Deur naar andere rijk

Hier kun je one shots plaatsen die onder het genre fantasy vallen
Plaats reactie
nanc
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 7
Lid geworden op: 17 mei 2006 10:29

Rexa keek uit het raam en zuchtte diep. Het regende al de hele dag en dat hield in dat zij hier binnen gevangen zat. Ze mocht van haar tantes het huis níet verlaten om haar vrienden op te zoeken. Haar blik gleed de kamer rond. De kamer was opgeruimd en schoongemaakt. Al het huiswerk was al gedaan en ook het werk voor de volgende week was klaar. Daar zat ze dan in de schone kamer met alleen haar knuffels als gezelschap.

Rexa woonde bij haar tantes. Voor zover ze het zich herinnerde had ze altijd bij haar tantes gewoond. Haar vader kende ze niet en haar moeder zag ze maar zelden. Dat kwam mede dankzij de bijzondere omstandigheden rondom haar. Rexa was namelijk een heks. Geen lelijke heks met wratten, een puntmuts en een vliegende bezem in haar hand. Maar een gewoon uitziende meid van 18 jaar, die naar school ging net zoals ieder ander kind.

Rexa staarde verveeld uit het raam, toen er plotseling een idee in haar opkwam. Ze kon dan wel niet naar buiten in deze wereld, maar ze kon wél naar buiten in het Andere Rijk. Ze greep haar tas van het bed en liep de gang in. Langs de badkamer en de kamers van tantes naar de zolder. Daar, op een standaard, lag een groot dik boek. Rexa opende het grote boek en begon te bladeren. Bij bladzijde 11 stopte ze, want daar stond de spreuk om de deur te openen naar het Andere Rijk. Rexa staarde met open mond naar het boek en vergat bijna adem te halen. Als er eens een spreuk had gestaan, had iemand met een goede gum alles weer weggeveegd. Toen viel haar blik op een klein randje papier. Ze ontplofte bijna van woede. Haar tantes hadden de bladzijde eruit gescheurd! Rexa keek zoekend om zich heen alsof ze hoopte de bladzijde toch nog ergens te vinden. Ze keek nog eens naar het boek. Als de spreuk niet het boek stond, waarom maakte ze dan niet zelf een spreuk? Was dat niet wat ze geleerd had van haar tantes, om zelf spreuken te maken? Ze dacht even diep na en sprak toen:

“Geesten van de werelden luister naar mij. Niet gevangen meer, maar vrij. Open daarom de deuren van het Rijk. En geef van uw gevoelens blijk”

Okay, het was niet het beste wat ze ooit verzonnen had, maar het was tenminste wat. Ze sprong geschrokken opzij, toen er opeens een grote houten deur vanuit het niets naar beneden kwam vallen. Voorzichtig en op haar hoede stak ze haar hand uit naar de knop, maar vlak voordat haar hand de knop raakte, zwaaide de deur al open. Een zwart gat was alles wat ze zag. Had ze iets verkeerd gedaan? Normaal gesproken zag je vanuit de zolder meteen één van de parken van het Andere Rijk, maar nu was er alleen maar een zwart gat. Rexa keek achterom uit het zolderraam. Ze kon de hele dag binnen blijven en niets doen óf ze kon op avontuur gaan en een hoop lol beleven. Ze woog beide keuzes af en koos uiteindelijk voor het avontuur en een hoop lol. Ze haalde diep adem en stapte de duisternis in…

