Paul knippert met zijn ogen. Dan stapt hij in zijn kano. Moet hij dit wel doen? Deze tocht over die gevaarlijke rivier? Die ogen onder een van de struiken bevallen hem maar niets. Maar hij heeft het beloofd, dus hij doet het ook. Hij slikt nog even en kijkt rond. Het avondrood maakt hem rustig, maar toch ook weer bang. In het donker is hij namelijk makkelijker prooi. Hij voelt zich steeds angstiger worden. Toch pakt hij zijn roeispanen, ademt een keer diep in en gaat op weg. Dit zal een lange reis gaan worden. Zijn eten en drinken heeft hij in zijn rugzak gestopt. Dan kan geen wezen het zomaar afpakken.
Zijn bedoeling is om uit te komen bij Leonora, zijn moeder die hij al maanden niet meer heeft gezien. Die woont sinds een korte tijd helemaal afgezonderd in dit prachtige natuurgebied. Paul heeft haar al weken gezocht in deze streek, dit zou het laatste stuk land zijn waar hij nog heen moet.
Stevig houdt Paul zijn roeispanen vast, hij kan nu niet meer terug. Goed let hij op de lichtinval op het water. Het lijkt wel glitter, zo prachtig. En in combinatie met de oranje rode kleuren van de lucht lijkt het een groot schouwspel, heerlijk. Wie wil dit nou niet, vrij, ongestoord, in je kano, roeien in de natuur met deze verschijningen. De vogels genieten er ook van, in groepen vliegen ze voorzichtig door de lucht om zich vervolgens samen terug te trekken.
Dan zwemt er een groepje zwanen voorbij. Paul krijgt hierdoor even een brok in zijn keel. Een verkeerde beweging en ze weten je te vinden. En als ze je dan eenmaal in de smiezen hebben kom je er niet gemakkelijk vanaf. Dus hij peddelt zeer voorzichtig langs de zwanen heen. Het lijkt te lukken. Tot nu toe heeft hij al met succes 5 zwanen voorbij geroeid.
tochtje over de rivier
-
- Balpen
- Berichten: 144
- Lid geworden op: 18 jun 2012 21:31
Het is leuk geschreven, maar één dingentje is me niet helemaal duidelijk.. Is het nu echt donker of schemert het? Want zover ik weet trekken de vogelsoorten, ook zwanen, zich terug wanneer het donker is.
wel heel leuk gedaan.....
wel heel leuk gedaan.....
Even Miracles take A Little Time
Hoi, bedankt voor je reactie!
Nou het idee is meer dat hij nog een lange reis voor de boeg heeft en nu het schemert begint hij pas. Dus als het donker is, is hij ook nog op reis. Daar bedoelde ik dus mee dat hij in het donker een makkelijkere prooi is.
Maar het ziet er ongeveer zo uit als op deze foto:

(als hij het doet he, haha!)
Groetjes Blieje
En dat met die vogels heb ik aangepast!
Nou het idee is meer dat hij nog een lange reis voor de boeg heeft en nu het schemert begint hij pas. Dus als het donker is, is hij ook nog op reis. Daar bedoelde ik dus mee dat hij in het donker een makkelijkere prooi is.
Maar het ziet er ongeveer zo uit als op deze foto:

(als hij het doet he, haha!)
Groetjes Blieje

En dat met die vogels heb ik aangepast!

