Der magicus ontwaakt(vernieuwde versie)

Stap naar binnen en beland in werelden waar alles kan. Het zal je fantasie prikkelen.
Plaats reactie
Elfenring
Balpen
Balpen
Berichten: 139
Lid geworden op: 22 mar 2011 13:35
Locatie: Hilversum

Hoofdstuk I
7 augustus 2075 21ste eeuw, in de toren van Berlad, het magische land.




Ergens in een land waar het kwaad nog niet reikte, tussen omringende bergen, stond een toren. Deze toren was wit glanzend met aan de bovenkant vier omhoogstekende punten, het had geruite ramen en achter de toren stond een uitbouw met binnenplaats. In de uitbouw woonden de leerlingen van dit gebouw, die hoopten later net zo machtig te worden als hun leermeester.

De toren leek uit één steen gehouwen en was door de elfen gemaakt, waardoor het ook vele versiersels had aan de buitenkant, met vele nissen en sierbogen die zorgden voor een spel tussen schaduw en licht. De uitbouw was van hetzelfde materiaal, maar die was opgebouwd uit blokken. De vloeren in het gebouw waren van wit marmer en aan de muren hingen vele wandtapijten met spectaculaire taferelen van oude helden en goden in gevecht. Ook stonden er vele oude harnassen van grote krijgers die lang geleden hadden gevochten om hun rijk te beschermen. Verder hingen er vele schilderijen, gemaakt door allerlei volkeren, waarvan zelfs een paar door de alfen. De werken van de alfen werden meestal vol walging en minachting bekeken. Dat kwam omdat de alfen duistere elfen zijn, die naar een andere godheid zijn overgelopen. Als geschenk heeft deze godheid hun uiterlijk vertoon veranderd.

De toren had een sfeer van reinheid en schoonheid en was zo gebouwd dat het licht er zijn weg door naar binnen vond. De gangen zagen er daardoor vrolijk en rustig uit. Ze waren altijd licht overgoten en men kon stof in het oude gebouw zien dwarrelen.

In deze toren, helemaal bovenin, leunde een oude man met een lange, witte baard en geheel in het wit gekleed op een staf. De staf was van wit eikenhout, een boom die zeer zeldzaam was en ontzettend sterk. De pij was bewerkt met goud- en zilverdraad. Echter door het vele dragen was dit gedeeltelijk weggesleten, waardoor de voorstellingen op deze pij alleen nog maar te raden waren. De man had blauwe ogen die je deden denken aan een storm, want in die ogen was te lezen wat deze man allemaal had meegemaakt. In zijn lange, witte haar en baard bevonden zich enkele plukken grijs haar, wat je niet zou verwachten wanneer je zijn leeftijd wist. Ook had hij erg borstelige wenkbrauwen die in tegenstelling tot de rest van zijn hoofdhaar geen grijs bevatten.

Hij leek erg afwezig, alsof hij er niet bij was met zijn gedachten. Deze man heette Berlad en hij was de wijste magicus van het land. Berlad had vele leerlingen die hij onderwees in de kunsten van de magie. Op het moment waren er zo’n vijftig leerlingen in zijn gebouw ondergebracht. Berlad had in tegenstelling tot zijn zes broers een zoon. Zijn zoon heette Curion. De jongen had hij geadopteerd omdat zijn ouders op brute wijze vermoord waren.
Vandaag was een hele belangrijke dag. Vandaag zou Berlad eindelijk het resultaat van vele eeuwen werk te zien krijgen, maar liefst 2075 jaar had hij aan dit magische ritueel gewerkt.
I am the stories that I write, it is my soul and my destiny and whithout it I wouldn't know who I am.
Sandraa2
Balpen
Balpen
Berichten: 232
Lid geworden op: 18 nov 2012 13:48
Contacteer:

Het is een heel leuk begin, ik zou de zinnen alleen wat korter maken of samenvoegen met de zin erna, zoals bijvoorbeeld:
Deze toren was wit glanzend met aan de bovenkant vier omhoogstekende punten, het had geruite ramen en achter de toren stond een uitbouw met binnenplaats.
Ik zou hiervan maken:

Deze toren wat glanzend wit, met bovenop 4 omhoog stekende punten. De ramen van deze toren waren geruit, achter de toren stond een uitbouw met binnenplaats.