Rexa keek om zich heen. Zwart, dat was de enige kleur die ze zag. Ze keek achterom en ontdekte dat de deur verdwenen was. Misschien was dit toch niet zo’n goed idee, maar nu de deur weg was kon ze niks anders doen dan lopen. Rexa begon te lopen. Het leek alsof ze uren liep, totdat ze plotseling in een groen veld stond. Zomaar, alsof de maker van deze wereld opeens had bedacht: “Nu is het genoeg zwart geweest, stop”. Verbaasd om zich heen kijkend liep Rexa verder door het veld. Het gras reikte tot aan haar middel en overal stonden bloemen en bomen. Op een heuveltje bleef Rexa staan en keek om zich heen. Onder haar bevond zich een vallei omringd door hoge bergen met witte pieken. Nieuwsgierig naar wat er in de vallei zou kunnen zijn rende Rexa het heuveltje af. Na een tijdje te hebben gelopen bleef ze staan. Dat was raar, ze had nog helemaal geen mensen, vogels of andere wezens gezien of gehoord. Maar toch moest er leven zijn in deze vallei, want er liep een kleine stenen weg door de vallei en voor zover Rexa kon zien waren er ook bruggetjes over talloze riviertjes. Nu wat meer op haar hoede liep Rexa verder. Na een veld met bloemen en struikjes te hebben doorkruist, kwam Rexa bij het begin van een bos. Ze herinnerde zich nog dat ze vanaf het heuveltje het bos had gezien. De vallei was als het ware in tweeën gedeeld. De ene helft bestond vooral uit velden met bloemen en struiken en op de andere helft stond een groot bos. Rexa bleef even twijfelend staan en dacht na. In het bos was het niet donker, overal raakten de zonnestralen de grond. De bomen waren ook geen naaldbomen, maar loofbomen en die zorgden ervoor, dat het bos er minder dreigend uitzag.
Vol goede moed liep Rexa het bos in. Hier was alles anders dan in de velden. Overal zag Rexa dieren lopen en de vogels floten vrolijk in de bomen. Verbaasd over de verschillen tussen beide delen van de vallei bleef Rexa even staan. Ze hoorde het geluid van vallend water en ze begon in de richting van het geluid te lopen. Ze kwam uit op een kleine open plek met een klein meertje en een watervalletje. Ze ging op een grote steen aan de rand van het meertje zitten en staarde in het water. Het was net alsof ze in een droom was gestapt. De vallei met de velden vol bloemen en overal kleine riviertjes. Dan het bos met zoveel groen en zoveel dieren. Het was een schitterende plek. Het water van het meertje was zo helder dat het leek alsof je door een glazen wand keek met daaronder stenen. Iets in Rexa’s ooghoek ving haar aandacht en ze draaide haar hoofd een beetje zodat ze het beter kon zien. In de spiegeling van het water zag ze een jongeman staan. Met lange goudblonde haren en een paar saffierblauwe ogen. Met een ruk keek Rexa op. Aan de overkant van het meertje stond inderdaad een jongeman. Hij leunde nonchalant op een grote bruine boog en keek nieuwsgierig naar Rexa. Nieuwsgierig staarde Rexa terug, te verbaasd om ook maar iets te zeggen. Er kraakte een tak en meteen stond de jongeman rechtop met zijn boog in zijn hand. Er kraakte nog een tak en opeens was de jongeman verdwenen, gevolgd door verrassende en woedende kreten. Rexa sprong overeind en zonder om te kijken rende ze het bos in. Na een tijd te hebben gerend, bleef ze hijgend staan. Rexa had geen flauw idee waar ze was. Ze was in paniek zomaar een kant op gerend zonder op te letten waar ze heen ging. Ze had nu wel weer genoeg avontuur en spanning gehad. Ze haalde diep adem, om te kalmeren en sprak met heldere stem;

“Geesten van de werelden luister naar mij. Niet gevangen meer, maar vrij. Open daarom de deuren van het Rijk. En geef van uw gevoelens blijk”