Het laatste contact is altijd het zwaarste.
Nog drie te gaan. Hij haalt even diep adem en probeert nog steeds, zo voorzichtig als hij is, langs deze drie vogels heen te roeien. Gelukkig is Paul nog jong, dus heeft hij nog vrij veel kracht in zijn armen.
Wanneer hij twee zwanen voorbij heeft geroeid kijkt hij vreemd op. Er waren er daarnet toch nog drie? Waar is die derde dan naartoe? Al zoekend naar de derde zwaan peddelt Paul zo voorzichtig mogelijk door. Nog steeds vindt hij het dier niet. Na drie minuten zoeken geeft Paul het op en roeit verder, die zwaan zal wel weggevlogen zijn toen hij even niet keek.
Een tijdje later voelt Paul zijn maag knorren en pakt een broodje uit zijn tas. Lekker, een broodje met kaas, sla en tomaten. Dat kan hij nu wel gebruiken tijdens deze tocht. Paul kijkt tevreden naar zijn broodje en wil een hap nemen, maar dan ziet hij opeens iets op hem af komen. Hij schrikt zich wezenloos en stopt vlug het broodje terug in zijn tas terwijl hij naar het wezen blijft kijken. Het blijkt de derde zwaan te zijn, die had het op Pauls broodje voorzien. Paul vloekt en probeert in al zijn angst zijn tas te verstoppen voor de zwaan. Met bevende armen duwt hij het tasje zo ver mogelijk onderin de kano. Maar helaas geeft de hongerige zwaan niet zomaar op. Het dier rekt zijn meterslange hals zo ver het kan richting Paul en opent zijn snavel. Paul, die een zwaan nog nooit zo van dichtbij heeft gezien, kruipt in elkaar, hopende dat hij niet de prooi zal zijn van deze hongerige vogel. In elkaar gedoken kijkt Paul hoe de zwaan de tas probeert te pakken en tot grote ergernis van Paul lukt het het dier ook nog.
"Nee!!!!" roept Paul in paniek. "Mijn spullen!"
Meteen gaat hij recht overeind zitten en voelt zich machteloos als hij ziet dat de zwaan zijn tas in zijn bek heeft. Uit onzekerheid pakt hij een van de roeispanen en slaat de zwaan er hard mee op zijn kop. De zwaan zakt in elkaar en de tas valt in de kano. Paul, die nog steeds beeft van de schrik pakt vlug zijn tas en zijn roeispanen en roeit zo snel mogelijk door.
Het lijkt goed te gaan, totdat hij opeens vanuit de verte een onheilspellend geluid hoort.
Wanneer hij twee zwanen voorbij heeft geroeid kijkt hij vreemd op. Er waren er daarnet toch nog drie? Waar is die derde dan naartoe? Al zoekend naar de derde zwaan peddelt Paul zo voorzichtig mogelijk door. Nog steeds vindt hij het dier niet. Na drie minuten zoeken geeft Paul het op en roeit verder, die zwaan zal wel weggevlogen zijn toen hij even niet keek.
Een tijdje later voelt Paul zijn maag knorren en pakt een broodje uit zijn tas. Lekker, een broodje met kaas, sla en tomaten. Dat kan hij nu wel gebruiken tijdens deze tocht. Paul kijkt tevreden naar zijn broodje en wil een hap nemen, maar dan ziet hij opeens iets op hem af komen. Hij schrikt zich wezenloos en stopt vlug het broodje terug in zijn tas terwijl hij naar het wezen blijft kijken. Het blijkt de derde zwaan te zijn, die had het op Pauls broodje voorzien. Paul vloekt en probeert in al zijn angst zijn tas te verstoppen voor de zwaan. Met bevende armen duwt hij het tasje zo ver mogelijk onderin de kano. Maar helaas geeft de hongerige zwaan niet zomaar op. Het dier rekt zijn meterslange hals zo ver het kan richting Paul en opent zijn snavel. Paul, die een zwaan nog nooit zo van dichtbij heeft gezien, kruipt in elkaar, hopende dat hij niet de prooi zal zijn van deze hongerige vogel. In elkaar gedoken kijkt Paul hoe de zwaan de tas probeert te pakken en tot grote ergernis van Paul lukt het het dier ook nog.
"Nee!!!!" roept Paul in paniek. "Mijn spullen!"
Meteen gaat hij recht overeind zitten en voelt zich machteloos als hij ziet dat de zwaan zijn tas in zijn bek heeft. Uit onzekerheid pakt hij een van de roeispanen en slaat de zwaan er hard mee op zijn kop. De zwaan zakt in elkaar en de tas valt in de kano. Paul, die nog steeds beeft van de schrik pakt vlug zijn tas en zijn roeispanen en roeit zo snel mogelijk door.
Het lijkt goed te gaan, totdat hij opeens vanuit de verte een onheilspellend geluid hoort.
Laatst gewijzigd door Blieje op 25 apr 2013 18:35, 1 keer totaal gewijzigd.
Het laatste contact is altijd het zwaarste.
Het zegt hem al genoeg. De overige zwanen hebben de klap blijkbaar meegekregen en komen nu wraak nemen op Paul. Paul krijgt een brok in zijn keel en hij kan maar met moeite zijn roeispanen vasthouden. Toch moet hij doorgaan en vooral niet naar de zwanen kijken. Hopend dat deze dieren hem niet bijhouden roeit Paul door, op zoek naar een donkerder gedeelte van de rivier om zich daar even te kunnen verstoppen. Met moeite maakt hij een bocht naar rechts om zich daar voorzichtig tussen het riet schuil te houden. Hij beseft zich nu heel goed wat de dieren in de vrije natuur dagelijks moeten doormaken, het is zeker geen pretje.
