Hierbij mijn eerste verhaal over de Zwarte prins
hopelijk vinden jullie het spannend en heb ik niet teveel grammatica fouten gemaakt aangezien dat niet mijn sterkste kant is
ik hoop dat het eerste bericht er een beetje goed uit ziet want ik heb het via de mobiel gedaan
De zwarte prins
H1
De zwarte laarzen van Salias klonken luid door de gang, hun korte capes wapperden op hun rode wambuizen versiert met zilverdraad. Samen met zijn leerling Sarim liepen ze de rode hal in waar grote ronde zuilen naar het dak reikten. Elke zeul was vernoemd naar een groot tovenaar. De wachters gingen in de houding staan toen Salias de treden voor de raadzaal op liep. Hun rode capes hingen over hun borstpantser heen tot aan hun enkels. Al sinds het begin van de tovenaars orde bewaakte de rode garde het orde kasteel. Uit het niks zwaaiden de grote deuren open naar de raadzaal. Samen liepen ze naar binnen waarna de deur zich weer sloot. De raadzaal was een volledig ronde zaal met grote ramen die een spectaculair uitzicht gaven op de stad. Hoge kerktorens reikten tot in de hemel, grote stenen gebouwen met vele zuilen ervoor stonden verspreid door de stad en waren de vele theaters die de stad rijk was. De hoofdstad was een evenbeeld van de verre ontwikkeling van de mensen. Voor de ramen langs liep een lange ronde tafel waar de twaalf grootmeesters en de eerste tovenaar zaten. Hun lange gewaden bedekten de vloer bij hun stoelen. Tovenaars waren over het algemeen bekend om hun lange gewaden. De fijne stoffen van de duurste zijde was niet ongewoon bij een tovenaar. Al kwamen er steeds meer sierlijke broeken met lange kousen voor met een mooie jas met knopen er boven. Met een simpel gebaar gaf de eerste tovenaar aan dat Salias mocht gaan zitten op één van de twee stoelen die in het midden van de zaal stonden.
'Salias, de tovenaarsraad heeft je plan bestudeerd en is tot een conclusie gekomen.' Begon Hiras de eerste tovenaar.
' We waarderen je doorzettingsvermogen om de eeuwen oude boeken van Bartox te bestuderen. Maar wij zijn van mening dat de twijfelachtige magie van Bartox te gevaarlijk is. Hij was omringt door duisternis. Daarom kan de raad niet anders besluiten dan je verzoek af te wijzen. Het gevaar is te groot dat de zwarte magie je verteerd. Een tweede Bartox kunnen we niet gebruiken in deze onzekere tijden. Dit is ons besluit, respecteer het.'
'Wat, dit is absurd! Ik weet donders goed wat die boeken inhouden. We kunnen ze gebruiken voor het goede!'
Elfran één van de elfen in de raad stond op. Zijn lange haren die zo glad en fijn waren als de duurste zijde te samen met zijn witte gewaden maken een majestueuze indruk.
'Salias zoon van Sansias. Die woede in jou ogen siert jou niet, waar is die prachtige vrede gebleven in jou ogen? Die magie is te gevaarlijk, zelfs wij wagen ons er niet aan. Die magie zal gebruik maken van onze ijdelheid en trots. Nu op dit moment reikt het al naar jou geest. Neem afstand van de zwarte magie en leg je neer bij ons besluit.'
Salias kneep zijn lippen strak op elkaar. Met een lichte buiging nam hij afscheid. Zijn leerling liep zwijgend achter hem aan. Met een klap viel de deur achter hun dicht. Een stilte viel er in de raadzaal.
'Salias wordt mogelijk een gevaar voor de orde Hiras.' Zei Goblar die de enige dwerg was is in de raad.
'Daar kon je wel is in gelijk hebben mijn vriend.'
Hiras vouwde zijn handen voor zijn baard. Even dacht hij na terwijl de andere in een vurige discussie raakten. Boven alles klonk zijn stem: ‘Stilte!' De raadsleden keken allemaal naar Hiras. Met gepaste kalmte richtte hij zich tot de grootmeesters
'Hirador de wijze zag dit allemaal gebeuren. Het is beschreven in zijn profetieën. Grootmeester Elfran u krijgt de taak om Salias in de gaten te houden. Uw bent ook een elf, naar u zal hij uiteindelijk wel luisteren. U bent tenslotte ooit zijn meester geweest.'
Elfran stond op en maakte een lichte buiging. 'Ik zal mijn best doen grootmeester Hiras al betwijfel ik of onze jonge Salias al niet te ver heen is. Elfen trotst is niet zomaar iets, het kan je vriend maar ook je vijand zijn.'
'Ga nu grootmeester Elfran voor het te laat is.'
Elfran boog nogmaals en liep de zaal uit. Salias verliet het hoofdgebouw waar vier grote beelden de ingang bewaakten. Zijn koetsier stond de paarden te borstelen toen zijn meester de trap af kwam. 'Meester,' reageerde hij kort terwijl hij de deur van de koets open hield. 'Naar huis,' snauwt Salias. Als zijn leerling Sanas bij hem is ingestapt sloot de koetsier de deur. De kleine koets wiebelde toen de koetsier op de bok klom. Zachtjes begon het te regenen toen de koets de binnenplaats verliet. Bij de hoofdpoort verliet de zwarte koets het kasteel en daalde af naar de stad die zich in alle richtingen uitspreidde. Machtige citadellen tekenden de kimlijn te samen met grote kathedralen en de vele theaters. Vroeger waren er meerdere kleine steden die bij de groei van de keizerlijke stad Korunda langzaam tot één smolten. De citadellen vormde hier het bewijs van. Geen stad was zo beveiligd als Korunda. Ondanks dat alles waren de buitenste muren verouderd met de komst van nieuwe wapens. Het Meer van Korunda flankte de stad voor de helft waardoor haar havens zich langs de hele waterkant uitstrekte. Haar vele handelaren bezaten vele pakhuizen waar rivierschepen af en aan voerden met goederen uit de koloniën. Deze werden in Mare Castellum de grootste havenstad van het rijk over geladen op rivierschepen die dan via de Korun rivier naar de stad voerden. In de regen gaf de haven een triest gezicht, dat door de vele masten net een bos in de winter leek. Bliksems schoten door de lucht, met een hels kabaal brak de donder door. De koetsier maande de paarden tot spoed terwijl de regen onafgebroken op zijn hoge hoed neer kletterde. De koets schudde over de stenen straten heen. De straten waren groot en deels uitgestorven op een enkeling na die onder een paraplu schuilde. Op de vele hoekjes waren cafétjes, herbergen en kleine gezellige winkeltjes met prullaria uit het ganse rijk en ver voorbij haar grenzen.
Na een redelijke rit van de tovenaars orde kwam het huis van Salias in zicht. De koets maakte een halve cirkel op de binnenplaats om voor de deur te stoppen. De fontein in het midden spuit niet meer zichtbaar in de regen eindeloos zijn water omhoog. Salias stond al buiten de koets voordat de koetsier er erg in had. Grote stenen pilaren ondersteunde het grote balkon op de eerste verdieping. Links daarvan was een grote serre waar de vele planten die Salias verzamelde waren. Achter het huis was een buitenhuis voor gasten die één van de vele feesten van Salias bijwoonden. Ondanks dat hij een tovenaar was geworden waren zijn elfen gebruiken nog duidelijk zichtbaar. Zoals elke elf met geld luxe feesten gaf, zo deed Salias dat ook. De hele adel en welgestelde burgers van Korunda waren bekent met zijn buitensporige feesten. Salias ging direct naar zijn studeerkamer waar hij een tijd doelloos uit het raam keek. Zijn leerling was zo verstandig op die momenten geen contact te zoeken met zijn meester. Buiten kwam de koets van meester Elfran aan rijden. De butler kwam met een paraplu naar buiten om de grootmeester te beschermen tegen de regen. Nadat de butler de jas, hoed en wandelstok had aangenomen nam Elfran plaats in de salon. Een vreemd en ongemakkelijk gevoel bekroop hem. Het bezorgde hem kippenvel. Was Salias dan verder dan ze dachten. De gedachtes verontruste hem, een dwalende tovenaar in deze onzekere tijd was het laatste wat ze nodig hadden. Hij werd even gestoord van zijn gedachtes toen de butler binnen kwam met een glas wijn uit de zuidelijke streken waar de vele wijngaarden waren van de elfen. Wijn was één van de dingen die elven ten zeerste waardeerden. Nog liever aten ze droog brood dan dat ze geen wijn hadden. Elfran bedankte de man vriendelijk. De salon was rijkelijk ingericht met luxe meubels en statige schilderijen aan de muur. Boven de grote schouw boven de open haard hing de Elfen koning Elfron de derde. De koning pronkte in al zijn ornaat op de foto, zoals een elf betaamd. De gouden koningsketting sierde zijn nek waarnaast hij op zijn borst de ster van de orde van elfen droeg. Het ijzeren kruis dat de moedigste soldaten en geërde gasten kregen van de keizer pronkte er onder. Het duurde even voordat Salias de salon betrad. Hij maakte een lichte beweging.
'Grootmeester waaraan heb ik deze eer te danken?'
'Dat weet je best Salias, laten we gewoon open kaart spelen.'
Salias ging zitten tegenover hem. 'Prima Grootmeester, ik waardeer een man die zegt waar het op staat'
De woorden van Salias streelde de trost van Elfran, hij hervatte zijn pleidooi en reageerde: 'Je moet niet de ambitie najagen van Bartox Salias. Je bent een goede tovenaar, laat dit je niet beheersen.'
'Grootmeester is het niet zo dat elke tovenaar vrij is zijn weg te nemen die hij wil?'
Elfran voelde waar Salias op aanstuurde en keek hem streng aan. ' Ja tot zover de eerste, oftewel grootmeester Hiras en de raad wil.'
Salias sprong bijna op uit zijn stoel, 'Ja en dat is fout!'
Elfran stond nu ook op, ernstig reageerde hij: 'Ga nu niet tegen de raad in, nog even en je wordt grootmeester.'
Razendsnel draaide Salias naar Elfran, ' Niemand verbied mij wat als meester! Elextrotika.'
Uit zijn hand schoot een straal van Bliksemschichten naar Elfran. Met kracht werd hij van de grond gelicht en tegen de muur aan gesmeten. De Bliksemstraal uit de hand van Salias bleef als een lange slang tegen Elfran aan komen.
' Ongelimiteerde kracht! Elextrotika!' Brulde Salias nogmaals. Elfran viel zwaar gewond op de grond toen Salias stopte. Een brandend gevoel overmande Elfran. Bloed liep zachtjes uit zijn oor. Met elke kuch kwam er bloed omhoog. Boven hem verscheen het grijnzende gezicht van Salias.
'Jullie zijn al veel te laat, nog even en Bartox zal wederkeren.'
Elfran keek geschrokken naar Salias en probeerde uit alle macht zijn toverstok te pakken. Het is hopeloos, zijn geest wilde wel maar zijn lichaam weigerde. Het geluid van een zwaard klonk door de salon.
'Gelukkig hoef jij het niet meer mee te maken.' Zei Salias waarna hij hard lachte.
Met een zwaai landde zijn zwaard in de borst van Elfran. Langzaam vloeide het leven uit hem weg tot zijn hoofd opzij viel. Zijn leerling voelde zijn meester wegebben uit het leven. Met een klap zwaaide de koets deur open en rende hij naar het huis. Zijn haar nat van de regen. Weer lichte de hemel op waarna het leek alsof de wolken ontploften.
' Meester!'
Zijn stem klonk bedroefd als een traan over zijn wang gleed. Salias keek hem dreigend aan. 'Sluit je bij ons aan of onder ga het zelfde lot als je Meester.'
'Nooit!'
Nog voor dat hij zijn zwaard had getrokken kwam de punt van een zwaard door hem heen. Vol ongeloof viel hij op zijn knieën neer. Achter hem haalde de butler nogmaals uit. Met een soepele beweging snijd het zwaard in de nek. Met een klap viel de leerling zonder hoofd op de grond.
'Sorry meester hij schoot langs mij heen, ‘verontschuldigd de butler.
'Niks om je voor te verontschuldigen. Breng de twee zwarte koffers uit mijn studeerkamer naar mijn andere huis. Wees snel en zorg dat je zo snel mogelijk over de grens bent.'
‘Ja meester.' De butler verdween direct waarna de leerling van Salias door de voordeur kwam. ' Meester ik hoorde alles dus heb alvast paarden gezadeld.'
'Mooi we vertrekken direct naar de keizerlijke bibliotheek.' Buiten lag het roerloze lichaam van de koetsier van Elfran naast de koets. Snel stegen ze op waarna ze in galop weg reden.
De zwarte laarzen van Salias klonken luid door de gang, hun korte capes wapperden op hun rode wambuizen versiert met zilverdraad. Samen met zijn leerling Sarim liepen ze de rode hal in waar grote ronde zuilen naar het dak reikten. Elke zeul was vernoemd naar een groot tovenaar. De wachters gingen in de houding staan toen Salias de treden voor de raadzaal op liep. Hun rode capes hingen over hun borstpantser heen tot aan hun enkels. Al sinds het begin van de tovenaars orde bewaakte de rode garde het orde kasteel. Uit het niks zwaaiden de grote deuren open naar de raadzaal. Samen liepen ze naar binnen waarna de deur zich weer sloot. De raadzaal was een volledig ronde zaal met grote ramen die een spectaculair uitzicht gaven op de stad. Hoge kerktorens reikten tot in de hemel, grote stenen gebouwen met vele zuilen ervoor stonden verspreid door de stad en waren de vele theaters die de stad rijk was. De hoofdstad was een evenbeeld van de verre ontwikkeling van de mensen. Voor de ramen langs liep een lange ronde tafel waar de twaalf grootmeesters en de eerste tovenaar zaten. Hun lange gewaden bedekten de vloer bij hun stoelen. Tovenaars waren over het algemeen bekend om hun lange gewaden. De fijne stoffen van de duurste zijde was niet ongewoon bij een tovenaar. Al kwamen er steeds meer sierlijke broeken met lange kousen voor met een mooie jas met knopen er boven. Met een simpel gebaar gaf de eerste tovenaar aan dat Salias mocht gaan zitten op één van de twee stoelen die in het midden van de zaal stonden.
'Salias, de tovenaarsraad heeft je plan bestudeerd en is tot een conclusie gekomen.' Begon Hiras de eerste tovenaar.
' We waarderen je doorzettingsvermogen om de eeuwen oude boeken van Bartox te bestuderen. Maar wij zijn van mening dat de twijfelachtige magie van Bartox te gevaarlijk is. Hij was omringt door duisternis. Daarom kan de raad niet anders besluiten dan je verzoek af te wijzen. Het gevaar is te groot dat de zwarte magie je verteerd. Een tweede Bartox kunnen we niet gebruiken in deze onzekere tijden. Dit is ons besluit, respecteer het.'
'Wat, dit is absurd! Ik weet donders goed wat die boeken inhouden. We kunnen ze gebruiken voor het goede!'
Elfran één van de elfen in de raad stond op. Zijn lange haren die zo glad en fijn waren als de duurste zijde te samen met zijn witte gewaden maken een majestueuze indruk.
'Salias zoon van Sansias. Die woede in jou ogen siert jou niet, waar is die prachtige vrede gebleven in jou ogen? Die magie is te gevaarlijk, zelfs wij wagen ons er niet aan. Die magie zal gebruik maken van onze ijdelheid en trots. Nu op dit moment reikt het al naar jou geest. Neem afstand van de zwarte magie en leg je neer bij ons besluit.'
