De wereld van Erran: Sigfrid de draak

Stap naar binnen en beland in werelden waar alles kan. Het zal je fantasie prikkelen.
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

Proloog

Toen de wereld nog jong was hoorde Hirador de grote rode draak de gebeden van zijn volk aan. In een gedaante van een mens kwam hij naar Erran om daar met een vrouw te slapen. Uit haar boezem kwam een kind voort dat bekent zou worden als koning Francisco de eerste van Dragoniä. Hij en zijn nageslacht zouden de mensen leiden maar niet iedereen zat daar op te wachten. Een conflict brak uit tussen de mensen die Francisco volgde en zij die zich niet konden vinden in Francisco. Na een bloedige oorlog versloeg Francisco de afvalligen die geleid werden door Generaal Bartox en verdreef ze uit de vallei van de draak. Grote stenen muren werden opgeworpen om het heilige land waar ooit de heilige Hirador de draak, schepper van de mens had gelopen. Een krachtige toverspreuk ontnam het heilige land aan de wereld. Velen probeerden het land terug te vinden maar allen faalden. De leider van de afgevallen kreeg de schuld en de nieuw gevormde staten buiten het heilige land trokken op tegen Generaal Bartox. Bartox werd met zijn vrienden verbannen tot de winderige vlakten van Sigfrid waar in de grotten en spelonken schepsels van het kwaad leefden.

Tijden gingen voorbij en rijken kwamen en vielen. De dwergen die al buiten het land woonden die kinderen van Baldahar waren vonden in de mensen goede vrienden. De elfen in de bosrijke gebieden zagen de mensen als gelijke en onder hielden vriendschappelijke relaties. Met list en bedrog probeerden ze de mens te verleiden tot oorlog met de dwergen die naar elfen inzicht de natuur schade aanbracht. Onder de naam van Moeder aarde, de draak die met al haar goedheid de elf schiep voerden ze zelf vele oorlogen tegen de dwergen. De wereld vergat langzaam de heilige landen van Dragoniä en het kwaad dat zich nestelde in de spelonken van de winderige vlakten. Het was toen Bartox de grote Hirador vervloekte om zijn onrecht tegen hem dat Sigfrid uit de hemel neer daalde. Als god van de oorlog en draak des kwaad vond hij in Bartox de man die hij zocht. In de ruil voor zijn eeuwige trouw en hun aanbidding schonk hij hen weer levenskracht. Slechts met één doel: het onderwerpen van de wereld aan Sigfrid. Bartox begon met de bouw van Sigfridburg een grote stad in de eindeloze vlaktes gelegen bij één van de weinige waterbronnen. Hier werkte hij aan het creëren van een groot leger en vormde de natie van Karzoi

Toen koning Francisco de achttiende in het jaar 1811 het heilige land verliet om met een groep getrouwen op zoek te gaan naar verzoening met allen die buiten het heilige land leefden. Verspreidde het nieuws zich snel tot in de winderige vlakten. Een leger werd gestuurd om de koning te onderscheppen. Diep in de wouden van Tilas woedde de strijd. Koning Francisco stierf ter plekke aan zijn verwondingen. Zijn geliefde vrouw die zwanger was ontsnapte met slechts enkele ridders. Op haar kraambed stierf ze nadat ze de baby Francisco had genoemd. De baby werd verborgen gehouden voor Bartox die steeds meer soldaten stuurde om de baby te vinden. Toen de volkeren van het oostelijk halfrond samen trokken tegen Bartox om de plunderingen te eindigen gebeurde het noodlot. Een vrouw verscheurd van verdriet stal de baby als vervanger van haar eigen dood geboren kind. Het koste ridders jaren om de baby die inmiddels zelf een kind had te vinden. Hiervoor vormde ze de orde van de draak. Toen de ridders hun vorst aantroffen was hij al op zijn sterfbed. De nieuwe zoon wou niks van de heilige landen weten. Zijn leven in de jonge handels republiek van Venutsia was hem genoeg. Na onophoudelijk aandringen van de orde om met hun terug te keren naar de heilige landen vluchtte hij weg met zijn vrouw om aan de orde te ontsnappen. Sindsdien was de koninklijke familie van Dragoniä onvindbaar. Tot er tijdens een rondreis van één van de ridders van de orde van de draak in Borkovia in de meest noordelijke stad Drass de laatste erfgenaam werd gevonden. Een weeskind dat zijn ouders had verloren door een aanval van Karzoize soldaten. Maar de jongen werd ook opgemerkt door een duister gebogen figuur. Die nacht vloog er een kremlin met een streep op zijn kop de stad Drass uit met het nieuws. beiden partijen richtte hun blik op Drass waar de sleutel lag tot het grote rijk van Bartox of de vrijheid van alle volken. Opdat de geen die het kind zou hebben hem konden gebruiken om Dragoniä aan hun kant te krijgen. dit zou bij Bartox lieden tot een wereld verdronken in kwaad waar licht geen plek meer vond er er slechts enkel pijn was.

De oorlog om het oostelijk Halfrond was begonnen. Sigfridburg opende haar poorten en Ulgar de Grote marcheerde met het grootste leger dat de wereld ooit aanschouwt had op naar drass....
Laatst gewijzigd door Hirador op 27 jan 2014 12:39, 5 keer totaal gewijzigd.
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Hey Hirador ik neem aan dit dat je oude verhaal is in een nieuwe tijd?

Leuk gedaan met die draken die ieder een volk maakten krijg je meteen een klein overzicht welke volken er allemaal in jouw wereld zijn. Je schrijft in je proloog dat één draak begon en de ander dit zag ook een volk maakte en toen zag een ander dat etc etc. Misschien kun je wat meer variatie bedenken hoe de draken op het idee kwamen om hun volken te maken ipv het namaken van de elfen.
In de wereld van Erran, lang voor het begin van de jaartelling, vloog moeder aarde over haar creatie.
Met haar gedachten had ze de natuur geschapen naar haar visie.
je begint je verhaal in de vt dus geschept moet geschapen zijn
Sierlijk en majestueus landde de groene draak in de eindeloze bossen van Erran op het westelijk continent.
De grote Hirador, de grootste draak onder hen allen, zag de creaties van zijn mede draken
Ze waren net zoals Yamasé vol van eer en gewaagde strijders en vormden al snel de stammen van Yasmas.
snel de ipv snelde
Ze werden als mensen maar waren qua uiterlijk een sneeuw hagedis.
qua ipv kwa
Sigfrid geloofde dat als hij haar versloeg hij haar de krachten zou krijgen.
1x versloeg
Nederzettingen gevoed door Sigfrid gingen ten oorlog terwijl de andere draken dit met lede ogen aankeken
Nederzettingen ipv nederzetting omdat je de meervoud gingen gebruikt

Met plezier gelezen ga zo door!
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

Glenn bedankt voor je reactie weer

ik ga zeker wat met je tips doen en er nog wat dingen aa toevoegen. Verder is het verhaal iets anders geworden maar er komt genoeg ceremonieel gedoe in voor.
Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

Zo proloog aangepast en geüpdate met wat extra info.
Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

Vanavond komt als alles goed gaat eindelijk het eerste deel
Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

Hoofdstuk 1
Barkovia, drasslanden, kasteel Drass, anno 2551 naar mensen telling

De grond trilde onder het naderen van de Karzoiën. Hoge belegerings torens rolden langzaam op de muren van Drass af. Katapulten werden in positie gerold en in de voorste gelderen werd met de vuist op de schilden geslagen. Grote vaandels met de Windarend erop wapperden trots in de wind. Hatelijke kreten werden naar de hoge stadsmuren gesmeten die de stad Drass beschermde. Op de muur liep kapitein Nicolas zelfverzekerd rond. Zijn zware uitrusting rammelde bij elke stap die hij zette. Zijn bevelen klonken luid over de stadswallen heen waar vele soldaten het naderende leger gade sloegen. Kanonnen werden geladen, ketels hete teer werden overal neer gezet. Het slaan op de schilden ging steeds harder tot er een ruiter genaamd Ulgar de grote naar voren trad. Hij dankte zijn bijnaam aan zijn lengte die hem ruimschoots boven zijn soldaten verhief. Hij was de rechterhand van de duistere tovenaar Bartox die de Karzoiën leidde. De vaandel in zijn hand waaide sierlijk in de wind. Met zijn rechterhand bracht hij iedereen tot stilte. Toen reed hij richting de muur en bleef op een afstandje staan. Zijn paard trappelde ongeduldig wetende wat onvermijdelijk zou komen.
'In de naam van zijne koninklijke hoogheid koning Bartox, tovenaar van winden vraag ik u zich over te geven. Wees verstandig en spaar de levens van uw geliefden.' Riep Ulgar naar de stadswal.
Kapitein Nicolas sloeg Ulgar gade vanachter de kantelen. De verhalen over Ulgar waren duidelijk niet overdreven want de man was daadwerkelijk groot. Zijn harnas glinsterende in de koele ochtend zon die zich steeds meer liet zien.
'Dit is het land van Borkovia, het land van de vrijheid. Verdwijn naar de kale wind vlakten waar tuig zoals jullie thuis horen. Steek die loze woorden maar in je reet want die zal ongetwijfeld jaloers zijn op je mond waar alleen maar stront uit komt!'
Iedereen op de muur juichte om de woorden van hun kapitein. Ulgar gaf een ruk aan zijn teugels en reed terug over de smalle landtong naar zijn leger. Drass was gebouwd op een lange landtong waar de oevers van de machtige Drass rivier het smalst was. Een grote stenen brug verbond beide oevers met elkaar met in het midden een ophaalbrug voor de schepen. Aan het eind van de landtong stak de citadel van Drass hoog de lucht in. Daarvoor lag de stad Drass de grootste in de wijde omgeving. De stad kon slechts via één kant bereikt worden over het land. Dit alles maakte de stad bijna onneembaar. Complete liederen werden opgedragen aan de vesting die haar macht en glorie bezongen.

Ulgar reed met opgeheven hand naar zijn leger en liet hem zakken toen hij de voorste gelderen in reed. Direct schoten de katapulten hun eerste lading af. Stenen gedrenkt in pek vlogen al brandend door de lucht naar Drass. De muur trilde onder de aanval maar bleef staan als een berg. Het leek wel te regenen toen de stenen achter elkaar op de muur insloegen. Andere stenen vlogen over de muur en sloegen gaten in de huizen van de bewoners van Drass. Vuur verspreide zich rap door de vele houten huizen met hun pittoreske rieten daken. De Drasianen vormden lange rijen en probeerde de branden te bedwingen. Bij de stadswallen gingen de aanvallen onverminderd door tot de zon eindelijk weer onder ging. Langs de muur waren weinig zichtbare schades aangericht. Kapitein Nicolas liet zich vermoeid zaken in zijn zetel. Vanaf de Noordelijke toren waar hij zijn kantoor had keek hij uit over de branden die steeds kleiner werden. Op de rivier zag hij kleine lichtjes branden die steeds dichterbij kwamen. De rivier vloot van Borkovia was gearriveerd om de adel en geestelijken te evacueren en een ieder die genoeg geld over had voor zijn leven. Moe viel hij in slaap, moe van het schreeuwen, moe van de onophoudelijke aanval.

Veel slaap werd hem niet gegund toen na drie uur de noordelijke toren werd aangevallen. Stenen sloegen achter elkaar in bij de toren die deel uitmaakte van het poortgebouw. De toren was al bijna een burcht op zichzelf zo versterkt was het. De houten met ijzer beslagen deuren kregen het zwaar te verduren onder de aanval. Grote balken werden geplaatst om de deur te verstevigen. Toen hield de aanval uit het niks op en begon het Karzoize leger te juichen. Kapitein Nicolas liep al vloekend het dak van de noorder toren op.
'Licht geef mij licht!'
Op kapitein Nicolas zijn bevel schoten vuurpijlen de lucht in. Met een knal ontplofde ze boven het veld. Hun magische licht gaf de verdedigers de kans om wat te zien. Uit het donker stormde vier trollen naar voren die samen een reuze stormram vast hielden. Kapitein Nicolas keek geschrokken richting de trollen.
'Hoe hebben ze die domme wezens zover gekregen?,' vroeg hij zich hardop af.
'Die tovenaar zal wel wat bedacht hebben,' zei één van de wachten.
'Naja maakt niet uit, die gedrochten leggen het af tegen onze kanonnen. Geef bevel om op de trollen te schieten als ze goed in bereik zijn.'
Met luid gebulder openden de kanonnen het vuur. Met ongelooflijke kracht werd de eerste trol door vier kogels getroffen. Alsof het niks was werd de trol drie meter naar achter gesmeten om vervolgens dood neer te vallen zijn hoofd half van zijn romp. De andere trollen verging het niet veel beter en toen de laatste viel kwam er een luid gejuich van de muren.

Ulgar de grote keek woedend naar zijn tegenstanders.
'Zet de aanval in, ik wil die muur!'
Trommelaars sloegen op hun trommels en langzaam kwam het leger in beweging. Grote belegerings torens werden door trollen voort geduwd richting de muur. Duizenden Karzoiën marcheerden op de maat van de trommels naar de muur. De katapulten openden het vuur weer zodat de vuurballen de hemel verlichte. De Drasianen keken het naderende leger angstig aan. De hele landtong was gevuld met soldaten. Een luide explosie deed kapitein Nicolas achterom kijken.
'Jij daar zoek uit wat het is,' zei hij wijzende naar een soldaat.
'Meteen kapitein!'
De soldaat rende de trap af en verdween in de stad. Toen openden alle kanonnen het vuur. Hun kogels zaaide dood en verderf in de gelederen van de Karzoiën. Zodra ze de grond raakten rolde ze verder om bij de soldaten de benen te verbrijzelen. De eerste belegerings toren werd getroffen door meerdere kogels. Alsof het niks was vlogen de kogels erdoor heen, de soldaten dodend die in de toren zaten. Als een kaartenhuis storte de toren in elkaar. De anderen kwamen steeds dichterbij en ondanks de kanonnen konden ze niet verhinderen dat ze de muur bereikten. De trollen renden direct naar de stormram om die weer op te pakken. Granaten werden in de belegerings torens gegooid. De explosie werd gevolgd door een explosie van schreeuwen. De loopplanken vielen naar beneden en de eerste Karzoiën stormde de muur op. Ze werden verwelkomt door een regen van pijlen die hun deed achterover slaan. De trollen sloegen nu met alle macht tegen de poort aan die steeds verder open kwam. Kapitein Nicolas sloeg zich een weg door de Karzoiën heen die maar uit de torens bleven komen. De één na de ander viel voor zijn slag zwaard soms wel drie tegelijk. Op het moment dat hij het poortgebouw betrad braken de poort deuren onder luid gekraak door. De trollen stormde door het gat naar binnen. Een groep boogschutters die zich achter de poorten had geplaatst moest nadat ze hadden geschoten het met hun dood bekopen. Met een krachtige haal werden ze neer geslagen. Vanuit het poortgebouw werd boven de trollen hete pek en olie naar beneden gegooid. Met brandende pijlen werden de trollen in vlam gezet. Hun gekrijs was tot in de citadel te horen.

De koningin van Drass of eigenlijk de hertogin zoals haar officiële titel was keek roerloos uit haar venster. Ze zag de verschrikkingen van de oorlog nog nooit zo dichtbij. Een kleine jongen van zeven jaar keek vragend naar de vrouw. Zijn knuffel hield hij vast met zijn hand terwijl hij op zijn duim zoog. Zijn ogen waren rood van het huilen. Het was de jongen niet ontgaan wat er buiten gebeurde. Vooral toen de brug werd opgeblazen wist hij dat er iets goed fout was. De vrouw die hem de borst had gegeven was nu niet meer zo vrolijk als anders. Haar gezicht was veranderd in een levens loze uitdrukking. De ernst van de situatie was nu ook tot de citadel door gedrongen.
Laatst gewijzigd door Hirador op 21 jan 2014 21:24, 2 keer totaal gewijzigd.
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Hey Hirador!

