Haru is anders dan de andere..
-
- Puntenslijper
- Berichten: 26
- Lid geworden op: 19 jun 2014 16:18
- Locatie: Brabant
Haru keek in de spiegel en sloot haar ogen. Nu nam ze een grote hap met lucht. Nadat ze de lucht uitademde en weer haar hazel bruine ogen open opende, trok ze een gekke bek in de spiegel. Ze ging nu met haar vinger langs haar mond waar wat slijm uit kwam. Het monster van school. Er ging een gerucht rond dat ze een speciale gave had. Iedereen zegt dat ze naar dieren stinkt, en dat ze ''anders'' is dan de rest. Oké, ze hebben gelijk. Haru is ook anders. En ze ruikt naar dieren omdat ze een..
Vormwisselaar was. Voor haar was het heel gewoon, maar voor anderen niet. Moeder had haar zo vaak gezegd dat ze niet moest opvallen. Nog even en de soldaten van de kwaadaardige elven koning zouden haar gevangen nemen. Ze veegde het slijm weg dat een nare bijwerking was van het vorm wisselen. Ze zou zich nog is extra goed parfumeren alvorens ze naar school zou gaan
Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor
Ze opende het kasje boven de wastafel en zocht verwoed naar het parfum dat haar moeder voor haar had gekocht. Het rook naar lavendel en rozen. Hoewel ze er zelf vaak misselijk van werd, maskeerde het de typerende geur. Het was elke dag een gevecht. Haar lichaam wilde van vorm wisselen, maar haar hoofd wist dat het niet kon. Niet in deze tijden. Toen ze eindelijk het flesje had gevonden en het laatste beetje op had gespoten, rende ze naar buiten. Als ze niet zou opschieten zou ze te laat komen.
It is not in the stars to hold our destiny but in ourselves.
Shakespeare
Shakespeare
Ze rende door de smalle straatjes heen naar de grote school die dreigend boven de stad uitstak. Ondanks haar vervelende schoolperiode kon ze zich gelukkig prijzen dat ze niet zoals de meeste mensen die in de sloppenwijken woonde. Onder het rennen knoopte ze haar laatste knoopjes dicht van haar school uniform dat smetteloos moest zijn. Het zou niet lang meer duren voordat ze eindelijk een week vakantie had zodat ze nieuwe dieren kon zoeken om zo in hun vorm te veranderen. Ze had al sinds het begin dat ze haar gave ontwikkelde een draak willen zien zodat ze zijn vorm kon aan nemen. Maar die kans was zo klein geworden omdat de elven ze bijna allemaal hadden uitgeroeid met hun vliegende schepen.
Btw heel grappig ik ben nu bezig met een verhaal over een jongen die op een zwevende berg woont, waar eerst heel veel draken waren, maar omdat de elven bang waren dat de 'hooglanders' te machtig waren en zichzelf als goden zou zien, hebben ze alle drakeneiren vernietigt. Omg en hier komt het: om bij de zwevende bergen te komen hebben de elven: vliegende schepen!
haha! Oke back to the story!
------------------------------
'Haru!' siste Yassin, haar enige vriend, toen ze op school aankwam. Ze gooide haar tas naast de tafel en hijgde na van het rennen.
'Je bent net op tijd,' zei hij. 'Je moet voorzichtiger zijn, Haru. Je weet nooit wanneer de elven weer voor controle komen.'
Haru had hem nog niet verteld over haar krachten. Toen ze ze voor het eerst ontwikkelde, dacht ze meteen aan Yassin. Hij zou het geweldig vinden. Toen bedacht ze dat zijn vader in de raad van het edele volk zat. Hoe graag ze ook wilde geloven dat Yassin haar vriend was, ze kon niemand vertrouwen.
'Het spijt me,' zei ze. 'Ik was mijn tas vergeten.'
Yassin knikte. 'Als je hoofd niet vast zat!'
Haru lachte. Hij had gelijk. Ze had haar hoofd er niet bij. Ze kon alleen maar denken aan het vrije gevoel dat ze dit weekend had ervaren. De wind die haar naakte huid kuste en de grassprietjes die haar voeten kietelden. Ze had het heerlijk gevonden om onopgemerkt door het bos te rennen als een vos of een hert. Ze moest alleen oppassen voor jagers. Gelukkig was het sinds korte tijd verboden om in de bossen te jagen. Nadat de elven bijna alle draken hadden uitgeroeid, was het leven in het bos uit balans geraakt. Ze konden alleen maar hopen dat de balans ooit weer terug zou komen.
haha! Oke back to the story!
------------------------------
'Haru!' siste Yassin, haar enige vriend, toen ze op school aankwam. Ze gooide haar tas naast de tafel en hijgde na van het rennen.
'Je bent net op tijd,' zei hij. 'Je moet voorzichtiger zijn, Haru. Je weet nooit wanneer de elven weer voor controle komen.'
Haru had hem nog niet verteld over haar krachten. Toen ze ze voor het eerst ontwikkelde, dacht ze meteen aan Yassin. Hij zou het geweldig vinden. Toen bedacht ze dat zijn vader in de raad van het edele volk zat. Hoe graag ze ook wilde geloven dat Yassin haar vriend was, ze kon niemand vertrouwen.
'Het spijt me,' zei ze. 'Ik was mijn tas vergeten.'
Yassin knikte. 'Als je hoofd niet vast zat!'
Haru lachte. Hij had gelijk. Ze had haar hoofd er niet bij. Ze kon alleen maar denken aan het vrije gevoel dat ze dit weekend had ervaren. De wind die haar naakte huid kuste en de grassprietjes die haar voeten kietelden. Ze had het heerlijk gevonden om onopgemerkt door het bos te rennen als een vos of een hert. Ze moest alleen oppassen voor jagers. Gelukkig was het sinds korte tijd verboden om in de bossen te jagen. Nadat de elven bijna alle draken hadden uitgeroeid, was het leven in het bos uit balans geraakt. Ze konden alleen maar hopen dat de balans ooit weer terug zou komen.
Dacht dat dat ook de bedoeling was omdat ze een gave had hihi. Hier direct een vervolg
--------------
De zon was al hoog in de hemel toen Haru haar grootste angst werkelijkheid werd. Overal klonk geschreeuw rondom de school. Elven soldaten blokkeerde elke uitgang zodat zelfs de kleinste muis niet kon ontsnappen. Grote bloedhonden werden uit de koetsen gehaald en trokken hun begeleider bijna achter hun aan. De weinige kinderen die buiten op het plein waren werden op de knieën gedwongen. Overal stormde soldaten naar binnen. Yassin zag de angst in Haru haar ogen verschijnen. Zijn vermoedens die hij sinds hij Haru kende werden nu beantwoord. Nu moest hij kiezen tussen zijn strenge vader of het meisje waar hij al jaren een oogje op had. Yassin vloog op en rukte Haru aan haar hand mee de klas uit. Soldaten stormde net de trap op naar de eerste etage en zagen de twee weg rennen. Enkele schoten weerklonken door de gang maar miste hun doel. Het versplinterde glas vloog alle kanten op toen ze door het raam sprongen. Met een smak vielen ze in de vuilnisbak.
Behendig klauterden ze uit het afval waarna Haru van vorm wisselende. Yassin keek met grote ogen hoe ze veranderde in een witte merrie. met een sprong vloog Haru met Yassin op haar rug over het hek. Kogels vlogen hun om de oren heen. Yassin voelde een stekende pijn in zijn rechterarm en boog verder voorover. Uit het wolkendek daalde een grote zeppelin naar beneden met het wapen van de koning erop. Iemand had haar verraden, iemand maar wie dacht Haru. De elven zouden nu alles op alles zetten haar te vermoorden want vormwisselaars waren gevreesde vijanden in de handen van de rebellen.
--------------
De zon was al hoog in de hemel toen Haru haar grootste angst werkelijkheid werd. Overal klonk geschreeuw rondom de school. Elven soldaten blokkeerde elke uitgang zodat zelfs de kleinste muis niet kon ontsnappen. Grote bloedhonden werden uit de koetsen gehaald en trokken hun begeleider bijna achter hun aan. De weinige kinderen die buiten op het plein waren werden op de knieën gedwongen. Overal stormde soldaten naar binnen. Yassin zag de angst in Haru haar ogen verschijnen. Zijn vermoedens die hij sinds hij Haru kende werden nu beantwoord. Nu moest hij kiezen tussen zijn strenge vader of het meisje waar hij al jaren een oogje op had. Yassin vloog op en rukte Haru aan haar hand mee de klas uit. Soldaten stormde net de trap op naar de eerste etage en zagen de twee weg rennen. Enkele schoten weerklonken door de gang maar miste hun doel. Het versplinterde glas vloog alle kanten op toen ze door het raam sprongen. Met een smak vielen ze in de vuilnisbak.
Behendig klauterden ze uit het afval waarna Haru van vorm wisselende. Yassin keek met grote ogen hoe ze veranderde in een witte merrie. met een sprong vloog Haru met Yassin op haar rug over het hek. Kogels vlogen hun om de oren heen. Yassin voelde een stekende pijn in zijn rechterarm en boog verder voorover. Uit het wolkendek daalde een grote zeppelin naar beneden met het wapen van de koning erop. Iemand had haar verraden, iemand maar wie dacht Haru. De elven zouden nu alles op alles zetten haar te vermoorden want vormwisselaars waren gevreesde vijanden in de handen van de rebellen.
Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor
-
- Puntenslijper
- Berichten: 26
- Lid geworden op: 19 jun 2014 16:18
- Locatie: Brabant
Sorry dat ik niet meer hierop in ging, ik ben een aantal dagen druk geweest. Jullie hebben een fantastisch verhaal ervan gemaakt! Well done. :3
_____
Haru rende het duistere bos in met Yassin op haar rug, het begon al aardig donker te worden en de dieren waar Haru mee kon praten in haar hoofd beschermde nu het bos voor haar. De konijnen en mollen onder de grond, met vele insecten. De beren en herten stonden al klaar om aan te vallen als de elven dichterbij zouden komen. Dit geld wel voor meer dieren die al in een vecht positie stonden aan de rand van het bos. Het zou een bloedbad worden op het open veld als ze zouden aanvallen. Maar de elven waren hun al kwijt, en er was geen spoor meer van Haru en Yassin. De eekhoorntjes hadden het spoor uitgeveegd met hun staartjes. Haru was een heldin in het bos, ze heeft al meerdere dieren kunnen redden met haar gave. Dus, nu staat elk dier in het bos voor haar klaar.
Haru kon haar kracht niet meer bedwingen, terwijl ze afremde en haar hazel bruine ogen sloot.. veranderde ze terug in haar mensen vorm. Yassin viel met een hand op ze arm gedrukt in een hoopje bladeren en Haru viel in een plas met water. Haar naakte blanke huid begon een beetje te rillen en ze drukte haar handen nu de plas in. Zachtjes kneep ze in wat modder. ' Yassin.. ' Zei Haru fluisterend tegen haar eigen spiegelbeeld in het water. Haru krabbelde nu op en stond weer op beide benen. Ze keek even om haar heen en slikte dan terwijl ze met haar vingers over haar rechter arm ging. Ze voelde de schrammen branden en ook haar benen deden vreselijk pijn. Ze moet wennen aan haar veranderingen. Een paard heeft ze nog nooit uitgeprobeerd, het zal wel liggen aan het feit dat ze zo veel adrenaline had. En Yassin, wat een moed en kracht. Haru schoof met haar tenen over de koude vochtige grond heen en wankelde naar het hoopje bladeren. Yassin kreunde een beetje aangezien hij veel pijn had. Haru knielde neer naast hem en bewoog haar vingers nu door het zwarte haar van Yassin. ' Alles komt goed .. ' Haru slikte een paar keer om een brok in haar keel weg te slikken. Dit ging heel moeilijk, en al snel boog ze zichzelf naar voor om Yassin te knuffelen.
_____
Haru rende het duistere bos in met Yassin op haar rug, het begon al aardig donker te worden en de dieren waar Haru mee kon praten in haar hoofd beschermde nu het bos voor haar. De konijnen en mollen onder de grond, met vele insecten. De beren en herten stonden al klaar om aan te vallen als de elven dichterbij zouden komen. Dit geld wel voor meer dieren die al in een vecht positie stonden aan de rand van het bos. Het zou een bloedbad worden op het open veld als ze zouden aanvallen. Maar de elven waren hun al kwijt, en er was geen spoor meer van Haru en Yassin. De eekhoorntjes hadden het spoor uitgeveegd met hun staartjes. Haru was een heldin in het bos, ze heeft al meerdere dieren kunnen redden met haar gave. Dus, nu staat elk dier in het bos voor haar klaar.
Haru kon haar kracht niet meer bedwingen, terwijl ze afremde en haar hazel bruine ogen sloot.. veranderde ze terug in haar mensen vorm. Yassin viel met een hand op ze arm gedrukt in een hoopje bladeren en Haru viel in een plas met water. Haar naakte blanke huid begon een beetje te rillen en ze drukte haar handen nu de plas in. Zachtjes kneep ze in wat modder. ' Yassin.. ' Zei Haru fluisterend tegen haar eigen spiegelbeeld in het water. Haru krabbelde nu op en stond weer op beide benen. Ze keek even om haar heen en slikte dan terwijl ze met haar vingers over haar rechter arm ging. Ze voelde de schrammen branden en ook haar benen deden vreselijk pijn. Ze moet wennen aan haar veranderingen. Een paard heeft ze nog nooit uitgeprobeerd, het zal wel liggen aan het feit dat ze zo veel adrenaline had. En Yassin, wat een moed en kracht. Haru schoof met haar tenen over de koude vochtige grond heen en wankelde naar het hoopje bladeren. Yassin kreunde een beetje aangezien hij veel pijn had. Haru knielde neer naast hem en bewoog haar vingers nu door het zwarte haar van Yassin. ' Alles komt goed .. ' Haru slikte een paar keer om een brok in haar keel weg te slikken. Dit ging heel moeilijk, en al snel boog ze zichzelf naar voor om Yassin te knuffelen.