Salias kneep zijn lippen strak op elkaar. Met een lichte buiging nam hij afscheid. Zijn leerling liep zwijgend achter hem aan. Met een klap viel de deur achter hun dicht. Een stilte viel er in de raadzaal.
'Salias wordt mogelijk een gevaar voor de orde Hiras.' Zei Goblar die de enige dwerg was is in de raad.
'Daar kon je wel is in gelijk hebben mijn vriend.'
Hiras vouwde zijn handen voor zijn baard. Even dacht hij na terwijl de andere in een vurige discussie raakten. Boven alles klonk zijn stem: ‘Stilte!' De raadsleden keken allemaal naar Hiras. Met gepaste kalmte richtte hij zich tot de grootmeesters
'Hirador de wijze zag dit allemaal gebeuren. Het is beschreven in zijn profetieën. Grootmeester Elfran u krijgt de taak om Salias in de gaten te houden. Uw bent ook een elf, naar u zal hij uiteindelijk wel luisteren. U bent tenslotte ooit zijn meester geweest.'
Elfran stond op en maakte een lichte buiging. 'Ik zal mijn best doen grootmeester Hiras al betwijfel ik of onze jonge Salias al niet te ver heen is. Elfen trotst is niet zomaar iets, het kan je vriend maar ook je vijand zijn.'
'Ga nu grootmeester Elfran voor het te laat is.'
Elfran boog nogmaals en liep de zaal uit. Salias verliet het hoofdgebouw waar vier grote beelden de ingang bewaakten. Zijn koetsier stond de paarden te borstelen toen zijn meester de trap af kwam. 'Meester,' reageerde hij kort terwijl hij de deur van de koets open hield. 'Naar huis,' snauwt Salias. Als zijn leerling Sanas bij hem is ingestapt sloot de koetsier de deur. De kleine koets wiebelde toen de koetsier op de bok klom. Zachtjes begon het te regenen toen de koets de binnenplaats verliet. Bij de hoofdpoort verliet de zwarte koets het kasteel en daalde af naar de stad die zich in alle richtingen uitspreidde. Machtige citadellen tekenden de kimlijn te samen met grote kathedralen en de vele theaters. Vroeger waren er meerdere kleine steden die bij de groei van de keizerlijke stad Korunda langzaam tot één smolten. De citadellen vormde hier het bewijs van. Geen stad was zo beveiligd als Korunda. Ondanks dat alles waren de buitenste muren verouderd met de komst van nieuwe wapens. Het Meer van Korunda flankte de stad voor de helft waardoor haar havens zich langs de hele waterkant uitstrekte. Haar vele handelaren bezaten vele pakhuizen waar rivierschepen af en aan voerden met goederen uit de koloniën. Deze werden in Mare Castellum de grootste havenstad van het rijk over geladen op rivierschepen die dan via de Korun rivier naar de stad voerden. In de regen gaf de haven een triest gezicht, dat door de vele masten net een bos in de winter leek. Bliksems schoten door de lucht, met een hels kabaal brak de donder door. De koetsier maande de paarden tot spoed terwijl de regen onafgebroken op zijn hoge hoed neer kletterde. De koets schudde over de stenen straten heen. De straten waren groot en deels uitgestorven op een enkeling na die onder een paraplu schuilde. Op de vele hoekjes waren cafétjes, herbergen en kleine gezellige winkeltjes met prullaria uit het ganse rijk en ver voorbij haar grenzen.
Na een redelijke rit van de tovenaars orde kwam het huis van Salias in zicht. De koets maakte een halve cirkel op de binnenplaats om voor de deur te stoppen. De fontein in het midden spuit niet meer zichtbaar in de regen eindeloos zijn water omhoog. Salias stond al buiten de koets voordat de koetsier er erg in had. Grote stenen pilaren ondersteunde het grote balkon op de eerste verdieping. Links daarvan was een grote serre waar de vele planten die Salias verzamelde waren. Achter het huis was een buitenhuis voor gasten die één van de vele feesten van Salias bijwoonden. Ondanks dat hij een tovenaar was geworden waren zijn elfen gebruiken nog duidelijk zichtbaar. Zoals elke elf met geld luxe feesten gaf, zo deed Salias dat ook. De hele adel en welgestelde burgers van Korunda waren bekent met zijn buitensporige feesten. Salias ging direct naar zijn studeerkamer waar hij een tijd doelloos uit het raam keek. Zijn leerling was zo verstandig op die momenten geen contact te zoeken met zijn meester. Buiten kwam de koets van meester Elfran aan rijden. De butler kwam met een paraplu naar buiten om de grootmeester te beschermen tegen de regen. Nadat de butler de jas, hoed en wandelstok had aangenomen nam Elfran plaats in de salon. Een vreemd en ongemakkelijk gevoel bekroop hem. Het bezorgde hem kippenvel. Was Salias dan verder dan ze dachten. De gedachtes verontruste hem, een dwalende tovenaar in deze onzekere tijd was het laatste wat ze nodig hadden. Hij werd even gestoord van zijn gedachtes toen de butler binnen kwam met een glas wijn uit de zuidelijke streken waar de vele wijngaarden waren van de elfen. Wijn was één van de dingen die elven ten zeerste waardeerden. Nog liever aten ze droog brood dan dat ze geen wijn hadden. Elfran bedankte de man vriendelijk. De salon was rijkelijk ingericht met luxe meubels en statige schilderijen aan de muur. Boven de grote schouw boven de open haard hing de Elfen koning Elfron de derde. De koning pronkte in al zijn ornaat op de foto, zoals een elf betaamd. De gouden koningsketting sierde zijn nek waarnaast hij op zijn borst de ster van de orde van elfen droeg. Het ijzeren kruis dat de moedigste soldaten en geërde gasten kregen van de keizer pronkte er onder. Het duurde even voordat Salias de salon betrad. Hij maakte een lichte beweging.
'Grootmeester waaraan heb ik deze eer te danken?'
'Dat weet je best Salias, laten we gewoon open kaart spelen.'
Salias ging zitten tegenover hem. 'Prima Grootmeester, ik waardeer een man die zegt waar het op staat'
De woorden van Salias streelde de trost van Elfran, hij hervatte zijn pleidooi en reageerde: 'Je moet niet de ambitie najagen van Bartox Salias. Je bent een goede tovenaar, laat dit je niet beheersen.'
'Grootmeester is het niet zo dat elke tovenaar vrij is zijn weg te nemen die hij wil?'
Elfran voelde waar Salias op aanstuurde en keek hem streng aan. ' Ja tot zover de eerste, oftewel grootmeester Hiras en de raad wil.'
Salias sprong bijna op uit zijn stoel, 'Ja en dat is fout!'
Elfran stond nu ook op, ernstig reageerde hij: 'Ga nu niet tegen de raad in, nog even en je wordt grootmeester.'
Razendsnel draaide Salias naar Elfran, ' Niemand verbied mij wat als meester! Elextrotika.'
Uit zijn hand schoot een straal van Bliksemschichten naar Elfran. Met kracht werd hij van de grond gelicht en tegen de muur aan gesmeten. De Bliksemstraal uit de hand van Salias bleef als een lange slang tegen Elfran aan komen.
' Ongelimiteerde kracht! Elextrotika!' Brulde Salias nogmaals. Elfran viel zwaar gewond op de grond toen Salias stopte. Een brandend gevoel overmande Elfran. Bloed liep zachtjes uit zijn oor. Met elke kuch kwam er bloed omhoog. Boven hem verscheen het grijnzende gezicht van Salias.
'Jullie zijn al veel te laat, nog even en Bartox zal wederkeren.'
Elfran keek geschrokken naar Salias en probeerde uit alle macht zijn toverstok te pakken. Het is hopeloos, zijn geest wilde wel maar zijn lichaam weigerde. Het geluid van een zwaard klonk door de salon.
'Gelukkig hoef jij het niet meer mee te maken.' Zei Salias waarna hij hard lachte.
Met een zwaai landde zijn zwaard in de borst van Elfran. Langzaam vloeide het leven uit hem weg tot zijn hoofd opzij viel. Zijn leerling voelde zijn meester wegebben uit het leven. Met een klap zwaaide de koets deur open en rende hij naar het huis. Zijn haar nat van de regen. Weer lichte de hemel op waarna het leek alsof de wolken ontploften.
' Meester!'
Zijn stem klonk bedroefd als een traan over zijn wang gleed. Salias keek hem dreigend aan. 'Sluit je bij ons aan of onder ga het zelfde lot als je Meester.'
'Nooit!'
Nog voor dat hij zijn zwaard had getrokken kwam de punt van een zwaard door hem heen. Vol ongeloof viel hij op zijn knieën neer. Achter hem haalde de butler nogmaals uit. Met een soepele beweging snijd het zwaard in de nek. Met een klap viel de leerling zonder hoofd op de grond.
'Sorry meester hij schoot langs mij heen, ‘verontschuldigd de butler.
'Niks om je voor te verontschuldigen. Breng de twee zwarte koffers uit mijn studeerkamer naar mijn andere huis. Wees snel en zorg dat je zo snel mogelijk over de grens bent.'
‘Ja meester.' De butler verdween direct waarna de leerling van Salias door de voordeur kwam. ' Meester ik hoorde alles dus heb alvast paarden gezadeld.'
'Mooi we vertrekken direct naar de keizerlijke bibliotheek.' Buiten lag het roerloze lichaam van de koetsier van Elfran naast de koets. Snel stegen ze op waarna ze in galop weg reden.
Laatst gewijzigd door Hirador op 18 nov 2013 12:27, 3 keer totaal gewijzigd.
Hey Hirador.
Spannend begin van je verhaal. Ik kreeg een goed beeld van hoe het eruit zag maar persoonlijk zou ik iets meer details gewild hebben. (hoe ziet die stad eruit, wat voor bouwstijl etc) maar dat is mijn mening haha.
Je post ineens een hele lap tekst en dat is eigenlijk veel te veel. Ik kan je echt aanraden om stukjes van 1000 max 1500 woorden te posten. Dit komt je kritiek op je stukjes ten goede. Nu heb ik bijvoorbeeld maar de helft kunnen beoordelen omdat het gewoon te veel tekst is.
'
Excuses voor de lap tekst en de misschien wat inhoudsloze reactie op je verhaal maar hopelijk heb je toch wat aan mijn puntjes!
Groeten,
Glenn.
PS: het tweede deel bekijk ik later ^^
Spannend begin van je verhaal. Ik kreeg een goed beeld van hoe het eruit zag maar persoonlijk zou ik iets meer details gewild hebben. (hoe ziet die stad eruit, wat voor bouwstijl etc) maar dat is mijn mening haha.
Je post ineens een hele lap tekst en dat is eigenlijk veel te veel. Ik kan je echt aanraden om stukjes van 1000 max 1500 woorden te posten. Dit komt je kritiek op je stukjes ten goede. Nu heb ik bijvoorbeeld maar de helft kunnen beoordelen omdat het gewoon te veel tekst is.
Je verteld je verhaal in de verleden tijd in grote stukken maar in andere weer in de tegenwoordige tijd. Ik neem aan dat je verleden tijd wilt maar dat is mijn aanname. Je zin moet dan Met een lichte buiging NAM hij afscheid. Zijn (met een hoofdletter, nieuwe zin) leerling LIEP zwijgend achter hem aan.Met een lichte buiging neemt hij afscheid. zijn leerling loopt zwijgend achter hem aan.
'
zei Goblar die de enige dwerg in de raad was.Salias wordt mogelijk een gevaar voor de orde Hiras.' Zegt Goblar die de enige dwerg is in de raad
Elfen trotsElfen trotst is niet zomaar iets, het kan je vriend maar ook je vijand zijn.
Je schrijft zijn koetsiers = meervoud. Je vervolg echter met reageerde HIJ = enkelvoud. Koetsiers moet dus koetsier zijn.Zijn koetsiers stond de paarden te borstelen toen zijn meester de trap af kwam. 'Meester,' reageerde hij kort terwijl hij de deur van de koets open houdt.
Volgens mij moet hoofdpoort aan elkaar. daalt af naar de stad die zich in ALLE richtingen uitspreidde.Bij de hoofd poort verlaat de zwarte koets het kasteel en daalt af naar de stad die zich in al richtingen uitspreidt.
Zoals boven genoemd kreeg ik een goed beeld bij je verhaal maar hier schrijf je Machtige citadellen. Ik weet (nog) niet of dat bij je wereld hoort maar een citadel is meestal een uniek fort wat alleen de grote, belangrijke steden hebben/hadden. Doordat je schrijft dat er meerdere zijn weet ik niet of dit een foutje is of dat er echt veel citadellen zijn wat misschien de grandeur verminderd die je de stad wilt geven.Machtige citadellen tekenen de skyline te samen met grote kathedralen.
De hele aristocratie van Korunda. Een aristocraat is een persoon die voortkomt uit het politieke systeem aristocratie.De hele aristocraat van Korunda was bekent met zijn buitensporige feesten.
tegen de regen. Nadat de butler (spatie tussen regen. en Nadat)De butler kwam met een paraplu naar buiten om de grootmeester te beschermen tegen de regen.Nadat de butler de jas en hoed en wandelstok had aangenomen nam Elfran plaats in de salon.
Je gebruikt eerst verleden tijd en in de volgende zin tegenwoordige tijd. Een brandend gevoel overmande Elfran. Bloed liep zachtjes uit (niet ooit) zijn oor. Met elke kuch kwam er bloed omhoog.Elfran viel zwaar gewond op de grond toen Salias stopte. Een brandend gevoel overmand Elfran. Bloed loopt zachtjes ooit zijn oor. Met elke kuch komt er bloed omhoog.
Persoonlijk vind ik het beter dat gesproken zinnen op een nieuwe regel staan. Je doet dat wel aan het einde van dit stuk maar aan het begin van je verhaal niet.Boven hem verscheen het grijnzende gezicht van Salias. 'Jullie zijn al veel te laat, nog even en Bartox zal wederkeren.' Elfran keek geschrokken naar Salias en probeerde uit alle macht zijn toverstok te pakken. Het was hopeloos, zijn geest wilde wel maar zijn lichaam weigerde. Het geluid van een zwaard klonk door de salon.'Gelukkig hoef jij het niet meer mee te maken.' zei Salias waarna hij hard lachte. Met een zwaai landde zijn zwaard in de borst van Elfran. Langzaam vloeide het leven uit hem weg tot zijn hoofd opzij viel. Zijn leerling voelde zijn meester wegebben uit het leven. Met een klap zwaaide de koets deur open en rende hij naar het huis. Zijn haar nat van de regen. Weer lichtte de hemel op waarna het leek alsof de wolken ontploften.' Meester!' Zijn stem klonk bedroefd als een traan over zijn wang gleed.
Salias keek hem dreigend aan. 'Sluit je bij ons aan of onder ga het zelfde lot als je Meester.'
'Nooit!'
Nog voor dat hij zijn zwaard had getrokken kwam de punt van een zwaard door hem heen. Vol ongeloof viel hij op zijn knieën neer. Achter hem haalde de butler nogmaals uit. Met een soepele beweging sneed het zwaard in de nek. Met een klap viel de leerling zonder hoofd op de grond.
'Sorry meester hij schoot langs mij heen,' verontschuldigde de butler.
'Niks om je voor te verontschuldigen. Breng de twee zwarte koffers uit mijn studeerkamer naar mijn andere huis. Wees snel en zorg dat je zo snel mogelijk over de grens bent.'
'Ja meester.'
De butler verdween direct waarna de leerling van Salias door de voordeur kwam.
