Dit verhaal gaat over een meisje Louise. Ze overleefd van een stel zombies en is haar groep kwijt. Ze moet het nu op eigen beentje doen, of toch niet? Het verhaal is niet gericht op het uitroeien van zombies, maar meer over de toestand van een meisje die tracht te overleven in extreme omstandigheden en op zoek is naar een veilige plaats waar ze beschermd is tegen de zombies. Ook leert ze wat mensen kennen in de loop van het verhaal.
Tijdens de reeks veranderen de personages sterk, bijvoorbeeld hun karakter en hun onderling vertrouwen. Ook komen diverse ethische kwesties aan bod, geschillen tussen mensen met verschillende meningen, enzovoort. Ook wordt het wantrouwen tussen de overlevenden groter. En gaan mensen rare dingen doen.
Laat iets weten wat je er van vindt, en commentaar is altijd welkom.
Hoofdstuk 1 – Grommende monsters
De dode game is begonnen. Het is een chaos in de wereld. Het is nu ongeveer 2018, maar de meeste mensen weten niet eens in welk jaar ze nu werkelijk leven. Leven? Wat is dat eigenlijk denken de meeste zelfs. Ze moeten eerder overleven. Mensen moesten beginnen met het leren om te schieten en te doden. Een vaardigheid die niet nodig was al die jaren geleden. Kinderen veranderen in moordenaars om te kunnen overleven. Hoop is echter niet verloren, mensen die zich nog steeds vasthouden aan de zwakste droom ooit, dat zij hun wereld weer terug krijgen die ze eerst hadden. Een huis, een gezin om van te houden. Elke ochtend de koffie en de krant. Een stevig ontbijtje en een vrouw die je kust. Dat er weer bloei komt in het leven. Sommige mensen hebben gereisd over de hele wereld proberen om op een betere plek te wonen, maar het is allemaal hetzelfde. Een zombie woestenij. Vol met mensen die vechten voor hun leven. En de ‘’ Walkers ‘’ die alleen maar willen doden.
Louise was een van de mensen die het had kunnen overleven. Alleen het enige was, zij was de enige van haar groep die het overleefd had. Ze staat er enkele dagen toch echt alleen voor. En ze zou niemand in deze wereld kunnen vertrouwen behalve haarzelf. Ze moest erbij blijven, en ten alle tijden niet opgeven. Focussen op haar toekomst. Misschien wel nieuwe vrienden leren kennen. Of, is dat niet een goed idee? Misschien kan ze beter niemand meer vertrouwen. Haar beste vriendin is ze laatst verloren, ze moest haar wel doden. Anders werd ze zoals.. die monsters. Maar het bloed van je eigen beste vriendin aan je handen hebben.. Dat was een vreselijk gevoel. Het was een vroege ochtend en het was fris. Louise had enkel maar een dun spijkerjasje aan en een spijkerbroek met een riem. Op de riem zaten dingen die ze zeker nodig zou hebben in de wildernis. Zoals een mes, een pistool van haar vorige vrienden en een doek. Ook zat er een klein doosje bij voor als ze gewond zou zijn. Ze moest gefocust blijven en door blijven gaan. Maar, deze ochtend was anders. Louise was net terug van het meer waar ze zichzelf had kunnen wassen met wat ijskoud water. Terwijl ze met een hand door haar blonde haren ging keek ze het vieze meer over. Even een moment rust. Ze had nu even kunnen genieten van haar vrijheid als mens. Ze was nog steeds niet geïnfecteerd. Dus had ze nog dat kleine beetje hoop, maar wanneer ze zich omdraaide zag ze bewegingen tussen de bosjes. Louise haar ogen werden spleetjes en haar vingers wikkelde al om haar mes die dicht bij haar hand was. Ze nam een diepe hap adem en liep wat dichterbij, maar toen ze op wat dunne takken stond hoorde je het kraken van de takken door heel het bos heen. Ze kon wat grommende ‘’Walkers’’ horen uit de verte die dichterbij kwamen. ‘ Shit..’ Zei ze heel zachtjes en geïrriteerd door haar eigen fout die ze zojuist had gemaakt.