“Everything you can imagine is real.”
-
- Puntenslijper
- Berichten: 26
- Lid geworden op: 19 jun 2014 16:18
- Locatie: Brabant
Ik heb erbij gezet dat ze eigenlijk half naakt is, aangezien haar kledij wel verscheurt is. Misschien heb ik dit niet zo goed aangewezen sorry.
-
- Puntenslijper
- Berichten: 26
- Lid geworden op: 19 jun 2014 16:18
- Locatie: Brabant
Snel reageren dan. ^-^
“Everything you can imagine is real.”
Yassin keek met grote ogen naar Haru die naar hem boog. Haar ronde borsten brachten zijn blik in een diepe trans. Niks zou hem nog weerhouden van die kus waar hij zo naar verlangde. Emoties gierden door zijn lijf heen. Langzaam bewoog hij richting Haru. Verstijfd keken ze elkaar aan toen ze het knappen van een takje hoorden. Haru keek voorzichtig opzij en richtte haar blik omhoog. Daar op de dikke tak van de boom stond Yomohar. Zijn laarzen glimde in het zachtte maanlicht. Twee revolvers hingen aan zijn middel met op zijn rug twee zwaarden. Twee littekens versierde zijn linker oogkas. Met zijn hoed half opzij keek hij het stel stil aan terwijl de wind met zijn lange jas wn witte haren speelde.
'Haru, heb je jezelf weer in moeilijkheden gebracht?'
'Nou ja... ehm ik deed niks eigenlijk.'
'Dat is waar.' Viel Yassin haar bij.
'Had ik jou wat gevraagd, wie ben je?' vroeg Yomohar streng.
'Yasin van het huis Turgal.'
Haru sprong op Yomohar af die al een mes trok.
'Nee doe hem niks, hij heeft mij gered,' smeekte Haru
Yomohar stak zijn mes terug en trok zijn jas uit.
'hier trek aan, niemand moet je zo zien.'
Gehoorzaam trok ze de jas aan en keek vragend naar Yomohar.
'De tijd is gekomen Haru, ik zal je naar vuureiland brengen. Daar zal de laatste draak je leren zijn vorm aan te nemen. Vooral de vrouwelijke vorm.'
'Ik dacht dat draken waren uitgestorven?'
'Nee, ze zijn er nog wel degelijk, en als ze hun wonden hebben gelikt zijn de elven kleine knapperige worstjes voor hun.'
'Wie ben jij dan wel dat je dit allemaal weet?!' Yassin schrok van zijn eigen woorden die er harder uitkwamen dan hij wilde. Waarom moest hij zich nu weer bewijzen voor Haru.
Met een smak vloog hij tegen een boom aan. Yomohar's hand knelde zijn nek af terwijl hij met alle macht zich los probeerde te maken.
'Ik mijn jonge vriend, ik ben de laatste wachter van het vuur. De laatste draken ridder. De draak en ik zijn één dus onthou tegen wie je praat. Nog één zo'n uitval en ik zorg ervoor dat je bij het kerkkoor kan.'
Yassin voelde de punt van de dolk verraderlijk dicht tegen zijn kruis aan komen.
'Sorry mijnheer.'
'Dat is beter koorknaapje,' zei Yomohar met een kille stem.
Met een smak viel hij op de grond en hapte naar lucht.
'Kom we moeten gaan, we hebben een lange weg voor de boeg maar eerst gaan we naar een kamp van de rebellen hier een halve dag vandaan om kleren voor je halen.'
'Ik dacht altijd dat rebellen nogal vijandelijk waren naar iedereen die niet bij hun hoorde,' zei Haru terwijl ze de jas dicht knoopte.
'Wie heeft het ook over krijgen? De draak neemt wat hem schikt. Dus misschien moet je hem eerst wassen,' zei Yomohar met een ijzeren gezicht.
Met een ruk trok hij een tak van de boom en wikkelde er een doek omheen. Met een draaiende beweging om het doek vloog het langzaam in brand. Yassin schikte zich voorlopig in zijn lot en sjokte achter de twee anderen aan.
'Haru, heb je jezelf weer in moeilijkheden gebracht?'
'Nou ja... ehm ik deed niks eigenlijk.'
'Dat is waar.' Viel Yassin haar bij.
'Had ik jou wat gevraagd, wie ben je?' vroeg Yomohar streng.
'Yasin van het huis Turgal.'
Haru sprong op Yomohar af die al een mes trok.
'Nee doe hem niks, hij heeft mij gered,' smeekte Haru
Yomohar stak zijn mes terug en trok zijn jas uit.
'hier trek aan, niemand moet je zo zien.'
Gehoorzaam trok ze de jas aan en keek vragend naar Yomohar.
'De tijd is gekomen Haru, ik zal je naar vuureiland brengen. Daar zal de laatste draak je leren zijn vorm aan te nemen. Vooral de vrouwelijke vorm.'
'Ik dacht dat draken waren uitgestorven?'
'Nee, ze zijn er nog wel degelijk, en als ze hun wonden hebben gelikt zijn de elven kleine knapperige worstjes voor hun.'
'Wie ben jij dan wel dat je dit allemaal weet?!' Yassin schrok van zijn eigen woorden die er harder uitkwamen dan hij wilde. Waarom moest hij zich nu weer bewijzen voor Haru.
Met een smak vloog hij tegen een boom aan. Yomohar's hand knelde zijn nek af terwijl hij met alle macht zich los probeerde te maken.
'Ik mijn jonge vriend, ik ben de laatste wachter van het vuur. De laatste draken ridder. De draak en ik zijn één dus onthou tegen wie je praat. Nog één zo'n uitval en ik zorg ervoor dat je bij het kerkkoor kan.'
Yassin voelde de punt van de dolk verraderlijk dicht tegen zijn kruis aan komen.
'Sorry mijnheer.'
'Dat is beter koorknaapje,' zei Yomohar met een kille stem.
Met een smak viel hij op de grond en hapte naar lucht.
'Kom we moeten gaan, we hebben een lange weg voor de boeg maar eerst gaan we naar een kamp van de rebellen hier een halve dag vandaan om kleren voor je halen.'
'Ik dacht altijd dat rebellen nogal vijandelijk waren naar iedereen die niet bij hun hoorde,' zei Haru terwijl ze de jas dicht knoopte.
'Wie heeft het ook over krijgen? De draak neemt wat hem schikt. Dus misschien moet je hem eerst wassen,' zei Yomohar met een ijzeren gezicht.
Met een ruk trok hij een tak van de boom en wikkelde er een doek omheen. Met een draaiende beweging om het doek vloog het langzaam in brand. Yassin schikte zich voorlopig in zijn lot en sjokte achter de twee anderen aan.
Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor
'Wat is er eigenlijk gebeurd?' vroeg Haru nadat ze enkele uren in stilte hadden doorgebracht. 'Waarom kwamen de elven oppeens naar de school?' Haar blik was gefixeerd op Yomohar, terwijl ze de rustige ademhaling van Yassin achter zich hoorde. Ze sprongen over verschillende stenen die in een beek lagen. Ze waren bijna aan de andere kant van het woud, waar de rebellen volgens Yomohar hun kamp hadden opgezet. Ze was blij dat Yassin mee was. Ze kon zich niet voorstellen wat er met hem was gebeurd als ze hem gevangen hadden genomen. Hij had zich immers bewezen als haar vriend, maar daarmee ook landverrader. Hij moest wel mee.
'Het schijnt dat de koning bericht heeft gekregen van een vormwisselaar die zich schuilhield in de school.'
'Ik,' zei Haru.
Yomohar schudde echter zijn hoofd. 'Nee, iemand anders. Ik ben naar de school gekomen om uit te zoeken wie, maar toen ik jou zag wegrennen ben ik jou gevolgd.'
'Hoeveel vormwisselaars zijn er eigenlijk?' vroeg Yassin.
Yomohar stopte en keek nors naar Yassin. 'Het is beter dat je je mond houdt, koorknaapje. Ik laat je alleen maar meegaan omdat Haru dat wil. Als het aan mij had gelegen, lag je nu op de bodem van het meer.'
Haru zag Yassin moeilijk slikken en ze keek boos naar Yomohar.
'We hebben geen tijd te verliezen,' zei Yomohar. 'Laten we doorlopen. Jij ook, koorknaapje. Je houdt ons alleen maar op.'
Ze hoorde Yassin vloeken en legde haar hand geruststellend op zijn arm.
'Hij is niet altijd zo geweest,' zei ze tegen Yassin. 'Maar toen de elven zijn vrouw vermoorden is hij het geloof kwijt geraakt.'
'Hij lijkt anders erg in zichzelf te geloven,' zei hij boos. 'Ik heb toch niks verkeerds gedaan?'
Haru lachte. Ze had zijn ontwetendheid altijd schattig gevonden.
'Het vuur van de draak brandt in hem. Hij bedoelt het niet zo, Yassin. Hij is een goede man.'
'Het zal wel,' zei hij. 'Ik probeerde je alleen maar te helpen.'
Ze liepen verder het bos in. Yomohar wrong zich soepel in allerlei bochten, terwijl Haru Yassin holp door een wirwar van takken te klimmen.
'Hoe wist je trouwens dat ik een vormwisselaar was?' vroeg ze, terwijl zijn shirt vast zat aan een van de takken. 'Ik heb het je nooit verteld.'
Yassin glimlachte. 'Wist ik niet. Maar de angst in je ogen vertelde me genoeg.'
'Zijn de tortelduifjes uitgesproken?' vroeg Yomohar, terwijl hij een stuk verder op een steen stond. 'We zijn er.'
'Het schijnt dat de koning bericht heeft gekregen van een vormwisselaar die zich schuilhield in de school.'
'Ik,' zei Haru.
Yomohar schudde echter zijn hoofd. 'Nee, iemand anders. Ik ben naar de school gekomen om uit te zoeken wie, maar toen ik jou zag wegrennen ben ik jou gevolgd.'
'Hoeveel vormwisselaars zijn er eigenlijk?' vroeg Yassin.
Yomohar stopte en keek nors naar Yassin. 'Het is beter dat je je mond houdt, koorknaapje. Ik laat je alleen maar meegaan omdat Haru dat wil. Als het aan mij had gelegen, lag je nu op de bodem van het meer.'
Haru zag Yassin moeilijk slikken en ze keek boos naar Yomohar.
'We hebben geen tijd te verliezen,' zei Yomohar. 'Laten we doorlopen. Jij ook, koorknaapje. Je houdt ons alleen maar op.'
Ze hoorde Yassin vloeken en legde haar hand geruststellend op zijn arm.
'Hij is niet altijd zo geweest,' zei ze tegen Yassin. 'Maar toen de elven zijn vrouw vermoorden is hij het geloof kwijt geraakt.'
'Hij lijkt anders erg in zichzelf te geloven,' zei hij boos. 'Ik heb toch niks verkeerds gedaan?'
Haru lachte. Ze had zijn ontwetendheid altijd schattig gevonden.
'Het vuur van de draak brandt in hem. Hij bedoelt het niet zo, Yassin. Hij is een goede man.'
'Het zal wel,' zei hij. 'Ik probeerde je alleen maar te helpen.'
Ze liepen verder het bos in. Yomohar wrong zich soepel in allerlei bochten, terwijl Haru Yassin holp door een wirwar van takken te klimmen.
'Hoe wist je trouwens dat ik een vormwisselaar was?' vroeg ze, terwijl zijn shirt vast zat aan een van de takken. 'Ik heb het je nooit verteld.'
Yassin glimlachte. 'Wist ik niet. Maar de angst in je ogen vertelde me genoeg.'
'Zijn de tortelduifjes uitgesproken?' vroeg Yomohar, terwijl hij een stuk verder op een steen stond. 'We zijn er.'
It is not in the stars to hold our destiny but in ourselves.
Shakespeare
Shakespeare
Zijn vingers jeukten boven zijn revolvers, praten was nooit zo zijn ding geweest sinds hij zijn moeder verloor. Het vuur verteerde haar samen met zijn broertjes, die dag werd vuur zijn vijand maar ook zijn vriend. Uit de zwarte rookwolken dook de laatste draak omlaag en nam hem mee ver weg naar vuureiland. Haru en Yassin stonden naast hem terwijl hij in gedachte die bewuste dag herleefde. het vuur in hem borrelde op als een verwoestende orkaan alles vernietigend op zijn pad. zijn ogen kleurde rood en zelfverzekerder als ooit liep hij het laatste stukje naar het kamp. Enkele rebellen kwamen op hun afgelopen met hun bogen in de aanslag.
'Wie zijn jullie, wat brengt jullie hier?'
'Ik ben Yomohar en deze dame hier heeft kleren nodig,' zei Yomohar nors.
De rebellen keken eens naar Haru en toen weer naar Yomohar. Goed, ze kan wat oude kleren krijgen.'
'Ik had het over goede kleren, geen ouwe vodden.'
'Yomohar, deze mannen achter mij missen nooit. Jij bent slechts enkel met twee tieners hier.'
'Ik heb geen mannen nodig die het vuile werk opknappen voor mij. Voor de laatste keer geef de dame degelijke kleding.'
'Nee! Keer om voordat we jullie in de grond stoppen.'
