Angst en pijn
Dit is het beginstuk van een verhaal wat ik geschreven heb. Ik waarschuw maar vast: het gaat over een meid de seksueel wordt misbruikt. Dus als je daar absoluut niet tegen kan moet je het niet lezen:) (in dit eerste stuk komt het nog niet voor) Ik heb dit een aantal jaar geleden geschreven.
Aline baalde verschrikkelijk. Liep ze hier nog een beetje door een uitgestorven school! Verdwalen, in een school hoe krijg je het voor elkaar? Dacht Aline bij zichzelf. Ze liep door de verlaten gangen. Ze vond het ook wel een beetje griezelig. Het was een week geleden dat ze voor het eerst op deze school kwam. Niemand had haar gevraagd er bij te komen zitten dus was ze alleen gaan zitten. In de klas, in de pauze’s, tijdens tussenuren. Altijd zat ze alleen. Ze vond het eigenlijk wel jammer maar ook wel rustig. Nu kon ze tenminste gewoon aan het werk, en goede cijfers halen. Vandaag was ze, na schooltijd, op het leuke idee gekomen de school een beetje te gaan verkennen. Dat bleek nu niet zo’n goed idee. Ze had het gevoel dat ze steeds rondjes liep. En overal hing dezelfde gespannen stilte.
Het angstige gevoel dat iemand naar haar keek bekroop haar. Ze draaide zich snel om. Aan het eind van de gang stond een man van ongeveer negenentwintig. Wat doe jij hier nog! Zei hij met verbazing en argwaan in zijn stem. Aline herkende de man. Het was één van haar leraren. Ook nog haar mentor. Ik eh, begon Aline, ben eh…verdwaald. Ze hoopte dat het niet al te stom klonk. Dat bleek wel het geval te zijn want de man begon te lachen. Kom maar mee. Zei hij hartelijk. Ik zal je de weg wel even wijzen! Oké, zei Aline, bedankt. Ze liep achter hem aan. Aline heet je toch? Vroeg de man. Ja, zei Aline, en u was Meneer eh…? Meneer Verijn. Maar je mag wel gewoon Stan zeggen hoor! Behalve in de lessen natuurlijk. Zei hij met een knipoog. Aline lachte. Mooi! Zei Meneer Verijn, je kunt weer lachen! Hoe bevalt het je hier op school zover? Vroeg hij, ik zie je eigenlijk altijd alleen zitten. Aline boog haar hoofd en zei: Misschien willen ze me er wel niet bij hebben. Zeggen ze dat? Vroeg hij. Nee, zei ze, maar ze vragen ook niet of ik er bij kom zitten dus… Aha, zei hij. Waarschijnlijk vinden ze me toch niet aardig. Zei Aline. Meneer Verijn bleef staan. Waarom zou je dat denken! Zei hij, je bent zo’n mooie meid. Aline haalde haar schouders op. Ik weet het niet. Zei ze. Ze voelde zich heel onveilig ineens. Alleen met die man in een verlaten school. Ze keek naar hem. Hij had een lachje om zijn mond. Ben je bang? Vroeg hij. Ze sloeg haar ogen neer en werd rood. Hij bleef glimlachen. Waarvoor ben je bang? Vroeg hij. Ze haalde haar schouders op. Kom, zei hij, ik zal je de weg wijzen. Toen hij zich omdraaide slaakte ze zachtjes een zucht van verlichting. Blijkbaar hoorde hij het want hij keek even over zijn schouder. Aline voelde dat ze knalrood werd. Gezond kleurtje, zei hij toen hij het zag, heb je het warm? Ja, loog Aline, eigenlijk wel. Nou hier zijn de kapstokken. Hangt daar je jas? Vroeg hij. Aline knikte en pakte haar jas. Dank u wel. Zei ze. T’ is al goed. Zei Verijn, en vergeet het niet, je bent een leuke meid dus niet zo slecht over jezelf denken! Aline glimlachte en liep richting de deur. Bij haar fiets gekomen zuchtte ze diep. Waar was ze nu eigenlijk zo bang voor geweest? Ze stapte op de fiets en reed weg. Ze keek nog even keer om. Ze zag Verijn voor het raam staan. Hij glimlachte naar haar. Ze lachte terug en zwaaide. Toen fietste ze weg.
Aline baalde verschrikkelijk. Liep ze hier nog een beetje door een uitgestorven school! Verdwalen, in een school hoe krijg je het voor elkaar? Dacht Aline bij zichzelf. Ze liep door de verlaten gangen. Ze vond het ook wel een beetje griezelig. Het was een week geleden dat ze voor het eerst op deze school kwam. Niemand had haar gevraagd er bij te komen zitten dus was ze alleen gaan zitten. In de klas, in de pauze’s, tijdens tussenuren. Altijd zat ze alleen. Ze vond het eigenlijk wel jammer maar ook wel rustig. Nu kon ze tenminste gewoon aan het werk, en goede cijfers halen. Vandaag was ze, na schooltijd, op het leuke idee gekomen de school een beetje te gaan verkennen. Dat bleek nu niet zo’n goed idee. Ze had het gevoel dat ze steeds rondjes liep. En overal hing dezelfde gespannen stilte.
Het angstige gevoel dat iemand naar haar keek bekroop haar. Ze draaide zich snel om. Aan het eind van de gang stond een man van ongeveer negenentwintig. Wat doe jij hier nog! Zei hij met verbazing en argwaan in zijn stem. Aline herkende de man. Het was één van haar leraren. Ook nog haar mentor. Ik eh, begon Aline, ben eh…verdwaald. Ze hoopte dat het niet al te stom klonk. Dat bleek wel het geval te zijn want de man begon te lachen. Kom maar mee. Zei hij hartelijk. Ik zal je de weg wel even wijzen! Oké, zei Aline, bedankt. Ze liep achter hem aan. Aline heet je toch? Vroeg de man. Ja, zei Aline, en u was Meneer eh…? Meneer Verijn. Maar je mag wel gewoon Stan zeggen hoor! Behalve in de lessen natuurlijk. Zei hij met een knipoog. Aline lachte. Mooi! Zei Meneer Verijn, je kunt weer lachen! Hoe bevalt het je hier op school zover? Vroeg hij, ik zie je eigenlijk altijd alleen zitten. Aline boog haar hoofd en zei: Misschien willen ze me er wel niet bij hebben. Zeggen ze dat? Vroeg hij. Nee, zei ze, maar ze vragen ook niet of ik er bij kom zitten dus… Aha, zei hij. Waarschijnlijk vinden ze me toch niet aardig. Zei Aline. Meneer Verijn bleef staan. Waarom zou je dat denken! Zei hij, je bent zo’n mooie meid. Aline haalde haar schouders op. Ik weet het niet. Zei ze. Ze voelde zich heel onveilig ineens. Alleen met die man in een verlaten school. Ze keek naar hem. Hij had een lachje om zijn mond. Ben je bang? Vroeg hij. Ze sloeg haar ogen neer en werd rood. Hij bleef glimlachen. Waarvoor ben je bang? Vroeg hij. Ze haalde haar schouders op. Kom, zei hij, ik zal je de weg wijzen. Toen hij zich omdraaide slaakte ze zachtjes een zucht van verlichting. Blijkbaar hoorde hij het want hij keek even over zijn schouder. Aline voelde dat ze knalrood werd. Gezond kleurtje, zei hij toen hij het zag, heb je het warm? Ja, loog Aline, eigenlijk wel. Nou hier zijn de kapstokken. Hangt daar je jas? Vroeg hij. Aline knikte en pakte haar jas. Dank u wel. Zei ze. T’ is al goed. Zei Verijn, en vergeet het niet, je bent een leuke meid dus niet zo slecht over jezelf denken! Aline glimlachte en liep richting de deur. Bij haar fiets gekomen zuchtte ze diep. Waar was ze nu eigenlijk zo bang voor geweest? Ze stapte op de fiets en reed weg. Ze keek nog even keer om. Ze zag Verijn voor het raam staan. Hij glimlachte naar haar. Ze lachte terug en zwaaide. Toen fietste ze weg.
*Writing is like Magic. Unpredictable and Beautiful*
Een heel mooi begin hoor. Ben zeker benieuwd hoe het verder gaat.
Heb wel een paar tips voor je. Het leest makkelijker als je gesproken woorden tussen aanhalingstekens zet.
"Hoe bevalt het je hier op school zover?"
Dan weet je wie wat zegt en het leest dus stukken makkelijker. Het wordt er ook overzichtelijker van.
Daarnaast wil ik je aanraden woorden in zijn geheel te schrijven. Je schreef ergens "T'is" Persoonlijk vind ik het mooier als je schrijft "het is".
Ben benieuwd naar je vervolg:)
Heb wel een paar tips voor je. Het leest makkelijker als je gesproken woorden tussen aanhalingstekens zet.
"Hoe bevalt het je hier op school zover?"
Dan weet je wie wat zegt en het leest dus stukken makkelijker. Het wordt er ook overzichtelijker van.
Daarnaast wil ik je aanraden woorden in zijn geheel te schrijven. Je schreef ergens "T'is" Persoonlijk vind ik het mooier als je schrijft "het is".
Ben benieuwd naar je vervolg:)

Mooi begin, ik ben benieuwd hoe het verder gaat!
En zoals marly al zei, kun je je dialogen het beste tussen aanhqalingstekens zetten.

The quiet scares me cause it screams the truth
‘Hoi mam! Riep Aline, ik ben thuis!’ Haar moeder kwam uit de keuken. ‘Hallo meid! Hoe was het op school?’ ‘Leuk hoor.’ Zei Aline. Gelukkig merkte haar moeder niet dat ze zo laat was. ‘Kom we gaan even wat thee drinken’. Stelde haar moeder voor. Aline knikte instemmend en samen gingen ze aan de keukentafel zitten waar de thee al klaar stond. Ze zaten daar zo een beetje te kletsen over van alles toen ineens de telefoon ging. Aline’s moeder nam op. Ze was even stil en zei toen: ‘ja dat is goed. Oké! Dag hoor, en tot vanavond.’ En ze hing weer op. ‘Dat was ene Meneer Verijn’, zei ze, hij komt vanavond op ouderbezoek.’ ‘Waarom dat?’ Vroeg Aline. ‘Als kennismaking.’ Zei haar moeder. ‘Oké’, zei Aline. Aline ging naar haar kamer. Daar ging ze achter haar computer zitten. Ze ging een beetje msnen. Ze keek in haar inbox. Hé een mail van Simon. Dat was een jongen die ze had leren kennen via een chatsite. Ze mocht helemaal niet chatten, maar ze had dat toch al een paar keer stiekem gedaan. Dat maakte het alleen maar leuker! Ze las het mailtje.
Heej Aline,
Ik zag je vandaag fietsen. Vanuit je school vandaan. Had je zeker niet verwacht hè? Dat ik je zou zien. Nee, ik woon dus niet aan de andere kant van het land maar in dezelfde stad! Ik ben wel diegene op de foto die ik je gaf trouwens. Ik weet trouwens ook waar je woont. Dat zul je misschien niet geloven, maar het is echt waar.
En zo ging het mailtje nog even verder door. Hij vertelde haar precies waar ze die dag langs had gefietst en waar ze woonde. En op welke school ze zat. Hoe kon hij dit allemaal weten? Vroeg ze zich af, wie was hij dan? Ineens kwam Simon online.
Aline: Hoe weet jij al die dingen van mij?
Simon: Ook hallo…
Aline: Ik meen het echt hoor! Hoe weet jij dat allemaal?!
Simon: Door goed mijn ogen open te doen…
Aline: Waar woon je dan ergens?
Simon: In dezelfde stad als jij
Aline: Ja, dat snapte ik ook…maar ik heb niet zoveel behoefte aan een stalker!
Simon: Ik ben geen stalker…
Aline: Dat ben je wel! Als je zo ongeveer elke beweging van me volgt!
Simon: Leuk toch! Misschien kunnen we elkaar wel eens ontmoeten…
Aline:
Simon: Lijkt mij wel heel leuk…jou niet schat?
Aline: Ik ben je schat niet! Als je niet op houd mij te stalken blok en verwijder ik je!
Simon: Alsof je dat durft, ik weet je te vinden namelijk!
Aline: Gaan we dreigen?
Simon: Ik ben toch ouder en groter en sterker dan jou, je kunt me niets maken, maar ik jou wel…
‘Aline!’ Riep haar moeder ineens. Aline schrok zich rot. ‘Wat is er?’ Riep ze terug. ‘Eten!’ Riep haar moeder. ‘Oké, ik kom er aan!’ Riep ze terug.
Aline: Ik moet nu eten…
Simon: Dan zie ik je daarna wel weer lieverd…
Aline: Ik ben je lieverd niet!
Simon: Echt wel!
Aline zette zich op afwezig en liep naar beneden. Wat een raar gedoe! ‘Hoe laat komt Meneer Verijn eigenlijk?’ Vroeg ze aan haar moeder. ‘Na het eten, zei haar moeder, om half acht. Je vader is naar een vergadering en komt pas heel laat in de avond thuis.’ ‘Oké, zei Aline, en moet ik er bij zitten vanavond?’ ‘Ik weet het niet, zei haar moeder, dat zien we dan wel oké?’ Na het eten ging Aline weer naar boven. Simon was nog online.
Aline: Ben ik weer…
Simon: Mooizo…
Aline: Nou geweldig…
Simon: Nou meid wat zeg je er van, wanneer spreken we af?
Aline: Niet!
Simon: Echt wel! Je moet!
Aline: Ik moet niets! Ik mag toch zelf wel weten met wie ik wel of niet af wil spreken!
Simon: Bij mij niet, ik weet toevallig dat je heel vaak over dat industrieterrein fietst, en er geen andere weg is…het zou toch jammer zijn als jou dan iets zou overkomen…
Aline:
Simon:
Aline: Wat ben jij een hufter!
Simon: Ik mag jou ook graag liefje!
Aline: Ik ben jouw liefje niet!
Simon: Echt wel…
Simon: Doe je Cam eens aan meis…
Aline: Nee waarom?
Simon: Doe nou maar!
Aline: Okee…?
Simon: Wel wat vrolijker kijken hoor!
Aline hoorde beneden de deurbel. Ze keek op de klok. Precies half acht. Daar had ze nu al helemaal geen zin in. Het gezeur van een leraar aan horen!
Simon: Wat ben je stil…
Aline: Lekker rustig hea…
Simon: Hm…eerder verdacht…
Aline: Jij vindt alles verdacht volgens mij
Simon: nee hoor…
Aline: Ik ben zo terug, ik heb even een soort kennismaking gesprek met een leraar en mijn moeder…
Simon: Okee…
Aline liep naar beneden. Ze hoorde Verijn en haar moeder al druk praten. Ze kwam de kamer binnen lopen. ‘Hallo, zei haar moeder, we hadden het net over jou’. ‘Wat een verassing, zei Aline, hallo meneer trouwens.’ Verijn lachte naar haar. ‘Ook hallo, zei hij, kom er gezellig bij’. Aline ging naast hem op de bank zitten. ‘Moet je ook wat drinken?’ Vroeg haar moeder aan haar. ‘Jawel’. Zei Aline. Haar moeder liep naar de keuken. Verijn keek haar aan. ‘Dus, zei hij met een lach, gelukt de weg terug naar huis te vinden?’ Aline glimlachte en knikte verlegen. Haar moeder kwam weer binnen met drinken voor Aline. ‘Alsjeblieft.’ Zei ze. ‘Dank u, zei Aline, waarom heeft u eigenlijk uw brandweerkleren aan mam? Hebt u dienst?’ ‘Ja, zei haar moeder, als mijn pieper gaat moet ik dus weg, meneer Verijn.’ Verijn knikte. ‘Moet ik er bij zijn trouwens?’ Vroeg Aline. ‘Ik denk niet dat je er zoveel zin in hebt, zei Verijn, dus het hoeft niet hoor!’ ‘Bedankt! Zei Aline vrolijk, dan ga ik weer naar boven…roep me maar als ik nodig ben!’ ‘Zal ik doen!’ Zei Meneer Verijn. Aline rende snel weer naar boven. Ze plofte op haar bed en pakte haar agenda. Twee paragrafen wiskunde afmaken! Oeps, niet zoveel gedaan op school! Ze zette haar muziek aan en ging aan het werk. Al snel was ze klaar. Ze gooide haar boeken van het bed en luisterde naar de muziek. Na een tijdje sloot ze haar ogen. Ze was moe en in de war. Wat een gedoe met die Simon…zou hij het allemaal echt menen? Oh, ze had MSN nog aanstaan bedacht ze.
Heej Aline,
Ik zag je vandaag fietsen. Vanuit je school vandaan. Had je zeker niet verwacht hè? Dat ik je zou zien. Nee, ik woon dus niet aan de andere kant van het land maar in dezelfde stad! Ik ben wel diegene op de foto die ik je gaf trouwens. Ik weet trouwens ook waar je woont. Dat zul je misschien niet geloven, maar het is echt waar.
En zo ging het mailtje nog even verder door. Hij vertelde haar precies waar ze die dag langs had gefietst en waar ze woonde. En op welke school ze zat. Hoe kon hij dit allemaal weten? Vroeg ze zich af, wie was hij dan? Ineens kwam Simon online.
Aline: Hoe weet jij al die dingen van mij?
Simon: Ook hallo…
Aline: Ik meen het echt hoor! Hoe weet jij dat allemaal?!
Simon: Door goed mijn ogen open te doen…
Aline: Waar woon je dan ergens?
Simon: In dezelfde stad als jij
Aline: Ja, dat snapte ik ook…maar ik heb niet zoveel behoefte aan een stalker!
Simon: Ik ben geen stalker…
Aline: Dat ben je wel! Als je zo ongeveer elke beweging van me volgt!
Simon: Leuk toch! Misschien kunnen we elkaar wel eens ontmoeten…
Aline:
Simon: Lijkt mij wel heel leuk…jou niet schat?
Aline: Ik ben je schat niet! Als je niet op houd mij te stalken blok en verwijder ik je!
Simon: Alsof je dat durft, ik weet je te vinden namelijk!
Aline: Gaan we dreigen?
Simon: Ik ben toch ouder en groter en sterker dan jou, je kunt me niets maken, maar ik jou wel…
‘Aline!’ Riep haar moeder ineens. Aline schrok zich rot. ‘Wat is er?’ Riep ze terug. ‘Eten!’ Riep haar moeder. ‘Oké, ik kom er aan!’ Riep ze terug.