Afwachtend bleef ze staan. Maar toen de deur letterlijk niet uit de lucht kwam vallen werd Rexa onzeker.
‘Spreuken werken in deze wereld niet’, klonk een stem achter haar. Geschrokken draaide ze zich om en zag de jongeman van het meertje achter haar staan. ‘Oh nee hè! Dat moet ik weer hebben,’ mompelde Rexa. ‘Denk ik eindelijk te zijn ontsnapt aan de gevangenis thuis, zit ik hier wéér gevangen.’ Ze keek de jongeman vragend aan. ‘En wie ben jij dan?’ ‘Mijn naam is Troqira van het huis Galaxa, zoon van de koning van de Elfen.’ Met een zucht ging Rexa op de grond zitten. ‘Zo zie je maar weer, in elke wereld zijn wel Elfen,’ kreunde ze. Troqira ging tegenover Rexa op de grond zitten en tekende een figuur in het zand. ‘Dit is onze wereld. Deze vallei is er slechts een klein gedeelte van. Buiten deze vallei zijn er nog twee plekken waar Elfen wonen. Verder wonen er voornamelijk Mensen op de vlakten tussen deze vallei en de bossen waar de andere Elfen wonen. In de bergen ten noorden van ons wonen de Dwergen.’ Rexa ging verzitten en keek Troqira doordringend aan. ‘Dat kan allemaal puntoor, maar hoe in vredesnaam kom ik weer thuis?’ Hij stond op, bood Rexa zijn hand en trok haar omhoog. ‘Daar kan ik geen antwoord op geven, maar mijn vader vast en zeker wel,’ zei hij en hij begon dieper het bos in te lopen. Rexa, die geen andere keus had, liep achter hem aan. Ze verloor alle besef van tijd en opeens stond het tweetal tussen gigantische bomen. Rexa moest moeite doen om niet al te verbaasd te kijken. Overal liepen Elfen rond, op de grond, maar voornamelijk over bruggen en trappen die de bomen met elkaar verbonden. ‘We zijn nu in het hart van het bos en dit is onze woonplaats Cadran.’ Rexa keek Troqira aan. ‘Aardige woonplaats hebben jullie hier. Je hebt tenminste geen gebrek aan ruimte.’ Troqira begon één van de vele trappen op te lopen en verdween al snel uit het zicht. ‘Hey Troqira! Wacht even!,’ riep Rexa en rende snel de trap op. Na tig van trappen te hebben beklommen kwamen ze aan het begin van een lange smalle brug die regelrecht naar een grote boom leidde die in het midden stond. Vanaf de andere kant van de brug zag Rexa een andere brede wenteltrap om de stam heen. De trap verdween in bladerdak. ‘Nog meer trappen,’ mopperde Rexa. ‘Hadden die Elfen niet gewoon op de grond kunnen blijven?’Grinnikend schudde Troqira zijn hoofd en ging Rexa voor de brug over en de trap op. Toen ze eindelijk het einde van de trap bereikten viel Rexa’s mond open van verbazing. Dit sloeg echt alles. Om de stam en tussen de takken en bladeren rustte een groot plateau, bijna zo groot als een voetbalveld. Op dat plateau stond een groot huis met veel bogen en veel ramen. ‘Dit is het Huis van Galaxa,’ sprak Troqira met trots in zijn stem. ‘Mooi optrekje’, was de reactie van Rexa. Ze keek haar ogen uit, terwijl het tweetal door een tal van gangen liep. Overal hingen schilderijen van gebeurtenissen uit verloren tijden. Voor een schilderij bleef ze staan en bleef ernaar staren. Toen Troqira door kreeg, dat ze niet meer achter hem liep, draaide hij zich om en liep terug. ‘Dat is de Elf Krahta tegenover de Heer des Duister 2000 jaar geleden.’ Rexa keek even over haar schouder naar Troqira en wilde een scherpe opmerking maken, maar toen ze de verbeten uitdrukking op Troqira’s gezicht zag, slikte ze de woorden prompt weer in. ‘Wat is er Elfenprins?,’ Vroeg Rexa half bezorgt half nieuwsgierig. Troqira slikte en keek Rexa aan. ‘Krahta van het Huis van Galaxa was mijn broer.’ Verbaasd staarde Rexa hem aan. ‘Maar dat houdt in, dat jij minstens 2000 jaar bent.’ Een vage glimlach gleed rond Troqira’s mondhoeken. ‘Ik ben 2934 om precies te zijn.’
Zich nog steeds verbazend over het feit dat Troqira zo oud en tegelijk jong was, liep Rexa een grote zaal in. Zonder op te letten liep ze gewoon door en knalde tegen Troqira op, die stil was gaan staan. ‘Waarom staan we stil?,’ vroeg ze, zich over haar elleboog wrijvend. Troqira keek over zijn schouder naar Rexa en sprak: ‘Misschien omdat we bij mijn vader zijn aangekomen. Is dat een idee?’ Grijnzend keek Troqira op haar neer. Rexa stak haar hand uit en al snel werd ze overeind getrokken. ‘Dat is een uitstekend idee, puntoor.’

