Hopelijk hebben jullie iets aan het commentaar en de punten om jullie een beeld te geven van hoe deze schrijfwedstrijd in elkaar zit en doen jullie volgend jaar mee!
De wachter
De diepten van zijn kap verhulden de trekken van de man. Hij zat in kleermakerszit op zijn stok die in de grond gestoken was; zijn handen waren in de mouwen van zijn mantel verborgen. Het meisje stapte dichterbij en probeerde onder zijn kap te kijken, maar de duisternis week niet.
Hij was er verbaasd over dat ze nu al zelf kon lopen. De laatste keer dat hij haar had gezien was ze een baby geweest, haar gezicht blauw aangelopen van de navelstreng die zich om haar hals had gewikkeld. Nu liep er een grote snee over haar gebruinde voorhoofd; bloed druppelde in haar nieuwsgierige ogen. Haar vuile kleren verborgen blauwe plekken en zelfs een paar gebroken ribben. De oorlog die in de wereld woedde had zijn sporen op haar lijf achtergelaten.
Ze leek er geen last van te hebben: haar blik gleed onbezorgd van hem naar de poort die een paar voet achter hem stond. Drie treden liepen naar een simpel uitziende boog, gemaakt van grijs gesteente. De lucht in de poort kolkte, golfde en verkleurde.
Ze deed een stap naar de poort toe, maar zijn uitgestoken arm versperde haar de weg. Met een frons tussen haar bebloede wenkbrauwen keek ze naar hem op.
“Wat is er achter de poort?” vroeg ze.
“Bloemen zonder kleuren, dieren zonder ogen, monsters zonder hart.”
Ze glimlachte een stralende lach naar hem die hij hier niet vaak zag. “Dan zal ik er maar niet doorheen gaan.”
Huppelend verdween ze in de verte. Hij keek haar na, wetend dat ze terug zou komen. Iedereen deed dat. Er was geen ontsnappen aan.
Het duurde lang voordat hij haar weer zag. Ze liet sporen van bloed achter, één voor elke doorgesneden pols. Haar jeugdige trekken waren vervangen door die van een jonge vrouw en de eerdere wond op haar voorhoofd was nu een rafelig litteken. Haar ogen stonden afstandelijk. Pas toen ze vlak voor hem stond vonkte het leven erin op. Ze staarde hem lange tijd aan voordat ze iets zei.
“Ik had het me toch niet verbeeld,” mompelde ze in zichzelf. “Je bent echt.”
“Het enige echte in jouw wereld.”
Een hoog gejank deed haar met een ruk achterom kijken. In de verte galoppeerden wezens die vaag iets weghadden van paarden. Hun lijven waren silhouetten, de enige kleur in de duisternis waren hun gloeiend rode ogen en beenwitte tanden. Donkere manen golfden achter hen aan.
Ze keek hem smekend aan; de angst was duidelijk in haar donkere ogen te lezen. “Mag ik door de poort heen?”
“Daar is alleen maar schaduw zonder licht, verdriet zonder vreugde. Je moet je nachtmerries temmen voordat ik je er doorheen laat. Je wil er niet eens doorheen.”
“Zou ik dan dit doen?” Ze stak haar armen omhoog. Haar bloed stroomde met elke hartslag haar lichaam uit. “Ik wil weg! Er is niets meer wat me aan de wereld bindt.”
“Je wil aandacht en dat is je gelukt. Hoor je ze niet om je roepen?”
Ze wilde haar hoofd schudden, maar haar ogen schoten wijd open toen ze in de verte een vage stem haar naam hoorde roepen. “M-m-oeder?”
Met een verdwaasde blik op haar gezicht strompelde ze in de richting waar het geluid vandaan kwam. De nachtmerries kwamen steeds dichter naar haar toe. Ze besteedde er geen aandacht aan, maar bleef lopen. Hij bleef niet kijken hoe ze haar moeder zou omhelzen: er was een ander aan de poort verschenen. Iemand die er wel doorheen mocht.
Ze was veel te snel weer terug. Hij had verwacht haar gebogen naar de poort te zien strompelen, maar er was nog niet eens een grijze haar in haar donkere haren te vinden. Ze grijnsde triomfantelijk naar hem. De bloederige streep in haar nek grijnsde mee.
“Ik heb je offers gestuurd. Heb je ze ontvangen?”
Hij knikte. Elk zogenoemd offer had een jaap over het voorhoofd gehad, op precies dezelfde plek als haar litteken. “Waarom heb je ze gestuurd? Ik ben geen god, ik hoef geen aanbidders.”
Ze lachte schamper. “Natuurlijk ben jij geen god: jij bent hoger dan dat. Jij bent de enige waarheid in het universum. Niemand kan jou ontlopen. Ik wilde de schoonheid van je meedogenloosheid eren. Jammer dat niet iedereen het er mee eens was, mijn nek is wel eens beter geweest.” Ze duwde haar hoofd naar achteren, zodat de wond verder uitrekte.
“Je hebt met je nachtmerries afgerekend.”
Hij zag ze achter haar staan. De gloed in hun ogen was gedoofd en hun eens scherpe tanden waren afgeplat. Er was nog steeds duisternis in ze, maar ze joegen haar geen angst meer aan. Ze stak haar hand uit en aaide er een over de manen. Het wezen hapte naar haar. Lachend trok ze haar hand terug.
“Je moet je angsten in de ogen kijken, dan overwin je ze. Kom, vertel me eens wat er achter de poort zit.”
Hij glimlachte. Het was eindelijk tijd voor haar. “Rust. Vreugde. Licht. Alles wat je in de mensenwerelden niet gegund werd.”
“Dat klinkt goed.”
Ze deed een stap naar voren toe en wierp even een zijlingse blik op hem, maar hij hield haar niet meer tegen. Eén voor één liep ze de treden op. Haar ogen begonnen te stralen. Vlak voor de poort bleef ze stilstaan en stak haar hand uit. Ze streek het kolkende binnenste opzij alsof het een gordijn was en zette de laatste stap. De poort sloot zich achter haar.
Hij richtte zijn blik weer naar voren, waar een nieuw iemand voor hem was verschenen. De dood stopte niet.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Puntengemiddelde: 7.47
Eindrangschikking: 79
Punten en jurycommentaar
Marieke Frankema
Punten op taal: 9.2
Punten op verhaal: 9.7
Commentaar: Mooi verhaal, fijn!
Thirza Meta
Punten op taal: 7.5
Punten op verhaal: 5.7
Commentaar: Mooi verteld, vlotte stijl, goed verweven. Pas woordkeuze beter aan! Let op interpunctie!
Mel Hartman
Punten op taal: 9
Punten op verhaal: 8.5
Commentaar: Origineel!
Yves Joris
Punten op taal: 7.4
Punten op verhaal: 4.7
Commentaar: Taal is ok, maar ik mis het doel van je verhaal, waar je naartoe wil.
Alex de Jong
Punten op idee: 6
Punten op uitvoering: 7
Commentaar: Kort. Te kort, want eigenlijk is dit wel leuk. Als is het niet spannend, je vertelt mooi. Met een spannend verhaal wat mooi begint, midden en eind, zou je hoger scoren!