Lucky number 13.

Laat je zaak hier oplossen, of ben jij het die de ander in het duister houdt? Lees alle Thriller, Detective & Mysterie verhalen.
Plaats reactie
Aislin
Potlood
Potlood
Berichten: 50
Lid geworden op: 19 sep 2013 18:56

Naam: Elisabeth
Leeftijd: 16
Uiterlijk: Donker blond lang haar en grijze ogen.
Karakter: Avontuurlijk, Introvert, Zorgzaam, Volwassen, onzeker, houd van grappen.

Naam: Jayden
Leeftijd: 17
Uiterlijk: grijs/groene ogen, donker blond/bruin kort haar.
Karakter: Soms onzeker, grappig,

Naam: Mika
Leeftijd: 16
Uiterlijk: grijze ogen, donker blond kort haar.
Karakter: eigenwijs, grappig, altijd uit op een discussie

Naam: Lynn
Leeftijd: 17
Uiterlijk: blauw/grijze ogen, blond krullend haar.
Karakter: Vrolijk, eigenwijs,

Naam: Manouk
Leeftijd: 16
Uiterlijk: grijze ogen, lang stijl licht bruin haar.
Karakter: Vrolijk, lacherig, onzeker

Naam: Adam
Leeftijd:16
Uiterlijk: kort zwart haar, bruine ogen.
Karakter: Vrolijk, kan soms irritant zijn, plagerig

Naam: Xam
Leeftijd: 16
Uiterlijk: Bruine ogen, kort zwart haar.
Karakter: vrolijk, energiek

Naam: Hazel
Leeftijd:16
Uiterlijk: Lang krullend zwart haar, bruine ogen.
Karakter: Hysterisch, zorgzaam, snel bang, heeft vaak last van lachbuien.

Naam: Chloe
Leeftijd: 15
Uiterlijk: Krullend zwart haar, licht bruine ogen.
Karakter: onvoorspelbaar karakter, ze kan op de seconde veranderen.

Naam: Sariema
Leeftijd: 16
Uiterlijk: donkerbruin haar, donkerbruine ogen.
Karakter: goedgelovig, afhankelijk,

Naam: Lorenzo
Leeftijd: 17
Uiterlijk: kort zwart haar, licht bruine ogen.
Karakter: Denkt niet na bij zijn acties,

Naam: Lex
Leeftijd: 16
Uiterlijk: kort donkerbruin haar, bruine ogen.
Karakter: aardig, afhankelijk, onderdanig, denkt niet zelf na.

Naam: Ronan
Leeftijd: 16
Uiterlijk: Chocolade bruin haar, licht bruine ogen
Karakter: Introvert, aardig, beschermend