Terwijl hij zo stil mogelijk in zijn kano blijft zitten denkt hij aan zijn moeder. Aan het knusse huisje in de natuur. Hij verlangt naar die heerlijke karbonades die zijn moeder altijd voor hem klaarmaakte. Toen Pauls ouders gescheiden waren is zijn moeder naar dit natuurgebied verhuisd. En geen verkeerde keus, alleen is het helaas niet gemakkelijk te vinden en moeten er soms gevaarlijke paden genomen worden om daar te komen. Het liefst zou hij bij zijn moeder intrekken, wat hem tegenhoudt weet hij zelf ook niet. Is het zijn onzekerheid om de stad te verlaten? Is het zijn angst voor vrijheid, eenzaamheid of opsluiting? Zelf heeft hij er regelmatig over nagedacht, maar de achterliggende gedachte heeft hij tot nu toe zelf niet kunnen achterhalen.
Inmiddels zijn er twintig minuten om en duwt Paul voorzichtig wat stukken riet weg om te kijken of de zwanen nog bij hem in de buurt zitten. Hij ziet er echter geen meer. Toch weet hij nog niet of hij verder wil gaan, of dat hij toch nog even wil wachten. Dan knipt hij in zijn vingers want hij realiseert zich dat hij nog een broodje in zijn tas heeft. Zo stil mogelijk haalt hij de tas van zijn rug, ritst deze open, pakt het broodje eruit en neemt er een hap van. Na iedere hap kijkt hij rond of er een zwaan in de buurt is.
Terwijl hij zo stil mogelijk in zijn kano blijft zitten denkt hij aan zijn moeder. Aan het knusse huisje in de natuur. Hij verlangt naar die heerlijke karbonades die zijn moeder altijd voor hem klaarmaakte. Toen Pauls ouders gescheiden waren is zijn moeder naar dit natuurgebied verhuisd. En geen verkeerde keus, alleen is het helaas niet gemakkelijk te vinden en moeten er soms gevaarlijke paden genomen worden om daar te komen. Het liefst zou hij bij zijn moeder intrekken, wat hem tegenhoudt weet hij zelf ook niet. Is het zijn onzekerheid om de stad te verlaten? Is het zijn angst voor vrijheid, eenzaamheid of opsluiting? Zelf heeft hij er regelmatig over nagedacht, maar de achterliggende gedachte heeft hij tot nu toe zelf niet kunnen achterhalen.
Inmiddels zijn er twintig minuten om en duwt Paul voorzichtig wat stukken riet weg om te kijken of de zwanen nog bij hem in de buurt zitten. Hij ziet er echter geen meer. Toch weet hij nog niet of hij verder wil gaan, of dat hij toch nog even wil wachten. Dan knipt hij in zijn vingers want hij realiseert zich dat hij nog een broodje in zijn tas heeft. Zo stil mogelijk haalt hij de tas van zijn rug, ritst deze open, pakt het broodje eruit en neemt er een hap van. Na iedere hap kijkt hij rond of er een zwaan in de buurt is.
Laatst gewijzigd door Blieje op 25 apr 2013 18:36, 2 keer totaal gewijzigd.
Het laatste contact is altijd het zwaarste.
-
- Balpen
- Berichten: 144
- Lid geworden op: 18 jun 2012 21:31
Hahaha, ik weet dat zwanen geen lieverdjes zijn. Mijn broer heeft een keer zijn onderarm gebroken, toen hij zich bedacht dat zo'n zwanenkuikentje mischien wel heel leuk was als huisdier. Papa & mama zwaan waren niet zo blij met de spontane adoptie en dat hebben ze hem heel duidelijk gemaakt.
Toch heb ik ze nooit als zo bedreigend gezien al moet ik zeggen dat ik liever wel een beetje afstand houdt wanneer ik langs ze heen moet fietsen. Één klein puntje, zwanen leven in koppels. Meestal zijn het er twee, in elkaar geval nooit drie aangezien het monogame dieren zijn. Dat is eigenlijk het enigste wat ik voor nu te zeggen heb.
Wel heel leuk, ben benieuwd of het nog verder gaat...
Toch heb ik ze nooit als zo bedreigend gezien al moet ik zeggen dat ik liever wel een beetje afstand houdt wanneer ik langs ze heen moet fietsen. Één klein puntje, zwanen leven in koppels. Meestal zijn het er twee, in elkaar geval nooit drie aangezien het monogame dieren zijn. Dat is eigenlijk het enigste wat ik voor nu te zeggen heb.
Wel heel leuk, ben benieuwd of het nog verder gaat...
Even Miracles take A Little Time
Heej, wat grappig dat je dingen herkent van mijn verhalen, vind het wel echt leuk!
En bedankt voor die info, dat zwanen in koppels leven, misschien was het daarom wel dat de derde zwaan pas later verscheen?
Eigenlijk had ik de inspiratie van deze foto:
http://static.nationalgeographic.nl/pic ... -99967.jpg
Die wilde ik eerst als foto gebruiken om je te laten zien, maar die was dus veel te breed. Op die foto zie je ook meerdere zwanen staan, ook twee bij elkaar en sommigen apart. Of ik moet het verkeerd gezien hebben, maar aan de hals te zien leken het me toch echt wel zwanen, een aantal van die vogels.
Maar zoals ik al zei, vind het wel erg leuk en toevallig dat je veel dingen herkent, zo kun je me ook helpen met dingen te verbeteren of zo.
Tof!
Groetjes Blieje