Moet zeggen de slag/belegering is zeer realistisch. De handelingen die soldaten verrichten en wanneer lijkt heel erg op de werkelijkheid complimenten!. Je hebt ook een paar zinnen die hoewel ze niet domineren heel veel zeggen over je wereld.
Grote vaandels met de Windarend erop wapperden vrolijk in de wind.
Je probeert om spanning in je verhaal te verwerken door een belegering. Het woord vrolijk is daarom dan ook een beetje misplaatst.
De vaandel in zijn arm waaide sierlijk in de wind.
Een vaandel in zijn arm? Lijkt me heel onnatuurlijk haha in zijn hand lijkt me beter.
Steek die loze woorden maar in je reet want die zal ongetwijfeld jaloers zijn op je mond waar alleen maar stront uit komt!
Een vrij grove maar toch leuke belediging maar hiervoor noemt hij hun addergebroed wat qua tijd goed geplaatst is maar niet matcht met de grove belediging die daar op volgt. Ik zou je daarom willen adviseren of om addergebroed in een wat meer overeenkomende manier met de tweede belediging te veranderen of de tweede belediging aan te passen.
Vanaf de Noordelijke toren waar hij zijn kantoor had keek hij uit over de branden die steeds kleiner werd.
kleiner werden.
'Die tovenaar zal wel wat bedacht hebben,' zij één van de wachten.
zei
Trommelaars sloegen op hun trommels en lamgzaam kwam het leger in beweging
.
langzaam
Ze werden verwelkomt door een regen van pijlen die hun deed achter over slaan
die hun achterover deed slaan
De rivier vloot van Borkovia was gearriveerd om de adel en geestelijken te evacueren en een ieder die genoeg geld over had voor zijn leven.
Deze zin zegt veel over je wereld

Eigenlijk vind ik dit je beste stuk tot nu toe. Hele subtiele worldbuilding en een zeer goed beschreven slag.
Met veel plezier gelezen ga zo door!
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

Hey Glen

dankje voor je toppie reactie.

heb je punten aangepast en hoop dat je het leuk blijft vinden want het beleg is nog lang niet over
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

Barkovia, Drasslanden, kasteel Drass, Poortgebouw buiten muren 2551 naar menselijke telling


Kapitein Nicolas gezicht was verslagen toen hij het nieuws van de brug hoorde.
'Dit is vreselijk, maar wel zullen zege vieren. Ga naar kapitein Legas en zeg hem de tweede linie gereed te maken. Ik hou de vijand zo lang mogelijk tegen.'
De soldaat keek zijn kapitein met ongeloof aan. Zei hij nou echt dat hij de buitenmuren opgaf.
'Sta daar niet te dromen jongen, ga nu!'
'Ja kapitein!'
De soldaat rende door de straten heen naar de binnen poort waar kapitein Legas op de uitkijk stond. De soldaat bracht de woorden over en liep toen naar één van de grote ketels waar soep in zat voor soldaten. Achter hem klonk de stem van kapitein Legas: 'Beman de muren en barricadeer de poorten'
Soldaten schoten alle kanten op en de grote poorten gingen langzaam dicht. Een handvol burgers en soldaten glipte de oude stad nog binnen voor de deur met een doffe klap dicht viel. Burgers bonkten op de grote deuren smekend om naar binnen te mogen. Kapitein Legas gaf geen aandacht aan de lagere klasse en richte zich op de voorbereiding van de verdediging van de hoge klasse. Brandbommen werden langs de muren geplaatst te samen met grote vuurkorfen waarnaast tonnen met pijlen stonden. De muur vulde zich met boogschutters en daarachter soldaten. Kapitein Legas was van een andere slag als kapitein Nicolas die slechts uit een arme familie was opgeklommen tot de hoogste rang die hij kon hebben als horige. Legas was daarin tegen zoon van een rijke handelaar die een zetel had in de raad van Drass. Hij stond nog aan het begin van zijn carrière en zou nu zijn vuurdoop krijgen. Net als een ieder uit de oude stad gaf hij niks om het volk dat buiten de oude muren woonde wat de voorstad vormde. Nicolas zijn mannen vochten als leeuwen en even leek het erop dat ze stand hielden. Met een klap rende een trol door de ingang van het poortgebouw. De soldaten die daar een linie hadden gevormd en zo elke aanval af sloegen werden aan de kant gebukt. Het was kapitein Nicolas die van boven af uit het poortgebouw sprong met zijn zwaard omlaag. Dodelijk trof het zwaard het hoofd van de trol. Met een smak viel hij naar voren over enkele soldaten heen. Nicolas trok zijn zwaard uit het hoofd van de trol en stapte van de trol af. Achter hem stormde de Karzoiën nu in alle macht het poortgebouw in. Zijn slag zwaard zwaaide in het rond en sneed de één na de ander open. Maar de overmacht was te groot. De soldaten op de muur werden overgelopen door de constante toe stroom van Karzoiën. Ze keken wel uit om niet te dicht bij Nicolas te komen die nauwelijks nog herkenbaar was door al het bloed op zijn lijf. Nadat hij iemand had onthoofd voelde hij een brandende pijn in zijn zij. Een pijl had zijn doel getroffen tussen zijn harnas. Een tweede pijl volgde al snel die hem trof in zijn been. Al schreeuwend viel hij op zijn knieën waar de Karzoiën gebruik van maakte. Nog voor ze Nicolas hadden bereikt zwaaide hij zijn zwaard door de lucht en sprong schreeuwend op. Ingewanden werden naar buiten gerukt toen het zwaard de magen door kliefde alsof het vers brood was. Met zijn zwaard geheven rende hij op de Karzoiën af die terug deinsden voor hem. Uit het midden van de groep schoot een hellebaard naar voren die nicolas onder zijn borstplaat trof. Hij haalde wild uit met zijn zwaard maar kon de Karzoiën niet meer bereiken. Nog een hellebaard schoot naar voren die hem trof. Ruw werd hij naar achter gedrukt tot hij tegen de muur aan klapte. Een Karzoi sprong naar voren met zijn zwaard maar kwam niet verder dan het mes van Nicolas. Al kreundend zakte hij in elkaar. Nog voor de man de grond had geraakt sprong een ander naar voren met zijn bijl. Het metaal vonkte toen het de muur raakte. Bloed spatte alle kanten op toen Nicolas zijn hoofd op de grond viel. Direct werd het opgeraapt en op een hellebaard gespietst. Al schreeuwend stormde ze de stad in de verslagen soldaten neer slaand. De Karzoiën sloegen direct aan het plunderen en vergrepen zich aan de vrouwen en mannen en zelfs de kinderen werden niet gespaard.

Streep de vaste kremlin van Ulgar vloog over het vechtgeruis heen en sloeg met zijn kleine vleugels een paar keer om zo richting van Ulgar op te vliegen. Met een gniepige stem vertelde hij dat de eerste muur was gevallen en vroeg naar het volgende bevel.
'Zet de aanval door, draai de kanonnen om in de torens en geef mij de sleutel tot Borkovia.'
'Ja meesterrr,'
Met krachtige slagen van zijn vleugels vloog hij weg. Ulgar riep een andere kremlin tot zich die voor hem kwam hangen.
'Informeer de grote Bartox over de voortgang.'
'Ja meesterrr.'
Direct vloog de kremlin weg de duisternis in.

De kapiteins van de Karzoiën stonden samen te praten bij het poortgebouw toen Streep aan kwam vliegen. Minachtend keken de kapiteins omhoog naar het kleine groene wezen met puntoren en kleine hoektanden die tussen zijn lippen door kwamen.
'Ulgarrr wil dat jullie doorrrstoten naarrr de oude muurrr. Geen genade voorrr de Drrrassianen.'
De kapiteins kwamen al klagend in beweging en gaven de eerste bevelen al. Vanaf het dak van de stads poort keek Streep naar de kapiteins die zich meer druk maakten om hun uniform dan de slag. Overal werd geplunderd en jaagde de angst door de straten heen. Burgers werden als vee afgevoerd in lange rijen de stad uit. Kapitein Legas keek alles met lede ogen aan en zette toen zijn helm op.
'Boogschutters, leg aan!'
Pijlen werden in de vuurkorfen gestoken en daarna aangespannen. Met een zwaaiende beweging van zijn arm gaf Legas bevel te schieten. Het leek alsof de steren naar beneden kwamen zoveel brandende pijlen kwamen omlaag. Soldaten en burgers werden dodelijk getroffen, gebouwen vlogen in de brand. Vanaf de muur werden ketels met olie de stad in geschoten waardoor overal in de stad brand ontstond. De hitte was bijna ondraaglijk toen de voorstad in lichte laaien stond. Het gekrijs van mensen kwam slechts enkel boven het geluid van de brand uit. Woedend lieten de kapiteins hun troepen terug vallen tot voor de eerste muren. Het Karzoize leger was aardig uitgedund door de brand. Ze vervloekten de Drasianen om hun listigheid want nu zouden ze zich aan Ulgar moeten verantwoorden. Ulgar kwam al over de landtong aangereden gevolgd door zijn lijfwachten. De voorste kapitein kon nog geen woord uitbrengen of hij werd al onthoofd. Al vloekend klom Ulgar van zijn paard en schopte het hoofd weg. Met een smak vloog de deur van het trappenhuis open dat toegang gaf tot het poortgebouw. Vanaf daar zag hij de vuurzee die alles op zijn pad vernietigde.
Zijn bevelen waren duidelijk en kort en overal vlogen soldaten heen om ze te uitvoer te brengen. Met veel mankracht werden de kanonnen in de torens omgedraaid en na enige tijd waren ze eindelijk gereed om te vuren. Toen de trollen zich terug trokken voor het zonlicht openden de kanonnen het vuur. Vanaf beide kanten werd naar elkaar geschoten. De dag verliep rustig voor de Drassianen waardoor ze op adem konden komen. Halverwege de dag was de munitie van de Karzoiën op en zat er niks op om te wachten dat het vuur uit ging. De rijke lieden en edelen wisten dat de situatie grimmig was. De straten waren stil en verlaten, de vloot had slechts een handvol mensen geëvacueerd en had verder alleen geld in geladen.. De angst zaaide zich als de pest in de mensen. Geen mens bleef onberoerd voor de angst. Waarden en normen vervaagde met elk uur. Dingen die onnatuurlijk werden geacht bleken ineens te kunnen. Bedienden renden door de straten om uitnodigingen te brengen voor vele feesten. Want zeiden de edelen: als we dan toch dood gaan, dan in ons beste kloffie al zuipend ten onder. Toen de nacht haar sluier over het land uitlegde brak de muziek los in de stad. De ene band nog uitbundiger als de andere. hoe verder de avond vorderde werd een ieder op straat de huizen binnen gehaald tot aan de soldaten aan toe. Graaf Alexas de rijkste onder hen allen. liep zijn bordes af en trok twee bedelaars uit de goot die met het vallen van de eerste muur naar binnen waren geglipt.
'Kom heren en doe u tegoed aan mijn gastvrijheid.'
De bedelaars liepen achterdochtig achter de graaf aan die bij de eerste beste vrouw zijn hoofd tussen haar borsten drukte.
'Hebben jullie mij gemist jongens,' riep hij al lachend. De bedelaars vlogen op het eten af en werden al snel lastig gevallen door gewillige dames. De band speelde vrolijke muziek en mensen danste de mooiste dansen in de grote zaal. Grote gouden kroonluchters hingen aan de ijzeren spanten die het glazen dak op hun plaats hielden. Niemand in Drass of omgeving had z"n duur dak. Het was de laatste innovatie uit handels republiek Venutsia. Met een luide klap brak het dak en kwamen duizenden glas splinters omlaag met misvormde lijken. De gasten vlogen alle kanten op dekking zoekend. De Gravin stond in het midden van zaal het hardst te gillen. Graaf Alexas kwam onder een tafel vandaan waar hij net nog dekking zocht. Hij greep zijn vrouw beet en schudde haar door elkaar. Ze kalmeerde enigszins en zag de lijken en bebloede gasten liggen op de marmeren vloer. Overal lagen stukken ijzer dat net nog in het dak zat, de kroonluchters hadden sommige gasten dodelijk verwond.
'Wat is er liefje?'
'Ik heb een nagel gebroken, kijk nou toch.'
De graaf begon zijn vrouw heftig te zoenen waarna hij zich tegoed deed aan de wijn.
'Muziek, muziek ik wil dansen.' En hij huppelde over de dansvloer als een ballerina.
Terwijl de brandende stenen en lijken van gesneuvelde Drassianen over de stad vlogen ging het feest door in de slaapkamers, steegjes en op de dansvloer.

Kolonel Bockl liep vlot door de gangen van de citadel heen. Zijn plaatharnas zat hem als gegoten en gaf bijna geen belemmering in zijn beweging. De wachters bij de deur openden de deur voor hem die toegang gaf tot de troonzaal. De koningin stond in de hoek uit het raam te kijken, terwijl ze met haar zegel ring speelde. Kolonel Bockl was verrast de koningin in deels harnas te zien. Haar benen waren volledig bedekt met plaatharnas en haar boezem ging verborgen achter een borst plaat. Naast haar lag de rest van haar uitrusting op de tafel uitgestald. Kolonel Bockl sloeg de hakken tegen elkaar en buigde iets.
'Majesteit u had mij ontboden?'
'Ja mijn beste Bockl. Hoe is de situatie, is er nog hoop?'
'Er is altijd hoop, als we ontzet worden morgen dan zal alles goed komen.'
'Ach dat gelooft u zelf toch niet? Je weet best dat de koning mij liever dood heeft dan rijk. We zullen dit zelf moeten doen maar als de koning slim genoeg is. Zal hij zien dat met Drass verovert, de weg naar Borkovia open ligt.'
'Ongetwijfeld majesteit, we moeten vertrouwen hebben. Ik ben zo vrij geweest om een vlot te laten maken die u en u kroost maar vooral de jongen in veiligheid brengt.'
'Daarom bent u nou kolonel, u denkt ook aan alles.'
'Dat is mijn taak majesteit, u leven beschermen met al mijn kracht.' Zei Bockl trots.
Achter de kolonel vloog de deur open en kwam een soldaat binnen rennen.
'Majesteit vergeef mij maar de Karzoiën zijn aan de overkant gekomen.'
'Hoe?'
'Met vlotten, ze liggen net voor de bocht op de oever.'
'Dus dat gingen die soldaten dus vanmorgen doen,' zei Bockl 'in dat geval majesteit zal ik mijn pogingen de stad te verdedigen verdubbelen.'
'Bockl, als het er op aan komt red dan de jongen, de jongen.' Zei de koningin met een zachte stem en ze legde haar hand op de arm van Bockl
'Maar majesteit.'
'Geen gemaar de jongen tot de laatste man, vlucht met hem als kan. Hij moet naar de orde, niet naar Bartox. Als nodig is weet je wat je te doen staat, ga nu mijn kolonel.'
'Ja majesteit, laten we hopen dat het niet zover komt.' Bockl buigde en liep achteruit de zaal uit.
Laatst gewijzigd door Hirador op 21 jan 2014 21:25, 1 keer totaal gewijzigd.
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Leuk vervolg. Je gaat weer verder met de wereldsetting of eigenlijk de setting in Drass. Hoe Legas denkt over de voorstedelingen geeft een goed beeld van de wereld. Je schrijft echter erna dat hij met leden ogen aanziet hoe ze weggevoerd worden. Dit strookt niet met wat hij eerder over hen dacht. Anders had hij ook niet de poort gesloten en niet zo over die mensen gedacht. De vervolg actie dat hij alles in de hens steekt klopt dan weer wel met het eerdere beeld.
De vloot heeft enkele personen geëvacueerd maar de koningin 'het kind' en de rijkste burger bevinden zich nog in de stad!? Wie zijn er dan geëvacueerd?

Weer met plezier gelezen ga zo door!
My ego is to big for a conversation so thats the reason I write because writing is the best way to talk without being interrupted.
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

Hey Glenn

Dankje voor je reactie.

Over legas dat moet ik inderdaad effe anders verwoorden.

Wat betreft de evacuatie misschien zit daar wel meer achter gaf al een hint met veel geld/goud in geladen.

In het volgende stuk krijg je antwoord maar wil ze niet te lang maken hier omdat de meesten dat niet zo fijn vinden
Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Heey, Hirador! Op je verzoek ben ik begonnen met je verhaal te lezen. Ik ben erg kritisch, dus je bent gewaarschuwd :p
Over je proloog, ik vind hem om eerlijk te zijn niet zo wauw. Het werkt voor mij persoonlijk niet om de ontstaansgeschiedenis van een zelfbedachte wereld als eerste te lezen. Het maakt me niet nieuwsgierig naar meer, omdat je niet echt een probleem schets. Ja, het oeroude probleem van de strijd tussen goed en kwaad, maar dat heb ik nu al zo vaak gehoord dat ik daar eerder van afhaak dan dat ik benieuwd ben naar meer.
Bovendien geef je in dit kleine stukje zoveel informatie met zoveel vreemde namen dat ik na twee draken merkte dat ik de tekst begon over te scannen. De ideeën zijn leuk, maar doordat het nu eigenlijk een als verhaal verhulde infodump is komen die leuke ideeën niet over. Zo is het idee van hoe de magie verdeeld is geraakt erg origineel! Die heb ik nooit eerder gehoord, wat het meteen leuker maakt.
Een paar zinnen die me opvielen:
Met haar gedachten creëerde ze de Elfen. Zij werden naar haar evenbeeld geschapen. Trost, één met de natuur en lichtelijk overmoedig. Met hun spitse oren en slanke lijven voelden ze zich al snel thuis in de bossen van Erran.
De eerste keer dat ik dit las dacht ik dat moeder Aarde er zo uitzag als een elf, in plaats van een draak. Ik zou voor een andere woordkeuze kiezen dan evenbeeld, dat ligt voor mij te veel verweven met uiterlijk. Maar dat moet je zelf beslissen, natuurlijk :p Oh, en in de derde zin, trost=trots
Baldahar de Grijze draak waar de ogen van puur goud waren en vloeibaar goud door zijn aderen stroomde. Keek het tafereel van een afstand aan en besloot ook zijn eigen volk te creëren.
Dit moet 1 zin zijn, geen twee :p
Op het oosterlijk halfrond was de draak Yamasé zo ontroert door zijn creatie dat toen zijn tranen de oceaan raakten zij de eilanden van Yasmas vormden.
was ontroerd

