Welkom,
Mijn naam is Cas Buijs, zestien jaar. Wist je dat er geheime wereld bestaat? Deze wereld is droom noch werkelijkheid. Leven noch dood. De wereld waar ik het over heb, heet de tussenwereld. De tussenwereld is een plek waar mensen heengaan, als hun leven aan een zijden draadje hangt, bijvoorbeeld als ze in coma liggen. Maar meer later daarover, eerst nog een paar feiten:
1. Veel dingen uit dit verhaal zijn gebaseerd op mythen en legenden, dus als je denkt dat ik misschien iets heb gestolen van een ander, kan dat zijn dat dat verhaal op hetzelfde gebaseerd is.
2. Het verhaal bestaat uit zeven chapters, plus epiloog en proloog
3. De personages zijn gebaseerd op de tarotkaartset.
4. In dit verhaal zal er af en toe een link staan naar een sfeervol achtergrondmuziekje, aan jouw de keuze of je er naar luistert of niet.
Alvast veel leesplezier.
PROLOOG
Hoofdstuk 1: Het begin, niets meer, niets minder.
Waarom doet het zo veel pijn om te lachen? Raven betreurde deze gedachte. De gevangenis was afschuwelijker dan men altijd vertelde. De muren kwamen op je af, zo noemde men dat. Hij kon er niet uit, waarom niet!? Hij had werk te doen! Snapten die idioten niet dat de wereld in gevaar was? Hij moest iedereen redden, veilig in de armen van de lieve heer zelve. Zijn kruistocht maakte hem kapot, dacht hij vaak. Hij leefde nu al drie jaar in dezelfde cel. Maar wat verschilde het met buiten? Hij had geen geld, geen familie, geen identiteit. Hij was Raven, en hij leefde in de schaduwen. Als hij zijn missie van de heer niet gekregen had, kon hij hier net zo goed blijven. Zijn dag van zijn vrijlating was vandaag, dan zou hij zich weer bij zijn bondgenoten kunnen voegen, en kon hun plan voltooid worden. Twan had alle voorbereidingen gepleegd, en Metus was al gestationeerd. Wat maakte het uit dat zijn gezicht onder schrammen en littekens zat? De klok tikte tergend langzaam, en Raven deed moeite zich onder controle te houden. Hij ging het plan in zijn hoofd keer op keer naar, hij wist dat er iets fout zou gaan, alleen kon hij die fout niet ontdekken. Misschien moest hij de hulp van Nexus inroepen, gewoon voor de zekerheid. Toen hij die mogelijkheid aan het overwegen was, werd plotseling de celdeur geopend. De norse, dikke cipier stond in de deuropening. ‘Meekomen freakshow,’ zei hij bars. ‘Je mag gaan.’ Na een paar uur stond Raven weer op straat, hij had de vrijheid gemist, die hem had gelokt vanuit zijn cel. Mara het was niet zoals hij had verwacht, de wereld was klam en dood. Hij voelde geen wind, geen emotie, hij was leeg.
WORDT VERVOLGD...
The key to succes
-
Christian Damen
- Toetsenbord

- Berichten: 2110
- Lid geworden op: 19 jun 2012 01:37
Ok dit is naar :S
Vlak voordat de site offline ging had ik een behoorlijk grote post met comments erop gegooid.... :(
Vlak voordat de site offline ging had ik een behoorlijk grote post met comments erop gegooid.... :(
Suppose you toss a coin enough times
Suppose one day, it lands on its edge
Suppose one day, it lands on its edge
Een nieuw vernieuwd stukje van het proloog, dat hierna nog twee of drie stukjes krijgt, om alle personages te introduceren
Ik heb geprobeerd alle adviezen op te volgen, ik hoop dat je het leuk vind. Hier de introductie van de eerste drie personages, geef ze een warm welkom! Ik presenteer u:
Magician, Chariot and Emperor
Twee dagen later…
Een heerlijk hete zomerdag, ouderen kletsen gezellig voor de kerk, koppels wandelen in het park en duiven baden in de fontein.
Geen wolkje in de lucht, geen school, geen werk en het belangrijkste: Geen stress. Maar dat geldt niet voor het groepje jongeren in de bus die langzaam richting het bos rijdt. Het groepje is redelijk nerveus, maar op een goede manier. Alle tien weten ze niet dat ze samen voor een groter doel bestemd zijn, ze denken enkel dat ze op een rustige vakantie gaan. Een jongen met korte blouse en spijkerbroek opent een folder van zijn zojuist gewonnen vakantie.