Hoofdstuk I

"Ben je klaar Elisabeth?" hoor ik mijn moeder roepen. "Straks kom je te laat!"
Ik spring op mijn overvolle blauwe koffer in een poging hem dicht te krijgen. "Ja ik kom zo!" roep ik terug naar mijn moeder. Door mijn gewicht springt mijn koffer niet meer open en kan ik hem dicht ritsen.
Met een zucht blaas ik mijn blonde haren uit mijn gezicht. Vandaag blijf ik met mijn klas op school slapen. Het zal vast geweldig worden. Geen leraren, een lege school met donkere gangen en een hele groep kinderen om bang te maken. Eigenlijk zouden we als afsluiting van het jaar op school logeren. Alles was al klaar gezet en geregeld, maar de leraar moest op het laatste moment naar het ziekenhuis voor zijn vrouw. De klas besloot om toch door te gaan, maar dan zonder onze leraar. Omdat hij met spoed naar het ziekenhuis ging heeft hij de conciërge niet kunnen doorgeven dat het eigenlijk niet door ging.
Mijn klas is erg klein, maar dat komt omdat er niet zoveel mensen op mijn school zitten. Raar genoeg, omdat het een best grote school is. Waarschijnlijk komt dat doordat het een school is buiten de stad, ver buiten de stad.
Ik pak mijn koffer en ik loop de trap af. "Zo, ik ben klaar." zeg ik terwijl ik de koffer op de grond zet.
"Je had al weg moeten zijn." moppert mijn moeder.
Ik kijk op de klok, vier uur. "Ik hoef er pas om vijf uur te zijn." zeg ik.
"Waarom heb je zo'n grote koffer bij je?" vraagt mijn moeder. "Je blijft er maar een weekend niet een week."
Met het elastiekje dat om mijn arm zit maak ik een staart. Mijn moeder hoef ik geen antwoord te geven, want die is al verstrooid naar boven gelopen. Ik pak mijn rode leren jack van de stoel en trek het aan. "Dag mam!" roep ik naar boven.
"Doei, veel plezier." roept ze terug. Uit de fruitschaal pak ik een appel voor onderweg. Daarna pak ik mijn koffer en loop de deur uit. Door mijn grote koffer kan ik niet op de fiets. Dus zal ik het hele eind moeten lopen. De lente maakt mijn wandeling prettiger. De zang van de vogels, de geur van de bloemen en de warme avondlucht. Diep in gedachten bijt ik in mijn appel. Vanavond zal er iets gebeuren, ik voel het gewoon.
Na drie kwartier lopen zie ik tussen de bomen door de school verschijnen. Om vijf uur komt de conciërge met de sleutel en zal ons binnen laten. Dus zullen we nog even moeten wachten. Jayden, Ronan en Mika staan voor de deur van de school te praten.
"Hey, is de rest er nog niet?" vraag ik de jongens.
"Nope." antwoord Mika.
Ik zet mijn koffer op de grond en ga op het bankje dat tegen de muur aan staat zitten.
"Wat heb jij allemaal bij je?" vraagt Ronan.
"Die heeft een hele hutkoffer mee genomen." lacht Jayden.
"Ha Ha." lach ik sarcastisch.
Het enige wat de jongens bij zich hebben is een sporttas.
"Maar wat moeten we eigenlijk dit weekend gaan doen?" vraag Jayden.
Ronan haalt zijn schouders op en vestigt zijn blik weer op zijn mobiel.
"Hadden ze niet gezegd dat er een hele planning was?" vraagt Mika.
Ik kijk op mijn horloge, tien voor vijf.
In de verte zie ik dat er al meer aan komen. Het zijn Lynn, Xam en Manouk. Vanaf het bankje hoor ik de muziek al uit de mobiel van Xam komen. Ik laat mijn koffer staan en loop naar hun toe.
"Heeey." roept Manouk.
"Hey." zeg ik verbaasd door haar enthousiasme.
"Hey, Liss." zegt Xam een geeft me een knuffel.
De enige die niet reageert is Lynn. Ze is te druk bezig op haar mobiel.
"Zal ik de deur open maken?" vraagt iemand achter me.
Geschrokken draai ik me om en zie ik de conciërge staan. "Eh, ja graag." zeg ik.
Hij loopt om me heen en maakt de deur open. "Weten jullie in welk lokaal jullie slapen?" vraagt de conciërge.
"Nee." zegt Lynn.
"In lokaal 113." lacht hij en hij loopt weg.
"Wat een akelige lach." merkt Manouk op.
"Ik snap niet wat daar zo grappig aan is." zegt Mika.
En natuurlijk gaat Lynn er weer op in. Wat een eindeloze discussie wordt.
"Ga je mee?" vraag ik aan Xam.
Hij knikt en we lopen om de jongens heen naar binnen. "Waar is lokaal honderdtien?" vraagt Xam.
"Geen idee." antwoordt ik. "Denk niet dat ik al die lokalen onthoud."
De school heeft twee verdiepingen en lange gangen, en de cijfers lopen soms een beetje door elkaar wat het lastig maakt een lokaal te vinden. Meestal weet je alleen welk vak er wordt gegeven, maar zelf let ik nooit echt op het lokaal nummer. Samen lopen we de trap op in de gang aan de rechter kant zien we bordjes met 111.
"Deze gang moet het zijn." zeg ik wijzend naar het bordje. We lopen twee lokalen verder en op de deur hangt het bordje 113. Ik open de deur, een ijzige kou komt me tegemoet.
"Het is hier echt koud." merk ik rillend op. In het lokaal staan acht bedden. Vier aan elke kant.
"Hoe denken ze dat we met dertien personen in acht bedden passen?" vraagt Xam geërgerd.
"Misschien staat hiernaast iets." suggereer ik. Ik loop naar het lokaal aan het einde van de gang en kijkt naar binnen. "Hier staan zes bedden." roept ik naar Xam.
"Welke kant is beter?" vraagt Xam. "Nu hebben we een keus."
Ik wenk hem terwijl ik het lokaal in loop. Aan de rechter kant van het lokaal staat een lange tafel met een rood kleed erover heen. Erop staan borden, glazen en bestek. "Nemen we deze kamer?" vraag ik Xam.
"Is goed." antwoord Xam.
Mijn koffer leg ik op het laatste bed dat in de hoek staat. Als ik mijn koffer open rits springt hij gelijk open. Ik pak mijn slaapzak eruit en leg die naast mijn koffer op het bed neer. De rust word verstoord door Adam die het lokaal binnen komt rennen. "Wat doe je?" vraag ik Adam terwijl ik hem onderzoekend aankijk.
"Ik wilde hier als eerste zijn." zegt hij terwijl hij de deur met de sleutel op slot draait. Al snel hoor ik gebonk tegen het smalle raampje naast de deur. Ook ik hoor iemand heel hard lachen. Die lach herken ik uit duizenden. Hazel lacht om alles en als ze begonnen is, komt ze er ook moeilijk uit. Adam staat lachend voor het raam naar Hazel te kijken. Ik ga naast Adam staan en zie dat Mika achter Hazel is komen staan.
"Doe die deur open!" roept Mika geërgerd.
"Wat wil je hier ga doen zonder jouw tas?" vraag ik aan Adam.
"Elisabeth! Doe de deur open!" roept Mika.
"Niet doen." zegt Adam.
"Je bent echt kinderachtig." zeg ik tegen Adam. En ik maak de deur open. Hazel strompelt lachend het lokaal binnen en pakt mijn arm vast. "Blijf vooral ademen." zeg ik tegen Hazel. Rustig komt ze weer op adem. Lynn en Manouk komen druk pratend het lokaal binnen.
"Slaap je ook hier?" vraag ik aan Hazel. Als ze weer op adem is gekomen knikt ze. Samen lopen we naar Xam. Hij heeft zijn bed al op gemaakt en net zijn tas onder zijn bed geplaatst. Hazel zet haar spullen op het bed tegenover mij.
"Wie weet wat we vanavond gaan eten?" vraagt Lynn.
"Pizza!" roept Xam.
"Ja, tuurlijk." antwoord Mika sarcastisch.
"Welk lokaal gaan jullie slapen?" vraag ik aan de anderen.
"Ik slaap wel hier." lacht Jayden terwijl hij zijn sporttas op een van de bedden gooit. Hij is net samen met Ronan binnen komen lopen.
"Ik ga even naar de wc." zeg ik tegen Xam.
"Oke." antwoord hij zonder op of om te kijken.
Voorzichtig baan ik me een weg tussen mijn klasgenoten door. Op de gang is het stil, het enige wat ik hoor zijn mijn laarzen die de vloeren raken.
Als ik langs lokaal 113 komen kijk ik even naar binnen. Binnen staan Lorenz en Lex te praten. "Zijn Chloe en Sariema er nog niet?" vraag ik verbaasd.
"Nee, zover ik weet niet." antwoord Lorenz.
Ik kijk op mijn horloge. Half zes. Wat zouden ze aan het doen zijn? vraag ik mij af. Lorenz en Lex laat ik weer alleen en loop verder naar de wc. Het is apart. De lege hal zonder al het gegil van de eerste jaars en boze vierdejaars die schreeuwen dat ze hun kop moeten houden. Het licht knippert net als ik de wc binnen ga.
"Scary." mompel ik tegen mezelf. De wc is te stil. Eerst check ik of alle wc-hokjes leeg zijn voordat ik me een beetje ontspan. Sinds dat ik die film had gezien met de scene in de wc, heb ik een ongemakkelijk gevoel in een stille wc. In die scene dacht ze alleen te zijn, maar ze wist niet dat de moordenaar op de wc-pot stond te wachten om haar in stukjes te snijden.
De ring toon van mijn mobiel weergalmt door de wc heen. Ik kijk op mijn mobiel. Onbekend.
"Hallo?" vraag ik als ik mijn mobiel opneem.
Aan de andere kant blijft het stil. Totdat ik opeens zachtjes gehijg hoor.
"Wie is dit?" vraag ik niet bepaald onder de indruk.
"De dood komt je halen." zegt een dreigende zware stem.
Een frons verschijnt op mijn gezicht. Een paar namen komen al in mijn hoofd op wie dit zou kunnen zijn.
Weer hoor ik zwaar gehijg gevolgd door een lach.
"Erg grappig, probeer volgende keer niet meer te lachen." zeg ik sarcastisch.
Ik verbreek de verbinding en stop mijn mobiel weer in mijn zak.
Als ik even later de wc weer uit kom bots ik bijna tegen Hazel op.
"Gaat alles goed?" vraagt ze.
"Ja waarom niet." antwoord ik terwijl we samen terug naar de klas lopen.
"Xam had jou net toch gebeld?" vraagt Hazel.
"Ja, maar mij krijgt hij echt niet zo snel bang." zeg ik op scheppend.
Een gil ontsnapt uit mijn keel als ik plots een hand op mijn schouder voel. Hazel reageert op mijn gil door ook te gillen.
Geschrokken kijk ik achterom en zie Adam staan.
"Je moest wel schrikken." is Adams reactie.
Ondanks dat ik zo geschrokken was moet ik toch wel lachen. Met zijn drieën lopen we het lokaal weer in.
"Waar zijn Chloe en Sariema eigenlijk?" vraag ik aan Hazel.
Mijn vraag wordt beantwoord door Lorenz die naar achter mij wijst.
"Het eten is er!" roept Lorenz.
Ik kijk om en zie Chloe die plastic tasjes omhoog houd, naar binnen lopen. Daarachter loopt Sariema lachend met een stapel pizza dozen in haar armen. Als hongerige beesten valt iedereen aan. Rustig wacht ik tot iedereen wat heeft gepakt voordat ik wat voor mezelf pak. Op mijn bord ligt een pizza punt en patat. Ik loop terug naar mijn bed mijn koffer neemt nog steeds alle plaats in beslag. Mijn bord zet ik voorzichtig op mijn slaapzak zodat ik mijn koffer van bed kan halen. In kleermakerszit ga ik op mijn bed zitten. Xam komt tegenover me zitten.
"En heb je nog iets leuks te vertellen?" vraag ik Xam terwijl ik mijn bord op mijn schoot leg.
Lachend kijkt hij me aan. "Oh mijn God! Ja, ik ben gister naar de stad geweest en weet je wie ik daar tegen kwam?" Terwijl hij me de details verteld eet ik rustig mijn patat op.
Ik zie er tegen op om het stuk pizza te eten omdat ik weet dat dan mijn hele gezicht onder zal zitten. Bijna niets van Xam zijn verhaal dringt tot me door. Door mijn gedachten hoor ik niks van wat hij zegt. Maar ik wordt uit mijn gedachten gehaald door Lynn die naast Xam op bed ploft.
"Heb je al gehoord dat we een opdracht hebben?" vraagt Lynn zuchtend.
" Hoe bedoel je een opdracht?" vraag ik verward.
"Ze laten ons niet eens plezier hebben." zegt Lynn geïrriteerd.
"Ik bedoel of je uit kan leggen wat we moeten doen." zeg ik.
Lynn haalt haar schouders op. "Ik weet het niet precies, Mika heeft het."
Wat 'het' betekend weet ik niet precies, maar daar kom ik vast snel achter. Ik leg mijn bord naast me neer en sta op.
"Mag ik jouw stuk?" vraagt Xam.
"Ga je gang." antwoord ik.
robinblom
Nieuw
Nieuw
Berichten: 1
Lid geworden op: 28 aug 2014 14:12

