Jonkvrouwe Jodie (naar: -Ochtenddrank- door Artikel)
Geplaatst: 03 aug 2012 22:08
We hadden een vrolijke conversatie over het verhaal van Artikel, toen Jodie mij uitdaagde het verhaaltje op te schrijven. It is done. Enjoy.
-CLAIMER: Alle gebeurtenissen in dit verhaal zijn gebaseerd op de realiteit. Alles wat er gezegd wordt is de mening van de auteur én de karakters die in het verhaal voorkomen. Er zijn dieren gewond geraakt bij de productie van dit verhaal, vooral koeien (ik heb vandaag rund gegeten). Overeenkomsten met fictieve karakters is geheel bedoeld. Het ongewenst kopiëren en verspreiden van dit product is gewenst en geheel legaal. Derde partijen mogen met de eer pronken.
---
Een felle bliksemschicht kliefde door de hemel terwijl de grijze wolken in de lucht zich samenvoegden. De lucht was nog droog, maar de regen was in aantocht.
Terwijl mensen van terrasjes vluchtten en de plotseling opgestoken wind de vele parasols deed omwaaien werd de deur van de kroeg ‘Het Utrechtse Paard’ ruw opengetrapt.
In de deuropening stond onze Held, Christian Damen, beter bekend als Heer Christian, van het Huis van Damen. Zijn haren wapperden op de wind en zijn goddelijke lichaam leek een soort eigen aura uit te stralen. De vrouwen om hem heen bleven als betoverd stilstaan, hun ogen gericht op de aantrekkelijke verschijning die zojuist de straat op was gestapt. Niets kon hen doen wegkijken, hun ogen waren gefixeerd op het lonkende achterwerk van de Prins.
In zijn armen droeg Heer Christian een bewusteloze jonge vrouw. Het slanke lichaam van de donkerblonde dame hing slapjes in zijn sterke armen, en haar gezicht ging verscholen achter een grote bos haar.
Een plotselinge windvlaag waaide de haren opzij, en het beeldschone gezicht van jonkvrouwe Jodie van Liechtenstein werd zichtbaar. Ze werd geroemd in heel het land om haar charmante verschijning, en menig man had zijn hart aan haar verloren. Zij had hen echter allemaal afgewezen, geen man was goed geweest voor de ‘ijsprinses’.
Met grote passen haastte Heer Christian zich naar het kabbelende beekje dat zich heel toevallig direct tegenover de kroeg bevond. Zachthandig legde hij de jonkvrouwe neer op het natte gras, en hij gebruikte het water uit het beekje om het washandje, dat hij zeer toevallig bij zich had voor onvoorziene omstandigheden, te bevochtigen. Met het natte washandje depte Heer Christian zachtjes het voorhoofd van Vrouwe Jodie, en al snel opende zij haar heldere ogen.
Heer Chris keek in de ogen van Vrouwe Jodie, en Vrouwe Jodie keek in de ogen van Heer Chris. En een vonk sloeg over...
-CLAIMER: Alle gebeurtenissen in dit verhaal zijn gebaseerd op de realiteit. Alles wat er gezegd wordt is de mening van de auteur én de karakters die in het verhaal voorkomen. Er zijn dieren gewond geraakt bij de productie van dit verhaal, vooral koeien (ik heb vandaag rund gegeten). Overeenkomsten met fictieve karakters is geheel bedoeld. Het ongewenst kopiëren en verspreiden van dit product is gewenst en geheel legaal. Derde partijen mogen met de eer pronken.
---
Een felle bliksemschicht kliefde door de hemel terwijl de grijze wolken in de lucht zich samenvoegden. De lucht was nog droog, maar de regen was in aantocht.
Terwijl mensen van terrasjes vluchtten en de plotseling opgestoken wind de vele parasols deed omwaaien werd de deur van de kroeg ‘Het Utrechtse Paard’ ruw opengetrapt.
In de deuropening stond onze Held, Christian Damen, beter bekend als Heer Christian, van het Huis van Damen. Zijn haren wapperden op de wind en zijn goddelijke lichaam leek een soort eigen aura uit te stralen. De vrouwen om hem heen bleven als betoverd stilstaan, hun ogen gericht op de aantrekkelijke verschijning die zojuist de straat op was gestapt. Niets kon hen doen wegkijken, hun ogen waren gefixeerd op het lonkende achterwerk van de Prins.
In zijn armen droeg Heer Christian een bewusteloze jonge vrouw. Het slanke lichaam van de donkerblonde dame hing slapjes in zijn sterke armen, en haar gezicht ging verscholen achter een grote bos haar.
Een plotselinge windvlaag waaide de haren opzij, en het beeldschone gezicht van jonkvrouwe Jodie van Liechtenstein werd zichtbaar. Ze werd geroemd in heel het land om haar charmante verschijning, en menig man had zijn hart aan haar verloren. Zij had hen echter allemaal afgewezen, geen man was goed geweest voor de ‘ijsprinses’.
Met grote passen haastte Heer Christian zich naar het kabbelende beekje dat zich heel toevallig direct tegenover de kroeg bevond. Zachthandig legde hij de jonkvrouwe neer op het natte gras, en hij gebruikte het water uit het beekje om het washandje, dat hij zeer toevallig bij zich had voor onvoorziene omstandigheden, te bevochtigen. Met het natte washandje depte Heer Christian zachtjes het voorhoofd van Vrouwe Jodie, en al snel opende zij haar heldere ogen.
Heer Chris keek in de ogen van Vrouwe Jodie, en Vrouwe Jodie keek in de ogen van Heer Chris. En een vonk sloeg over...