Hoofdstuk 1:
Ik ben ook niet echt fan van hoe je je hoofdstuk 1 begint. Het is nu een strijd tussen twee partijen en ik weet van beide partijen niet waarom ze vechten. Hebben de mensen uit Drass een hoge pief vermoord van de Karzoiën waardoor die wraak willen nemen? Of zijn de Karzoïen uit op de stad omdat ze vinden dat het hun geboorterecht is? De motieven zijn juist hetgeen wat het interessant kan maken en voor spanning kan zorgen! Nu lees ik alles en denk: ja, leuk, poort is verbrijzeld. Oh, nu is de trol dood. Tja. Oh, de kapitein nu ook. Oke. Er is geen spanning omdat ik niet weet voor wie ik zou moeten zijn en wat de consequenties zijn als ze verliezen of winnen.
Om het spannender te maken kun je, denk ik, het beste meer een personage uitdiepen en vanuit hem/haar schrijven. Wat zijn zijn gedachten? Wat heeft hij te verliezen? Voelt hij woede tegenover de vijand of gelatenheid, triomf, verdriet? En ik zou net beginnen voordat de aanval begint, om een situatieschets te kunnen geven van hoe de wereld was voordat alles uit elkaar gescheurd wordt door die belegering.
Oh, en wie zijn de Karzoiën eigenlijk? Want je legt alles uit in je proloog, maar die naam komt niet voor. Dat was een beetje verwarrend :p
En de koningin heeft als titel eigenlijk de hertogin, maar daarna spreek je haar alleen maar aan als koningin.
Je beschrijft trouwens de gebeurtenissen van de belegering goed! Het lijkt allemaal op hoe werkelijk een belegering in elkaar had kunnen zitten. Eén klein puntje, ik weet niet of je het wist, maar men gebruikte tijdens belegeringen vaker kokend water dan teer om op hun aanvallers te gooien. Is een stuk goedkoper :p
En ik vind het idee erg leuk dat de angst om dood te gaan ervoor zorgt dat iedereen zich gedraagt zoals ze zich anders nooit zouden gedragen. Een interessante wending, die je verhaal meteen een stuk leuker maakt.
Nog een paar zinnen die me opvielen:
'Dus dat gingen die soldaten dus vanmorgen doen,' zei Bockl 'in dat geval majesteit zal ik mijn pogingen de stad te verdedigen verdubbelen.'
Je vergeet best vaak komma's, vooral als je mensen aan spreekt. Hier moet majesteit tussen twee komma's
'Majesteit vergeef mij maar de Karzoiën zijn aan de overkant gekomen.'
Hier is het: Majesteit, vergeef mij (je spreekt iemand aan)
'Hebben jullie mij gemist jongens,' riep hij al lachend.
en hier is het: hebben jullie mij gemist, jongens

Dat was mijn feedback voor je drie stukjes. Ondanks mijn hoop aan commentaar is het duidelijk dat je talent hebt om te schrijven. De keuzes die je hebt gemaakt pakken alleen wat minder uit, maar met herschrijven is dat snel verholpen. Succes met het verder schrijven!
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

hey Saskezwaard

wat betreft de proloog ik weet het ik was al bezig met een nieuwe en ga de dingen van de huidige verwerken in het verhaal zelf . Ik ben bezig in de proloog te verwerken waarom ze gaan matten in het eerste hoofdstuk waar de eerste 2 personages naar voren komen.

je commentaar is erg fijn en beschouw ik niet als kritisch, het laat mij zien hoe een ander er tegen aan kijkt. ik hoop met de nieuwe proloog, die vandaag komt als alles goed gaat met een extra stukje weer wat meer duidelijkheid schep. Soms komen de ideeën pas als je verder bent in je verhaal en dan is het fijn om een reactie te hebben die dingen wat kritisch bekijken zodat alles nog klopt.

bedankt voor je compliment dat je denkt dat ik talent hebt dat streelt mij ego hihi mijn dag kan vandaag niet meer kapot

hopelijk snap je de nieuwe proloog beter

nieuwe proloog geplatst
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

Barkovia, Drasslanden, Drass, oude stads muren van de oude stad
De aanval ging onvermoeid door, overal kwamen brandende stenen omlaag. De trollen waren uit hun verblijf gekomen en beukte vol tegen de poorten. Tientallen ladders gingen tegen de muren aan waarbij boogschutters hun pijlen over de muur schoten. Het gebeuk van de trollen ging de hele nacht door tot de laatste trol aan zijn verwondingen bezweek. Bij het sneuvelen van de laatste trol trokken de aanvallers terug. Vanuit het midden van de groep kwamen soldaten naar voren gerend met zakken buskruit. Ze renden door de pijlen regen heen tot aan de poort waar van de twintig soldaten er acht het hadden gehaald. Met spijkers werden de zakken vast geslagen op het midden van de poort. Toen de lonten branden renden ze weg van de poort waar ze van achter werden neer geschoten. Met een luide explosie barstte de poort uit elkaar. Brokstukken vlogen door de doorgang van de poort heen dwars door de gelederen van de Drassianen heen. Ze hervormde zich snel en vormde een muur van schilden. Met strijdkreten stormde verse troepen van de Karzoiën zich het poort gebouw in. Beukend op de muur van schilden. Nu waren de rollen omgedraaid. Buskruit vaten werden van lont voorzien en naar de Drassianen gegooid. Alsof het niks was vlogen de ledematen en lichamen door de lucht heen, de verdediging brak en viel terug de te straten in. Van alle kanten schoten de Drassianen hun pijlen af terwijl de Karzoiën door stormde. Drassiaanse soldaten vielen terug richting de citadel die nu haar kanonnen liet spreken. Angstige burgers zaten in de kathedraal bij elkaar terwijl er op de deuren werd gebeukt.

De hoge priester knielde met zijn tien priesters neer voor het altaar van Hirador en sloeg een draak op zijn borst.
'Vergeef mij o Hirador wijste en machtigste van allen. Want ik ga zondigen in u huis. Geef mij de kracht uw huis te bewaken.'
Toen stonden ze op en hielden hun twee handig slag zwaard voor hun borst omhoog. in hun lange gewaden liepen ze twee aan twee achter de hogepriester aan. Ze stelden zich op voor de deur die elk moment zou doorbreken. Met gekraak brak de deur door en stormden soldaten naar binnen. Slag zwaarden vlogen door de lucht heen. Botten werden verbrijzeld, armen afgehaakt. Maar het stelde slechts het onvermijdelijke uit. Na een felle strijd lag de hoge priester bloedend voor het altaar. Soldaten stalen het goud en staken de kathedraal in brand. Vlammen sloegen hoog uit het dak de donkere hemel in. Graaf Alexas werd ruw gestoord door glazen die werden ingegooid door Karzoize soldaten. Geërgerd kwam hij van één van zijn dienstmeisjes af die onvrijwillig aan de graaf zijn lusten was overgeleverd. Met zijn broek half op de knieën kwam hij vloekend de danszaal in. Met wat gekluns rukte hij een zwaard van de muur die als versiering diende. Andere gasten volgden zijn voorbeeld en in de jachtkamer werden musketten geladen. Al schreeuwend stormde soldaten naar binnen en werden overvallen door musket kogels. De tweede golf soldaten had geen moeite met de dronken mensen te verslaan. Op elke verdieping wonen ze met gemak. De graaf verdedigde zijn vrouw vurig maar toen zijn broek weer zakte verloor hij zijn evenwicht en viel van twee hoog naar beneden op de marmeren vloer. Daar kleurde de vloer al snel rood om hem
H2 Barkovia, Drasslanden, Oude stad van Drass, herberg Het Edele Paard
De oude waard zat op zijn krukje achter de bar. Voor hem stond zijn beste wijn die hij zelf meester maakte. Buiten klonken afgrijselijke geluiden van een ware veldslag in de oude straatjes. Zijn gasten waren gevlucht of naar de feesten in de stad gegaan. Maar slechts één gast was gebleven. Die vreemde man die slechts enkele dagen voor het Beleg arriveerde. Maar wat kon het hem ook schelen, hij nam nog een slok uit de fles en wachtte rustig op zijn dood.

Sierlijk kringelde wierook omhoog vanaf de porseleinen kom. Twee handen verpakt in leren handschoenen leidde de wierook naar een gezicht dat getekend was door de ouderdom. Toen boog de man diep zijn hoofd en bidde zachtjes: 'Ow grote Hirador wijste en grootste onder ons allen. Vergeef u dienaar want ik sta op het punt te zondigen. Geef mij de kracht voor mijn taak. Laat u wil geschiedde, amen.'
Toen stond hij op sloeg zijn cape om en zette zijn grote hoed op. Even keek hij in de spiegel en was tevreden met het uitzicht. Dunne zachte grijze haren liepen lang zijn oren naar beneden. Een kleine grijze sik maakte het geheel af. Toen liep hij de kamer uit de overloop op die toegang gaf aan de grote trap. De waard keek op toen zijn laatste gast over de overloop liep die boven de gelagkamer hing. Het was hem duidelijk dat dit geen normale gast was. Zijn voeten klonken veel zwaarder op de overloop als anderen. Wat ging er schuil onder die cape die de man volledig omhulste tot net boven zijn laarzen. De centrale trap bevond zich voor de bar zodat de waard altijd goed zicht had op de gasten die vertrokken. De laarzen met ijzeren plaatjes die over elkaar hingen gaven de waard geen twijfel meer. Met deze gast moest je geen ruzie zoeken. Toen hij zijn hand onder de cape vandaan haalde zag de waard iets van donker rood borduurwerk zitten. Met een smak kwam de hand op de bar neer. Toen liep de man zonder te vragen naar buiten de waard bleef stomverbaasd achter. Op de bar lagen vijf goud stukken dat veel meer was dan de huurprijs van de kamer.

De man liep stevig door richting de oude citadel. Overal klonken geluiden van plunderende soldaten. Het was duidelijk dat de hele stad werd overgelopen. Burgers renden hem voorbij richting de citadel. Waar zij rechtsaf sloegen ging hij links het donker in. Een groepje zarkoize soldaten volgde hem en verdwenen in het donker. Even klonken de kreten van angstige stemmen en toen was het weer rustig. De man kwam de steeg weer uitlopen en klopte zijn cape af. Via een grote trap liep hij verder tot de oude muur eindigde bij de citadel. Enkele fakkels verlichte de muur opdat er niemand onopgemerkt hier kon lopen. De man maakte een knijpende beweging met zijn hand en de fakkels doofden. Zijn ademhaling was rustig, zijn hart klopte zachtjes terwijl hij omhoog keek. Hij was niet de jongste meer en dit was voor hem best zwaar. Hij drukte zijn zwarte hoed stevig op zijn hoofd en boog iets door de knieën. Met een grote sprong schoot hij omhoog en greep de muur vast. Hij keek kort en sprong opzij naar de laatste kanteel om direct om hoog te springen. Zijn handen raakten net het venster van het laagste raam van de muur. Hij keek even naar beneden en was tevreden over zijn sprong. Met één hand duwde hij tegen raam dat verstevigd was met tralies. Zachtjes schoof de haak aan de andere zijde van het slot en duwde hij het raam open. Met één beweging trok hij zich vlug op en kwam naar binnen. Zachtjes sloot hij de raam weer. Even sloot hij zijn ogen om zijn doel te voelen. Toen glipte hij de kamer uit de gangen in.
Laatst gewijzigd door Hirador op 27 jan 2014 12:52, 1 keer totaal gewijzigd.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Toch iets sneller gelezen dan ik gedacht had :P Dus je kunt weer verder met schrijven :D

Ik vind deze versie stukken beter dan die ik enkele dagen eerder heb gelezen. Veel levendiger en ook de omgeving is veel meer aanwezig. Nu had ik meer het idee dat ik ergens rond de middeleeuwen zat :)

Het viel me wel op, dat er af en toe komma's missen of punten staan op het moment dat er een komma hoort. Dat leverde af en toe rare zinnen op.

Ga zo door!
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Bij je laatste inzending kreeg ik heel even het gevoel dat ik geen progressie maakten in het verhaal en dat kwam denk ik door twee samenhangende redenen. De eerste zijnde dat je inzending een deel uit hfd 1 en een deel uit hfd 2 bevatten wat ik persoonlijk niet lekker vind lezen. Heb liever het begin van ieder hoofdstuk in een nieuwe inzending. Het gevolg hiervan is dat je deel van hfd 2 korter is waardoor je nu alleen een vrij lange beschrijving krijgt van die mysterieuze man die naar de citadel loopt. Door die beschrijving gebeurt er in principe niets behalve dat de man van punt a bij punt b komt. Dit gevoel van progressie geld alleen voor deze inzending omdat je als je dit verhaal in één ruk zou lezen dit zeer waarschijnlijk teniet zal worden gedaan. Aan de andere kant vind ik beschrijving van de man, hij dooft het vuur, verslaat klaarblijkelijk een groepje soldaten en beklimt een muur wel weer leuk omdat het de man omringt met iets machtigs en mysterieus waar ik persoonlijk weer fan van ben dus mixed feelings hahah

Proloog:
Je proloog is nu meer een korte ontstaansgeschiedenis en sluit nu beter aan op je verhaal bij Drass omdat sommige dingetjes al worden verklaard. Op het einde schrijf je echter dat de ridders eindelijk hun koning vonden die op zijn sterfbed lag en dat ze zijn zoon overhaalde te vluchten. Hierna schrijf je dat één van de ridders de laatste erfgenaam vond. Wil dit zeggen dat de orde van de draak die zoon heeft weggestuurd zonder op hem te letten? Dat lijkt me heel erg onverantwoordelijk voor een orde die al jaren naar hem zocht.

Je laatste inzending:
Brokstukken vlogen door de poort heen dwars door de gelederen van de Drassianen heen.
Je schrijft in de zin hiervoor dat de poort is opgeblazen brokstukken kunnen dus niet door de poort vliegen.

Het opblazen van de poort doet me sterk denken aan Lord of the rings met betrekking tot de slag bij de hornbrug.
De hoge priester knielde met zijn tien priester neer voor het altaar van Hirador en sloeg een draak op zijn borst.
priesters

Er zijn in beide stukjes nog een paar worden die met een hoofdletter moeten worden geschreven. Bijvoorbeeld bij een nieuwe zin en je had een keer dat Drass als drass geschreven werd. Puntje om op te letten!

Weer met plezier gelezen en benieuwd naar wat die man gaat doen ga zo door!
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

@ maaike
\Leuk dat je reageert maaike ten eerste

Kwa komma's en punten dat is niet mijn sterkste punt, ik probeer er zoveel mogelijk op te letten.

hopelijk vind je de komende delen ook spannend

@Glen ik zal snel het volgende stuk plaatsen voor je

kwa proloog vond ik er lastig te verwoorden, heb het nu iets aangepast maar de zoon van de stervende zoon vlucht weg voor de orde die hem hun wil willen opleggen. hij vlucht dus weg zeg maar voor zijn afkomst en kiest een ander leven, dat wat hij zelf wil
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

hierbij het laatste deel van h2


Met veel geweld stormden de Karzoiën de grote oprijlaan op die naar de ingang van de citadel leidde. Het poortgebouw stak een stuk uit zodat de oprijlaan parallel liep aan de dikke muren tot het stuitte op het poortgebouw. Toen ze bijna boven waren ging een kleine deur open en kwam een kanonskogel naar buiten gevlogen. Als een zeis werden de Karzoiën neer gemaaid. Ledematen vlogen in het rond en overal lagen gorgelend mannen badend in hun eigen bloed. Een grote trol stormde de oprijlaan op met twee vaten buskruit. Het kanon vuurde weer die de trol hard trof. Met een afschuwelijke brul wierp hij de vaten naar de deur. Een enorme explosie volgde, stenen vlogen overal heen, alles vernietigend op hun pad. Een groot gapend gat was ontstaan in het poort gebouw dat nu meer leek op een ruïne. Direct stormden de Karzoiën vooruit naar de ingang van de citadel. De koningin voelde de trilling tot in haar vertrekken. Ze zuchtte even en pakte haar helm toen. Ze moest nog wennen aan het gewicht van haar harnas maar tijd had ze niet meer. Weldra zouden ze vechten in de troonzaal. Via een smalle gang liep ze naar de kamers van de kinderen waar ze hun gezang al hoorde. Ze luisterde even tot ze ineens de zware stem van Kolonel Bockl hoorde zingen

Ik roep tot Hirador, wanneer mijn hart eenzaam is.
Hij zal mij horen, net als altijd.
Ik zal gezegend zijn, met zijn liefde voor mij.
En ik zing voor hem.

Ze herkende het refrein direct net zoals de kinderen die klapten voor kolonel Bockl. De deur ging open en kolonel Bockl leidde de kinderen de gang in. De koningin volgde hem naar waar hij de kinderen bracht. Een klein vertrek in de grote ronde toren was het verst weg van de ingang. Weer trilde het kasteel van een explosie. Bockl rende nu weer een gang in om naar de binnenplaats te gaan. De koningin opende de deur van de kamer en bleef even zitten bij haar kroost. Ze keek de jongen lief aan.
'Alles komt goed schat, mama zorgt daar voor. Pas nu goed op je broertjes en zusjes. Mama moet even weg nu.'
Ze kuste hem op de wang en daarna de anderen. Toen sloot ze de deur en liep naar de binnenplaats.