En bedankt voor die info, dat zwanen in koppels leven, misschien was het daarom wel dat de derde zwaan pas later verscheen?

Eigenlijk had ik de inspiratie van deze foto:
http://static.nationalgeographic.nl/pic ... -99967.jpg
Die wilde ik eerst als foto gebruiken om je te laten zien, maar die was dus veel te breed. Op die foto zie je ook meerdere zwanen staan, ook twee bij elkaar en sommigen apart. Of ik moet het verkeerd gezien hebben, maar aan de hals te zien leken het me toch echt wel zwanen, een aantal van die vogels.

Maar zoals ik al zei, vind het wel erg leuk en toevallig dat je veel dingen herkent, zo kun je me ook helpen met dingen te verbeteren of zo.



Groetjes Blieje
Het laatste contact is altijd het zwaarste.
Tot groot geluk heeft hij zonder enige problemen zijn broodje op kunnen eten. Dat heeft hem ook weer de voorzet gegeven om verder te gaan. Overtuigd pakt hij zijn roeispanen en roeit voorzichtig tussen het riet door, naar het midden van de rivier. Tussendoor blijft hij kijken naar de zon die al bijna onder is. Hoe lager de zon staat, hoe nerveuzer Paul wordt. Hij ziet dan namelijk bijna niets meer, het maanlicht is lang niet zo fel als het zonlicht. En wie weet wat voor wezens er 's nachts allemaal tot leven komen. Dan hoort hij een geluidje. Onmiddellijk draait hij zich om en zoekt waar dat vandaan komt. Dan schiet er iets omhoog en klinkt er een plons. Het bleek een kikkertje te zijn dat stiekem in de kano was gesprongen toen Paul van zijn broodje zat te eten. Hier kan Paul wel om lachen.
Een half uur gaat voorbij en Paul luistert tussen het roeien door of er nog meer wezens in de buurt zijn. Zo alert is hij in zijn leven nog nooit geweest. Hij is nog meer bezig met op signalen te letten dan zich op de juiste route te concentreren.
Ik kom vanzelf wel een stuk land tegen. denkt hij.
Een tent heeft hij niet, daar heeft hij ook zelf voor gekozen. Overnachten doet hij in leegstaande houten huisjes, die zijn er genoeg in deze streek. Alleen deze nacht wil hij doorgaan met zijn tocht, hij wil zo graag bij zijn moeder zijn dat hij dat er wel voor over heeft. Hij weet ook zeer goed wat hem te wachten staat, een nacht vol angst en onzekerheid. Maar dit houdt hem niet tegen. Hij is ervan overtuigd dat hij vóór de ochtend het huis van zijn moeder zal vinden. Dan wil hij eerst een paar vissen voor haar vangen om ze dan samen op te eten.
Vol goede moed roeit Paul door. Pauzes inlassen wil hij niet. Al doen zijn armen nog zo'n pijn, doorgaan zal hij. Kijkend naar de sterren spreekt hij zichzelf moed in om door te roeien.
Een half uur gaat voorbij en Paul luistert tussen het roeien door of er nog meer wezens in de buurt zijn. Zo alert is hij in zijn leven nog nooit geweest. Hij is nog meer bezig met op signalen te letten dan zich op de juiste route te concentreren.
Ik kom vanzelf wel een stuk land tegen. denkt hij.
Een tent heeft hij niet, daar heeft hij ook zelf voor gekozen. Overnachten doet hij in leegstaande houten huisjes, die zijn er genoeg in deze streek. Alleen deze nacht wil hij doorgaan met zijn tocht, hij wil zo graag bij zijn moeder zijn dat hij dat er wel voor over heeft. Hij weet ook zeer goed wat hem te wachten staat, een nacht vol angst en onzekerheid. Maar dit houdt hem niet tegen. Hij is ervan overtuigd dat hij vóór de ochtend het huis van zijn moeder zal vinden. Dan wil hij eerst een paar vissen voor haar vangen om ze dan samen op te eten.