Yassin keek zijn ogen uit toen een straal vuur de grond uitschoot in de vorm van een draak. de Rebellen hielden hun handen beschermend voor hun en de in haast afgeschoten pijlen verdwenen in het vuur. De boogschutters keken angstig om zich heen waar Yomohar was gebleven. Met een schreeuw vloog Yomohar door het vuur heen met getrokken zwaarden. Met de eerste slag werd de eerste boogschutter door midden gekliefd. Yomohar was niet meer te houden en reeg de één na de ander aan zijn zwaard. de vrouwen vluchtte de grote tent in hopende dat hun mannen zouden winnen. Maar tot hun grote schrik verscheen Yomohar in de tent opening kort gevolgd door Haru en Yassin.
'Haru zoek maar wat uit, er is genoeg.'
'Alstublieft doe ons niks heer,' smeekte de vrouwen.
'Uitkleden en opschieten voordat ik jullie allemaal aan mijn zwaar rijg als een everzwijn aan een spies,'brulde Yomohar
Yassin keek alles vol ongeloof aan en zag in de hoek een dolk glinsteren, zou hij het doen of niet. Met een harde trap in de rug viel hij voorover, haastig draaide hij zich om en staarde naar het zwaard van Yomohar.
'Nog één keer zo'n grapje en je zingt de mooiste aria's.' Het zwaard sneed langzaam Yassin zijn broek in.
'Nee, nee alstublieft mijnheer,' smeekte Yassin.
'Laat hem Yomohar, doe het voor mij,'vroeg Haru terwijl ze zachtjes over de billen van Yomohar streek.
Yomohar kalmeerde enigszins en wachtte geduldig tot Haru nieuwe kleren had uitgezocht. Yassin was de tent ontvlucht om proviand te verzamelen voor de lange reis. Tevreden keek de Yomohar naar zijn reisgenoten en stak zijn pijpje op.
'We moeten gaan voordat de elven de boel platbranden hier.'
'Wie zijn jullie, wat brengt jullie hier?'
'Ik ben Yomohar en deze dame hier heeft kleren nodig,' zei Yomohar nors.
De rebellen keken eens naar Haru en toen weer naar Yomohar. Goed, ze kan wat oude kleren krijgen.'
'Ik had het over goede kleren, geen ouwe vodden.'
'Yomohar, deze mannen achter mij missen nooit. Jij bent slechts enkel met twee tieners hier.'
'Ik heb geen mannen nodig die het vuile werk opknappen voor mij. Voor de laatste keer geef de dame degelijke kleding.'
'Nee! Keer om voordat we jullie in de grond stoppen.'
Yassin keek zijn ogen uit toen een straal vuur de grond uitschoot in de vorm van een draak. de Rebellen hielden hun handen beschermend voor hun en de in haast afgeschoten pijlen verdwenen in het vuur. De boogschutters keken angstig om zich heen waar Yomohar was gebleven. Met een schreeuw vloog Yomohar door het vuur heen met getrokken zwaarden. Met de eerste slag werd de eerste boogschutter door midden gekliefd. Yomohar was niet meer te houden en reeg de één na de ander aan zijn zwaard. de vrouwen vluchtte de grote tent in hopende dat hun mannen zouden winnen. Maar tot hun grote schrik verscheen Yomohar in de tent opening kort gevolgd door Haru en Yassin.
'Haru zoek maar wat uit, er is genoeg.'
'Alstublieft doe ons niks heer,' smeekte de vrouwen.
'Uitkleden en opschieten voordat ik jullie allemaal aan mijn zwaar rijg als een everzwijn aan een spies,'brulde Yomohar
Yassin keek alles vol ongeloof aan en zag in de hoek een dolk glinsteren, zou hij het doen of niet. Met een harde trap in de rug viel hij voorover, haastig draaide hij zich om en staarde naar het zwaard van Yomohar.
'Nog één keer zo'n grapje en je zingt de mooiste aria's.' Het zwaard sneed langzaam Yassin zijn broek in.
'Nee, nee alstublieft mijnheer,' smeekte Yassin.
'Laat hem Yomohar, doe het voor mij,'vroeg Haru terwijl ze zachtjes over de billen van Yomohar streek.
Yomohar kalmeerde enigszins en wachtte geduldig tot Haru nieuwe kleren had uitgezocht. Yassin was de tent ontvlucht om proviand te verzamelen voor de lange reis. Tevreden keek de Yomohar naar zijn reisgenoten en stak zijn pijpje op.
'We moeten gaan voordat de elven de boel platbranden hier.'
Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor
Yassin kwam weer de tent binnen en wendde zijn blik af, toen hij zag dat Yomohar alle vrouwen van hun kleren had ontdaan. Hij gooide wat eten en wat doeken in een tas die hij had gevonden en schudde zijn hoofd. 'Was dat nu nodig?' fluisterde hij naar Haru, die haar nieuwe kleding recht trok. 'Wat moeten we met zoveel kleding? Wat hebben deze mensen hem eigenlijk misdaan?'
Haru keek hem bedroefd aan. 'Hij wilde niet luisteren,' zei ze. 'Hij mompelde iets over hun verdiende loon, maar ik heb geen idee waar hij het over had.'
'Hoe goed ken je hem eigenlijk?' vroeg Yassin, terwijl hij de tas over zijn schouder gooide.
Haru haalde haar schouders op. 'Een dag toen ik in het bos was, dook hij op. Ik dacht dat hij me kwam doden.'
'Dat verbaasd me niks,' zei Yassin, terwijl hij naar de grote man keek, die de kleding van de vrouwen gehaast op een grote hoop gooide.
'Heer?' klonk het tussen het gejammer van de vrouwen.
Yomohar keek nors op van zijn werk. 'Wat?' mompelde hij.
Yassin keek toe hoe een oude vrouw met zilvergrijs haar en lichte, haast witte ogen op hem af kwam lopen.
'Blijf waar je bent,' zei Yomohar. 'Of ik verlos je meteen uit je lijden.'
'Geen zorgen, heer. Van mij heb je niks te vrezen.' De oude vrouw kwam al tastend naar voren gelopen. Yassin besefte dat ze blind was. Haar lange haren bedekten grotendeels haar vrouwelijke delen, die waarschijnlijk hun pracht allang hadden verloren.
'Bent u het echt?' vroeg de vrouw. 'Oh, de Goden zijn geprezen u bent het echt. De drakenkoning is eindelijk wedergekeerd!'
Yassin zag een grote grijns op Yomohars gezicht verschijnen. Hij liet de kleding uit zijn handen vallen en liep naar de vrouw toe.
'Dat heeft u goed, uh, gezien, oude vrouw,' zei hij. 'Ik ben de laatste drakenridder.'
De vrouw betaste zijn lichaam en schudde haar hoofd. 'Nee, nee. U bent het niet.'
'Wat krijgen we...' begon Yomohar.
'Nee, nee,' zei ze weer. 'Hij!' Ze wees in de richting van Yassin, die verbaasd om zich heen keek.
'Wie, ik?' hij wees naar zichzelf, maar besefte dat de vrouw hem niet kon zien.
'De koorknaap?' lachte Yomohar. 'Kom, Haru. Laten we gaan. Alle nachten in het woud heeft hen gek gemaakt.'
'Nee!' de vrouw legde een hand op Yomohars borst en keek hem met haar lichte ogen aan. 'Hij is de drakenkoning. De Goden hebben gesproken.'
'Wat is een drakenkoning?' vroeg Yassin aan Haru, die even verward leek als Yassin zich voelde.
'Ik... Ik ken alleen de oude verhalen. De drakenkoning is een mythe, een verhaal om elvenkinderen bang te maken. Hij zou velen jaren geleden zijn verdwenen, gevangengenomen door de elven. Hij was de krachtigste magiër die ooit heeft geleefd. Geboren met het bloed van de draken. Hij had geen verbintenis met een draak nodig om magie te kunnen oefenen, zoals Yomohar wel nodig heeft.'
'Dat verhaal ken ik,' zei Yassin. 'Maar ik heb geen magie. Nooit gehad. Waarom denkt die vrouw dat ik de drakenkoning ben.'
'Ik heb geen idee, Yassin. Maar daar zal Yomohar vast achterkomen.'
Haru keek hem bedroefd aan. 'Hij wilde niet luisteren,' zei ze. 'Hij mompelde iets over hun verdiende loon, maar ik heb geen idee waar hij het over had.'
'Hoe goed ken je hem eigenlijk?' vroeg Yassin, terwijl hij de tas over zijn schouder gooide.
Haru haalde haar schouders op. 'Een dag toen ik in het bos was, dook hij op. Ik dacht dat hij me kwam doden.'
'Dat verbaasd me niks,' zei Yassin, terwijl hij naar de grote man keek, die de kleding van de vrouwen gehaast op een grote hoop gooide.
'Heer?' klonk het tussen het gejammer van de vrouwen.
Yomohar keek nors op van zijn werk. 'Wat?' mompelde hij.
Yassin keek toe hoe een oude vrouw met zilvergrijs haar en lichte, haast witte ogen op hem af kwam lopen.
'Blijf waar je bent,' zei Yomohar. 'Of ik verlos je meteen uit je lijden.'
'Geen zorgen, heer. Van mij heb je niks te vrezen.' De oude vrouw kwam al tastend naar voren gelopen. Yassin besefte dat ze blind was. Haar lange haren bedekten grotendeels haar vrouwelijke delen, die waarschijnlijk hun pracht allang hadden verloren.
'Bent u het echt?' vroeg de vrouw. 'Oh, de Goden zijn geprezen u bent het echt. De drakenkoning is eindelijk wedergekeerd!'
Yassin zag een grote grijns op Yomohars gezicht verschijnen. Hij liet de kleding uit zijn handen vallen en liep naar de vrouw toe.
'Dat heeft u goed, uh, gezien, oude vrouw,' zei hij. 'Ik ben de laatste drakenridder.'
De vrouw betaste zijn lichaam en schudde haar hoofd. 'Nee, nee. U bent het niet.'
'Wat krijgen we...' begon Yomohar.
'Nee, nee,' zei ze weer. 'Hij!' Ze wees in de richting van Yassin, die verbaasd om zich heen keek.
'Wie, ik?' hij wees naar zichzelf, maar besefte dat de vrouw hem niet kon zien.
'De koorknaap?' lachte Yomohar. 'Kom, Haru. Laten we gaan. Alle nachten in het woud heeft hen gek gemaakt.'
'Nee!' de vrouw legde een hand op Yomohars borst en keek hem met haar lichte ogen aan. 'Hij is de drakenkoning. De Goden hebben gesproken.'
'Wat is een drakenkoning?' vroeg Yassin aan Haru, die even verward leek als Yassin zich voelde.
'Ik... Ik ken alleen de oude verhalen. De drakenkoning is een mythe, een verhaal om elvenkinderen bang te maken. Hij zou velen jaren geleden zijn verdwenen, gevangengenomen door de elven. Hij was de krachtigste magiër die ooit heeft geleefd. Geboren met het bloed van de draken. Hij had geen verbintenis met een draak nodig om magie te kunnen oefenen, zoals Yomohar wel nodig heeft.'
'Dat verhaal ken ik,' zei Yassin. 'Maar ik heb geen magie. Nooit gehad. Waarom denkt die vrouw dat ik de drakenkoning ben.'
'Ik heb geen idee, Yassin. Maar daar zal Yomohar vast achterkomen.'
Laatst gewijzigd door savrom op 26 jun 2014 20:07, 1 keer totaal gewijzigd.
Het is denk ik handiger als iedereen het perspectief van zijn eigen personage pakt? Maakt het misschien wat makkelijker! En mochten ze ooit gescheiden worden, dan kan je je eigen personage pakken. Dus Hirador, Yomohar is yours. Ik heb Yassin geintroduceerd en Dani heeft Haru geintroduceerd. Als iedereen het daar natuurlijk mee eens is
.
En grappig is dat he!

En grappig is dat he!

Yomohar keek nog is naar de oude vrouw en verklaarde haar voor gek.
'Ow, zeg we lenen ook een paar paarden hoor, vinden jullie niet erg he? nee dat dacht ik al.'
Yomohar zadelde drie paarden en keek nog eenmaal naar de vrouwen.
'sorry dames volgende keer, stel ik jullie wel voor aan me kameraad hier.' En hij klopte op zijn kruis. Yassin en Haru reden achter Yohomar aan die tot hun ergenis een lied inzette. Na een lange tijd van kwelling hield Yomohar eindelijk op. Haru kwam naast hem rijden en wierp hem haar liefste blik toe.
'Weet jij waar die ouwe vrouw het over had Yomohar?'
Yomohar zuchtte en keek is naar Yassin die ontwijkend weg keek.
'Er is een legende dat er ooit een drakenkoning heeft bestaan. hij was de machtigste man van de bekende wereld. met zijn draken hield hij de vrede in het land, en onder zijn eigen draken. helaas stierf de koning en had geen erfgenaam omdat hij de voorkeur gaf aan de wat jongere jongens. maar op zijn sterfbed sprak hij uit dat hij ooit terug zou komen om voor eens en altijd vrede te brengen op het continent. Maar of hij terug is gekomen is in de vorm van Yassin betwijfel ik. Hij is zo ehm, hulpeloos.'
'Misschien moest jij daar wat verrandering in brengen,' zei Haru terwijl ze haar hand op zijn arm legde. 'Mijn lieve Yomohar, wees wat aardiger voor de jongen. Als het echt zo is dan moet je over hem waken.'
'We zullen naar die ouwe ziener gaan, hier een week rijden vandaan. dat is ook ver genoeg om enkele dagen te rusten zodat ik Yassin kan testen. daarna moet die ziener maar zeggen of hij wat ziet in Yassin zijn ogen.'
'dankje, diep van binnen zit nog iets goeds in je.' Ze kuste hem vluchtig op de mond. ze hield haar paard in om naast Yassin te rijden aan wie ze het verhaal van Yomohar vertelde.