‘Dit is echt ziek, nietwaar Lance?’ zei hij, terwijl hij de grote jongen naast hem aantikt. Lance was een stuk groter dan de andere jongen, knap en gespierd. Hij droeg een zonnebril en een zwart strak T-shirt, met een licht gescheurde spijkerbroek die goed bij zijn uiterlijk paste. Zijn haar was wild met gel bewerkt en ook al overschaduwde hij de andere jongen met zijn uiterlijk, zijn persoonlijkheid was kalm en waakzaam, in tegenstelling tot de andere hyperactieve jongen.
‘Zeker weten,’ zei Lance, en hij krulde zijn lippen voor het eerst tot een glimlach. Zijn gezicht zat onder de baardstoppels en zijn adamsappel was duidelijk te zien.
‘We dumpen onze kleren in onze kamer, en dan gaan we meteen het zwembad in!’ zei de drukke jongen op en neer wippend.
‘Is al goed Larry,’ zei Lance grinnikend. ‘Jezus man, het is maar een vakantie.’
‘Máár een vakantie!?’ riep Larry verontwaardigd. ‘Dit is sleutelslot! Het was eerst van een of andere rijke Pipo, maar die is nu de pijp uit en het is ons vakantieoord! Er zijn hot springs, een zwembad, een meer, een lux klein restaurantje, een glazen salon, zelfs een sterrenkoepel!’
Larry benadrukte het laatste extra veel. Larry was kleiner dan Lance, met bruin warrig haar en een mager postuur. Lance kende Larry al jaren, en hij was zijn beste vriend. Larry was afschuwelijk nieuwsgierig en een beetje een angsthaas, maar dat werd gecompenseerd door zijn aardige karakter en zijn brandende passie om journalist te worden. Lance herinnerde zich toen Larry zich op school had aangemeld voor de schoolkrant, die daarna zo dik als een telefoonboek was geworden, met beschamende feiten over leerlingen en leraren. Ze hadden in een deuk gelegen toen ze beide een week lang na moesten blijven. Voor de rest maakte aan een stuk door foto’s, en als hij iets interessants zag, schreef hij het meteen op in een kladblok dat hij altijd bij zich droeg.
‘Wel vreemd dat we allebei dezelfde prijs hebben gewonnen toch?’ ging Larry door. ‘Ik ben benieuwd wie de andere acht gelukshebbers zijn, ik hoop dat zij er een is,’ zei hij wijzend op een blond meisje achter hem.
‘Blijf dromen makker,’ zei Lance.
De jongen voor hen had al die tijd niet bewogen, en draaide zich plotseling om. De jongen had wild en los donkerblond haar, heldergroene ogen en opvallend veel schrammen en littekens op zijn gezicht, maar dat sierde hem meer dan dat het lelijk was.
‘Hebben jullie ook al die prijs gewonnen?’ begon hij.
Larry knikte. ‘Jij ook dan?’
‘Waarom zou ik het anders vragen?’ zei de jongen met een brutale ondertoon.
‘Ik ben Mike,’ zei hij, zichzelf op de borst kloppend. ‘Jullie?’
Ze noemden hun namen.
‘Lance en Larry, komen jullie uit Engeland?’ vroeg Mike.
‘Devon,’ zei Larry bruusk.
‘Wel gaaf toch? Dat slot is al eeuwenoud, er is zelfs een trainingsruimte!’ ging Mike door.
‘Inderdaad,’ zei Larry. ‘Het heeft iets weg van een avontuur vind je niet?’
Larry greep het kladblok. ‘Eens zien, drie tieners, dezelfde bestemming. Toeval? Ik dacht het niet!’
Lance sloeg een hand voor zijn gezicht. ‘Alsjeblieft Larry, dit is geen Indiana Jones.’
Mike gniffelde. ‘Ik geef je groot gelijk Lance, kom op, we gaan naar de trainingsruimte en dumpen deze loser.’
Een flits van woede schoot de ogen van Lance en hij greep Mike bij zijn kraag en trok hem over zijn stoel. ‘Hij is geen loser, begrepen?’
Mike werd niet afgeschrokken. ‘Ik zeg en denk wat ik wil, laat me los wil je?’