Aline: Ik moet nu eten…
Simon: Dan zie ik je daarna wel weer lieverd…
Aline: Ik ben je lieverd niet!
Simon: Echt wel!
Aline zette zich op afwezig en liep naar beneden. Wat een raar gedoe! ‘Hoe laat komt Meneer Verijn eigenlijk?’ Vroeg ze aan haar moeder. ‘Na het eten, zei haar moeder, om half acht. Je vader is naar een vergadering en komt pas heel laat in de avond thuis.’ ‘Oké, zei Aline, en moet ik er bij zitten vanavond?’ ‘Ik weet het niet, zei haar moeder, dat zien we dan wel oké?’ Na het eten ging Aline weer naar boven. Simon was nog online.
Aline: Ben ik weer…
Simon: Mooizo…
Aline: Nou geweldig…
Simon: Nou meid wat zeg je er van, wanneer spreken we af?
Aline: Niet!
Simon: Echt wel! Je moet!
Aline: Ik moet niets! Ik mag toch zelf wel weten met wie ik wel of niet af wil spreken!
Simon: Bij mij niet, ik weet toevallig dat je heel vaak over dat industrieterrein fietst, en er geen andere weg is…het zou toch jammer zijn als jou dan iets zou overkomen…
Aline:
Simon:
Aline: Wat ben jij een hufter!
Simon: Ik mag jou ook graag liefje!
Aline: Ik ben jouw liefje niet!
Simon: Echt wel…
Simon: Doe je Cam eens aan meis…
Aline: Nee waarom?
Simon: Doe nou maar!
Aline: Okee…?
Simon: Wel wat vrolijker kijken hoor!
Aline hoorde beneden de deurbel. Ze keek op de klok. Precies half acht. Daar had ze nu al helemaal geen zin in. Het gezeur van een leraar aan horen!
Simon: Wat ben je stil…
Aline: Lekker rustig hea…
Simon: Hm…eerder verdacht…
Aline: Jij vindt alles verdacht volgens mij
Simon: nee hoor…
Aline: Ik ben zo terug, ik heb even een soort kennismaking gesprek met een leraar en mijn moeder…
Simon: Okee…
Aline liep naar beneden. Ze hoorde Verijn en haar moeder al druk praten. Ze kwam de kamer binnen lopen. ‘Hallo, zei haar moeder, we hadden het net over jou’. ‘Wat een verassing, zei Aline, hallo meneer trouwens.’ Verijn lachte naar haar. ‘Ook hallo, zei hij, kom er gezellig bij’. Aline ging naast hem op de bank zitten. ‘Moet je ook wat drinken?’ Vroeg haar moeder aan haar. ‘Jawel’. Zei Aline. Haar moeder liep naar de keuken. Verijn keek haar aan. ‘Dus, zei hij met een lach, gelukt de weg terug naar huis te vinden?’ Aline glimlachte en knikte verlegen. Haar moeder kwam weer binnen met drinken voor Aline. ‘Alsjeblieft.’ Zei ze. ‘Dank u, zei Aline, waarom heeft u eigenlijk uw brandweerkleren aan mam? Hebt u dienst?’ ‘Ja, zei haar moeder, als mijn pieper gaat moet ik dus weg, meneer Verijn.’ Verijn knikte. ‘Moet ik er bij zijn trouwens?’ Vroeg Aline. ‘Ik denk niet dat je er zoveel zin in hebt, zei Verijn, dus het hoeft niet hoor!’ ‘Bedankt! Zei Aline vrolijk, dan ga ik weer naar boven…roep me maar als ik nodig ben!’ ‘Zal ik doen!’ Zei Meneer Verijn. Aline rende snel weer naar boven. Ze plofte op haar bed en pakte haar agenda. Twee paragrafen wiskunde afmaken! Oeps, niet zoveel gedaan op school! Ze zette haar muziek aan en ging aan het werk. Al snel was ze klaar. Ze gooide haar boeken van het bed en luisterde naar de muziek. Na een tijdje sloot ze haar ogen. Ze was moe en in de war. Wat een gedoe met die Simon…zou hij het allemaal echt menen? Oh, ze had MSN nog aanstaan bedacht ze.
*Writing is like Magic. Unpredictable and Beautiful*
Mooi vervolg, hopelijk schrijf je snel verder!
Goed dat je nu aanhalingstekens gebruikt, dat leest een stuk fijner. Af en toe maak je er nog wel een foutje in. De juiste manier is volgens mij:
'Hoi man,' riep Aline: 'ik ben thuis!'

Goed dat je nu aanhalingstekens gebruikt, dat leest een stuk fijner. Af en toe maak je er nog wel een foutje in. De juiste manier is volgens mij:
'Hoi man,' riep Aline: 'ik ben thuis!'
The quiet scares me cause it screams the truth
Plotseling ging de deur open. Zo schoot overeind. ‘Je hoeft niet te schrikken van mij hoor.’ Zei Meneer Verijn. Aline zakte weer terug. ‘Dat deed ik wel.’ Zei ze. ‘Sorry daarvoor’, zei Meneer Verijn, ‘je moeder is naar een brand.’ ‘Lekkere timing!’ Zei Aline sarcastisch. ‘Daar valt niet zo veel aan te doen’, zei Meneer Verijn, ‘dat gaat nou eenmaal zo.’ ‘Is er ook gezegd of het een grote brand was?’ Vroeg ze. ‘Ja’, zei hij, ‘het was een grote brand.’ ‘Oh’, zei Aline, ‘dan gaat het nog wel even duren.’ ‘Ja’, zei Meneer Verijn, ‘dat zei je moeder al, ze heeft ook gevraagd of ik even bij jou wou blijven tot ze terug is.’ ‘U moet op mij passen bedoeld u?’ Zei Aline. ‘Ja’, zei hij, ‘daar komt het wel op neer ja.’ ‘Ik ben toch geen klein kind meer?’ Zei Aline verontwaardigd. ‘Ik kan er toch ook niets aan doen dat je moeder dat wil?’ Vroeg Verijn. ‘Nee oké’, zei Aline, ‘daar heeft u gelijk in.’ Ze zakte weer terug op haar bed. Stom gedoe. Dacht ze. Verijn ging op haar bed zitten. Hij keek naar haar. ‘Wat is er?’ Vroeg ze zenuwachtig. ‘Niets hoor’, zei hij, ‘ik kijk alleen hoe schattig jij bent als je zo rustig ligt.’ ‘Ik en schattig’, zei Aline, ‘dat is wel een heel goede grap!’ ‘Ach’, zei hij, ‘niet zo negatief over jezelf!’ ‘Ik ben niet negatief’, zei ze, ‘ik ben realistisch!’ Haar cd was afgelopen. Het werd stil. Aline stond op en liep naar de cd-speler. ‘Als je dat zegt ben je dus echt niet realistisch,’ zei Verijn toen ze langs hem liep, ‘je bent een hartstikke lekkere meid.’ Wat? Dacht Aline, dat hoort een leraar toch niet te zeggen? Ze werd bang, zo alleen met hem in haar slaapkamer. Hij kwam naar haar toe. Ze pakte met klamme handen een cd uit het cd-rekje en stopte hem in de cd-speler. Ze durfde niet om te draaien. Hij zette zijn handen tegen het kastje, zodat ze tussen zijn armen in stond. ‘Draai je eens om.’ Zei hij. ‘Ik ben uw hondje niet.’ Zei Aline zenuwachtig. Ze stond daar maar, met haar rug naar hem toe. Ze durfde amper nog te bewegen of adem te halen. Het enige wat te horen was, was de muziek uit de cd-speler. ‘Draai je om!’ Zei Verijn nu dreigender. ‘Of anders?’ Vroeg Aline. ‘Nou’, zei hij, ‘ik kan wel wat leuks bedenken.’ Ze voelde zijn handen op haar schouders, ze gleden naar beneden tot haar middel en wilden toen naar voren gaan. Aline draaide snel om. Ze keek hem verwoestend aan. ‘Waag het niet me aan te raken!’ Riep ze boos. ‘Of anders?’ Vroeg hij geamuseerd. ‘Dan…dan…sla ik u!’ Zei Aline wanhopig en woedend tegelijk. ‘Ik ben toch veel sterker dan jou lieverd,’ zei hij, ‘je wint het nooit van mij!’ Hij pakte haar hand vast. ‘Blijf van me af!’ Riep ze uit en ze trok haar hand terug. Ze zocht om een uitweg of iets waarmee ze zich kon verdedigen. Plotseling trok ze de la van het kastje open en pakte snel de briefopener eruit. Ze richtte hem op Verijn. ‘Raak me niet aan zei ik!’ Siste ze. ‘Dat durf je niet!’ Zei hij. ‘Echt wel!’ Zei ze, maar diep in haar hart wist ze dat hij gelijk had. Hij pakte haar hand beet waarmee ze de briefopener vast hield. ‘Geef die maar aan mij’, zei hij. ‘Nee,’ zei Aline, ‘blijf van me af!’ Het klonk meer smekend dan gebiedend. Verijn kreeg een spottende lach op zijn gezicht. ‘Ik ben toch veel sterker dan jou schat,’ zei hij, ‘dus geef dat maar hier.’ Hij pakte de briefopener vast en trok hem uit haar hand. Hij gooide hem aan de kant. Tegen Aline’s webcam aan. De webcam! Dacht Aline, die stond nog aan bij Simon! Verijn nam haar hoofd in zijn handen. ‘Meneer Verijn,’ zei Aline smekend, ‘doe me alstublieft niets…’Verijn keek in haar ogen. ‘Ik doe wat ik graag zelf wil,’ zei hij, ‘en smeken helpt niet. Maar je wordt er wel heel schattig van!’ Aline probeerde hem van zich af te duwen. Hij trok haar nog dichter tegen zich aan. Hij ritste haar vest los. Aline kreeg tranen in haar ogen. ‘Blijf van me af!’ Riep ze met overslaande stem. ‘Nee meid,’ zei hij, ‘ik zit liever aan je.’ Aline keek hem met bange ogen aan. Ineens drukte hij zijn lippen op de hare en duwde haar richting het bed. Aline probeerde uit zijn greep te komen maar hij hield haar te stevig vast. ‘U mag dan misschien sterker zijn,’ siste ze, ‘maar ik ben slimmer!’ Ze gaf hem heel hard een knietje. Verijn dook in elkaar en liet haar los.
Snel glipte ze uit zijn armen en rende de kamer uit. Ze hoorde hem vloeken en achter haar aan komen. Ze rende de gang door naar de badkamer. Ze verstopte zich in de douche en stond klaar om hem zo’n harde klap op zijn hoofd te geven dat hij niet meer bij zou komen. Ze hoorde niemand lopen in het huis. Na vijf minuten durfde ze zich pas te bewegen. Ze stapte uit de douche en ging de badkamer uit. Plotseling werd ze van achteren beetgepakt. ‘Zo snel ben je niet van me af,’ zei Verijn, ‘ik laat je niet zo snel gaan.’ Aline probeerde weer los te komen maar zonder succes. Hij nam haar weer mee naar haar kamer. ‘Zo,’ zei hij met een lach, ‘en nu blijf je lekker rustig en laat je me lekker mijn gang gaan.’ ‘Dacht u dat?’ Riep Aline, ‘ik ben geen hoer, blijf met uw gore poten van me af!’ ‘Nou, nou,’ zei Verijn, ‘niet zo brutaal tegen je leraar hè!’ Hij duwde haar weer richting het bed. Aline keek hem bang aan. ‘Alstublieft!’ Zei ze wanhopig, ‘doe het nou niet!’ Verijn gooide haar op het bed. Hij keek haar met ijzige ogen aan. Alsof er geen gevoel in zat. Aline kromp in elkaar onder die blik. Hij ging naast haar op het bed zitten en hield haar stevig vast. Hij gleed met zijn hand over haar wang. ‘Zo ben je lief.’ Zei hij. Zijn stem was al even koud als zijn ogen. Alsof hij dit al heel vaak had gedaan, en hij zich er niet voor wou schamen, en zich van de gedachte af wou zetten dat het slecht was. ‘Trek je shirtje uit.’ Zei hij nog steeds met een stem zonder gevoel. Aline keek hem vol walging aan. Dacht hij nou echt dat ze dat zou doen? ‘Dacht het niet!’ Zei ze, ‘ik ben niet gek.’ ‘Je bent gek,’ zei hij, ‘als je het niet doet.’ Hij pakte een vlindermes tevoorschijn. Aline keek angstig en verrast naar het mes. ‘Dat meent u niet!’ Zei ze. ‘Doe je shirt uit!’ Zei hij nog een keer nu wat dreigender. Aline kreeg het koud. Ze trok haar shirtje uit. Verijn keek ernaar en lachte. Vuile vent! Dacht Aline. Verijn trok haar tegen zich aan en zoende haar. ‘Je bent zo’n lieve meid,’ zei hij, wanneer kom je eens een nachtje bij mij thuis?’ ‘Denk je nou echt dat ik dat doe?’ Zei Aline kwaad. Hij bekeek haar van top tot teen. ‘Het zou wel leuk zijn,’ zei hij, ‘en gezellig.’ ‘Maar het kan natuurlijk ook gewoon hier hoor.’ Hij zoende haar weer en deed de knoop van haar broek los. Aline raakte in paniek. ‘Rustig maar schatje,’ zei hij, ‘ik doe je geen pijn.’ Hij trok haar broek nu helemaal uit. Zijn handen gleden over haar heupen. Hij was net bezig zijn knoop los maken toen ineens beneden de voordeur open ging. Aline slaakte een zucht van verlichting. Verijn pakte haar nachtjapon en gooide die naar haar toe. ‘Trek die aan’, zei hij, ‘jij ligt al in je bed namelijk! En denk erom, zei hij spelend met zijn mes terwijl zijn stem weer hard werd, je moeder komt hier niets van te weten!’ Hij stopte het mes weer in zijn broekzak en liep de kamer uit. Aline bleef roerloos op haar bed liggen met haar nachtjapon in haar handen. Ze trilde van angst. Zo viel ze in een onrustige slaap.
Midden in de nacht schrok Aline wakker. Ze trilde helemaal. Niet alleen maar van de kou. Ze durfde echt niet meer naar school! Ze stond op en trok haar nachtjapon aan. Toen merkte ze dat de computer nog aan stond. Ze ging erachter zitten. Het gesprek met Simon stond nog open. Hij was offline. Aline zag dat hij nog wel wat geschreven had.
Simon: He,…meid wat gebeurt daar allemaal? Wie is die vent?
Simon: Meid ik moet weg…het spijt me… ook van vandaag…
Snel glipte ze uit zijn armen en rende de kamer uit. Ze hoorde hem vloeken en achter haar aan komen. Ze rende de gang door naar de badkamer. Ze verstopte zich in de douche en stond klaar om hem zo’n harde klap op zijn hoofd te geven dat hij niet meer bij zou komen. Ze hoorde niemand lopen in het huis. Na vijf minuten durfde ze zich pas te bewegen. Ze stapte uit de douche en ging de badkamer uit. Plotseling werd ze van achteren beetgepakt. ‘Zo snel ben je niet van me af,’ zei Verijn, ‘ik laat je niet zo snel gaan.’ Aline probeerde weer los te komen maar zonder succes. Hij nam haar weer mee naar haar kamer. ‘Zo,’ zei hij met een lach, ‘en nu blijf je lekker rustig en laat je me lekker mijn gang gaan.’ ‘Dacht u dat?’ Riep Aline, ‘ik ben geen hoer, blijf met uw gore poten van me af!’ ‘Nou, nou,’ zei Verijn, ‘niet zo brutaal tegen je leraar hè!’ Hij duwde haar weer richting het bed. Aline keek hem bang aan. ‘Alstublieft!’ Zei ze wanhopig, ‘doe het nou niet!’ Verijn gooide haar op het bed. Hij keek haar met ijzige ogen aan. Alsof er geen gevoel in zat. Aline kromp in elkaar onder die blik. Hij ging naast haar op het bed zitten en hield haar stevig vast. Hij gleed met zijn hand over haar wang. ‘Zo ben je lief.’ Zei hij. Zijn stem was al even koud als zijn ogen. Alsof hij dit al heel vaak had gedaan, en hij zich er niet voor wou schamen, en zich van de gedachte af wou zetten dat het slecht was. ‘Trek je shirtje uit.’ Zei hij nog steeds met een stem zonder gevoel. Aline keek hem vol walging aan. Dacht hij nou echt dat ze dat zou doen? ‘Dacht het niet!’ Zei ze, ‘ik ben niet gek.’ ‘Je bent gek,’ zei hij, ‘als je het niet doet.’ Hij pakte een vlindermes tevoorschijn. Aline keek angstig en verrast naar het mes. ‘Dat meent u niet!’ Zei ze. ‘Doe je shirt uit!’ Zei hij nog een keer nu wat dreigender. Aline kreeg het koud. Ze trok haar shirtje uit. Verijn keek ernaar en lachte. Vuile vent! Dacht Aline. Verijn trok haar tegen zich aan en zoende haar. ‘Je bent zo’n lieve meid,’ zei hij, wanneer kom je eens een nachtje bij mij thuis?’ ‘Denk je nou echt dat ik dat doe?’ Zei Aline kwaad. Hij bekeek haar van top tot teen. ‘Het zou wel leuk zijn,’ zei hij, ‘en gezellig.’ ‘Maar het kan natuurlijk ook gewoon hier hoor.’ Hij zoende haar weer en deed de knoop van haar broek los. Aline raakte in paniek. ‘Rustig maar schatje,’ zei hij, ‘ik doe je geen pijn.’ Hij trok haar broek nu helemaal uit. Zijn handen gleden over haar heupen. Hij was net bezig zijn knoop los maken toen ineens beneden de voordeur open ging. Aline slaakte een zucht van verlichting. Verijn pakte haar nachtjapon en gooide die naar haar toe. ‘Trek die aan’, zei hij, ‘jij ligt al in je bed namelijk! En denk erom, zei hij spelend met zijn mes terwijl zijn stem weer hard werd, je moeder komt hier niets van te weten!’ Hij stopte het mes weer in zijn broekzak en liep de kamer uit. Aline bleef roerloos op haar bed liggen met haar nachtjapon in haar handen. Ze trilde van angst. Zo viel ze in een onrustige slaap.