Die avond zaten ze bij het vuur onder de beschutting van een uitstekende rotspartij.
'Yassin laten we is een kleine test doen. Eens zien of dat malle mens gelijk had.'
Yassin keek wantrouwend naar Yomohar die zijn handschoen uit deed en zijn mouw iets omhoog haalde.
'kijk mij niet zo aan jongen, als je de koning bent zal ik je beschermen. zo niet dan bescherm ik je toch omdat Haru je niet kwijt wilt. daar waar wij heen gaan wonen duistere monsters diep in de donkere wouden waar wij door heen gaan. maar nu de test.'
Yomohar stak zijn hand in het vuur en hield hem daar een tijdje. toen trok hij hem terug en showde zijn ongeschonden hand.
'Zie de ik kan niet verteerd worden door vuur. de draak in mij beschermd mij tegen het vuur. ik ben Yomohar de laatste wachter! nu is het jou beurt.'
'Ow, zeg we lenen ook een paar paarden hoor, vinden jullie niet erg he? nee dat dacht ik al.'
Yomohar zadelde drie paarden en keek nog eenmaal naar de vrouwen.
'sorry dames volgende keer, stel ik jullie wel voor aan me kameraad hier.' En hij klopte op zijn kruis. Yassin en Haru reden achter Yohomar aan die tot hun ergenis een lied inzette. Na een lange tijd van kwelling hield Yomohar eindelijk op. Haru kwam naast hem rijden en wierp hem haar liefste blik toe.
'Weet jij waar die ouwe vrouw het over had Yomohar?'
Yomohar zuchtte en keek is naar Yassin die ontwijkend weg keek.
'Er is een legende dat er ooit een drakenkoning heeft bestaan. hij was de machtigste man van de bekende wereld. met zijn draken hield hij de vrede in het land, en onder zijn eigen draken. helaas stierf de koning en had geen erfgenaam omdat hij de voorkeur gaf aan de wat jongere jongens. maar op zijn sterfbed sprak hij uit dat hij ooit terug zou komen om voor eens en altijd vrede te brengen op het continent. Maar of hij terug is gekomen is in de vorm van Yassin betwijfel ik. Hij is zo ehm, hulpeloos.'
'Misschien moest jij daar wat verrandering in brengen,' zei Haru terwijl ze haar hand op zijn arm legde. 'Mijn lieve Yomohar, wees wat aardiger voor de jongen. Als het echt zo is dan moet je over hem waken.'
'We zullen naar die ouwe ziener gaan, hier een week rijden vandaan. dat is ook ver genoeg om enkele dagen te rusten zodat ik Yassin kan testen. daarna moet die ziener maar zeggen of hij wat ziet in Yassin zijn ogen.'
'dankje, diep van binnen zit nog iets goeds in je.' Ze kuste hem vluchtig op de mond. ze hield haar paard in om naast Yassin te rijden aan wie ze het verhaal van Yomohar vertelde.
Die avond zaten ze bij het vuur onder de beschutting van een uitstekende rotspartij.
'Yassin laten we is een kleine test doen. Eens zien of dat malle mens gelijk had.'
Yassin keek wantrouwend naar Yomohar die zijn handschoen uit deed en zijn mouw iets omhoog haalde.
'kijk mij niet zo aan jongen, als je de koning bent zal ik je beschermen. zo niet dan bescherm ik je toch omdat Haru je niet kwijt wilt. daar waar wij heen gaan wonen duistere monsters diep in de donkere wouden waar wij door heen gaan. maar nu de test.'
Yomohar stak zijn hand in het vuur en hield hem daar een tijdje. toen trok hij hem terug en showde zijn ongeschonden hand.
'Zie de ik kan niet verteerd worden door vuur. de draak in mij beschermd mij tegen het vuur. ik ben Yomohar de laatste wachter! nu is het jou beurt.'
Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor
Yassin keek Yomohar vol ongeloof aan. Wilde hij nu echt dat hij zijn hand in het vuur ging steken? Hij is gek, dacht Yassin. Even gek als die blinde vrouw. Yassin was de drakenkoning niet, dat had hij dan toch wel geweten.
'En wat als mijn hand verbrandt?' zei Yassin.
Yomohar lachte. 'Dan ben jij een stuk wijzer en ik een stuk vrolijker.'
Yassin keek hem nors aan. Wat voor test was dit? Misschien wilde Yomohar wel gewoon dat Yassin pijn leed. Hij had nu al een aantal keer een dolk dicht bij zijn kruis gestoken. Kon hij Yomohar wel vertrouwen?
Yomohar zuchtte. 'Luister knul, ik geloof ook niet dat je de drakenkoning bent. Maar ik ben aan het mijn draak verplicht om het in ieder geval uit te zoeken. Als je hand verbrandt, zal ik hem genezen. Steek nu je hand in het vuur, voor ik je er helemaal in gooi.'
Yassin slikte moeizaam en stroopte zijn mouw op. Hij zag Haru vanuit zij ooghoeken naar hen kijken. Hij wilde zich bewijzen voor haar, maar hij kon de kus tussen haar en Yomohar niet van zich afschudden. Hij had er de hele tijd aan gedacht. Toch bleef hij nog steeds hoop houden dat Haru hetzelfde voor hem voelde als hij voor haar.
'Schiet op,' zei Yomohar ongeduldig. 'Ik heb niet de hele nacht de tijd.'
Yassin haalde diep adem en sloot zijn ogen. Hij beet op zijn wang, tot een ijzer smaak zich door zijn mond verspreidde. Zonder er verder bij na te denken, stak hij zijn hand in het vuur. Hij verwachtte dat hij het uit zou gillen van de pijn, maar de vlammen voelden verrassend koel.
'Wel heb je ooit,' zei Yomohar. 'De drakenkoning is gereïncarneerd in een koorknaapje.'
Yassin haalde zijn hand uit het vuur en voelde hoe het vuur na danste in zijn hand. Hij keek verward naar Yomohar, die nors voor zich uit keek. Hij mompelde iets onverstaanbaars en schudde zijn hoofd.
'Wat nu?' vroeg Yassin.
'Nu niks',' zei Yomohar. Hij liet zich op de grond zakken en sloot zijn ogen. 'Het is eerst tijd om te slapen. Morgen wordt een lange dag.'
'En wat als mijn hand verbrandt?' zei Yassin.
Yomohar lachte. 'Dan ben jij een stuk wijzer en ik een stuk vrolijker.'
Yassin keek hem nors aan. Wat voor test was dit? Misschien wilde Yomohar wel gewoon dat Yassin pijn leed. Hij had nu al een aantal keer een dolk dicht bij zijn kruis gestoken. Kon hij Yomohar wel vertrouwen?
Yomohar zuchtte. 'Luister knul, ik geloof ook niet dat je de drakenkoning bent. Maar ik ben aan het mijn draak verplicht om het in ieder geval uit te zoeken. Als je hand verbrandt, zal ik hem genezen. Steek nu je hand in het vuur, voor ik je er helemaal in gooi.'
Yassin slikte moeizaam en stroopte zijn mouw op. Hij zag Haru vanuit zij ooghoeken naar hen kijken. Hij wilde zich bewijzen voor haar, maar hij kon de kus tussen haar en Yomohar niet van zich afschudden. Hij had er de hele tijd aan gedacht. Toch bleef hij nog steeds hoop houden dat Haru hetzelfde voor hem voelde als hij voor haar.
'Schiet op,' zei Yomohar ongeduldig. 'Ik heb niet de hele nacht de tijd.'
Yassin haalde diep adem en sloot zijn ogen. Hij beet op zijn wang, tot een ijzer smaak zich door zijn mond verspreidde. Zonder er verder bij na te denken, stak hij zijn hand in het vuur. Hij verwachtte dat hij het uit zou gillen van de pijn, maar de vlammen voelden verrassend koel.
'Wel heb je ooit,' zei Yomohar. 'De drakenkoning is gereïncarneerd in een koorknaapje.'
Yassin haalde zijn hand uit het vuur en voelde hoe het vuur na danste in zijn hand. Hij keek verward naar Yomohar, die nors voor zich uit keek. Hij mompelde iets onverstaanbaars en schudde zijn hoofd.
'Wat nu?' vroeg Yassin.
'Nu niks',' zei Yomohar. Hij liet zich op de grond zakken en sloot zijn ogen. 'Het is eerst tijd om te slapen. Morgen wordt een lange dag.'
Yomohar opende zijn ogen en zag de twee andere nog slapen. het kampvuur van gisteravond smeulde nog zachtjes na. sierlijke rookpluimen zochten hun weg naar de blauwe hemel. Yomohar nam gebruik van de stilte om te mediteren. Haru werd als tweede wakker en zag Yomohar in de kleermakerszit zitten. een rode gloed hing rond hem terwijl ze hem in een onbekende taal hoorden spreken. Yarrin ontwaakte nu ook en wreef over zijn zere rug. dit was toch wel anders als zijn bed thuis. Met het water in zijn mond dacht hij aan het ontbijt thuis. de lekkerste broodjes, heerlijke melk. Yomohar kwam uit zijn trans en keek de anderen met vuur rode ogen aan.
'Laten we wat eten, dat zullen we nodig hebben. we hebben een lange reis voor de boog.'
het karige ontbijt werd naar binnen gewerkt waarna ze de paarden zadelden. Yomohar hielp Haru met opstijgen waarna hij zelf op zijn paard klom. De dag vorderde gestaag terwijl het gezeldschap steeds dieper en dieper het bos in ging. Haru haar schouders zaten vol met vogels en op de nek van haar paard hadden de eekhoorntjes een nieuw clubhuis ingericht. Yassin kon het niet bevatten en keek gefascineerd naar het tafereel terwijl hij dichter bij Yomohar kwam rijden.
'is het doel van onze reis nu anders nu we achter mijn ware identiteit zijn?' vroeg Yassin enigzins aarzelend.
'Nee, sterker nog, jij kan wel koning zijn maar je moet wel draken hebben en er is slechts nog één draak. Haru zal met hem moeten paren om een nieuwe generatie draken op de wereld te zetten. dat is haar doel in dit hele verhaal en dan mag jij de baas zijn. Mits de oude ziener en de draak daar het zelfde over denken. tot die tijd ben ik de baas hier begrepen? Ik wil niet door jou stommiteiten gevonden worden door Boselfen.'
'Boselfen?'
'Ja het meest verraderlijke tuig van de elven. Je moet ze niet onderschatten, maar ze sterven net zo makkelijk als elke elf. Zij hebben vast wel een zwaard voor je,' grinnikte Yomohar.
'Moet je nou iedereen vermoorden?'
'Nee, maar dit tuig wel.' Yomohar gebaarde iedereen te stoppen. hij snuifde eens en luisterde naar de wind.
'Boselfen niet ver hier vandaan. Yomohar steeg af en sloop een tijdje door de bosjes heen. Tussen de bladeren door zag hij een groepje Boselfen bij een kleine beek zitten. het water zocht zijn weg door de vele keien die verspreid in de beek lagen. Yarrin en Haru zochten tevergeefs naar Yomohar maar ze waren hem al kwijt.
Yomohar kwam de helling rustig afgelopen en trok de aandacht van de boselven. nog voor de eerste zijn wapen kon pakken klonk het eerste schot. Yomohar veegde zijn hand vijf keer vlot over trekker. Een laatste schot klonk en met een hoop kabaal viel een elf de boom uit. Haru was als eerste beneden en keek naar de dode boselven.
'Moesten ze nou allemaal dood?'
'Ja, we kunnen geen risico nemen. jou bos vriendjes zullen ze wel permanent opruimen tot op de botten toe.' Yomohar bukte en griste een zwaard van de grond.
'Hier Yarrin, vangen!'
Yomohar doorzocht de elven vluchtig op bruikbare spullen terwijl Yarrin en Haru het weinige proviand dat de elven hadden verzamelden.
'Kom we gaan, we hebben alles. Met twee dagen bereiken we de rand van de prairie. daar bezoeken we een oude vriend van mij die aan de rand van het bos woont
hij zal ons de nodige spullen geven die we nodig hebben voor onze lange reis. vandaar reizen we naar de medicijnman zoals de indianen hem noemen.'
de andere knikten en reden achter Yohomar aan.
'Laten we wat eten, dat zullen we nodig hebben. we hebben een lange reis voor de boog.'
het karige ontbijt werd naar binnen gewerkt waarna ze de paarden zadelden. Yomohar hielp Haru met opstijgen waarna hij zelf op zijn paard klom. De dag vorderde gestaag terwijl het gezeldschap steeds dieper en dieper het bos in ging. Haru haar schouders zaten vol met vogels en op de nek van haar paard hadden de eekhoorntjes een nieuw clubhuis ingericht. Yassin kon het niet bevatten en keek gefascineerd naar het tafereel terwijl hij dichter bij Yomohar kwam rijden.
'is het doel van onze reis nu anders nu we achter mijn ware identiteit zijn?' vroeg Yassin enigzins aarzelend.
'Nee, sterker nog, jij kan wel koning zijn maar je moet wel draken hebben en er is slechts nog één draak. Haru zal met hem moeten paren om een nieuwe generatie draken op de wereld te zetten. dat is haar doel in dit hele verhaal en dan mag jij de baas zijn. Mits de oude ziener en de draak daar het zelfde over denken. tot die tijd ben ik de baas hier begrepen? Ik wil niet door jou stommiteiten gevonden worden door Boselfen.'
'Boselfen?'
'Ja het meest verraderlijke tuig van de elven. Je moet ze niet onderschatten, maar ze sterven net zo makkelijk als elke elf. Zij hebben vast wel een zwaard voor je,' grinnikte Yomohar.
'Moet je nou iedereen vermoorden?'