De Karzoiën stormde de binnenplaats op zwaaiend met hun zwaarden. Vanaf de vertrekken kwam de koninklijke garde aan gerend allemaal stuk voor stuk veteranen. Kolonel Bockl sloeg er hard op los in de menigte. Boogschutters namen de Karzoiën constant onder vuur maar het mocht niet meer baten. De overmacht was te groot. De koninklijke garde viel terug het kasteel in waar de koningin hun opwachtte. Boven al de soldaten stak Ulgar uit, zijn aanwezigheid maakte de Karzoiën nog agressiever dan ze al waren. Met een haal sloeg hij meerdere soldaten aan de kant. De koningin stond oog in oog met haar vijand. Sierlijk danste ze om hem heen en pareerde zijn aanvallen. Woest haalde Ulgar ineens uit met al zijn krachten. Met een smak klapte de koningin tegen de muur aan. Een streep van bloed verscheen op de muur toen ze omlaag zakte. Ulgar kwam lachend voor haar staan.
'Waar is de jongen?'
'Rot toch op man.' En ze spuugde naar hem.
Het zwaard brak al de botten in haar ribbenkast. Ulgar lachte hard en drukte zijn zwaard nogmaals in haar lijf. Even kokhalsde ze en spuugde bloed uit waarna haar hoofd opzij viel. Een witte rook ontsnapte haar mond en verdween in de lucht. Bockl wist dat het moment daar gekomen was om te gaan. Met laatste slag sloeg hij nog één Karzoi neer. Vlug rende hij door de gangen heen naar de toren. De jongen zat op de grond wat te spelen met de andere kinderen toen Bockl binnen stormde. Zonder enige aarzeling pakte hij de jongen op en nam hem mee. De jongen omhelsde hem toen Bockl goed door liep. Toen hij de hoek om sloeg stond daar een man gekleed in het zwart. Slechts enkel de twee knopen op de kraag van zijn cape waren zilver. Een grote hoed versiert met een witte veer was de enigste kleur bij de man. Bockl aarzelde even wat hij zou doen maar toen sprak de man al:
'Geef mij de jongen nu maar, ik neem het van hier wel over. Straks word je nog moe', zei hij sarcastisch.
'Dat lukt mij wel, stap nu maar opzij als u hier nog levend vandaan wil komen.'
'Gezien de situatie lijkt mij dat sowieso al erg moeilijk.'
'Hoezo?'
'Geef de jongen nu maar hier, dit gaat ver boven u hoofd koloneletje.'
'Wat!? Ik ben de hoogste officier hier en wie mag jij wel wezen dan,Hirador hem zelf?'
'Ik ben Van Helsing, eerste ridder in de orde van de draak. Drager van het vuur van Hirador. Grootmeester in de magie, prins van de Grijze bergen. Eerste adviseur van de Doge van Venutsia, hertog van het eiland Vanasia, grootme.....'
'Ja ja ik snap het plaatje wel of was je nog niet klaar?'
'Ik kan nog wel even doorgaan hoor', Zei Van Helsing met een grijns op zijn gezicht.
'Terug naar de zaak hier, de jongen blijft bij mij.'
'Ik ben niet de jongen, mijn naam is Prins Franz van Drass', zei franz die zich los rukte van Bockl.
Van Helsing maakte een buiging naar Franz, 'Uwe hoogheid mijn welgemeende excuus.'
Hij richtte zich weer op Bockl die hem vragend aan keek.
'Hoe gaan we dit oplossen nu?'
Van Helsing deed zijn schouders even naar achter zodat zijn cape op zijn rug kwam. Bockl zag de twee pistolen hangen aan de wapengordel en keek Van Helsing aan, 'Dat is oneerlijk'
'Maak je geen zorgen soldaatje, ik zal ze niet gebruiken, kom maar op.'
Bockl trok zijn zwaard en stapte op Van Helsing af. Van Helsing stak zijn handen achter zijn rug en trok twee korte zwaarden tevoorschijn. Toen sprong hij op Bockl af die ternauwernood zijn aanval pareerde. Bockl moest alles op alles zetten om de aanvallen af te slaan. Met een sprong schoot van Helsing naar de muur. Met één soepele beweging zette hij zich af en maakte een salto over Bockl heen. Zijn zwaard liet een diepe snee achter in Bockl zijn rug. Bockl had van Helsing duidelijk onderschat die onvermoeibaar door ging. Langzaam werd hij de hoek in gedreven. Op de trap klonken de eerste Karzoize soldaten. Toen richtte Van Helsing één van zijn zwaarden naar de trap en sprak wat onverstaanbaars uit. Vanaf het zwaard schoot een vuurbal weg naar de trap. Met een explosie van vuur spatte de bal uit elkaar. De soldaten hielden hun handen voor hun gezicht maar die brandde zijn weg er dwars doorheen. Onder het geschreeuw van de soldaten sloeg Van Helsing Bockl neer. Met één slag sloeg hij het zwaard uit de hand van de kolonel en trapte hem vol onder de gordel. Bockl sloeg dubbel waarbij Van Helsing zijn kans greep. Met een draai volgde beide zwaarden elkaar op en sneden zich door het nek vlees heen.

Van Helsing veegde zijn zwaarden schoon aan Bockl en borg ze weer op. Franz zat in een hoekje weg gedoken en had alles gezien. Van Helsing stak zijn hand naar de Franz en keek hem vragend aan. Voorzichtig stond Franz op en nam de hand aan. Zijn jonge brein werkte volop en was er zeker van dat hij bij Van Helsing veilig was ondanks dat hij Bockl had vermoord. Samen liepen ze de gang uit de trap op naar het dak. Van Helsing keek om zich heen op het dak van de grote ronde toren. Toen stuurde hij Franz weg van de ingang. Al fluitend op zijn vingers liep hij bij de deur vandaan met zijn pistolen in de hand. Twee soldaten werden dodelijk getroffen die het trappenhuis uit kwamen. Al vloekend sloeg hij de Karzoize soldaten neer die naar het dak kwamen toen eindelijk zijn redding kwam. Een grote bruine draak schoot door het wolkendek heen omlaag. Zijn vleugels tegen zich aangedrukt. Vlak boven de stad spreidde hij zijn vleugels en schoot rakelings over de daken heen. Zijn krachtige klauwen grepen soldaten van de muur om ze daarna weer te laten vallen. Met een slag van zijn vleugels schoot hij omhoog en maakte een cirkel om richting de binnenplaats te vliegen. Zijn buik gloeide op en vuur kwam uit zijn bek dat alles verteerde op zijn pad. Zijn gebrul joeg angst in de harten van de Karzoiën. Overal schoten pijlen omhoog naar de draak die met één slag weer hoogte won.

Met een draai stak Van Helsing zijn zwaard in de maag van de Karzoi en draaide om hem heen om de volgende neer te steken.
'Als je niet te druk bent mijn vriend dan wou ik graag een lift', hijgde Van Helsing die alweer iemand neer stak. Vlijmscherpe klauwen kwamen met geweld op het dak van de ronde toren. Stenen scheurden door de kracht van de draak. Een straal van vuur schoot het trappenhuis in de aanvallers verterend. Van Helsing tilde Franz op en liep naar de draak die voorover bukte. Franz stribbelde even tegen maar hij was geen partij voor Van Helsing. Toen ze goed zaten richtte Van Helsing zijn aandacht op de draak.
'Yeay toe maar.'
Direct draaide de draak zijn kop richting Van Helsing', Yeay? Ik ben geen paard waar je even tegen schreeuwt. Ik ben Modar de laatste grote draak.'
'Excuses mijn waarde Modar, als het uwe vurigheid behaagd zullen we dan gaan?', van Helsing maakte een vliegend gebaar met zijn hand.
'Hou je vast mijn jongen', en hij keek even Franz aan. Met z"n kracht zette hij zich af dat de stenen weg werden gerukt. Met krachtige slagen vlogen ze weg de nacht in. Ulgar kwam brullend de trap op geremd en zag nog net een glimp van de draak en zijn bijrijders. Zijn borst ging heftig heen en weer terwijl hij heen en weer liep. Het flapperen van Streep zijn vleugeltjes kwamen de oren van Ulgar binnen.
'Meesterrr, de almachtige wil u sprrreken.'
Ulgar wuifde hem weg en liep naar beneden. Een donker gestalte dat lichtelijk voorover liep kwam uit de schaduw naar voren. Zijn wandelstok tikte op de stenen vloer, zijn hand had aan elke vinger een ring. Kreunend maakte het een buiging voor Ulgar.
'Meester de kapiteins van de handelsvloot waren nog makkelijker om te kopen als kinderen met snoep. Hebt u de jongen?'
'Nee hij is ontsnapt!'
'Maar hoe? Ik had de kapiteins omgekocht om direct te vertrekken en de brug opgeblazen.'
'Je gelooft het toch niet.'
'Vertel meester', zei de stem bijna dwingend.
'Een draak heeft hem gered', Zei Ulgar geërgerd.
'Hmm interessant, dan heeft Modar eindelijk een kant gekozen.'
'Modar?'
'Ja zo heet de draak, als u mij wilt excuseren ik heb dingen te doen', gniffelde hij
Urgal wuifde hem weg en liep de eetzaal in op zoek naar een schaal. Hij gooide de lichamen van de tafel af en zette een schaal met water neer. Uit zijn gordel haalde hij uit een buidel wat poeder en liet het in het water vallen. Toen stak hij zijn hand er boven uit en sprak: 'Visioema wassa!' Het water schoot omhoog en vormde een evenbeeld van Bartox.
'Heb je de jongen Ulgar?'
'Nee hij is ontsnapt mijn meester, een draak kwam uit de lucht en nam hem mee samen met een ander iemand.'
'Van Helsing! Die rat dwarsboomt mij voor de laatste keer. Jij nietsnut, smeerlap, incompetente boer. Jij zet de invasie voort en faal niet nog is want mijn goede bui is van korte duur! Ik stuur de twaalf, zij kunnen jou fouten wel recht zetten en als je nog is z'n blunder begaat ben jij de volgende op hun agenda.'
'Ja meester, dank u voor uw vergevingsgezindheid meester', Ulgar was nu niet meer de grote man. Urgal de grote boog diep voor Bartox terwijl Streep van een afstandje grijzend toe keek. Met een plons viel het water weer omlaag de schaal in. Urgal sloeg met al zijn kracht de tafel door midden. Zijn ogen vielen op streep die zich tegoed deed aan de lijken.
'Jij vliegende rat, kom hier!'
'Ja meesterrr.'
Met de stukken vlees nog tussen zijn tanden vloog hij naar Ulgar toe.
'Verzamel je mannen, stuur ze Borkovia in. Vind die jongen begrepen?!'
'Ja meesterrr maarrr is dat nu wel zo slim. U hebt Barrrtox net duidelijk gehoorrrd.'
Ulgar greep Streep bij keel en drukte hem op de grond.
'Luister vliegend onkruid je doet wat ik je zeg. Als ik die jongen voor de meester vind zal ik weer zijn nummer één zijn.'
Streep greep naar zijn keel toen ulgar hem weer los liet.
'Ik zal mijn wolfenrrrijders errr op uit sturrren.'
Toen vloog hij weg door één van de vensters.
Laatst gewijzigd door Hirador op 03 feb 2014 12:47, 1 keer totaal gewijzigd.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Leuk vervolg weer! Ik vind vooral de draak leuk :D
'Flikker toch op man.' En ze spuugde naar hem.
Ik vind dit niet echt taalgebruik voor de periode waarin dit verhaal afspeelt. Ik weet even niet wat wel passend is, maar Flikker toch op is te modern.

De discussie tussen Van helsing en de kolonel vond ik niet echt geloofwaardig. Misschien ook te modern en er is geen tijd voor. Ik denk dat ze elkaar eerder op de vuist gaan dan eerst even fijn te lopen discussiëren.

Verder leuk vervolg, ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

hoi maaike

ik zal is nadenken over je punten, dat eerste moet ik wel iets beters voor bedenken.

kwa het gesprek Van Helsing maakt een behoorlijke indruk en is een geleerd man die niet direct de aanval in gaat. Maar misschien dat het gesprek wat te langdradig lijkt. Ben ik boeken wel soortgelijke discussies tegen gekomen.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Maar misschien dat het gesprek wat te langdradig lijkt. Ben ik boeken wel soortgelijke discussies tegen gekomen.
Hm, oké. Zijn dat dan ook boeken in dezelfde tijd, zeg maar? Want misschien is het alleen de taal die ze gebruiken en komt het daardoor langdradig over :unsure Het viel me in elk geval op ;)
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

Het is altijd fijn als anderen meedenken
vond het wel kunnen omdat ze bij de jongen geen bloed bad willen. Maar hben blij dat je de draak leuk vind
Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Hey Hirador sorry voor me late reactie had je stuk wel al gelezen maar nog geen reactie achter gelaten.

Ik ben het eens met Maaike dat sommige conversaties niet echt in het tijdsbeeld passen.

Ik snap alleen niet echt waarom van helsing en bolck moeten gaan vechten ze willen toch beide het zelfde? Het feit dat je daarna zegt dat van helsing een geleerd man is en zich vrij makkelijk laat verleiden tot een gevecht spreekt ook niet echt in zijn voordeel.

Leuk vervolg ga zo door!
My ego is to big for a conversation so thats the reason I write because writing is the best way to talk without being interrupted.
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

hey glen

Het is misschien fijn om te weten dat uit de plaats waar Van Helsing vandaan komt ze veel verder zijn kwa ontwikkeling dan het achter gebleven Borkovia dat zich vast klampt aan hun oude gewoontes.

Verder misschien zijn de plannen van de koningin wel anders, of heeft de orde een eigen agenda.

verder blijft dit mijn eerste verhaal met een echt plot en verhaal dus ik moet nog veel leren en zie nog wel is wat over het hoofd.

Bedankt voor de reactie weer
Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

H3 Barkovia, ergens in de lucht, 2551 naar mensen telling

Modar liet zich dragen door de lucht en sloeg slechts een enkele keer met zijn vleugels. Ondanks de gebeurtenissen was Franz in slaap gevallen en lag tegen Van Helsing aan. De grijze lokken van de man bewogen zachtjes in de wind. De zon liet zijn eerste zonnen stralen al over het land schijnen toen Modar zich tot Van Helsing zijn richtte.
' Het word bijna dag, ik moet zo schuilen.'
'Zou het als uwe vleugelijkheid het betaamt ons nog één nacht willen verder vliegen naar Borkof waar mijn paard is?'
'Dat is goed, maar niet voor jou maar voor de jongen. Maar dan is het uit met de pret. Ben toch zeker geen paard die je maar even gebruikt.'
'Nee mijn vriend maar je weet ik word een dagje ouder.'
'Jij een dagje ouder? Laat mij niet lachen, je bent net honderd vijfenzestig. Ik, ik ben pas oud dus eigenlijk zou je mij moeten dragen.'
'Ha, je bent nog maar driehonderdvijftig. Je bent nog een jonge God.'
'Als er nu duizenden jonge draken vrouwtjes waren zou ik dat graag zijn maar helaas. Waarom laat je je paard ook daar helemaal achter?'
'Dat is toch logisch als de stad belegert is kan ik hem niet meer meenemen, paarden kunnen niet vliegen he.'

Modar dook omlaag om daar met zijn vleugels vaart te minderen. De bomen ritselden toen hij er vlak over vloog. Bij een kleine open plek draaide hij om en lande zachtjes op het hoge gras. Franz werd zachtjes neergelegd en sliep gewoon door. Met zijn cape maakte Van Helsing een kussen voor de jongen en probeerde zelf ook wat slaap te pakken. Modar had zich beschermend om de mannen neergelegd en ruste uit van de vlucht. Het was al aan het eind van de middag dat Franz wakker werd. Van Helsing kwam net uit het bos gelopen met een hert op de schouders. Franz zat vol met vragen maar zijn maag niet. Instinctief verzamelde hij hout voor een vuur. Van Helsing knikte vriendelijk en probeerde een glimlach te tonen. Met zijn armen vol met hout liep Franz een paar keer heen en weer. De koetsier van zijn pleegmoeder had hem geleerd een goed kampvuur te maken. Even dacht hij na, waar haal ik nu vuurstenen vandaan. Toen keek hij vragend naar Modar die de bui al voelde hangen.
Modar wou eigenlijk de jongen plagen maar bij het zien van zijn pruillipje kon hij slechts enkel glimlachen. Uit zijn neusgaten kwamen kleine vlammen die het kampvuur aanstaken.
'Dank u wel Modar.'
Spontaan gaf Franz Modar een knuffel. Modar keek even de andere kant uit om niet uit rol te vallen bij Van Helsing.
Vragend keek de man naar Modar: 'Dus hem help je wel zo?'
'Ja, hij zegt tenminste netjes bedankt en dat kan ik niet van jou zeggen.'
'Wil je straks nog eten?'
'Ow meneer is boos.' Modar hield zijn palmen van zijn klauwen omhoog naar Van Helsing. 'Alsof dat mijn honger stilt, dat hertje is net een snack.'
Van Helsing lachte hard en klopte op de schubben van Modar. Samen met Franz werd het hert gebraden tot het gaar was. Stil aten ze tot hun buik vol was. Ze hadden het woord vol nog niet uitgesproken of Modar hapte het overgebleven hert in een keer op.