Ze was al omsingeld door de monsters, zo noemde Louise ze altijd. Maar wat zou ze in deze situatie kunnen doen? Springen in het meer achter haar en mee genomen worden door de stroming of.. vechten voor haar leven. Twee opties die allebei niet handig zijn. Ze zou kunnen verdrinken. Ze zuchtte diep als ze even haar ogen sloot en zachtjes kneep in het handvat van haar mes. Ze moest dit slim aanpakken, maar ze werd langzaam gek. Gek van haarzelf, gek van alles om haar heen. Maar toen.. hoorde ze een harde knal galmend door de bossen heen. Vogels stegen hoog op boven het bladerdak van de eindeloze verzameling bomen. Hierna was er een zachte grinnik hoorbaar, en de jongeman waarvan het schot vandaan kwam grinnikte nog wat luider. 'Twee.' Zei de stem in de verte. Hij bewoog zijn hand naar het magazijn dat in zijn bruine, houten jachtgeweer bevestigd was, waarna hij het er met een simpele beweging uittrok. Klik! Hij haalde zijn neus op wanneer hij het aantal kogels in zijn magazijn telde. 'Acht.' Schreeuwde hij weer. Nu ramde het magazijn terug het vuurwapen in en bracht zijn gezicht dichtbij het vizier. Hij stond langzaam op en bracht één oog aan het vizier, de andere kneep hij lichtjes en gespannen dicht. Toen hij zich traag gefocust om zijn as draaide, scande hij zijn omgeving in het bos. Naast een aantal eekhoorns die aan wat noten aan het knagen waren, kon Joey niks bekennen in het bos. Totdat hij vaag in de verte wat gemompel en gegrom van walkers kon bekennen. Hij focuste zich nu op zijn best, en keek nijdig om hem heen. Nog steeds door het richten met het jachtgeweer. Na enkele ogenblikken kon hij door de hangende takken een erg knap, blond meisje zien staan. Aangezien Joey voor een moment afgeleid was door de schoonheid van het meisje, kon hij eerst niet de walkers om haar heen bekennen. Maar al gauw genoeg was Joey bij de les, en richtte op de walker die het dichts bij het blonde meisje in de buurt kwam. Hierna volgde de tweede harde knal, galmend door de bossen heen.
Plotseling dichtbij..
-
- Puntenslijper
- Berichten: 26
- Lid geworden op: 19 jun 2014 16:18
- Locatie: Brabant
Hoofdstuk 2 – Leven of dood
Het gevoel van niets te kunnen doen, in angst en terreur afwachten op wat er zou komen. Zo verlammend dat het een persoon niet liet ademen. Ze zag haar leven even voorbij gaan en was roekeloos, ze wist niet meer wat ze moest doen. Tot het moment dat ze wat schoten in de verte hoorde. Ze had altijd gedacht dat er meer angst dan deze zou zijn wanneer zij wordt geconfronteerd met een tastbaar punt achter haar eigen sterfelijkheid. Maar de schoten achter de ‘'walkers'’ brachten haar al in veiligheid. Een kleine glimlach kwam op haar gezicht als ze haar mes omlaag bracht en haar benen begonnen te trillen. Ook haar handen shakete van angst en ze kon wel in haar broek pissen. Toen Louise een jongeman dichterbij zag komen was de angst al weggetrokken en had ze weer hoop. Ze wou hem helpen, maar terwijl ze haar eerste stap zette viel er al een ‘’Walker’’ voor haar voeten die in zijn kop geschoten werd door de knappe jongeman. De walker die haar nog wou grijpen met zijn koude grijze handen, maakte een afschuwelijk geluid. Ze kon net haar voet terugtrekken en terwijl ze dit deed viel ze achterover in het water en haar mes glipte uit haar handen. Je hoorde een harde plons maar Louise kwam al snel boven water en probeerde zich vast te klemmen aan een boomstam. ‘Uhhg.h...—’ Ze was geïrriteerd door haar domme fouten en ging met haar hand door haar gezicht en drukte haar vingers tegen haar voorhoofd. ‘’Blijf gefocust.. Kom op..-‘’ Zei Louise zachtjes tegen zichzelf, maar terwijl er een andere boomstam tegen die van haar botst, wordt ze weer meegetrokken door de stroming. ‘’A-AHH.. H-Help..’’ Ze probeerde zich aan de boomstam vast te klemmen maar dit was bijna onmogelijk met de snelle stroming en het water wat ze opslokte. Ze was onderkoeld en hoorde alleen nog maar het water om haar heen. Langzaam werd Louise nu ook slapper en haar ogen trokken naar boven, ze was buiten westen gegaan. Ook haar lichaam ging nu onderwater en haar hoofd stak en nog half bovenuit.
