Proloog:
Geïnspireerd door de Franse antropoloog en filosoof Claude Levi-Strauss (1908)
Het gaat over een passage uit een van de mooiste reisboeken ooit verschenen.
Uit “Het trieste der tropen” beschrijft Levi-Strauss hoe hij als universitair docent in de jaren dertig in Sao Paulo een aantal expedities onderneemt naar Indiaanse stammen in de Braziliaanse binnenlanden.Hij raakt onder de indruk van het vernuft waarmee deze culturen hun onderlinge relaties organiseren, hun clanverhoudingen inrichten en de patronen daarvan op symbolische wijze tot uitdrukking brengen in hun tatoeages, gelaatsbeschilderingen en mythen.
sept 2013.
De nieuwslezer vervolgt het nieuws.
“In het westen van Brazilië is een Indianenstam ontdekt. De groep werd waargenomen tijdens een rondvlucht van de overheidsorganisaties voor Indianenzaken boven het Amazonegebied bij de grens met Peru.
Naar schatting zijn er wereldwijd ruim honderd stammen nog niet ontdekt. Meer dan de helft daarvan zijn in het Amazonegebied. Door de illegale houtkap worden ze in hun voortbestaan bedreigd.”
Ergens in Zuid-Amerika is de revolte begonnen.
De verhalen van Zimyuna, de stamoudste en Zirthea, zijn vrouw.
_____________________________________________________________________________________
Revolte
Zimyuna gooide nonchalant een bemoste tak in het dovende vuur wat meteen weer knetterend oplaaide.
De klanken van het avonduur kwamen als een echo terug. De luidruchtige parkieten en ara’s die samen met de brulapen de kakofonie van de verschillende vogels probeerden te overstemmen.
Zimyuna zat samen met Zirthea.
Ze staarden van het grondvuur naar de trillende vuurbal ver in de rode lucht.
Zirthea neuriede zachtjes om een melodie te weven door de veelheid van
de-laatste-uren-klanken. Achea bea nea. Woorden werden gevormd.
De betekenis van de woorden werden met de seconde duidelijker.
De veelklanken waren na een paar weken geformeerd tot een klaaglied.
Een klaaglied over de onrechtvaardigheid.
De bootmensen. De bomenverslinders.
Zimyuna ergerde zich aan de betekenis. Hij had dezelfde melodie ook al gehoord van de jongeren die speelden aan de oevers van het dorp.
Elke keer als hij langsliep begonnen ze spontaan zachtjes het klaaglied te zingen. De oudste werd geroepen door de toekomst.
Hij stond op en gooide zijn familiespeer in een dode boomstronk naast een jonge Samauma-boom.
“Er zit geen vis in de boom vandaag,” zong Zirthea verder.
“En morgen niet meer in de rivier,” zei Zimyuna vastberaden.
“De dagen zijn de dagen niet meer en de antwoorden helpen de vragen niet meer.”
Zirthea knikte.
Zimyuna schudde zijn hoofd en bekende zijn vrouw wat voor hem een persoonlijke vernedering was :
”Bij de laatste bijeenkomst van de oudsten wilden een aantal zelfs handel drijven met de bootmensen. En die stinkende knorrende bomeneters komen dichter en dichterbij”.
Hij liep langzaam naar de boomstronk.
“De vooruitgang is geboren uit gisteren,” zei Zirthea argeloos.
Zimyuna bleef staan, pakte zijn speer en zei: “Wat, Zirthea.... Welke diepe klank was dat?”
“De vooruitgang is geboren uit gisteren!,” herhaalde Zirthea.
Hij ging tegenover haar zitten.
“Dat is het, …dat is het,”mompelde hij.
“Wat is het,” vroeg ze.
Maar hij zweeg en keek naar beneden.
Het schemerlicht begon schaduwen te vormen in de omgeving.
In de verte waren de silhouetten te zien van wat springende jonge roze dolfijntjes die de pirarucu’s opjaagde, waarschijnlijk alleen voor het spel.
De zon ging langzaam onder en Zimyuna en Zirthea prevelde hun dagelijkse woorden naar hun voorouders en de beginvader en de beginmoeder.
Het nevelwoud kreeg iets magisch in de schemering van de avond. De dierenwereld leek een te worden in......
“Gisteren moet terug,” schreeuwde Zimyuna plotseling zo hard als hij kon.
Zirthea kwam ineens weer tot vol bewustzijn.
Ze zag haar Zimyuna opstaan en met zijn familiespeer de nachtgeesten bezweren, vechtend tegen de onrechtvaardigheid en zijn eigen radeloosheid.
“Gisteren moet terug, gisteren moet terug,” zong hij ineens op Zirthea’s laatste klaagmelodie.
“Ja,”antwoordde zijn vrouw.
”Morgen komt gisteren terug.”
“Nee, morgen feest, morgen allemaal samen. Alles wat ooit gegroeid is komt terug.”
Zirthea schudde haar hoofd en verdacht haar man ervan dat hij vanmiddag bij de stammenvergadering misschien wat te veel paddenstoelensap had gedronken.
Met nog steeds een wilde blik stapte Zimyuna uit zijn roes.
Hij probeerde het uit te leggen.
“De bootmensen hebben voorraden met eetbare dingen en ….meer.. ontelbaar meer.. Niet voor de slechte tijden, maar voor alle tijden.
Als zij onze leefbomen afnemen, dan…dan... beroven wij hun superschuren,” lachte hij triomfantelijk.
"Hun superschuren", schreeuwde hij vervolgens. "Hun superschuren."
Hij danste in de rondte.
“Hun supermarkten,” zuchte Zirthea,... dat woord had ze meer gehoord.
(wordt vervolgd)
Revolte
Mooi verhaal! Ik heb eerlijk gezegd nog maar weinig verhalen over indianen gelezen, maar ik vind het een intrigerend volk. Ik ben dan ook benieuwd hoe het verhaal verder gaat 
Ga zo door!

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -
My head is a jungle...
My head is a jungle...