Van Helsing leunde achterover tegen Modar aan na genietend van de maaltijd. Voor Franz was daar het moment gekomen om antwoorden te krijgen. 'Hebt u ook een voornaam Van Helsing?'
'Ja maar die gebruik ik bijna nooit.'
'Wat is die dan?'
Zuchtend zei Van Helsing: 'Hinrich is mijn voornaam.'
Modar maakte direct een hinnikend geluid van een paard. Franz moest lachen en keek toen schuldig naar Hinrich.
'Zie je dat, das nou precies waarom ik mijn naam niet gebruik terwijl hij beschermer van het Vaderland betekend.'
'Dat is een mooie betekenis. Waarom hebt u mij meegenomen?'
Van Helsing was lichtelijk overdonderd van de vraag, voor iemand van zeven wist hij uitstekende vragen te stellen.Hij was het werkelijk dacht hij
'Ik wist dat die vraag zou komen, als je groter word zal ik het je vertellen. Begrijp goed dat ik je gered heb van je dood en dat je nu in vrijheid mag door leven. Onthou goed dat jij van koninklijke bloed bent en als je de leeftijd hebt bereikt zal ik je alles vertellen. Tot die tijd zal ik je opleiden tot een rechtvaardige jongeman die net zoals mij premiejager is en ridder van de orde van de draak. Ik hoop dat u mij ooit kan vergeven dat ik u mee heb genomen.'
'Als u dat niet had gedaan dan was ik vast dood geweest. Maar ik mis mijn moeder wel.'
Een traan gleed over zijn wang omlaag. Modar kon het niet langer aan zien en trok de jongen voorzichtig naar zich toe. Hij was verbaasd dat de jongen zo op zijn gemak was bij hem. Maar ach dacht hij, gezien zijn afkomst was dat logisch. De warmte die Modar uitstraalde werkte slaap verwerkend en al snel lag de jongen weer te slapen.

Hinrich maakte hem wakker toen het begon te schemeren. Nog half slapend klom hij op de rug van Modar. Hinrich klom achter hem op Modar die al omhoog kwam. Als een kat maakte Modar zich gereed voor een sprong. Met een sprong vloog hij de lucht in. Zijn vleugels sloegen zo krachtig dat de bladeren los lieten. Snel won hij hoogte om zo niet op te vallen. Lange tijd werd er niet gesproken tot Franz de stilte verbrak

'Zeg Modar ben jij de enigste draak of zijn er meer?'
'Ow er zijn er veel meer maar ik ben zover ik weet de laatste grote. Toen er jacht op ons werd gemaakt en menig het onderspit delfde paste mijn broeders zich aan. Ze werden kleiner tot soms zo groot als een kat. Langzaam veranderde daardoor de rol van de draak tot soms zelfs een huisdier van de allerrijksten. Wij draken zijn van zichzelf niet gevaarlijk. Maar als we worden bedreigd of onze jongen dan wel.'
'Wauw ik wil wel een draak als huisdier.' Zei franz opgewonden.
Modar lachte en zette een duikvlucht in om weer vaart te maken.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

verder blijft dit mijn eerste verhaal met een echt plot en verhaal dus ik moet nog veel leren en zie nog wel is wat over het hoofd.
He he, dat had ik met mijn eerste verhalen ook! Dan leer je halverwege zoveel bij, dat je opeens een giga groei ziet als je deze afgerond hebt en aan een nieuwe begint :) Dus het komt wel goed ;)

Ik vond het een leuk vervolg! Ik vind de draak heel lief en zorgzaam overkomen. En ik ben benieuwd waar ze naar toe gaan. Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

Ja hij is een hell of a good guy

Nu ga ik me nog schuldig voelen dat hij straks even n tijd niet voorkomt in het verhaal
Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Ben het met Maaike eens over de draak is weer eens wat anders dan de draken uit bijvoorbeeld Reign of Fire.
Ik stoor of misschien is dat niet het goede woord maar ik kan het woord gebruik en de zinnen van Franz niet goed plaatsen. Ik snap dat hij een belangrijk personage is en/of wordt maar doordat hij zich niet gedraagt naar het beeld wat ik van een zevenjarige heb kan ik me er niet mee verbinden. Hij blijft voor mij een afstandelijk karakter. Ik weet niet waar je verhaal heen gaat maar als je Franz later wilt laten terug komen lijkt het mij persoonlijk beter om hem nu meer afhankelijker/schuwer/banger te maken om zo meer binding met het karakter te krijgen. Zo kun je als hij later ouder is duidelijker een groei zien in zijn character arc.

Ben nog steeds niet helemaal overtuigd van die van Helsing in het verhaal zelf heb je tot nu toe weinig informatie over hem verschaft misschien omdat je hem mysterieus wil houden maar voor mij werkt dat persoonlijk het beste als je iets weet van het karakter en dat die informatie je juist nieuwsgierig maakt. Dus je zou bijvoorbeeld van Helsing iets meer hints kunnen laten geven over die Orde zodat de lezer er een duidelijker beeld van heeft maar nog steeds veel vragen oproept. De balans hierin moet iedere schrijver zelf bepalen.

Verder nog wat schoonheidsfoutjes:
De zon liet zijn eerste zonnen stralen al over het land schijnen toen Modar zich tot Van Helsing zijn richtte.
laatste 'zijn' moet weg
Bij een kleine open plek draaide hij om en lande zachtjes op het hoge gras
.
landde

Weer met plezier gelezen en dit is mijn persoonlijke mening dus je hoeft er niets mee te doen ^^
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

Hey glen

Kwa Franz het is gewoon erg lastig een kind te omschrijven. Als ik naar mijn neefjes kijk is de ene weer schuw en de ander weer heel bijdehand met gevatte opmerkingen en dan zijn ze pas 8 en 9. In hoofdstuk 5 worden aardig wat vragen beantwoord denk ik en in h6 een vernieuwde Franz. Op moment probeer ik hem neer te zetten als een stille jongen. Al herkend hij in onze Van Helsing een vader figuur

Misschien dat ik iets meer over de orde moet loslaten. Ik dacht dat het wel duidelijk was wat het doel van de orde is.

Ow en leuk he die draak. Dit is gewoon een aardige draak zonder de halve wereld te verteren
Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

Modar maakte een grote cirkel en landde een eind buiten Borkof. Franz was verdrietig dat hij nu ook afscheid moest nemen van Modar. Ondanks dat ze elkaar amper een dag kenden voelde ze beiden een sterke aantrekkingskracht naar elkaar. Van Helsing stond ongeduldig te wachten toen Franz een poging deed Modar te omhelzen. Even wreef Modar zijn klauwen over elkaar en hield zijn klauw open naar Franz. In het midden van de palm lag een kleine ketting met een amulet er aan.
'Hier neem dit mijn kleine vriend. Als je ooit hoog zit of je zit in een uitzichtloze situatie. Wrijf dan over het amulet en zeg mijn naam en ik zal er zijn. Ga nu en pas goed op jezelf en onthoud ik ben er voor je.'
Met die laatste woorden schoot Modar van de grond de lucht in. Franz keek hem na tot hij uit het zicht was. Van Helsing was geen prater en liep stil door het bos heen richting Borkof. Toen de ochtend zon de hemel in klom kwamen ze op de weg naar Borkof. De stadswachten groette vriendelijk naar de eerste passanten van de dag. Borkof was een typisch Borkovias stadje. Gemiddeld z"n twee a drieduizend inwoners. Mooie vakwerkhuisjes met in de kern stenen huizen met een grote kerk. De straat was gevuld met de kreten van kooplieden die hun zooi aan de zwakzinnigen probeerden te slijten. De blik van van Helsing was voldoende om hem niet lastig te vallen. Franz keek zijn ogen uit naar alles om zich heen liep aan de hand van Van Helsing mee. De diligence stond op het centrale plein zijn passagiers uit te laden. Borkovia had een zeer goed opgezet netwerk van diligences waardoor men zich snel kon verplaatsen voor wie een paard geen optie was. Op de hoek van het plein stak een drie hoog gebouw boven de omliggende gebouwen uit. Op een groot bord op de gevel stond de naam: De gouden herberg. Franz liep achter Van Helsing aan naar binnen. Het was er druk en gezellig. Mensen zaten aan ronde tafeltjes te drinken of een plaatselijk gerecht te eten. Het plafond reikte tot twee verdiepingen hoog zodat ter hoogte van de eerste kamer rondom een overloop was gemaakt. Een grote trap leidde vanuit de gelagkamer omhoog waar een groot schilderij van een gekroonde elf hing. Zachtjes trok Franz aan de hand van Van Helsing.
'Wie is die man op dat schilderij?'
'Dat is koning Jean Luc de vijfde van Elfransa een elfenrijk ten zuid oosten van hier.

'Van Helsing mijn vriend klonk het van boven. Een elf genaamd Jaq kwam met zijn armen gespreid de trap aflopen in de meest kleurrijke kleren die Franz ooit had gezien. Van Helsing werd omhelst en kreeg drie nep zoenen.
'Ow mijn beste Van Helsing je ziet er nog altijd goed uit.' Lachend sloeg hij zijn hoofd achter over en richtte zich toen richting Franz. 'Ow kijk je hebt iemand mee genomen, dolletjes! Kom hier, daar moeten we wat op drinken. Pierre twee glaasjes likeur en voor deze knul wat sap.' Zei Jaq richting de bar.
Ze gingen aan één van de tafeltjes in de hoek zitten waar Pierre de drankjes kwam serveren.
'Staat mijn paard hier nog Jaq?'
'Ja natuurlijk, we hebben hem nog niet opgegeten hoor.'
'Mooi, dan wou ik graag een kamer voor een paar uur te rusten.'
'Natuurlijk, natuurlijk maar vanwaar de haast?'
'Drass is gevallen voor de Zarkoien, het is slechts een kwestie van dagen voordat ze hier verschijnen. De honger naar macht en land zal Bartox zijn mannen hier heen doen bewegen.'
'Dat is ernstig.' Jaq zijn gezicht was niet meer het vrolijke gezicht van eerst.
'Meneer Jaq?'
'Ja jongen?'
'Wat doet een elf hier helemaal tussen de mensen ver van huis?'
'Ach jongen das een lang verhaal.'
'Ik ben dol op verhalen.' Met een pruillipje keek Franz Jaq aan.
' Ok, ok maar kijk mij niet zo aan. Ik kom uit het mooie Elfransa, hier ver vandaan. Op jonge leeftijd ik denk zo rond mijn twaalfde merkte ik dat ik anders was als andere elfen. Mijn voorkeur ging uit naar mannelijke elfen en niet het vrouwelijk schoon. Helaas is Elfransa zeer conservatief,' zuchtte Jaq
'Conservatief?'
'Ja dat betekend dat ze alles bij de oude regels willen houden zeg maar. Altijd groene kleren en geen rood bijvoorbeeld.'
Franz knikte begrijpend en nam een slok van zijn drinken.
'Waar was ik ook alweer? Oh ja, mijn kijk op het leven werd niet gewaardeerd. Eerst was dat niet merkbaar tot ik werd ontslagen. Ik had geen baan meer en mijn ouders keerden zich tegen mij. Voor drie jaar leefde ik aan de bodem van de samenleving tot ik er genoeg van had. Ik stal een paard en trok de wereld in tot ik uiteindelijk in Barkovia terecht kwam. Hier maakt het niet uit wie je bent, als je geld hebt of een goed stel hersenen om geld te maken ben je welkom. Vijftien jaar geleden kwam ik hier aan in Borkof. De toenmalige eigenaar van deze zaak nam mij in huis omdat ik hem aan zijn overleden zoon deed denken. Met onze gezamenlijke visie hebben deze herberg omhoog getrokken tot het paleis dat het nu is. Ik heb status gekregen en vrienden voor het leven. Hier in Borkof mag ik zijn wie ik ben, hier ben ik iemand. Ik ben bekend in de weide omstreken tot aan de Hoofdstad van Barkovia aan toe. De koning heeft hier zelfs gelogeerd.'
'Echt?' Vroeg Franz met grote vragende ogen.
'Echt waar.'
'Waarom vertel je dat die jongen nou? Hij snapt dat nog helemaal niet.'
'Ach Hinrich de jongen is leergierig, de dorst naar kennis moet altijd worden toegejuicht. Zeker bij jonge knaapjes die de toekomst zijn,' Jaq gaf Franz aai over de bol
'Zo wij moesten maar is gaan rusten Franz.' Van Helsing stond al op.
Jaq hield zijn hand op arm van Van Helsing, 'Blijf nog even zitten mijn vriend, Pierre breng de jongen alvast naar hun slaapkamer wil je?'
Van Helsing knikte instemmend toen Pierre Franz bij de hand pakte, toen sloeg hij zijn drinken achterover en keek Jaq vragend aan.
'Hinrich doet de orde hier niks aan? wij weten beide dat het Barkoviaanse leger niet is opgewassen tegen Bartox.'
'Jaq de orde is er niet om de landen te beschermen, ons enig doel in ons leven is die jongen die net naar boven is gegaan. En al zou ik het wel willen de grootmeester zal nooit het leger van de orde sturen. Naja misschien als er geen andere optie is, maar die zijn er genoeg. Daarnaast kan ik in mijn eentje niks uithalen, ja ik neem er een paar honderd mee mijn graf in maar dat is een druppel op een gloeiende plaat.'
'Het is gewoon niet waar die verhalen van jullie leger,' zei Jaq lachend, je maakt het weer groter dan het is.
'Luister als het leger van de orde hier voor de muur stond dan zouden jullie het geen uur uithouden. Onthoud nou eens dat de koninklijk of keizerlijke familie van Dragonia is wat telt voor de orde. De rest is slechts een bijkomstigheidje, dat zou jij toch moeten weten als hulp van de orde.'
Met die woorden gezegd te hebben stond Van Helsing op en ging de trap op om een paar uur te slapen. Jaq maakte een weg wuivend gebaar en deed het verhaal af als lariekoek.


Het was Jaq die hun aan het eind van de middag wakker maakte.
'Het eten word zo geserveerd.' Met die woorden sloot hij de deur weer achter zich. Opgefrist kwamen ze beiden naar beneden om daar te genieten van een lekker maal. Ze zeiden weinig na het eten, pas toen Van Helsing zijn paard had gezadeld en zijn zadeltassen had vastgemaakt keek Jaq hem ernstig aan.
'Je meent het echt he over de Karzoiën?'
'Tegen jou zou ik nooit liegen, verkoop alles en trek naar het zuiden. Venutsia is ver genoeg om veilig te zijn. Je hebt geld dus welkom ben je daar, al zou ik zuinig met mijn persoonlijke gereedschap omgaan daar.'
Franz werd in het zadel getild door Van Helsing.
'Wat je ook doet Jaq, ik wens je het beste.'
Ze omhelsden elkaar even kort.
'Het zou niks tussen ons geworden zijn Hinrich. Het ga je goed makker. Moge Hirador en de profeten, zegeningen zijn op hem met jullie zijn.'
'Met jou ook.'
Van Helsing klom achter Franz het paard op en gaf het de sporen. In galop reden ze de stad uit richting het zuiden. Het leek door Van Helsing dat het paard onvermoeibaar was, uren achtereen rende het door zonder vaart te minderen. Heel in de verte waren de Bergen van Borkovia te zien. Vandaar zouden de koningspas nemen richting de ijzeren bergen ver in het zuiden. Ver weg van de oorlog. ver in de verte klonk het gehuil van wolfen
Laatst gewijzigd door Hirador op 15 feb 2014 23:22, 2 keer totaal gewijzigd.
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Persoonlijk had ik eerlijk gezegd niet veel met dit deel. Dit komt mede doordat een onderwerp als homoseksualiteit uitgelegd wordt aan een 7jarige die alles in een keer snapt. Maar daar hebben we het al eens over gehad.
De tweede scene bevreemd mij ook. Ik zie (nog) niet in wat het nut van de scene is behalve een vorm van diversiteit van jouw wereld aansnijden.

Verder heb ik nog een paar tekstuele foutjes gevonden.
Modar maakte een grote cirkel en lande een eind buiten Borkof.

landde
Het plafon reikte tot twee verdiepingen hoog zodat ter hoogte van de eerste kamer rondom een overloop was gemaakt
plafond
Ze gingen aan éé tafeltjes in de hoek zitten waar Pierre de drankjes kwam serveren.
aan een tafeltje
Het leek wel alsof het paard onvermoeibaar was, uren achtereen rende het door zonder vaart te minderen
Heb jij een speciaal soort ras paarden in jouw wereld? Een normaal paard is lopend niet veel sneller dan een lopend mens daarom dragen ze meestal de bepakking. Sprintend kunnen ze slechts een korte afstand overbruggen zoals een mens na honderd/tweehonderd meter ook ter aarde stort.
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

Hey Glen

Ik heb in het eerste hoofdstuk wat kleine aanpassingen gedaan zodat het wat duidelijker is dat Franz het maar deels snapt. In mijn volgende verhalen geen kinderen meer hana.

Welk 2de deel bedoel je in het verhaal

Verder dat met dat paard komt door Van Helsing, heb het al iets duidelijker gemaakt
Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@Glenovic, waar zie jij het stuk met de homoseksualiteit? Ik dacht dat ik er overheen gelezen had, toen ik zag dat jij er iets over schreef, alleen kan ik het niet vinden :P Wel het stuk over zijn onprettige leven.
Wat betreft de uitleg, ik denk dat het beter op een kind overkomt als er iets wordt beschreven als "Ik heb overal en nergens geleefd. Op een dag zag ik een prachtig paard staan, waarvan ik zeker wist dat het voor mij bestemd was. Daar ben ik mee de wijde wereld in getrokken en vele avonturen beleefd. Uiteindelijk kwam ik hier te werken. We hebben zelfs koninklijk bezoek gehad" zei hij met een knipoog. (Maar dan iets uitgebreider. Kinderen zijn slim, maar teveel informatie dat 'saai' is leid ze af. Maar, voor kinderen kun je juist wel 'overdrijven' om het wat spannender te laten zijn, dan het eigenlijk is ;) )

Heb je kleine kinderen in de buurt? Misschien kun je een oppasbaantje zoeken zodat je ze kunt "observeren". Daar kun je heel veel van leren. ;)

Klopt het dat je Franz in dit deel heel verlegen wilde laten overkomen, aangezien hij ieders hand vastpakte? In dat opzicht zou ik niet verwachten dat hij zomaar met een vreemde meeloopt. Ik zou Van Helsing een opmerking laten merken dat het goed is en een knikje laten geven.