Ook nog even een foutje :D
Deze man heette Berlad en hij was de wijste magicus van het land
Deze man heette Berlad en hij was de meest wijze magicus van het land

Ik ben benieuwd wat hierna gaat komen!
For sale: Babyshoes, never worn
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Hey Elfenring, dat is lang geleden :).
Nou ben ik toch maar eens in jou verhaal begonnen ;)
Ergens in een land waar het kwaad nog niet reikte, tussen omringende bergen, stond een toren.

Ik weet niet of het je bedoeling is om een soort sprookje op te zetten, maar door met zo’n zin te beginnen, breng je mij als lezer meteen in zon sfeer alsof ik een sprookje ga lezen.
Deze toren was wit glanzend met aan de bovenkant vier omhoogstekende punten, het had geruite ramen en achter de toren stond een uitbouw met binnenplaats. In de uitbouw woonden de leerlingen van dit gebouw, die hoopten later net zo machtig te worden als hun leermeester.

De toren leek uit één steen gehouwen en was door de elfen gemaakt, waardoor het ook vele versiersels had aan de buitenkant, met vele nissen en sierbogen die zorgden voor een spel tussen schaduw en licht. De uitbouw was van hetzelfde materiaal, maar die was opgebouwd uit blokken. De vloeren in het gebouw waren van wit marmer en aan de muren hingen vele wandtapijten met spectaculaire taferelen van oude helden en goden in gevecht. Ook stonden er vele oude harnassen van grote krijgers die lang geleden hadden gevochten om hun rijk te beschermen. Verder hingen er vele schilderijen, gemaakt door allerlei volkeren, waarvan zelfs een paar door de alfen. De werken van de alfen werden meestal vol walging en minachting bekeken. Dat kwam omdat de alfen duistere elfen zijn, die naar een andere godheid zijn overgelopen. Als geschenk heeft deze godheid hun uiterlijk vertoon veranderd.


Dit hele stuk heb ik doorgespoeld gelezen. Beschrijvingen kunnen mooi zijn in een verhaal, maar ze zijn al snel saai. Het is een vrij objectieve beschrijving van een toren die niet veel beeldends bied.
Als lezer is het leuker als je een beschrijving van iets in de context leest, dus als je er meer bij kunt lezen dan alleen hoe iets eruit ziet. Of een tweede optie is om het heel beeldend te vertellen, dus creatief zijn in je woordgebruik.


In deze toren, helemaal bovenin, leunde een oude man met een lange, witte baard en geheel in het wit gekleed op een staf. De staf was van wit eikenhout, een boom die zeer zeldzaam was en ontzettend sterk. De pij was bewerkt met goud- en zilverdraad. Echter door het vele dragen was dit gedeeltelijk weggesleten, waardoor de voorstellingen op deze pij alleen nog maar te raden waren.
De man had blauwe ogen die je deden denken aan een storm, want in die ogen was te lezen wat deze man allemaal had meegemaakt.

Woorden als want, daardoor enz. die een oorzaak of een gevolg aangeven, vind ik altijd een beetje valkuilen in teksten. Ik vind ze zelf niet lekker weglezen en raad ook iedereen aan deze zo min mogelijk te gebruiken.
In zijn lange, witte haar en baard bevonden zich enkele plukken grijs haar, wat je niet zou verwachten wanneer je zijn leeftijd wist. Ook had hij erg borstelige wenkbrauwen die in tegenstelling tot de rest van zijn hoofdhaar geen grijs bevatten.