' Meester ik hoorde alles dus heb alvast paarden gezadeld.'
'Mooi we vertrekken direct naar de keizerlijke bibliotheek.'
Buiten lag het roerloze lichaam van de koetsier van Elfran naast de koets. Snel stegen ze op waarna ze in galop weg reden.
Excuses voor de lap tekst en de misschien wat inhoudsloze reactie op je verhaal maar hopelijk heb je toch wat aan mijn puntjes!
Groeten,
Glenn.
PS: het tweede deel bekijk ik later ^^
verhaal aangepast en 1ste deel stuk ingekort en heb je punten bekeken glen en er direct wat mee gedaan. Dankje voor de moeite wordt zeer gewaardeerd
hierbij ook het tweede deel van hoofdstuk 1
Niet veel later liepen twee stadswachten langs het huis van Salias. Even bleven ze staan als ze wat zien liggen. Dan lopen ze het pad op naar het huis. Toen ze dichter bij het huis kwamen zagen ze dat het de dode koetsier was. Een stroom bloed vond zich een weg door het grind. Met hun zwaarden in de aanslag liepen ze het huis in. Na geroepen te hebben en geen reactie te hebben gehad doorzochten ze de woning. In de salon troffen ze de grootmeester en leerling levenloos aan. Bloedspetters hadden de muur een nieuw luguber patroon bezorgd.
'Dit is niet goed, ga naar de tovenaarsraad en vertel dat Grootmeester Elfran is vermoord. Ik waarschuw de stadswacht.'
'Goed.'
Beiden mannen renden weer naar buiten. De ene naar de dichtstbijzijnde wachttoren om daar alarm te slaan door middel van de lantaarns. Omdat de stad Korunda zo groot was stonden er door de stad kleine wachtersposten waar een twintigtal stadswachten hun verblijf hadden. Naast het gebouw stond een wachttoren waar vanaf ze rooksignalen stuurde naar elkaar om zo toch snel de stad te kunnen alarmeren. Alsof hun leven er van af hing renden ze door de regen naar hun bestemming.
Op dat zelfde moment reed Salias en zijn leerling de binnenplaats van de bibliotheek op. Knechten snellen toe om de paarden over te nemen.
'Wacht hier, we zijn zo terug,’ sprak Salias kortaf
'Ja meester.'
Samen liepen ze de bibliotheek in waar een grote hal het gebouw in tweeën splitste. Aan beide zijden van de hal is een grote overloop op de eerste verdieping waar verschillende scholieren zaten te studeren aan de vele tafels. De bibliotheek was de grootste in het rijk en verruimde de geest van menig jonge ziel. Via een rooie loper liepen ze door naar achteren waar het centrale trappenhuis zich bevond. Twee grote wenteltrappen leiden naar boven tot aan de vierde verdieping waar jonge studenten hun weg zochten naar kennis. In het midden van de trappen was een kleinere wenteltrap die naar beneden ging waar de vertrekken waren waar boeken werden gerestaureerd en tevens de verbodensectie was. Snel liepen ze de trap af en verdwenen in de kelder waar de meest bijzondere boeken lagen. Ze kwamen in een rond vertrek waar die gangen vandaan leiden. Een groot hek versperde de gang die doorgang gaf naar de verboden sectie. met twee wachters ervoor was het duidelijk dat je er niet zomaar in kon komen. Op hun wambuis oogde het wapen van de keizer: een rode draak die op een diagonaal groen rood gestreept schild stond.
'Halt u mag hier niet komen meester zonder toestemming.'
'Ik heb wel degelijk toestemming soldaat.' reageerde Salias geërgerd.
'Mag ik het bewijs papier dan meester?'
'Hier is u bewijs reageerde de leerling.'
Razendsnel gooide hij zijn mantel open en schoot een pijl uit zijn kruisboog. Dodelijk trof pijl zijn doel in de nek van de wacht. De andere wachter wist niet wat hem overkwam en greep naar zijn rapier. Nog voor dat zijn rapier uit de schede was trof het mes van Salias zijn borst. Met een trap van Salias viel hij dood op de grond. Sarim had de sleutels al te pakken en opende het hek. Met grote haast zochten ze de vier Boeken van Bartox op als op de trap al het geluid klonk van naderende soldaten.
'Zoek u de boeken maar meester, ik zal ze tegenhouden.'
Salias knikte instemmend en zocht weer verder. Een hoop gevloek klonk er toen de lichamen van de wachten werden gevonden. Bij het zien van Sarim trokken ze hun rapieren, Sarim liep grijzend op hem af. Sierlijk trok hij zijn rapier uit de schede en maakte een lichte buiging. De soldaten waren enigszins verrast door de hoffelijkheid van de jongeman. Uit hoffelijkheid maken ze ook een lichte buiging. direct schoot Sarim naar voren en haalde hard uit. bloed spoot tegen de muur toen de eerste keel werd doorsneden. Als een ballerina uit het keizerlijk ballet danste Sarim over de vloer en haalde alweer uit met zijn rapier. De soldaat wist een aantal slagen af te weren waarna hij het noodlot tegemoet ging. De twee andere wachten stormden op Sarim af die zijn handpalm naar hun richtte. 'Aftandrium!' Met een ruk werden de mannen van de grond opgetild en zo tegen de muur aan gesmeten. Met twee korte steken beroofde Sarim hun van het leven. Terwijl hij grinnikte spande hij zijn kleine kruisboog weer. Twee jonge Studenten kwamen nieuwsgierig op het geluid af. Sarim twijfelde geen moment en richtte zijn eerste pijl door de voorste student zijn borst. Met dodelijke precisie raakte de pijl de jongen in het hoofd. Nog voor de andere student bekomen was van de schrik werd hij al naar beneden getrokken door Sarim. zijn broek werd vochtig toen hij Sarim in zich opnam. Zijn ogen vulde zich met een doodsangst. Veel tijd was er niet als hij een koude steek voelde, bloed stroomde rijkelijk uit de gapende wond. Sarim veegde zijn rapier schoon aan één van de lijken en wachtte op zijn meester. Salias kwam al snel terug met de vier boeken onder zijn armen. Sarim nam er twee van over en waarna ze de trap op renden. Ze renden samen door de hal heen als ze achter hun soldaten hoorden schreeuwen, ze waren ontdekt.
'Die boeken mogen niet mee worden genomen.'
'Deze wel, Aftandrium!'
De wachters vlogen een eind achteruit tot ze tegen de muren botsten. De wachters bij de ingang versperden hun nu de weg. Grijzend hielden ze hun hellebaarden naar voren om zo de twee tovenaars binnen te houden. kwaadaardig lachte Salias, 'Is dat alles wat jullie kunnen?, Elextrotika!'
Bliksemstralen schoten uit zijn vingers. Dodelijk getroffen vlogen de soldaten achterover naar buiten. Sarim gooide een lantaarn kapot tegen één van de vele doeken. Direct vatte het vlam en sloegen de vlammen over op andere doeken. Met hun rapieren overwonnen ze een groep wachters waarna ze naar buiten renden. De knechten keken verbaasd naar de mannen toen ze de trap af renden. Bloed spatte omhoog toen een knecht werd open gesneden door een rapier. In galop reden ze onder de poort door ruw uithalend naar de poortwachters. Met de wind in hun haar reden ze door de straten naar de Oosterpoort. Nog voor het alarm overal doorgedrongen was verlieten de ruiters de stad.
Met afschuw stond Hiras uit het raam te kijken. Het beeld van de brand in de bibliotheek brandde diep in zijn netvlies. Nog voor de stadswacht de zaal binnen stapte was hij zich bewust van de ramp die zich had voltrokken. Hij wuifde de wachter na zijn verhaal zwijgend weg. De raad kwam gezamenlijk de raadzaal binnen lopen en wachtte afwachtend tot Hiras wat zou zeggen. Het is bleef lang stil, geen van de grootmeesters wil eerder als Hiras spreken. Zwijgend stond hij daar voor het raam, roerloos als een standbeeld. Goblar hield het niet langer voor en sloeg zijn vuist op tafel.
'Genoeg gezwegen, we moeten handelen Hiras.'
Met een strak gezicht keek Hiras de dwerg aan.
'Hoe dan grootmeester Goblar?'
'We moeten de keizer en de dwergen koning waarschuwen. Salias zal de elfen koning Elfron aanzetten tot oorlog. Hirador de wijze heeft hier op gewezen in zijn profetieën. Ik citeer: als het kwaad losgebroken is, berg uw dan en waak over u grenzen want spoedig zal het kwaad aan uw deur staan. Ongenadig, onverzadigbaar zal het alles verslinden. Zijn honger zal nooit gestild worden.'
'Grootmeester Goblar heeft gelijk, de elfen koning heeft nog wel een appeltje te schillen met de keizer en gesteund door Salias zal dat ongetwijfeld gaan gebeuren.'
'Ik weet het.' Reageert Hiras.
'Ik zal de koning informeren, hij zal maatregelen moeten gaan nemen.'
Zware bronzen kerkklokken klonken onafgebroken over de stad. Hiras slaakt een diepe zucht. Met een bedroefd gezicht keek hij naar buiten. 'Ook dat nog, een keizerlijke baby. De keizerin kiest een goede tijd om te bevallen. Het kind zal in een moeilijke tijd opgroeien.'
'Zou dit ook een deel van de profetie zijn? De profeet Hirmazar, zegeningen zijn op hem. Zegt namelijk dat in de tijd dat de duisternis haar sluier over de wereld strijkt dat Hirador zal komen onder hen die in nood zijn. De profetie zegt namelijk ook dat….’
‘We weten wat de profetieën zeggen grootmeester Goblar, reageerde grootmeester Elfas die bekent stond als de stille. Het was bijna uniek dat hij iets zoals dit zei. Goblar gaf hem kwade blik toe.
'Grootmeester Goblar uw tong spreekt wederom alleen wijsheid. Uw aanwezigheid siert uw ras der dwergen. En dat terwijl de dwergen niet Hirador de alle wijste vereren.’
‘Grootmeester Hiras, hoe kan ik de orde van dienst zijn als ik niet de religies en heilige boeken heb gestudeerd van de rassen. Alleen als men alles heeft bestudeerd kan hij een juist antwoord geven vol van waarde.’
Hiras knikte instemmend en richtte zich tot iedereen
‘Kom laat ons de keizerlijke familie feliciteren en hun deze kwade zaak openbaren.'
‘Ik zal naar het huis van Salias gaan grootmeester Hiras en het bewaken.’ Sprak Goblar.
‘Ga met de zegen van Hirador de grote en wees op je hoede grootmeester Goblar.’
hierbij ook het tweede deel van hoofdstuk 1
Niet veel later liepen twee stadswachten langs het huis van Salias. Even bleven ze staan als ze wat zien liggen. Dan lopen ze het pad op naar het huis. Toen ze dichter bij het huis kwamen zagen ze dat het de dode koetsier was. Een stroom bloed vond zich een weg door het grind. Met hun zwaarden in de aanslag liepen ze het huis in. Na geroepen te hebben en geen reactie te hebben gehad doorzochten ze de woning. In de salon troffen ze de grootmeester en leerling levenloos aan. Bloedspetters hadden de muur een nieuw luguber patroon bezorgd.
'Dit is niet goed, ga naar de tovenaarsraad en vertel dat Grootmeester Elfran is vermoord. Ik waarschuw de stadswacht.'
'Goed.'
Beiden mannen renden weer naar buiten. De ene naar de dichtstbijzijnde wachttoren om daar alarm te slaan door middel van de lantaarns. Omdat de stad Korunda zo groot was stonden er door de stad kleine wachtersposten waar een twintigtal stadswachten hun verblijf hadden. Naast het gebouw stond een wachttoren waar vanaf ze rooksignalen stuurde naar elkaar om zo toch snel de stad te kunnen alarmeren. Alsof hun leven er van af hing renden ze door de regen naar hun bestemming.
Op dat zelfde moment reed Salias en zijn leerling de binnenplaats van de bibliotheek op. Knechten snellen toe om de paarden over te nemen.
'Wacht hier, we zijn zo terug,’ sprak Salias kortaf
'Ja meester.'
Samen liepen ze de bibliotheek in waar een grote hal het gebouw in tweeën splitste. Aan beide zijden van de hal is een grote overloop op de eerste verdieping waar verschillende scholieren zaten te studeren aan de vele tafels. De bibliotheek was de grootste in het rijk en verruimde de geest van menig jonge ziel. Via een rooie loper liepen ze door naar achteren waar het centrale trappenhuis zich bevond. Twee grote wenteltrappen leiden naar boven tot aan de vierde verdieping waar jonge studenten hun weg zochten naar kennis. In het midden van de trappen was een kleinere wenteltrap die naar beneden ging waar de vertrekken waren waar boeken werden gerestaureerd en tevens de verbodensectie was. Snel liepen ze de trap af en verdwenen in de kelder waar de meest bijzondere boeken lagen. Ze kwamen in een rond vertrek waar die gangen vandaan leiden. Een groot hek versperde de gang die doorgang gaf naar de verboden sectie. met twee wachters ervoor was het duidelijk dat je er niet zomaar in kon komen. Op hun wambuis oogde het wapen van de keizer: een rode draak die op een diagonaal groen rood gestreept schild stond.
'Halt u mag hier niet komen meester zonder toestemming.'
'Ik heb wel degelijk toestemming soldaat.' reageerde Salias geërgerd.
'Mag ik het bewijs papier dan meester?'
'Hier is u bewijs reageerde de leerling.'
Razendsnel gooide hij zijn mantel open en schoot een pijl uit zijn kruisboog. Dodelijk trof pijl zijn doel in de nek van de wacht. De andere wachter wist niet wat hem overkwam en greep naar zijn rapier. Nog voor dat zijn rapier uit de schede was trof het mes van Salias zijn borst. Met een trap van Salias viel hij dood op de grond. Sarim had de sleutels al te pakken en opende het hek. Met grote haast zochten ze de vier Boeken van Bartox op als op de trap al het geluid klonk van naderende soldaten.
'Zoek u de boeken maar meester, ik zal ze tegenhouden.'
Salias knikte instemmend en zocht weer verder. Een hoop gevloek klonk er toen de lichamen van de wachten werden gevonden. Bij het zien van Sarim trokken ze hun rapieren, Sarim liep grijzend op hem af. Sierlijk trok hij zijn rapier uit de schede en maakte een lichte buiging. De soldaten waren enigszins verrast door de hoffelijkheid van de jongeman. Uit hoffelijkheid maken ze ook een lichte buiging. direct schoot Sarim naar voren en haalde hard uit. bloed spoot tegen de muur toen de eerste keel werd doorsneden. Als een ballerina uit het keizerlijk ballet danste Sarim over de vloer en haalde alweer uit met zijn rapier. De soldaat wist een aantal slagen af te weren waarna hij het noodlot tegemoet ging. De twee andere wachten stormden op Sarim af die zijn handpalm naar hun richtte. 'Aftandrium!' Met een ruk werden de mannen van de grond opgetild en zo tegen de muur aan gesmeten. Met twee korte steken beroofde Sarim hun van het leven. Terwijl hij grinnikte spande hij zijn kleine kruisboog weer. Twee jonge Studenten kwamen nieuwsgierig op het geluid af. Sarim twijfelde geen moment en richtte zijn eerste pijl door de voorste student zijn borst. Met dodelijke precisie raakte de pijl de jongen in het hoofd. Nog voor de andere student bekomen was van de schrik werd hij al naar beneden getrokken door Sarim. zijn broek werd vochtig toen hij Sarim in zich opnam. Zijn ogen vulde zich met een doodsangst. Veel tijd was er niet als hij een koude steek voelde, bloed stroomde rijkelijk uit de gapende wond. Sarim veegde zijn rapier schoon aan één van de lijken en wachtte op zijn meester. Salias kwam al snel terug met de vier boeken onder zijn armen. Sarim nam er twee van over en waarna ze de trap op renden. Ze renden samen door de hal heen als ze achter hun soldaten hoorden schreeuwen, ze waren ontdekt.