Midden in de nacht schrok Aline wakker. Ze trilde helemaal. Niet alleen maar van de kou. Ze durfde echt niet meer naar school! Ze stond op en trok haar nachtjapon aan. Toen merkte ze dat de computer nog aan stond. Ze ging erachter zitten. Het gesprek met Simon stond nog open. Hij was offline. Aline zag dat hij nog wel wat geschreven had.
Simon: He,…meid wat gebeurt daar allemaal? Wie is die vent?
Simon: Meid ik moet weg…het spijt me… ook van vandaag…
*Writing is like Magic. Unpredictable and Beautiful*
Heel heftig, je verwoordt het erg mooi
Die Verijn is echt een vieze *** Hopelijk kan Simon Aline helpen...
Doordat je alles achter elkaar typt, leest het soms een beetje rommelig. Probeer tussendoor een paar keer te enteren


Doordat je alles achter elkaar typt, leest het soms een beetje rommelig. Probeer tussendoor een paar keer te enteren

The quiet scares me cause it screams the truth
Aline ging haar bed weer in. Heel lang lag ze wakker. Hoe moest ze morgen nou naar school gaan? Ze zou wel moeten, haar moeder mocht niet weten wat er gebeurt was. Anders…dat mes…Aline rilde bij de gedachte aan de blik in de ogen van Verijn. Het was zo’n niets ziende blik. Zo…versteent. Ze keek op het klokje die op haar nachtkastje stond. Het was half zes. Over twee uurtjes moest ze er al weer uit! Ze besloot dat ze maar ging douchen. Dan kon ze er eerder uit. Ze kon toch niet meer in slaap komen. Na nog een uurtje gelegen te hebben, ging ze naar de badkamer. Onderweg kwam ze haar moeder tegen. ‘Zo’, zei haar moeder, ‘wat ben jij er vroeg uit!’ Aline knikte. ‘Ik kon niet slapen.’ Zei ze. Ze liep snel door naar de douche. Bang dat haar moeder haar angst zou merken. Na het douchen at ze met tegenzin haar brood op. Toen maakte ze brood klaar voor die middag en fietste angstig naar school.
Hij zag haar het schoolplein op komen fietsen. Als zij hem zou zien, zou ze hem waarschijnlijk niet herkennen. Hij keek naar haar gezicht. Hij had haar nog nooit zo verdrietig en gekwetst gezien. Hij had haar ontmoet op een chatsite, en toen hij haar op de webcam had gezien wist hij meteen wie ze was. Hij had haar al een paar keer gezien bij de school. Hij liep een stukje naar haar toe. Hij zag dat ze moest huilen. Hij kreeg ontzettend medelijden met haar. Alleen hij wist niet hoe hij naar haar toe moest gaan om haar te troosten. Ze wist namelijk niet dat hij bij haar op school zat...De bel ging en hij liep maar naar binnen. Hij hoopte maar dat alles goed zou gaan met haar. Hij zou haar in ieder geval wel in de gaten houden. Hij had de man wel herkend! Het was meneer Verijn. Zijn leraar. Die vuile…!
Verijn zag dat ze de klas in kwam lopen. Hij hield haar strak in de gaten. Ze moest niet denken dat het zo afgelopen zou zijn! Hij zou haar nog wel eens op komen zoeken. Hij zag dat ze heel vluchtig even zijn richting op keek. Hij zag ook de angst en afschuw op haar gezicht. Hij zou haar wel klein krijgen! Aline zat angstig in de les van Verijn. Ze keek soms vluchtig naar hem. Ze hield hem goed in de gaten. Toen iedereen rustig zat te werken, zag ze dat Verijn haar aanstaarde. Ze keek recht in zijn ogen. Ze zag weer diezelfde koude blik. Ze kreeg het er koud van. Ineens wenkte hij haar dat ze moest komen. Ze schrok. Zenuwachtig en bang stond ze op en liep naar zijn bureau. Plotseling werd alles zwart.
Simon liep door de school. Hij had een tussenuur en wist niet wat hij moest gaan doen. Hij zou even langs het lokaal lopen waar Aline les had. Toen hij de hoek om kwam lopen zag hij net Verijn die Aline in zijn armen naar buiten droeg. ‘He, Simon!’ Riep Verijn, ‘loop jij even mee?’ Simon liet zich dat geen twee keer zeggen. Nu kon hij Verijn goed in de gaten houden. Samen liepen ze naar het kantoortje van Verijn. Daar legde Verijn haar op de bank. ‘Ik pak wel even een glas water’, zei Simon, ‘wat is er eigenlijk gebeurd?’ ‘Nou’, zei Verijn, ‘ik zei dat ze even naar mijn bureau moest komen. Toen ze opstond viel ze ineens flauw.’ ‘Hoe kan dat?’ Vroeg Simon, terwijl hij het antwoord wel wist. Het kwam gewoon door de zenuwen. Ze was zo bang geweest om naar hem toe te komen dat ze helemaal gestresst raakte en flauw viel. ‘Ik weet het niet’, zei Verijn, ‘misschien heeft ze een ziekte.’ Aline had zich al die tijd nog niet bewogen. Simon keek bezorgt naar haar. ‘Ze is toch niet dood?’ Vroeg hij angstig. Op dat moment kwam Aline, net weer een beetje bij. ‘Nee dus.’ Zei Verijn. Simon gaf het glas water aan haar. ‘He Simon’, zei Verijn tegen Simon, ik moet weer naar mijn klas terug, kan jij op haar passen?’ Simon knikte. ‘En Aline?’ Vroeg Verijn, ‘zie ik jou na schooltijd even?’ Aline knikte gedwee. Verijn stond op en verliet het kamertje.
‘Gaat het weer een beetje Aline?’ Vroeg Simon. Aline knikte. ‘Ik weet waarom je flauw viel’, zei Simon, ‘je was bang voor Verijn.’ Aline keek hem verbaast aan. ‘Hoe…hoe weet jij dat?’ Vroeg ze ongelovig. ‘Ik ben Simon!’ Zei Simon, ‘en ik heb ook ogen. Ik heb op jou webcam gezien dat Verijn…’Aline begon te huilen. Simon ging naast haar zitten en sloeg een arm om haar heen. ‘He’, zei hij, ‘ik bedoelde het niet om jou te kwetsen, of pijn te doen.’ ‘Ik weet het’, zei Aline, ‘maar het is allemaal zo verwarrend!’ Simon knikte. ‘Je moet echt wat doen aan die kerel!’ Zei hij. Aline knikte.
Plotseling ging de deur weer open. Verijn kwam binnenlopen. ‘Hoe gaat het hier?’ Vroeg hij. ‘Goed hoor’, zeiden Simon en Aline tegelijk. ‘Ik voel me al weer wat beter.’ Zei Aline. De bel ging. ‘Ik heb nu les.’ Zei Simon en hij stond op. ‘Oké’, zei Verijn, ‘ga maar, dan praat ik nog even met Aline.’ Simon keek Aline aan, alsof hij wou zeggen dat ze op moest passen. Aline keek hem smekend aan alsof ze wilde zeggen dat hij moest blijven. Toen ging hij weg, met een angstig voorgevoel in zijn hart.
Hij zag haar het schoolplein op komen fietsen. Als zij hem zou zien, zou ze hem waarschijnlijk niet herkennen. Hij keek naar haar gezicht. Hij had haar nog nooit zo verdrietig en gekwetst gezien. Hij had haar ontmoet op een chatsite, en toen hij haar op de webcam had gezien wist hij meteen wie ze was. Hij had haar al een paar keer gezien bij de school. Hij liep een stukje naar haar toe. Hij zag dat ze moest huilen. Hij kreeg ontzettend medelijden met haar. Alleen hij wist niet hoe hij naar haar toe moest gaan om haar te troosten. Ze wist namelijk niet dat hij bij haar op school zat...De bel ging en hij liep maar naar binnen. Hij hoopte maar dat alles goed zou gaan met haar. Hij zou haar in ieder geval wel in de gaten houden. Hij had de man wel herkend! Het was meneer Verijn. Zijn leraar. Die vuile…!
Verijn zag dat ze de klas in kwam lopen. Hij hield haar strak in de gaten. Ze moest niet denken dat het zo afgelopen zou zijn! Hij zou haar nog wel eens op komen zoeken. Hij zag dat ze heel vluchtig even zijn richting op keek. Hij zag ook de angst en afschuw op haar gezicht. Hij zou haar wel klein krijgen! Aline zat angstig in de les van Verijn. Ze keek soms vluchtig naar hem. Ze hield hem goed in de gaten. Toen iedereen rustig zat te werken, zag ze dat Verijn haar aanstaarde. Ze keek recht in zijn ogen. Ze zag weer diezelfde koude blik. Ze kreeg het er koud van. Ineens wenkte hij haar dat ze moest komen. Ze schrok. Zenuwachtig en bang stond ze op en liep naar zijn bureau. Plotseling werd alles zwart.
Simon liep door de school. Hij had een tussenuur en wist niet wat hij moest gaan doen. Hij zou even langs het lokaal lopen waar Aline les had. Toen hij de hoek om kwam lopen zag hij net Verijn die Aline in zijn armen naar buiten droeg. ‘He, Simon!’ Riep Verijn, ‘loop jij even mee?’ Simon liet zich dat geen twee keer zeggen. Nu kon hij Verijn goed in de gaten houden. Samen liepen ze naar het kantoortje van Verijn. Daar legde Verijn haar op de bank. ‘Ik pak wel even een glas water’, zei Simon, ‘wat is er eigenlijk gebeurd?’ ‘Nou’, zei Verijn, ‘ik zei dat ze even naar mijn bureau moest komen. Toen ze opstond viel ze ineens flauw.’ ‘Hoe kan dat?’ Vroeg Simon, terwijl hij het antwoord wel wist. Het kwam gewoon door de zenuwen. Ze was zo bang geweest om naar hem toe te komen dat ze helemaal gestresst raakte en flauw viel. ‘Ik weet het niet’, zei Verijn, ‘misschien heeft ze een ziekte.’ Aline had zich al die tijd nog niet bewogen. Simon keek bezorgt naar haar. ‘Ze is toch niet dood?’ Vroeg hij angstig. Op dat moment kwam Aline, net weer een beetje bij. ‘Nee dus.’ Zei Verijn. Simon gaf het glas water aan haar. ‘He Simon’, zei Verijn tegen Simon, ik moet weer naar mijn klas terug, kan jij op haar passen?’ Simon knikte. ‘En Aline?’ Vroeg Verijn, ‘zie ik jou na schooltijd even?’ Aline knikte gedwee. Verijn stond op en verliet het kamertje.
‘Gaat het weer een beetje Aline?’ Vroeg Simon. Aline knikte. ‘Ik weet waarom je flauw viel’, zei Simon, ‘je was bang voor Verijn.’ Aline keek hem verbaast aan. ‘Hoe…hoe weet jij dat?’ Vroeg ze ongelovig. ‘Ik ben Simon!’ Zei Simon, ‘en ik heb ook ogen. Ik heb op jou webcam gezien dat Verijn…’Aline begon te huilen. Simon ging naast haar zitten en sloeg een arm om haar heen. ‘He’, zei hij, ‘ik bedoelde het niet om jou te kwetsen, of pijn te doen.’ ‘Ik weet het’, zei Aline, ‘maar het is allemaal zo verwarrend!’ Simon knikte. ‘Je moet echt wat doen aan die kerel!’ Zei hij. Aline knikte.
Plotseling ging de deur weer open. Verijn kwam binnenlopen. ‘Hoe gaat het hier?’ Vroeg hij. ‘Goed hoor’, zeiden Simon en Aline tegelijk. ‘Ik voel me al weer wat beter.’ Zei Aline. De bel ging. ‘Ik heb nu les.’ Zei Simon en hij stond op. ‘Oké’, zei Verijn, ‘ga maar, dan praat ik nog even met Aline.’ Simon keek Aline aan, alsof hij wou zeggen dat ze op moest passen. Aline keek hem smekend aan alsof ze wilde zeggen dat hij moest blijven. Toen ging hij weg, met een angstig voorgevoel in zijn hart.
*Writing is like Magic. Unpredictable and Beautiful*
Mooi verhaal!! Ik ga niet zeggen "leuk verhaal" want het is volgens mij een heel zielig verhaal!! Ik heb nog niet helemaal alles gelezen
maar ik zal het verhaal zeker blijven volgen!!
Liefs Sasja

Liefs Sasja
Je verhaallijn is zó mooi, echt heel aangrijpen! 

The quiet scares me cause it screams the truth
Verijn draaide zich om naar Aline. Ze kromp in elkaar. Verijn ging naast haar op de bank zitten. ‘Dus…’ Zei hij. ‘Wat dus?’ Vroeg Aline. ‘Dus’, zei Verijn, ‘hier zitten we dan.’ Aline knikte. Ze staarde naar haar voeten. ‘Je viel flauw van angst.’ Zei Verijn alsof hij een onbelangrijk feit noemde. Aline zweeg. ‘Angst voor mij.’ Zei Verijn. Aline zei nog steeds niets. Verijn sloeg een arm om haar middel. Nog steeds bleef Aline zitten waar ze zat en staarde ze naar beneden. ‘Waarom ben je bang voor mij?’ Vroeg Verijn. Omdat je een vuile vent bent! Wilde Aline uit schreeuwen maar ze zei nog steeds niets. ‘Weet je het niet?’ Vroeg Verijn met een lief stemmetje. Hij trok haar tegen zich aan. ‘Nu nog steeds niet?’ Vroeg hij, en glimlachte. Aline zweeg. Ze durfde niets te zeggen. Verijn drukte zijn mond op de hare. ‘Weet je het nog steeds niet?’ Vroeg hij gemeen. ‘En wat als ik je nu eens meeneem naar mijn huis’, zei hij, ‘weet je het dan wel?’ Aline keek hem aan met een blik van angst en woede. Verijn streek met zijn hand over haar wang. Ineens sprong Aline op. ‘Ik ben bang voor u’, riep ze, ‘omdat u een vuile vieze klootzak bent!’ Ze rende naar de deur, maar Verijn was sneller. Hij greep haar beet. ‘Durf dat nog eens te zeggen!’ Siste hij kwaad. ‘U bent een enge vent!’ Riep Aline door haar tranen heen. Aline zag de hardheid in zijn ogen een beetje vervagen. ‘Nee’, zei hij, ‘ik ben een vent die heel veel van je houd.’ Hij drukte zijn mond weer op de hare. Aline worstelde om uit zijn greep te komen. ‘Rustig maar liefje.’ Fluisterde Verijn. Zijn greep verslapte even. Aline greep haar kans en stoof het kamertje uit.
Simon liep de school uit. Hij zag Aline op een bankje zitten. Hij pakte zijn fiets. Aline stond op en pakte haar fiets ook. Zwijgend reden ze naast elkaar van het plein af, naar het parkje. Daar gekomen gingen ze op een bankje zitten. Ineens kon Aline het niet meer houden en barste ze in tranen uit. Eerst vroeg Simon haar niets, maar liet haar rustig uithuilen. ‘Wat heeft hij bij je gedaan?’ Vroeg hij. Toen vertelde Aline alles wat er was gebeurt nadat Simon het kamertje had verlaten. ‘Terecht!’ Zei Simon toen ze vertelde dat ze Verijn een vieze klootzak had genoemd. ‘Het is de waarheid!’ Zei hij kwaad. ‘We moeten echt wat doen tegen die kerel!’ ‘Dat kan niet!’ Riep Aline in paniek uit terwijl ze weer dacht aan het mes. ‘Hoezo niet?’ Vroeg Simon. Aline stond op. ‘Gewoon niet!’ Riep ze uit. Ze was helemaal in paniek. Ze mocht niemand er wat van vertellen! Anders…die ogen, en dat mes…Ze stapte op haar fiets en reed heel hard naar huis. Simon keek haar verbijsterd na. Waarom was ze ineens zo in paniek geraakt? Hij stapte op zijn fiets en reed ook naar huis.
Na schooltijd stond Verijn in zijn kantoortje. Hij dacht aan Aline. Wat was ze toch een vertederend meisje. Ze was dan wel geen fotomodel maar ze had wel uitstraling. Ze was alleen een beetje opstandig. Maar ach, dat waren de meeste meiden op die leeftijd. Hij dacht aan wat hij met haar zou willen doen en glimlachte. Hij zou haar wel klein krijgen.
Simon liep de school uit. Hij zag Aline op een bankje zitten. Hij pakte zijn fiets. Aline stond op en pakte haar fiets ook. Zwijgend reden ze naast elkaar van het plein af, naar het parkje. Daar gekomen gingen ze op een bankje zitten. Ineens kon Aline het niet meer houden en barste ze in tranen uit. Eerst vroeg Simon haar niets, maar liet haar rustig uithuilen. ‘Wat heeft hij bij je gedaan?’ Vroeg hij. Toen vertelde Aline alles wat er was gebeurt nadat Simon het kamertje had verlaten. ‘Terecht!’ Zei Simon toen ze vertelde dat ze Verijn een vieze klootzak had genoemd. ‘Het is de waarheid!’ Zei hij kwaad. ‘We moeten echt wat doen tegen die kerel!’ ‘Dat kan niet!’ Riep Aline in paniek uit terwijl ze weer dacht aan het mes. ‘Hoezo niet?’ Vroeg Simon. Aline stond op. ‘Gewoon niet!’ Riep ze uit. Ze was helemaal in paniek. Ze mocht niemand er wat van vertellen! Anders…die ogen, en dat mes…Ze stapte op haar fiets en reed heel hard naar huis. Simon keek haar verbijsterd na. Waarom was ze ineens zo in paniek geraakt? Hij stapte op zijn fiets en reed ook naar huis.
Na schooltijd stond Verijn in zijn kantoortje. Hij dacht aan Aline. Wat was ze toch een vertederend meisje. Ze was dan wel geen fotomodel maar ze had wel uitstraling. Ze was alleen een beetje opstandig. Maar ach, dat waren de meeste meiden op die leeftijd. Hij dacht aan wat hij met haar zou willen doen en glimlachte. Hij zou haar wel klein krijgen.
*Writing is like Magic. Unpredictable and Beautiful*
Gadver! Die Verijn is echt een vieze, smerige klootzak!