De jongeman die haar zonet had gered van haar lotsbestemming, keek toe hoe ze door het water werd meegesleurd en ondergebracht. Na de botsing van de twee boomstammen was hij haar uit het oog geraakt en begon te panikeren. Hij rende met alle macht die hij in zich had naar voren toe, stappend over struiken, springend over omgevallen boomstammen. Hij had helemaal niet meer gerekend op overige walkers, en toen hij bij de oever kwam werd hij verrast door een stuk of zeven ondode, vleesetende geïnfecteerden. De eerste paar momenten gaapten ze Joey aan met hun dode blikken. Het leek wel of hun half verrotte ogen naar het niets staarden, en schreeuwden om hulp. Joey keek eerst verbijsterd naar het groepje walkers, maar erna hief hij zijn jachtgeweer de lucht in. Hij wist dat als hij niet snel zou gaan handelen, én de walkers hem te grazen zouden nemen, én het meisje zou verdrinken. Hij keek wat angstig naar de walkers toe, die hem op dit moment naderden. Erna sloot hij zijn ogen voor een moment en sprak tot zichzelf in zijn gedachten. Dit is niet het einde, voor jullie beiden niet. Dacht Joey. Met een woedende blik opende hij één oog, die aan het vizier van zijn geweer bracht de ander hield hij nog altijd lichtjes en gespannen dicht. Hij stapte nog wat naar achteren toe, en loste erna vijf kogels af op het groepje levenloze geïnfecteerden. ook kwam bij de loop vandaan. Joey liet zijn geweer zakken en keek naar het hoopje verrotte vlees dat nu met het laatste gezucht en gepruttel op elkaar ineen zakte. Hij liet een opgeluchte zucht horen, maar realiseerde zich toen weer dat het nog niet over was. Op rap tempo sprintte hij naar voren toe, zigzagde langs het nu dode hoopje walkers, liet zijn geweer op de grond denderen, en sprintte langs de kant van het meer verder. Hij rende zo hard als hij kon, tot hij bij de twee gebotste boomstammen aankwam. Hij moest nog steeds hard doorrennen, mocht hij de boomstammen in het water nog steeds willen volgen.
Ondanks dat het meer totaal geen helder water had, probeerde Joey het blonde meisje nog te bekennen in de stroming. Zijn hoop brokkelde als zandsteen af wanneer hij het meisje maar niet kon zien in het water. Hierna greep hij zijn laatste moed en kracht bij elkaar, trok zijn lichtblauwe t-shirt van zijn schouders af, en zette zich met gesloten ogen van de kant af. Enkele momenten zweefde Joey vreedzaam als een engel boven het water uit. Hij nam de frisse natuurlucht in hem op, en opende zijn ogen weer toen zwaartekracht zijn ding deed. Hij plonsde het ijskoude water in, wat hem deed schrikken. Hij was deze temperatuur totaal niet gewend, en keek met zijn wijd openstaande ogen door het water heen. Hij trilde. Hij beefde. Het koude water voelde aan alsof duizenden messen in zijn lichaam staken. Alle hoop bleek verloren. Totdat hij in een zonnestraal die het water spietste het blonde meisje, levenloos kon zien zweven. Voor een moment dacht Joey dat hij te laat was, en dat het meisje dood was. Maar hij gaf de hoop niet op, hij werkte zich met al zijn kracht door het water heen, totdat hij nog maar enkele centimeters van haar verwijderd was. Vanaf daar ging alles op rap tempo, en na minder dan een minuut proestte Joey het halve meer uit zijn longen terwijl naast hem een beeldschone, blonde jongedame lag, wiens leven zij aan hem te danken had.