Lance duwde Mike terug over de leuning, Larry zei niets. De woorden van Mike waren dan wel leeg en op niets gebaseerd, Larry voelde zich geraakt, hij wilde niet in de schaduw van Lance staan. De bus stopte bij een grote zwarte ijzeren poort en de deuren van de bus openden zich. Mike stond als eerste op en liep de bus uit, zonder Lance en Larry een blik waardig te gunnen. Larry staarde naar de achterkant van de stoel. ‘Zit er niet zo mee,’ zei Lance tegen Larry. ‘Kop op, ik knoop wel een gesprek met een meisje aan in het slot voor je.’ Larry klaarde meteen op.
‘Bedankt man.’ Ze stonden beiden op, maar deinsden naar achteren toen een beeldschoon meisje met goudblonde krullen passeerde. Haar persoonlijkheid en zelfvertrouwen waren als een onzichtbaar krachtveld om haar heen, je was wel gek met haar te sollen. Ze gaf Larry een ijzige blik en knipoogde naar Lance. Ze liep door, gevolgd door een timide jongen die haar als bediende volgde.
‘Jij hebt ook altijd geluk hiermee!’ riep Larry verontwaardigd. Lance grinnikte en ze stapten de bus uit, dit wordt een interessante vakantie.
WORDT VERVOLGD....
Magician, Chariot and Emperor
Twee dagen later…
Een heerlijk hete zomerdag, ouderen kletsen gezellig voor de kerk, koppels wandelen in het park en duiven baden in de fontein.
Geen wolkje in de lucht, geen school, geen werk en het belangrijkste: Geen stress. Maar dat geldt niet voor het groepje jongeren in de bus die langzaam richting het bos rijdt. Het groepje is redelijk nerveus, maar op een goede manier. Alle tien weten ze niet dat ze samen voor een groter doel bestemd zijn, ze denken enkel dat ze op een rustige vakantie gaan. Een jongen met korte blouse en spijkerbroek opent een folder van zijn zojuist gewonnen vakantie.
‘Dit is echt ziek, nietwaar Lance?’ zei hij, terwijl hij de grote jongen naast hem aantikt. Lance was een stuk groter dan de andere jongen, knap en gespierd. Hij droeg een zonnebril en een zwart strak T-shirt, met een licht gescheurde spijkerbroek die goed bij zijn uiterlijk paste. Zijn haar was wild met gel bewerkt en ook al overschaduwde hij de andere jongen met zijn uiterlijk, zijn persoonlijkheid was kalm en waakzaam, in tegenstelling tot de andere hyperactieve jongen.
‘Zeker weten,’ zei Lance, en hij krulde zijn lippen voor het eerst tot een glimlach. Zijn gezicht zat onder de baardstoppels en zijn adamsappel was duidelijk te zien.
‘We dumpen onze kleren in onze kamer, en dan gaan we meteen het zwembad in!’ zei de drukke jongen op en neer wippend.
‘Is al goed Larry,’ zei Lance grinnikend. ‘Jezus man, het is maar een vakantie.’
‘Máár een vakantie!?’ riep Larry verontwaardigd. ‘Dit is sleutelslot! Het was eerst van een of andere rijke Pipo, maar die is nu de pijp uit en het is ons vakantieoord! Er zijn hot springs, een zwembad, een meer, een lux klein restaurantje, een glazen salon, zelfs een sterrenkoepel!’
Larry benadrukte het laatste extra veel. Larry was kleiner dan Lance, met bruin warrig haar en een mager postuur. Lance kende Larry al jaren, en hij was zijn beste vriend. Larry was afschuwelijk nieuwsgierig en een beetje een angsthaas, maar dat werd gecompenseerd door zijn aardige karakter en zijn brandende passie om journalist te worden. Lance herinnerde zich toen Larry zich op school had aangemeld voor de schoolkrant, die daarna zo dik als een telefoonboek was geworden, met beschamende feiten over leerlingen en leraren. Ze hadden in een deuk gelegen toen ze beide een week lang na moesten blijven. Voor de rest maakte aan een stuk door foto’s, en als hij iets interessants zag, schreef hij het meteen op in een kladblok dat hij altijd bij zich droeg.
‘Wel vreemd dat we allebei dezelfde prijs hebben gewonnen toch?’ ging Larry door. ‘Ik ben benieuwd wie de andere acht gelukshebbers zijn, ik hoop dat zij er een is,’ zei hij wijzend op een blond meisje achter hem.
‘Blijf dromen makker,’ zei Lance.