Supermooi geschreven, je weet de aandacht van je lezers heel goed vast te houden! Ik hoop dat je snel verder gaat
Supermooi geschreven, je weet de aandacht van je lezers heel goed vast te houden! Ik hoop dat je snel verder gaat

The quiet scares me cause it screams the truth
Stil en schuw ging Aline op een stoel zitten achter in het lokaal. Waarom had ze dan ook zo vaak les van die rotvent? Ja, oké omdat hij haar mentor was. Maar daarom was het nog wel heel erg vervelend. Verijn kwam binnen lopen. Als blikken konden doden was hij nu al dood, dacht Aline. Ze verafschuwde hem. Na een kwartier uitleg moesten ze zelfstandig werken. Ze probeerde haar aandacht bij het werk te houden. Plotseling stond Verijn voor haar. Hij duwde een briefje in haar hand. Toen liep hij weer verder, onschuldig kijkend. Zenuwachtig vouwde Aline het briefje open. Wacht op me na schooltijd…zo niet…! Stond er. Ook stond er een tekeningetje bij van een mes. Ze rilde. Ze zou wel moeten, dacht ze. Plotseling bedacht ze zich. Wat zou hij haar maken zeg? Hij was vast te laf om dat mes te gebruiken. Ze zou echt niet op hem gaan wachten, zodat hij haar van alles kon aandoen! Hier na nog één les en dan was ze uit. Ze zou snel haar fiets pakken en weggaan. Naar huis kon niet. Dan zou hij achter haar aan komen. En haar moeder mocht ook niets weten. Ze had vanmorgen al als voorzorg 100 euro uit haar spaarpot gehaald.
De bel ging. Snel pakte ze haar spullen en deed ze in haar tas. Te laat. Iedereen was de klas uit, en Verijn stond voor de ingang. Aarzelend liep ze naar de deur. Verijn bleef met opzet in de ingang staan. ‘Mag ik er langs?’ Vroeg Aline ongeduldig. ‘Als je na schooltijd op me wacht.’ Zei Verijn. ‘Ga nou maar aan de kant!’ Zei Aline boos. ‘Als je op me wacht.’ Zei Verijn weer. Hij streek snel en bijna onzichtbaar met zijn hand langs haar borsten. Aline keek hem vernietigend aan. Ze duwde hem aan de kant en liep driftig naar het volgende lokaal. Verijn keek haar lachend na.
Aline liep de school uit. Ze pakte haar fiets. Snel stapte ze op en reed het plein af. Plotseling startte een geparkeerde auto. Aline schrok. Het was Verijn. Ze begon sneller te fietsen. Ze moest een industrieterrein over. Daar baalde ze nu van want het was daar altijd zo verlaten. Steeds harder ging ze fietsen tot ze bijna op de trappers stond. Plotseling reed Verijn naast haar. Hij rijdt me klem! Flitste het door haar hoofd. En dat was waar. Hij reed zo, dat ze gedwongen was om af te stappen. Verschrikt sprong ze van haar fiets en drukte zich tegen de muur. Verijn stapte uit. Zijn gezicht was vertrokken in een soort mengeling van leedvermaak en woede. ‘Volgens mij hadden we een afspraak.’ Klonk zijn kwade stem. Aline zei niets. Verijn deed de deur van de auto open en duwde Aline erin. Hij deed hem op slot. Toen pakte hij haar fiets, zette die tegen de muur en deed die ook op slot. Hij stak de sleutels in zijn broekzak. Toen stapte hij ook in de auto. Stil zat Aline naast hem in de auto. Ze durfde amper te bewegen. Verijn leek haar aanwezigheid niet op te merken. Hij concentreerde zich op de weg. Ze reden door het centrum. Hij parkeerde. ‘Loop gewoon rustig mee!’ Zei Verijn dreigend. Aline knikte. Ze zou niet eens durven vluchten. Gedwee liet ze zich naar zijn huis brengen. Hij opende de deur en duwde haar naar binnen. Voor haar was een trap. Verijn beduidde haar dat ze naar boven moest gaan. Er werd niet veel gesproken.
Aarzelend liep ze naar boven. Ze kwamen bij een deur. Ze moest hem openen en stapte de kamer binnen. Er stond een bank en een paar stoelen. In de hoek stond een bed. Ook stonden er een paar sta-lampen. Ze draaide zich om naar Verijn. Ze probeerde aan zijn gezicht af te lezen wat hij dacht. Zijn gezicht verried niets. Hij deed een paar lampen aan. Toen richtte hij zijn aandacht op haar. Hij had nog steeds bijna niets gezegd. Hij tilde haar op en legde haar op het bed. Aline wou van het bed af gaan maar Verijn hield haar tegen. ‘Blijf liggen’, zei hij. Aline zakte weer terug op het bed. Ze voelde zich verslagen. Verijn streek met zijn hand over haar wang. Aline weerde hem niet meer af. Het had geen nut meer. Ze was verslagen. Verijn trok haar van het bed omhoog en trok haar dicht tegen hem aan. Plotseling voelde ze een klein beetje hoop en vechtlust door haar hart stromen. Met de laatste moed en hoop die ze in zich had gaf ze Verijn keihard een knietje in zijn geslachtsdeel. Verijn zakte in elkaar. Aline rende naar de nog open deur. Half struikelend rende ze de trap af, de deur uit, de straat op.
Ze bedacht zich geen moment maar rende de straat over, niet lettend op alle toeterende auto’s. Ze rende zo hard ze kon. Ze keek achterom om te kijken of hij achter haar aan kwam. Ze zag Verijn zijn huis uit komen rennen. Ze botste tegen iemand op en viel op de grond. De man waar ze tegen op was geknald lukte het wel om overeind te blijven staan. Hij hielp Aline overeind. Die keek hem even geschrokken aan en rende toen weer snel verder. Aline rende steeds sneller langs alle mensen die aan het winkelen waren. Ze rende door steegjes en paadjes waarvan ze niet eens wist dat ze bestonden. Ze keek nog eens achterom. Ze zag hem nergens meer. Misschien had hij het opgegeven? Ze bleef stilstaan. Ze keek om zich heen. Waar was ze? Waar kwam ze vandaan? Ze wist het niet meer. Ze hoorde een deur opengaan rechts van haar. Er kwam een dronken man uit. Aline rende snel de steeg uit. Daar stond ze weer stil. Ze zag dat ze bij het uitgaanscentrum van de stad was gekomen. Niet de ideale plek voor een meid van veertien om alleen te zijn, ook niet overdag. Zo kalm mogelijk liep ze door de straatjes, op zoek naar een uitgang. Toen ze die uiteindelijk gevonden had keek ze eerst goed rond en liep toen verder. Ze wou het niet riskeren om Verijn tegen het lijf te lopen. Verloren liep ze door de stad. Waar moest ze nu heen? Naar school kon niet, die was dicht. En als ze naar huis zou gaan zou Verijn haar zeker vinden. En dat moest ze voorkomen. Ze was nog niet verslagen! Ze zou niet toegeven. Al zou ze op straat moeten slapen, naar hem zou ze niet teruggaan!
De bel ging. Snel pakte ze haar spullen en deed ze in haar tas. Te laat. Iedereen was de klas uit, en Verijn stond voor de ingang. Aarzelend liep ze naar de deur. Verijn bleef met opzet in de ingang staan. ‘Mag ik er langs?’ Vroeg Aline ongeduldig. ‘Als je na schooltijd op me wacht.’ Zei Verijn. ‘Ga nou maar aan de kant!’ Zei Aline boos. ‘Als je op me wacht.’ Zei Verijn weer. Hij streek snel en bijna onzichtbaar met zijn hand langs haar borsten. Aline keek hem vernietigend aan. Ze duwde hem aan de kant en liep driftig naar het volgende lokaal. Verijn keek haar lachend na.
Aline liep de school uit. Ze pakte haar fiets. Snel stapte ze op en reed het plein af. Plotseling startte een geparkeerde auto. Aline schrok. Het was Verijn. Ze begon sneller te fietsen. Ze moest een industrieterrein over. Daar baalde ze nu van want het was daar altijd zo verlaten. Steeds harder ging ze fietsen tot ze bijna op de trappers stond. Plotseling reed Verijn naast haar. Hij rijdt me klem! Flitste het door haar hoofd. En dat was waar. Hij reed zo, dat ze gedwongen was om af te stappen. Verschrikt sprong ze van haar fiets en drukte zich tegen de muur. Verijn stapte uit. Zijn gezicht was vertrokken in een soort mengeling van leedvermaak en woede. ‘Volgens mij hadden we een afspraak.’ Klonk zijn kwade stem. Aline zei niets. Verijn deed de deur van de auto open en duwde Aline erin. Hij deed hem op slot. Toen pakte hij haar fiets, zette die tegen de muur en deed die ook op slot. Hij stak de sleutels in zijn broekzak. Toen stapte hij ook in de auto. Stil zat Aline naast hem in de auto. Ze durfde amper te bewegen. Verijn leek haar aanwezigheid niet op te merken. Hij concentreerde zich op de weg. Ze reden door het centrum. Hij parkeerde. ‘Loop gewoon rustig mee!’ Zei Verijn dreigend. Aline knikte. Ze zou niet eens durven vluchten. Gedwee liet ze zich naar zijn huis brengen. Hij opende de deur en duwde haar naar binnen. Voor haar was een trap. Verijn beduidde haar dat ze naar boven moest gaan. Er werd niet veel gesproken.
Aarzelend liep ze naar boven. Ze kwamen bij een deur. Ze moest hem openen en stapte de kamer binnen. Er stond een bank en een paar stoelen. In de hoek stond een bed. Ook stonden er een paar sta-lampen. Ze draaide zich om naar Verijn. Ze probeerde aan zijn gezicht af te lezen wat hij dacht. Zijn gezicht verried niets. Hij deed een paar lampen aan. Toen richtte hij zijn aandacht op haar. Hij had nog steeds bijna niets gezegd. Hij tilde haar op en legde haar op het bed. Aline wou van het bed af gaan maar Verijn hield haar tegen. ‘Blijf liggen’, zei hij. Aline zakte weer terug op het bed. Ze voelde zich verslagen. Verijn streek met zijn hand over haar wang. Aline weerde hem niet meer af. Het had geen nut meer. Ze was verslagen. Verijn trok haar van het bed omhoog en trok haar dicht tegen hem aan. Plotseling voelde ze een klein beetje hoop en vechtlust door haar hart stromen. Met de laatste moed en hoop die ze in zich had gaf ze Verijn keihard een knietje in zijn geslachtsdeel. Verijn zakte in elkaar. Aline rende naar de nog open deur. Half struikelend rende ze de trap af, de deur uit, de straat op.
Ze bedacht zich geen moment maar rende de straat over, niet lettend op alle toeterende auto’s. Ze rende zo hard ze kon. Ze keek achterom om te kijken of hij achter haar aan kwam. Ze zag Verijn zijn huis uit komen rennen. Ze botste tegen iemand op en viel op de grond. De man waar ze tegen op was geknald lukte het wel om overeind te blijven staan. Hij hielp Aline overeind. Die keek hem even geschrokken aan en rende toen weer snel verder. Aline rende steeds sneller langs alle mensen die aan het winkelen waren. Ze rende door steegjes en paadjes waarvan ze niet eens wist dat ze bestonden. Ze keek nog eens achterom. Ze zag hem nergens meer. Misschien had hij het opgegeven? Ze bleef stilstaan. Ze keek om zich heen. Waar was ze? Waar kwam ze vandaan? Ze wist het niet meer. Ze hoorde een deur opengaan rechts van haar. Er kwam een dronken man uit. Aline rende snel de steeg uit. Daar stond ze weer stil. Ze zag dat ze bij het uitgaanscentrum van de stad was gekomen. Niet de ideale plek voor een meid van veertien om alleen te zijn, ook niet overdag. Zo kalm mogelijk liep ze door de straatjes, op zoek naar een uitgang. Toen ze die uiteindelijk gevonden had keek ze eerst goed rond en liep toen verder. Ze wou het niet riskeren om Verijn tegen het lijf te lopen. Verloren liep ze door de stad. Waar moest ze nu heen? Naar school kon niet, die was dicht. En als ze naar huis zou gaan zou Verijn haar zeker vinden. En dat moest ze voorkomen. Ze was nog niet verslagen! Ze zou niet toegeven. Al zou ze op straat moeten slapen, naar hem zou ze niet teruggaan!
*Writing is like Magic. Unpredictable and Beautiful*
Stil en schuw ging Aline op een stoel zitten achter in het lokaal. Waarom had ze dan ook zo vaak les van die rotvent? Ja, oké omdat hij haar mentor was. Maar daarom was het nog wel heel erg vervelend. Verijn kwam binnen lopen. Als blikken konden doden was hij nu al dood, dacht Aline. Ze verafschuwde hem. Na een kwartier uitleg moesten ze zelfstandig werken. Ze probeerde haar aandacht bij het werk te houden. Plotseling stond Verijn voor haar. Hij duwde een briefje in haar hand. Toen liep hij weer verder, onschuldig kijkend. Zenuwachtig vouwde Aline het briefje open. Wacht op me na schooltijd…zo niet…! Stond er. Ook stond er een tekeningetje bij van een mes. Ze rilde. Ze zou wel moeten, dacht ze. Plotseling bedacht ze zich. Wat zou hij haar maken zeg? Hij was vast te laf om dat mes te gebruiken. Ze zou echt niet op hem gaan wachten, zodat hij haar van alles kon aandoen! Hier na nog één les en dan was ze uit. Ze zou snel haar fiets pakken en weggaan. Naar huis kon niet. Dan zou hij achter haar aan komen. En haar moeder mocht ook niets weten. Ze had vanmorgen al als voorzorg 100 euro uit haar spaarpot gehaald.
De bel ging. Snel pakte ze haar spullen en deed ze in haar tas. Te laat. Iedereen was de klas uit, en Verijn stond voor de ingang. Aarzelend liep ze naar de deur. Verijn bleef met opzet in de ingang staan. ‘Mag ik er langs?’ Vroeg Aline ongeduldig. ‘Als je na schooltijd op me wacht.’ Zei Verijn. ‘Ga nou maar aan de kant!’ Zei Aline boos. ‘Als je op me wacht.’ Zei Verijn weer. Hij streek snel en bijna onzichtbaar met zijn hand langs haar borsten. Aline keek hem vernietigend aan. Ze duwde hem aan de kant en liep driftig naar het volgende lokaal. Verijn keek haar lachend na.
Aline liep de school uit. Ze pakte haar fiets. Snel stapte ze op en reed het plein af. Plotseling startte een geparkeerde auto. Aline schrok. Het was Verijn. Ze begon sneller te fietsen. Ze moest een industrieterrein over. Daar baalde ze nu van want het was daar altijd zo verlaten. Steeds harder ging ze fietsen tot ze bijna op de trappers stond. Plotseling reed Verijn naast haar. Hij rijdt me klem! Flitste het door haar hoofd. En dat was waar. Hij reed zo, dat ze gedwongen was om af te stappen. Verschrikt sprong ze van haar fiets en drukte zich tegen de muur. Verijn stapte uit. Zijn gezicht was vertrokken in een soort mengeling van leedvermaak en woede. ‘Volgens mij hadden we een afspraak.’ Klonk zijn kwade stem. Aline zei niets. Verijn deed de deur van de auto open en duwde Aline erin. Hij deed hem op slot. Toen pakte hij haar fiets, zette die tegen de muur en deed die ook op slot. Hij stak de sleutels in zijn broekzak. Toen stapte hij ook in de auto. Stil zat Aline naast hem in de auto. Ze durfde amper te bewegen. Verijn leek haar aanwezigheid niet op te merken. Hij concentreerde zich op de weg. Ze reden door het centrum. Hij parkeerde. ‘Loop gewoon rustig mee!’ Zei Verijn dreigend. Aline knikte. Ze zou niet eens durven vluchten. Gedwee liet ze zich naar zijn huis brengen. Hij opende de deur en duwde haar naar binnen. Voor haar was een trap. Verijn beduidde haar dat ze naar boven moest gaan. Er werd niet veel gesproken.
Aarzelend liep ze naar boven. Ze kwamen bij een deur. Ze moest hem openen en stapte de kamer binnen. Er stond een bank en een paar stoelen. In de hoek stond een bed. Ook stonden er een paar sta-lampen. Ze draaide zich om naar Verijn. Ze probeerde aan zijn gezicht af te lezen wat hij dacht. Zijn gezicht verried niets. Hij deed een paar lampen aan. Toen richtte hij zijn aandacht op haar. Hij had nog steeds bijna niets gezegd. Hij tilde haar op en legde haar op het bed. Aline wou van het bed af gaan maar Verijn hield haar tegen. ‘Blijf liggen’, zei hij. Aline zakte weer terug op het bed. Ze voelde zich verslagen. Verijn streek met zijn hand over haar wang. Aline weerde hem niet meer af. Het had geen nut meer. Ze was verslagen. Verijn trok haar van het bed omhoog en trok haar dicht tegen hem aan. Plotseling voelde ze een klein beetje hoop en vechtlust door haar hart stromen. Met de laatste moed en hoop die ze in zich had gaf ze Verijn keihard een knietje in zijn geslachtsdeel. Verijn zakte in elkaar. Aline rende naar de nog open deur. Half struikelend rende ze de trap af, de deur uit, de straat op.
Ze bedacht zich geen moment maar rende de straat over, niet lettend op alle toeterende auto’s. Ze rende zo hard ze kon. Ze keek achterom om te kijken of hij achter haar aan kwam. Ze zag Verijn zijn huis uit komen rennen. Ze botste tegen iemand op en viel op de grond. De man waar ze tegen op was geknald lukte het wel om overeind te blijven staan. Hij hielp Aline overeind. Die keek hem even geschrokken aan en rende toen weer snel verder. Aline rende steeds sneller langs alle mensen die aan het winkelen waren. Ze rende door steegjes en paadjes waarvan ze niet eens wist dat ze bestonden. Ze keek nog eens achterom. Ze zag hem nergens meer. Misschien had hij het opgegeven? Ze bleef stilstaan. Ze keek om zich heen. Waar was ze? Waar kwam ze vandaan? Ze wist het niet meer. Ze hoorde een deur opengaan rechts van haar. Er kwam een dronken man uit. Aline rende snel de steeg uit. Daar stond ze weer stil. Ze zag dat ze bij het uitgaanscentrum van de stad was gekomen. Niet de ideale plek voor een meid van veertien om alleen te zijn, ook niet overdag. Zo kalm mogelijk liep ze door de straatjes, op zoek naar een uitgang. Toen ze die uiteindelijk gevonden had keek ze eerst goed rond en liep toen verder. Ze wou het niet riskeren om Verijn tegen het lijf te lopen. Verloren liep ze door de stad. Waar moest ze nu heen? Naar school kon niet, die was dicht. En als ze naar huis zou gaan zou Verijn haar zeker vinden. En dat moest ze voorkomen. Ze was nog niet verslagen! Ze zou niet toegeven. Al zou ze op straat moeten slapen, naar hem zou ze niet teruggaan!