Hier spring je ineens weer terug naar je eerste beschrijving van de man, probeer alles bij elkaar te houden, dat houdt het overzichtelijker. Ook heb ik het idee dat je iets te veel beschrijving aan een lezer wilt geven waardoor je informatie dumpen krijgt. Informatie dumpen worden vrijwel altijd door een lezer overgeslagen. Als je beschrijvingen meer over een tekst verdeeld zullen ze beter binnenkomen.
Hij leek erg afwezig, alsof hij er niet bij was met zijn gedachten. Deze man heette Berlad en hij was de wijste magicus van het land. Berlad had vele leerlingen die hij onderwees in de kunsten van de magie. Op het moment waren er zo’n vijftig leerlingen in zijn gebouw ondergebracht. Berlad had in tegenstelling tot zijn zes broers een zoon. Zijn zoon heette Curion. De jongen had hij geadopteerd omdat zijn ouders op brute wijze vermoord waren.
Vandaag was een hele belangrijke dag. Vandaag zou Berlad eindelijk het resultaat van vele eeuwen werk te zien krijgen, maar liefst 2075 jaar had hij aan dit magische ritueel gewerkt.


Ik vraag me een beetje af wat de informatie in dit stukje van belang op dit moment had :o. Ik was liever wat meer in spanning geraakt door het magische ritueel dat blijkbaar te gebeuren staat.

Ik denk dat je je verhaal heel wat spannender kan opzetten door je meer te concentreren op de verhaallijn, wat er in het verhaal gebeurd dan de omschrijvingen van alles. Omschrijvingen komen vanzelf tussen door. Het plot en de karakters is waar het daadwerkelijk om gaat.
Ik ben wel nieuwsgierig of dit in andere volgende stukjes ( omdat daar voor mij het verhaal pas echt start ) wel gebeurd.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Een nieuwe versie, ik hoop dat je deze keer bij het einde komt ^_^
Ik lees in elk geval mee :)
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Elfenring
Balpen
Balpen
Berichten: 139
Lid geworden op: 22 mar 2011 13:35
Locatie: Hilversum

Bedankt allemaal voor de reacties. Ik weet dat ik vaak veel beschrijf, ik vrees dat dat mijn stijl is, maar er zijn ook zeker spannende stukken en de proloog van het boek moet nog geschreven worden.


De kleine kamer had hij speciaal uitgekozen, voornamelijk omdat de ruimte helemaal leeg was. De kamer was van wit marmer, alleen in de vloer zaten enkele zwarte marmeren tegeltjes. Ze vormden het patroon van een kasteel, met diagonaal daaroverheen een zwaard. Het familiewapen van Berlad Damaragh.
Het late zonlicht viel door de twee grote, gotische, geruite ramen naar binnen, waardoor de vloer mat glansde.

In het midden van de kamer stond een zeshoekig bassin wat meer weg had van een klein altaar dat volledig uit wit kristal vervaardigd was. Op de zijkanten stonden allemaal uitgebeitelde magische runen die Berlad met uiterste precisie had aangebracht. Er hoefde maar één rune slecht gevormd te zijn en de hele spreuk zou in duigen vallen of mogelijk erger, veel verkeerd gevormde spreuken konden leiden tot catastrofes.

Voor dit ritueel was echter nog veel meer nodig. Het water moest zuiver bronwater zijn dat van zeven watervallen naar beneden was gevallen. Verder moest het ritueel bij volle maan worden uitgevoerd en waren er bepaalde kruiden nodig voor in het water. Sommige van die kruiden waren allang uitgestorven. Berlads broers hadden zich dan ook rot gezocht naar alle ingrediënten. De uitgestorven kruiden hadden ze in gedroogde vorm uiteindelijk toch nog weten te bemachtigen.