Het blijft mij lievelings verhaal. Je hebt geweldige verhalen ga zo door en je komt er wel. Zolang je maar in je eigen kunnen en doen geloofd ;)
Aislin
Potlood
Potlood
Berichten: 50
Lid geworden op: 19 sep 2013 18:56

Hoofdstuk II

Ik loop op Mika af die bij de tafel met een stuk papier in zijn handen staat.
"Wat is dat." vraag ik aan Mika.
Hij kijkt op van het papier. "Ze denken dat we nog kleuters zijn." zegt hij en overhandigd mij het papier.
Bovenaan staat er met grote letters speurtocht. Meteen valt mij een regel op: "Als jullie de zoektocht volbrengen krijgt ieder van jullie een tien voor elk vak."
"Heb je dit al gelezen?" vraag ik Mika.
"Wat?" vraagt Mika niet erg geïnteresseerd.
Ik wijs de regel aan die ik zojuist had gelezen.
"Hey jongens!" roept Mika naar de rest van de klas. Iedereen gaat gewoon door met waar ze mee bezig zijn. "Koppen dicht!" schreeuwt Mika. Al snel is iedereen stil.
Ik lees de brief voor: "Om middernacht zullen jullie op zoek gaan naar aanwijzingen die jullie naar nieuwe aanwijzingen zullen leiden. De aanwijzingen zullen bestaan uit formules, verschillende talen, raadsels, opdrachten en codes. Jullie zullen een speurtocht voor een kinderpartijtje verwachten, maar dat zal jullie tegenvallen. Als jullie de zoektocht volbrengen krijgt ieder van jullie een tien voor elk vak.. Veel succes." met een zucht eindig ik de brief.
"En wat is onze eerste aanwijzing dan?" vraagt Lynn.
"Als ik het weet ben je de eerste die ik het zal vertellen." antwoord ik Lynn.
Iedereen gaat we verder met eten. Ik hoor Lex nee roepen en Jayden lachen. Lex zijn gezicht zit onder de mayonaise. Lex vloekt, maar dat zorgt ervoor dat Jayden nog harder gaat lachen. "Doe is even normaal." zegt Hazel tegen Jayden en Lex. Ronan en Mika zijn erbij gaan staan en lachen. Lex heeft zijn gezicht al weer schoon geveegt.
Ik vestig mijn aandacht weer op het stukje papier. Zonder mijn ogen van het papier af te halen ga ik op de tafel achter mij zitten. Het antwoord moet hier gewoon inzitten. De zinnen lees ik opnieuw en opnieuw. Om middernacht, aanwijzingen die jullie naar nieuwe raadsels zullen leiden. De woorden blijven in mijn hoofd hangen. Ik kijk naar de klok die boven de deur hangt. Bijna half negen. Om twaalf uur is het middernacht, dan zullen we de aanwijzing vinden maar hoe?
" Weet je al iets?" vraagt Ronan.
De rest is al klaar met eten en bezig met het opruimen onder leiding van Lynn en Manouk.
"Middernacht, om twaalf uur zullen we een aanwijzing vinden maar ik weet nog niet hoe of waar." zeg ik licht gefrustreerd.
"Misschien kan ik je helpen." stelt Ronan voor die naast me op tafel komt zitten. " Misschien heeft het iets met de klok te maken." suggereert Ronan.
"Het enige wat ik zou kunnen bedenken is dat er iets achter de klok zit of in de klok. Al lijkt in de klok een beetje ver gezocht." zeg ik. Als door een bij gestoken spring ik van de tafel af wat enige aandacht trekt.
"Hebben jullie wat gevonden?" is Jaydens eerste reactie.
"Misschien." antwoord Ronan.
Ik heb een stoel nodig om bij de klok te kunnen en in dit lokaal staat niks wat daar op lijkt. Zonder iets te zeggen laat ik Ronan achter bij de rest die hem bestoken met vragen. Eigenlijk verbaast dat mij wel. Normaal zouden mijn klasgenoten niet zo actief bezig zijn met een speurtocht. Misschien komt het wel door de prijs die eraan vast zit. Sommige mensen hier hebben die tienen maar al te hard nodig.
De deur van het lokaal om de hoek zit op slot. Meer geluk heb ik bij het volgende lokaal, die is wel open. Met een zwaai gaat de deur open. Met mijn hand ga ik over de muur op zoek naar de lichtschakelaar. Ik voel het plastic onder mijn vingers en schakel het licht aan. Een lamp aan het eind doet het nog de rest zijn allemaal kapot.
De lamp geeft me net genoeg licht om te zien dat hier niemand in een lange tijd is geweest. Niet alle lokalen worden gebruikt, omdat er weinig leerlingen zijn en er niet genoeg geld is om alles te vernieuwen. Dit gedeelte van het gebouw wordt eigenlijk ook bijna nooit gebruikt. Hier komen dus eigenlijk nooit leerlingen, behalve als je er echt iets te zoeken hebt. Als ik naar binnen stap ruik ik de muffe geur van het lokaal. Het enige wat er instaat zijn stapels dozen en een paar opgestapelde tafels en stoelen. Ik loop naar de opgestapelde stoelen. Op het moment dat ik mijn vingers om het koude metaal sla springt de laatste lamp kapot.
"Shit." scheld ik. Waarschijnlijk kijk ik teveel horrorfilms, maar je weet nooit wie je vanuit het donker kan bespringen. Snel til ik de stoel van de stapel af en loop met grote passen naar buiten.
In de klas zet ik de stoel op de grond en ga erop staan. De stoel wankelt een beetje, maar het lukt me om er op te blijven staan. De klok is groot en ik denk daarom ook best zwaar. Makkelijk kom ik bij de klok mijn vingers zijn dun genoeg om achter de klok te kunnen. Daardoor heb ik ook een betere grip. De meeste klokken moet je eerst omhoog duwen en dan trekken. Dus dat is ook precies wat ik ga proberen. Met moeite duw ik de klok omhoog de stoel begint een beetje te wankelen.
Grijnzend kom ik tot de conclusie dat mijn klasgenoten doodstil zijn.
Kalm wacht ik totdat de stoel weer stil staat dan begin ik aan de klok te trekken. Het lijkt alsof hij helemaal vast geroest is. Plotseling schiet de klok los en ik verlies bijna mijn evenwicht. Ik sta nog steeds te vechten om mijn evenwicht terug te krijgen als ik gegil hoor. Sariema begint muis te schreeuwen, waarna Chloe en Hazel ook begin te gillen. Er wordt gerent en iemand stoot tegen mijn stoel aan. De stoel schiet onder mij vandaan. Met de klok in mijn rechterhand val ik naar achter. Het lijkt meer op vliegen dan op een val.
Op zo'n moment gebeurt alles heel snel. Het piepende geluid van de stoel die weg schuift, het gegil van een paar van mijn klasgenoten, mijn armen die door de lucht spartelen.