De jongen voor hen had al die tijd niet bewogen, en draaide zich plotseling om. De jongen had wild en los donkerblond haar, heldergroene ogen en opvallend veel schrammen en littekens op zijn gezicht, maar dat sierde hem meer dan dat het lelijk was.
‘Hebben jullie ook al die prijs gewonnen?’ begon hij.
Larry knikte. ‘Jij ook dan?’
‘Waarom zou ik het anders vragen?’ zei de jongen met een brutale ondertoon.
‘Ik ben Mike,’ zei hij, zichzelf op de borst kloppend. ‘Jullie?’
Ze noemden hun namen.
‘Lance en Larry, komen jullie uit Engeland?’ vroeg Mike.
‘Devon,’ zei Larry bruusk.
‘Wel gaaf toch? Dat slot is al eeuwenoud, er is zelfs een trainingsruimte!’ ging Mike door.
‘Inderdaad,’ zei Larry. ‘Het heeft iets weg van een avontuur vind je niet?’
Larry greep het kladblok. ‘Eens zien, drie tieners, dezelfde bestemming. Toeval? Ik dacht het niet!’
Lance sloeg een hand voor zijn gezicht. ‘Alsjeblieft Larry, dit is geen Indiana Jones.’
Mike gniffelde. ‘Ik geef je groot gelijk Lance, kom op, we gaan naar de trainingsruimte en dumpen deze loser.’
Een flits van woede schoot de ogen van Lance en hij greep Mike bij zijn kraag en trok hem over zijn stoel. ‘Hij is geen loser, begrepen?’
Mike werd niet afgeschrokken. ‘Ik zeg en denk wat ik wil, laat me los wil je?’
Lance duwde Mike terug over de leuning, Larry zei niets. De woorden van Mike waren dan wel leeg en op niets gebaseerd, Larry voelde zich geraakt, hij wilde niet in de schaduw van Lance staan. De bus stopte bij een grote zwarte ijzeren poort en de deuren van de bus openden zich. Mike stond als eerste op en liep de bus uit, zonder Lance en Larry een blik waardig te gunnen. Larry staarde naar de achterkant van de stoel. ‘Zit er niet zo mee,’ zei Lance tegen Larry. ‘Kop op, ik knoop wel een gesprek met een meisje aan in het slot voor je.’ Larry klaarde meteen op.
‘Bedankt man.’ Ze stonden beiden op, maar deinsden naar achteren toen een beeldschoon meisje met goudblonde krullen passeerde. Haar persoonlijkheid en zelfvertrouwen waren als een onzichtbaar krachtveld om haar heen, je was wel gek met haar te sollen. Ze gaf Larry een ijzige blik en knipoogde naar Lance. Ze liep door, gevolgd door een timide jongen die haar als bediende volgde.
‘Jij hebt ook altijd geluk hiermee!’ riep Larry verontwaardigd. Lance grinnikte en ze stapten de bus uit, dit wordt een interessante vakantie.
WORDT VERVOLGD....
"In the face of disaster lies the opportunity for renewal."
Je zegt dat er nog 2 á 3 stukjes bij komen om je proloog compleet te maken. Om eerlijk te zijn vind ik je proloog nu al aan de lange kant. Verder maak je een sprong in de tijd, iets wat normaal niet gebeurd in de proloog (heb dezelfde fout gemaakt met mijn proloog). Je kan dus je proloog veranderen in je eerste hoofdstuk waardoor je deze problemen kan oplossen. Je zou dan een kleine 'sfeerbeeld' proloog kunnen schrijven over je verhaal. In ieder geval zoals mijn vader altijd zegt: "Je moet niets, je mag alles"
My ego is to big for a conversation so thats the reason I write because writing is the best way to talk without being interrupted.
Ja, het is een anders dan normaal, toen wist ik ook nog niet zo veel van schrijven, maar ik denk dat je wel gelijk hebt. Aan de andere kant wordt is de overgang naar Chapter 1 vanuit dit 'proloog' best aardig, ik zal wel kijken
"In the face of disaster lies the opportunity for renewal."
Misschien best dat ik het begin nog eens lees, ik stelde me Larry de hele tijd voor met ros haar. Vreemd
1 kleine bemerking:
" je was wel gek met haar te sollen."
Deze zin vond ik een beetje vreemd, volgens mij is het "je zou wel gek zijn met haar te sollen", maar ik kan me ook vergissen
1 kleine bemerking:
" je was wel gek met haar te sollen."