'Nee, maar dit tuig wel.' Yomohar gebaarde iedereen te stoppen. hij snuifde eens en luisterde naar de wind.
'Boselfen niet ver hier vandaan. Yomohar steeg af en sloop een tijdje door de bosjes heen. Tussen de bladeren door zag hij een groepje Boselfen bij een kleine beek zitten. het water zocht zijn weg door de vele keien die verspreid in de beek lagen. Yarrin en Haru zochten tevergeefs naar Yomohar maar ze waren hem al kwijt.
Yomohar kwam de helling rustig afgelopen en trok de aandacht van de boselven. nog voor de eerste zijn wapen kon pakken klonk het eerste schot. Yomohar veegde zijn hand vijf keer vlot over trekker. Een laatste schot klonk en met een hoop kabaal viel een elf de boom uit. Haru was als eerste beneden en keek naar de dode boselven.
'Moesten ze nou allemaal dood?'
'Ja, we kunnen geen risico nemen. jou bos vriendjes zullen ze wel permanent opruimen tot op de botten toe.' Yomohar bukte en griste een zwaard van de grond.
'Hier Yarrin, vangen!'
Yomohar doorzocht de elven vluchtig op bruikbare spullen terwijl Yarrin en Haru het weinige proviand dat de elven hadden verzamelden.
'Kom we gaan, we hebben alles. Met twee dagen bereiken we de rand van de prairie. daar bezoeken we een oude vriend van mij die aan de rand van het bos woont
hij zal ons de nodige spullen geven die we nodig hebben voor onze lange reis. vandaar reizen we naar de medicijnman zoals de indianen hem noemen.'
de andere knikten en reden achter Yohomar aan.
Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor
OMG veels te lang stukje
maar ik dacht wat ze wel eens wat vrienden konden maken!
Terwijl ze verder door het bos reden, liet Yassin het zwaard door zijn hand glijden. Het was perfect gesmeed. Het herinnerde hem aan alle zwaarden die zijn vader in de eetzaal had hangen. Giften van de elven. Hij dacht aan zijn moeder, die nu waarschijnlijk huilend in haar bed lag. Haar enige zoon was verdwenen. Hij had geen idee wat zijn vader zou doen. Of hij hem zou zien als een landverrader of slechts een slachtoffer. Hij wist niet eens of de elven die hen in de school achterna hadden gezeten, hadden gezien wie hij was. De kleurijke kleren die hij altijd droeg, waren nu dof en vies geworden. Hij vond het eigenlijk wel prettig. Dan viel hij minder op.
Hij dacht terug aan de nacht ervoor. Toen het vuur zijn hand niet had verschroeid. Als hij de drakenkoning niet was, wat was hij dan wel? Hij kon zich niet herrineren dat hij die krachten ooit had gehad. Hij keek naar zijn hand. Niks speciaals te zien. Nadat hij zijn hand uit het vuur had gehaald, had hij het vuur door zijn aderen voelen branden, alsof zijn lichaam het vuur opnam. Hij begon te twijfelen aan alles dat hij wist en kende. Wie was hij eigenlijk?
Hij werd uit zijn gedachten getrokken door een tak die hard tegen zijn hoofd kwam.
'Les nummer twee,' lachte Yomohar. 'De drakenkoning weet altijd wat er gaat gebeuren.'
'Leuk,' zei Yassin, terwijl hij over de schram op zijn wang wreef. 'Erg grappig.'
Haru lachte ook, waardoor Yassin zich ondanks zijn lengte klein voelde. Fijn, dacht hij. Nu is het twee tegen één. Hij stopte het zwaard dat hij nog steeds vast hield aan een gesp aan zijn riem.
'Pas je op?' vroeg Yomohar. 'Straks bezeer je jezelf nog!'
Uit het niks kwam een pijl, die zich in Yomohar's schouder boorde. Hij viel van zijn paard, dat hinnikend richting Haru rende. Ze pakte de teugels van het paard snel beet en maande het tot kalmte. Yassin hoorde Yomohar vloeken. Voor ze het wisten waren ze omsingeld door boselven. Hun gezichten waren beschilderd met strepen in sierlijke vormen. Bogen en zwaarden hingen in hun handen.
'Nu is een goed moment om dat zwaard van je weer te pakken, jongen,' zei Yomohar, terwijl hij weer opstond en de pijl met een betrokken gezicht uit zijn schouder trok.
De elven mompelden iets onverstaanbaars naar elkaar en renden toen op hen af. Yassin pakte het zwaard weer beet, maar het voelde zwaar in zijn handen. Hij had nog nooit een zwaard gebruikt. Laat staan dat hij er iemand mee had gedood.
'Wat moet ik doen!' schreeuwde Yassin.
'De scherpe punt naar voren. Zo moeilijk is het niet!' schreeuwde Yomohar, terwijl hij zijn zwaarden door een elf trok. 'Heeft je vader je niks geleerd?'
'Mijn vader was een edelman. Ik hoefde nooit te vechten.'
Hij sloeg een slag van een elf af en duwde hem met al zijn kracht achteruit. De elf viel op de grond, maar werd al snel vervangen door twee andere elven. Yassin wist niet wat hij moest doen. Hij was hier niet op voorbereid. Hij had hier toch niet voor gekozen?
Hij voelde hoe het vuur dat zich in zijn aderen had genesteld, zich een weg naar buiten probeerde te wurmen. Een wolk van vuur kwam uit zijn vingers en verschroeide de elven die voor hem stonden. Geschokt keek Yassin toe hoe de elven onherkenbaar op de grond zakten. De elven die zich in een muur om hen heen hadden gevormd, keken hem verbaasd aan.
'Drakenridder, waar is je draak?' vroegen de elven.
Yassin schudde zijn hoofd. 'Ik, ik heb geen draak.'
De elven keken elkaar aan en mompelden iets onverstaanbaars naar elkaar. Ze knielden allemaal op de grond en bogen hun hoofd. Yomohar trok zijn zwaarden uit een elf en wilde net aan de volgende beginnen, toen hij vanuit zijn ooghoeken zag wat er gebeurde. Yassin keek hem wanhopig aan, terwijl zijn handen trilden. Yomohar kwam naar hen toegelopen en keek Yassin niet begrijpend aan.
'Wat is er aan de hand? Geven ze zich over? Wat heb je gedaan?'
'Ik heb niks gedaan,' zei Yassin. 'Vuur kwam uit mijn handen en ze vroegen waar mijn draak was, maar die heb ik niet. Toen knielden ze. Heb ik iets verkeerds gedaan?'
Één van de elven stond op. Yomohar richtte zijn zwaard op hem. 'Nog een stap dichterbij en je bent er geweest.'
De elf legde zijn vinger op de punt van het zwaard en tikte het weg.
'We zijn met velen, drakenridder. Voor u ons allen hebt kunnen doden, hebben wij u gedood.'
'Dat wil ik nog wel eens zien,' zei Yomohar.
'De jongen,' zei de elf. 'U weet wie hij is?'
Yomohar zuchtte. Yassin keek naar de twee mannen, terwijl hij zich steeds ongemakkelijker voelde onder de blikken van alle elven.
'Het is ons verteld, ja,' zei Yomohar. 'Maar het is nog niet zeker.'
De elf lachte. 'Zonder draken geen drakenkoning, maar hij heeft het vuur.'
Yassin keek de elf wantrouwend aan. Had Yomohar niet gezegd dat deze elven niet te vertrouwen waren?
'Wij zullen hem dienen,' zei de elf. 'Als hij het echt is, kunnen we de wereld eindelijk verlossen van de onterfde elf die zichzelf tot koning heeft uitgeroepen en ons tot het bos heeft verbannen.'

Terwijl ze verder door het bos reden, liet Yassin het zwaard door zijn hand glijden. Het was perfect gesmeed. Het herinnerde hem aan alle zwaarden die zijn vader in de eetzaal had hangen. Giften van de elven. Hij dacht aan zijn moeder, die nu waarschijnlijk huilend in haar bed lag. Haar enige zoon was verdwenen. Hij had geen idee wat zijn vader zou doen. Of hij hem zou zien als een landverrader of slechts een slachtoffer. Hij wist niet eens of de elven die hen in de school achterna hadden gezeten, hadden gezien wie hij was. De kleurijke kleren die hij altijd droeg, waren nu dof en vies geworden. Hij vond het eigenlijk wel prettig. Dan viel hij minder op.
Hij dacht terug aan de nacht ervoor. Toen het vuur zijn hand niet had verschroeid. Als hij de drakenkoning niet was, wat was hij dan wel? Hij kon zich niet herrineren dat hij die krachten ooit had gehad. Hij keek naar zijn hand. Niks speciaals te zien. Nadat hij zijn hand uit het vuur had gehaald, had hij het vuur door zijn aderen voelen branden, alsof zijn lichaam het vuur opnam. Hij begon te twijfelen aan alles dat hij wist en kende. Wie was hij eigenlijk?
Hij werd uit zijn gedachten getrokken door een tak die hard tegen zijn hoofd kwam.
'Les nummer twee,' lachte Yomohar. 'De drakenkoning weet altijd wat er gaat gebeuren.'
'Leuk,' zei Yassin, terwijl hij over de schram op zijn wang wreef. 'Erg grappig.'
Haru lachte ook, waardoor Yassin zich ondanks zijn lengte klein voelde. Fijn, dacht hij. Nu is het twee tegen één. Hij stopte het zwaard dat hij nog steeds vast hield aan een gesp aan zijn riem.
'Pas je op?' vroeg Yomohar. 'Straks bezeer je jezelf nog!'
Uit het niks kwam een pijl, die zich in Yomohar's schouder boorde. Hij viel van zijn paard, dat hinnikend richting Haru rende. Ze pakte de teugels van het paard snel beet en maande het tot kalmte. Yassin hoorde Yomohar vloeken. Voor ze het wisten waren ze omsingeld door boselven. Hun gezichten waren beschilderd met strepen in sierlijke vormen. Bogen en zwaarden hingen in hun handen.
'Nu is een goed moment om dat zwaard van je weer te pakken, jongen,' zei Yomohar, terwijl hij weer opstond en de pijl met een betrokken gezicht uit zijn schouder trok.
De elven mompelden iets onverstaanbaars naar elkaar en renden toen op hen af. Yassin pakte het zwaard weer beet, maar het voelde zwaar in zijn handen. Hij had nog nooit een zwaard gebruikt. Laat staan dat hij er iemand mee had gedood.
'Wat moet ik doen!' schreeuwde Yassin.
'De scherpe punt naar voren. Zo moeilijk is het niet!' schreeuwde Yomohar, terwijl hij zijn zwaarden door een elf trok. 'Heeft je vader je niks geleerd?'
'Mijn vader was een edelman. Ik hoefde nooit te vechten.'
Hij sloeg een slag van een elf af en duwde hem met al zijn kracht achteruit. De elf viel op de grond, maar werd al snel vervangen door twee andere elven. Yassin wist niet wat hij moest doen. Hij was hier niet op voorbereid. Hij had hier toch niet voor gekozen?
Hij voelde hoe het vuur dat zich in zijn aderen had genesteld, zich een weg naar buiten probeerde te wurmen. Een wolk van vuur kwam uit zijn vingers en verschroeide de elven die voor hem stonden. Geschokt keek Yassin toe hoe de elven onherkenbaar op de grond zakten. De elven die zich in een muur om hen heen hadden gevormd, keken hem verbaasd aan.
'Drakenridder, waar is je draak?' vroegen de elven.
Yassin schudde zijn hoofd. 'Ik, ik heb geen draak.'
De elven keken elkaar aan en mompelden iets onverstaanbaars naar elkaar. Ze knielden allemaal op de grond en bogen hun hoofd. Yomohar trok zijn zwaarden uit een elf en wilde net aan de volgende beginnen, toen hij vanuit zijn ooghoeken zag wat er gebeurde. Yassin keek hem wanhopig aan, terwijl zijn handen trilden. Yomohar kwam naar hen toegelopen en keek Yassin niet begrijpend aan.
'Wat is er aan de hand? Geven ze zich over? Wat heb je gedaan?'
'Ik heb niks gedaan,' zei Yassin. 'Vuur kwam uit mijn handen en ze vroegen waar mijn draak was, maar die heb ik niet. Toen knielden ze. Heb ik iets verkeerds gedaan?'
Één van de elven stond op. Yomohar richtte zijn zwaard op hem. 'Nog een stap dichterbij en je bent er geweest.'
De elf legde zijn vinger op de punt van het zwaard en tikte het weg.
'We zijn met velen, drakenridder. Voor u ons allen hebt kunnen doden, hebben wij u gedood.'
'Dat wil ik nog wel eens zien,' zei Yomohar.
'De jongen,' zei de elf. 'U weet wie hij is?'
Yomohar zuchtte. Yassin keek naar de twee mannen, terwijl hij zich steeds ongemakkelijker voelde onder de blikken van alle elven.
'Het is ons verteld, ja,' zei Yomohar. 'Maar het is nog niet zeker.'
De elf lachte. 'Zonder draken geen drakenkoning, maar hij heeft het vuur.'
Yassin keek de elf wantrouwend aan. Had Yomohar niet gezegd dat deze elven niet te vertrouwen waren?
'Wij zullen hem dienen,' zei de elf. 'Als hij het echt is, kunnen we de wereld eindelijk verlossen van de onterfde elf die zichzelf tot koning heeft uitgeroepen en ons tot het bos heeft verbannen.'
It is not in the stars to hold our destiny but in ourselves.
Shakespeare
Shakespeare
-
- Puntenslijper
- Berichten: 26
- Lid geworden op: 19 jun 2014 16:18
- Locatie: Brabant
Is dat nog mogelijk? XDDD
“Everything you can imagine is real.”