'Die boeken mogen niet mee worden genomen.'
'Deze wel, Aftandrium!'
De wachters vlogen een eind achteruit tot ze tegen de muren botsten. De wachters bij de ingang versperden hun nu de weg. Grijzend hielden ze hun hellebaarden naar voren om zo de twee tovenaars binnen te houden. kwaadaardig lachte Salias, 'Is dat alles wat jullie kunnen?, Elextrotika!'
Bliksemstralen schoten uit zijn vingers. Dodelijk getroffen vlogen de soldaten achterover naar buiten. Sarim gooide een lantaarn kapot tegen één van de vele doeken. Direct vatte het vlam en sloegen de vlammen over op andere doeken. Met hun rapieren overwonnen ze een groep wachters waarna ze naar buiten renden. De knechten keken verbaasd naar de mannen toen ze de trap af renden. Bloed spatte omhoog toen een knecht werd open gesneden door een rapier. In galop reden ze onder de poort door ruw uithalend naar de poortwachters. Met de wind in hun haar reden ze door de straten naar de Oosterpoort. Nog voor het alarm overal doorgedrongen was verlieten de ruiters de stad.
Met afschuw stond Hiras uit het raam te kijken. Het beeld van de brand in de bibliotheek brandde diep in zijn netvlies. Nog voor de stadswacht de zaal binnen stapte was hij zich bewust van de ramp die zich had voltrokken. Hij wuifde de wachter na zijn verhaal zwijgend weg. De raad kwam gezamenlijk de raadzaal binnen lopen en wachtte afwachtend tot Hiras wat zou zeggen. Het is bleef lang stil, geen van de grootmeesters wil eerder als Hiras spreken. Zwijgend stond hij daar voor het raam, roerloos als een standbeeld. Goblar hield het niet langer voor en sloeg zijn vuist op tafel.
'Genoeg gezwegen, we moeten handelen Hiras.'
Met een strak gezicht keek Hiras de dwerg aan.
'Hoe dan grootmeester Goblar?'
'We moeten de keizer en de dwergen koning waarschuwen. Salias zal de elfen koning Elfron aanzetten tot oorlog. Hirador de wijze heeft hier op gewezen in zijn profetieën. Ik citeer: als het kwaad losgebroken is, berg uw dan en waak over u grenzen want spoedig zal het kwaad aan uw deur staan. Ongenadig, onverzadigbaar zal het alles verslinden. Zijn honger zal nooit gestild worden.'
'Grootmeester Goblar heeft gelijk, de elfen koning heeft nog wel een appeltje te schillen met de keizer en gesteund door Salias zal dat ongetwijfeld gaan gebeuren.'
'Ik weet het.' Reageert Hiras.
'Ik zal de koning informeren, hij zal maatregelen moeten gaan nemen.'
Zware bronzen kerkklokken klonken onafgebroken over de stad. Hiras slaakt een diepe zucht. Met een bedroefd gezicht keek hij naar buiten. 'Ook dat nog, een keizerlijke baby. De keizerin kiest een goede tijd om te bevallen. Het kind zal in een moeilijke tijd opgroeien.'
'Zou dit ook een deel van de profetie zijn? De profeet Hirmazar, zegeningen zijn op hem. Zegt namelijk dat in de tijd dat de duisternis haar sluier over de wereld strijkt dat Hirador zal komen onder hen die in nood zijn. De profetie zegt namelijk ook dat….’
‘We weten wat de profetieën zeggen grootmeester Goblar, reageerde grootmeester Elfas die bekent stond als de stille. Het was bijna uniek dat hij iets zoals dit zei. Goblar gaf hem kwade blik toe.
'Grootmeester Goblar uw tong spreekt wederom alleen wijsheid. Uw aanwezigheid siert uw ras der dwergen. En dat terwijl de dwergen niet Hirador de alle wijste vereren.’
‘Grootmeester Hiras, hoe kan ik de orde van dienst zijn als ik niet de religies en heilige boeken heb gestudeerd van de rassen. Alleen als men alles heeft bestudeerd kan hij een juist antwoord geven vol van waarde.’
Hiras knikte instemmend en richtte zich tot iedereen
‘Kom laat ons de keizerlijke familie feliciteren en hun deze kwade zaak openbaren.'
‘Ik zal naar het huis van Salias gaan grootmeester Hiras en het bewaken.’ Sprak Goblar.
‘Ga met de zegen van Hirador de grote en wees op je hoede grootmeester Goblar.’
Laatst gewijzigd door Hirador op 17 nov 2013 23:23, 1 keer totaal gewijzigd.
Hey Hirador bloedig vervolg van je verhaal. Het leest soepel weg en er zit duidelijk vaart in. Op het einde echter met al die profetieën vind ik persoonlijk dat je teveel uit handen geeft. Laat je lezers een klein beetje gissen waar het verhaal over zal gaan of waar het heen gaat.
De bibliotheek heb je mooi omschreven en ik kreeg er een duidelijk beeld van. De setting met de koetsen, rapieren etc doet me denken aan de 17/18de eeuw weet niet of dat je ook geïnspireerd heeft?
Verder nog wat puntjes:
Knechten snellen toe om de paarden over te nemen.
snelden
met twee wachters ervoor was het duidelijk dat je er niet zomaar in kon komen.
Met
Reden
de ramp die zich had voltrokken
'Kom, dit maar zat er een punt tussen ' en kom
Probeer wat beter op hoofdletter gebruik te letten. Verder ben ik erg benieuwd naar het vervolg als de stukjes nog iets kleiner kunnen zou ik dat appreciëren. Het is namelijk handiger beoordelen ^^
Groeten,
Glenn.
PS: heb zo'n gevoel dat er misschien wat Rad des Tijds elementen in je verhaal zitten als je die reeks kent ^^
Ga zo door!
De bibliotheek heb je mooi omschreven en ik kreeg er een duidelijk beeld van. De setting met de koetsen, rapieren etc doet me denken aan de 17/18de eeuw weet niet of dat je ook geïnspireerd heeft?
Verder nog wat puntjes:
Je beschrijft een geadvanceerde wereld met rijtuigen, kathendralen, citadellen en natuurlijk magie. Ik kan me daarom niet echt een duidelijk beeld geven waarom ze rook signalen hebben als waarschuwingssysteem. Het is een vrij langzaam en onbetrouwbaar systeem. Gezien hoe je de wereld neer zette dacht ik eerder aan een systeem van alarmklokken in de torens of een soort licht systeem van lantaren wel of niet onder de invloed van magie (weet nog niet hoe verweven magie is in jouw wereld). KleinigheidjeDe ene naar de dichtstbijzijnde wachttoren om daar een rook signaal te maken.
snelden
Samensamen liepen ze de bibliotheek in waar een grote hal het gebouw in tweeën splitste.
Zijden, hal is met een kleine letter of het moet de naam van iets zijn.Aan beide zeiden van de Hal is een grote overloop op de eerste verdieping waar verschillende scholieren zaten te studeren aan de vele tafels.
Snelsnel liepen ze de trap af en verdwenen in de kelder waar de meest bijzondere boeken lagen
met twee wachters ervoor was het duidelijk dat je er niet zomaar in kon komen.
Met
soldaat. Een komma gebruik je meestal als Salias er nog wat achteraan zou zeggen bv: 'Ik ben een tovenaar,' sprak Salias, 'en u?''Ik heb wel degelijk toestemming soldaat,' reageerde Salias geërgerd.
Dodelijkdodelijk trof pijl zijn doel in de nek van de wacht.
overkwamDe andere wachter wist niet wat hem overkomt en greep naar zijn rapier.
Metmet een trap van Salias viel hij dood op de grond.
als = toenMet grote haast zochten ze de vier Boeken van Bartox op als op de trap al het geluid klonk van naderende soldaten.
Zoekt'zoek u de boeken maar meester, ik zal ze tegenhouden.'
verrast met een kleine letterDe soldaten waren enigszins Verrast door de hoffelijkheid van de jongeman.
Uit hoffelijkheid maakten, Direct schoot Sarim, Bloed spootUit hoffelijkheid maken ze ook een lichte buiging. direct schoot Sarim naar voren en haalde hard uit. bloed spoot tegen de muur toen de eerste keel werd doorsneden.
De twee, stormden op, naar hun richttede twee andere wachten stormen op Sarim af die zijn handpalm naar hun richt.
Metmet twee korte steken beroofde Sarim hun van het leven.
grinnikteTerwijl hij grinnikt spande hij zijn kleine kruisboog weer.
studenten met kleine letter, de rest is verwarrend qua zinsopbouw ik verlies je na waardoor. Ik weet nu niet wie hoe geraakt wordt.Twee jonge Studenten kwamen nieuwsgierig op het geluid af waardoor de eerste een pijl door de voorste student zij borst ging en de tweede naar beneden werdt getrokken.
Zijn broek, in zich opnam. met een punt geen punt en een komma. Zijn ogenzijn broek werd vochtig als hij Sarim in zich opnam., zijn ogen vulde zich met een doodsangst.
wachtteSarim veegde zijn rapier schoon aan één van de lijken en wachte op zijn meester.
vreemde zinZe renden door de hal heen als wachters die al op hun af kwamen rennen door argwaan.
Kwaardaardig, Salias: als de persoon iets zegt is het persoon: 'gesproken zin'kwaadaardig lachte Salias, 'Is dat alles wat jullie kunnen?, Elextrotika!'
Bliksemstralenbliksemstralen schoten uit zijn vingers.
Rapieren zijn vrij dunne wapens geschikt om te steken niet om te slaan. Sloegen past daarom naar mijn mening niet. Het kan zijn dat ze in jouw wereld andere rapieren gebruiken dan ze in 16/17de eeuw Europa.Met hun rapieren sloegen ze een groep wachters neer waarna ze naar buiten renden.
Bloedbloed spatte omhoog toen een knecht werd open gesneden door een rapier.
.Met de wind in hun haar rijden ze door de straten naar de Oosterpoort
Reden
branddeHet beeld van de brand in de bibliotheek brande diep in zijn netvlies
.Nog voor de stadswacht de zaal binnen stapte was hij zich bewust van de ramp die zich was voltrokken
de ramp die zich had voltrokken
uw grenzen, uw deurIk citeer: als het kwaad losgebroken is, berg u dan en waak over u grenzen want spoedig zal het kwaad aan u deur staan.
'Grootmeester er zat een spatie tussen ' en grootmeester, uw tong, uw aanwezigheid, uw ras' Grootmeester Goblar u tong spreekt wederom alleen wijsheid. U aanwezigheid siert u ras der dwergen. En dat terwijl de dwergen niet Hirador de alle wijste vereren.’
'‘.Kom laat ons de keizerlijke familie feliciteren en hun deze kwade zaak openbaren.
'Kom, dit maar zat er een punt tussen ' en kom
bewaken.' sprak. einde zin dus een punt‘Ik zal naar het huis van Salias gaan grootmeester Hiras en het bewaken, ’Sprak Goblar.
Probeer wat beter op hoofdletter gebruik te letten. Verder ben ik erg benieuwd naar het vervolg als de stukjes nog iets kleiner kunnen zou ik dat appreciëren. Het is namelijk handiger beoordelen ^^
Groeten,
Glenn.
PS: heb zo'n gevoel dat er misschien wat Rad des Tijds elementen in je verhaal zitten als je die reeks kent ^^
Ga zo door!
Effe een korte reactie voor glen.
Bedankt voor je reactie weer ga er weer mee aan de gang. Had je het eerete gedeelte nog vlug bekeken? Heb wat extra geschreven over de stad
verder een rapier heeft wel degelijk een kling maar is niet zo sterk als een normaal zwaard al kan je er fikse tikken mee uitdelen in tegenstelling van een degen die rond is en puur een steek wapen is.
de wereld is kwa onze tijd in de de 15 a 15de eeuw. de mensen hebben nog niet zo lang buskruit uitgevonden dat de wereld in een razend tempo veranderd. Musketten zijn ontwikkeld en de keizerlijke marine heeft reeds haar machtige galjoenen en galeien uitgerust met de eerste kanonnen.
heb daarnaast de rooksignalen veranderd in een lamp systeem. in het volgende deel komt er ook wat meer naar voren hoe de magie werkt in mijn wereld. Wat betreft dat boek wat je bedoeld heb ik nog niet gelezen.
Bedankt voor je reactie weer ga er weer mee aan de gang. Had je het eerete gedeelte nog vlug bekeken? Heb wat extra geschreven over de stad
verder een rapier heeft wel degelijk een kling maar is niet zo sterk als een normaal zwaard al kan je er fikse tikken mee uitdelen in tegenstelling van een degen die rond is en puur een steek wapen is.
de wereld is kwa onze tijd in de de 15 a 15de eeuw. de mensen hebben nog niet zo lang buskruit uitgevonden dat de wereld in een razend tempo veranderd. Musketten zijn ontwikkeld en de keizerlijke marine heeft reeds haar machtige galjoenen en galeien uitgerust met de eerste kanonnen.
heb daarnaast de rooksignalen veranderd in een lamp systeem. in het volgende deel komt er ook wat meer naar voren hoe de magie werkt in mijn wereld. Wat betreft dat boek wat je bedoeld heb ik nog niet gelezen.
14 a 15de of 15 a 16de eeuw? neem aan het laatste gezien je wereld.de wereld is kwa onze tijd in de de 15 a 15de eeuw.
Jazeker en hieronder mijn commentaar:Had je het eerete gedeelte nog vlug bekeken? Heb wat extra geschreven over de stad
wapperdenDe zwarte laarzen van Salias klonken luid door de gang, hun korte capes wapperen op hun rode wambuizen versiert met zilverdraad.
reiktenSamen met zijn leerling Sarim liepen ze de rode hal in waar grote ronde zuilen naar het dak reiken.
wasElke zeul is vernoemd naar een groot tovenaar.
bewaakteAl sinds het begin van de tovenaars orde bewaakt de rode garde het orde kasteel.
slootSamen liepen ze naar binnen waarna de deur zich weer sluit.
kwamenAl kwam er steeds meer sierlijke broeken met lange kousen voor met een mooie jas met knopen er boven.
stond op, het duurste zijde, maakte een majestueuze indrukElfran één van de elfen in de raad staat op. Zijn lange haren die zo glad en fijn waren als de duurste zijde te samen met zijn witte gewaden maken een majestueuze indruk.
die woede in jouw ogen, waar is die'Salias zoon van Sansias, Die woede in jou ogen siert jou niet. Waar die prachtige vrede gebleven in jou ogen? Die magie is te gevaarlijk, zelfs wij wagen ons er niet aan. Die magie zal gebruik maken van onze ijdelheid en trots. Nu op dit moment reikt het al naar jou geest. Neem afstand van de zwarte magie en leg je neer bij ons besluit.'