Het meeste werk waren toch de spreuken geweest die in het kristal uitgebeiteld waren. Elke spreuk had hem minstens een jaar gekost. Een spreuk bestond uit vijf runen, wat weer stond voor de vijf elementen water, vuur, aarde, lucht en metaal. Elk element had vele duizenden runen. De mogelijke combinaties van runen waren dan ook oneindig, vooral als je bedacht dat het maken van nieuwe runen ook mogelijk was. Verder had het Berlad veel tijd gekost alle formules aan elkaar te koppelen.
Er werd zachtjes op de deur geklopt. ‘Kom binnen’, zei Berlad dralend.

De deur ging open en zes mannen van Berlads leeftijd liepen naar binnen. Allen droegen ze dezelfde klederdracht, een pij. De kleuren, patronen en opsmuk verschilde echter enorm. Allemaal hadden ze een witte baard met enkele grijze strengen.
Ze overhandigden Berlad enkele flesjes en potjes. Berlad liep naar het bassin toe en boog zich eroverheen, vervolgens pakte hij de potjes en keek hij in het spiegelende water. In een bepaalde volgorde leegde hij de potjes en flesjes in het bassin. Vreemde vloeistoffen, verschrompelde ledematen van kleine dieren en allerlei kruiden verdwenen in het bassin.

Toen Berlad daarmee klaar was nam hij zijn plek in de kring in. Berlad begon met het opdreunen van alle spreuken die hij in de afgelopen eeuwen gemaakt had. Zijn broers herhaalden de spreuk. De eerste spreuk was een banspreuk geweest, waarmee hij deze kamer gedurende het ritueel hermetisch had afgesloten. Spreuk na spreuk lichtten de runen in het kristallen bassin op. Ze gloeiden intens en al snel was de gehele kamer in violet licht gehuld. Daar kwam de laatste spreuk en een inferno aan violet licht vulde de ruimte. Nog een laatste maal wierp het licht een violette gloed over de gezichten van de magiërs, waarna het plotseling uitdoofde. Berlad liep samen met zijn broers naar het bassin en keek in het water dat zachtjes heen en weer kolkte. Het was gelukt!

Daarna stelde Berlad een vraag gericht aan het kolkende water. Deze ellenlange reeks aan spreuken en materiaal had tot doel het stellen van één vraag. Een vraag die zonder twijfel een antwoord zou krijgen.
Onmiddellijk werd het water zo glad als een spiegel. Vage vormen waren te onderscheiden en langzaam werd het beeld duidelijker, tot er iets concreets te zien was.
I am the stories that I write, it is my soul and my destiny and whithout it I wouldn't know who I am.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ik ben benieuwd wat zijn vraag is :)

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Elfenring
Balpen
Balpen
Berichten: 139
Lid geworden op: 22 mar 2011 13:35
Locatie: Hilversum

Sorry voor het lang niets plaatsen, ik was zo druk de laatste tijd. Hier het vervolg, veel plezier ;)


In het water was een gespierde jongen te zien. Zijn ogen waren zo helderblauw als de zee en zijn goudblonde haren reikten tot net over zijn oren. Toen hij lachte verschenen er kuiltjes in zijn wangen en toonde hij zijn witte stralende gebit.
Na enkele seconden begon het water te borrelen en verdween daarna geheel.
Berlad was met stomheid geslagen toen hij zijn zoon herkende in de jongen. Hij was de enige die het opmarcherende kwaad een halt toe kon roepen. Curion was de uitverkorene! Al die tijd had de uitverkorene vlak onder zijn neus geleefd, zonder dat Berlad ooit iets door had gehad.
Curion was de uitverkorene! Al die tijd leefde hij vlak onder zijn neus zonder dat hij het wist. Zijn zoon was de enige die het opmarcherende kwaad een halt toe kon roepen.

Melancholiek keek Berlad naar het kristallen bassin. Vele eeuwen had hij hierin gestoken en dat voor het stellen van slechts één vraag. Maar hij en zijn broers hadden genoten van het uitoefenen van zo’n krachtige spreuk. Berlad moest toegeven dat dit de krachtigste spreuk was die hij ooit gebruikt had. Hij had nog nooit zoveel kracht door zijn aderen voelen stromen.
‘Wie had het ooit gedacht dat die zoon van jou de uitverkorene zou wezen’, zei Bolad hoofdschuddend.
‘Waarom heb je hem nooit les gegeven?’ vroeg Kalad berispend.