Het gevoel van niets te kunnen doen, in angst en terreur afwachten op wat er zou komen. Zo verlammend dat het een persoon niet liet ademen. Ze zag haar leven even voorbij gaan en was roekeloos, ze wist niet meer wat ze moest doen. Tot het moment dat ze wat schoten in de verte hoorde. Ze had altijd gedacht dat er meer angst dan deze zou zijn wanneer zij wordt geconfronteerd met een tastbaar punt achter haar eigen sterfelijkheid. Maar de schoten achter de ‘'walkers'’ brachten haar al in veiligheid. Een kleine glimlach kwam op haar gezicht als ze haar mes omlaag bracht en haar benen begonnen te trillen. Ook haar handen shakete van angst en ze kon wel in haar broek pissen. Toen Louise een jongeman dichterbij zag komen was de angst al weggetrokken en had ze weer hoop. Ze wou hem helpen, maar terwijl ze haar eerste stap zette viel er al een ‘’Walker’’ voor haar voeten die in zijn kop geschoten werd door de knappe jongeman. De walker die haar nog wou grijpen met zijn koude grijze handen, maakte een afschuwelijk geluid. Ze kon net haar voet terugtrekken en terwijl ze dit deed viel ze achterover in het water en haar mes glipte uit haar handen. Je hoorde een harde plons maar Louise kwam al snel boven water en probeerde zich vast te klemmen aan een boomstam. ‘Uhhg.h...—’ Ze was geïrriteerd door haar domme fouten en ging met haar hand door haar gezicht en drukte haar vingers tegen haar voorhoofd. ‘’Blijf gefocust.. Kom op..-‘’ Zei Louise zachtjes tegen zichzelf, maar terwijl er een andere boomstam tegen die van haar botst, wordt ze weer meegetrokken door de stroming. ‘’A-AHH.. H-Help..’’ Ze probeerde zich aan de boomstam vast te klemmen maar dit was bijna onmogelijk met de snelle stroming en het water wat ze opslokte. Ze was onderkoeld en hoorde alleen nog maar het water om haar heen. Langzaam werd Louise nu ook slapper en haar ogen trokken naar boven, ze was buiten westen gegaan. Ook haar lichaam ging nu onderwater en haar hoofd stak en nog half bovenuit.
De jongeman die haar zonet had gered van haar lotsbestemming, keek toe hoe ze door het water werd meegesleurd en ondergebracht. Na de botsing van de twee boomstammen was hij haar uit het oog geraakt en begon te panikeren. Hij rende met alle macht die hij in zich had naar voren toe, stappend over struiken, springend over omgevallen boomstammen. Hij had helemaal niet meer gerekend op overige walkers, en toen hij bij de oever kwam werd hij verrast door een stuk of zeven ondode, vleesetende geïnfecteerden. De eerste paar momenten gaapten ze Joey aan met hun dode blikken. Het leek wel of hun half verrotte ogen naar het niets staarden, en schreeuwden om hulp. Joey keek eerst verbijsterd naar het groepje walkers, maar erna hief hij zijn jachtgeweer de lucht in. Hij wist dat als hij niet snel zou gaan handelen, én de walkers hem te grazen zouden nemen, én het meisje zou verdrinken. Hij keek wat angstig naar de walkers toe, die hem op dit moment naderden. Erna sloot hij zijn ogen voor een moment en sprak tot zichzelf in zijn gedachten. Dit is niet het einde, voor jullie beiden niet. Dacht Joey. Met een woedende blik opende hij één oog, die aan het vizier van zijn geweer bracht de ander hield hij nog altijd lichtjes en gespannen dicht. Hij stapte nog wat naar achteren toe, en loste erna vijf kogels af op het groepje levenloze geïnfecteerden. ook kwam bij de loop vandaan. Joey liet zijn geweer zakken en keek naar het hoopje verrotte vlees dat nu met het laatste gezucht en gepruttel op elkaar ineen zakte. Hij liet een opgeluchte zucht horen, maar realiseerde zich toen weer dat het nog niet over was. Op rap tempo sprintte hij naar voren toe, zigzagde langs het nu dode hoopje walkers, liet zijn geweer op de grond denderen, en sprintte langs de kant van het meer verder. Hij rende zo hard als hij kon, tot hij bij de twee gebotste boomstammen aankwam. Hij moest nog steeds hard doorrennen, mocht hij de boomstammen in het water nog steeds willen volgen.