Maar dan lijkt alles in slow motion te gaan. Al snel nader ik de grond. Een paar centimeter boven de grond gaat alles weer in de normale snelheid.
Met een smak kom ik op de grond terecht. Niet zo hard als ik waarschijnlijk van zo hoog was gevallen, maar toch schiet het door mijn rug en ik voel hoe de lucht uit mij longen wordt geperst. Paniekerig hap ik naar lucht, maar mijn longen lijken zich maar niet te willen vullen. Tranen schieten in mijn ogen en ik krijg het steeds benauwder. Ik ben net een vis op het droge die geen adem meer kan halen.
Vaag hoor ik mijn klasgenoten geschrokken mompelen, niet wetende wat te doen. De wereld klinkt zo ver weg en alles begint steeds waziger te worden. De pijn in mijn keel wordt steeds sterker. Mijn ogen worden verblind door een fel wit licht. Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat ik vaag iemand hoor zeggen dat het nog niet mijn tijd is. De stem is vrouwelijk, zacht en moederlijk. Het felle witte licht wordt vervangen door een oneindige zwartheid. Langzaam komen de kleuren weer terug en ik voel hoe mijn longen zich vullen met lucht. Een piepend geluid komt uit mij terwijl ik naar lucht blijf happen. De wereld begint weer terug te komen. De kleuren worden vormen, ik begin weer vaag geluiden te horen. Waarna de vormen mensen worden en de geluiden stemmen.
Iedereen kijkt geschrokken, maar volgens mij hebben ze geen besef van wat er net gebeurt was. Heb ik dat eigenlijk wel? Misschien dat ik ze weer allemaal zie vliegen.
Mika en Manouk zie ik nu naast mij zitten. "Ze kan weer ademen." hoor ik Manouk verkondigen. Hier en daar slaakt iemand opgelucht een zucht, maar verder blijft iedereen gespannen. "Gaat het?" vraagt Manouk.
Het enige wat ik over mijn lippen krijg is gekreun.
"Kom we tillen haar op een bed." stelt iemand voor.
"Nee, ze moet zo blijven liggen totdat ze zelf iets kan zeggen." zegt Mika.
Voor een tijdje blijf ik zuurstof happen totdat ik eindelijk weer normaal kan ademen. Met mijn onderarmen probeer ik mezelf omhoog te duwen. Mika en Manouk helpen me omhoog en wankelend lopen we naar een bed en ik ga erop zitten.
"Wat gebeurde er?" vraagt Lynn.
"Iemand kwam tegen de stoel aan toen die muis er was en toen schoof de stoel onder mij vandaan." antwoord ik met een trillende stem. Mijn hele lichaam trilt van de adrealine.
"Er was helemaal geen muis." zegt Lorenzo en houd een speelgoed muisje omhoog. "Sorry."
Mijn blik valt op de klok die op de grond ligt. Eromheen liggen scherven van het glas.
"Gaat het?" vraagt Manouk.
Ik wist dat ik zou liegen als ik ja zou zeggen. Maar nee zeggen wil ik niet. "Ja, het gaat wel." Manouk komt naast me zitten. Ronan pakt de klok op en geeft hem aan mij. Ik draai de klok om en tot mijn teleurstelling zit er niks achter de klok.
"Niks." zegt Hazel teleurgesteld.
"Misschien zit er iets in." zegt Adam hoopvol.
"Ga je gang zou ik zeggen." zeg ik en ik geef hem de klok.
Adam haalt een zakmes uit zijn broekzak en begint de schroeven los te draaien. Een beetje verveeld wacht iedereen tot Adam klaar is. Mijn gevoel zegt al dat er niks in zal zitten. En zoals gewoonlijk heeft mijn gevoel weer gelijk. Er zit niks in de klok.
"Wat nu?" vraagt Lex zenuwachtig.
Ik kijk hem aan. "Wachten tot twaalf uur dan maar." zeg ik zuchtend.
Iedereen gaat weer verder met waar die mee bezig was. Af en toe vragen sommige hoe het gaat. Ik sta op en loop weer terug naar mijn bed om die op te maken. Nog steeds ben ik een beetje van slag. In het vervolg moet ik echt voorzichtiger zijn. Ik pak mijn grijze mummie slaapzak van mijn bed en leg hem lang uit op bed neer. Met een zucht plof ik op mijn bed neer. Mijn koffer trek ik naar me toe en haal mijn licht blauwe pyjama eruit, die ik netjes naast mijn kussen neer leg.
Een akelige vermoeidheid bekruipt me. Mijn horloge geeft aan dat het tien uur is. In foetus houding ga ik op mijn bed liggen met mijn gezicht naar de muur. Nooit kan ik slapen als het herrie is. Ik maak me dus ook geen zorgen dat ik nu in slaap zal vallen. Het enige wat ik moet doen is even liggen dan zal het vast wel weer beter gaan.
"Ben je oké?" hoor ik Xam vragen.
Langzaam draai ik me om.
"Ja, het is niks ik ben alleen een beetje moe." Iedere keer dat ik mijn hoofd beweeg krijg ik een brandend gevoel in mijn voorhoofd.
"Nu, al moe!" zegt Xam. "Je moet nog een hele nacht." Met moeite luister ik naar Xam zijn woorden.
"Ik weet het. Daarom heb ik er behoefte aan om nu even te liggen." zeg ik terwijl ik me weer omdraai. Mijn lichaam ontspant steeds meer, het luide gepraat en gelach begint steeds doffer te klinken. Langzaam glip ik weg.

Zwetend schrik ik wakker in mijn bed. Het was allemaal zo vreselijk, zo angstaanjagend. Ik sluit mijn ogen en zie alles weer opnieuw gebeuren.
De lege school hal, ik begin te lopen. Door het smalle raam bij elk klaslokaal zie ik iedere keer een of meer leerlingen staan. Schreeuwend voor hulp, de angst die op hun gezicht stond geschreven was zo vreselijk. Ik loop tot aan het einde van de gang en ga de hoek om. De deur van de conciërge was open. Met een hart kloppend in mijn keel loop ik naar binnen.
"We hebben gewacht." echoot een stem door de ruimte. " Te lang, te lang." Een trap leid naar beneden. Beneden is het te donker om iets te zien. Een wit licht vormt zich om mij heen. Dat geeft me de kracht om naar beneden te lopen. Mijn witte licht geeft een vage gloed door de ruimte. Genoeg om te zien dat er iemand aan de muur zit vast geketend. Ik loop dichterbij ik moet weten wie het is. Mijn hand plaats zich op de schouder. Ze draait zich om.
Mijn hart maakt een sprong als iemand me wild heen en weer schud. Verschrikt open ik mijn ogen. Het is Xam. Ik open mijn mond om wat te zeggen, maar het enige wat eruit komt is een gil. Het duurt even voordat het tot me door dringt dat de gil niet van mij was.
An-Sofietje
Potlood
Potlood
Berichten: 44
Lid geworden op: 20 jul 2014 22:01