-
- Puntenslijper
- Berichten: 26
- Lid geworden op: 19 jun 2014 16:18
- Locatie: Brabant
doe jij maar eerst dan ^^
“Everything you can imagine is real.”
'Wie weet, maar voor nu luisteren jullie naar mij begrepen?!'
'En wie mag u dan wel wezen?'
'Ik ben Yomohar wachter van het vuur, de laatste drakenridder,' zei Yomohar terwijl hij zijn borst vooruit drukte.
De elven deinste enigzins naar achter en keken elkaar aan.
'U bent de Yomohar de elvenbeul?'
'Ja, maar ik heb nog veel mooiere bijnamen, dus wat dat betreft dat ik jullie allemaal aankan, dat klopt wel dus wel. zelfs met één hand op de rug maak ik van jullie nog gehakt.'
De elf knikte, 'Dat zal ik niet ontkennen nee. Ik ben Pilar de leider van deze groep.'
'Penis?'
'nee Pilar, Yomohar.'
'Penis dus.'
'Nee Pilar!' schreeuwde de elf bijna
'Ah Pilar,' Grijnsde Yomohar
Yomohar veegde zijn zwaard af aan een van de dode elven en hield zijn hand op zijn wond. het lichte even op waarna de wond uit zichzelf weer sloot.
En zo reisde het gezelschap nu aangevuld met een tiental elven verder. Yassin had besloten nu extra dicht in de buurt van Yomohar te blijven ondanks de eerder voorgevallen situaties. Haru reed naast Yomohar en was zichtbaar tevreden met hun huidige situatie. Ze Babbelde wat af met haar dieren vrienden die af en aan vlogen. De elven reden al pratend met elkaar achter hun aan. Het was Yomohar die na een paar uur zich omdraaide.
'Kunnen jullie die muilen van jullie niet effe een tijdje dicht houden want er komt slechts enkel stront uit.'
Pilar haalde zijn neus op en wou alweer verder praten.
'De koning gebied het jullie!'
Yassin knikte en was blij dat iemand eindelijk er iets van zei. Thuis had hij zich ook altijd geërgerd aan het vreemde taaltje dat de elven ook bij hun thuis spraken.
De volgende ochtend kwamen ze bij de westzijde van het bos. Pilar kwam naast hem staan en keek over de uitgestrekte vlakte heen. 'Waar brengt u hem naar toe?' vroeg Pilar.
'Dat is niet jou pakkie aan puntoor, let jij maar op mogelijk gevaar. Maar nu ik je toch spreek we rijden nu naar El Poro. Het lijkt mij beter als jullie buiten het dorp blijven wachten. De vrije mensen daar hebben het niet zo op jullie soort. Waarschijnlijk zouden jullie al dood zijn voordat jullie het dorp zouden bereiken.'
Pilar knikte slechts enkel en reed terug naar zijn mannen. Het was Haru al opgevallen dat Yomohar en Piral elkaar niet lagen. De stoet zette zich weer in beweging en reed over de slingerende weg die langs de rand van het bos lag. Haru sloeg Yomohar gade die steeds elfbloem plukte. na een tijdje had hij een boeket bij elkaar. Met wat gepruts maakte hij een touwtje zodat alles bij elkaar zat. Yomohar liet de groep halt houden toen ze bij een oprit stonden van een uitgebrande boerderij.
'Rij alvast maar vooruit, ik volg zo.' Yomohar wachtte niet op antwoord en reed in galop de oprit op. Haru keek Yassin aan en reed toen achter Yohomar aan. Ze vertrouwde meer op Yomohar als op de elven. Yassin stond in dubio maar reed toen achter Yomohar aan. de elven reden echter verder zoals hun gezegd was. Yomohar liet zich van zijn paard glijden net buiten de boerderij. vier stenen staken uit de grond met elk een naam. Hij liet zich op zijn knieën vallen en plaatste het boeket voor de grootste steen. Een tijdje zat hij daar tot Haru haar hand op zijn schouder legde.
'We moeten gaan, de elven zijn al uit het zicht.'
Yomohar stond op en keek haar aan, 'Ik weet het, ik moest gewoon nog eenmaal het graf van mijn vrouw en twee dochters bezoeken.'
'Van wie is dat vierde graf dan?'
'dat is van mijn hond, het trouwe beest.'
Yomohar liep naar zijn paard en sprong er bijna op. Yassin stond aan het begin van de oprit te wachten.
'Vertrouw je je nieuwe vrienden niet hoogheid?'
'Nee niet echt, ik heb toch meer vertrouwen in jullie.'
'Hoogheid,' zei Haru verbaasd.
'Ja, zijne exellentie moet er toch alvast aan wennen dat mensen hem straks zo aanspreken? kom dan halen we die puntoren weer in.'
Yomohar reed samen met Yassin het dorp El Porto in. Haru had er voor gekozen een tijdje zich in een dierlijke vorm terug te trekken. Yomohar ging Yassin voor de wapenhandelaar in. Een oude man met een kleine bril op zijn neus keek het gezelschap eens aan.
'Yomohar ben jij het echt?'
'Ja Bardrin ouwe dief,' lachte Yomohar.
'luister ik heb weinig tijd, ik heb het een en ander nodig.' Hij gooide een buidel met geld op de toonbank.
'Help jezelf.' Bardrin maakte een zwaaiend gebaar. Yomohar pakte twee winchesters uit het rek en legde ze op de toonbank. toen zocht hij het juiste kaliber revolver voor Yassin die daarna de holster erbij zocht. Met twee kogel riemen gekruist over de nek had Yomohar alles wat hij nodig had. bij het weg lopen griste hij de grote sombrero boven de deur mee en zette die op Yarrin zijn hoofd.
'Nu nog andere kleren voor jou, Haru en wat voor die elven zodat ze niet opvallen.'
Yarrin wees naar de kledingzaak en liep al die richting uit. zijn blik bleef even gefocust op het bordeel maar Yomohar zei dat daar geen tijd voor was. Bepakt reden ze de stad uit met de nodige aankopen achter op hun paard. Yassin hield zijn nieuwe revolver is in zijn hand en hield zijn paard in. Geconcentreerd richtte hij het wapen op een hagedis die op een rotsblok zat. Met een enkel schot schoot hij de hagedis van zijn plek af.
'Ha, beginners geluk heet dat.' Hoorde hij achter zich.
tevreden stak hij zijn revolver weg en deed zijn sombrero iets opzij.
'En wie mag u dan wel wezen?'
'Ik ben Yomohar wachter van het vuur, de laatste drakenridder,' zei Yomohar terwijl hij zijn borst vooruit drukte.
De elven deinste enigzins naar achter en keken elkaar aan.
'U bent de Yomohar de elvenbeul?'
'Ja, maar ik heb nog veel mooiere bijnamen, dus wat dat betreft dat ik jullie allemaal aankan, dat klopt wel dus wel. zelfs met één hand op de rug maak ik van jullie nog gehakt.'
De elf knikte, 'Dat zal ik niet ontkennen nee. Ik ben Pilar de leider van deze groep.'
'Penis?'
'nee Pilar, Yomohar.'
'Penis dus.'
'Nee Pilar!' schreeuwde de elf bijna
'Ah Pilar,' Grijnsde Yomohar
Yomohar veegde zijn zwaard af aan een van de dode elven en hield zijn hand op zijn wond. het lichte even op waarna de wond uit zichzelf weer sloot.
En zo reisde het gezelschap nu aangevuld met een tiental elven verder. Yassin had besloten nu extra dicht in de buurt van Yomohar te blijven ondanks de eerder voorgevallen situaties. Haru reed naast Yomohar en was zichtbaar tevreden met hun huidige situatie. Ze Babbelde wat af met haar dieren vrienden die af en aan vlogen. De elven reden al pratend met elkaar achter hun aan. Het was Yomohar die na een paar uur zich omdraaide.
'Kunnen jullie die muilen van jullie niet effe een tijdje dicht houden want er komt slechts enkel stront uit.'
Pilar haalde zijn neus op en wou alweer verder praten.
'De koning gebied het jullie!'
Yassin knikte en was blij dat iemand eindelijk er iets van zei. Thuis had hij zich ook altijd geërgerd aan het vreemde taaltje dat de elven ook bij hun thuis spraken.
De volgende ochtend kwamen ze bij de westzijde van het bos. Pilar kwam naast hem staan en keek over de uitgestrekte vlakte heen. 'Waar brengt u hem naar toe?' vroeg Pilar.
'Dat is niet jou pakkie aan puntoor, let jij maar op mogelijk gevaar. Maar nu ik je toch spreek we rijden nu naar El Poro. Het lijkt mij beter als jullie buiten het dorp blijven wachten. De vrije mensen daar hebben het niet zo op jullie soort. Waarschijnlijk zouden jullie al dood zijn voordat jullie het dorp zouden bereiken.'
Pilar knikte slechts enkel en reed terug naar zijn mannen. Het was Haru al opgevallen dat Yomohar en Piral elkaar niet lagen. De stoet zette zich weer in beweging en reed over de slingerende weg die langs de rand van het bos lag. Haru sloeg Yomohar gade die steeds elfbloem plukte. na een tijdje had hij een boeket bij elkaar. Met wat gepruts maakte hij een touwtje zodat alles bij elkaar zat. Yomohar liet de groep halt houden toen ze bij een oprit stonden van een uitgebrande boerderij.
'Rij alvast maar vooruit, ik volg zo.' Yomohar wachtte niet op antwoord en reed in galop de oprit op. Haru keek Yassin aan en reed toen achter Yohomar aan. Ze vertrouwde meer op Yomohar als op de elven. Yassin stond in dubio maar reed toen achter Yomohar aan. de elven reden echter verder zoals hun gezegd was. Yomohar liet zich van zijn paard glijden net buiten de boerderij. vier stenen staken uit de grond met elk een naam. Hij liet zich op zijn knieën vallen en plaatste het boeket voor de grootste steen. Een tijdje zat hij daar tot Haru haar hand op zijn schouder legde.
'We moeten gaan, de elven zijn al uit het zicht.'
Yomohar stond op en keek haar aan, 'Ik weet het, ik moest gewoon nog eenmaal het graf van mijn vrouw en twee dochters bezoeken.'
'Van wie is dat vierde graf dan?'
'dat is van mijn hond, het trouwe beest.'
Yomohar liep naar zijn paard en sprong er bijna op. Yassin stond aan het begin van de oprit te wachten.
'Vertrouw je je nieuwe vrienden niet hoogheid?'
'Nee niet echt, ik heb toch meer vertrouwen in jullie.'
'Hoogheid,' zei Haru verbaasd.
'Ja, zijne exellentie moet er toch alvast aan wennen dat mensen hem straks zo aanspreken? kom dan halen we die puntoren weer in.'
Yomohar reed samen met Yassin het dorp El Porto in. Haru had er voor gekozen een tijdje zich in een dierlijke vorm terug te trekken. Yomohar ging Yassin voor de wapenhandelaar in. Een oude man met een kleine bril op zijn neus keek het gezelschap eens aan.
'Yomohar ben jij het echt?'
'Ja Bardrin ouwe dief,' lachte Yomohar.
'luister ik heb weinig tijd, ik heb het een en ander nodig.' Hij gooide een buidel met geld op de toonbank.
'Help jezelf.' Bardrin maakte een zwaaiend gebaar. Yomohar pakte twee winchesters uit het rek en legde ze op de toonbank. toen zocht hij het juiste kaliber revolver voor Yassin die daarna de holster erbij zocht. Met twee kogel riemen gekruist over de nek had Yomohar alles wat hij nodig had. bij het weg lopen griste hij de grote sombrero boven de deur mee en zette die op Yarrin zijn hoofd.
'Nu nog andere kleren voor jou, Haru en wat voor die elven zodat ze niet opvallen.'
Yarrin wees naar de kledingzaak en liep al die richting uit. zijn blik bleef even gefocust op het bordeel maar Yomohar zei dat daar geen tijd voor was. Bepakt reden ze de stad uit met de nodige aankopen achter op hun paard. Yassin hield zijn nieuwe revolver is in zijn hand en hield zijn paard in. Geconcentreerd richtte hij het wapen op een hagedis die op een rotsblok zat. Met een enkel schot schoot hij de hagedis van zijn plek af.
'Ha, beginners geluk heet dat.' Hoorde hij achter zich.
tevreden stak hij zijn revolver weg en deed zijn sombrero iets opzij.
Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor Hodor
-
- Puntenslijper
- Berichten: 26
- Lid geworden op: 19 jun 2014 16:18
- Locatie: Brabant
Ik heb al een nieuw stukje voor dit, even dat jullie het weten voordat iemand mij voor is. ^-^
“Everything you can imagine is real.”
Oké, omdat het best lang duurde, heb ik een nieuw stukje geschreven (sorry dat het weer zo lang is haha). Hopelijk kan jou stukje daar dan achteraan Dani!
----------------------------------------
Yassin reed met de hoed op zijn hoofd naast Yomohar terug naar de elven.
'Het is hier wel heel anders dan in Alandria,' zei hij. 'Daar heb ik nog nooit zulke wapens en kleding gezien.' Hij streek over zijn donkere kleding, dat losjes om zijn lichaam hing.
'Het is een hele andere wereld hier, jongen,' zei Yomohar. 'Alandria wordt afgeschermd van de echte wereld. Je bent veilig ja, maar je betaalt met je vrijheid.'
Yassin knikte.
'De mensen hebben er hier voor gekozen om een vrij leven te leiden. Daar betalen ze echter ook een prijs voor. Ze moeten constant op hun hoede zijn. Het woud aan deze kant van de bekende wereld is relatief veilig. Als we over een halve dag rijden de Noorderbrug oversteken, is dat niet meer zo,' vervolgde Yomohar.
