Ik ben nieuw op dit forum & nieuw tot het schrijven. Ik heb eigenlijk al sinds de eerste klas een soort vulkaan in mijn hoofd
die zo nu en dan ineens een verhaal uitspuugt en mijn gedachten ermee laat vollopen. Aangezien ik geen 'goede' schrijver ben
Maar dit wel graag wil worden - In ieder geval degelijk voor forums etc - heb ik mezelf een opdracht gegeven: Schrijven zonder
Terug te lezen, en het dan te posten zonder het te verbeteren. Misschien dat jullie mij tips kunnen geven ?
Het verhaal wat ik ga schrijven in dit topic is dus geheel sporadisch en ik weet niet welke kant dit op gaat haha.
Tips zijn altijd welkom! net zoals kritiek, maar hou het alsjeblieft netjes

1.
‘nee. Nee’ zei ik tegen mijzelf. Verslagen stond ik langs de weg. In mijn ene hand een bijl in de andere een brief. ‘Zou mijn leven nu dan echt voorbij zijn?’ dacht ik in mij zelf.
Achter mij zag ik de lichten van een naderende vrachtwagen. Dit was mijn kans.
Ik draaide mijn hoofd kwartslag en gluurde van uit mijn ooghoeken. Wachtend op het juiste moment.
‘3 .. 2 .. 1’ ik telde de seconde, mijn tijd zat erop, ik sprong.
Een knal en gierende banden volgden, De vrachtwagen raakt uit balans en reed voluit tegen de Vangrail waardoor de bestuurder zijn hoofd tegen het stuur aan knalde. Hij opende het portier en liet Zichzelf uit zijn voertuig zakken. Meerdere voertuigen stopten waarna hun bestuurders naar buiten rende. ‘Bel 112! Bel 112!’ het gekrijs van geschrokken bestuurders en passagiers galmde over het asfalt.
‘Wat is er gebeurt?’ vroegen ze in paniek, maar de bestuurder kon niet meer antwoorden.
Zijn gedachten stormde door elkaar, Wat was er gebeurd ? Had hij zojuist iemand door gereden?
Had hij maar eerder geremd! Wat was dit voor ’n bizarre gebeurtenis?
Half platgereden lag ik op het asfalt, ik opende langzaam mijn ogen. Langzaam bewoog ik met mijn ogen starend naar de menigte. Ik stak mijn arm op om te voelen of er nog gevoel in zat.
Plots stopte het gekrijs en geschreeuw. Vol verwondering keken de mensen naar mij.
‘Hij.. Hij Le-Hij leeft !’ werd er plots hakkelend geroepen door één iemand uit de menigte.
‘Hoe is dit mogelijk?’ ‘Het is een wonder!’. Ik plaatse mijn arm weer naast mij neer.
‘Hoe gaat het !?’ vroeg iemand die onderhand mijn kant op was gesprint. Ik zag dat het de Bestuurder van de vrachtwagen was. ‘Alsof ik onder een vrachtwagen heb gelegen’ antwoordde ik sarcastisch. Een kleine grinnik kon er nog wel af bij de chauffeur. ‘Waarom deed je dit?’ was zijn Tweede vraag. Ik keek hem aan met mijn haast levenloze ogen en staarde hem aan. ‘Het is een wonder dat je nog leeft’ vervolgde hij. Ik draaide mijn hoofd om en staarde naar de vrachtauto.
Mijn bijl was door de klap uit mijn hand geslagen, maar in mijn rechterhand voelde ik de brief.
Ik had hem nog bij me, gelukkig!
Ik zag vanuit mijn ooghoeken blauwe lampen flitsen, De politie en ambulance waren gearriveerd.
Mijn benen waren nog steeds beschadigd dus opstaan en wegrennen was geen optie.
Echter kon ik niet bekend maken wat mijn identiteit was. Hoe ging ik mezelf hier uit redden?
Ik zag een blauwe pet de richting van mij en de chauffeur op komen. Als ik geluk had zou hij eerst de Chauffeur ondervragen, en zouden de ambulance broeders mij mee nemen naar het ziekenhuis.
Tegen de tijd dat we daar zijn beland moeten mijn benen weer functioneren, en grijp ik mijn kans om Te ontsnappen!
Maar risico zou ik niet nemen, dus besloot mijn ogen te sluiten en te doen alsof ik weg was gevallen.
Het wegvallen werd al snel gezien door verschillende omstanders en ze alarmeerde de broeders.
Het was duidelijk dat ik, Caesar de Raaf , onsterfelijk was