Vol goede moed roeit Paul door. Pauzes inlassen wil hij niet. Al doen zijn armen nog zo'n pijn, doorgaan zal hij. Kijkend naar de sterren spreekt hij zichzelf moed in om door te roeien.
Het laatste contact is altijd het zwaarste.
Toch merkt Paul dat hij wel erg moe aan het worden is, zijn ogen worden steeds zwaarder. Ook zijn armen houden het bijna niet meer. Paul slaakt een diepe zucht en kijkt naar de sterren. Maar zijn moeheid overwint en langzaam valt hij in slaap.
Opeens hoort hij gespetter. Hij schrikt ervan en kijkt rond. Als hij een groot wezen op zijn kano af ziet komen schrikt hij en pakt vlug zijn roeispanen vast om verder te roeien. Maar het wezen houdt hem gemakkelijk bij. Paul raakt in paniek en kijkt rond of hij ergens een stuk land ziet. Hij heeft het nu wel gehad met het tochtje, het liefst zou hij een aantal uur door willen slapen om bij te komen. In de verte ziet hij een stuk land. Op dit stuk land staat een huis.
"Ik ben gered!" jubelt Paul en probeert nog steeds met man en macht door te roeien.
Maar niet alleen het land komt dichterbij, ook het wezen, dat nog steeds niet moe is, nadert Paul. Met een enorme snelheid zwemt het gedaante richting hem. Hongerige ogen kijken in de zijne en daardoor begint Paul te rillen en te zweten. Hoe dichter het wezen bij Paul komt, hoe harder Paul in zijn roeispanen knijpt. Hij durft ze niet los te laten.
Dan krijgt hij, al kijkend naar het grote beest, een ingeving. Zenuwachtig haalt hij zijn tas van zijn rug terwijl het zweet hem op zijn voorhoofd staat. Vlug kijkt hij of er nog wat in zijn tas zit en tot groot geluk vindt hij nog een plak ontbijtkoek. Zijn laatste eten. Zonder na te denken pakt hij de plak ontbijtkoek en gooit deze in het water. Het plan heeft gewerkt, het wezen zwemt weg om de plak ontbijtkoek te zoeken. Paul kijkt het wezen nog even na en voelt zijn hart in zijn keel bonken als het een krokodil bleek te zijn.
"Potverdorie!" mompelt hij opgelucht en roeit vlug naar het stuk land. Daar aangekomen loopt hij naar het huis en gaat voor de deur zitten. Hier valt hij in slaap.
"Jongeman, alles goed?" hoort Paul iemand vragen.
Paul opent voorzichtig zijn ogen en kijkt op. Het zonlicht schijnt fel in zijn ogen. De ochtend is weer aangebroken.
"Gaat het?" vraagt de persoon nogmaals.
Als Paul ziet dat zijn moeder voor zijn neus staat glimlacht hij en staat voorzichtig op.
"Mam!" roept hij. "Eindelijk ben ik bij je!"
Leonora glimlacht. "Ik ben ook blij om jou bij me te hebben, zoon." zegt ze vriendelijk. "Lust je ontbijt?"
Paul knikt en loopt met zijn moeder het huis in. Als hij binnen staat neemt hij de geur van de zelfgemaakte pannenkoeken in zich op. Hij vraagt zich nu al af wat het middageten wordt, misschien karbonaadjes.
Einde
Opeens hoort hij gespetter. Hij schrikt ervan en kijkt rond. Als hij een groot wezen op zijn kano af ziet komen schrikt hij en pakt vlug zijn roeispanen vast om verder te roeien. Maar het wezen houdt hem gemakkelijk bij. Paul raakt in paniek en kijkt rond of hij ergens een stuk land ziet. Hij heeft het nu wel gehad met het tochtje, het liefst zou hij een aantal uur door willen slapen om bij te komen. In de verte ziet hij een stuk land. Op dit stuk land staat een huis.
"Ik ben gered!" jubelt Paul en probeert nog steeds met man en macht door te roeien.