'Wat is er aan de andere kant van de brug dan?' vroeg Yassin.
Een glimlach speelde om Yomohar's mond. 'Daar kom je snel genoeg achter.'
Yomohar spoorde zijn paard aan en snelde richting de elven. Yassin zuchtte. Hij had altijd een veilig leven geleid en had zich nooit beperkt gevoeld in zijn vrijheid, maar misschien had Yomohar gelijk. Hij was nog nooit buiten Alandria getreden, tot een aantal dagen geleden. Dat had hij bijna met de dood moeten bekopen. Een rilling liep over zijn rug. Wat voor gevaar lag er nog in het verschiet?
Toen Yassin Yomohar eindelijk weer had ingehaald, was hij weer terug bij de elven. Yomohar had de kleding al aan de elven gegeven. Velen hadden de strepen van hun gezicht geveegd en met de mensenkleding waren ze haast niet te onderscheiden van echte mensen. Alleen hun puntoren verraadden dat ze geen mensen waren. De twee vrouwelijke elven gooiden hun haar los, waardoor die ook verdwenen. Ze keken nors voor zich uit, niet tevreden met hun nieuwe uiterlijk.
'Laten we weer gaan,' hoorde Yassin Yomohar schreeuwen. 'Voor het donker is wil ik bij de Noorderbrug zijn.'
De elven knikten, terwijl Haru zich in haar wolvenvorm weer bij de rest voegde. Yassin overhandigde haar de nieuwe kleding.
'Zo vallen we minder op, zegt Yomohar.’
Haru pakte de kleding dankbaar aan, terwijl haar halfnaakte lichaam glom van het zweet. Yassin probeerde niet te kijken, terwijl ze zich omkleedde. Het lukte hem steeds beter om haar uit zijn hoofd te zetten. Hij had belangrijke dingen waar hij aan moest denken.
Toen iedereen weer op zijn paard was geklommen, werd de tocht hervat. Yomohar reed voorop, terwijl Yassin, zoals Yomohar had geïnstrueerd, achteraan reed om de elven in de gaten te houden. Één van de vrouwelijke elven kwam naast hem rijden en glimlachte naar hem.
'Ik moet zeggen dat we iemand ouder hadden verwacht,' zei ze.
'Sorry?' Yassin keek haar niet begrijpend aan. 'Iemand ouder?'
'Ja, als drakenkoning. We wachten al jarenlang op de terugkomst van de koning en de draken. Zij zijn onze enige hoop.’
‘Ik begrijp het niet,’ zei Yassin. ‘Ik dacht altijd dat alle elven hetzelfde waren. Waarom willen jullie van de huidige elven koning af.’
De vrouwelijk elf lachte weer en gooide haar donkerbruine haar naar achteren. Yassin moest toegeven dat ze best knap was. Knapper dan Haru. Hij schudde de gedachte weer van zich af. Elven waren niet te vertrouwen.
‘Net zoals er verschillende mensen zijn, zijn er ook verschillende elven, jonge drakenkoning. Niets is altijd zoals het lijkt. U bent opgegroeid in Alandria. Ik verwacht niet dat u dat begrijpt.’
‘Oké,’ zei Yassin. ‘Stel dat dat waar is. Waarom haat Yomohar jullie dan nog meer dan de elven in de stad?’
De elf lachte weer en schudde haar hoofd. ‘Alandria is nog jong. Voordat u geboren werd, zelfs voordat ik geboren werd, leefden de elven en mensen in harmonie samen. De drakenkoning zorgde ervoor dat er vrede in het land was en dat de draken getemd werden en het land niet vernielden. Toen de koning overleed zonder een erfgenaam achter te laten, vochten de mensen en de elven om de troon. Samen met de mensen vochten wij voor onze vrijheid, terwijl de draken ongetemd de steden vernielden. We probeerden de draken te temmen, maar zonder de drakenkoning kolkte de woede door hun aderen. Daarom kan Yomohar zijn woede zo moeilijk beheersen. Hij is verbonden met een ongetemde draak.’
‘Jullie vochten samen met de mensen?’ Yassin begreep er niks van. ‘Maar wie is dan de huidige koning?’
‘Ondanks dat de draken de steden vernielden, geloofden we erin dat er een mogelijkheid was om vredig samen te leven. We moesten alleen een nieuwe drakenkoning vinden. Er waren echter ook elven die al jaren hadden gewacht op de dood van de drakenkoning, om zo alle draken te kunnen doden en de macht voor zichzelf te nemen. De onterfde zoon van één van de elvenstammen kreeg genoeg elven aan zijn kant om de macht te grijpen en Alandria te stichten. Dat is alweer meer dan vijftig jaar geleden.’
‘En daar was jij bij?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Nee, toen was ik nog niet geboren. Mijn vader wel, Pilar. Hij kende de oude drakenkoning goed. Vandaar dat hij jou wil helpen.’
‘Ik snap nog steeds niet waarom Yomohar zo boos is op jullie.’
De elf zuchtte. ‘De onterfde zoon is mijn broer, Timor, een boself. Yomohar ziet alles zwart-wit. Omdat Timor de opdracht heeft gegeven om alle drakenridders en hun familie te vermoorden, ziet hij alle boselven als slecht. Het is niet eerlijk, maar ik begrijp het wel. Hij is zijn hele familie kwijtgeraakt. Zelfs zijn hond hebben ze gedood, terwijl elven niet geloven in het nutteloos doden van dieren.’
Yassin knikte. Hij dacht dat hij het eindelijk had begrepen. Hij keek voorbij de elven en zag Yomohar geconcentreerd op zijn paard zitten, met Haru aan zijn zijnde. Hij had medelijden met Yomohar. Hij was zijn hele familie en al zijn vrienden kwijtgeraakt. Yassin kon zich niet voorstellen hoeveel pijn dat deed. Hij hield zich voor om een goede leerling te zijn als ze eenmaal op vuureiland waren. Na alles wat Yomohar had meegemaakt, besefte Yassin dat hij waarschijnlijk wel een vriend kon gebruiken.
‘Ik heet Lana trouwens,’ zei de elf. ‘Ik ben benieuwd naar uw krachten, drakenkoning.’
Lana spoorde haar paard aan en liet Yassin in gedachten verzonken achter.
----------------------------------------
Yassin reed met de hoed op zijn hoofd naast Yomohar terug naar de elven.
'Het is hier wel heel anders dan in Alandria,' zei hij. 'Daar heb ik nog nooit zulke wapens en kleding gezien.' Hij streek over zijn donkere kleding, dat losjes om zijn lichaam hing.
'Het is een hele andere wereld hier, jongen,' zei Yomohar. 'Alandria wordt afgeschermd van de echte wereld. Je bent veilig ja, maar je betaalt met je vrijheid.'
Yassin knikte.
'De mensen hebben er hier voor gekozen om een vrij leven te leiden. Daar betalen ze echter ook een prijs voor. Ze moeten constant op hun hoede zijn. Het woud aan deze kant van de bekende wereld is relatief veilig. Als we over een halve dag rijden de Noorderbrug oversteken, is dat niet meer zo,' vervolgde Yomohar.
'Wat is er aan de andere kant van de brug dan?' vroeg Yassin.
Een glimlach speelde om Yomohar's mond. 'Daar kom je snel genoeg achter.'
Yomohar spoorde zijn paard aan en snelde richting de elven. Yassin zuchtte. Hij had altijd een veilig leven geleid en had zich nooit beperkt gevoeld in zijn vrijheid, maar misschien had Yomohar gelijk. Hij was nog nooit buiten Alandria getreden, tot een aantal dagen geleden. Dat had hij bijna met de dood moeten bekopen. Een rilling liep over zijn rug. Wat voor gevaar lag er nog in het verschiet?
Toen Yassin Yomohar eindelijk weer had ingehaald, was hij weer terug bij de elven. Yomohar had de kleding al aan de elven gegeven. Velen hadden de strepen van hun gezicht geveegd en met de mensenkleding waren ze haast niet te onderscheiden van echte mensen. Alleen hun puntoren verraadden dat ze geen mensen waren. De twee vrouwelijke elven gooiden hun haar los, waardoor die ook verdwenen. Ze keken nors voor zich uit, niet tevreden met hun nieuwe uiterlijk.
'Laten we weer gaan,' hoorde Yassin Yomohar schreeuwen. 'Voor het donker is wil ik bij de Noorderbrug zijn.'
De elven knikten, terwijl Haru zich in haar wolvenvorm weer bij de rest voegde. Yassin overhandigde haar de nieuwe kleding.
'Zo vallen we minder op, zegt Yomohar.’
Haru pakte de kleding dankbaar aan, terwijl haar halfnaakte lichaam glom van het zweet. Yassin probeerde niet te kijken, terwijl ze zich omkleedde. Het lukte hem steeds beter om haar uit zijn hoofd te zetten. Hij had belangrijke dingen waar hij aan moest denken.
Toen iedereen weer op zijn paard was geklommen, werd de tocht hervat. Yomohar reed voorop, terwijl Yassin, zoals Yomohar had geïnstrueerd, achteraan reed om de elven in de gaten te houden. Één van de vrouwelijke elven kwam naast hem rijden en glimlachte naar hem.
'Ik moet zeggen dat we iemand ouder hadden verwacht,' zei ze.
'Sorry?' Yassin keek haar niet begrijpend aan. 'Iemand ouder?'
'Ja, als drakenkoning. We wachten al jarenlang op de terugkomst van de koning en de draken. Zij zijn onze enige hoop.’
‘Ik begrijp het niet,’ zei Yassin. ‘Ik dacht altijd dat alle elven hetzelfde waren. Waarom willen jullie van de huidige elven koning af.’
De vrouwelijk elf lachte weer en gooide haar donkerbruine haar naar achteren. Yassin moest toegeven dat ze best knap was. Knapper dan Haru. Hij schudde de gedachte weer van zich af. Elven waren niet te vertrouwen.
‘Net zoals er verschillende mensen zijn, zijn er ook verschillende elven, jonge drakenkoning. Niets is altijd zoals het lijkt. U bent opgegroeid in Alandria. Ik verwacht niet dat u dat begrijpt.’
‘Oké,’ zei Yassin. ‘Stel dat dat waar is. Waarom haat Yomohar jullie dan nog meer dan de elven in de stad?’
De elf lachte weer en schudde haar hoofd. ‘Alandria is nog jong. Voordat u geboren werd, zelfs voordat ik geboren werd, leefden de elven en mensen in harmonie samen. De drakenkoning zorgde ervoor dat er vrede in het land was en dat de draken getemd werden en het land niet vernielden. Toen de koning overleed zonder een erfgenaam achter te laten, vochten de mensen en de elven om de troon. Samen met de mensen vochten wij voor onze vrijheid, terwijl de draken ongetemd de steden vernielden. We probeerden de draken te temmen, maar zonder de drakenkoning kolkte de woede door hun aderen. Daarom kan Yomohar zijn woede zo moeilijk beheersen. Hij is verbonden met een ongetemde draak.’
‘Jullie vochten samen met de mensen?’ Yassin begreep er niks van. ‘Maar wie is dan de huidige koning?’
‘Ondanks dat de draken de steden vernielden, geloofden we erin dat er een mogelijkheid was om vredig samen te leven. We moesten alleen een nieuwe drakenkoning vinden. Er waren echter ook elven die al jaren hadden gewacht op de dood van de drakenkoning, om zo alle draken te kunnen doden en de macht voor zichzelf te nemen. De onterfde zoon van één van de elvenstammen kreeg genoeg elven aan zijn kant om de macht te grijpen en Alandria te stichten. Dat is alweer meer dan vijftig jaar geleden.’
‘En daar was jij bij?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Nee, toen was ik nog niet geboren. Mijn vader wel, Pilar. Hij kende de oude drakenkoning goed. Vandaar dat hij jou wil helpen.’
‘Ik snap nog steeds niet waarom Yomohar zo boos is op jullie.’
De elf zuchtte. ‘De onterfde zoon is mijn broer, Timor, een boself. Yomohar ziet alles zwart-wit. Omdat Timor de opdracht heeft gegeven om alle drakenridders en hun familie te vermoorden, ziet hij alle boselven als slecht. Het is niet eerlijk, maar ik begrijp het wel. Hij is zijn hele familie kwijtgeraakt. Zelfs zijn hond hebben ze gedood, terwijl elven niet geloven in het nutteloos doden van dieren.’
Yassin knikte. Hij dacht dat hij het eindelijk had begrepen. Hij keek voorbij de elven en zag Yomohar geconcentreerd op zijn paard zitten, met Haru aan zijn zijnde. Hij had medelijden met Yomohar. Hij was zijn hele familie en al zijn vrienden kwijtgeraakt. Yassin kon zich niet voorstellen hoeveel pijn dat deed. Hij hield zich voor om een goede leerling te zijn als ze eenmaal op vuureiland waren. Na alles wat Yomohar had meegemaakt, besefte Yassin dat hij waarschijnlijk wel een vriend kon gebruiken.
‘Ik heet Lana trouwens,’ zei de elf. ‘Ik ben benieuwd naar uw krachten, drakenkoning.’
Lana spoorde haar paard aan en liet Yassin in gedachten verzonken achter.
It is not in the stars to hold our destiny but in ourselves.
Shakespeare
Shakespeare
Sorry voor de late reactie Savrom
De schemering was al reeds begonnen toen ze op de heuvel bleven staan. Vlak voor hen liep de laatste rivier tussen hier en Vuureiland. Yomohar nam een andere houding aan om zijn enigszins gevoelige achterste wat te ontlasten. Voor de Noorderbrug had zich een groep emigranten verzameld die hun huifkarren in een cirkel hadden geplaatst om zo beschermd te zijn tegen onverwachte aanvallen van bandieten. Yomohar reed als eerste de heuvel af gevolgd door Yassin en Haru. De boselfen volgde op korte afstand om de emigranten niet te laten schrikken. Eén van de mannen van de caravan maakte zich los uit de cirkel en kwam met open armen de vreemdelingen tegemoet.