‘Omdat ik van mening was dat hij daar nog niet aan toe was. Magie is een grote verantwoordelijkheid en zoals jullie weten geef ik alleen les aan mensen die ouder zijn dan zestien jaar. Pas in november bereikt Curion die leeftijd en tegen die tijd zou ik hem zijn eerste lessen gaan geven’, zei Berlad defensief.
Hierop reageerde Gelad die ook wel ‘de nieuwsgierige’ werd genoemd: ‘Waar heb je deze jongen vandaan als ik vragen mag?’
Berlad was verrast door de vraag, maar hij herinnerde zich het nog als de dag van gisteren.

Berlad

Ik stond bovenop een berg. Vlak voor mij prijkte de afgrond. Mijn geweten fluisterde naar mij. ‘Spring,’ hoorde ik hem zeggen. ‘Spring!’ Vandaag zou ik sterven. Hier en nu. De beslissing had ik eeuwen geleden al gemaakt. Ik zou naar beneden vallen en zo gespietst worden aan de vlijmscherpe rotsen. Niemand zou mij lijk hier ooit kunnen vinden. Precies op het moment dat ik wilde springen, klonk een stem.

‘Welke weg jij ook denkt te bewandelen, het is niet deze. Het pad dat voor jou uitgekozen is, leidt jou naar het plaatsje Sereen. Daar zal jij een zuigeling moeten redden uit de handen van de dienaren van Démon. Neem dit zwaard, maar gebruik het alleen voor de Nared. Ik ben Samona, godin van het evenwicht en jij zult de balans van goed en kwaad moeten herstellen. Ga, nu’, zei de stem bevelend.
Toen ik mij omdraaide, weg van het ravijn, zag ik een vreemd zwaard op de grond voor mij liggen. Niets meer dan een gevest, met daaraan een met zilverdraad omvlochten zwart stuk steen.
Met het zwaard aan mijn zijde, verplaatste ik mijzelf op magische wijze. Vele kilometers legde ik af in een paar luttele seconden.

Ik kwam terecht in een heus inferno. Alle huizen van de plaats Sereen stonden in lichterlaaie. Overal kwam ik geschonden lijken tegen van de bewoners. Verminkte ledematen, afgerukte ledematen en zelfs aangevreten ledematen. Overal lag bloed, pus en gal. De stank van de dood en brand vulde mijn neusgaten. Ik proefde de vele ranzige smaken van dood en as. Toen ik de rand van de vuurzee betrad zag ik de misdadigers. Een klein groepje van vijftig orcs en één Nared maakte zich klaar voor de terugtocht. In de armen van één van de orcs lag een huilende baby.

Ik moest omzichtig te werk gaan. De Nared sprak in de taal der orcs. Ik kon verstaan wat hij zei; het kind moest levend en ongeschonden bij Démon worden afgeleverd. Bij die naam kookte mijn bloed van de woede die door mijn aderen gierde. Démon was eens mijn beste vriend geweest, tot hij zich bij het kwaad aansloot.

Ik stormde op de orcs af, magie schoot uit mijn vingers als gekleurde flitsen. De symbolen had ik al eerder getekend, zodat ik nu alleen de formules nog maar hoefde uit te spreken. Vele rijen met runen gloeide om mij heen. Het waren allemaal spreuken in uiterste paraatheid. De orcs versteenden, verbranden, bevroren of vielen tot stof uiteen. Uiteindelijk was alleen de orc met het kind nog in leven en de Nared, die meteen op mij af dook. Ik greep naar het zwaard en haalde verwoed naar hem uit. Steeds waren mijn slagen mis of ontmoetten ze de tegenstand van het zwaard van de Nared.
I am the stories that I write, it is my soul and my destiny and whithout it I wouldn't know who I am.
Elfenring
Balpen
Balpen
Berichten: 139
Lid geworden op: 22 mar 2011 13:35
Locatie: Hilversum