Maar niet alleen het land komt dichterbij, ook het wezen, dat nog steeds niet moe is, nadert Paul. Met een enorme snelheid zwemt het gedaante richting hem. Hongerige ogen kijken in de zijne en daardoor begint Paul te rillen en te zweten. Hoe dichter het wezen bij Paul komt, hoe harder Paul in zijn roeispanen knijpt. Hij durft ze niet los te laten.
Dan krijgt hij, al kijkend naar het grote beest, een ingeving. Zenuwachtig haalt hij zijn tas van zijn rug terwijl het zweet hem op zijn voorhoofd staat. Vlug kijkt hij of er nog wat in zijn tas zit en tot groot geluk vindt hij nog een plak ontbijtkoek. Zijn laatste eten. Zonder na te denken pakt hij de plak ontbijtkoek en gooit deze in het water. Het plan heeft gewerkt, het wezen zwemt weg om de plak ontbijtkoek te zoeken. Paul kijkt het wezen nog even na en voelt zijn hart in zijn keel bonken als het een krokodil bleek te zijn.
"Potverdorie!" mompelt hij opgelucht en roeit vlug naar het stuk land. Daar aangekomen loopt hij naar het huis en gaat voor de deur zitten. Hier valt hij in slaap.
"Jongeman, alles goed?" hoort Paul iemand vragen.
Paul opent voorzichtig zijn ogen en kijkt op. Het zonlicht schijnt fel in zijn ogen. De ochtend is weer aangebroken.
"Gaat het?" vraagt de persoon nogmaals.
Als Paul ziet dat zijn moeder voor zijn neus staat glimlacht hij en staat voorzichtig op.
"Mam!" roept hij. "Eindelijk ben ik bij je!"
Leonora glimlacht. "Ik ben ook blij om jou bij me te hebben, zoon." zegt ze vriendelijk. "Lust je ontbijt?"
Paul knikt en loopt met zijn moeder het huis in. Als hij binnen staat neemt hij de geur van de zelfgemaakte pannenkoeken in zich op. Hij vraagt zich nu al af wat het middageten wordt, misschien karbonaadjes.
Einde
Laatst gewijzigd door Blieje op 25 apr 2013 18:42, 1 keer totaal gewijzigd.
Het laatste contact is altijd het zwaarste.
Leuk verhaal maar er vielen me wel een paar dingetjes op.
Eerste stukje
Deze tocht over deze gevaarlijke rivier?
Je gebruikt twee keer deze in de korte zin waardoor ik het niet lekker vind lezen denk dat je beter het tweede deze kunt vervangen door de:
Deze tocht over de gevaarlijke rivier?
Die ogen onder die struik bevallen hem maar niets.
In deze zin doe je eigenlijk hetzelfde maar dan met het woord die.
Dan kan geen wezen het ook zomaar afpakken.
Denk dat je beter het woord ook kan verwijderen.
2de stukje
Waar is die derde dan naartoe? En al zoekend naar de derde zwaan peddelt Paul zo voorzichtig mogelijk door.
Denk dat je beter En kunt verwijderen.
3de stukje
Toch moet hij doorgaan en vooral niet achterom kijken.
Je schrijft dat hij niet achterom moet kijken maar in je eerste stukje schrijf je dat hij roeispanen heeft meervoud dus. Meestal als je meerdere peddels hebt roei je met je rug naar waar je naar toe vaart hij zou dus nu de zwanen moeten zien die achter hem aan komen. Als hij maar één peddel heeft kan hij met zijn gezicht naar voren varen en moet hij dus inderdaad achterom kijken.
5de stukje
Hier schrikt hij van en kijkt rond.
Denk dat je Hier beter kan weglaten zodat het beter overkomt dat hij ook werkelijk schrikt. Hier haalt voor mij een deel van de spanning weg die de zin anders had kunnen opbouwen.
Ik denk dat je meer uit het stukje met de krokodil kunt halen dan alleen te zeggen dat het een krokodil was. Als je het wat meer beschrijft zonder te schrijven wat het precies in kun je de spanning denk ik veel beter opbouwen.