De bel ging. Snel pakte ze haar spullen en deed ze in haar tas. Te laat. Iedereen was de klas uit, en Verijn stond voor de ingang. Aarzelend liep ze naar de deur. Verijn bleef met opzet in de ingang staan. ‘Mag ik er langs?’ Vroeg Aline ongeduldig. ‘Als je na schooltijd op me wacht.’ Zei Verijn. ‘Ga nou maar aan de kant!’ Zei Aline boos. ‘Als je op me wacht.’ Zei Verijn weer. Hij streek snel en bijna onzichtbaar met zijn hand langs haar borsten. Aline keek hem vernietigend aan. Ze duwde hem aan de kant en liep driftig naar het volgende lokaal. Verijn keek haar lachend na.
Aline liep de school uit. Ze pakte haar fiets. Snel stapte ze op en reed het plein af. Plotseling startte een geparkeerde auto. Aline schrok. Het was Verijn. Ze begon sneller te fietsen. Ze moest een industrieterrein over. Daar baalde ze nu van want het was daar altijd zo verlaten. Steeds harder ging ze fietsen tot ze bijna op de trappers stond. Plotseling reed Verijn naast haar. Hij rijdt me klem! Flitste het door haar hoofd. En dat was waar. Hij reed zo, dat ze gedwongen was om af te stappen. Verschrikt sprong ze van haar fiets en drukte zich tegen de muur. Verijn stapte uit. Zijn gezicht was vertrokken in een soort mengeling van leedvermaak en woede. ‘Volgens mij hadden we een afspraak.’ Klonk zijn kwade stem. Aline zei niets. Verijn deed de deur van de auto open en duwde Aline erin. Hij deed hem op slot. Toen pakte hij haar fiets, zette die tegen de muur en deed die ook op slot. Hij stak de sleutels in zijn broekzak. Toen stapte hij ook in de auto. Stil zat Aline naast hem in de auto. Ze durfde amper te bewegen. Verijn leek haar aanwezigheid niet op te merken. Hij concentreerde zich op de weg. Ze reden door het centrum. Hij parkeerde. ‘Loop gewoon rustig mee!’ Zei Verijn dreigend. Aline knikte. Ze zou niet eens durven vluchten. Gedwee liet ze zich naar zijn huis brengen. Hij opende de deur en duwde haar naar binnen. Voor haar was een trap. Verijn beduidde haar dat ze naar boven moest gaan. Er werd niet veel gesproken.
Aarzelend liep ze naar boven. Ze kwamen bij een deur. Ze moest hem openen en stapte de kamer binnen. Er stond een bank en een paar stoelen. In de hoek stond een bed. Ook stonden er een paar sta-lampen. Ze draaide zich om naar Verijn. Ze probeerde aan zijn gezicht af te lezen wat hij dacht. Zijn gezicht verried niets. Hij deed een paar lampen aan. Toen richtte hij zijn aandacht op haar. Hij had nog steeds bijna niets gezegd. Hij tilde haar op en legde haar op het bed. Aline wou van het bed af gaan maar Verijn hield haar tegen. ‘Blijf liggen’, zei hij. Aline zakte weer terug op het bed. Ze voelde zich verslagen. Verijn streek met zijn hand over haar wang. Aline weerde hem niet meer af. Het had geen nut meer. Ze was verslagen. Verijn trok haar van het bed omhoog en trok haar dicht tegen hem aan. Plotseling voelde ze een klein beetje hoop en vechtlust door haar hart stromen. Met de laatste moed en hoop die ze in zich had gaf ze Verijn keihard een knietje in zijn geslachtsdeel. Verijn zakte in elkaar. Aline rende naar de nog open deur. Half struikelend rende ze de trap af, de deur uit, de straat op.
Ze bedacht zich geen moment maar rende de straat over, niet lettend op alle toeterende auto’s. Ze rende zo hard ze kon. Ze keek achterom om te kijken of hij achter haar aan kwam. Ze zag Verijn zijn huis uit komen rennen. Ze botste tegen iemand op en viel op de grond. De man waar ze tegen op was geknald lukte het wel om overeind te blijven staan. Hij hielp Aline overeind. Die keek hem even geschrokken aan en rende toen weer snel verder. Aline rende steeds sneller langs alle mensen die aan het winkelen waren. Ze rende door steegjes en paadjes waarvan ze niet eens wist dat ze bestonden. Ze keek nog eens achterom. Ze zag hem nergens meer. Misschien had hij het opgegeven? Ze bleef stilstaan. Ze keek om zich heen. Waar was ze? Waar kwam ze vandaan? Ze wist het niet meer. Ze hoorde een deur opengaan rechts van haar. Er kwam een dronken man uit. Aline rende snel de steeg uit. Daar stond ze weer stil. Ze zag dat ze bij het uitgaanscentrum van de stad was gekomen. Niet de ideale plek voor een meid van veertien om alleen te zijn, ook niet overdag. Zo kalm mogelijk liep ze door de straatjes, op zoek naar een uitgang. Toen ze die uiteindelijk gevonden had keek ze eerst goed rond en liep toen verder. Ze wou het niet riskeren om Verijn tegen het lijf te lopen. Verloren liep ze door de stad. Waar moest ze nu heen? Naar school kon niet, die was dicht. En als ze naar huis zou gaan zou Verijn haar zeker vinden. En dat moest ze voorkomen. Ze was nog niet verslagen! Ze zou niet toegeven. Al zou ze op straat moeten slapen, naar hem zou ze niet teruggaan!
*Writing is like Magic. Unpredictable and Beautiful*
Die stomme Verijn
Supermooi geschreven!


Supermooi geschreven!


The quiet scares me cause it screams the truth
Dat stukje had je net ook al, maar ik ben benieuwd hoe het met Aline afloopt.anjetta schreef:Stil en schuw ging Aline op een stoel zitten achter in het lokaal. Waarom had ze dan ook zo vaak les van die rotvent? Ja, oké omdat hij haar mentor was. Maar daarom was het nog wel heel erg vervelend. Verijn kwam binnen lopen. Als blikken konden doden was hij nu al dood, dacht Aline. Ze verafschuwde hem. Na een kwartier uitleg moesten ze zelfstandig werken. Ze probeerde haar aandacht bij het werk te houden. Plotseling stond Verijn voor haar. Hij duwde een briefje in haar hand. Toen liep hij weer verder, onschuldig kijkend. Zenuwachtig vouwde Aline het briefje open. Wacht op me na schooltijd…zo niet…! Stond er. Ook stond er een tekeningetje bij van een mes. Ze rilde. Ze zou wel moeten, dacht ze. Plotseling bedacht ze zich. Wat zou hij haar maken zeg? Hij was vast te laf om dat mes te gebruiken. Ze zou echt niet op hem gaan wachten, zodat hij haar van alles kon aandoen! Hier na nog één les en dan was ze uit. Ze zou snel haar fiets pakken en weggaan. Naar huis kon niet. Dan zou hij achter haar aan komen. En haar moeder mocht ook niets weten. Ze had vanmorgen al als voorzorg 100 euro uit haar spaarpot gehaald.
De bel ging. Snel pakte ze haar spullen en deed ze in haar tas. Te laat. Iedereen was de klas uit, en Verijn stond voor de ingang. Aarzelend liep ze naar de deur. Verijn bleef met opzet in de ingang staan. ‘Mag ik er langs?’ Vroeg Aline ongeduldig. ‘Als je na schooltijd op me wacht.’ Zei Verijn. ‘Ga nou maar aan de kant!’ Zei Aline boos. ‘Als je op me wacht.’ Zei Verijn weer. Hij streek snel en bijna onzichtbaar met zijn hand langs haar borsten. Aline keek hem vernietigend aan. Ze duwde hem aan de kant en liep driftig naar het volgende lokaal. Verijn keek haar lachend na.
Aline liep de school uit. Ze pakte haar fiets. Snel stapte ze op en reed het plein af. Plotseling startte een geparkeerde auto. Aline schrok. Het was Verijn. Ze begon sneller te fietsen. Ze moest een industrieterrein over. Daar baalde ze nu van want het was daar altijd zo verlaten. Steeds harder ging ze fietsen tot ze bijna op de trappers stond. Plotseling reed Verijn naast haar. Hij rijdt me klem! Flitste het door haar hoofd. En dat was waar. Hij reed zo, dat ze gedwongen was om af te stappen. Verschrikt sprong ze van haar fiets en drukte zich tegen de muur. Verijn stapte uit. Zijn gezicht was vertrokken in een soort mengeling van leedvermaak en woede. ‘Volgens mij hadden we een afspraak.’ Klonk zijn kwade stem. Aline zei niets. Verijn deed de deur van de auto open en duwde Aline erin. Hij deed hem op slot. Toen pakte hij haar fiets, zette die tegen de muur en deed die ook op slot. Hij stak de sleutels in zijn broekzak. Toen stapte hij ook in de auto. Stil zat Aline naast hem in de auto. Ze durfde amper te bewegen. Verijn leek haar aanwezigheid niet op te merken. Hij concentreerde zich op de weg. Ze reden door het centrum. Hij parkeerde. ‘Loop gewoon rustig mee!’ Zei Verijn dreigend. Aline knikte. Ze zou niet eens durven vluchten. Gedwee liet ze zich naar zijn huis brengen. Hij opende de deur en duwde haar naar binnen. Voor haar was een trap. Verijn beduidde haar dat ze naar boven moest gaan. Er werd niet veel gesproken.
Aarzelend liep ze naar boven. Ze kwamen bij een deur. Ze moest hem openen en stapte de kamer binnen. Er stond een bank en een paar stoelen. In de hoek stond een bed. Ook stonden er een paar sta-lampen. Ze draaide zich om naar Verijn. Ze probeerde aan zijn gezicht af te lezen wat hij dacht. Zijn gezicht verried niets. Hij deed een paar lampen aan. Toen richtte hij zijn aandacht op haar. Hij had nog steeds bijna niets gezegd. Hij tilde haar op en legde haar op het bed. Aline wou van het bed af gaan maar Verijn hield haar tegen. ‘Blijf liggen’, zei hij. Aline zakte weer terug op het bed. Ze voelde zich verslagen. Verijn streek met zijn hand over haar wang. Aline weerde hem niet meer af. Het had geen nut meer. Ze was verslagen. Verijn trok haar van het bed omhoog en trok haar dicht tegen hem aan. Plotseling voelde ze een klein beetje hoop en vechtlust door haar hart stromen. Met de laatste moed en hoop die ze in zich had gaf ze Verijn keihard een knietje in zijn geslachtsdeel. Verijn zakte in elkaar. Aline rende naar de nog open deur. Half struikelend rende ze de trap af, de deur uit, de straat op.
Ze bedacht zich geen moment maar rende de straat over, niet lettend op alle toeterende auto’s. Ze rende zo hard ze kon. Ze keek achterom om te kijken of hij achter haar aan kwam. Ze zag Verijn zijn huis uit komen rennen. Ze botste tegen iemand op en viel op de grond. De man waar ze tegen op was geknald lukte het wel om overeind te blijven staan. Hij hielp Aline overeind. Die keek hem even geschrokken aan en rende toen weer snel verder. Aline rende steeds sneller langs alle mensen die aan het winkelen waren. Ze rende door steegjes en paadjes waarvan ze niet eens wist dat ze bestonden. Ze keek nog eens achterom. Ze zag hem nergens meer. Misschien had hij het opgegeven? Ze bleef stilstaan. Ze keek om zich heen. Waar was ze? Waar kwam ze vandaan? Ze wist het niet meer. Ze hoorde een deur opengaan rechts van haar. Er kwam een dronken man uit. Aline rende snel de steeg uit. Daar stond ze weer stil. Ze zag dat ze bij het uitgaanscentrum van de stad was gekomen. Niet de ideale plek voor een meid van veertien om alleen te zijn, ook niet overdag. Zo kalm mogelijk liep ze door de straatjes, op zoek naar een uitgang. Toen ze die uiteindelijk gevonden had keek ze eerst goed rond en liep toen verder. Ze wou het niet riskeren om Verijn tegen het lijf te lopen. Verloren liep ze door de stad. Waar moest ze nu heen? Naar school kon niet, die was dicht. En als ze naar huis zou gaan zou Verijn haar zeker vinden. En dat moest ze voorkomen. Ze was nog niet verslagen! Ze zou niet toegeven. Al zou ze op straat moeten slapen, naar hem zou ze niet teruggaan!
Bedankt voor de opbouwende kritiek en verdere reacties. Ik vind het heel fijn dat jullie blijkbaar mee kunnen leven met het verhaal! Groetjes, Anjetta
------------------------------------------------------------------------------------
Het was avond. Aline had de hele dag rondlopen. Angstig had ze zich verborgen als ze iemand zag die maar een klein beetje op Verijn leek. En nu was het avond, en nog steeds wist ze niet waar ze heen moest. Het leek erop dat ze op straat zou moeten slapen. Daar stond ze dan. Midden in het centrum van de stad, terwijl het steeds donkerder werd. Ze liep naar een muurtje en ging erop zitten. Ze wist niet wat ze moest doen. Er liepen mensen voorbij maar Aline zag ze niet meer. Haar ogen vulde zich met tranen. De hele situatie was ook zo uitzichtloos! Al dat gedoe met Verijn.
‘Waarom is zo’n jonge meid zo verdrietig?’ Ze keek op, recht in het gezicht van de man waar ze tijdens de vlucht die middag op was gebotst. Aline haalde haar schouders op en keek weer naar de grond. De man ging naast haar zitten. ‘Wat doe jij nog zo laat op straat?’ Vroeg hij, ‘ben je soms weggelopen?’ Aline zei niets maar bleef naar de grond kijken. ‘Je bent niet echt spraakzaam hé.’ Zei de man. Aline schudde haar hoofd. ‘Wat zou ik moeten zeggen dan?’ Vroeg ze zachtjes. De tranen klonken door haar stem. ‘Nou zoveel’, zei de man, ‘hoe je heet bijvoorbeeld.’ ‘Aline’, zei Aline, ‘en u?’ ‘Je hoeft geen u tegen mij te zeggen hoor’, zei de man, ‘ik heet Billy, maar de meeste noemen me Bullit’ (*Kogel in het engels). ‘Oké’, zei Aline, ‘dan noem ik je ook wel Bullit.’ Bullit knikte en zei: ‘en vertel me nu eens, wat doe je hier zo laat nog? Het is half twaalf s’nachts.’
‘Waar moet ik anders heen?’ Vroeg Aline. ‘Heb je geen huis?’ Vroeg Bullit. Aline schudde haar hoofd. ‘Niet eentje waar ik heen kan gaan in ieder geval’, zei ze, ‘dat zou niet goed komen.’ ‘Waarom niet?’ Vroeg Bullit. ‘Lang verhaal.’ Zei Aline. ‘Maakt niet uit’, zei Bullit, ‘we hebben alle tijd. Heeft het iets te maken met die man waar je voor op de vlucht was vanmiddag?’ Aline knikte. Toen begon ze te vertellen. Over hoe het begon, in de school, toen thuis. Alles kwam er uit. Ook over Simon. Ze sloeg niets over. Het voelde goed, het aan iemand te kunnen vertellen. Bullit luisterde rustig.
Toen ze klaar was bleef het even stil. ‘Wat een…een…ik zal het maar niet zeggen!’ Zei Bullit die zich inhield om niet te gaan vloeken. ‘Hoe durft hij? De vuile schoft! Hoe moet dat morgen nou als je naar school moet?’ Vroeg hij. ‘Ik ga niet naar school!’ Riep Aline uit, ‘dan gaat het echt mis.’ Bullit schudde zijn hoofd. ‘Je moet wel naar school gaan’, zei Bullit, ‘maar je moet iemand hebben die je weer ophaalt, zodat je niet in de problemen kunt komen.’ ‘Ja’, zei Aline, ‘maar ik weet niet wie, ik heb niemand meer.’ ‘Je hebt mij nu’. Zei Bullit. Aline keek hem opgelucht aan. ‘Zou je dat voor mij willen doen?’ Vroeg ze. ‘Natuurlijk!’ Zei Bullit. ‘Tenminste als je het niet erg vind als je vrienden en vriendinnen op school je met een zwerver om zien gaan.’ ‘Ik heb nog geen vrienden of vriendinnen gemaakt op school.’ Zei Aline. ‘Oh,’ zei Bullit, ‘dat is wel minder.’ Aline haalde haar schouders op.
‘Nou’, zei Bullit, ‘we moeten maar eens een plekje zoeken om te gaan slapen.’ Aline knikte. Ze liep achter Bullit aan een steegjeswirwar in. Hij scheen de weg heel goed te kennen. Na een tijdje opende hij een deur. Aline liep achter hem aan. Ze kwamen in een heel klein kamertje. Er waren verder geen deuren behalve degene waar ze net door heen waren gegaan. ‘Dit is mijn slaaphok’, zei Bullit, ‘het is niet groot maar tenminste droog.’ Aline knikte. Het was inderdaad niet groot, maar voor een zwerver tenminste wel een dak boven het hoofd. En veilig. Ook viel Aline op dat het heel schoon was. Er lagen drie matrassen op de grond, alledrie keurig opgemaakt. Alleen dekens ontbraken. Bullit wees op de matrassen en zei: ‘er komen wel eens maten van me hier slapen, vandaar drie matrassen.’ Hij schoof twee matrassen bij elkaar en haalde twee dekens tevoorschijn. Aline keek toe hoe hij de bedden opmaakte. ‘Kom maar’, zei Bullit en sloeg bij één van de twee bedden de dekens open. Aline liep naar hem toe. ‘Toe maar’, zei Bullit, ‘ga maar lekker liggen, dan stop ik je wel even in.’ Aline ging een beetje bang liggen. ‘Ik doe je echt niets hoor’, zei Bullit, ‘zo ben ik niet.’ Hij stopte Aline in en gaf haar een knuffel. Toen ging hij in zijn bed liggen. ‘Welterusten’, zei hij, ‘slaap lekker.’ ‘Welterusten’, zei Aline, ‘bedankt hè.’ ‘Het is al goed joh.’ Zei Bullit. Allebei vielen ze snel in slaap.