Na een ellenlange slagenreeks stak ik door zijn verdediging heen. Het zwaard boorde zich in het bovenbeen van de vijand. Geen dodelijke slag, maar wel een treffer. Mijn zwaard werd plotseling de wond ingezogen, alsof het zwaard een breiwerk was geweest waarvan de draad nu in de wond verdween. Vol ongeloof keek ik met lege handen naar de Nared.

De Nared begon onmenselijk te krijsen, mijn nekharen gingen er overeind van staan. Hij kronkelde van de pijn. Zijn zwarte kap viel af en ik zag hoe witte magie onder zijn huid kolkte. Zijn rood gloeiende ogen keken mij vol haat aan, daarna zakte hij neer. Ik liep op de orc af die daar als versteend stond. Ik greep het kind uit zijn armen en vervolgens tekende ik vijf runen in de lucht. De orc greep naar zijn wapen toen hij zag dat ik magie ging gebruiken, maar hij was te laat. Ik sprak de spreuk uit en voltooide hem.
De orc pakte zijn bezittingen bij elkaar en liep ongestoord langs mij heen richting Tzurak-Desh. Daar zou hij aan zijn meester vertellen hoe hij nog maar net ontkomen was aan Berlad en hoe hij het kind vermoord had. Ik doofde daarna het vuur en zorgde voor een massagraf voor alle bewoners. Alle lijken gooide ik in een diepe kuil. Geen van de lijken hoefde ik aan te raken en dat was maar goed ook, want anders was ik zeker over mijn nek gegaan. Mijn magie had mij weer eens voor een smerig taakje behoud.
Met het kind in mijn armen, verliet ik het troosteloze, afgebrande, plaatsje Sereen.



Berlad vertelde een verkorte versie van zijn herinnering, waar hij de delen van de lijken oversloeg. Niemand hoefde te weten dat de lijken door orcs waren aangevreten.
‘Zo kom ik dus aan deze jongen. De uitverkorene, die volgens Démons weten niet meer onder de levenden verkeerd. Ik hoop alleen maar dat we niet te laat zijn met onze ontdekking. Curion heeft nog veel te leren in zeer weinig tijd, mogelijk is het nu al te laat. Ik stel voor dat wij ons allen gaan voorbereiden op een mogelijke magische confrontatie. Démon heeft de afgelopen jaren niet stil gezeten.

Wie weet wanneer zijn legers uitlopen voor de laatste aanval op onze verdediging’, zei Berlad verontrust.
Daarna nam Berlad afscheid van zijn broers. Hij drukte hen op het hart dat Curion zeer binnenkort voor hun deur kon staan om al het mogelijke te leren over magie. Daar zouden zijn broers al hun andere bezigheden voor moeten staken.

Zijn broers verlieten de ruimte en verbraken zo de laatste bezwering. De bezwering die de ruimte volledig had afgesloten van geluid. Alle geluiden van vogels, leerlingen en de wind keerde terug.
Berlad zag hoe voor zijn ogen het kristallen bassin begon te barsten. Uiteindelijk versplinterde het en viel het volledig uit elkaar in miljoenen stukjes. Zijn harde werk was veranderd in een hoopje kristalsplinters. De laatste spreuk had het kristal in stand gehouden, maar met het verdwijnen daarvan verdween de magie uit het kristal, waardoor het uiteen viel.
Berlad verliet de ruimte en ging naar een klein kamertje, met slechts één stoel en een altaar. Op dat altaar lag één kijksteen, een blauwzwarte, doorzichtige, ronde steen.
I am the stories that I write, it is my soul and my destiny and whithout it I wouldn't know who I am.
Plaats reactie

Terug naar “De Poort naar een Andere Wereld”