Zijnzijn leerling liep zwijgend achter hem aan.
was ingestapt sloot de koetsier, wiebelde, op de bok klom. begon het te regenen toen de koets, verliet, uitspreidde, tekende, skyline is engels stadssilhouet, stedelijk silhouet of kimlijn zijn de Nederlandse woorden ervoor.Als zijn leerling Sanas bij hem is ingestapt sluit de koetsier de deur. De kleine koets wiebelt als de koetsier op de bok klimt. Zachtjes begint het te regenen als de koets de binnenplaats verlaat. Bij de hoofdpoort verliet de zwarte koets het kasteel en daalde af naar de stad die zich in all richtingen uitspreidt. Machtige citadellen tekenen de skyline te samen met grote kathedralen en de vele theaters.
Je zei in één van je posts dat er kanonnen zijn en ik neem aan dat je hier op doelt. Stadsmuren zijn echter meestal beter bestand tegen kanonnen dan je denkt. Kanonnen, zeker de eerste generaties (je zegt dat ze pas zijn uitgevonden), zijn minder effectief dan doet vermoeden. Om een voorbeeld te geven: Bij het beleg van Malta in 1565 werden er per dag 6000 á 7000 kanonskogels afgevuurt zonder veel effect. Bij mij schep je daarom het beeld dat A de buitenste muren in ruïne staat verkeren of B dat jouw generatie kanonnen enorm accuraat en krachtig zijn.Geen stad was zo beveiligd als Korunda. Ondanks dat alles waren de buitenste muren verouderd met de komst van nieuwe wapens.
rivierschepen, het is ook een erg lange zin.Haar vele handelaren bezaten vele pakhuizen waar rivierschepen af en aan voerden met goederen uit de koloniën die in Mare Castellum de grootste havenstad van het rijk werden over geladen op rivierscheppen die dan via de Korun rivier naar de stad voeren.
de jas, hoed en wandelstokNadat de butler de jas en hoed en wandelstok had aangenomen nam Elfran plaats in de salon.
de manElfran bedankte man vriendelijk.
geërdeHet ijzeren kruis dat de moedigste en geerde gasten kregen van de keizer pronkte er onder.
landdeMet een zwaai lande zijn zwaard in de borst van Elfran.
Het hele stuk tussen het weg gaan van Elfran bij de vergadering tot het weerzien met Salias is een groot blok. Als je dat opdeelt in alinea's is het veel makkelijker lezen. Je creëert daarmee natuurlijke adempauzes. Nu zijn die pauzes er niet waardoor je eigenlijk op ziet tegen een massief blok tekst waar je uit raakt ook al is de inhoud goed.
Heb nu een heel duidelijk beeld van de stad goed omschreven.
Inhoudelijk gezien over je eerste twee posts kan ik denk ik nog weinig zeggen. Salias lijkt me verteerd door het duistere en lijkt me uit te groeien tot de antagonist. Doordat je op het einde van je tweede stukje de profetieën vermeld en daarna zegt dat er een prins/prinses geboren is vermoed ik dat deze misschien wel onze toekomstige hoofdpersoon/held is maar dat is nu nog koffiedik kijken.
Ga zo door!
zo verhaal geüpdatet bedankt voor de puntjes weer, wordt hier zeer gewaardeerd
ja mijn verhaal is eigenlijk meer 16de eeuw, kanonnen zijn er reeds in verschillende kalibers al. De stadsmuren zijn nog echt uit de middeleeuwen en daardoor slechter van kwaliteit. Met een zwaar kanon kun je dan een aardige bres slaan. Verder in het verhaal komt er nog een belangrijke stad naar voren van de mensen die gezien wordt als onneembaar door haar moderne verdedigingswerken van schuine muren en sterforten. Ga niet meer prijs geven over die stad alleen dat het er prachtig is hihi
Wat betreft Salias die wordt inderdaad opgezogen door duister machten die later een naam krijgen.
tja wie weet wat dat baby'tje gaat doen hihi
ja mijn verhaal is eigenlijk meer 16de eeuw, kanonnen zijn er reeds in verschillende kalibers al. De stadsmuren zijn nog echt uit de middeleeuwen en daardoor slechter van kwaliteit. Met een zwaar kanon kun je dan een aardige bres slaan. Verder in het verhaal komt er nog een belangrijke stad naar voren van de mensen die gezien wordt als onneembaar door haar moderne verdedigingswerken van schuine muren en sterforten. Ga niet meer prijs geven over die stad alleen dat het er prachtig is hihi
Wat betreft Salias die wordt inderdaad opgezogen door duister machten die later een naam krijgen.
tja wie weet wat dat baby'tje gaat doen hihi
Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor
H2
Kleine blauwe oogjes verschenen als parels in een oesters. Zachtjes gingen de oogleden omhoog. Al bewegend met zijn armpjes bewoog de baby in zijn doeken. Twee grote bruine ogen keken hem aan. Een traan zocht zijn weg omlaag tussen een bruine baard door.
'Een zoon, een zoon, we hebben een zoon!'
Stevig pakte de keizer de hand van zijn vrouw vast.
'Mijn lieve keizerin je hebt mij het mooiste ooit geschonken. Hoe zullen we jou noemen mijn prins?'
Een briesje stak op in de kamer. Gordijnen wapperden, papieren ritselden in de bries. Toen klonk er zachtjes een stem in de wind.
'Hirador is zijn naam, Hirador. Noem hem Hirador, Hirador.... Hirador........... Hirador.'
De bries ging weer liggen en de keizer keek naar zijn vrouw. In koor zeiden ze Hirador is zijn naam. De Keizer hield zijn zoon Hirador omhoog en zij: 'Wees gezegend prins Hirador, moge de grote Hirador over je waken want je draagt de naam van de aller nobelste.'
Voorzichtig gaf hij zijn grootste schat ooit in de gene die ooit zijn hart veroverde op de jaarmarkt. toen liep hij naar de deur waar hij de gang op ging. Een aantal graven uit de keizerlijke raad stonden te wachten op de gang. Grote vragende ogen priemden in de rug van de keizer toen hij de deur achter zich dicht trok. Met een glimlach zoals de keizer al jaren niet meer had gekeken keek hij naar zijn graven. 'Luid de klokken voor mijn zoon, Prins Hirador, laat de keizerlijke marine honderd en één saluutschoten lossen!'
'Meteen uwe keizerlijke hoogheid,' met een lichte buiging liep een graaf achteruit weg.
Al snel was de hele stad gevuld met klokken geluid. De één nog mooier en luider als de ander. Mensen openden hun vensters en hingen de vlag uit. Spontaan feliciteerden de inwoners zich met de nieuwe telg in de keizerlijke familie. Stadsherauten riepen het vrolijke nieuws rond. Slechts enkel bij de stadspoorten was de sfeer anders. Grote valhekken sloten de poorten af. Uit barakken kwamen rijen soldaten naar buiten. De stadspoorten werden extra beveiligd en extra patrouilles gingen de stad in. Met gebulder opende de HMS Saffier een korvet het vuur in de haven. Eén voor één losten haar kanonnen hun lading, steeds weer en weer. Kruit dampen waaide om de HMS Saffier heen, alsof ze in een mistbank lag. Licht flitsen lichten op in de rook van bulderende kanonnen. Tot ze haar 101ste saluutschot loste. De wachters bij de poort naar het paleis salueerden naar de koetsen van de raad der tovenaars orde die gevolgd werden door een eskader cavaleristen toen ze het paleis terrein op reden. Een lange weg met fijn grind leidde naar het paleis. Langs weerszijden stonden lantaarns opgesteld waarachter de keizerlijke tuinen lagen. Aan het eind van de laan was een grote vlaggenstok geplaatst waar een grote vlag wapperde. Vier wachters van de keizerlijke garde hielden de erewacht. Daarom heen was een grote heg geplaatst waar in elke hoek een fontein was gebouwd. De laan draaide er omheen zodat koetsen voor de trappen van het bordes konden stoppen.
Grote witte zuilen reikte tot aan het dak boven de vierde verdieping. Het gebouw was smetteloos wit geverfd en had nog kenmerken van een kasteel al was dat slechts enkel de oude toren nog. Op elke tree van het bordes stond een wacht van de keizerlijke garde. Hun uniform was smetteloos net zoals hun hellebaarden. Gezamenlijk liep de tovenaarsraad de trappen op. Portiers deden de grote deuren voor hun open. Het helderste glas zat in elk venster van het paleis want slechts het beste was genoeg voor de keizer. De dwergen vorsten maakten hier hun fortuin uit en een bloeiende handel voor glas ontstond er tussen de rijken. De galeien van de dwergen voeren af en aan naar Mare Castellum met hun kostbare waar. Op hun beurt voeren snelle speciaal gebouwde korvetten voor goud transport naar de dwergen. Menig piraat probeerde de korvetten te kapen maar hun snelheid was ongeëvenaard. De ontvangstzaal was grandioos ingericht. Zuivere gouden kroonluchters hingen aan het plafon. Aan het eind van de hal was de toegang in tweeën verdeeld door een portret van de keizer en keizerin. De deuren waren belegd met het mooiste goud uit de bergen van Margur. Een lange gang gaf doorgang naar de grote zaal. Lakeien deden de deuren voor de tovenaars open. Een helder licht viel door de grote ramen onder de ronde koepel naar beneden. De grote zaal was één grote open ruimte en reikte tot aan het plafon waardoor rond de zaal op elke verdieping een balustrade liep. Op verschillende verdiepingen stonden wachters uit de keizerlijke garde. Het enig doel van de garde was het keizerlijk huis en al haar bezittingen te beschermen en met tienduizend elite soldaten lukte dat aardig. De grote koepel boven de zaal bevatte een in mozaïek gelegde beeltenis van de Grote Hirador in al zijn pracht en macht. Vanaf de derde verdieping waren kabels gespannen die kristallen kroonluchters op hun plek hielden. Alle leuningen waren voorzien van een dunne laag goud. Prachtige fluwelen rode gordijnen hingen aan weerszijden van grote marmeren zuilen die van de vloer door alle verdiepingen omhoog liepen tot aan het dak. Tegenover de grote deuren bevond zich een grote trap die van onder af steeds smaller werd naar boven. Op de eerste verdieping achter de trap bevond zich de centrale trap die als een werveltrap omhoog ging. Links van de trap zat een klein assemblee te spelen van cello, viool en klavecimbel. Lakeien liepen af en aan met heerlijke hapjes en wijn om de kelen te smeren. Hiras keek de zaal rond en zag overal graven, hertogen en de rijke invloedrijke burgers van de stad. Het nieuws van de geboorte verplaatste zich razendsnel door de stad en daarbuiten aan pootjes van postduiven. Hiras keek achterom bij het horen van Goblar die vrolijk lachte. Goblar keek Hiras aan met zijn handen en mond vol lekkere dingen. Met grote happen schrobde Goblar de hapjes naar binnen. Hij wilde al naar de volgende lakei lopen toen Hiras stem klonk.
'Heb je nog niet genoeg gehad?'
Goblar likte zijn vingers af en schudde van nee. Hiras zuchtte even en groette wat gasten. Met twee of drie tegelijk gingen de gebakjes naar binnen. De eetlust van de dwerg was ongelooflijk al aten dwergen altijd veel voor hun formaat. Weer gingen de deuren open en kwam veldmaarschalk Dramar binnen. Zijn uniform zat hem als gegoten en was smetteloos schoon. Vele medailles sierden zijn borst met aan zijn riem een rijkelijk versierde rapier. Een steek sierde zijn hoofd met witte veren. Verschillende gasten maakten een buiging voor hem want hij was tevens aartshertog van Woudrum. Een gebied ten westen van de hoofdstad waar de grote zwarte wouden lagen. Een gebied waar de rivier Kura slingerend door heen liep. Hiras liep naar veldmaarschalk Dramar en sprak hem aan.
'Excellentie mag ik u even storen?'
'Natuurlijk grootmeester Hiras, wat is het dat uw hart met zich meedraagt? Want u gezicht spreekt boekdelen.'
Hiras gebaarde naar een rustig hoekje en maakte een ernstige blik.
'Dramar er is zich een ramp voltrokken. Meester Salias is door gedraaid en heeft de boeken van Bartox gestolen.'
'Bartox, Bartox verfris mijn geheugen eens.' Zei Dramar met een fronsend voorhoofd.
'Het verbaasd mij dat je het niet zo weet Dramar. Maar het is ook zolang geleden al. Bartox was de laatste duistere tovenaar die de wereld in angst dompelde. Een gezamenlijke macht van elfen en mensen was nodig om Bartox te verslaan. Toen hem de dodelijke slag werd toegediend ging zijn lichaam in rook op. We vonden in zijn huis zijn werken gebundeld in de vier boeken van Bartox. Er werd getracht de boeken te vernietigen maar door toedoen van magie waren ze onverwoestbaar. Daarop werd besloten de boeken veilig op te bergen. De keizerlijke bibliotheek was de uitstekende plek omdat bij ons in het kasteel te gevaarlijk was. Jonge leerlingen zouden kunnen bezwijken onder de duistere macht van de boeken. Nu de boeken bij Salias zijn zullen ze hem verslinden en hem leerling maken van Bartox opdat de duistere heer terug zal komen. Op dit moment zijn de boeken waarschijnlijk onderweg naar de elfen. Dit zal leiden tot oorlog tussen de elfen en ons. De oude wonden zullen open gaan, duisternis zal zich vergrijpen aan de met corruptie vergiftigde harten.'
' Juist ja.' Reageerde Dramar. ' Denkt u dat het zo snel zal lopen?'
'Geen idee, het kan snel gaan maar ook erg langzaam. Ik ga tovenaars en premiejagers achter hem aan sturen.'
'De keizer moet dit weten.'
'U leest mijn gedachtes erg goed.'
'Kwestie van logica grootmeester Hiras.'
Laatst gewijzigd door Hirador op 02 dec 2013 12:35, 1 keer totaal gewijzigd.
Leuk vervolg! Je hebt de etiquette goed omschreven was erg leuk om te lezen.
nog een paar puntjes:
lagen
Ik wil je wel sterk aanraden om alinea's te gebruiken. Het leest nu als een grote lap tekst.
Ga zo door!
nog een paar puntjes:
klonkDan klinkt zachtjes een stem in de wind.
Een gebied ten westen van de hoofdstad waar de grote zwarte wouden liggen.
lagen
liepEen gebied waar de rivier Kura slingerend door heen loopt.
wat'Natuurlijk grootmeester Hiras was is het dat uw hart met zich meedraagt? Want u gezicht spreekt boekdelen.'
Ik wil je wel sterk aanraden om alinea's te gebruiken. Het leest nu als een grote lap tekst.
Ga zo door!
hoi Glenovic
ik heb de puntjes aan gepast en wat alinias toegevoegd zodat het wat makkelijker leest. ik typ 90% van mijn verhaal op mijn mobiel en dan lijkt alles anders en korter.
krijg je verder al een beetje een idee van Goblar wat voor persoon hij is en voornamelijk wat voor rijk de mensen hebben. Vind het zelf belangrijk om daar een goed beeld van te geven zodat traks het conflict beter te begrijpen is
ik heb de puntjes aan gepast en wat alinias toegevoegd zodat het wat makkelijker leest. ik typ 90% van mijn verhaal op mijn mobiel en dan lijkt alles anders en korter.
krijg je verder al een beetje een idee van Goblar wat voor persoon hij is en voornamelijk wat voor rijk de mensen hebben. Vind het zelf belangrijk om daar een goed beeld van te geven zodat traks het conflict beter te begrijpen is
Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor
H2/2
Een lakei liep met een grote staf over de eerste verdieping en bleef boven aan de trap staan. Na met de staf te hebben getikt op de vloer sprak hij: 'Zijne keizerlijke hoogheid de keizer!'