------------------------------------------------------------------------------------
Het was avond. Aline had de hele dag rondlopen. Angstig had ze zich verborgen als ze iemand zag die maar een klein beetje op Verijn leek. En nu was het avond, en nog steeds wist ze niet waar ze heen moest. Het leek erop dat ze op straat zou moeten slapen. Daar stond ze dan. Midden in het centrum van de stad, terwijl het steeds donkerder werd. Ze liep naar een muurtje en ging erop zitten. Ze wist niet wat ze moest doen. Er liepen mensen voorbij maar Aline zag ze niet meer. Haar ogen vulde zich met tranen. De hele situatie was ook zo uitzichtloos! Al dat gedoe met Verijn.
‘Waarom is zo’n jonge meid zo verdrietig?’ Ze keek op, recht in het gezicht van de man waar ze tijdens de vlucht die middag op was gebotst. Aline haalde haar schouders op en keek weer naar de grond. De man ging naast haar zitten. ‘Wat doe jij nog zo laat op straat?’ Vroeg hij, ‘ben je soms weggelopen?’ Aline zei niets maar bleef naar de grond kijken. ‘Je bent niet echt spraakzaam hé.’ Zei de man. Aline schudde haar hoofd. ‘Wat zou ik moeten zeggen dan?’ Vroeg ze zachtjes. De tranen klonken door haar stem. ‘Nou zoveel’, zei de man, ‘hoe je heet bijvoorbeeld.’ ‘Aline’, zei Aline, ‘en u?’ ‘Je hoeft geen u tegen mij te zeggen hoor’, zei de man, ‘ik heet Billy, maar de meeste noemen me Bullit’ (*Kogel in het engels). ‘Oké’, zei Aline, ‘dan noem ik je ook wel Bullit.’ Bullit knikte en zei: ‘en vertel me nu eens, wat doe je hier zo laat nog? Het is half twaalf s’nachts.’
‘Waar moet ik anders heen?’ Vroeg Aline. ‘Heb je geen huis?’ Vroeg Bullit. Aline schudde haar hoofd. ‘Niet eentje waar ik heen kan gaan in ieder geval’, zei ze, ‘dat zou niet goed komen.’ ‘Waarom niet?’ Vroeg Bullit. ‘Lang verhaal.’ Zei Aline. ‘Maakt niet uit’, zei Bullit, ‘we hebben alle tijd. Heeft het iets te maken met die man waar je voor op de vlucht was vanmiddag?’ Aline knikte. Toen begon ze te vertellen. Over hoe het begon, in de school, toen thuis. Alles kwam er uit. Ook over Simon. Ze sloeg niets over. Het voelde goed, het aan iemand te kunnen vertellen. Bullit luisterde rustig.
Toen ze klaar was bleef het even stil. ‘Wat een…een…ik zal het maar niet zeggen!’ Zei Bullit die zich inhield om niet te gaan vloeken. ‘Hoe durft hij? De vuile schoft! Hoe moet dat morgen nou als je naar school moet?’ Vroeg hij. ‘Ik ga niet naar school!’ Riep Aline uit, ‘dan gaat het echt mis.’ Bullit schudde zijn hoofd. ‘Je moet wel naar school gaan’, zei Bullit, ‘maar je moet iemand hebben die je weer ophaalt, zodat je niet in de problemen kunt komen.’ ‘Ja’, zei Aline, ‘maar ik weet niet wie, ik heb niemand meer.’ ‘Je hebt mij nu’. Zei Bullit. Aline keek hem opgelucht aan. ‘Zou je dat voor mij willen doen?’ Vroeg ze. ‘Natuurlijk!’ Zei Bullit. ‘Tenminste als je het niet erg vind als je vrienden en vriendinnen op school je met een zwerver om zien gaan.’ ‘Ik heb nog geen vrienden of vriendinnen gemaakt op school.’ Zei Aline. ‘Oh,’ zei Bullit, ‘dat is wel minder.’ Aline haalde haar schouders op.
‘Nou’, zei Bullit, ‘we moeten maar eens een plekje zoeken om te gaan slapen.’ Aline knikte. Ze liep achter Bullit aan een steegjeswirwar in. Hij scheen de weg heel goed te kennen. Na een tijdje opende hij een deur. Aline liep achter hem aan. Ze kwamen in een heel klein kamertje. Er waren verder geen deuren behalve degene waar ze net door heen waren gegaan. ‘Dit is mijn slaaphok’, zei Bullit, ‘het is niet groot maar tenminste droog.’ Aline knikte. Het was inderdaad niet groot, maar voor een zwerver tenminste wel een dak boven het hoofd. En veilig. Ook viel Aline op dat het heel schoon was. Er lagen drie matrassen op de grond, alledrie keurig opgemaakt. Alleen dekens ontbraken. Bullit wees op de matrassen en zei: ‘er komen wel eens maten van me hier slapen, vandaar drie matrassen.’ Hij schoof twee matrassen bij elkaar en haalde twee dekens tevoorschijn. Aline keek toe hoe hij de bedden opmaakte. ‘Kom maar’, zei Bullit en sloeg bij één van de twee bedden de dekens open. Aline liep naar hem toe. ‘Toe maar’, zei Bullit, ‘ga maar lekker liggen, dan stop ik je wel even in.’ Aline ging een beetje bang liggen. ‘Ik doe je echt niets hoor’, zei Bullit, ‘zo ben ik niet.’ Hij stopte Aline in en gaf haar een knuffel. Toen ging hij in zijn bed liggen. ‘Welterusten’, zei hij, ‘slaap lekker.’ ‘Welterusten’, zei Aline, ‘bedankt hè.’ ‘Het is al goed joh.’ Zei Bullit. Allebei vielen ze snel in slaap.
*Writing is like Magic. Unpredictable and Beautiful*
Mooi stukje weer! Ik ben ben superbenieuwd hoe het verder gaat
Misschien kun je je nog even voorstellen in het voorstelforum?

Misschien kun je je nog even voorstellen in het voorstelforum?
The quiet scares me cause it screams the truth
De volgende ochtend om half acht werd Aline gewekt door Bullit. ‘Goedemorgen’, zei Bullit, ‘je moet naar school.’ Aline kwam langzaam omhoog. ‘Moet dat nou echt?’ Vroeg ze. Bullit knikte. ‘Anders durf je nooit meer’, zei hij, ‘en dat moeten we niet hebben.’ ‘Oké’, stemde Aline toe, ‘dan ga ik wel.’ Ze kroop het bed uit.
Bullit glimlachte naar haar. Bullit had donkere krullen die tot over zijn oren hingen. Hij had een klein sikje onder zijn kin en prachtig mooie bruine ogen die haar ontwapenend aankeken. Aline vond hem best knap. Hij had iets puurs over zich. Iets wat hem anders maakte dan anderen, veiliger.
‘Kom’, zei Bullit, ‘we gaan even wat eten kopen.’ Aline pakte haar beurs uit haar broekzak. ‘Ik heb honderd euro’, zei ze, ‘uit mijn spaarpot gehaald.’ Bullit knikte. ‘Daar kan je nog wel even mee vooruit’, zei hij, ‘kom dan gaan we nu.
Aline liep achter hem aan het steegje door. Samen liepen ze naar de dichtstbijzijnde supermarkt. Onderweg vroeg Bullit: ‘Zoeken je ouders nu niet naar jou?’ Aline schudde haar hoofd. ‘Nee’, zei ze, ‘mijn vader en moeder zijn op een conferentie van mijn vader. Ik zou vannacht alleen thuis moeten hebben geslapen.’
Aline kocht brood en drinken voor dat moment en voor tussen de middag op school. Rustig liepen ze samen naar de school van Aline. Toen ze in de straat van de school kwamen hadden ze nog een kwartier om hun brood op te eten. Ze gingen op een bankje naast het plein zitten. Rustig aten ze hun brood op. Aline maakte een blikje cola open en dronk die rustig uit. Wat een lieve meid, dacht Bullit in zichzelf, jammer dat juist haar zulke erge dingen moesten overkomen. Het snerpende geluid van de bel maakte een eind aan zijn overpeinzingen. Aline stond op. ‘Wat ga jij nu doen?’ Vroeg ze aan hem. ‘Een beetje hier rondlopen en zo’, zei hij, ‘hoe laat ben je uit?’ ‘Half twee’, zei Aline, ‘ik moet nu rennen anders kom ik te laat.’ ‘Oké’, zei Bullit, ‘tot dan!’ Aline rende de school in.
Snel glipte Aline voor de leraar de klas in. Ze ging snel achter in de klas zitten. ‘Zo’, zei Jill een populaire meid, ‘daar hebben we ons onverzorgde zwervertje eindelijk.’ Aline keek haar verbaast aan. Niemand had haar ooit ergens bij haar betrokken, maar er was ook niemand geweest die haar uit had gescholden. ‘Hoezo zwervertje?’ Vroeg Aline kwaad. Wat dacht dat kind wel niet? ‘Nou’, zei Jill, ‘ik zag je zonet wel zitten. Lekker aanpappen met een zwerver…beter kan je niet krijgen zeker! Verder is er niemand die jou wil!’
De opmerkingen deden Aline pijn. Ze moesten eens weten wie haar wou! Hun eigen leraar! Aline keek haar woest aan. ‘Oh kijk’, viel Hugo Jill bij, ‘ze kijkt zelfs als een zwerver.’ ‘Zoent hij ook lekker?’ Vroeg Jill. Aline zat zwijgend op haar plaats. Ze keek uit het raam. Ze zag dat Bullit opstond en wegliep. ‘Oh kijk’, hoonde Hugo, ‘wat kijkt ze verliefd haar geliefde na!’ Aline keek hem kwaad aan. ‘Volgens mij zoent hij wel heel goed’, zei Jill, ‘want haar tong is zo moe dat ze niet meer kan praten.’ De hele klas lachte mee met de vernederende grapjes van Jill en Hugo. Aline pikte het niet meer. Ze stond op en liep kwaad naar Jill toe. Jill lachte even naar haar toeschouwers en stond patserig op. Ze gaf Aline een uitdagend duwtje. Aline beheerste zich niet meer en gaf Jill een keiharde duw tegen de muur.
Toen kwam Hugo in actie. Hij pakte Aline bij haar arm beet. ‘Blijf met je smerige poten van me af!’ Riep Aline. Hugo lachte. Aline pikte dat niet en sloeg hem hard in zijn gezicht. Dát pikte Hugo weer niet en hij pakte haar stevig vast. Toen flipte Aline helemaal! Alle afgelopen dagen kwamen ineens in haar herinnering. Alle dingen die Verijn had gedaan. Verlamd van angst zakte ze op de grond. Hugo had haar arm nog vast. Hij keek haar vreemd aan. ‘Wat is er met haar aan de hand’, vroeg Jill in paniek, ‘ze stort ineens in!’ Wankel stond Aline weer op. Ze keek even naar Hugo en Jill en liep toen draaierig de klas uit. Daar botste ze bijna tegen de leraar van dat lesuur op. Ze verontschuldigde zich en liep door. Ze moest even een rustig plekje hebben met een stoel.
Ze ging op een stoel in de bibliotheek zitten waar niemand haar kon zien. Ze legde haar kin in haar handen en staarde naar de tafel. Ze was kwaad en in de war. Kwaad op Verijn, Jill, Hugo en zichzelf. In de war en duizelig. Zo meteen had ze samen met Jill en Hugo les in de bibliotheek. Van Verijn! Kon nog gezellig worden. Er ging iemand naast haar zitten. Aline keek niet op. Het boeide haar niet. Pas toen diegene een hand op haar schouder legde keek ze op. ‘Rot op!’ Bromde ze en keek kwaad naar het geamuseerde gezicht van Verijn. ‘Ik haat je!’
‘Ach meisje’, zei Verijn, ‘doe niet zo.’ Aline stond op. ‘Waarom niet?’ Siste ze kwaad, ‘je verpest mijn hele leven!’ Verijn pakte haar hand beet. ‘Blijf van me af verdorie’, siste Aline, ‘je hebt al te veel aan me gezeten.’ ‘Hoe bedoel je?’ Vroeg Verijn met een gemene glimlach. Hij trok haar meer naar zich toe. Aline wende haar gezicht af. ‘Wat is er meid’, vroeg Verijn nog steeds grijnzend, ‘houd je niet meer van me.’ Aline keek hem aan, met tranen van woede en verdriet in haar ogen. ‘Ik heb nooit van je gehouden!’ Zei ze met verstikte stem, ‘en ik zal ook nooit van je houden! Je verpest mijn hele leven!’ ‘Ho’, zei Verijn, ‘dat is niet waar!’ ‘Oh nee?’ Riep Aline uit. ‘Nee!’ Zei Verijn ferm. ‘Ik heb je alleen kennis laten maken met je seksualiteit.’ ‘Dus u denkt dat iemand aanranden en proberen te verkrachten educatief verantwoord is?’ Vroeg Aline verbluft. ‘Sst meisje’, suste Verijn haar, ‘het is niet raar dat je bang bent voor je seksualiteit maar je moet je er niet voor verstoppen.’ Aline geloofde haar oren niet. Was hij echt zo gestoord? Snapte hij echt niet dat wat hij deed niet kon? ‘Ja’, zei Verijn, ‘laat het allemaal maar even bezinken. Er is niets om bang voor te zijn, echt niet.’ Aline was helemaal in de war. Hoe kon iemand zo denken? Verijn zoende haar. Aline stond aan de grond genageld.
Bullit glimlachte naar haar. Bullit had donkere krullen die tot over zijn oren hingen. Hij had een klein sikje onder zijn kin en prachtig mooie bruine ogen die haar ontwapenend aankeken. Aline vond hem best knap. Hij had iets puurs over zich. Iets wat hem anders maakte dan anderen, veiliger.
‘Kom’, zei Bullit, ‘we gaan even wat eten kopen.’ Aline pakte haar beurs uit haar broekzak. ‘Ik heb honderd euro’, zei ze, ‘uit mijn spaarpot gehaald.’ Bullit knikte. ‘Daar kan je nog wel even mee vooruit’, zei hij, ‘kom dan gaan we nu.
Aline liep achter hem aan het steegje door. Samen liepen ze naar de dichtstbijzijnde supermarkt. Onderweg vroeg Bullit: ‘Zoeken je ouders nu niet naar jou?’ Aline schudde haar hoofd. ‘Nee’, zei ze, ‘mijn vader en moeder zijn op een conferentie van mijn vader. Ik zou vannacht alleen thuis moeten hebben geslapen.’
Aline kocht brood en drinken voor dat moment en voor tussen de middag op school. Rustig liepen ze samen naar de school van Aline. Toen ze in de straat van de school kwamen hadden ze nog een kwartier om hun brood op te eten. Ze gingen op een bankje naast het plein zitten. Rustig aten ze hun brood op. Aline maakte een blikje cola open en dronk die rustig uit. Wat een lieve meid, dacht Bullit in zichzelf, jammer dat juist haar zulke erge dingen moesten overkomen. Het snerpende geluid van de bel maakte een eind aan zijn overpeinzingen. Aline stond op. ‘Wat ga jij nu doen?’ Vroeg ze aan hem. ‘Een beetje hier rondlopen en zo’, zei hij, ‘hoe laat ben je uit?’ ‘Half twee’, zei Aline, ‘ik moet nu rennen anders kom ik te laat.’ ‘Oké’, zei Bullit, ‘tot dan!’ Aline rende de school in.
Snel glipte Aline voor de leraar de klas in. Ze ging snel achter in de klas zitten. ‘Zo’, zei Jill een populaire meid, ‘daar hebben we ons onverzorgde zwervertje eindelijk.’ Aline keek haar verbaast aan. Niemand had haar ooit ergens bij haar betrokken, maar er was ook niemand geweest die haar uit had gescholden. ‘Hoezo zwervertje?’ Vroeg Aline kwaad. Wat dacht dat kind wel niet? ‘Nou’, zei Jill, ‘ik zag je zonet wel zitten. Lekker aanpappen met een zwerver…beter kan je niet krijgen zeker! Verder is er niemand die jou wil!’
De opmerkingen deden Aline pijn. Ze moesten eens weten wie haar wou! Hun eigen leraar! Aline keek haar woest aan. ‘Oh kijk’, viel Hugo Jill bij, ‘ze kijkt zelfs als een zwerver.’ ‘Zoent hij ook lekker?’ Vroeg Jill. Aline zat zwijgend op haar plaats. Ze keek uit het raam. Ze zag dat Bullit opstond en wegliep. ‘Oh kijk’, hoonde Hugo, ‘wat kijkt ze verliefd haar geliefde na!’ Aline keek hem kwaad aan. ‘Volgens mij zoent hij wel heel goed’, zei Jill, ‘want haar tong is zo moe dat ze niet meer kan praten.’ De hele klas lachte mee met de vernederende grapjes van Jill en Hugo. Aline pikte het niet meer. Ze stond op en liep kwaad naar Jill toe. Jill lachte even naar haar toeschouwers en stond patserig op. Ze gaf Aline een uitdagend duwtje. Aline beheerste zich niet meer en gaf Jill een keiharde duw tegen de muur.
Toen kwam Hugo in actie. Hij pakte Aline bij haar arm beet. ‘Blijf met je smerige poten van me af!’ Riep Aline. Hugo lachte. Aline pikte dat niet en sloeg hem hard in zijn gezicht. Dát pikte Hugo weer niet en hij pakte haar stevig vast. Toen flipte Aline helemaal! Alle afgelopen dagen kwamen ineens in haar herinnering. Alle dingen die Verijn had gedaan. Verlamd van angst zakte ze op de grond. Hugo had haar arm nog vast. Hij keek haar vreemd aan. ‘Wat is er met haar aan de hand’, vroeg Jill in paniek, ‘ze stort ineens in!’ Wankel stond Aline weer op. Ze keek even naar Hugo en Jill en liep toen draaierig de klas uit. Daar botste ze bijna tegen de leraar van dat lesuur op. Ze verontschuldigde zich en liep door. Ze moest even een rustig plekje hebben met een stoel.