Jeeeeeej :D :)
Nieuw verhaaltje :D
Ik zie dat je heel veel rekening gehouden hebt met de tips en feedback van anderen :D ik vind het heel mooi, maar het meeste heb ik al gelezen in je vorige verhaal. Ik wacht op een volgend stukje :)
Aislin
Potlood
Potlood
Berichten: 50
Lid geworden op: 19 sep 2013 18:56

Hoofstuk III


"Wat was dat?" vraag ik terwijl ik opspring. Zonder op antwoord te wachten ren ik het lokaal uit. Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat de gil uit het meisjes toilet kwam. Als een gek storm ik het meisjes toilet binnen. Binnen vind ik Hazel, Chloe en Sariema die van schrik nog een gil vrijlaat.
"Waarom gilde je?" vraag ik Sariema hijgend. Achter me gaat de deur open. Mika, Lorenz en Adam wachten in de deuropening.
"Zie je het dan niet zitten." vraagt Sariema duidelijk geïrriteerd.
"Nee, wat zou ik moeten zien zitten Sariema?" vraag ik zuchtend.
"Die spin!" ze wijst naar de spiegel die boven de wasbak hangt.
Mika en Adam beginnen te lachen. Wat ik best kan begrijpen. Dat kleine beestje, niet groter dan een regendruppel.
Mika, Lorenz en Adam beginnen stomme opmerkingen te maken over de spin en hoe bang meisjes zijn voor spinnen.
Als ik weer terug loop naar mijn lokaal beginnen de beelden van mijn droom door mijn hoofd te vliegen. Die angst, die wanhoop, en dan het mysterieuze meisje. Ik heb veel gehoord over dromen die echt gebeuren.
Kop dicht Elisabeth! Zoiets zou nooit kunnen gebeuren. Toch? Peinzend loop ik naar het computerlokaal. Misschien dat ik iets kan vinden. Ik schakel een computer aan en ga op een stoel zitten.
Al snel is de computer opgestart. Zo te zien heb ik geluk. Het internet doet het wat op deze school wel vaak uit kan vallen. Op Google typ ik voorspellende dromen in. Als resultaat allemaal onderzoeken naar dromen. Op Wikipedia vind ik dingen als Nostradamus die had ook voorspellende dromen en schreef ze in verwarrende geheimtaal op. Op een andere site vind ik iets over overdag kleine dingen hebben die je aangevoeld hebt. Waarvan je voelde dat ze zouden gebeuren. Snel schakel ik mijn computerscherm uit. Peinzend bijt ik op mijn lip. Hoe meer ik erover begin na te denken hoe bekender het klinkt. Ben ik raar? Dat is nog wel mijn onbelangrijkste vraag. Wat als mijn droom echt voorspellend is wat gebeurt er met mijn klas?
De lach van Sariema haalt me uit mijn gedachten.
"Wat doe jij nou hier?" vraagt Chloe op haar quasi verbaasde toon.
"O, niks even iets checken." zeg ik vluchtig "Wat zijn jullie aan het doen?"
Ze kijken elkaar aan en schieten in de lach terwijl ze arm in arm verder lopen.
"Oke..." mompel ik verbaasd terwijl ik opsta. Diep in gedachten loop ik terug naar de klas.
In het lokaal zitten Manouk en Lynn op bed een tijdschrift te lezen. Jayden en Ronan staan bij de deur met elkaar te praten. De rest zal vast ergens door de school heen dwalen.
"Hey." begroet ik Manouk en Lynn.
"Waar was je?" vraagt Lynn.
"Ik was even wat opzoeken." antwoord ik zo nonchalant mogelijk.
"Wat nieuws gevonden?" vraagt Manouk.
Ik schud mijn hoofd. "Nee, nog niet."
"Ik snap echt niet waarom we die stomme speurtocht moeten doen." klaagt Manouk.
"Ik zeg anders geen nee tegen wat extra tienen." zegt Lynn.
"Alsof jij die zo hard nodig hebt." zegt Manouk.
Mijn horloge geeft aan dat het tien voor twaalf is. Nog niet zolang en dan is het twaalf uur. Misschien dat ik het aan de rest moet vertellen, maar ze zullen me nooit geloven. De twijfel maakt me gek.
Ik haal een flesje water uit mijn koffer en draai de dop eraf. Lusteloos neem ik een paar slokjes en draai dan de dop er weer op. Het flesje leg ik op mijn bed en sta op. Gespannen loop ik naar de deur. Waar zijn de anderen? Vraag ik me af. Mijn vraag wordt beantwoord door Xam die lachend tegen me aan botst.
"Ga poepen jij!" roept Hazel die achter Xam aan komt lopen.
Ik kijk op mijn horloge. "Nog twee minuten." zeg ik terwijl ik op de tafel ga zitten.
"Waar zijn de anderen?" vraagt Ronan.
Op dat moment komen Mika, Adam, Lex en Lorenz het lokaal in gelopen. Boven hun gepraat en gelach uit hoor ik een geluid.
"Wees eens stil!" roep ik naar mijn klasgenoten.
De jongens stoppen met praten, maar lachen nog een beetje.
"Wat is er?" vraagt Lorenzo.
"Ik hoor iets." antwoord ik.
Het klinkt als een wekker. En het komt onder mij vandaan. Ik spring van de tafel en kijk er onder. Met ducktape zit een kleine wekker vast getapet aan de tafel. Ik trek de wekker van de tafel en kruip er weer onder vandaan.
"Een wekker." merkt Mika minachtend op.
Op de achterkant van de wekker zit een briefje geplakt.
"To refresh, to cool it down. Blow it out, here and now." lees ik voor.
"En wat betekend dat nou weer?" vraagt Jayden.
"Als je haar even de tijd geeft." zegt Manouk die erbij is komen staan .
here and now... Dat zal vast betekenen dat het hier is. iets wat het frisser maakt en het uit blaast. "Adam, geef me je zakmes eens." In dit lokaal zitten drie lucht schachten, een boven de deur en twee op de muur naast de deur.
"Wat ga je ermee doen?" vraagt Adam die aarzelend zijn zakmes geeft.
Ik schuif de wankelende stoel waar ik eerder vandaag vanaf ben gevallen onder de deur. "Kan een van jullie de stoel vast houden?" vraag ik. Xam gaat aan een kant staan en houd de stoel vast.
Ik stap op de stoel als ik zeker weet dat Xam hem goed vast heeft. Met het zakmes van Adam draai ik de vier schroeven los. Een voor een geef ik de losse schroeven aan Jayden tot de laatste er uit is. Voorzichtig haal ik het rooster er vanaf en geef die aan Mika. In de lucht schacht is het te donker om iets te zien.
Zonder iets te hoeven zeggen reikt Xam zijn mobiel naar mij.
Ik pak zijn mobiel en schijn in de lucht schacht. Het is stoffig en vies, maar de witte envelop valt erg op tussen de bruine stof. Met mijn arm ga ik in de lucht schacht en pak de envelop.
"Hebbes." zeg ik triomfantelijk. Ik ruil de envelop voor het rooster en plaats die weer op het gat. Snel draai ik alle schroeven vast benieuwd naar wat er in de envelop zit.
Mika kon niet wachten met de envelop te openen want als ik naar hem kijk zie ik dat hij de envelop al geopend heeft. Zonder hulp spring ik van de stoel en loop naar Mika. Hij trekt een raar gezicht als hij naar het papier kijkt.
"Wat staat er?" vraagt Jayden.
Ik probeer over Mika's schouder heen mee te kijken. Het is niet in gewone letters geschreven.
"Wat is dit?" vraagt Mika. "Heeft een kind dit geschreven."
Ik pak de brief uit zijn handen en bekijk de letters. Het zijn rune tekens. Nooit verwacht dat ik zoiets ooit nog zou moeten gebruiken. Misschien zou zelfs mijn latijn lessen van pas komen. Buiten school om leer ik thuis ook nog voor latijn. Niet altijd maar soms als ik er tijd voor heb. "Wat is het Elisabeth?" vraagt Adam die tegenover mij staat. "Ik kan aan je gezicht zien dat je het weet." Op dat moment Sariema binnen.
"Waar is Chloe?" vraagt Hazel aan Sariema.
"Ik dacht dat ze ging douchen." antwoord Sariema.
Als iedereen weer gerust gesteld is wordt de aandacht weer op mij en de brief gericht.
"Het zijn rune tekens." zeg ik.
Het blijft een stil totdat Lynn de stilte verbreekt. "Kan je het lezen?"
De rune tekens zijn met blauwe inkt op wit papier geschreven die ze op een of andere manier bruin hadden willen maken.
"Niet helemaal we kunnen het opzoeken op de computer." antwoord ik.
"Wat heb ik gemist?" vraagt Sariema. Hazel praat haar bij terwijl we naar de computers lopen. In het computer lokaal staat nog steeds mijn computer aan. Ik ga zitten en typ Google in. Het laden duurt lang totdat er uit eindelijk een error pagina tevoorschijn komt.
"Het internet doet het niet." legt Adam.
"Ja, dat zie ik ook wel." zeg ik.
"Wow wow rustig." zegt Adam lachend.
Peinzend kijk ik naar de brief. "Ik zou het kunnen proberen maar het zal wel langer duren dan met de computer." zeg ik.