Het was al bijna avond toen het gesprek eindelijk ten einde kwam. Rexa stond buiten in de verte te staren. Het was een schitterende zonsondergang, de lucht kleurde rood, oranje en roze. Ze zuchtte diep en keek in de diepte. Nog steeds liepen er overal Elfen. Hoewel ze grond nu allang niet meer kon zien, hoorde ze de Elfen zingen en lachen. Het was een prachtig geluid en ze sloot haar ogen om zich beter te kunnen concentreren. ‘Mooi geluid hè?’ Rexa opende haar ogen en wierp een blik opzij. Troqira was naast haar komen staan en keek naar de zonsondergang. ‘Ik kan hier soms wel uren blijven staan en alleen maar luisteren naar de stemmen. Mijn vader is bijna klaar en dan zal hij op de grond een poort voor je openen zodat je terug kan.’ Ik knikte en glimlachte. ‘Dat is fijn, maar het vreemde is dat het niet meer zo goed klinkt. Ik kan hier nog wel een tijdje doorbrengen. Dat vind ik helemaal niet erg.’ Troqira lachte en schudde zijn hoofd. ‘Naar jouw verhaal te oordelen, zouden je tantes daar heel anders over denken. Je had toch huisarrest onder andere?’ Rexa dacht even na. ‘Nou, eigenlijk is dat theoretisch gezien niet helemaal waar. Ik mocht mijn vrienden niet opzoeken.’ Ze keek Troqira aan. ‘Dat heb ik toch ook helemaal niet gedaan?’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Zo kan je het zien ja, maar de vraag is of je tantes het zo zien.’ ‘Als ik er nou voor zorg, dat ik vóór mijn tantes thuis ben, zullen ze het nooit te weten komen! Dat is een geniaal plan!’
‘Daar is mijn vader Rexa. Laten we maar snel gaan, dan ben je misschien nog vóór je tantes thuis.’ Rexa lachte en rende achter Troqira de trappen af. Helemaal buiten adem kwam Rexa beneden. ‘Dat is gemeen. Jij bent een Elf, dus je kan én harder rennen én je raakt niet zo snel buiten adem,’ mopperde Rexa. Grijnzend keek Troqira achterom. ‘Dan moet je in het vervolg maar harder rennen.’ Er hadden zich meer Elfen verzameld op de grond. Ze wilden allemaal graag hun Elfenheer aan het werk zien en ook een glimp opvangen van de vreemdelinge over wie ze hadden gehoord. De Elfenheer keek naar Rexa. ‘Ben je er klaar voor?’ Rexa knikte vastbesloten. ‘Kom maar met die poort.’ De Elfenheer sprak met een heldere stem een aantal woorden in het Elfs en er verscheen langzaam maar zeker een poort. ‘Rexa.’ Rexa keek achterom en ontdekte dat Troqira achter haar was komen staan. Hij stak zijn hand in zijn zak en haalde er iets kleins uit. Hij legde het in Rexa’s hand: ‘Dit is voor jou.’ Rexa bekeek het kleine voorwerp in haar hand. Het was een broche van een blad. Ze slikte een brok weg. ‘Het is erg mooi Troqira. Bedankt.’ Toen sprak de Elfenheer weer tot haar. ‘Als je door deze poort gaat, dan kom je weer in je kamer uit.’ Rexa boog licht voor de Elfenheer. ‘Dank u wel Heer.’ Toen stapte ze door de poort, maar was niet geheel voorbereid. Door de plotselinge zuigkracht van de poort schoot haar hand open en viel de Elfenbroche op de grond. Ze wilde hem nog pakken, maar ze was te laat. De Elfenwoonstee verdween snel uit het zicht en daarmee ook haar hoop om de Elfenbroche terug te krijgen.
