,
is dat de zee?
een nieuwe schat.