Mijn klas stemt in en iedereen behalve Xam, Ronan en Jayden gaan terug naar het lokaal. Het eerste teken kan ik ontcijferen wat een 'S' is. Onderaan de brief zet ik een stip voor elke rune en plaats de 'S' op de goede plaats. De jongens praten over van alles en nog wat, maar ik ben te gefocust om er maar een woord van te verstaan. Een tijd puzzel ik en doe mijn best om de tekens te herinneren. Maar het lukt me niet alle rune tekens te ontcijferen.
"Jongens luister dit heb ik al." zeg ik. "Schijn .et .ijn .ee. o. jou nee. Bij de ..ou. .o schoon .e is als een d.oo."
"En nu in het Nederlands." zegt Ronan.
Voor elke letter die ik niet heb vul ik een punt in. Van .et maak ik met waardoor .ijn mijn wordt. Door alles in te vullen krijg ik een volledig gedicht.
"Schijn met mijn peer, op jou neer. Bij de vrouw zo schoon, ze is als een droom." Lees ik voor. Bij het woordje droom schieten de beelden weer door mijn hoofd.
"En wat betekend dat?" vraagt Jayden.
"Iets met licht en een vrouw." antwoord ik afwezig. Een beeld of schilderij van een vrouw schilderijen zijn er genoeg. Door de gangen van de school hangen allemaal schilderijen. Sommige gemaakt door leerlingen en sommige waarvan ik het niet weet. Op jou neer, dus van boven af. Een peer... Fruit?
"Wacht ik weet het!" zeg ik en spring op uit mijn stoel. "Een peer die schijnt een gloeilamp is toch een peer." ratel ik.
"Dus we moeten opzoek naar een lamp?" vraagt Xam ongelovig.
"Of naar een schilderij van een vrouw." zegt Ronan.
"Juistem." zeg ik.
Ronan lacht tevreden en staat ook op.
"Zullen we beneden beginnen?" vraagt Xam.
"Beter boven." antwoord ik ongemakkelijk.
We lopen het lokaal uit en beginnen aan het eind van de gang met het bekijken van schilderijen. Tot aan het andere eind van de gang hebben we nog niks gevonden wat op een vrouw leek. We lopen de hoek om waar geen schilderijen op de muur hangen. We gaan nog een keer de hoek om deze gang is maar de helft van de andere gang. Aan het einde hangt een schilderij dat ik nog nooit gezien heb. Niet dat ik vaak in deze gang kom omdat die doodloopt.
Een jonge vrouw in een mooie middeleeuws uitziende jurk. De jongens hebben nog geen woord gezegd. Voorzichtig til ik het schilderij van de haak.
Xam gilt. Verschrikt draai ik me om. Tot mijn opluchting waren het Adam en Mika die Xam hadden laten schrikken.
"Niet grappig!" reageert Xam boos tegen de anderen.
Ik kijk op de achterkant van het schilderij, maar geen envelop, niks.
"Wat hebben we hier." Adam pakt het schilderij en houd het in de lucht.
"Voorzichtig!" roep ik bang dat het kapot gaat. Dan valt mijn oog op de achter kant van het schilderij.
Adam haalt het schilderij weer naar beneden.
"Nee, wacht ik denk dat ik iets zag." zeg ik. "Hou het tegen het licht."
Adam houd het schilderij tegen het licht in. De achterkant van het schilderij is lichtbruin. Aan de mooie donker houten lijst en de achterkant zie ik dat het een oud schilderij is. Het licht schijnt een beetje door het schilderij heen maar aan de linker kant zit een rechthoekige donkere plek.
"Wat zie je?" vraagt Adam. Adam geeft het schilderij aan mij en ik leg het voorzichtig op de grond.
"Er zit niks achter het schilderij." zeg ik terwijl ik zoek voor een losse plek. "Er zit iets in." Adam overhandigt me zijn zakmes.
"Thanks." Voorzichtig maak ik een sneetje aan de linker kant en onderkant. Net groot genoeg om de envelop eruit te halen. De envelop is lichtbruin alsof hij oud is. Ik open de brief.

Hoofdstuk IV


"Liefste Armandon,
Mortimer heeft verteld dat het een ongeluk was. Dat je niet anders kon. Vader en moeder zeggen dat het jouw schuld is. Maar dat geloof ik niet. Elke dag denk ik aan wat er was gebeurd. Het had nooit zo moeten gaan. We zouden nu samen moeten zijn. Ergens waar ze ons niet kunnen vinden. Maar nu zit ik hier en schrijf ik jou deze brief. Getrouwd met de man waar ik niet van houd. Ik zou nooit iemand anders mijn hart kunnen toe vertrouwen. We kunnen dit niet meer doen. Ik kan het niet meer. Als vader het ons ooit zou ontdekken. Mijn liefste met deze brief zeg ik gedag. Mijn hart is voor altijd de jouwe. En we zullen altijd samen zijn. Waar je ook bent ik ben bij je.
Liefs Constance." Zuchtend lees ik de brief voor.
"Wat is dat klef." merkt Mika op.
"Dat is wat je noemt ware liefde." zeg ik standvastig. "Ik denk niet dat dit bij de zoektocht hoort." zeg ik de brief bekijkend.
"Wat zit er in die lamp?" Xam wijst naar de lamp boven mijn hoofd.
Aan de lamp zit een papiertje geplakt.
"Dat is de zoektocht." zeg ik lachend.
Het schilderij hang ik weer op aan de haak en loop weg met de brief.
"Wat met het briefje in de lamp?" vraagt Xam.
"Dit is veel interessanter." zeg ik de brief omhoog houdend.
Met grote passen loop ik naar het computer lokaal. Hopend dat het internet het weer doet. Ik typ Google in en heb geluk, het internet doet het weer. Wat eigenlijk best apart is, maar ik wil er niet over na denken.
In de zoekbalk typ ik 'Constance'. Geen resultaten.