Met een plof belandde Rexa op de grond, ze lag op het tapijt in haar slaapkamer. Ze wilde net opstaan toen een plotseling gewicht op haar rug ervoor zorgde dat ze weer tegen de grond werd gedrukt. Het gewicht verdween van haar rug en opeens voelde ze twee sterke armen om haar middel en stond ze rechtop. ‘Wat is dít nu weer?,’ mopperde Rexa, terwijl ze pijnlijk over haar rug wreef. Ze draaide zich om en kon nog net een kreet onderdrukken. ‘Wat doe jij hier nu weer puntoor?’ Troqira was op het bed gaan zitten en schudde even met zijn hoofd. ‘Dus zo voelt het om door een poort te gaan’. Hij keek Rexa aan en haalde iets uit zijn zak. ‘Je was je Elfenbroche vergeten.’ Met een kreet van verrukking sprong Rexa boven op Troqira en griste de broche uit zijn handen. ‘Dank je wel puntoor,’ grijnsde ze en boog voorover om een kus op zijn voorhoofd te drukken. ‘Wil je nu van me af gaan jong meisje met de broche,’ grinnikte hij. Rexa bekeek de Elf kritisch. ‘Waarom zou ik? Ik zit hier goed hoor.’
Plotselinge voetstappen op de trap waarschuwden Rexa net op tijd. ‘Mijn tantes komen eraan,’ siste ze. ‘Snel onder het bed’, met die woorden trok ze Troqira van het bed en deed een poging om hem eronder te duwen. Zelf greep ze een paar schoolboeken uit haar tas en sprong op het bed. De reactie was een zacht gekreun van Troqira. ‘Sorry puntoor,’ Mompelde Rexa, terwijl ze relaxt op haar bed ging liggen en haar boeken opensloeg. Ze had nog geen woord gelezen toen de deur openvloog. ‘Wat gebeurde hier?,’ Hijgde haar tante Hennie toen ze in de kamer stond. ‘Oh ehm… mijn stoel viel om. Dat zal je wel gehoord hebben’, bedacht Rexa snel. ‘Ik dacht toch echt dat ik stemmen hoorde,’ zei Janna, terwijl ze over Hennie’s schouder gluurde. ‘Jullie weten dat ik die nare gewoonte heb om in mezelf te praten. Dat was het.’ ‘Sinds wanneer noem jij jezelf puntoor?,’ vroeg Janna, terwijl ze richting het bed liep. ‘Wij zijn net terug uit het Andere Rijk en hadden de spreuk mee. Je bent toch niet stiekem tóch weggegaan?’ Rexa schudde haar hoofd. ‘Nee, echt niet. Ik heb geen stap buiten dit huis gezet.’ ‘Theoretische ben in ook niet buitenshuis geweest, alleen in een andere wereld,’ mompelde ze binnensmonds. Blijkbaar had Troqira dat gehoord, want Rexa hoorde hem zachtjes lachen. Ze gaf een trap op het bed om duidelijk te maken dat hij zijn mond moest houden. Als antwoord voelde ze een lichte stomp in haar ribben. ‘Auw,’ siste ze zachtjes. ‘Wat zei je?’ Hennie draaide zich om naar het bed. ‘Ik ging op mijn pen liggen en die stak tussen mijn ribben,’ zei Rexa met een gladgestreken gezicht, ‘Je kijkt me net iets té braaf jongedame. Je hebt iets gedaan of er is hier iemand’ Janna liep naar het bed en keek eronder. Rexa kon haar gezicht niet verstoppen in het kussen, want tante Hennie hield haar in het oog.
‘Hmm, vreemd. Er is niemand’ Janna en Hennie liepen naar de deur. Janna draaide zich om. ‘Het ziet ernaar uit dat je je aan de afspraak hebt gehouden dame. Je huisarrest is opgeheven.’ Zodra de deur dichtsloeg keek Rexa onder het bed en vond daar Troqira. ‘Hoe kan het dat ze je niet heeft gezien?’ Troqira grijnsde. ‘Ik heb me verborgen gehouden met Elfenmagie, daardoor kon ze me niet zien.’ Rexa hielp Troqira onder het bed vandaan. ‘Wil je voortaan niet meer schoppen?,’vroeg Troqira terwijl hij met een pijnlijk gezicht over zijn rug wreef. Met een spottende blik in haar ogen keek Rexa hem aan. ‘Heeft het kleine Elfenprinsje pijn?’. ‘Okay, ik snap de hint,’ grinnikte hij. ‘Het wordt tijd dat ik maar eens ga. Mijn vader zou het vast wat minder plezierig vinden dat ik je achterna ben gegaan.’ Rexa begon te lachen. ‘Wij zijn toch ook maar een fraai stel. Eerst zit ik in de problemen en nu jij!’ Troqira ging naast Rexa staan en Rexa sprak met zachte stem:

“Geesten van de werelden luister naar mij. Niet gevangen meer, maar vrij. Open daarom de deuren van het Rijk. En geef van uw gevoelens blijk”

Er kwam een deur uit de lucht vallen en meteen zwaaide die open. Een zwart gat was alles wat ze zagen. Vertwijfeld bleef Troqira staan. ‘Is er iets verkeerd gegaan?’ Rexa grinnikte. ‘Dat dacht ik ook toen ik dit voor het eerst zag, maar als je gewoon door blijft lopen kom je vanzelf uit op een heuveltje boven de vallei.’ Troqira draaide zich om. ‘Bedankt Rexa. Voor alles. Ik heb een leuke dag gehad en ik hoop dat je nog eens langskomt.’ Grijnzend knikte Rexa. ‘Ik kom zeker nog eens langs puntoor daar kan je op rekenen.’ Troqira kuste Rexa teder op haar voorhoofd en stapte door de deur, die meteen dicht zwaaide en in het niets verdween.

Rexa keek uit het raam en zuchtte diep. Het regende al de hele dag en dat hield in dat zij hier binnen gevangen zat. Haar blik gleed de kamer rond. De kamer was opgeruimd en schoongemaakt. Al het huiswerk was al gedaan en ook het werk voor de volgende week was klaar. Daar zat ze dan in de schone kamer met alleen haar knuffels als gezelschap.
justsmileandwaveboys
Gebruikersavatar
Eztherz
Erelid
Erelid
Berichten: 264
Lid geworden op: 02 apr 2006 11:03
Locatie: Sauwerd
Contacteer:

Op zich een leuk verhaal... Maar het gaat te snel. Ik krijg het gevoel alsof je ene heel boek probeert samen te vatten in dit kleine stukje tekst. Je kan er veel meer omheen verzinnen, veel meer in detail vertellen om het prettiger en leuker leesbaar te maken. Verder vind ik het idee een beetje afgekeken van Charmed en Midden-Aarde (J.R. Tolkien). Mijn advies: probeer er je eigen draai aan te geven, schrijf het over in een langere versie en focus je niet op 1 gebeurtenissen. Maak het wat mysterieus en doe over spannende stukjes wat langer (1 of een half A4-tje?). Zoals al gezegd, het idee is leuk. ;)
Sommige dingen zijn niet met woorden te beschrijven.
Wel met gevoelens.
Gebruikersavatar
casperzot
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 16
Lid geworden op: 28 dec 2010 16:53

Netjes geschreven. Toch geef ik je als tip mee dat het fijner leest als je de omgeving terloops beschrijft. Daarbedoel ik mee dat je het schrijft zonder dat de lezer echt door heeft dat je het geschreven hebt. Oftewel:
Het gras kwam tot mijn middel.
Dit is direct. Doordat het een korte zin is dringt het volledig tot de lezer door. Zeker als je een groot landschap beschrijft met veel eigenschappen moet je veel zinnen gebruiken om alles netjes te beschrijven. Dat zal de lezer dus snel vervelen.
De knoestige bomen stonden voor een groot deel verscholen achter het welvende gras.
Hierdoor laat je een beetje 'sneaky' weten dat het gras toch echt heel hoog moest zijn als de bomen er voor een deel in verdwijnen. Bovendien kan je dan direct laten weten dat er bomen staan en wat voor bomen. Knoestige bomen of juist gladde.

Succes!
Show, don't tell
Plaats reactie

Terug naar “Fantasierijke One Shots”