'Kom mijn vrienden, warm u zelf bij het vuur. Mijn naam Is Johra Crocket, ik leid deze families naar de groene vallei.'
'Dat is een fikse reis Johra,' zei Yomohar, 'Ik neem aan dat u zich bewust bent van de gevaren?'
'Natuurlijk, maar daar zijn we veiliger dan aan deze kant van de prairie. De elven aanvallen worden met de dag sterker en ik wil niet mijn kinderen zien sterven aan de handen van dat schorem. Nou zou de hulp en leiding van een man van u kaliber ons zeker veilig doen overkomen.'
Yomohar keek eens naar Yarrin en liet zijn paard dichter hem toe lopen.
'Dit is jou toekomstig volk Yarrin, ze zijn jou voorouders altijd trouw geweest. Moeten we ze begleiden en beschermen? De ziener ligt op de route naar de groene vallei en vandaar is het nog max een dag rijden naar vuureiland.'
Yassin keek eens naar de emigranten en toen weer naar Yomohar. Toen knikte hij naar Yomohar en reed de cirkel huifkarren in.
'We zullen met jullie mee reizen en beschermen. Zoals de drakenkoning gewild zou hebben.'
'Dank u heer, moge zijn ziel rusten in vrede,' zei Johra.
Yomohar reed samen met Haru de cirkel in en wenkte de elven te komen. Kort legde hij aan Yarrin uit dat het galant werd beschouwd als je de rand van je hoed aan raakte en te zeggen Ma'm naar de vrouwen hier. Yomohar deed het enkele keren voor zodat Yassin het goed snapte. Yomohar liet zich neer zakken bij enkele jonge dames die al lachend bij hem kwamen zitten. Langzaam klom de maan hoger de hemel in terwijl het lang gezellig bleef in het kamp. De achterdocht naar de elven was snel weggenomen toen Yomohar zijn woord had gegeven dat er niet zou gebeuren. Tussen de dames in pingelde hij wat op een gitaar en zette een lied in. Binnen de korste keren zongen alle mannen met hem mee. Ik was geboren onder de heldere sterren. Kind van de prairie... Eenmaal uitgezongen klapte iedereen luid waarna ze hun nachtrust namen. Yomohar gebaarde dat Yarrin dicht bij hem moest slapen in geval van nood.
'Onthoud dat nummer goed jongen, het is het ongeschreven volkslied van de prairie volken. Jou volk hoogheid.'Met die woorden draaide hij zich om en sloot zijn ogen.
De volgende ochtend stond Yarrin naast Yomhar te kijken hoe de caravan ordelijk de brug over stak. Jonge kinderen rende tussen de wagens door terwijl de geiten gewillig aan hun touw mee liepen. Yassin ademde de frisse ochtend lucht is diep in en reed toen gevolgd door Yomohar naar de voorkant van de caravan.
'Goed zo jonge heer, een koning rijd altijd voorop.'
Zag Yassin het goed of zag hij een kleine glimlach op het gezicht van Yomohar. En zo begon de lange reis over de vlaktes van dor gras en rots formaties.
De schemering was al reeds begonnen toen ze op de heuvel bleven staan. Vlak voor hen liep de laatste rivier tussen hier en Vuureiland. Yomohar nam een andere houding aan om zijn enigszins gevoelige achterste wat te ontlasten. Voor de Noorderbrug had zich een groep emigranten verzameld die hun huifkarren in een cirkel hadden geplaatst om zo beschermd te zijn tegen onverwachte aanvallen van bandieten. Yomohar reed als eerste de heuvel af gevolgd door Yassin en Haru. De boselfen volgde op korte afstand om de emigranten niet te laten schrikken. Eén van de mannen van de caravan maakte zich los uit de cirkel en kwam met open armen de vreemdelingen tegemoet.
'Kom mijn vrienden, warm u zelf bij het vuur. Mijn naam Is Johra Crocket, ik leid deze families naar de groene vallei.'
'Dat is een fikse reis Johra,' zei Yomohar, 'Ik neem aan dat u zich bewust bent van de gevaren?'
'Natuurlijk, maar daar zijn we veiliger dan aan deze kant van de prairie. De elven aanvallen worden met de dag sterker en ik wil niet mijn kinderen zien sterven aan de handen van dat schorem. Nou zou de hulp en leiding van een man van u kaliber ons zeker veilig doen overkomen.'
Yomohar keek eens naar Yarrin en liet zijn paard dichter hem toe lopen.
'Dit is jou toekomstig volk Yarrin, ze zijn jou voorouders altijd trouw geweest. Moeten we ze begleiden en beschermen? De ziener ligt op de route naar de groene vallei en vandaar is het nog max een dag rijden naar vuureiland.'
Yassin keek eens naar de emigranten en toen weer naar Yomohar. Toen knikte hij naar Yomohar en reed de cirkel huifkarren in.
'We zullen met jullie mee reizen en beschermen. Zoals de drakenkoning gewild zou hebben.'
'Dank u heer, moge zijn ziel rusten in vrede,' zei Johra.
Yomohar reed samen met Haru de cirkel in en wenkte de elven te komen. Kort legde hij aan Yarrin uit dat het galant werd beschouwd als je de rand van je hoed aan raakte en te zeggen Ma'm naar de vrouwen hier. Yomohar deed het enkele keren voor zodat Yassin het goed snapte. Yomohar liet zich neer zakken bij enkele jonge dames die al lachend bij hem kwamen zitten. Langzaam klom de maan hoger de hemel in terwijl het lang gezellig bleef in het kamp. De achterdocht naar de elven was snel weggenomen toen Yomohar zijn woord had gegeven dat er niet zou gebeuren. Tussen de dames in pingelde hij wat op een gitaar en zette een lied in. Binnen de korste keren zongen alle mannen met hem mee. Ik was geboren onder de heldere sterren. Kind van de prairie... Eenmaal uitgezongen klapte iedereen luid waarna ze hun nachtrust namen. Yomohar gebaarde dat Yarrin dicht bij hem moest slapen in geval van nood.
'Onthoud dat nummer goed jongen, het is het ongeschreven volkslied van de prairie volken. Jou volk hoogheid.'Met die woorden draaide hij zich om en sloot zijn ogen.
De volgende ochtend stond Yarrin naast Yomhar te kijken hoe de caravan ordelijk de brug over stak. Jonge kinderen rende tussen de wagens door terwijl de geiten gewillig aan hun touw mee liepen. Yassin ademde de frisse ochtend lucht is diep in en reed toen gevolgd door Yomohar naar de voorkant van de caravan.
'Goed zo jonge heer, een koning rijd altijd voorop.'
Zag Yassin het goed of zag hij een kleine glimlach op het gezicht van Yomohar. En zo begon de lange reis over de vlaktes van dor gras en rots formaties.
Late reactie, maar hé: vakantie!
'Ik wil u niet tot last zijn, mijn heer, maar voor de veiligheid van mijn mensen moét ik u het toch vragen,' zei Johra, terwijl hij de logge hengst aanspoorde om harder te lopen. De zware wagen waar het paard aan vast zat, maakte het echter niet makkelijk voor hem om Yomohar bij te houden. Yomohar knikte.
'Uw reisgenoten zijn op zijn zachts gezegd... merkwaardig. En dan heb ik het niet over de jongen, waarvan iedereen lijkt te denken dat hij de drakenkoning is.'
Yomohar bromde nors en keek over zijn schouders naar de groep elven die ongemakkelijk tussen de mensen liep.
'Begrijp me niet verkeerd, mijn heer, ik zou dom zijn om een gegeven paard in zijn mond te kijken. Ik wil echter zeker weten dat de aanwezigheid van deze...reisgenoten, geen problemen zal veroorzaken.'
'Laat mijn reisgenoten maar aan mij over, Johra. Maar jij je maar meer zorgen om de beesten die je zal tegenkomen als je de groene vallei hebt bereikt.'
Johra knikte, maar leek niet geheel tevreden met het antwoord dat hij had gekregen.
Yarrin reed nog steeds voorop. Het vrolijke gezang van de vorige avond klonk nog steeds in zijn oren. Ondanks dat deze mensen weinig bezittingen hadden, waren ze gelukkig. Het maakte hem blij om te zien dat er toch nog hoop was, zelfs in deze tijden. Haru kwam op een groot, wit paard naast hem rijden.
'Had je een aantal dagen geleden gedacht dat we hier zouden staan? Ik vrij om mijn krachten te ontwikkelen en jij, jij bent gewoon de verloren drakenkoning!'
Ze glimlachte, maar het bracht niet meer dezelfde kriebels naar boven als eerst. Hij schonk haar een flauwe glimlach terug.
'Een aantal dagen geleden maakte ik me nog druk om ons wiskunde proefwerk voor het einde van de week. Nee, ik had zeker niet verwacht dat ik aan de andere kant van de wereld zou zijn met een drakenridder, op weg naar vuureiland,' zei hij.
'Is het niet geweldig?' Haru straalde.
Yarrin fronste. Hij had nog niet veel nagedacht over wat hij van alles vond. Hij had zich verdrietig gevoeld, boos en misschien zelfs opgelucht, maar wat vond hij nu eigenlijk van alles? Diep van binnen voelde hij zich trots. Enkele dagen geleden had hij nog niks voorgesteld. Toen was hij slechts 'die ene lange jongen uit de vijfde klas'. Alleen Haru had hem zien staan en niet eens op de manier als hij had gewild. Dat was nu allemaal verleden tijd. De vrouwen uit de caravan gaven hem betekenisvolle blikken en hij voelde zijn wangen rood kleuren. Dezelfde blikken had hij gekregen van de vrouwen uit het boordeel waar hij samen met Yomohar langs was gekomen. Hij wist echter dat die blikken niet kwamen door zijn uiterlijk, maar door het geld dat hij te besteden had; dat Yomohar te besteden had. Nee, als het er ooit van moest komen wilde hij niet dat het was omdat hij drakenkoning was, of omdat er een zware bundel munten aan zijn riem hing.
'Ik heb me nog nooit zo goed gevoeld,' antwoordde hij na een korte pauze.
'Ik wil u niet tot last zijn, mijn heer, maar voor de veiligheid van mijn mensen moét ik u het toch vragen,' zei Johra, terwijl hij de logge hengst aanspoorde om harder te lopen. De zware wagen waar het paard aan vast zat, maakte het echter niet makkelijk voor hem om Yomohar bij te houden. Yomohar knikte.
'Uw reisgenoten zijn op zijn zachts gezegd... merkwaardig. En dan heb ik het niet over de jongen, waarvan iedereen lijkt te denken dat hij de drakenkoning is.'
Yomohar bromde nors en keek over zijn schouders naar de groep elven die ongemakkelijk tussen de mensen liep.
'Begrijp me niet verkeerd, mijn heer, ik zou dom zijn om een gegeven paard in zijn mond te kijken. Ik wil echter zeker weten dat de aanwezigheid van deze...reisgenoten, geen problemen zal veroorzaken.'
'Laat mijn reisgenoten maar aan mij over, Johra. Maar jij je maar meer zorgen om de beesten die je zal tegenkomen als je de groene vallei hebt bereikt.'
Johra knikte, maar leek niet geheel tevreden met het antwoord dat hij had gekregen.
Yarrin reed nog steeds voorop. Het vrolijke gezang van de vorige avond klonk nog steeds in zijn oren. Ondanks dat deze mensen weinig bezittingen hadden, waren ze gelukkig. Het maakte hem blij om te zien dat er toch nog hoop was, zelfs in deze tijden. Haru kwam op een groot, wit paard naast hem rijden.
'Had je een aantal dagen geleden gedacht dat we hier zouden staan? Ik vrij om mijn krachten te ontwikkelen en jij, jij bent gewoon de verloren drakenkoning!'
Ze glimlachte, maar het bracht niet meer dezelfde kriebels naar boven als eerst. Hij schonk haar een flauwe glimlach terug.
'Een aantal dagen geleden maakte ik me nog druk om ons wiskunde proefwerk voor het einde van de week. Nee, ik had zeker niet verwacht dat ik aan de andere kant van de wereld zou zijn met een drakenridder, op weg naar vuureiland,' zei hij.
'Is het niet geweldig?' Haru straalde.
Yarrin fronste. Hij had nog niet veel nagedacht over wat hij van alles vond. Hij had zich verdrietig gevoeld, boos en misschien zelfs opgelucht, maar wat vond hij nu eigenlijk van alles? Diep van binnen voelde hij zich trots. Enkele dagen geleden had hij nog niks voorgesteld. Toen was hij slechts 'die ene lange jongen uit de vijfde klas'. Alleen Haru had hem zien staan en niet eens op de manier als hij had gewild. Dat was nu allemaal verleden tijd. De vrouwen uit de caravan gaven hem betekenisvolle blikken en hij voelde zijn wangen rood kleuren. Dezelfde blikken had hij gekregen van de vrouwen uit het boordeel waar hij samen met Yomohar langs was gekomen. Hij wist echter dat die blikken niet kwamen door zijn uiterlijk, maar door het geld dat hij te besteden had; dat Yomohar te besteden had. Nee, als het er ooit van moest komen wilde hij niet dat het was omdat hij drakenkoning was, of omdat er een zware bundel munten aan zijn riem hing.
'Ik heb me nog nooit zo goed gevoeld,' antwoordde hij na een korte pauze.
It is not in the stars to hold our destiny but in ourselves.
Shakespeare
Shakespeare