"Wacht, probeer het school adres eens." stelt Xam voor. Hij buigt over me heen en typt het school adres in.
Een Wikipedia pagina over onze school staat boven aan. Ik klik de pagina aan en het beeldscherm vult zich met tekst.
Sinds 1813 woont de rijke familie Meddeltin op dit adres. Vader, moeder en drie dochters. 1826 de jongste dochter werd verliefd op een jongen van lager klasse. Haar vader had voor haar een man uitgezocht van goede afkomst. Met wie ze na haar zestiende verjaardag zou trouwen. Niemand weet wat er verder precies is gebeurt. De vader en moeder zijn verhuist met hun twee dochters. Waar hun jongste dochter en haar man waren wist niemand. Het huis is daarna in verschillende handen geweest totdat het tot een school werd gemaakt. Op Wikipedia staat nog een foto van een schets van het huis. Het lijkt veel op onze school.
"En nu?" vraag ik. "Wat gaan we nu doen?"
"Ik heb ooit wat gehoord over een geheime gang die leid tot een derde verdieping." zegt Ronan.
"Dat is maar een gerucht." zegt Jayden tegen Ronan.
Met stomheid geslagen kijk ik haar aan. Dat dat me nog nooit is opgevallen. De school is hoog genoeg voor drie verdiepingen misschien zelfs wel vier. "Dan gaan we die zoeken." zegt ik duidelijk vrolijk.
"Ik denk dat we het beste kunnen beginnen bij het schilderij." stelt Ronan voor.
De rest stemt in en we gaan weer terug naar het schilderij.
Het bovenste gedeelte van de muur is rood geverfd en vanaf het midden is het donker bruin hout. Ik ga op mijn knieën zitten en klop op het hout. Zoals ik had verwacht klinkt het hol. Lachend kijk ik achterom. De reling van het hout pak ik vast en trek. De jongens komen naast me staan en helpen met trekken. Het hout geeft een beetje mee.
"Drie, twee, een." telt Xam af.
Op een trekken we samen hard aan het hout. Met zijn vieren vallen we achterover op de grond met het stuk hout bovenop ons. Tegelijk duwen het stuk hout van ons af en staan op. Een doorgang van een halve meter breed en een halve meter hoog staart me aan.
"Ik moet nog even iets pakken." zeg ik. Ik kijk op mijn horloge en zie hoe hij van 0.59 overspringt naar 13.00. Op dat moment valt het licht uit gevolgd door Xams overdreven harde gil.
In het donker zie ik hoe een voor een het licht van de mobiels aanspringen.
"Dit is raar." mompelt Jayden.
"Wat is raar?" vraagt Xam "Naast het feit dat het licht zomaar is uitgevallen.
"Op mijn mobiel staat 13.00." antwoord Jayden.
"Ja, en?" zelf snap ik ook niet wat hier zo raar aan is.
"Digitaal hoort er na 24.00, 1.00 te staan." legt Jayden uit.
"oh.." zeg ik. Wat stom dat ik daar niet op was gekomen. Eigenlijk best eng.
"Creepy." merkt Xam op.
Dan schiet me ineens iets te binnen. Een dag eerder had ik een rugtas meegenomen naar school met daarin mijn voorbereiding spullen. Voor het geval zoiets als dit zou gebeuren.
"Ik heb een tas met zaklampen bij me." zeg ik.
Met behulp van het vage licht van de mobiels lopen we naar mijn kluisje. Uit mijn kluisje haal ik een zwarte rugtas. Uit de tas haal ik vier zaklampen en geef ze aan de jongens.
"Heb je dit altijd in je kluisje zitten?" vraagt Jayden terwijl hij de zaklamp aan probeert te krijgen.
"Natuurlijk." antwoord ik sarcastisch.
Uit de tas haal ik nog drie walkietalkies en deel ze uit.
"Hoe kom je hier eigenlijk aan?" vraagt Ronan terwijl hij de walkietalkie aanpakt.
"Ik ben gewoon graag voorbereid." antwoord ik nonchalant.
"Misschien moeten we ook even bij de anderen gaan kijken." Stelt Xam lachend voor.
Hoeveel jaar heb ik wel niet gehoopt op een mysterie om op te lossen. Ik heb mezelf zoveel getraind door dingen te lezen en te bekijken.
De tas rits ik dicht en doe hem op mijn rug. Gelukkig zijn de zaklampen fel zodat we veel licht hebben. We lopen naar het lokaal. Binnen zie ik het licht van een paar mobiels.
"Hoe komen jullie aan zaklampen?" vraagt Lorenz.
"Vraag maar niet." antwoord ik. "Hier zijn nog drie zaklampen." Mijn zaklamp leg ik op tafel en rits mijn tas open. Uit de tas haal ik drie zaklampen en drie walkietalkies.
Lorenz, Mika en Lynn pakken een zaklamp en walkietalkie.
Met mijn zaklamp schijn ik door het lokaal. Benauwd kom ik tot de conclusie dat Chloe er niets is. "Waar is Chloe?" vraag ik wetend dat ze hier niet is.
"Ik dacht dat ze bij jullie was." zegt Lynn.
"Schijn niet in mijn ogen!" zegt Mika zeurend als Lynn door het lokaal schijnt.
"Wie gaan Chloe zoeken en wie gaan naar boven." vraag ik.
"Ik weet niet of je het gemerkt heb, maar we zijn al boven." zegt Lorenz.
"We hebben een geheime trap gevonden." zegt Xam enthousiast.
"We zijn precies met twaalf dus twee teams van zes?" stel ik voor.
"Ik ga Chloe wel zoeken." oppert Sariema op die zich duidelijk schuldig voelt.
"Ik ga met je mee." zegt Hazel.
"Ik ga ook wel met jullie mee." zegt Mika.
"Wij ook." zegt Xam die ook voor Lynn spreekt.
Iedereen kijkt Lex aan. "Waarom ik jongen?" vraagt Lex "Waarom niet..."
"Ga nou maar gewoon Lex" onderbreekt Manouk hem "Autist."
"Oke, jullie gaan Chloe zoeken. Blijf iniedergeval in groepjes van twee. Met ieder groepje een zaklamp en walkietalkie." leg ik uit.
Iedereen wisselt zaklampen uit en zodat het aantal per groep gelijk is daarna maken we twee tallen.
We wensen elkaar succes en splitsen dan op. Met mijn groepje loop ik naar de gang. Mijn hart bonst als een gek.
"Wie gaat er als eerst?" vraagt Manouk.
Het blijft stil.
"Ronan wilt wel."zegt Jayden die Ronan naar voren duwt.
Ronan kijkt om naar Jayden die hem lachend aan staat te kijken.
Ik stop mijn zaklamp in Ronans handen.
Zonder te protesteren gaat Ronan op zijn knieën zitten en schijnt met de zaklamp naar binnen. Voorzichtig kruip hij naar binnen.
Als hij binnen is volg ik hem. Eenmaal binnen ga ik staan en klop het stof van mijn broek. Ik volg de lichtstraal die Ronan over de muren schijnt. We staan in een gang het bovenste gedeelte van de muur is goud gekleurd en de onderkant is net zoals in de andere gangen donker hout. Aan de muren hangen oude schilderijen en een paar lantaarns.
"Heb je toevallig ook vuur bij je?" vraag ik Adam die na mij door het gat naar binnen is gekropen.
Triomfantelijk haalt hij een blauwe aansteker uit zijn zak. Terwijl de rest naar binnen kruipt steek Adam de dichts bijzijnde lantaarn aan.