Deze zin vond ik een beetje vreemd, volgens mij is het "je zou wel gek zijn met haar te sollen", maar ik kan me ook vergissen
Fire, walk with me.
Bedankt voor alle reacties, alleen zal ik wss niet de lay-out van de hoofdstukken veranderen, je komt er later wel achter waarom. Hier de introductie van drie nieuwe personages:
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Donna knipoogde naar de jongen naast de jongen met krullen en stapte de bus uit, gevolgd door Simon, de timide uitziende jongen. ‘Loop door Simon, we mogen niet te laat komen.’ ‘Ja, ja,’ zei Simon zuchtend, hij droeg de spullen van Donna op zijn rug, samen met zijn eigen spullen. Donna draaide zich om en keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘Ja Donna.’ Donna was knap, ze had goudblonde krullen, een licht getinte, gladde huid en amandelvormige bruine ogen. Ze deed haar grote zonnebril weer op en stapte de bus uit, het zonlicht in. Achter haar stapten nog vier mensen uit, gevolgd door de laatste jongen: Jonathan. Jonathan was een donkere jongen met zwart haar. Hij had donkere ogen en zijn neus in de boeken. Jonathan had niet veel vrienden, hij was daarentegen extreem intelligent. Hij kon een auto met gemak uit elkaar halen en weer in elkaar zetten. Hij was van alle markten thuis: Techniek, filosofie, wiskunde en zelfs origami. Het enige waar hij dan op achter liep was vrienden maken, hij was erg gesloten, en deed alles liever alleen. Hij zuchtte, hij had geen broers of zussen om vakantie mee te delen en vrienden net zo min, waarom was hij überhaupt op de prijs ingegaan? Waarom had hij hem niet weggegeven? Hij stapte als laatste de bus uit, die direct achter hem sloot en wegreed. Hij sloot zijn boek en droeg het verder onder zijn arm. Het groepje van tien verzamelde zich voor de poort, waar ze werden begroet door een man van in de dertig.
‘Hallo,’ begon de man. ‘Mijn naam is Twan, en ik heb de leiding over de staf in het huis, waar ik jullie later aan zal voorstellen. Maar allereerst wil ik jullie hartelijk verwelkomen op sleutelslot!’ zei de man joviaal.
Larry joelde, Lance glimlachte en Donna keek ongeïnteresseerd naar haar nagels.
‘Al goed,’ zei de man. ‘Volg mij door het woud naar het slot, dan wijs ik jullie naar jullie kamers.’
De man frommelde in zijn broekzak, haalde een roestige sleutel tevoorschijn en opende de poort. Het woud was schitterend: De bomen waren hoog en gevarieerd, overal in het bos was leven te zien, van egels tot vogels, het bos leek wel uit een sprookje te komen. In de verte zagen ze het meer schitteren in het zonlicht, op een oude man en vrouw na was er niemand bij het meer te zien. Ze liepen een stukje verder en zagen een oude man bladeren van het bospad afharken.
´Morgen Frank,´ zei Twan.
Frank de tuinman keek Twan achterdochtig en vijandig aan, en Twan versnelde onwillekeurig zijn pas. ´Kijk!´ zei een donker meisje plotseling, wijzend op iets tussen de bomen. Jonathan zag een prachtig bakstenen gebouw. Het slot was enorm, het zwembad was vanachter een heggetje te zien en Larry wees er blij naar. Ook de mooie glazen salon was te zien, inclusief de ingang naar de hot springs. Verder had het slot vele torentjes en aparte aangebouwde vleugels. Een andere man kwam hinkend naar Twan toe. De man was nogal lelijk, met een grote neus en een onverzorgd kapsel. Hij droeg zijn been bijna letterlijk met zich mee, alsof het van steen was. ´Ha Twan,´ zei de man. Twan begroette de andere: Hoe staat het leven Tim? Ik kwam je vader onderweg tegen, hij leek niet echt blij om me te zien.’ Tim lachte luid: ‘Dat heeft hij met iedereen, daar is niks raars aan.’
‘Waar was je eigenlijk vandaag?’ vroeg Twan. ‘Ik zocht nog iemand om het gebroken raam op verdieping drie te vervangen, je was toch niet weer in het moeras hoop ik?’ ‘Nee, nee, ik ga nu wel dat raam doen,’ zei Twan ontwijkend en hij beende weg.
Twan richtte zich weer op de vakantiegangers: ‘Al goed, ik laat jullie de binnenkant van het slot zien!’