Ze ging op een stoel in de bibliotheek zitten waar niemand haar kon zien. Ze legde haar kin in haar handen en staarde naar de tafel. Ze was kwaad en in de war. Kwaad op Verijn, Jill, Hugo en zichzelf. In de war en duizelig. Zo meteen had ze samen met Jill en Hugo les in de bibliotheek. Van Verijn! Kon nog gezellig worden. Er ging iemand naast haar zitten. Aline keek niet op. Het boeide haar niet. Pas toen diegene een hand op haar schouder legde keek ze op. ‘Rot op!’ Bromde ze en keek kwaad naar het geamuseerde gezicht van Verijn. ‘Ik haat je!’
‘Ach meisje’, zei Verijn, ‘doe niet zo.’ Aline stond op. ‘Waarom niet?’ Siste ze kwaad, ‘je verpest mijn hele leven!’ Verijn pakte haar hand beet. ‘Blijf van me af verdorie’, siste Aline, ‘je hebt al te veel aan me gezeten.’ ‘Hoe bedoel je?’ Vroeg Verijn met een gemene glimlach. Hij trok haar meer naar zich toe. Aline wende haar gezicht af. ‘Wat is er meid’, vroeg Verijn nog steeds grijnzend, ‘houd je niet meer van me.’ Aline keek hem aan, met tranen van woede en verdriet in haar ogen. ‘Ik heb nooit van je gehouden!’ Zei ze met verstikte stem, ‘en ik zal ook nooit van je houden! Je verpest mijn hele leven!’ ‘Ho’, zei Verijn, ‘dat is niet waar!’ ‘Oh nee?’ Riep Aline uit. ‘Nee!’ Zei Verijn ferm. ‘Ik heb je alleen kennis laten maken met je seksualiteit.’ ‘Dus u denkt dat iemand aanranden en proberen te verkrachten educatief verantwoord is?’ Vroeg Aline verbluft. ‘Sst meisje’, suste Verijn haar, ‘het is niet raar dat je bang bent voor je seksualiteit maar je moet je er niet voor verstoppen.’ Aline geloofde haar oren niet. Was hij echt zo gestoord? Snapte hij echt niet dat wat hij deed niet kon? ‘Ja’, zei Verijn, ‘laat het allemaal maar even bezinken. Er is niets om bang voor te zijn, echt niet.’ Aline was helemaal in de war. Hoe kon iemand zo denken? Verijn zoende haar. Aline stond aan de grond genageld.
*Writing is like Magic. Unpredictable and Beautiful*
‘Ga jij even kijken waar Aline blijft?’ Vroeg meneer Kluin aan Jill. ‘Waarom moet ik dat doen?’ Klaagde Jill. ‘Omdat ik het zeg’, zei meneer Kluin, ‘hup!’ Met tegenzin stond Jill op en liep het lokaal uit. Waar zou dat wicht kunnen zijn? Ze had vast een rustig plekje opgezocht.
Natuurlijk! Dacht ze, de bibliotheek. Zonder geluid te maken kwam ze de bibliotheek binnenlopen. Ze hoorde achter een boekenkast het geluid van zacht praten. Ze sloop naar de kast en keek over een paar boeken heen. Ze schrok! Daar was Aline, aan het zoenen met hun mentor! Wat een slet! Dacht ze. Eerst die zwerver en nu een leraar? Jill draaide om en liep zachtjes weer naar de deur. Ze zou wel zeggen dat ze Aline niet had kunnen vinden.
‘Waar is Aline?’ Vroeg meneer Kluin toen Jill binnen kwam. ‘Ik kon haar niet vinden.’ Zei ze. Meneer Kluin vervolgde zijn les. Jill ging snel naast Hugo zitten. ‘Je raad nooit wat ik net zag!’ Fluisterde ze hem toe. ‘Aline?’ Vroeg Hugo. ‘Ja’, zei Jill, ‘en hoe! Raad eens wat ze aan het doen was?’ Hugo keek haar vragend aan. ‘Ze stond te zoenen met Verijn!’ ‘Nee!’ Zei Hugo ongelovig. Jill knikte. ‘Ja,’ zei Jill, ‘ik keek in de bibliotheek of ze daar was en hoorde geluid van fluisteren achter een boekenkast, toen ik over een paar boeken heenkeek zag ik ze staan.’ ‘Wat een slet.’ Zei Hugo. ‘Ja, dat dacht ik ook.’ Zei Jill. De bel ging. ‘Waar hebben we nu les?’ Vroeg Jill. ‘In de bibliotheek.’ Zei Hugo. Ze keken elkaar veelbetekenend aan.
Jill en Hugo kwamen gebroederlijk de bibliotheek inlopen. Aline zat weer op een stoel. Verijn ging naast haar zitten. ‘Ga zitten,’ zei Verijn vriendelijk tegen Jill en Hugo. Hij glimlachte onschuldig. Zak. Dacht Aline. Jill en Hugo gingen naast elkaar zitten. Hugo fluisterde iets en Jill giechelde. ‘Kan het rustig?’ Vroeg Verijn, ‘we gaan beginnen.’
Aline hield haar hoofd helemaal niet bij de les. Ze voelde het been van Verijn tegen de hare. Ze hield haar adem in. Ze voelde de zenuwen in haar buik. Verijn vroeg haar iets. Ze hoorde het niet. ‘Aline!’ Zei Verijn nu wat luider. Aline schrok op. ‘Wat?’ Vroeg ze. Jill en Hugo lachten. ‘Ze kan niet meer luisteren,’ zei Hugo, ‘ze zit helemaal met haar hoofd in de wolken.’ ‘Oh ja?’ Vroeg Verijn, ‘en aan wie denkt ze dan?’ Aline kromp in elkaar. ‘Aan u,’ fluisterde Jill tegen Hugo. Aline schrok op. Ze keek naar Verijn. Hij had het duidelijk niet gehoord.
‘Nou?’ Vroeg hij, ‘aan wie?’ ‘Aan een zwerver.’ Zei Hugo met een glimlach. ‘Een zwerver?’ Vroeg Verijn. Jill knikte. ‘Ja,’ zei ze, ‘hij heeft haar ook naar school gebracht.’ Verijn keek Aline aan. ‘Hoe heet die man?’ Vroeg Verijn. ‘Gaat jullie niets aan.’ Zei Aline schor. Ze stond op. Verijn hield haar tegen en duwde haar weer in de stoel. ‘Blijf van me af!’ Riep Aline iets harder dan normaal. Verijn stond op. ‘Ik ga even wat koffie halen, ik neem aan dat jullie zo meteen de eerste twee opgaven minstens afhebben.’ ‘Komt voor mekaar!’ Zei Hugo laconiek. Verijn liep weg.
Aline concentreerde zich gauw op haar opgaven. ‘Eerst een zwerver en dan een leraar?’ Vroeg Jill, ‘je bent wel bezig zeg.’ Aline keek haar angstig aan. ‘Waar heb je het over?’ Vroeg Aline niet geloofwaardig. ‘Ik zag je wel zoenen met meneer Verijn.’ Zei Jill. Aline haar gezicht trok wit weg. Had ze het gezien? Maar, ze dachten dat Aline dat zelf ook wou! Aline voelde de tranen in haar ogen prikken. ‘Maar ik wou helemaal niet met Verijn…’ begon ze zachtjes maar Verijn kwam er weer aanlopen. Net op tijd stopte ze met praten.
Jill begon iets te vermoeden. Had ze het goed gehoord? Zei Aline dat ze dat helemaal niet wou? Aline voelde een traan over haar wang glijden. Snel veegde ze hem weg. ‘Wat is er meisje?’ Vroeg Verijn. ‘Niks!’ Zei Aline vlug en ze boog zich weer over haar werk. Verijn legde een hand op haar schouder. Jill zag verbaast hoe Aline haar handen begonnen te trillen toen Verijn dat deed. Wat was hier toch allemaal aan de hand? Er klopte hier iets niet! ‘Kom na je laatste les maar even bij me.’ Zei Verijn. Aline knikte gehoorzaam. Toen ging de bel. Ze hadden pauze.
Natuurlijk! Dacht ze, de bibliotheek. Zonder geluid te maken kwam ze de bibliotheek binnenlopen. Ze hoorde achter een boekenkast het geluid van zacht praten. Ze sloop naar de kast en keek over een paar boeken heen. Ze schrok! Daar was Aline, aan het zoenen met hun mentor! Wat een slet! Dacht ze. Eerst die zwerver en nu een leraar? Jill draaide om en liep zachtjes weer naar de deur. Ze zou wel zeggen dat ze Aline niet had kunnen vinden.
‘Waar is Aline?’ Vroeg meneer Kluin toen Jill binnen kwam. ‘Ik kon haar niet vinden.’ Zei ze. Meneer Kluin vervolgde zijn les. Jill ging snel naast Hugo zitten. ‘Je raad nooit wat ik net zag!’ Fluisterde ze hem toe. ‘Aline?’ Vroeg Hugo. ‘Ja’, zei Jill, ‘en hoe! Raad eens wat ze aan het doen was?’ Hugo keek haar vragend aan. ‘Ze stond te zoenen met Verijn!’ ‘Nee!’ Zei Hugo ongelovig. Jill knikte. ‘Ja,’ zei Jill, ‘ik keek in de bibliotheek of ze daar was en hoorde geluid van fluisteren achter een boekenkast, toen ik over een paar boeken heenkeek zag ik ze staan.’ ‘Wat een slet.’ Zei Hugo. ‘Ja, dat dacht ik ook.’ Zei Jill. De bel ging. ‘Waar hebben we nu les?’ Vroeg Jill. ‘In de bibliotheek.’ Zei Hugo. Ze keken elkaar veelbetekenend aan.
Jill en Hugo kwamen gebroederlijk de bibliotheek inlopen. Aline zat weer op een stoel. Verijn ging naast haar zitten. ‘Ga zitten,’ zei Verijn vriendelijk tegen Jill en Hugo. Hij glimlachte onschuldig. Zak. Dacht Aline. Jill en Hugo gingen naast elkaar zitten. Hugo fluisterde iets en Jill giechelde. ‘Kan het rustig?’ Vroeg Verijn, ‘we gaan beginnen.’
Aline hield haar hoofd helemaal niet bij de les. Ze voelde het been van Verijn tegen de hare. Ze hield haar adem in. Ze voelde de zenuwen in haar buik. Verijn vroeg haar iets. Ze hoorde het niet. ‘Aline!’ Zei Verijn nu wat luider. Aline schrok op. ‘Wat?’ Vroeg ze. Jill en Hugo lachten. ‘Ze kan niet meer luisteren,’ zei Hugo, ‘ze zit helemaal met haar hoofd in de wolken.’ ‘Oh ja?’ Vroeg Verijn, ‘en aan wie denkt ze dan?’ Aline kromp in elkaar. ‘Aan u,’ fluisterde Jill tegen Hugo. Aline schrok op. Ze keek naar Verijn. Hij had het duidelijk niet gehoord.
‘Nou?’ Vroeg hij, ‘aan wie?’ ‘Aan een zwerver.’ Zei Hugo met een glimlach. ‘Een zwerver?’ Vroeg Verijn. Jill knikte. ‘Ja,’ zei ze, ‘hij heeft haar ook naar school gebracht.’ Verijn keek Aline aan. ‘Hoe heet die man?’ Vroeg Verijn. ‘Gaat jullie niets aan.’ Zei Aline schor. Ze stond op. Verijn hield haar tegen en duwde haar weer in de stoel. ‘Blijf van me af!’ Riep Aline iets harder dan normaal. Verijn stond op. ‘Ik ga even wat koffie halen, ik neem aan dat jullie zo meteen de eerste twee opgaven minstens afhebben.’ ‘Komt voor mekaar!’ Zei Hugo laconiek. Verijn liep weg.
Aline concentreerde zich gauw op haar opgaven. ‘Eerst een zwerver en dan een leraar?’ Vroeg Jill, ‘je bent wel bezig zeg.’ Aline keek haar angstig aan. ‘Waar heb je het over?’ Vroeg Aline niet geloofwaardig. ‘Ik zag je wel zoenen met meneer Verijn.’ Zei Jill. Aline haar gezicht trok wit weg. Had ze het gezien? Maar, ze dachten dat Aline dat zelf ook wou! Aline voelde de tranen in haar ogen prikken. ‘Maar ik wou helemaal niet met Verijn…’ begon ze zachtjes maar Verijn kwam er weer aanlopen. Net op tijd stopte ze met praten.
Jill begon iets te vermoeden. Had ze het goed gehoord? Zei Aline dat ze dat helemaal niet wou? Aline voelde een traan over haar wang glijden. Snel veegde ze hem weg. ‘Wat is er meisje?’ Vroeg Verijn. ‘Niks!’ Zei Aline vlug en ze boog zich weer over haar werk. Verijn legde een hand op haar schouder. Jill zag verbaast hoe Aline haar handen begonnen te trillen toen Verijn dat deed. Wat was hier toch allemaal aan de hand? Er klopte hier iets niet! ‘Kom na je laatste les maar even bij me.’ Zei Verijn. Aline knikte gehoorzaam. Toen ging de bel. Ze hadden pauze.
*Writing is like Magic. Unpredictable and Beautiful*
Verijn is echt gestoord
Hele mooie stukjes, hopelijk kunnen Bullit en Jil Aline helpen! Ik ben superbenieuwd hoe het nu verder gaat 


The quiet scares me cause it screams the truth
Spannend verhaal.... met een wat ziek onderwerp, ik ben benieuwd hoe het verder loopt.
Hugo en Jill zaten samen op een bankje op het plein. ‘Er klopt echt iets niet.’ Zei Jill. ‘Nee’, zei Hugo, ‘zoiets had ik ook al door!’ ‘Zie hoe bang ze voor hem is dan’, zei Jill, ‘als je iets met elkaar hebt is dat niet zo.’ ‘Had jij dat ook gehoord?’ Vroeg Hugo, ‘dat wat Aline wou zeggen toen Verijn er net aankwam?’ Jill knikte bedachtzaam. ‘Ja’, zei ze, ‘ze wou zeggen dat ze het helemaal niet wou.’ ‘Zou dat kunnen?’ Vroeg ze, ‘dat Verijn haar dwingt? Jij kunt het weten, jij bent een jongen.’ Hugo knikte. ‘Ik weet dat er best mannen zijn die zo gek zijn dat ze dat doen. Het zou met niets verbazen als dat bij Aline en Verijn ook het geval is. En hoelang zou het dan al aan de gang zijn?’ Jill haalde niet wetend haar schouders op. ‘Kom’, zei ze, ‘we gaan met Aline praten.’
Ze stond op en keek over het plein. Ze zag Aline helemaal in het verste hoekje alleen zitten. Mooi, dacht Jill, dan kunnen we rustig met haar praten. Aline zag Jill en Hugo in de verte op een bankje zitten. Ze zouden het vast niet begrijpen. Ze konden het ook niet weten. Plotseling zag ze dat Jill opstond en rondkeek. Haar blik bleef rusten op Aline. Ze zag dat ook Hugo opstond en dat hij achter Jill aanliep naar haar toe! Aline keek beschaamd naar de grond.
‘Aline’, zei Jill toen ze dichtbij was gekomen, ‘mogen we er even bijzitten?’ Aline haalde haar schouders op. Hugo en Jill gingen voor haar zitten. ‘Wat was dat nou net voor gedoe dan?’ ‘Welk gedoe?’ Vroeg Aline. ‘Nou’, zei Jill, ‘dat je met Verijn zoent.’ Aline boog haar hoofd. ‘Dat is mijn zaak.’ Ze was duidelijk niet van plan hen ook maar iets te gaan vertellen. Wat zou het haar helpen? Helemaal niets. Hugo en Jill keken elkaar hulpeloos aan.
‘Houd je van hem?’ Vroeg Hugo. Aline keek kwaad op. ‘Waarom zoen je dan met hem?’ Vroeg Jill. ‘Ik zoen niet met hem!’ Riep Aline uit. ‘Ik heb helemaal niets gedaan! Waarom vragen jullie dit allemaal? Zodat jullie me hier mee kunnen gaan pesten?’ Aline stond op en liep snel naar de school. Hugo en Jill keken haar verbaasd na. Ze zagen Verijn naast de deur staan. Aline liep snel langs hem naar binnen. Ze zagen dat Verijn achter haar aan ging. Weer keken ze elkaar aan. Wat moesten ze hier nou mee?
Aline liep snel door de gangen naar de wc’s. Ze deed de kraan open en liet water over haar polsen lopen. Ze maakte een kommetje van haar handen en liet daar water in stromen. Dat gooide ze over haar betraande gezicht heen. Ze keek in de spiegel. Wat ben je een vuile hoer! Aline schrok van haar eigen gedachten. Ze deed de deur openen en liep de gang op. Ze liep de gang door.
Plotseling zag ze Verijn staan. Hij grijnsde naar haar. Aline zette een stap naar achter. Verijn liep naar haar toe. Aline had geen zin om hem af te wachten en ze liep een eindje weg. ‘Wat wilt u?’ Vroeg ze met trillende stem. Verijn stond nu vlak voor haar. Hij greep haar arm en trok hem naar zich toe. ‘Ik wil jou.’ Fluisterde hij in haar oor. Aline rilde. ‘Heb je het zo koud’, vroeg Verijn, ‘moet ik je even opwarmen?’ ‘Nee!’ Riep Aline, ‘blijf van me af! Ik ben je eigendom niet!’ ‘Oh jawel!’ Zei Verijn. Aline schudde haar hoofd. ‘Stop!’ Riep ze.
Maar Verijn ging door. Hij pakte haar bij haar arm en nam haar mee naar zijn kantoortje. Hij duwde haar op de bank. Toen pakte hij een sleutel en deed de deur op slot, en het gordijn ervoor dicht. ‘Zo’, zei Verijn met een lach op zijn gezicht, ‘ben je klaar voor de laatste les?’ Zijn lach sneed door haar ziel.