In deze gang bevinden zich twee deuren een aan het einde van de gang en een aan de rechterkant.
Het licht van de lantaarn werpt een mysterieuze gloed op de muren.
Als iedereen in de gang staat begint Adam naar de volgende lantaarn te lopen.
De vloer kraakt onder ons gewicht.
Naast een van de twee deuren hangt nog een lantaarn die Adam aansteekt.
Met een bonzend hart leg ik mijn hand op de deurklink. Even werp ik nog een snelle blik achterom waarna ik de deurklink naar beneden druk en de deur open duw.
Ik wacht totdat Adam naar binnen schijnt voordat ik naar binnen stap.
Mijn hart klopt zo hard dat ik het gevoel krijg dat hij eruit wil.
Naast de deur opening hangt nog een lantaarn die Adam aansteekt.
Aan mijn rechterkant staat een grote kast met daarnaast een kaptafel. En aan de linker kant staat een groot tweepersoons bed. Dit is duidelijk de kamer van de ouders. Dat is te zien aan de twee schilderijen van een man en vrouw die elk aan een kant van het bed hangen.
De andere volgen mij de kamer in. Waarschijnlijk is de kamer van Constance boven.
Ik loop de gang in en dankzij het licht van de lantaarns kan ik een beetje zien waar ik loop. De deurklink van de deur aan het eind van de gang druk ik naar beneden en probeer hem te openen. De deur blijft gewoon op zijn plaats. Met al mijn kracht trek ik aan de deur. Hij geeft geen centimeter mee. Waarschijnlijk zit de deur op slot.
Het licht van een zaklamp schijnt op de deurklink. Onder de deurklink zit een sleutelgat wat mij niet eerder was opgevallen. Achter me staat Manouk met een zaklamp.
"De deur zit op slot. Maar misschien ligt de sleutel in de grote slaapkamer." zeg ik teleurgesteld.
"Ik heb hier zo geen zin in." begint Manouk "Ik had beter gewoon thuis kunnen blijven."
"We zijn hier nu eenmaal niks aan te veranderen." zeg ik afwezig en loop langs haar heen terug naar de grote slaapkamer.
"De deur zit op slot misschien dat hier een sleutel ligt." zeg ik tegen mijn klasgenoten. Sommige zitten gespannen en sommige verveeld, ergens in de kamer.
Omdat niemand reageert loop ik zelf naar de kaptafel en check de lades. Het enige wat de lades vult is stof. En in de kast ligt naast de stof alleen een oude jurk en wat stukken stof die waarschijnlijk voor een andere jurk bestemd waren geweest.
Als ik naar een van de nachtkastjes loop struikel ik bijna over een plank die een beetje los zit. Ik kan me nog net aan het bed opvangen. Allebei de kastjes zijn leeg.
"Ik heb op alle logische plaatsen gekeken maar ik kan niks vinden." zucht ik. Teleurgesteld laat ik me naast Jayden en Mika op bed vallen.
"Kijk dan op de onlogische plaatsen." zegt Jayden.
Ik kijk hem aan en veer overeind. Dat is het! Kijk op de onlogische plaatsen.
"Thanks." zeg ik met nieuwe hoop. "Kan iemand me helpen met die kast?"
"Jah." zegt Ronan terwijl hij opspringt.
Samen met Adam en Ronan probeer ik de kast te verplaatsen. Ik kijk over mijn schouder en zie dat Lorenz maar een beetje toe zit te kijken.
"Je mag heus wel helpen hoor." zeg ik tegen hem.
Zuchtend staat hij op en helpt de kast te verschuiven.
"Ik wist dat er niks zat." mompel ik als ik achter de kast kijk.
"Waarom hebben we dan die kast versleept?!?" zegt Ronan quasi beledigt.
"Omdat ik op de onlogische plaatsen moet zoeken." antwoord ik diep in gedachten.
Dan schiet me ineens iets te binnen. Vastberaden loop ik naar de kaptafel en kijk eronder. Een grote glimlach verschijnt op mijn gezicht als ik een envelop aan de onderkant van de kaptafel zie. Nieuwsgierig pak ik de envelop en open het. In de envelop zit de sleutel die hopelijk op de deur past.
Triomfantelijk hou ik de sleutel om hoog.
"Eindelijk kunnen we verder." zegt Mika die de hele tijd op het bed was blijven zitten.
Verwachtingsvol ren ik haast naar de deur toe.
Met gemengde gevoelens steek ik de sleutel in het slot en draai de sleutel om. De klik van het openspringende slot klinkt als muziek in mijn oren. Met moeite trek ik de deur open. Het licht van Manouks zaklamp schijnt naar binnen. Het licht van de zaklamp onthuld een trap. Ongecontroleerd wil ik naar boven lopen, al mijn eigen regels vergetend. Maar ik word bij mijn arm gepakt. Geschrokken draai ik me om.
"Niemand gaat alleen." zegt Adam.
"Sorry, helemaal vergeten. Ik ben gewoon zo nieuwsgierig. Ik wil weten wat er gebeurt is. Dit is beter dan een film, een liefdes tragedie waar niemand vanaf weet. Die wij gaan ontdekken." Ratel ik opgewonden aan een stuk door.
De rest is al achter ons komen staan. Opgewonden begin ik de trap op te lopen, met mijn handen tegen de muur omdat er geen trapleuning is.
De trap kraakt nog harder dan de vloer.
Bijna boven zet ik mijn voeten op dezelfde trede. Een gil ontsnapt uit mijn mond als ik met mijn voeten door de trap zak. Ik verlies mijn evenwicht en val naar voren. Mijn gezicht komt op de rand van de bovenste trap terecht. Een brandend gevoel schiet door mijn enkel die vast zit in de trap. Hijgend van de schrik duw ik me overeind en probeer mijn voet uit de trap te trekken. Ronan die achter me loopt helpt me en ik krijg mijn voet eruit.
"Gaat het?" vraagt Ronan.
Ik ga bovenaan de trap zitten en wrijf over mijn enkel. "Ja, alleen mijn enkel doet een beetje pijn." antwoord ik. Steun zoekend bij de muren sta ik op. Ik loop verder zodat de rest ook de gang in kan. Met Ronan op mijn hielen loop ik naar de achterste deur. De deurklink is zo heet dat ik hem los moet laten.
"Auw!" Ik moet me inhouden om niet te vloeken. Op dat moment proef ik bloed. Met mijn vingers ga ik over mijn lippen. Het licht van de zaklamp vertoond het bloed op mijn vingers. Waarschijnlijk heeft de val op de trap mijn gezicht open gehaald.
De mouw van mijn jack trek ik over mijn hand. Zo probeer ik de deurklink aan te raken. Snel duw ik de deurklink naar beneden en trek de deur open. Voor me verschijnt nog een trap die naar boven leid. "Kijk je deze keer uit." grapt Ronan.
"Doe ik toch altijd." reageer ik. Voorzichtig loop ik de trap op. Veilig komen Ronan en ik boven aan. Wanneer we boven aankomen valt de deur achter ons dicht.
Plaats reactie

Terug naar “Het Duistere Complot”