Een deur ging open bij de grote trap waar de keizer naar buiten kwam. Op zijn blonde haren droog hij een simpele kroon. Zijn uniform was van de fijnste stoffen gemaakt en weerspiegelde de rijkdom van het keizerrijk. Gouden knoppen liepen in een rijtje omhoog over zijn licht blauwe uniform. Een serie onderscheidingen sierde zijn linker borst. Een groot ijzeren kruis hing onder zijn hoge kraag waar onder schuin een grootlint liep. Een kleine snor sierde zijn lippen. Rustig en beheerst liep hij de trap af waarbij de zaal een lichte buiging maakte. Daarna feliciteerden de gasten hem één voor één. Als laatste waren Goblar, Hiras en Dramar aan de beurt. Toen de keizer zijn hand uitstrekte naar Hiras schraapte Goblar zijn keel. De keizer keek verbaast omlaag en zag de dwerg toen staan met het gebak in zijn baard.
'Grootmeester Goblar mijn excuus ik zag u niet staan.'
'Ik val nog wel eens in het niets bij de rest van de club.'
'Maakt u geen zorgen over uw grote want uw daden zijn groot.'
'Laat mij u dan groots feliciteren met uw kind.'
Goblar gaf een ferme hand aan de keizer en zag alweer een lakei lopen. Hiras en Dramar deelde de nodige beleefdheden uit waarna ze overgingen op ernstigere zaken.
'Weet u dat zeker grootmeester Hiras?'
'Niets is zeker nu, maar als we niet handelen wie weet wat er allemaal gaat gebeuren. We kunnen geen risico's nemen. Mijn mannen zitten er al bovenop.'
De keizer zuchtte diep en streek zijn snor glad. Dit was iets wat hij totaal niet had verwacht. Er was al weer jaren vrede en zou dat door Salias allemaal worden vernietigd? Hij kon er geen touw aan vastknopen.
'Veldmaarschalk zorg dat de grensposten extra bewaakt worden en vaardig een opsporingsbericht uit. Als Salias dood is zal het gevaar geweken zijn.'
'Ja hoogheid, zal ik ondertussen in het geheim het leger wat meer op sterkte brengen?'
'Dat is geen slecht idee hoogheid.' Viel Hiras Dramar bij.
'Prima heren, laten we nu genieten van de geboorte van kroonprins Hirador. Mijn huis is verzekerd van nageslacht. Mijn eerste plicht is hiermee gedaan aan het rijk.'
Goblar was alweer foetsie om zich tegoed te doen aan lekkernijen. Met een goed glas wijn bracht de keizer een toost uit. Onopgemerkt keek Hiras naar Goblar, zou hij het zelfde denken. Vast niet dacht Hiras, Goblar denkt nu vooral aan kersengebakjes.
Op het triomf plein voor het grote hek van het keizerlijk paleis werd spontaan een vreugdes boom gehesen. Boven in waren een boel linten van rood en groen vastgemaakt die op het plein werden vast gehouwen door feestgangers. Op vrolijke muziek dansten ze rond de boom terwijl toeschouwers klapte en lachten. Herbergen, kroegen en cafés gaven rondjes van de zaak. Met de geboorte van de kroonprins verkeerde de stad in een heuse feest stemming. Niet veel verderop in de betere wijken van de stad marcheerde de Rode Orde door de straat. Een peloton van soldaten met rapieren werd gevolgd door een peloton met musketten. Vlakbij het huis van Salias viel de groep uiteen. Musketiers zochten platte daken op, scherpschutters namen een hoge plek in. Soldaten versperden alle ingangen waarna over het terrein heen wachtposten werden ingericht. Vier grootmeesters verdwenen al snel in het huis opzoek naar aanwijzingen over Salias zijn plannen.
Vijf weken na het incident werd de stilte in de vroege ochtend opgeschrikt toen de trommels klonken van de keizerlijke garde. vijfduizend soldaten vormden langzaam een menselijke haag die van het keizerlijk paleis naar de grote kathedraal leidde. De eerste toeschouwers zochten al een plekje langs de route om een glimp op te vangen van de keizerlijke familie. Al snel was er geen plekje meer te vinden en was het barstensvol langs de route. Op het keizerlijk terrein stonden de cavaleristen van de keizerlijke garde al klaar in ceremonieel uniform. Na een half uur kwam de keizerlijke familie op het bordes van het paleis. Een juichende menigte stond laaiend enthousiast langs de hekken te zwaaien. Vlaggen wapperden boven de menigte sierlijk in de wind. Plechtig zette de stoet zich in beweging toen de keizerlijke familie in hun koets zat. Keurig in de pas werd de koets begeleid door vele cavaleristen. Onder een laaiend enthousiaste menigte van mensen, elfen, dwergen en een enkele verdwaalde westerling reed de stoet door de stad. De kathedraal was afgeladen met gasten vanuit het hele rijk. Niemand wou de zegende woorden missen van de hoge priester. Wie weet zou er wat gebeuren. De ene gast was nog rijkelijker versiert als de ander. Graven, hertogen en markiezen tot de onderkoning van de zuidelijke koloniën aan toe. Voorin de kathedraal zaten de grootmeesters van de tovenaars orde samen met de hoogste gasten. De kathedraal was rijkelijk versiert met rood groene bloemen vanuit het westen. De hoge priester stond te wachten voor het altaar met daarachter een massaal beeld van de grote Hirador. Zijn blik was serieus en zijn vleugels hingen als een schild over het altaar.
Nergens in het rijk was er zo'n groot beeld van hem. Het reikte tot aan het plafond dat zeker vijftien meter hoog was. Geheel in goud was het tevens het kostbaarste bezit van de kerk. Erewachten stonden langs het pad in het midden opgesteld. Boven de ingang pronkte een machtig groot orgel dat zich uitstrekte over de voltallige muur. Trompet geschal kondigde de komst van de keizer aan. Vol verwachting keek iedereen naar de grote deuren waar de keizer vandaan zou komen. Onder de klanken van het volkslied kwam de keizer met zijn zoon op de armen en zijn keizerin naast hem de kathedraal binnen. Eerbiedig maakte iedereen een buiging voor de keizerlijke familie. Want sinds het ontstaan van het rijk was de familie aan de macht. Toen de keizer ging zitten voor in de kathedraal gingen de gasten zitten. Met een heldere stem sprak de hogepriester de menigte toe. Tot daar het moment was om een zegen te vragen van Hirador de allerhoogste. Onder begeleiding van het orgel dat de kathedraal bijna deed schudden liep de keizer en keizerin naar het altaar. Liefdevol keek de hoge priester naar het onschuldige kind. Een handje kwam omhoog en greep richting de hogepriester zijn neus. Een golf van gegniffel gleed door de menigte bij het zien van het handje. Met de baby in de armen sprak de hogepriester een zegen uit: 'Wees gezegend kleine prins, moge de allerhoogste over je waken. Moge hij jou de kracht en wijsheid geven die jij nodig hebt. Moge hij zijn zegen geven over u toekomstige heerschappij.' Op het moment van de woorden van de hogepriester viel er door het raam een lichtbundel naar binnen. De baby werd verlicht door de zon maar onder zijn dekens gloeide het nog meer. Een ieder in de kathedraal was verrast door het licht. De hogepriester deed de doeken iets aan de kant en zag dat op het midden van de borst een teken was gekomen. Het had ruw de vorm van een draak. 'Kom vanavond langs hoogheid, we moeten praten.'
De keizer knikte instemmend terwijl hij zijn zoon overnam. Luid werd er een jubellied gezongen waarna het volkslied begon. Trompetten kondigde de keizerlijke familie aan het wachtende publiek aan. Onder luid gejuich reed de stoet weer richting het paleis. Overal in de stad luide de vreugde klokken. De middag werd afgesloten door een militaire parade zoals dat bij elke bijzonderheid gebeurde. Als de mensen ergens trots op waren was dat het leger wel. Geen bekend land bezat zo'n moderne legermacht. Complete infanterie regimenten bestonden uit musketiers. Ondanks de waarschuwende woorden van zijn militaire adviseurs had de keizer het er door gedrukt. Blind van machtsvertoon en de meer conventionele legers van de buren met grote groepen zwaardvechters zoals ook de elfen. Maar de keizer was er volledig van overtuigd dat zijn leger daar geen hinder van zou ondervinden. Tevens was ook de keizerlijke marine ver zijn tijd vooruit op de elfen en andere landen. Alleen voorbij kaap Du Westa waagde ze zich niet. Slechts enkel was daar een schip van terug gekeerd.
Laatst gewijzigd door Hirador op 06 dec 2013 21:32, 2 keer totaal gewijzigd.
Het vervolg heeft me weer vermaakt er zijn wel weer wat puntjes opgevallen:
Van Golbar heb ik het beeld dat hij een stereotype dwerg is. Het rijk van de mensen heb ik het beeld van een vroeg 17de eeuwse samenleving. Het doet me een beetje denken aan het frankrijk van hendrik VI en lodewijk XIII. Qua gevechten is het misschien zelfs nog begin 16de eeuw.
In het slot zeg je dat de keizer hele regimenten van alleen musketiers heeft ben benieuwd hoe je dat verder gaat uitwerken ^^
Ga zo door!
Van Golbar heb ik het beeld dat hij een stereotype dwerg is. Het rijk van de mensen heb ik het beeld van een vroeg 17de eeuwse samenleving. Het doet me een beetje denken aan het frankrijk van hendrik VI en lodewijk XIII. Qua gevechten is het misschien zelfs nog begin 16de eeuw.
val nog wel eens'Ik val nog wel is in het niets bij de rest van de club.'
Voor een veldmaarschalk zegt hij dit wel zwak. Dat komt vooral door de woorden, wat meer op, het wekt bij mij de suggestie dat hij het leger een klein beetje versterkt en geeft mij de hint dat zijn persoonlijkheid niet heel erg veldmaarschalk-achtig is (standvastig, zelfvertrouwen, kennis van zaken)'Ja hoogheid, zal ik ondertussen in het geheim het leger wat meer op sterkte brengen?'
werd gevolgd, je doelt hierop de divisie wat één ding is. Sluipschutters? je verhaal is in een 16/17de eeuwse trant een sluipschutter raakt pas in ontwikkeling in de late 19de eeuw. Verder lenen de wapens uit de 16/17de eeuw zich totaal niet voor een sluipschutter. Hoewel getrokken lopen (die de kogel laten draaien) in de midden 16de eeuw pas echt zijn ontwikkeld werden ze pas echt gebruikt in de 19de eeuw. Ik weet daarom niet of dit een inconsistentie is met de tijd waarin het speelt of dat de militairen over betere technologie beschikken. (Denk dat je dit soort kritiek niet van andere lezers zal ontvangen maar ik studeer geschiedenis en heb grote interesse in deze periode dus vandaar ^^)Een divisie van soldaten met rapieren werden gevolgd door een divisie met musketten. Vlakbij het huis van Salias viel de groep uiteen. Musketiers zochten platte daken op, scherpschutters namen een hoge plek in. Soldaten versperden alle ingangen waarna over het terrein heen wachtposten werden ingericht.
Vijfduizend, heg = haagvijfduizend soldaten vormden langzaam een menselijke heg die van het keizerlijk paleis naar de grote kathedraal leidde.
persoonlijk vind ik barstenvol niet passen heeft meer met gevoel te maken dan dat ik het echt kan onderbouwenAl snel was er geen plekje meer te vinden en was het barstensvol langs de route.
vanuitDe kathedraal was afgeladen met gasten van uit het hele rijk.
rijkelijkerDe ene gast was nog rijkelijk versiert als de ander.
Zegt deze zin dat je een feudaal systeem hebt of zijn het loze titels en heb je een absoluut vorst? Ik ging er voorheen vanuit dat je een absoluut vorst had met de tovenaars orde en adviseurs als raadgevende organen. Dit doet me echter anders denken aan misschien wel een soort leenstelsel kan je hier wat duidelijkheid overscheppen?Graven, hertogen en markiezen tot de onderkoning van de zuidelijke koloniën aan toe.
reikte, plafondHet rijkte tot aan het plafon dat zeker vijftien meter hoog was.
In het slot zeg je dat de keizer hele regimenten van alleen musketiers heeft ben benieuwd hoe je dat verder gaat uitwerken ^^
Ga zo door!
Hoi Glenn ik vindt je reactie weer fantastisch en geeft mij weer nieuwe inzichten.
ik heb even wat dingen op een rij gezet kwa vragen
Goblar is een vriendelijke vent die zeg maar een zwak heeft voor gebakjes
kwa mensenrijk nou je het zo zegt zie ik dat ook wel. de keizer left met pracht en praal in het paleis gedragen op de handen van het volk. Ik heb sommige dingen wat gecombineerd kwa kledingstijl lopen ze wat verder dan de wapens. De legers bestaan uit een mix van zeg maar zwaardvechters en musketiers die deels een harnas hebben.
wat betreft de Veldmaarschalk die komt verder in het verhaal weer terug waar ik niet zo veel over kan zeggen.
kwa geschiedenis hebben we wat gemeen en dat gebruik ik in mijn verhaal om is geen middeleeuwen wereld te schepen. In de filmmaster and commander kwamen scherpschutters voor net zoals in de drie musketiers maar ze zijn natuurlijk niet te vergelijken met de huidige snipers. Wie weet speelt magie wel een rol aangezien er in het volgende deel gesproken gaat worden over het ministerie van magie
kwa regeringssysteem ehm
de keizer is de big bos zeg maar en zijn wil is absoluut.
hij wordt ondersteunt door verschillende ministeries die bestaan uit edelen die vaak een landgoed of provincie besturen als gouverneur aangezien het rijk aardig groot is. Beetje karel de grote idee. Heb je suggesties om dit beter uit te werken dan hoor ik het graag
wat betreft die tovenaars club die zijn een los staand orgaan dat zowel elfen, mensen, dwergen en nog wat rassen dienen door de vrede te bewaren zover dat mogelijk is en mensen die magie gevoelig zijn beschermen waar ze geholpen worden door het ministerie van magie. Verder jagen ze op duistere of afvallige tovenaars zoals Salias en Sarim. Verder achten ze zich tot het beschermen van de relikwieën waar ik verder niks over los laat.
Dus ze hebben een eigen agenda en niet die van een rijk. Maar hun raad wordt altijd gevraagd bij grote ingrijpen.
fijn dat je het nog steeds leuk vind en stiekem hoop ik dat de stille lezer ook reageert hihi.
Ik zeg verder niks over de toekomst maar er gaan gruwelijke dingen gebeuren muhahahah
ik heb even wat dingen op een rij gezet kwa vragen
Goblar is een vriendelijke vent die zeg maar een zwak heeft voor gebakjes
kwa mensenrijk nou je het zo zegt zie ik dat ook wel. de keizer left met pracht en praal in het paleis gedragen op de handen van het volk. Ik heb sommige dingen wat gecombineerd kwa kledingstijl lopen ze wat verder dan de wapens. De legers bestaan uit een mix van zeg maar zwaardvechters en musketiers die deels een harnas hebben.
wat betreft de Veldmaarschalk die komt verder in het verhaal weer terug waar ik niet zo veel over kan zeggen.
kwa geschiedenis hebben we wat gemeen en dat gebruik ik in mijn verhaal om is geen middeleeuwen wereld te schepen. In de filmmaster and commander kwamen scherpschutters voor net zoals in de drie musketiers maar ze zijn natuurlijk niet te vergelijken met de huidige snipers. Wie weet speelt magie wel een rol aangezien er in het volgende deel gesproken gaat worden over het ministerie van magie
kwa regeringssysteem ehm
de keizer is de big bos zeg maar en zijn wil is absoluut.
hij wordt ondersteunt door verschillende ministeries die bestaan uit edelen die vaak een landgoed of provincie besturen als gouverneur aangezien het rijk aardig groot is. Beetje karel de grote idee. Heb je suggesties om dit beter uit te werken dan hoor ik het graag
wat betreft die tovenaars club die zijn een los staand orgaan dat zowel elfen, mensen, dwergen en nog wat rassen dienen door de vrede te bewaren zover dat mogelijk is en mensen die magie gevoelig zijn beschermen waar ze geholpen worden door het ministerie van magie. Verder jagen ze op duistere of afvallige tovenaars zoals Salias en Sarim. Verder achten ze zich tot het beschermen van de relikwieën waar ik verder niks over los laat.
