Zag jij mij zoals ik jou kon zien?

Tranentrekkers en ernstige verhalen. Lees en laat je meeslepen in de drama van anderen.
yael
Vulpen
Vulpen
Berichten: 490
Lid geworden op: 19 jun 2006 20:46
Locatie: utrecht

Ze zag je,

Soms zie ik je lopen, de stappen die jij zet leiden mij af. Soms lijken jouw stappen zelfzuchtig te zijn. Soms dragen zij je ongekende pijn. Misschien zijn het wel de steken van ongekend verlangen en de zelfmedelijden met de plek waar jij nu bent.
Vaak vraag ik mij af wat er achter die bruine ogen schuilt, wat jouw verhaal zal zijn. Waar de pijnlijke, peinzende blik vandaan komt. Hoe het komt dat jij aan de andere kant van het hek bent geplaatst. Je intrigeert me en houdt mijn aandacht vast.
Ik vraag me af hoe je stem zou klinken. Stiekem zou ik naar je toe willen lopen, je aanraken en vasthouden. Je warmte van je huid willen voelen, je diep in je ogen willen aankijken en zeggen zonder te spreken dat zwijgen oké is.
Ik staar naar jouw uitgekookte rondjes die jij elke dag loopt, alsof je benen beslissen zonder je gedachten. Hetzelfde pad zal jij elke dag opnieuw lopen. Ik weet het. Ik zie het. De beslissing van het rondje lopen, is geen beslissing meer. De mannen en vrouwen om ons heen zouden dit autisme kunnen noemen. Ik weet dat het anders zal zijn. Het is enkel routine of de vermoeidheid van het moeten blijven leven. Vaak tel ik jouw stappen, weet ik wanneer je stopt. En soms kijk je. En ik kijk naar jouw.
Mijn wereld zal net zo klein zijn als de jouwe. Ik zie de blauwe plek in je gezicht en vraag me af wat je nu weer hebt gedaan. Misschien heb je wel te lang gekeken naar de man die tegenover je zat bij het eten. Misschien was je verdwaald in gedachten en hoopte je dat je wakker zou worden en dat alles dan anders zou zijn. Dat de realiteit waar jij nu in zit een geheel zelfverzonnen nachtmerrie was. Ik ken het, voel met je mee. En zonder je ooit gesproken te hebben herken ik elk detail in je mimiek en je houding. Ik ken jou zonder jouw eigen verhaal gehoord te hebben. Ik ken jou, simpelweg omdat ik mezelf in je herken. Elke dag. Elke keer weer opnieuw.

Hij zag jou,

De pijn vreet zich door mijn schedel, hap voor hap, sijpelt druppel voor druppel vanaf mijn oogkas zo op mijn achterhoofd. Ik voel me een gekortwiekte adelaar; eens machtig, vandaag aan de grond genageld. Gevangen in een kooi en of ik daarmee dit gebouw bedoel of de herinneringen aan jou weet ik niet. Je was als sneeuw voor de zon op de laatste winterdag; even vergankelijk als dat je mooi was. Of je nu nog aan mij denkt weet ik niet. Alleen al de gedachte dat je mij vergeten bent balt mijn vuisten. Er gaat geen dag voorbij zonder dat de betonnen muren van mijn cel mijn knokkels welterusten kussen.
Mijn gevloek verslijt tussen 4 wanden, net zoals hoe ik verslijt.
Er is een vrouw die ik bijna dagelijks zie, ze staat stil in de verte en neemt alle tijd om mij te lezen. Haar blik strijkt langs mijn bladzijden en glijdt van letter naar letter. Zij ziet de woorden en de zinnen die mij op het lijf gekrast staan, maar ik heb de woorden noch de zin om haar aan te spreken. Ik hijs zware tabak naar binnen met de kracht van een bezeten stofzuiger, ik hoop dat de asgrijze walm zich verspreidt tot in de vertakkingen van mijn longen en me sloopt van binnen. Ik hoop dat ik wegrot van binnen, ik ben gebloeid en nu wil ik verwelken. Net als die stinkende rozenbladeren die ik over het bed uitstrooide, terwijl de silhouetten van de kaarsvlammetjes eindeloze landschappen verfden op het behang. Ik haat je.
En als jij van mij houdt, hoop ik dat die diepgewortelde liefde jouw geluk opvreet als een parasiet. Ik vervloek iedere nacht dat jij je stortte in mijn armen, geblinddoekt door lust en verlangen. Iedere kus, iedere kreun, iedere stoot en iedere godververdomde ochtend dat ik mijn ogen heb geopend in jouw bijzijn.
Tranen, in legioenen, storten zich over mijn wangen en sneuvelen voor hun koningin, jij.
De koningin van dit zieke hart, die haar troon heeft verlaten en is gevlucht naar een leven ver weg van mij.
Ik trek mijn laatste walm rook naar binnen en voel hoe de smeulende tabak mijn vingers brandt. De pijn is niks vergeleken bij het genot.
In mijn cel hangen geen foto’s, eerder visualisaties die zo vaak door mij naar boven zijn geroepen dat ze af zijn gaan geven in de metersdikke wanden.
Elke.. dag.. hetzelfde.. verhaal
Plaats reactie

Terug naar “Het Dramatheater”