GOLGOTHA

[Rudi J.P. Lejaeghere]

Golgotha 1

Ik heb ze allemaal gezien
de wit gebleekte beenderen
zelfs deze van de kinderen
niets werd mij nog ontzien

stil staarden holle hoofden
ontheiligd leeg verweesd
hun tanden bloot bevreesd
voor wat het vlees beloofde

voor wat geweest is treur ik
nooit was morgen ooit zo dood
als in m'n dromen ween ik

om de onschuld en het rood
van hun gestorte bloed bid ik
aan het kruis in stervensnood.

Golgotha 2

…en het woord werd lichaam
bitter als gal
en zoet als lever
voor hem die de verlossing predikt
weet hoe de mens
zijn uitgesproken smaken heeft
nog voor men eet
en dronken is van bloed
vergeet men hen
die op een schaal
zijn aangeboden
de macht van de onmacht
wedergeboren
in de vergetelheid
van de morgen
de kus van de dood
ruikt verschrikkelijk
naar rotte rozen.

Golgotha 3

Wie zal de aarde erven

of het is de zaaier die oogst
op een woestenij

wie zal het kind vertellen
van de schuld
die op hem rust
als het scherp van een bijl

wie wil het wagen
om te kijken
en de toekomst te zien

in het brakke water,
in de lucht die brandt,
in de ogen van het beest
dat won.

Golgotha 4

Hoe zullen we hem noemen
het wezen dat is opgestaan
dat moord verkondigt
en geweld verheerlijkt

Hoe zullen we hem dopen
in de naam van welke god
leeft hij op het karkas
van zijn medemens

Hoe zullen we overleven
onder de stroom van het kwaad
het bloed kleeft rood
als het oog van het monster

als zijn naam

de antichrist.

© Rudi J.P. Lejaeghere
11/09/2014