En ik vond het eerste stukje met de draak heel leuk! Dat amulet is gaaf, dan heeft hij echt een bescherm"engeltje" bij de hand :D Ben benieuwd of hij dat nog nodig gaat hebben :)

Ga zo door!
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Een snelle reactie op Maaike heb het even voor je op gezocht. Dit stukje bedoel ik:

Ok, ok maar kijk mij niet zo aan. Ik kom uit het mooie Elfransa, hier ver vandaan. Op jonge leeftijd ik denk zo rond mijn twaalfde merkte ik dat ik anders was als andere elfen. Mijn voorkeur ging uit naar mannelijke elfen en niet het vrouwelijk schoon. Helaas is Elfransa zeer conservatief,' zuchtte Jaq
My ego is to big for a conversation so thats the reason I write because writing is the best way to talk without being interrupted.
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

H4 Barkovia, rand van de Drasslanden, een kleine open plaats in het bos
Grommend keek de wolf naar de open plek in het bos. Kwijl drupte lang zijn tanden omlaag. Toen sprong hij naar voren de open plaats af. Het kleine groene wezen op zijn rug sprong van hem af. Zijn lijf was verpakt in een leren jack met een pijl en boog op de rug. Al ruikend liep hij rond en voelde aan de grond. Uit het bos kwamen nog meer wolvenrijders aangerend.
'En Woflar zijn ze hierrr geweest?'
'Ja, denk een paar dagen geleden al. De sporrren zijn al oud geworrrden. We moeten verrrderrrr.'
Met een sprong zat Wolfar de kremlin weer op zijn wolf. Ruikend bewoog hij zijn in de lucht.
'Mensen, niet verrr hierrr vandaan. Verrrs gebrrraden vlees ook.'
De wolf schoot vooruit het bos weer in gevolgd door de anderen.

Een moeder zat met gaar dochtertje aan de borst bij het kampvuur. Ze hadden de ramp in Drass overleeft door bij het nieuws van een aankomend leger te vluchten. Vanaf een heuvel hadden ze het beleg deels gevolgd waarna ze vertrokken waren richting Borkof. Snel gingen ze niet want opa was de snelste niet meer. Niets vermoedend draaide een jonge man aan de spits. Hij was niet bewust van het naderende gevaar. Vanuit het struikgewas keken de wolvenrijders toe. Toen sprongen ze naar voren op de mensen af. Met hun korte zwaarden getrokken kwamen ze het bos uit. De vrouw gilde hard en hield haar baby beschermend tussen haar armen. Haar man pakte zijn oude zwaard maar werd al getroffen door een pijl. De wolvenrijders schoten langs hem heen uithalend met hun zwaarden. Dodelijk gewond viel hij op de grond. De kremlins sprongen van hun wolven af die zich direct op de gewonde man storten. Opa lag dood in zijn eigen bloed te baden. De vrouw sloeg een kreet toen de vier handige handen met lange vingers op haar schouder kwam.
'Mjam mjam.' Klonk er zachtjes naast haar. De handen grepen het kind uit haar handen. Al haar kracht kwam omhoog en ze trapte hard tegen de kremlin die jammerend de baby losliet en weg holde. Een pijl van Woflar was voldoende om haar het zwijgen op te leggen. Ze deden zich tegoed aan het verse vlees van hun slachtoffers. Bij het horen van paarden schoten ze met hun wolven de bossen weer in en keken tussen het struikgewas naar de weg.

Een colonne van Barkoviaanse edele ruiters kwam aangereden. De sergeant steeg af en bekeek de slachtoffers en vloekte hard.
'Ik weet niet wat dit is maar dit is niet normaal. De macht van Bartox begint ons land binnen te dringen.'
Hij klom weer op zijn paard en keek nog eenmaal rond.
'Kom we moeten door naar Drass.'
'Maar sergeant moeten we ze niet begraven?'
'Nee geen tijd voor, zo rijk zijn ze ook weer niet.'
Lachend reden de soldaten achter hun sergeant aan. De wolvenrijders schoten weer verder dieper Borkovia in.

Grens van Borkovia en Tiral, ergens halverwege de koningspas. 1551 naar mensen telling

Van Helsing had zich aangesloten bij een handelaarscaravan om zich van eten verzekerd te zijn. Het ging niet zo vlot als hij wilde maar er was tenminste eten. Toen dook aan het eind van de dag de Grenspost van Tiral op. Een klein fort maakte deel uit van een grote muur die de pas afsloot. Ze waren aangekomen bij de koningspoort. Eén van de twee toegangswegen naar Tiral vanaf Borkovia. De muur rees hoog boven de smalle weg uit. Een twaalf tal dwergen stond in twee groepen van zes voor de poort opgesteld. Ze leken van een afstandje wel stenen beelden. Ze waren volledig in harnas van de beste kwaliteit die men kende op het oostelijk halfrond. Vlak voor de caravan de poort bereikte sloegen de trommels van de dwergen. Als één man draaiden de dwergen bij de poort zich om en marcheerde met hun hellebaarden door de poort naar binnen. Langzaam sloot de poort zich achter hen zodat de pas was afgesloten. De stemming in de groep sloeg direct om. Mensen mopperden op de leider die zo nodig pauze wou houden in de vroege middag. Nu waren ze te laat en sloot pas zich voor de avond. Onder gevloek zochten mensen een plekje voor de nacht. De herberg de Koningsberg opende zijn deuren wagenwijd. Een dwerg stond voor de ingang met een fonkeling van vers goud in zijn ogen. Heerlijke geuren kwamen naar buiten die zich nestelde in de neuzen van de Barkovianen. Eerst werd het genegeerd maar de geur was te sterk om te weerstaan. Eén voor één vielen ze voor de magie van de dwerg. Het was een oude spreuk die menig reiziger zijn buidel aardig deed slinken. Toen de eersten binnen kwamen zaten Van Helsing en Franz al aan hun eten. Een groot everzwijn draaide zachtjes aan de spit boven het haard vuur. Watertandend stonden de nieuwe gasten te kijken naar het schouwspel. De ruimte was al snel vol omdat de herberg naar dwergen standaard was gebouwd. Trofeeën versierde de muren en sierlijke figuren versierde de fijne vloer. De mooiste dierenvachten lagen op de vloer om die echte dwergen gezelligheid te creëren. Buiten op de muur werd de wacht verwisseld en versterk. Groepen wachtende caravans was altijd vragen om moeilijkheden. Franz liep na het eten achter Van Helsing naar buiten richting de poort. De poorten van Drass waren vergeleken met dit monster papieren wandjes. Grote ijzeren balken waren versiert met punten die het gezicht van de koning van Tiral vormde. Franz werd bijna duizelig toen hij omhoog keek bij de poort. Er leek geen einde aan de muur te komen. Een klein luikje ging open in de poort toen Van Helsing bleef kloppen op de poort.
'Wat moet je? We zijn gesloten voor vanavond, tenzij je veel bier hebt.'
'Is een oude vriend van kapitein Boflar ook voldoende.' Van Helsing toonde de dwerg twee gouden munten. 'Als je de kapitein nu is laat weten dat Van Helsing voor de poort staat dan krijg je van mij deze munten.'
'Zo terug.'
Met een klap ging het luikje weer dicht. Franz keek Van Helsing vragend aan. 'Geloof je echt dat hij naar de kapitein gaat?'
'Natuurlijk het is een dwerg, die doen wat ze zeggen. Trouwens als ik het morgen zou navragen en hij had het niet gedaan was dat een geldzonde.'
'Geldzonde?'
'Ja een dwerg hoort elke kans aan te pakken om geld te verdienen. Geef een dwerg genoeg goud en hij levert zijn moeder aan je uit.' Zei Van Helsing lachend.
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Leuk vervolg. Het stukje geeft inzicht in een paar verwonderlijke sociale kwesties in je wereld en hoe rassen/volken zich gedragen.

Hoe de leider van de ruiters reageert op de vermoorde vluchtelingen deed me denken dat heel veel militaire figuren in jouw verhaal het niet erg nauw nemen met rechten van mensen ik meen me een zekere kapitein te herinneren tijdens het Beleg.

Het stukje over de dwergen vond ik ook leuk om te lezen. Vooral het einde was leuk met stukje dat een dwerg zijn moeder zou uitleveren als hij genoeg goud krijgt.

nog een klein dingetje wat mij opviel:
Van Helsing had zich aangesloten bij een handelaarscaravan om zich van eten verzekerd te zijn.
om van eten verzekerd te zijn of om zich van eten te verzekeren

Ga zo door!

PS: was dit trouwens het verhaal waar je mij over berichtte in een pbtje?
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

Met een luide bons ging de vergrendeling open van de poort. Sloten openden zich en heel langzaam kwam de poort in beweging. Dertig dwergen waren er voor nodig om één van de twee deuren open te trekken. De mensen lachte eerst nog om de poging van Van Helsing maar lachte nu niet meer. Nog voor zij bij de poort waren sloot die zich weer. Boflar kwam lachend aangelopen, zijn grote snor trilde ervan.
'Van Hesling mijn oude vriend, kom binnen, kom binnen.'
Ze liepen achter de dwerg aan het fort in. Een grote centrale hal was gevuld met tafels en banken die waren gevuld met dwergen. Boflar bonkte met zijn vuist op tafel om de menigte tot stilte te wanen, toen het stil was nam hij het woord.
'Zo dat is beter, mijn broeders vanavond hebbe....' een luide boer ontsnapte zijn mond die iedereen deed omvallen van het lachen.
'Genoeg gekletst, breek het bier aan! We feesten ter ere van onze gasten. Dwergen vrouwen kwamen de zaal binnen gelopen met borsten waar ze later een driedubbele hernia van zouden krijgen. De handen vol met kroezen bier. Onder het fluitconcert serveerden ze de mannen die verlekkert naar hun rooie lippen kijken. Het was de kapitein die opstaat en begon te zingen

Eén twee drie vier.
Hef je kroes en drink je bier.
Eén twee drie vier
Hef je kroes en drink je bier


Gezamenlijk vielen de andere dwergen in bij het volgende couplet met zang en muziek instrumenten.

Drink drink drink.
Naar lippen zo rood als de avond zon.
Drink drink drink.
Haar ogen zo fonkelend als een diamant.


Moge haar lippen de mijne lang proeven.
Lieflijk en lang op de mijne.
Laat elke minnaar hier op aard,
Laat elke minnaar zijn lief groeten.


Drink drink, laat de toost beginnen.
Laten we toosten op de jonge minnaars.
Drink drink, drink.
Laten de minnaars elkaar salueren.


Drink drink drink.
Naar elke arm die wit is en warm als een steen in de zon.
Drink drink drink.
Naar harten van de minnaar, maar slechts enkel als ik het ben.


Hier is hoop dat die armen voor mij buigen.
Teder vertrouwelijk rond mij.
Al wat ik vraag is het recht.
Het recht die begeerlijke ogen te zien.


Tafels werden aan de kant geschoven en de mannen begonnen rond de dames te dansen die in het midden stonden te dansen. In een grote kringen dansten ze gearmd om het vrouwelijk schoon heen.

Drink drink, laat de toost beginnen.
Laten we toosten op de jonge minnaars.
Drink drink, drink.
Laten de minnaars elkaar salueren.


Drink drink drink.
Naar lippen zo rood als de avond zon.
Drink drink drink.
Haar ogen zo fonkelend als een diamant.


Hier is hoop dat die armen voor mij buigen.
Teder vertrouwelijk rond mij.
Al wat ik vraag is het recht.
Het recht die begeerlijke ogen te zien.


Drink drink, laat de toost beginnen.
Laten we toosten op de jonge minnaars.
Drink drink, drink.
Laten de minnaars elkaar salueren.


Er werd vrolijk verder gedanst op de muziek. De dames draaiden rond in hun prachtige jurken met ruiten patroon. Hun lange vlechten dansten vrolijk achter hun aan. Menig dwerg bezweek voor hun glimlach. Met een smak viel er een dwerg tegen een andere dwerg aan.
'Gloeiende, gloeiende bijlen, jij onnozele!'
De woorden waren nog niet uitgesproken of de eerste vuist trof zijn doel. Met een luide 'oewww' vloog de dwerg naar achter. Direct bemoeiden de anderen er mee en werd de eerste dwerg met een kruk geslagen. De dames keken verschikt naar al het geweld. Boflar voelde iemand op zijn schouder tikken en keek opzij naar de vuist van Van Helsing. Met een smak viel hij op de grond en zag een andere dwerg hem al wreken. Binnen de kortste keren was de zaal één slagveld geworden. Een wat oudere dwerg die naast Franz zat nam hem mee het fort in.
'Kom dan gaan we voor jou is goede kleren maken. Een prins hoort er goed uit te zien.'
Ze waren die avond aan de praat geraakt en hadden vrolijk zitten boeren. Terwijl de dwergen zich met de kroonluchters door de zaal vlogen kreeg Franz nieuwe kleren aangemeten.
'Kom dan breng ik je naar jullie slaapkamer. Die Van Helsing komt straks wel of je vind hem morgen wel ergens op de grond.'
'Franz liet zich toestoppen in het stenen bed en viel al snel in slaap.

Van Helsing spuugde bloed uit en stond weer op. Schonk zichzelf een kroes bier in en sloeg die achter over. Toen sloeg hij hem kapot op de dichtstbijzijnde dwerg. Al schreeuwend werden de vrouwen als oorlogsbuit op de schouders van enkele mannen weg gedragen. Van Helsing opende zijn ogen en keek recht in het gezicht van een dwerg. Met moeite kwam hij overeind en keek rond. De zon scheen al door de vensters naar binnen. Overal lagen dwergen hun roes uit te slapen. De klok aan de muur gaf aan dat de poort met een uur open ging. Dwergen hadden naast goud en andere edelstenen ook iets met radertjes en andere technische snufjes. Boflar kwam lachend de zaal binnen gelopen met twee kroezen bier.
'Hier mijn vriend tegen de kater, wat een slagveld he.' grinnikte de dwerg
'Ja zeg dat wel zeg, wat een feest en jij hebt er aardig wat aan overgehouden.' Van Helsing wees op de blauwe plekken op de dwerg zijn hoofd. een straaltje opgedroogd bloed zat onder zijn haarlijn.
'Moet jij nodig zeggen met die ogen en lip van je.'
Nu pas merkte hij dat er bloed aan zijn lippen zat. In een zilveren schaal zag hij zijn blauwe ogen en moest grinniken.
'Wat is er zo grappig?'
'Ik lijk net bezeten zo, als de grootmeester van de orde mij zo zag. Dan zou ik jaren de beerputten leeg maken.'
'Ach het is een hele verbetering hoor,' grijnsde Boflar
'Excuseer mij, ik ga mij opfrissen.'
'Ik ben zo vrij geweest om je spullen naar je kamer te laten brengen.'

Boflar had niks te veel gezegd, fris bergwater en handdoeken lagen klaar voor hem. Franz keek vragend naar Van Helsing die binnenkwam.
'Vraag maar niks.'
Onder zijn wambuis haalde hij een kleine tas tevoorschijn. Een zakje met poeder werd geleegd in de kom met water. Toen stak hij zijn hoofd in het water en kwam na een halve minuut weer omhoog. Er was geen wond meer te zien op het gezicht, slechts enkel de littekens der tijd. Samen liepen ze naar de grote zaal waar de tafels weer goed werden gezet. Een simpele broodmaaltijd werd geserveerd met geiten melk.
'Het is klaar.' Zei de oude dwerg achter Franz.
' Echt?'
'Ja, kom maar mee.'
Met z'n drieën liepen ze naar de werkplaats. Een groot smidsvuur vormde het middel punt van de werkplaats. Daar naast was een rek waar de nieuwe kleren aan de haak hingen.
'Wat mooi.' Kon Franz slechts enkel uitbrengen.
'Kom dan help ik je het aantrekken.'
Al snel had hij de kleren aan die hem als gegoten zaten. Franz bekeek het fijne maliënkolder in de spiegel. Daarover kreeg hij een fluwelen jas en een mooie hoed als afmaker. De oude dwerg rommelde wat in een kast en haalde een paar laarzen te voorschijn.
'Hier trek deze is aan.'
Daar stond Franz dan, hij was een echte dwergen heer geworden.
'Wat gaat mij dit allemaal wel niet kosten?' Vroeg Van Helsing.
'Niks, helemaal niks.'
'Echt?' Vroeg Franz
'Ja, ik weet het jullie denken vast die dwerg is niet goed hoor. Maar weet dat geld bij een dwerg belangrijk is. Maar vriendschap en familie net zo erg. Jij, mijn jonge vriend hebt mij een heerlijk avond bezorgd. Ik heb je als een vriend in mijn hart gesloten.' Hij maakte een vuist en hield die voor zijn borst. Franz deed het zelfde en keek wat stilletjes naar de dwerg.
'Kost me dit echt niks?,' vroeg Van Helsing met een verbaasd gezicht.
'Nee mijn beste, ik heb teveel vrienden en familie verloren door goud en om een of andere reden mag ik de kleine nou eenmaal. Iets in me zegt mij dat hij het heel ver gaat schoppen en de dwergen nog wel een wederdienst doet.'
Van Helsing bedankte de dwerg nogmaals. De oude man liet zien dat het maliënkolder vergroot baar was met een slim bedacht systeem van ringen.