Ondanks dat het meer totaal geen helder water had, probeerde Joey het blonde meisje nog te bekennen in de stroming. Zijn hoop brokkelde als zandsteen af wanneer hij het meisje maar niet kon zien in het water. Hierna greep hij zijn laatste moed en kracht bij elkaar, trok zijn lichtblauwe t-shirt van zijn schouders af, en zette zich met gesloten ogen van de kant af. Enkele momenten zweefde Joey vreedzaam als een engel boven het water uit. Hij nam de frisse natuurlucht in hem op, en opende zijn ogen weer toen zwaartekracht zijn ding deed. Hij plonsde het ijskoude water in, wat hem deed schrikken. Hij was deze temperatuur totaal niet gewend, en keek met zijn wijd openstaande ogen door het water heen. Hij trilde. Hij beefde. Het koude water voelde aan alsof duizenden messen in zijn lichaam staken. Alle hoop bleek verloren. Totdat hij in een zonnestraal die het water spietste het blonde meisje, levenloos kon zien zweven. Voor een moment dacht Joey dat hij te laat was, en dat het meisje dood was. Maar hij gaf de hoop niet op, hij werkte zich met al zijn kracht door het water heen, totdat hij nog maar enkele centimeters van haar verwijderd was. Vanaf daar ging alles op rap tempo, en na minder dan een minuut proestte Joey het halve meer uit zijn longen terwijl naast hem een beeldschone, blonde jongedame lag, wiens leven zij aan hem te danken had.
Dit is het tweede verhaal over zombies dat ik lees, ik ben nog een beetje in de verkende modus omdat ik dacht dat ik dat soort verhalen eng zou vinden
Te veel zombie films gezien denk ik... Maar, ik vind je jouw verhaal tot nu toe leuk en ik ben benieuwd waar het heen gaat 
Het begin van het verhaal vond ik een beetje umh, saai
ik wil niet weten hoe het vroeger was, ik wil weten hoe het nu is. En het liefst door wat de hoofdpersoon ziet (bijvoorbeeld dat er alleen maar brokstukken zijn. Dat ze hoopt op een schuilplaats en dat ze even terugblikt op het huis waar ze vroeger woonde, maar dat zoiets nu onmogelijk is, etc.).
Dat ze haar groep is kwijtgeraakt, zou ik pas later vertellen. Dan is het spannend waarom ze alleen is in een verwoest land met zombies. Misschien denkt ze wel aan de dood van haar vriendin als ze een dode zombie ziet. Snap je waar ik heen wil? Nu geef je in het eerste hoofdstuk al heel veel antwoorden, die je op zich best door het verhaal heen zou kunnen verweven.
Je springt in het laatste stuk van je eerste post, plotseling naar een ander personage. Beste is om hier even een nieuwe alinea te starten/ een witregel te zetten. Als je verder in het verhaal bent en beide personages hebt voorgesteld, zou het wel zo kunnen overlopen, maar nu is het een beetje verwarrend. Want ik dacht dat hij naast haar stond en haar beschermde. In plaats van dat hij nog in het bos was en het nog vreemde van elkaar zijn
Ik hoop dat je er iets aan hebt, ik ben heel benieuwd hoe het verder gaat. Ga zo door!


Het begin van het verhaal vond ik een beetje umh, saai

Dat ze haar groep is kwijtgeraakt, zou ik pas later vertellen. Dan is het spannend waarom ze alleen is in een verwoest land met zombies. Misschien denkt ze wel aan de dood van haar vriendin als ze een dode zombie ziet. Snap je waar ik heen wil? Nu geef je in het eerste hoofdstuk al heel veel antwoorden, die je op zich best door het verhaal heen zou kunnen verweven.
Je springt in het laatste stuk van je eerste post, plotseling naar een ander personage. Beste is om hier even een nieuwe alinea te starten/ een witregel te zetten. Als je verder in het verhaal bent en beide personages hebt voorgesteld, zou het wel zo kunnen overlopen, maar nu is het een beetje verwarrend. Want ik dacht dat hij naast haar stond en haar beschermde. In plaats van dat hij nog in het bos was en het nog vreemde van elkaar zijn

Ik hoop dat je er iets aan hebt, ik ben heel benieuwd hoe het verder gaat. Ga zo door!