WORDT VERVOLGD.....
PS: Zet er even bij wat je van de personages vind, ik ben best benieuwd eigenlijk XD
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Donna knipoogde naar de jongen naast de jongen met krullen en stapte de bus uit, gevolgd door Simon, de timide uitziende jongen. ‘Loop door Simon, we mogen niet te laat komen.’ ‘Ja, ja,’ zei Simon zuchtend, hij droeg de spullen van Donna op zijn rug, samen met zijn eigen spullen. Donna draaide zich om en keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘Ja Donna.’ Donna was knap, ze had goudblonde krullen, een licht getinte, gladde huid en amandelvormige bruine ogen. Ze deed haar grote zonnebril weer op en stapte de bus uit, het zonlicht in. Achter haar stapten nog vier mensen uit, gevolgd door de laatste jongen: Jonathan. Jonathan was een donkere jongen met zwart haar. Hij had donkere ogen en zijn neus in de boeken. Jonathan had niet veel vrienden, hij was daarentegen extreem intelligent. Hij kon een auto met gemak uit elkaar halen en weer in elkaar zetten. Hij was van alle markten thuis: Techniek, filosofie, wiskunde en zelfs origami. Het enige waar hij dan op achter liep was vrienden maken, hij was erg gesloten, en deed alles liever alleen. Hij zuchtte, hij had geen broers of zussen om vakantie mee te delen en vrienden net zo min, waarom was hij überhaupt op de prijs ingegaan? Waarom had hij hem niet weggegeven? Hij stapte als laatste de bus uit, die direct achter hem sloot en wegreed. Hij sloot zijn boek en droeg het verder onder zijn arm. Het groepje van tien verzamelde zich voor de poort, waar ze werden begroet door een man van in de dertig.
‘Hallo,’ begon de man. ‘Mijn naam is Twan, en ik heb de leiding over de staf in het huis, waar ik jullie later aan zal voorstellen. Maar allereerst wil ik jullie hartelijk verwelkomen op sleutelslot!’ zei de man joviaal.
Larry joelde, Lance glimlachte en Donna keek ongeïnteresseerd naar haar nagels.
‘Al goed,’ zei de man. ‘Volg mij door het woud naar het slot, dan wijs ik jullie naar jullie kamers.’
De man frommelde in zijn broekzak, haalde een roestige sleutel tevoorschijn en opende de poort. Het woud was schitterend: De bomen waren hoog en gevarieerd, overal in het bos was leven te zien, van egels tot vogels, het bos leek wel uit een sprookje te komen. In de verte zagen ze het meer schitteren in het zonlicht, op een oude man en vrouw na was er niemand bij het meer te zien. Ze liepen een stukje verder en zagen een oude man bladeren van het bospad afharken.
´Morgen Frank,´ zei Twan.
Frank de tuinman keek Twan achterdochtig en vijandig aan, en Twan versnelde onwillekeurig zijn pas. ´Kijk!´ zei een donker meisje plotseling, wijzend op iets tussen de bomen. Jonathan zag een prachtig bakstenen gebouw. Het slot was enorm, het zwembad was vanachter een heggetje te zien en Larry wees er blij naar. Ook de mooie glazen salon was te zien, inclusief de ingang naar de hot springs. Verder had het slot vele torentjes en aparte aangebouwde vleugels. Een andere man kwam hinkend naar Twan toe. De man was nogal lelijk, met een grote neus en een onverzorgd kapsel. Hij droeg zijn been bijna letterlijk met zich mee, alsof het van steen was. ´Ha Twan,´ zei de man. Twan begroette de andere: Hoe staat het leven Tim? Ik kwam je vader onderweg tegen, hij leek niet echt blij om me te zien.’ Tim lachte luid: ‘Dat heeft hij met iedereen, daar is niks raars aan.’
‘Waar was je eigenlijk vandaag?’ vroeg Twan. ‘Ik zocht nog iemand om het gebroken raam op verdieping drie te vervangen, je was toch niet weer in het moeras hoop ik?’ ‘Nee, nee, ik ga nu wel dat raam doen,’ zei Twan ontwijkend en hij beende weg.
Twan richtte zich weer op de vakantiegangers: ‘Al goed, ik laat jullie de binnenkant van het slot zien!’
WORDT VERVOLGD.....
PS: Zet er even bij wat je van de personages vind, ik ben best benieuwd eigenlijk XD
"In the face of disaster lies the opportunity for renewal."