Buiten stond het paard al gezadeld klaar. Franz werd er op getild waarna Van Helsing opsteeg. Achter hen trok de caravan al door de poort heen. In draf reden ze weg voor de caravan uit. Ze werden uitbundig uitgezwaaid tot ze niet meer zichtbaar waren. Het was aan de kant van Tiral niet meer nodig om met de caravan mee te reizen. Struikrovers hadden in Tiral geen schijn van kans in de passen. Wachttorens hoger op de berg zorgden voor een constant oog op de weg. Daarnaast passeerden ze geregeld een groep dwergen op berggeiten die bergmannen werden genoemd. Hier begon Van Helsing met de opleiding van Franz. Onder het rijden werden planten aangewezen die een geneeskrachtige uitwerking hadden. Van Helsing was nu veel kalmer als de eerste dagen nu ze veilig achter de muren van Tiral zaten.

Het koste ze maar liefst twee weken voordat ze door Tiral heen waren getrokken. Franz keek nog één keer om naar de zuiderpoorten van Tiral. Voor hen lagen de uitgestrekte groene heuvels van het groot hertogdom van Wells.
Laatst gewijzigd door Hirador op 13 mar 2014 20:58, 1 keer totaal gewijzigd.
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Leuk stukje waarin je weer wat aspecten van je wereld laat zien!
'Genoeg, gekletst, breek het bier aan! We feesten ter ere van onze gasten.
'Genoeg gekletst, breek het bier aan! We feesten ter eren van onze gasten.'
het was de kapitein die opstaat en begon te zingen
Het was de kapitein die opstond en begon te zingen:
Hun lange vlechten dansen vrolijk achter hun aan.
dansten
'Gloeiende gloeiende bijlen, jij onnozele!'
'Gloeiende, gloeiende
Binnen de korstte keren was de zaal één slagveld geworden.
kortste
'Franz liet zich toestoppen in het stenen bed en viel al snel in slaap. Van Helsing spuugde bloed uit en stond weer op. Schonk zichzelf een kroes bier in en sloeg die achter over. Toen sloeg hij hem kapot op de dichtstbijzijnde dwerg. Al schreeuwend werden de vrouwen als oorlogsbuit op de schouders van enkele mannen weg gedragen.
Je begint hier met Franz die elders in het fort is. Je gaat daarna direct verder met van helsing die nog in de zaal is. Je moet daarom met het stukje van Van Helsing op een nieuwe zin beginnen.
'Hier mijn vriend tegen de kater, wat een slagveld he,' grinnikte de dwerg
wat een slagveld hè.' grinnikte de dwerg.
Je moet een punt ipv een komma gebruiken. Komma wordt alleen gebruikt als de dwerg direct erna nog iets zegt. 'Hoi,' zei de dwerg, 'ik ben dwerg.'
Met zen drieën liepen ze naar de werkplaats.
z'n
Jij mijn jonge vriend hebt mij een heerlijk avond bezorgd
Jij, mijn jonge vriend, hebt mij een heerlijke avond bezorgd.

Ga zo door!
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

Zo alles aangepast

Nu op naar een nieuw hoofdstuk vol ontdekking en avontuur
Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Leuk vervolg weer!

Een kleine opmerking over het ener laatste stuk. Van Helsing maakt daar de opmerking dat Dwergen alles doen voor goud, zelfs hun moeder verkopen. Ik miste daar een beetje de reactie van Franz. Iets van een huivering of zo. Het is namelijk een behoorlijk statement, wat zeker bij een kind landt (moeders zijn hun wereld op die leeftijd, je kunt niet zonder ze, en het idee dat iemand ze weggeeft voor goud!?) ;)

In je laatste stuk vond ik dat feest een hele leuke manier om de Dwergen beter te leren kennen. Kon me helemaal voorstellen dat ze voor de fun met elkaar op de vuist gaan. Op de een of andere manier past dat wel bij die kleine sterke wezens ^_^

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

H5 groothertogdom Wells, Walls vallei, Walls, 2551 naar mensen telling

Het zonnetje stond al hoog aan boven de haven van Walls toen ze aan boord van de Heer van Walls gingen. De Heer van Walls was een rivierschip dat over de grote rivier de Walls voer. Dit zou hun huis voor de komende tijd worden. Ze zouden verder afzakken naar het zuiden tot aan Brassels. Daar boog de rivier verder af richting het westen en gingen zij verder te paard richting het zuiden. Het schip was aan de grote kant en bestond uit verschillende dekken. Het ruim, een tussen dek waar de roeiers zaten, derde klas in de buik van het schip en op dek niveau tweede klasse met daar boven eerste klas. Als derde klas kon je gratis mee mits je hielp met roeien. Walls het eindpunt van de rivierschepen lag als een parel in het groene landschap. Hier kwamen de caravans uit Tiral en daarachter heen om met rivier schuiten af te varen naar Wells of de golf Biskar. Franz keek hoe de laatste kisten met proviand aan boord hingen. Bij het afmeren was de kade gevuld met mensen die familie of kennissen uit zwaaide. De wind was gunstig en de zeilen werden gehesen dat leidde tot vreugde gejuich onder de derde klasse. Het was voor Franz een raadsel waar Van Helsing steeds geld vandaan haalde. Maar ach het was niet erg om eerste klas te reizen. Voor een rivierschip was het de grootste die hij had gezien, tevens ook één van de weinige. Drie grote masten staken hoog boven het dek uit. Een wirwar van touwen waar slechts een zeeman wat van snapte gingen alle kanten op.Groothertogdom Wells was ontstaan uit samenwerking van mens en elf. Het bovenste dek was net zoals de 2de klas gebouwd alleen dan veel luxueuzer. Daarboven stond de brug met de kapiteins kajuit. Ze was werkelijk een toonbeeld van hedendaagse techniek aldus menig Wellsenaar. Zo voerde ze rustig dieper Wells in terwijl de nacht haar in haalde. Kleine gele oogjes keken het schip na vanaf de oever. Wachtend op hun kans, de wolven gromde ongeduldig om vers bloed. Die nacht legde De Heer van Walls aan in een klein vissersdorp waar verse vis voor de volgende ochtend zou worden ingeslagen. Tevens was het vanaf dat punt verboden om in het donker te varen vanwege de drukte en veiligheid. Matrozen die een paar uur vrij hadden zochten hun vertier in het kleine café aan de haven. Zachtjes slopen de wolven met hun bijrijders naar het dorp. Twee stadswachten stonden bij een vuurkorf hun handen op te warmen. Ze keken op toen ze gegrom hoorde. Een pijl trof de eerste stadswacht in de nek. Al gorgelend viel hij op de grond. De tweede wacht werd in zijn borst getroffen. Toen schoven de laatste wolken voor de volle maan weg. Wolven gehuil vulde de nacht met angst. Wellsenaren sloten vensters en deuren. Al grommend stormde de wolvenrijders het dorp in. Bewoners die buiten waren werden overvallen door vlijmscherpe tanden en pijlen.

Van Helsing sloeg de dekens van zich af en pakte zijn wapengordel. Hij had zo gehoopt op een rustige nacht maar dat was hem nooit gegund. Met zijn vinger op de mond keek hij naar Franz die wakker was geworden.
'Ssst, blijf hier en laat niemand binnen.'
Franz knikte en trok zijn dekens hoger op. De frisse avond bries verwelkomde Van Helsing toen hij met ontbloot bovenlijf naar buiten kwam. Het dek voelde koud aan onder zijn blote voeten. Een vrouwen gil klonk door de nacht heen gevolgd door wolven gehuil. De luitenant van de wacht stond bij de loopplank met enkele matrozen. Even leek het stil te worden maar toen begon het. Wolven schoten uit het donker met hun kremlins op het schip af. Met grote sprongen schoten ze omhoog richting het dek. Nog voor de eerste het dek raakte schoot van Helsing hem uit de lucht. Nog een schot en nog één. Nu kwamen de eerste het dek op. De kleine groep aanwezige bewakers trokken hun sabels en vielen aan. Kogels van Van Helsing schoten door de nacht heen tot ze hun doel bereikten. Kalm en zelfverzekerd zorgde hij ervoor dat elke kogel zijn doel raakte. Achter hem werden de bewakers overrompeld door de wolven. Ze schreeuwden toen ze in de nek werden gegrepen. Van Helsing schoot ze neer maar was te laat de arme donders te helpen. Hun kelen waren opengescheurd, ingewanden lagen half uit hun buik. Hij stopte zijn leeg geschoten pistolen in zijn broek en greep twee sabels van de grond. Via de loopplank kwam de tweede groep kremlins omhoog. Van Helsing vocht zich een weg door de kremlins naar het achterdek. Met een toverspreuk schoot een vuurbal uit de sabel naar de kremlins. Al schreeuwend vielen ze op het dek neer. Hun brandende lijken zette het houten dek al snel in lichte laaie.
'Oeps.' Zei Van Helsing en begon de trossen stuk te slaan. Het schip kwam tot leven, overal waren de kremlins door gedrongen. Hun lange vingers grepen naar alles wat bewoog. kleren en huiden werden stuk gescheurd door de bezeten wezens.

Franz zag de deurknop zachtjes bewegen tot de deur zachtjes open ging. Drie groene vingers kwamen om de deur heen. Een zachte stem klonk: 'Mjam mjam.'
Een overlevingsdrang overnam hem en hij sprong uit bed en trapte hard tegen de deur. Met een ruk vloog de deur terug dwars door de scharnieren heen tot over de reling. De matrozen hadden het schip los kunnen krijgen en duwde het schip van de kade weg. Twee kremlins die richting Franz renden werden aan een sabel gespietst die Van Helsing gooide, onder het groene bloed stond hij in deur opening. Franz zat in een hoekje te bibberen. Hij sprong bij het zien van Van Helsing op en vloog tegen hem aan. Van Helsing stopte nieuwe kogels in zijn pistolen die een uitvinding waren van de Draken orde. Zijn gezicht was gevuld met woede en wraak. Rustig liep hij over het dek en liet elk schot tellen. Kremlins vlogen door de druk naar achter waarmee de kogels hun kleine lijf troffen. Vanaf de kade stonden de over gebleven wolvenrijders naar het schip te kijken. Van Helsing richtte zijn aandacht op hem na de laatste kremlin te hebben afgeschoten. Met de handen boven het hoofd zei hij: 'Bij de kracht van Hirador, brand jullie schepselen des kwaads!'
Een vuurbal ter grote van een voetbal verscheen tussen zijn handen en schoot vooruit. Met een explosie van vuur ontplofte de vuurbal op de kade. Vuur vloog alle kanten uit in lange slierten van vuur met drakenkoppen op het eind. De Haven verdween in één brandende vuurzee. Uitgeput zakte hij op de knieën snakkend naar adem. Zijn aanval had een aanslag gepleegd op zijn 165 jarige levensvuur. De reizigers likten hun wonden en hielpen elkaar zo ver als ze konden. De gezellige sfeer van de vroege avond was over gegaan in pijnlijke stilte. Het kwaad had zich geopenbaard diep in de vrije landen. Van Helsing trok zich op aan de reling en liep naar zijn kajuit. Bij de deurpost bleef hij staan kijken.
'Er zat toch een deur hier of ben ik nou gek?'
Franz zat te snikken op zijn bed, zijn eigen kracht had hem tot een ongekende beweging gezet. De kapitein klopte achter hem op de deurpost en keek stom verbaasd naar de kapot gerukte schanieren.
'Goedenavond heren, aan het verbouwen geweest?'
'Zo zou je het kunnen noemen.' Zei Van Helsing.
'Er is nog wel een andere kajuit beschikbaar als u dat wilt mijn heer. Een matroos zal zo komen om jullie die te geven. Ik ga is kijken of ik mijn deur kan vinden.'
Van Helsing knikte en nam Franz bij de arm. Zijn zadel tassen gingen samen met zijn kleren over de schouders. Een vriendelijke matroos met de angst nog vers in de ogen leidde hun naar hun nieuwe kajuit. Zijn boven kleding was over zijn rug open gescheurd en toonde diepe sneeën in de rug. Langs de reling stonden enkele matrozen met musketten die langzaam steeds meer in omloop kwamen. Franz werd toe gestopt waarna van Van Helsing zich verder aankleedde. Toen sloot hij de deur achter zich en ging op een van de ligstoelen zitten achter op het dek. Hij wist zich geen raad met de jonge jongen, kinderen opvoeden was nooit het sterkste punt van hem geweest. Zelfs zijn eigen zoon moest dat met zijn leven bekopen, sindsdien was hij voortdurend op pad om niet herinnerd te worden aan die nacht. Zo voerde de Heer van Walls verder de rivier af tot de zon hem begroette met haar eeuwige warmte.

Groot hertogdom Wells, rivier Walls net buiten Brassels, 2551 naar mensen telling

De oude stad Brassels lag op een eiland in de rivier de Walls, aan beide oevers strekte de nieuwe delen van de stad zich tot ver uit. De oude stad was geheel voorzien van een kade rondom waar vele schepen lagen afgemeerd. Achter de kade stak een hoge stadswal omhoog met om de zoveel meter ronde torens. Via een ponten die met kabels werden bedient kon men in de nieuwe stadsdelen komen die aan weerszijden van de rivier lagen. Walls was vergeleken met Brassels slechts een gehucht. Een wit groot gebouw in de oude stad die rijk versiert was met bogen en een groot ijzeren hek eromheen vormde de zetel van de Groothertog. Met slechts enkel haar grootzeil voer het schip de haven van Brassels in. Franz keek zijn ogen uit naar alle pracht en praal van de stad. Een merkwaardig grote koets op kleine wielen werd voor getrokken door twee paarden. De koetsier luidde een bel op het dak van de koets om de Brassellianen te waarschuwen.
'Wat is dat voor rare koets Hinrich?'
'Dat is een paardentram. Mensen kunnen daarmee voor een kleine vergoeding over vastgelegde routes door de stad reizen. Kijk die daar is zo vol dat er twee mensen op zitten.' Van Helsing wees naar een paardentram die net onder de stadspoort verdween. Trossen werden uitgeworpen en al snel lag het schip veilig afgemeerd. Per klasse mochten de mensen die er in Brassels uitgingen het schip verlaten. Nog voor de derde klasse het schip verliet ging het zwarte paard van Van Helsing over de loopplank. Na een korte controle van het paard gingen de twee richting de pont die naar de westoever ging. Van Helsing tipte vriendelijk aan de rand van zijn hoed toen twee dames in hun sleepjurken voorbij kwamen. Ze glimlachende vriendelijk terug achter hun waaier. Donkere mensen die Franz nog nooit hadden gezien trokken touwen strak zodat de pont richting de oude stad kon komen. Franz kreeg een tik op de schouders van Van Helsing toen hij bleef staren naar de mannen.
'Dat zijn slaven, die komen uit de landen overzee. Met grote aantallen tegelijk worden ze door slavendrijvers hier heen gebracht. Ze worden hier voornamelijk negers genoemd'
Franz knikte slechts enkel en keek weer is naar de donkere lijven. Striemen liepen schuin over hun rug als teken van hun ongehoorzaamheid. Even leek het alsof de donkere man knipoogde naar Franz of zag hij het verkeerd. Franz trok aan de mouw van Van Helsing en vroeg: 'kunnen we niet even de stad bekijken?'
'Ja ach waarom ook niet. Misschien is dat ook wel beter, dan vertrekken we morgen uitgerust naar de ijzeren bergen.'
Ze verlieten de rij voor de pont en liepen naar de stadspoort. Een stenen stal stond naast de stadspoort om rijdieren van bezoekers op te vangen. De elfen in de stad hadden een hekel aan vuiligheid en daarom mochten paarden die overal en nergens maar poepten de stad niet in. Slechts enkel een draak mocht de stad betreden. Maar ach dat was zo zeldzaam dat het meer gedaan was om Hirador niet voor de kop te stoten. Franz keek zijn ogen uit naar de statige gebouwen met hun hekken en tuinen. Voor een stad van deze omvang was er ontzettend veel groen. Overal waren kleine parkjes en vijvers waar kinderen speelden. Elke straat was voorzien van bomen aan weerszijden. Zelfs de straten waren naar het evenbeeld van de aderen in een blad gebouwd. Vrolijke muziek die aanstekelijk werkte kwam van de richting van het Paleisplein vandaan. Huppelend ging Franz een stukje vooruit nagekeken door Van Helsing die onopvallend een traan weg pinkte. Op het plein zat een kleine groep artiesten die de Zarba speelden. Mensen en elfen dansten spontaan gearmd op de muziek mee. Van Helsing kocht voor hen beiden een warme Brasselse wafel. Van Helsing wou al bijna een serie nieuwe scheldwoorden roepen maar slikte ze op tijd in.
'Wat zijn ze heet he?' Zei Van Helsing die zijn tong aardig had verbrand.
'Valt toch wel mee.' Zei Franz die nog een hapje nam.
Van Helsing knikte slechts enkel en had geen twijfels meer dit was het laatste draken kind. Ondanks dat ze elkaar nog maar kort kenden voelde hij zich aangetrokken door Franz. Hij besloot Franz de beste opleiding te geven maar zonder hem te forceren. Dat was in het verleden gebleken dat zoiets averechts werkte. Nu Moest hij alleen nog de Grootmeester van de Orde overtuigen. Samen slenterde ze uren door de stad heen tot ze weer uitkwamen op het Paleisplein. Voor hun stond het gebedshuis van moeder aarde. Stil liepen ze door het gebouw heen dat in de vorm van de boom op het schild van de elfen was gemaakt. Als je op kerktoren stond van de basiliek van Hirador zag je dat het gebedshuis in de vorm van een boom was gebouwd.