Dus ze hebben een eigen agenda en niet die van een rijk. Maar hun raad wordt altijd gevraagd bij grote ingrijpen.
fijn dat je het nog steeds leuk vind en stiekem hoop ik dat de stille lezer ook reageert hihi.
Ik zeg verder niks over de toekomst maar er gaan gruwelijke dingen gebeuren muhahahah
Ik denk dat Karel de Grote een verkeerd voorbeeld is. Zijn macht was niet absoluut en zijn hertogen/graven moesten continue gecontroleerd worden door zendgraven en de koning zelf notabene (als hij niet aan het oorlog voeren was)
Ik denk eerder dat je naar het voorbeeld van Lodewijk de XIV kan kijken. Een absoluut vorst met een adelstand die geen macht heeft. Er waren natuurlijk bestuurders die sommige delen bestuurden maar een absoluut vorst draait op een gecentraliseerd systeem een systeem waarin adel macht heeft of kan verkrijgen werkt nooit goed voor een absoluut vorst (bekijk engeland, King John/Magna carta)
Je kan me ook altijd een pbtje sturen als je vragen hebt of twijfels ^^
Ik denk eerder dat je naar het voorbeeld van Lodewijk de XIV kan kijken. Een absoluut vorst met een adelstand die geen macht heeft. Er waren natuurlijk bestuurders die sommige delen bestuurden maar een absoluut vorst draait op een gecentraliseerd systeem een systeem waarin adel macht heeft of kan verkrijgen werkt nooit goed voor een absoluut vorst (bekijk engeland, King John/Magna carta)
Je kan me ook altijd een pbtje sturen als je vragen hebt of twijfels ^^
My ego is to big for a conversation so thats the reason I write because writing is the best way to talk without being interrupted.
Als ik vragen heb stuur ik je een pb
hoe het rijk tot in de detail werkt is ook niet heel erg belangrijk voor het verhaal omdat de eerste 4 hoofdstukken een aanloop zijn naar het hoofdverhaal. Al is het mooi als alles klopt en heb ook al een vervolg in gedachte met Dragonia waar ze weer verder zijn kwa ontwikkeling en er weer van alles gebeurt
oh ja morgen weer een vervolg
hoe het rijk tot in de detail werkt is ook niet heel erg belangrijk voor het verhaal omdat de eerste 4 hoofdstukken een aanloop zijn naar het hoofdverhaal. Al is het mooi als alles klopt en heb ook al een vervolg in gedachte met Dragonia waar ze weer verder zijn kwa ontwikkeling en er weer van alles gebeurt
oh ja morgen weer een vervolg
zo eerst even een opmerking over dit deel. Ik hoop dat ik Hirador niet te volwasen heb neer gezet en of de overgang van 8 jaar snel duidelijk is
Al smakkend liep Goblar met gebakjes in zijn hand door het paleis. Hij was de uitverkorene die kroonprins Hirador zou opleiden in de magie en staatszaken. Goblar was de vierde in lijn voor de troon van de grijze eilanden van de dwergen. Zodoende was zijn kennis groot en genoot hij veel aanzien. Het was niet het plan van de keizer maar prins Hirador had in zijn eerste vijf jaar een sterke band ontwikkeld met de gulzige dwerg. Zijn rugzak zat vol met kaarten van de bekende wereld. Hirador moest nog wenen aan het dagelijkse onderwijs van Goblar. Hij was liever in de weer met de andere kinderen die op het paleis waren. Jaloers keek hij uit het raam naar zijn zusje dat vrolijk speelde in de warme zomerzon. Nee voor hem was dat voorbij, nu waren het boeken en etiketten. Gelukkig was Goblar geduldig en met zijn uitleg was het toch op een bepaalde manier aangenaam. Vooral de lessen van magie en geschiedenis konden hem niet lang genoeg duren. Goblar vertelde alles zo mooi dat je het gewoon voor je zag. Goblar slikte zijn laatste gebakje door en stapte de kamer in. De jonge prins stond naar buiten te kijken maar groette Goblar direct toen hij hem zag. Goblar was erg gesteld geraakt op de jonge prins die hij zo goed mogelijk klaar stoomde. Met de kaarten op tafel begonnen de lessen weer. Van het elfenrijk Elfronibia tot aan de vazalstaten in het westen en zuidwesten. Van de groene vlakten tot aan de koloniën in het zuiden ver voorbij de grijze eilanden van de dwergen. Er waren ook enkele dwergen nederzettingen in het westen waar vele pelsjagers in het ongetemde land zaten. Soms deelden ze een stad met de mensen maar nooit met elfen. Langs de hele lengte van de westelijke kust van de golf van Baskor zaten nederzettingen van de drie grote volken. Hirador keek vol interesse over de kaarten heen.
'Maar Goblar wat zit hier dan ver in het westen?' Hirador wees op de kale plek ver van de kustlijn.
'Niemand weet dat zeker maar men zegt dat daar ooit de mens vandaan kwam is gekomen. In grote groepen zouden ze naar het merenland getrokken zijn en daar Korunda hebben gesticht. Er wordt gezegd dat er nog steeds mensen wonen die grote krijgers zijn zowel op zee als op land. Maar dat zijn verhalen om mensen bang te maken.'
'Maar waarom gaan we er niet heen dan, of varen we voorbij de verste westelijke stad van het rijk?'
Goblar lachte zo hard dat zijn buik er van schudde.
' Mijn jongen omdat daar rare dingen gebeuren. Geen schip keert weder als het daar heen gaat. Maar laten we verder gaan met de les.'
De middag na de lunch bestond uit schermen. Hirador was een wat lastige leerling die niet met rechts kon vechten. Na een lange tijd zeuren mocht hij dan met links vechten. Zijn achtjarige lijf plakte aan alle kanten toen hij in de stoel neer plofte. Toeschouwers en andere leerlingen klapte voor het staaltje vecht kunst van de jonge prins. Na zich te hebben opgefrist begonnen de lessen over magie. Zoals elk lid uit de keizerlijke familie was ook Hirador magie gevoelig. Niet iedereen kon magie gebruiken of voelen. Slechts een beperkte groep was magie gevoelig. Jonge magiërs werden vaak ontdekt door reizende tovenaars of het ministerie van magie die ze dan mee namen naar het kasteel van de tovenaars orde mits ze aanleg hadden. Anderen die geen juiste aanleg hadden werden door het ministerie meegenomen. Van hen werd daarna niks meer vernomen. Hirador kreeg in tegenstelling tot andere leerlingen privé les thuis. Dagen achter elkaar kon Goblar de lessen vullen met spreuken en rituelen. Want elke vorm van magie had zijn spreuk. Op het aandringen van de keizer moest Goblar zich vooral richten op gevechtstechnieken. Hirador nam de les in zich op zoals Goblar zich tegoed deed aan gebak. Op aandringen van Goblar mochten ze er dan toch samen er op uit trekken.
In de vroege ochtend reed een kleine open koets het paleis terrein af. Goblar was te klein om op een paard te rijden en dwergen paarden waren er niet in Dragoniä. Hirador keek zijn ogen uit in de stad. Zijn vader was erg beschermend over zijn enige zoon. Lantaarn wachten liepen met een vuurstaf door de stad heen. Bij elke lantaarn maakten ze een zwaaiende beweging met de staf. Dan vloog het licht uit de lantaarn in de vuurstaf van de lantaarn wacht. Het was één van die dingen waardoor de gewone sterveling zich bewust was van magie. De houten wielen ratelden over de kasseien. Een enkele persoon op straat groette vriendelijk naar de heren. Na een half uurtje hadden ze de stad verlaten en kwamen ze in de eerste heuvels terecht. De hoofdstad was gebouwd in het vruchtbare merenland met al zijn heuvels, beekjes en vele kleine stroompjes. Bossen wisselden de vele weilanden af. Je hoefde in het merenland niet ver te reizen of je kwam wel een plezant dorpje tegen. Hirador genoot van de frisse lucht en keek zijn ogen uit. Hij was wel vaker buiten de stad geweest maar dan met zijn ouders en een groot escorte soldaten. Nu hoorde hij de geluiden van de bossen pas. De vogels die floten. De wind die door de bomen heen waaide, ja dat was toch anders als het gerammel van de wapenuitrusting van de escorte. Goblar stuurde hem van de grote weg af een klein bospad in. De weg was grotendeels dicht gegroeid boven hun. Alsof ze onder een natuurlijk dak reden. Een eekhoorn keek even op van het vreemde stel dat zijn ontbijt stoorde. Met de eikel in de mond sprong hij hoger de boom in om daar vandaan te kijken. Ze hielden halt bij een kleine rotsformatie wat uitzicht gaf op het meer van Korunda. Het kalme water glinsterende in de zon. Schepen voeren af en aan met goederen van uit het ganse rijk. Hirador sprong van de bok af en verkende de rotsformatie. Goblar zocht wat te eten in de tassen waarna hij wat dingen klaar legde. Hirador kwam al snel weer terug lopen naar Goblar.
'Ah daar ben je al weer. Pak die stok dan kunnen we beginnen.'
'Goed.'
Met stokken in hun hand stonden ze tegen over elkaar. Goblar liet zien hoe Hirador zijn stok in het midden vast moest houden. Goblar draaide de stok boven zijn hoofd en vloog op Hirador af. Luid klapten de stokken tegen elkaar. Hirador rolde opzij en ontweek een aanval van Goblar. Hij trainde reeds al twee jaar in de gevechtskunsten. Hoe goed hij zijn best ook deed de dwerg kwam steeds door zijn verdediging heen. Met een sprong vloog Goblar een paar meter door de lucht. Net op tijd sprong Hirador aan de kant. Met een smak kwam Goblar op de plek waar Hirador net stond. Met grote ogen keek hij naar de dwerg.
' Hoe deed u dat?'
'Dat mijn beste prins is magie en daarover zal ik je het een en ander vertellen.'
Hirador liet zijn verdediging zakken en ging op een omgevallen boom zitten. Goblar dronk wat water en kwam voor de prins staan.
'Magie mijn jonge prins is iets fantastisch maar ook iets gruwelijks. Op de juiste manier kan het een zegen zijn maar in de verkeerde handen een vloek, iets afgrijselijks. Wie de magie goed beheerst is in staat tot de grootste dingen te laten gebeuren. Dit is heel anders dan de standaard spreuken die ik je heb geleerd in het paleis. Dat waren slechts simpele dingen, dit is het echte werk.'
Met een ruk draaide de dwerg om sloeg de punt van zijn stok op de grond en riep: 'Splitafius!' Een flits verscheen onder de stok en met een noodgang schoot een wit licht over de grond naar een boom. Met een knal werd de boom vanaf de wortel in tweeën gesplitst. Hirador keek zijn ogen uit naar het geweld dat de boom in tweeën scheurde. Weer sloeg Goblar op de grond en een rotsblok brak in tweeën. 'Nu zijn dit wel vergevorderde technieken en ik zal jou eerst de basis moeten leren. Kom ga is goed zitten en focus je aandacht op deze steen hier.' Goblar plaatste een kleine steen voor Hirador neer. 'Nu moet je met je gedachten de steen optillen en liftias zeggen.'
'Liftias,' sprak Hirador rustig en keek naar de steen. Langzaam kwam hij omhoog en bleef op ooghoogte hangen.
'Goed zo majesteit, nu strek je je arm er naar uit en beweeg je arm in de richting die jij wilt dat de steen gaat.'
De steen volgde Hirador zijn arm tot hij een gooiende beweging maakte en de steen weg vloog. Goblar lachte om de vindingrijkheid van de jonge prins. Met zelf nadenken was hij al een stap verder gekomen. 'Heel goed, heel goed je leert snel. Nu iets moeilijker dan. Als magiër kun je een grote afstand springen. Denk wat je wilt en doe het. De essentie hier is dat je het kan en niet denk ik probeer het. Doe het of niet.'
Hirador keek Goblar vragend aan en snapte het niet helemaal. Maar toch probeerde hij het. Na een aantal pogingen gaf hij het op.
'Dit kan ik niet hoor.'
Goblar lachte zo hard dat zijn buik er van schudde. 'Dat had ik ook niet verwacht hoor, niemand lukt dat in één keer.'
'Maar ik wil het wel!'
'Maak je niet druk jongen je bent nog jong en er is nog zoveel te leren.'
Geërgerd schopte Hirador tegen een steen aan. Toen uit het niks sprong hij vijf meter naar voren. Blij keek hij naar Goblar en sprong naar hem. Goblar klapte hard en gaf de prins een veeg over zijn haar.
'Zie je wel, je kan het wel, het is een kwestie van doen niet denken.'
Die namiddag werd gevuld met planten en bomen die geneeskrachtige werking hadden. Van de mooie keizerbloem tot de stekelige heksenstruik. Samen zaten ze weer op de bok en reden de stad weer in. Goblar nam dit maal een andere weg omdat het in bepaalde delen van de stad in de avondzon niet zo veilig meer was. Nadat ze een kleine binnen muur hadden gepasseerd kwamen ze in de regeringswijk. Vele ministeries waren hier gevestigd zoals ministerie van magie en binnenlandse zaken. Deze werkten alleen binnen de grenzen die de keizer ze had gegeven. Aan de grote laan die rijkelijk versiert was met de mooist vormgegeven bomen en struiken stonden verschillende ambassades. Zoals ook de ambassade van de elfen. Acht elfen wachters hielden de wacht voor de acht zuilen van het gebouw. Elfen stonden bekent alles in even getallen te hebben. Slechts enkel de koning was alleen al zagen velen zijn koningin als de aanvulling wat hun dan weer even maakte. Langs elke zuil zat een klimop geweven die zich tot op de eerste verdieping uitstrekte. De kleine tuin ervoor was symmetrisch ingericht en uiteraard gelijk aan de andere helft. Zo ook stonden aam beide kanten een vlaggen stok. De wind speelde vrolijk met de vlaggen die zich lieten mee voeren op de wind. Verder waren er ambassades van de noordelijke en westelijke vazal landen. Lantaarn opstekers ontstaken het magische licht in de lantaarns alweer toen ze de paleis tuinen in reden. De wacht salueerde waarna ze het grote hek voor de nacht sloten.
Na gebruik gegeten te hebben trok de familie zich terug in de salon. Goblar mocht als enige buitenstaander bij de familie zitten. Hij leunde tevreden achterover in zijn fauteuil en aaide zijn pas bijgewerkte baard. Met de pijp in de hand luisterde hij naar de keizerin die Hirador op zijn viool begeleide. Waarbij een hofdame een lied ten gehore bracht. De keizer keek zo af en toe over zijn papieren heen en nam een slok bier. En zo viel de nacht als een sluier over een aanstaande bruid op haar trouwdag.