Ik vind het een leuk verhaaltjes ookal heb ik de neiging om te denken dat het bij mij achter in het park speelt waar ook zwanen zijn (maar volgens geen krokodil).
Eerste stukje
Deze tocht over deze gevaarlijke rivier?
Je gebruikt twee keer deze in de korte zin waardoor ik het niet lekker vind lezen denk dat je beter het tweede deze kunt vervangen door de:
Deze tocht over de gevaarlijke rivier?
Die ogen onder die struik bevallen hem maar niets.
In deze zin doe je eigenlijk hetzelfde maar dan met het woord die.
Dan kan geen wezen het ook zomaar afpakken.
Denk dat je beter het woord ook kan verwijderen.
2de stukje
Waar is die derde dan naartoe? En al zoekend naar de derde zwaan peddelt Paul zo voorzichtig mogelijk door.
Denk dat je beter En kunt verwijderen.
3de stukje
Toch moet hij doorgaan en vooral niet achterom kijken.
Je schrijft dat hij niet achterom moet kijken maar in je eerste stukje schrijf je dat hij roeispanen heeft meervoud dus. Meestal als je meerdere peddels hebt roei je met je rug naar waar je naar toe vaart hij zou dus nu de zwanen moeten zien die achter hem aan komen. Als hij maar één peddel heeft kan hij met zijn gezicht naar voren varen en moet hij dus inderdaad achterom kijken.
5de stukje
Hier schrikt hij van en kijkt rond.
Denk dat je Hier beter kan weglaten zodat het beter overkomt dat hij ook werkelijk schrikt. Hier haalt voor mij een deel van de spanning weg die de zin anders had kunnen opbouwen.
Ik denk dat je meer uit het stukje met de krokodil kunt halen dan alleen te zeggen dat het een krokodil was. Als je het wat meer beschrijft zonder te schrijven wat het precies in kun je de spanning denk ik veel beter opbouwen.
Ik vind het een leuk verhaaltjes ookal heb ik de neiging om te denken dat het bij mij achter in het park speelt waar ook zwanen zijn (maar volgens geen krokodil).
My ego is to big for a conversation so thats the reason I write because writing is the best way to talk without being interrupted.
Bedankt voor je opmerkingen, Glenovic! Heb het aangepast
En met dat roeien wist ik zelf niet eens, dat iemand met twee peddels altijd naar de kant toe roeit waar hij met zijn rug naartoe zit
Nou, bij deze dus weer wat geleerd!
Mocht er nog iets zijn of ik ben iets vergeten, meld het me gerust!
Groetjes Blieje

En met dat roeien wist ik zelf niet eens, dat iemand met twee peddels altijd naar de kant toe roeit waar hij met zijn rug naartoe zit



Mocht er nog iets zijn of ik ben iets vergeten, meld het me gerust!
Groetjes Blieje
Het laatste contact is altijd het zwaarste.
Leuk verhaal!
Een tip die me nu te binnen schiet, misschien kun je de volgende keer de scenes iets langer laten duren. Nu ging het best wel snel over in de volgende
Goed geschreven!

Een tip die me nu te binnen schiet, misschien kun je de volgende keer de scenes iets langer laten duren. Nu ging het best wel snel over in de volgende

Goed geschreven!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -
My head is a jungle...
My head is a jungle...
Bedankt voor de tip, Maaike! Maar ben nog niet zo thuis in dit genre, dus is het ook erg moeilijk om daar gebeurtenissen in te verzinnen.
Maar mocht er weer een moment komen waarop ik een avonturenverhaal ga schrijven, dan zal ik me zeker aan die tip gaan houden!
Groetjes Blieje

Maar mocht er weer een moment komen waarop ik een avonturenverhaal ga schrijven, dan zal ik me zeker aan die tip gaan houden!

Groetjes Blieje
Het laatste contact is altijd het zwaarste.