De volgende ochtend staken ze met de eerste vaart over bij de pont. Vandaar stegen ze op het paard en reden door de stad om die in west zuidelijke richting te verlaten. In galop reden ze verder naar de ijzeren bergen, alsof het paard uit een onuitputtelijke bron van energie putte. De reis verliep zonder problemen en met een week arriveerde ze bij de eerste uitlopen van de bergen. De eindeloze bossen van de elfen werden achter hun gelaten en verruild voor rotspartijen. Toen de schemering inviel zagen ze in de verte een lichtje branden. Gelukkig brandde er vlakbij ook een lichtje. Nu hoefden ze het het hele eind niet meer te rijden.
'Waar zijn we?' Vroeg Franz
'Dit is het huis van de zeven dwergen, dat zijn oude vrienden van mij.'
'Heb jij ergens geen vrienden?' merkte Franz op.
'Even denken hoor, ehm nee.'
Een mensen vrouw keek op van haar werk in de tuin toen ze een paard hoorde aankomen.
'Meester Boflar er is bezoek.'
De deur van het huis dat half in de rotsen zat vloog open en een wel gezette dwerg kwam met een luide boer naar buiten.
'Ha, Van Helsing mijn oude vriend!'
'Boflar!, nog altijd even gemanierd als altijd hoor ik.'
'Altijd mijn vriend, altijd. Wie heb je meegebracht naar ons kleine huis?'
Franz bekeek het kleine huis dat maar liefst drie verdiepingen had. Als dit klein was, wat was dan wel niet groot bij de dwergen. Ze liepen achter Boflar aan naar binnen. Daar zaten Goflar, Soflar Bodlar in de zitkamer. Franz kreeg wat lekkers en drinken van Goflar en ging bij het haard vuur zitten.
' Waar zijn de anderen?', vroeg Van Helsing.
'Jagen, met een beetje mazzel zijn ze snel terug want ik rammel.'
Bier werd door vrouw geserveerd met wat kleine hapjes. Nadat Van Helsing zich gemakkelijk had gemaakt dicht bij het vuur om zijn oude lijf op te warmen stak hij van wal.
'Waar hebben jullie die griet vandaan?'
'Nergens, die kwam zelf aangelopen. Naja aan sjokken meer. Ze vertelde dat iemand haar probeerde te vermoorden. Toen is ze gaan rennen tot ze niet meer wist waar ze was. Met goed geluk heeft ze ons huisje gevonden en in ruil voor onderdak werkt ze nu voor ons.'
'Op die manier, moet je haar niet helpen dan.'
'Waar mee? Ze heeft onderdak en eten, wat wil ze nog meer.'
'Haar familie of eigen bed misschien?'
'Pff zitten alle mensen vrouwtjes zo vol met eisen?'
'Het zijn geen dwergen vrouwen he.'
'Was dat maar zo.'
'Ach Boflar, ze kan wel mooi alles kasten goed afstoffen', reageerde Soflar.
De kamer vulde zich met gelach en sterke praat toen de jagers thuis kwamen. Goblar trapte de voordeur open en hield twee zwijnen onder zijn armen.
'Eten!'
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

Niet veel later zaten ze allen te genieten van  verse everzwijnen. De nacht viel zachtjes over de uitlopen van de ijzeren bergen. Heel in de verte klonk het gejank van wolfen. Hinrich zat rechtop in zijn stoel en maande de groep tot stilte. Toen stond hij op en liep de kamer uit. De dwergen keken elkaar aan, waarom was Hinrich ineens weg? Het gehuil van wolfen klonk weer maar nu nog dichterbij. Boflar stond op en zocht zijn bijl op. Franz werd met de vrouw naar boven gebracht waar Hinrich net uit een kamer kwam. Over zijn schouder hing een drieloops geweer met rijke versiersels.
'Hou je verborgen, ik ga even oefenen.'
'Oefene.....', Franz kon zijn zin niet meer afmaken en werd in de rug geduwd.
'Goblar bewaak de deur met je leven.'
Goblar sloeg zijn vuist op zijn rechterborst als bevestiging. De voordeur werd afgesloten met een grote balk. Het licht werd gedoofd zodat het huis niet meer opviel in het donker.
'Misschien moesten jullie vaker de lichten uit doen. Dat trekt minder vreemde mensen aan.'
'Ha, meer schoonmakers zijn altijd welkom', zei Boflar.
Hinrich zat voor het raam en tuurde het donker in. Daar in het bos was iets, zouden het de zelfde wezens zijn als op de boot? Even leek hij wat te zien maar een eekhoorn sprong het grasveld voor het huis op. Het beestje was druk eikeltjes te verzamelen die her en der lagen. Even spitste het zijn oren en keek om zich heen. Liet een paar eikels vallen en vloog een boom in. Zachtjes zette Hinrich zijn geweer op scherp. Geconcentreerd keek hij langs de lopen naar het bos. Een knal deed vogels schrikken. Wolfen gejank klonk uit het bos, het schot was raak. Weer een schot gevolgd door gejank. Nu kwamen overal wolfenrijders het bos uit gesprongen. Brandende pijlen vlogen uit het bos door de lucht tegen het huis aan. De dwergen openden het vuur met hun korte musketten. Steeds vielen de wolfenrijders opnieuw aan. Uit het bos klonk het onheilspellende geluid van krakende bomen. Het gebrul dat vogels deed opvliegen verried de komst van een trol. Een jonge boom werd vakkundig uit de grond gerukt en gebruikt als stormram. Met een smak werd de voordeur verbrijzeld en stormden wolfenrijders naar binnen. De dwergen stonden hen al op te wachten met hun bijlen. Boflar lachte hard, 'een beetje beweging na het eten is goed voor de lijn.'
Al zwaaiend met zijn bijlen hakte hij er op los. De trol ramde vergeefs met de boom op het huis. Boos omdat er niks gebeurde smeet hij de boom weg. Zijn hand schoot dwars door het venster naar binnen. Van Helsing dook nog weg maar het was te laat. Met een ruk werd hij naar buiten getrokken. Als een haring werd hij omhoog gehouden. Uit zijn mouw schoot een mes naar voren. De trol brulde van pijn aan zijn hand. In de verwarring rukte Van Helsing zich los. Vlug trok hij zijn zwaarden en zette ze in de rug van de trol. Twee lange sneeën ontstonden toen Van Helsing naar beneden gleed. Woedend draaide de trol zich om. Met zijn voeten probeerde hij Van Helsing tevergeefs te pletten. Behendig sprong Van Helsing weg terwijl hij kremlins van zich af sloeg. Met een sprong vloog hij vooruit, op zijn knieën gleed hij onder de trol door uithalend met zijn zwaarden omhoog die een bloederig spoor na lieten. Kreunend viel de trol op knieën. Dwergen schoten toe en hakten op zijn rug in. Van Helsing schoot vuurballen uit zijn zwaard op de over gebleven kremlins. Verslagen trokken ze zich terug het bos in. Alsof ze de trol alleen hadden verslagen stonden de dwergen op zijn hoofd te dansen. Van Helsings keek gespannen om zich heen. Die trol kon niet zomaar ergens vandaan komen. Daarnaast bezatten die kleine groene ratten geen magie. Op zijn antwoord hoefde hij niet lang te wachten. Takken brakken af, het gras verdorde zich richting hem. Alsof het een weg was voor iemand. Uit het bos kwam een zwarte ruiter gebogen op zijn zwarte eenhoorn te voorschijn. Zachtjes plofte hij op het dorre gras neer. Zijn handen zaten onder de ringen. Bij elke stap klonk het gerammel van zijn harnas. Een zwart gewaad bedekte zijn gezicht op zijn ogen na.
'Heinrich is je gezicht zo afstotelijk geworden dat je het bedekt.'
'Hinrich, je bent je gevoel voor humor nog niet kwaad. Ach dan heb je nog iets over gehouden.'
'Nog altijd meer als jij mijn oude vriend.'
'Ik ben je vriend niet! En mijn naam is Graaf Saramas.'
'Ook al je naam weggeven dus, was je ziel nog niet genoeg?'
' Genoeg gepraat, naar jou luisteren is een kwelling voor de geest. De jongen asjeblieft zodat er niet nog meer dooie bijkomen.'
'Dan moet je toch echt langs mij, mijn oude leerling.'
'Met plezier.' Zei Samaras grijzend.

Bliksemschichten schoten uit zijn hand naar Van Helsing. Met een simpele beweging sloeg hij de aanval af. Met een explosie raakten de afgeketste schichten de bomen. Als lucifer stokjes braken ze af. Met zijn zwaarden naar voren schoot Van Helsing twee vuurballen naar voren. Met zijn mantel sloeg Samaras de aanval af.
'Je word zwak ouwe.'
'En jij hebt nog veel te leren.'
Met de palm van zijn hand richte Van helsing zich op Samaras. Een muur van vuur schoot naar voren alles vernietigend op zijn pad. Samaras schoot uit beide handen Bliksemschichten naar voren. Met ongelooflijke kracht raken beide aanvallen elkaar. Vonken vlogen alle kanten uit toen beide mannen hun kracht in de magie op de proef zetten.
'Misschien moesten we maar gewoon een ouderwets duel houden?,' zei Samaras hijgend.
'Uitstekend idee mijn leerling.'
Beide heren stakten hun aanval en moesten even op adem komen. Van Helsing trok een kort handvat los van zijn riem. Hij hield het handvat voor zich en aan beide uiteinden vormde zich een zwaard. Met zijn nu tweevoudig zwaard zwaaide hij hem even boven zijn hoofd langs en nam een gevechts houding in. Samaras had een soort gelijk zwaard maar dan in de vorm van een slag zwaard. Al schreeuwend sprong hij maar voren. Van Hesling pareerde hem soepel en ontweek alle aanvallen met gemak. Samaras hield geen rust en viel weer aan. Vonken schoten van de zwaarden af toen ze nogmaals elkaar raakten. Van Helsing wachte zijn kans rustig af en pareerde elke slag. Met elke aanval koste het Samaras meer energie om een volgende te doen. Toen greep van Helsing zijn kans. Met enkele slagen haalde hij hard uit naar Samaras. Bloed stroomde uit een diepe snee in Samaras boven been. Woest haalde hij uit naar Van Helsing die weg sprong. Met een salto en een halve schroef kwam hij achter Samaras terecht. Zijn zwaard schoot door Samaras zijn benen heen. Zonder grotendeels zijn benen viel hij neer. Samaras lag schreeuwend van pijn in het gras. Bloed sijpelde uit de gapende wonden van Samaras.
'Onderschat nooit een oude man mijn jonge leerling.'
Zijn zwaarden verdwenen weer zodat er slechts enkel het handvat overbleef. Toen liep hij richting het huis gevolgd door de dwergen. Kremlins schoten uit het bos en namen de gewonde Samaras mee.

'Waarom heb je hem niet vermoord?'
'Hij is zo nutteloos voor zijn meester, de schande is een veel zwaardere straf voor hem. Zadel mijn paard voor mij, we vertrekken meteen. Jullie doen er ook goed aan om te gaan. Als de twaalf van Bartox mij ook gaan zoeken dan zijn jullie hier niet veilig.'
'Ai, ik heb een neef in Skotosia. We zoeken wel een schip in Venutsia die ons brengt.'
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Leuk vervolg weer :) De wolvenrijders deden me een beetje aan de hobbit denken ^_^
Ga zo door :)
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Hirador
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 12 nov 2013 17:53

H6 koninkrijk Limbarg, hooglanden, ijzeren gebergte, Drakenburg, winter 2551 naar mensen telling

Vermoeid reden de heren Drakenburg in. Hun bontkragen waren versierd met ijskristallen die zich tijdens hun klim hadden gevormd. De weinige mensen op straat bogen eerbiedig voor Van Helsing, die met zijn paard op een draf door het dorpje heen reed. De naam Drakenburg was eigenlijk meer een naam voor een grote stad,maar omdat hier vroeger draken zouden hebben gewoond noemden ze de stad toch Drakenburg. Een simpele, deels uit de rotsen uitgehakte, stadsmuur omringde het dorp. Hoog in de bergen was dat samen met de natuurlijke omgeving voldoende om het dorp te beschermen. Ver weg van de hoofdstad van Limbarg was ze meer een klein staatje geworden van ongeveer vijfduizend zielen groot. Achterin het dorp, dat tegen de bergwand was gebouwd, stond een verstevigd huis en een stukje verder een bescheiden kasteel van de Sheriff van Drakenburg.

Van Helsing reed door de poort het binnenplein van het verstevigd huis op. Een stalknecht kwam aangerend om het paard over te nemen. Franz keek goed om zich heen en had al snel oog voor de witte kater die boven op een lamp zat. Van Helsing kwam naast hem staan en zakte door zijn knieën.
'Dat is Sneeuwvlok, hij is een sneeuwkat. Je zult genoeg tijd hebben om met hem te spelen. Dit huis zal de komende jaren jouw huis zijn. Als je twaalf bent gaan we naar Venutsia waar je naar de universiteit van Venutsia gaat.'
Franz knikte slechts en liep toen achter Van Helsing aan, de trap op naar de voordeur. Sneeuwvlok spinde zachtjes toen ze Langs liepen. Zijn lichtblauwe ogen bekeken de nieuwkomer aandachtig. Sierlijk sprong hij geruisloos op de grond en glipte tussen de benen door naar binnen. Een huisknecht, die lichtelijk misvormd was en daarom met een wandelstok liep, nam hun mantels aan en ging hun toen voor. Franz keek zijn ogen uit. Het huis was rijkelijk versierd met talloze tapijten en schilderijen. De geur van vers bereid eten kwam hen tegemoet vanuit de keuken. Sneeuwvlok huppelde vrolijk achter hen aan mee de keuken in. Een wat gezette, maar praat grage vrouw, begroette hen beleefd. De tafel werd snel gedekt zodat ze aan tafel konden. Uit het niets kwam een wit pootje omhoog richting een stukje vlees van Franz. Toen vliegensvlug schoot de poot naar voren en greep het vlees. Al scheldend liep de vrouw achter Sneeuwvlok aan die met zijn buit weg glipte. De komende dagen spendeerde Franz met het verkennen van het huis en de bijgebouwen.

koninkrijk Limbarg, hooglanden, ijzeren gebergte, Drakenburg, lente 2552 naar mensen telling

Burgers van Drakenburg sprongen opzij voor de paarden. Een dertig tal ruiters reed op hun zwarte paarden het dorp binnen. Hun zwarte gewaden wapperden in de wind en lieten niks los van hun identiteit. Slechts enkel een kleine kroon bij de voorste ruiter verried dat hij niet tot het plebs behoorde. De straat werd door al de paardenhoeven omgeploegd tot een akker. In volle vaart reden ze de binnenplaats van het huis van Van Helsing op. De paarden kwamen onrustig tot stilstand nog vol adrenaline van de tocht. Sommige steigerden even om daarna wat kalmer te worden. Ze lieten zich van hun zadel glijden en liepen richting de voordeur. De huisknecht deed al open voordat ze bij de deur waren.
'Hoogheid, wat een eer, maar de meester is niet thuis,' zei hij terwijl hij een buiging maakte.
savrom
Balpen
Balpen
Berichten: 256
Lid geworden op: 22 apr 2014 19:41

Goed verhaal. Wel nog wat spelfouten enzo, maar goed als je het ooit zou willen uitgeven kom je daar vanzelf wel achter ;). Van Helsing vind ik alleen niet zo'n creatieve naam. Vooral omdat het al een bestaand personage is enzo. Referentie naar sneeuwwitje is wel grappig, maar ook niet echt creatief. Er gebeurd ook wel heel veel in 1 dag. Geen idee waar het op uit gaat komen, maar wel heel veel geweld in verschillende scenario's.
Gevecht met die boclk ofzo is ook een beetje raar. Als hij weet dat Franz de laatste afstammeling van de draken is ofzo, dan zou hij toch van de orde af weten? Bla bla. Had ze samen laten vluchten en dan blijft die generaal achter om de jongen te beschermen en hem een voorsprong te geven. Misschien wat realistischer voor de situatie.
Het vluchten gaat ook allemaal heel snel. Hij blijft nergens echt heel lang. Eerst bij de elfen, dan dwergen dan een boot en dan weer dwergen.
Maar goed ben benieuwd hoe het verder gaat ;)
It is not in the stars to hold our destiny but in ourselves.
Shakespeare
Plaats reactie

Terug naar “De Poort naar een Andere Wereld”