H3 Een nieuwe leerling
Al smakkend liep Goblar met gebakjes in zijn hand door het paleis. Hij was de uitverkorene die kroonprins Hirador zou opleiden in de magie en staatszaken. Goblar was de vierde in lijn voor de troon van de grijze eilanden van de dwergen. Zodoende was zijn kennis groot en genoot hij veel aanzien. Het was niet het plan van de keizer maar prins Hirador had in zijn eerste vijf jaar een sterke band ontwikkeld met de gulzige dwerg. Zijn rugzak zat vol met kaarten van de bekende wereld. Hirador moest nog wenen aan het dagelijkse onderwijs van Goblar. Hij was liever in de weer met de andere kinderen die op het paleis waren. Jaloers keek hij uit het raam naar zijn zusje dat vrolijk speelde in de warme zomerzon. Nee voor hem was dat voorbij, nu waren het boeken en etiketten. Gelukkig was Goblar geduldig en met zijn uitleg was het toch op een bepaalde manier aangenaam. Vooral de lessen van magie en geschiedenis konden hem niet lang genoeg duren. Goblar vertelde alles zo mooi dat je het gewoon voor je zag. Goblar slikte zijn laatste gebakje door en stapte de kamer in. De jonge prins stond naar buiten te kijken maar groette Goblar direct toen hij hem zag. Goblar was erg gesteld geraakt op de jonge prins die hij zo goed mogelijk klaar stoomde. Met de kaarten op tafel begonnen de lessen weer. Van het elfenrijk Elfronibia tot aan de vazalstaten in het westen en zuidwesten. Van de groene vlakten tot aan de koloniën in het zuiden ver voorbij de grijze eilanden van de dwergen. Er waren ook enkele dwergen nederzettingen in het westen waar vele pelsjagers in het ongetemde land zaten. Soms deelden ze een stad met de mensen maar nooit met elfen. Langs de hele lengte van de westelijke kust van de golf van Baskor zaten nederzettingen van de drie grote volken. Hirador keek vol interesse over de kaarten heen.
'Maar Goblar wat zit hier dan ver in het westen?' Hirador wees op de kale plek ver van de kustlijn.
'Niemand weet dat zeker maar men zegt dat daar ooit de mens vandaan kwam is gekomen. In grote groepen zouden ze naar het merenland getrokken zijn en daar Korunda hebben gesticht. Er wordt gezegd dat er nog steeds mensen wonen die grote krijgers zijn zowel op zee als op land. Maar dat zijn verhalen om mensen bang te maken.'
'Maar waarom gaan we er niet heen dan, of varen we voorbij de verste westelijke stad van het rijk?'
Goblar lachte zo hard dat zijn buik er van schudde.
' Mijn jongen omdat daar rare dingen gebeuren. Geen schip keert weder als het daar heen gaat. Maar laten we verder gaan met de les.'
De middag na de lunch bestond uit schermen. Hirador was een wat lastige leerling die niet met rechts kon vechten. Na een lange tijd zeuren mocht hij dan met links vechten. Zijn achtjarige lijf plakte aan alle kanten toen hij in de stoel neer plofte. Toeschouwers en andere leerlingen klapte voor het staaltje vecht kunst van de jonge prins. Na zich te hebben opgefrist begonnen de lessen over magie. Zoals elk lid uit de keizerlijke familie was ook Hirador magie gevoelig. Niet iedereen kon magie gebruiken of voelen. Slechts een beperkte groep was magie gevoelig. Jonge magiërs werden vaak ontdekt door reizende tovenaars of het ministerie van magie die ze dan mee namen naar het kasteel van de tovenaars orde mits ze aanleg hadden. Anderen die geen juiste aanleg hadden werden door het ministerie meegenomen. Van hen werd daarna niks meer vernomen. Hirador kreeg in tegenstelling tot andere leerlingen privé les thuis. Dagen achter elkaar kon Goblar de lessen vullen met spreuken en rituelen. Want elke vorm van magie had zijn spreuk. Op het aandringen van de keizer moest Goblar zich vooral richten op gevechtstechnieken. Hirador nam de les in zich op zoals Goblar zich tegoed deed aan gebak. Op aandringen van Goblar mochten ze er dan toch samen er op uit trekken.
In de vroege ochtend reed een kleine open koets het paleis terrein af. Goblar was te klein om op een paard te rijden en dwergen paarden waren er niet in Dragoniä. Hirador keek zijn ogen uit in de stad. Zijn vader was erg beschermend over zijn enige zoon. Lantaarn wachten liepen met een vuurstaf door de stad heen. Bij elke lantaarn maakten ze een zwaaiende beweging met de staf. Dan vloog het licht uit de lantaarn in de vuurstaf van de lantaarn wacht. Het was één van die dingen waardoor de gewone sterveling zich bewust was van magie. De houten wielen ratelden over de kasseien. Een enkele persoon op straat groette vriendelijk naar de heren. Na een half uurtje hadden ze de stad verlaten en kwamen ze in de eerste heuvels terecht. De hoofdstad was gebouwd in het vruchtbare merenland met al zijn heuvels, beekjes en vele kleine stroompjes. Bossen wisselden de vele weilanden af. Je hoefde in het merenland niet ver te reizen of je kwam wel een plezant dorpje tegen. Hirador genoot van de frisse lucht en keek zijn ogen uit. Hij was wel vaker buiten de stad geweest maar dan met zijn ouders en een groot escorte soldaten. Nu hoorde hij de geluiden van de bossen pas. De vogels die floten. De wind die door de bomen heen waaide, ja dat was toch anders als het gerammel van de wapenuitrusting van de escorte. Goblar stuurde hem van de grote weg af een klein bospad in. De weg was grotendeels dicht gegroeid boven hun. Alsof ze onder een natuurlijk dak reden. Een eekhoorn keek even op van het vreemde stel dat zijn ontbijt stoorde. Met de eikel in de mond sprong hij hoger de boom in om daar vandaan te kijken. Ze hielden halt bij een kleine rotsformatie wat uitzicht gaf op het meer van Korunda. Het kalme water glinsterende in de zon. Schepen voeren af en aan met goederen van uit het ganse rijk. Hirador sprong van de bok af en verkende de rotsformatie. Goblar zocht wat te eten in de tassen waarna hij wat dingen klaar legde. Hirador kwam al snel weer terug lopen naar Goblar.
'Ah daar ben je al weer. Pak die stok dan kunnen we beginnen.'
'Goed.'
Met stokken in hun hand stonden ze tegen over elkaar. Goblar liet zien hoe Hirador zijn stok in het midden vast moest houden. Goblar draaide de stok boven zijn hoofd en vloog op Hirador af. Luid klapten de stokken tegen elkaar. Hirador rolde opzij en ontweek een aanval van Goblar. Hij trainde reeds al twee jaar in de gevechtskunsten. Hoe goed hij zijn best ook deed de dwerg kwam steeds door zijn verdediging heen. Met een sprong vloog Goblar een paar meter door de lucht. Net op tijd sprong Hirador aan de kant. Met een smak kwam Goblar op de plek waar Hirador net stond. Met grote ogen keek hij naar de dwerg.
' Hoe deed u dat?'
'Dat mijn beste prins is magie en daarover zal ik je het een en ander vertellen.'
Hirador liet zijn verdediging zakken en ging op een omgevallen boom zitten. Goblar dronk wat water en kwam voor de prins staan.
'Magie mijn jonge prins is iets fantastisch maar ook iets gruwelijks. Op de juiste manier kan het een zegen zijn maar in de verkeerde handen een vloek, iets afgrijselijks. Wie de magie goed beheerst is in staat tot de grootste dingen te laten gebeuren. Dit is heel anders dan de standaard spreuken die ik je heb geleerd in het paleis. Dat waren slechts simpele dingen, dit is het echte werk.'
Met een ruk draaide de dwerg om sloeg de punt van zijn stok op de grond en riep: 'Splitafius!' Een flits verscheen onder de stok en met een noodgang schoot een wit licht over de grond naar een boom. Met een knal werd de boom vanaf de wortel in tweeën gesplitst. Hirador keek zijn ogen uit naar het geweld dat de boom in tweeën scheurde. Weer sloeg Goblar op de grond en een rotsblok brak in tweeën. 'Nu zijn dit wel vergevorderde technieken en ik zal jou eerst de basis moeten leren. Kom ga is goed zitten en focus je aandacht op deze steen hier.' Goblar plaatste een kleine steen voor Hirador neer. 'Nu moet je met je gedachten de steen optillen en liftias zeggen.'
'Liftias,' sprak Hirador rustig en keek naar de steen. Langzaam kwam hij omhoog en bleef op ooghoogte hangen.
'Goed zo majesteit, nu strek je je arm er naar uit en beweeg je arm in de richting die jij wilt dat de steen gaat.'
De steen volgde Hirador zijn arm tot hij een gooiende beweging maakte en de steen weg vloog. Goblar lachte om de vindingrijkheid van de jonge prins. Met zelf nadenken was hij al een stap verder gekomen. 'Heel goed, heel goed je leert snel. Nu iets moeilijker dan. Als magiër kun je een grote afstand springen. Denk wat je wilt en doe het. De essentie hier is dat je het kan en niet denk ik probeer het. Doe het of niet.'
Hirador keek Goblar vragend aan en snapte het niet helemaal. Maar toch probeerde hij het. Na een aantal pogingen gaf hij het op.
'Dit kan ik niet hoor.'
Goblar lachte zo hard dat zijn buik er van schudde. 'Dat had ik ook niet verwacht hoor, niemand lukt dat in één keer.'
'Maar ik wil het wel!'
'Maak je niet druk jongen je bent nog jong en er is nog zoveel te leren.'
Geërgerd schopte Hirador tegen een steen aan. Toen uit het niks sprong hij vijf meter naar voren. Blij keek hij naar Goblar en sprong naar hem. Goblar klapte hard en gaf de prins een veeg over zijn haar.
'Zie je wel, je kan het wel, het is een kwestie van doen niet denken.'
Die namiddag werd gevuld met planten en bomen die geneeskrachtige werking hadden. Van de mooie keizerbloem tot de stekelige heksenstruik. Samen zaten ze weer op de bok en reden de stad weer in. Goblar nam dit maal een andere weg omdat het in bepaalde delen van de stad in de avondzon niet zo veilig meer was. Nadat ze een kleine binnen muur hadden gepasseerd kwamen ze in de regeringswijk. Vele ministeries waren hier gevestigd zoals ministerie van magie en binnenlandse zaken. Deze werkten alleen binnen de grenzen die de keizer ze had gegeven. Aan de grote laan die rijkelijk versiert was met de mooist vormgegeven bomen en struiken stonden verschillende ambassades. Zoals ook de ambassade van de elfen. Acht elfen wachters hielden de wacht voor de acht zuilen van het gebouw. Elfen stonden bekent alles in even getallen te hebben. Slechts enkel de koning was alleen al zagen velen zijn koningin als de aanvulling wat hun dan weer even maakte. Langs elke zuil zat een klimop geweven die zich tot op de eerste verdieping uitstrekte. De kleine tuin ervoor was symmetrisch ingericht en uiteraard gelijk aan de andere helft. Zo ook stonden aam beide kanten een vlaggen stok. De wind speelde vrolijk met de vlaggen die zich lieten mee voeren op de wind. Verder waren er ambassades van de noordelijke en westelijke vazal landen. Lantaarn opstekers ontstaken het magische licht in de lantaarns alweer toen ze de paleis tuinen in reden. De wacht salueerde waarna ze het grote hek voor de nacht sloten.
Na gebruik gegeten te hebben trok de familie zich terug in de salon. Goblar mocht als enige buitenstaander bij de familie zitten. Hij leunde tevreden achterover in zijn fauteuil en aaide zijn pas bijgewerkte baard. Met de pijp in de hand luisterde hij naar de keizerin die Hirador op zijn viool begeleide. Waarbij een hofdame een lied ten gehore bracht. De keizer keek zo af en toe over zijn papieren heen en nam een slok bier. En zo viel de nacht als een sluier over een aanstaande bruid op haar trouwdag.
Over het algemeen vind ik dit vervolg een vrij langdraadige indruk maken. Dat komt omdat er (te) veel beschrijvingen zijn zonder dat het verhaal vooruit gaat. Verder is Hirador naar mijn mening eerder een jongen van 15/16 dan 8 hij komt in ieder geval niet zo op mij over.
Ik zag het al bij eerdere posts maar je hebt een apart alinea gebruik. meestal gebruik je een witregel als je naar een andere plaats gaat, de 'verteller' veranderd (karakterswitch) of als de tijd veranderd.
verder nog wat kleine dingetjes
Met plezier gelezen ondanks de boven genoemde puntjes.
Met vriendelijke groet,
Glenn IJntema.
Ik zag het al bij eerdere posts maar je hebt een apart alinea gebruik. meestal gebruik je een witregel als je naar een andere plaats gaat, de 'verteller' veranderd (karakterswitch) of als de tijd veranderd.
verder nog wat kleine dingetjes
wennenHirador moest nog wenen aan het dagelijkse onderwijs van Goblar.
is gekomen moet worden weggelaten'Niemand weet dat zeker maar men zegt dat daar ooit de mens vandaan kwam is gekomen. In grote groepen zouden ze naar het merenland getrokken zijn en daar Korunda hebben gesticht. Er wordt gezegd dat er nog steeds mensen wonen die grote krijgers zijn zowel op zee als op land. Maar dat zijn verhalen om mensen bang te maken.'
een van de twee er moet weggelaten wordenOp aandringen van Goblar mochten ze er dan toch samen er op uit trekken.
aanZo ook stonden aam beide kanten een vlaggen stok.
vreemde zin bedoel je naar gebruik of iets andersNa gebruik gegeten te hebben trok de familie zich terug in de salon.
ik dacht dat de keizerin zong aangezien hirador haar begeleid want anders begeleid hij de hofdameMet de pijp in de hand luisterde hij naar de keizerin die Hirador op zijn viool begeleide. Waarbij een hofdame een lied ten gehore bracht.
Met plezier gelezen ondanks de boven genoemde puntjes.
Met vriendelijke groet,
Glenn IJntema.
Serieus!? -.-" Heb ik eindelijk besloten je verhaal te lezen - wat al eeuwen op m'n to do lijstje stond, want de titel trok me aanIk heb na veel denken besloten het verhaal in eem andere tijd setting te plaatsen dus ik ga mijn gerhaal herschrijven en jou tips daarin her gebruiken


Ik hoop dat je herschrijving vlug op het forum verschijnt, want ik wil weten hoe het verder gaat

- Never give up on anything, because miracles happen every day -
My head is a jungle...
My head is a jungle...
maaike wat tof en leuk en super dat je reageert.
het nieuwe verhaal is al reeds geplaatst en dat is de wereld van Erran: Sigfrid de draak.
Dat verhaal is in grote lijnen het zelfde alleen wat beter opgezet.
Dus lees lekker die en ik moet eerlijk zeggen ben bij jou verhaal ook niet ver gekomen. ZO druk hier
het nieuwe verhaal is al reeds geplaatst en dat is de wereld van Erran: Sigfrid de draak.
Dat verhaal is in grote lijnen het zelfde alleen wat beter opgezet.
Dus lees lekker die en ik moet eerlijk zeggen ben bij jou verhaal ook niet ver gekomen. ZO druk hier
Hm, oké. Dan ben ik een iets minder gefrustreerde lezer, haha
Ik wil hem wel gaan lezen, maar het kan nog even duren
Ik lees mijn ongelezen topics lijst altijd van beneden naar boven. En die titel staat ergens bovenaan. Overigens, had die ook mijn aandacht getrokken haha. Dusss, tot over een tijdje 



- Never give up on anything, because miracles happen every day -
My head is a jungle...
My head is a jungle...