Hugo en Jill liepen snel de school in voor de volgende les. De hele pauze hadden ze noch Aline noch Verijn naar buiten zien komen. Snel gingen ze in de klas zitten. Toen de les begon keek Hugo de klas rond. Nergens kon hij Aline ontdekken. ‘Ze is er niet!’ Fluisterde hij Jill toe. ‘Nee’, zei zij, ‘dat had ik ook al gemerkt…waar zou ze zijn?’ ‘Ik weet het niet’, zei Hugo, ‘ik hoop dat het niet is wat ik denk.’ ‘Wat denk je?’ Vroeg Jill nerveus. Hugo schudde zijn hoofd.
Ze stond op en keek over het plein. Ze zag Aline helemaal in het verste hoekje alleen zitten. Mooi, dacht Jill, dan kunnen we rustig met haar praten. Aline zag Jill en Hugo in de verte op een bankje zitten. Ze zouden het vast niet begrijpen. Ze konden het ook niet weten. Plotseling zag ze dat Jill opstond en rondkeek. Haar blik bleef rusten op Aline. Ze zag dat ook Hugo opstond en dat hij achter Jill aanliep naar haar toe! Aline keek beschaamd naar de grond.
‘Aline’, zei Jill toen ze dichtbij was gekomen, ‘mogen we er even bijzitten?’ Aline haalde haar schouders op. Hugo en Jill gingen voor haar zitten. ‘Wat was dat nou net voor gedoe dan?’ ‘Welk gedoe?’ Vroeg Aline. ‘Nou’, zei Jill, ‘dat je met Verijn zoent.’ Aline boog haar hoofd. ‘Dat is mijn zaak.’ Ze was duidelijk niet van plan hen ook maar iets te gaan vertellen. Wat zou het haar helpen? Helemaal niets. Hugo en Jill keken elkaar hulpeloos aan.
‘Houd je van hem?’ Vroeg Hugo. Aline keek kwaad op. ‘Waarom zoen je dan met hem?’ Vroeg Jill. ‘Ik zoen niet met hem!’ Riep Aline uit. ‘Ik heb helemaal niets gedaan! Waarom vragen jullie dit allemaal? Zodat jullie me hier mee kunnen gaan pesten?’ Aline stond op en liep snel naar de school. Hugo en Jill keken haar verbaasd na. Ze zagen Verijn naast de deur staan. Aline liep snel langs hem naar binnen. Ze zagen dat Verijn achter haar aan ging. Weer keken ze elkaar aan. Wat moesten ze hier nou mee?
Aline liep snel door de gangen naar de wc’s. Ze deed de kraan open en liet water over haar polsen lopen. Ze maakte een kommetje van haar handen en liet daar water in stromen. Dat gooide ze over haar betraande gezicht heen. Ze keek in de spiegel. Wat ben je een vuile hoer! Aline schrok van haar eigen gedachten. Ze deed de deur openen en liep de gang op. Ze liep de gang door.
Plotseling zag ze Verijn staan. Hij grijnsde naar haar. Aline zette een stap naar achter. Verijn liep naar haar toe. Aline had geen zin om hem af te wachten en ze liep een eindje weg. ‘Wat wilt u?’ Vroeg ze met trillende stem. Verijn stond nu vlak voor haar. Hij greep haar arm en trok hem naar zich toe. ‘Ik wil jou.’ Fluisterde hij in haar oor. Aline rilde. ‘Heb je het zo koud’, vroeg Verijn, ‘moet ik je even opwarmen?’ ‘Nee!’ Riep Aline, ‘blijf van me af! Ik ben je eigendom niet!’ ‘Oh jawel!’ Zei Verijn. Aline schudde haar hoofd. ‘Stop!’ Riep ze.
Maar Verijn ging door. Hij pakte haar bij haar arm en nam haar mee naar zijn kantoortje. Hij duwde haar op de bank. Toen pakte hij een sleutel en deed de deur op slot, en het gordijn ervoor dicht. ‘Zo’, zei Verijn met een lach op zijn gezicht, ‘ben je klaar voor de laatste les?’ Zijn lach sneed door haar ziel.
Hugo en Jill liepen snel de school in voor de volgende les. De hele pauze hadden ze noch Aline noch Verijn naar buiten zien komen. Snel gingen ze in de klas zitten. Toen de les begon keek Hugo de klas rond. Nergens kon hij Aline ontdekken. ‘Ze is er niet!’ Fluisterde hij Jill toe. ‘Nee’, zei zij, ‘dat had ik ook al gemerkt…waar zou ze zijn?’ ‘Ik weet het niet’, zei Hugo, ‘ik hoop dat het niet is wat ik denk.’ ‘Wat denk je?’ Vroeg Jill nerveus. Hugo schudde zijn hoofd.
*Writing is like Magic. Unpredictable and Beautiful*
Verdooft liep Aline door de school naar de volgende les. Door een waas van tranen keek ze op de klok. De les was al een kwartier bezig. Ze klopte op de deur van het lokaal. Ze had pijn, veel pijn. ‘Kom maar!’ Riep de lerares. Aline stapte het lokaal in. Ze zag dat Jill en Hugo naar haar keken. Ze ontweek hun blikken. ‘Waar kom jij zo laat vandaan?’ Vroeg de lerares. ‘Ik was naar de tandarts.’ Loog Aline. De lerares geloofde het en zei verder niets meer. Snel ging Aline achter in de klas zitten.
Ze probeerde de les te volgen, maar haar gedachten gingen steeds weer terug naar Verijn. Hij had haar gebroken. Ze was in een te korte tijd een vrouw geworden. De bel ging. Ze voelde de tranen opkomen. Die was ook gegaan toen… Ze liep snel de klas uit.
Hugo en Jill kwamen naast haar lopen. ‘Wat is er gebeurt?’ Vroegen ze. ‘Kom mee’, zei Aline vechtend tegen haar tranen, ‘ik vertel het zo.’ Jill en Hugo liepen achter haar aan, de gang door naar buiten. Aline keek rond. Toen zag ze Bullit zitten. Ze rende naar hem toe. Bullit zag haar aankomen en ging staan. Aline viel huilend in zijn armen. ‘Oh meisje’, zei Bullit, ‘wat is er gebeurd?’ Jill en Hugo stonden er wat onhandig bij. Ze keken elkaar aan. Ze hadden een angstig vermoeden. ‘Kom’, zei Bullit tegen Aline, ‘ga even rustig zitten.’ Aline ging zitten. ‘Vertel nu eens wat er is gebeurt.’ In kleine stukjes kwam het verhaal eruit. Van hoe Verijn haar vanaf het begin van de dag al onder druk had gezet, tot wat er het laatst was gebeurt. Toen ze vertelde hoe hij haar in zijn kamertje meegenomen had, begon ze te huilen. ‘Wat heeft hij daar gedaan?’ Vroeg Bullit. ‘Hij heeft me verkracht’, bracht ze er snikkend uit.
Bullit stond woedend op. ‘Meekomen jullie’, zei hij tegen Hugo en Jill. En tegen Jill apart zei hij: ‘neem Aline mee, en let goed op haar.’ Het groepje liep naar de ingang van de school, Bullit voorop, naast hem Hugo, en daarachter Jill die een arm om Aline had geslagen. Bullit liet hen heel even alleen toen hij het directielokaal inliep. De andere drie keken elkaar bevreemd aan. Wat ging hij doen? Nog geen paar seconden later kwam hij er al weer uit. Ze liepen maar weer achter hem aan. Hij bleef stilstaan bij een lokaal. Hij trok kwaad de deur open. Hugo en Jill keken het lokaal in.
Verijn stond daar les te geven. Hij keek Bullit verbaasd aan. ‘Wat moet u hier?’ Vroeg hij beledigt, ‘ik sta hier les te geven!’ Toen zag hij ook Aline staan. Huilend. ‘Wat is er aan de hand Aline?’ Vroeg hij nu heel onschuldig. Dat was de druppel voor Bullit. Hij duwde Verijn omver. Zijn ogen schoten vuur. ‘Doe maar niet zo onschuldig!’ Schreeuwde Bullit. Hij torende boven Verijn uit die op de grond gevallen was. ‘Wat bedoel je? Vroeg Verijn schijnheilig. Hij stond gemaakt beledigt op. Bullit duwde Verijn tegen de muur. ‘Ik bedoel, zei hij en wees naar Aline, wat je met haar hebt gedaan!’
‘Vuile hufter!’ Plotseling stond er uit de klas waar Verijn les aan gaf een meid op van Aline’s leeftijd. De tranen stroomden over haar wangen. ‘Bij hoeveel meiden heb je dit geflikt?’ Vroeg ze aan Verijn. Ze ging bij Aline staan. Bullit richtte zich weer op Verijn. ‘Nou, riep hij, bij hoeveel meiden heb je dit gedaan?’ Verijn zweeg. ‘Ga het bij de andere klassen ook vragen.’ Zei Bullit tegen Aline en het andere meisje. Ze liepen samen de klas uit. Ook Hugo en Jill liepen mee.
Ze probeerde de les te volgen, maar haar gedachten gingen steeds weer terug naar Verijn. Hij had haar gebroken. Ze was in een te korte tijd een vrouw geworden. De bel ging. Ze voelde de tranen opkomen. Die was ook gegaan toen… Ze liep snel de klas uit.
Hugo en Jill kwamen naast haar lopen. ‘Wat is er gebeurt?’ Vroegen ze. ‘Kom mee’, zei Aline vechtend tegen haar tranen, ‘ik vertel het zo.’ Jill en Hugo liepen achter haar aan, de gang door naar buiten. Aline keek rond. Toen zag ze Bullit zitten. Ze rende naar hem toe. Bullit zag haar aankomen en ging staan. Aline viel huilend in zijn armen. ‘Oh meisje’, zei Bullit, ‘wat is er gebeurd?’ Jill en Hugo stonden er wat onhandig bij. Ze keken elkaar aan. Ze hadden een angstig vermoeden. ‘Kom’, zei Bullit tegen Aline, ‘ga even rustig zitten.’ Aline ging zitten. ‘Vertel nu eens wat er is gebeurt.’ In kleine stukjes kwam het verhaal eruit. Van hoe Verijn haar vanaf het begin van de dag al onder druk had gezet, tot wat er het laatst was gebeurt. Toen ze vertelde hoe hij haar in zijn kamertje meegenomen had, begon ze te huilen. ‘Wat heeft hij daar gedaan?’ Vroeg Bullit. ‘Hij heeft me verkracht’, bracht ze er snikkend uit.
Bullit stond woedend op. ‘Meekomen jullie’, zei hij tegen Hugo en Jill. En tegen Jill apart zei hij: ‘neem Aline mee, en let goed op haar.’ Het groepje liep naar de ingang van de school, Bullit voorop, naast hem Hugo, en daarachter Jill die een arm om Aline had geslagen. Bullit liet hen heel even alleen toen hij het directielokaal inliep. De andere drie keken elkaar bevreemd aan. Wat ging hij doen? Nog geen paar seconden later kwam hij er al weer uit. Ze liepen maar weer achter hem aan. Hij bleef stilstaan bij een lokaal. Hij trok kwaad de deur open. Hugo en Jill keken het lokaal in.
Verijn stond daar les te geven. Hij keek Bullit verbaasd aan. ‘Wat moet u hier?’ Vroeg hij beledigt, ‘ik sta hier les te geven!’ Toen zag hij ook Aline staan. Huilend. ‘Wat is er aan de hand Aline?’ Vroeg hij nu heel onschuldig. Dat was de druppel voor Bullit. Hij duwde Verijn omver. Zijn ogen schoten vuur. ‘Doe maar niet zo onschuldig!’ Schreeuwde Bullit. Hij torende boven Verijn uit die op de grond gevallen was. ‘Wat bedoel je? Vroeg Verijn schijnheilig. Hij stond gemaakt beledigt op. Bullit duwde Verijn tegen de muur. ‘Ik bedoel, zei hij en wees naar Aline, wat je met haar hebt gedaan!’
‘Vuile hufter!’ Plotseling stond er uit de klas waar Verijn les aan gaf een meid op van Aline’s leeftijd. De tranen stroomden over haar wangen. ‘Bij hoeveel meiden heb je dit geflikt?’ Vroeg ze aan Verijn. Ze ging bij Aline staan. Bullit richtte zich weer op Verijn. ‘Nou, riep hij, bij hoeveel meiden heb je dit gedaan?’ Verijn zweeg. ‘Ga het bij de andere klassen ook vragen.’ Zei Bullit tegen Aline en het andere meisje. Ze liepen samen de klas uit. Ook Hugo en Jill liepen mee.
*Writing is like Magic. Unpredictable and Beautiful*
Ik weet niet of ik al ooit heb gereageerd, maar ik lees dit verhaal al van begin af aan. Erg leuk geschreven, ik ben razend benieuwd naar meer!
Het was misschien niet zo handig van Bullit om er zelf achteraan te gaan, maar wel goed van hem ^^.

Echt zo'n ziekelijke vent...
Prachtig geschreven! Gelukkig krijgt Ailine zoveel hulp. Ik ben ook heel benieuwd naar het vervolg
Prachtig geschreven! Gelukkig krijgt Ailine zoveel hulp. Ik ben ook heel benieuwd naar het vervolg

The quiet scares me cause it screams the truth
Al met al had Verijn zeven meiden seksueel misbruikt. Aline, was niet de enige geweest. Aline, de andere meiden en Hugo en Jill gingen weer naar het lokaal terug waar Bullit nog was. Ondertussen was ook de politie gearriveerd. Na wat heen en weer gepraat werd Verijn meegenomen naar het bureau. Er bleven nog een paar politieagenten op school om met de slachtoffers te praten. Ook de ouders werden opgebeld. De conciërge liep onrustig overal heen en weer met koffie en andere dingen. Hij wist ook niet wat hij er mee aan moest.
Iedereen die er mee te maken had werd verzameld in de gymzaal. Overal was hetzelfde gevoel van verbijstering voelbaar. Hoe had dit kunnen gebeuren zonder dat iemand het had gemerkt? Met zeven meiden nog wel! Niemand had het ooit durven vertellen. Bullit hield zich wat afzijdig. Hij stond tegen een muur van de gymzaal en keek wat rond. Aan de ene kant zat een groepje ouders. Aan de andere kant het groepje meiden. Hij zocht Aline. Hij zag haar met haar armen om een ander meisje geslagen die aan het huilen was. Hun ogen vonden elkaar even. Bullit liep naar de deur en ging naar buiten. Hij voelde zich een beetje een buitenstaander hier.
Er kwam een man naast hem staan. Hij had duidelijk gehuild. ‘Meneer Bullit bent u toch?’ Vroeg de man. ‘Als u dat meneer er voor weg haalt’, zei Bullit, ‘ben ik het inderdaad.’ De man produceerde een onzekere glimlach. ‘Ik ben de vader van Aline.’ Zei hij. ‘Ik wil u bedanken.’ Bullit keek even opzij. Ja, dacht hij, hij lijkt op Aline. ‘Waarvoor?’ Vroeg Bullit. ‘Voor het helpen van mijn dochter’, zei de man, ‘zonder u had nu nog niemand het geweten en waren we onze dochter kwijt geweest.’ Bullit knikte even. ‘Ik heb gedaan wat ik kon.’ Zei hij. ‘Als we ooit iets voor u terug kunnen doen.’ Zei Aline’s vader. ‘Nou’, zei Bullit, ‘ik zit toevallig wel met een probleem.’
Rond het middageten vond iedereen dat het tijd was weer naar huis te gaan. Ouders zochten hun kinderen weer op en de gymzaal begon steeds leger te worden. Ook de vader en moeder van Aline zochten haar op. Ze liep met hen mee. Ze zocht naar Bullit, maar zag hem niet meer in de gymzaal. Ze zag hem buiten. Hij liep met hen mee naar de auto. Tot Aline’s verbazing stapte hij ook in. Haar ouders vonden het helemaal niet raar!
‘Wat weten jullie wat ik niet weet?’ Vroeg Aline argwanend. Haar vader draaide zich om. ‘Ik zei tegen Bullit of we ooit iets voor hem terug konden doen’, zei hij, ‘en toevallig had Bullit nieuw onderdak nodig.’ ‘Hij komt in ieder geval voor een jaar bij ons wonen.’ Aline staarde haar vader met open mond aan. Haar vader draaide zich weer om en startte de auto. Aline keek Bullit nog steeds verbijsterd aan. Die glimlachte alleen maar. Hij sloeg zijn armen om haar heen. Aline kroop tegen hem aan. En heel eventjes voelde ze zich echt gelukkig.
Iedereen die er mee te maken had werd verzameld in de gymzaal. Overal was hetzelfde gevoel van verbijstering voelbaar. Hoe had dit kunnen gebeuren zonder dat iemand het had gemerkt? Met zeven meiden nog wel! Niemand had het ooit durven vertellen. Bullit hield zich wat afzijdig. Hij stond tegen een muur van de gymzaal en keek wat rond. Aan de ene kant zat een groepje ouders. Aan de andere kant het groepje meiden. Hij zocht Aline. Hij zag haar met haar armen om een ander meisje geslagen die aan het huilen was. Hun ogen vonden elkaar even. Bullit liep naar de deur en ging naar buiten. Hij voelde zich een beetje een buitenstaander hier.
Er kwam een man naast hem staan. Hij had duidelijk gehuild. ‘Meneer Bullit bent u toch?’ Vroeg de man. ‘Als u dat meneer er voor weg haalt’, zei Bullit, ‘ben ik het inderdaad.’ De man produceerde een onzekere glimlach. ‘Ik ben de vader van Aline.’ Zei hij. ‘Ik wil u bedanken.’ Bullit keek even opzij. Ja, dacht hij, hij lijkt op Aline. ‘Waarvoor?’ Vroeg Bullit. ‘Voor het helpen van mijn dochter’, zei de man, ‘zonder u had nu nog niemand het geweten en waren we onze dochter kwijt geweest.’ Bullit knikte even. ‘Ik heb gedaan wat ik kon.’ Zei hij. ‘Als we ooit iets voor u terug kunnen doen.’ Zei Aline’s vader. ‘Nou’, zei Bullit, ‘ik zit toevallig wel met een probleem.’
Rond het middageten vond iedereen dat het tijd was weer naar huis te gaan. Ouders zochten hun kinderen weer op en de gymzaal begon steeds leger te worden. Ook de vader en moeder van Aline zochten haar op. Ze liep met hen mee. Ze zocht naar Bullit, maar zag hem niet meer in de gymzaal. Ze zag hem buiten. Hij liep met hen mee naar de auto. Tot Aline’s verbazing stapte hij ook in. Haar ouders vonden het helemaal niet raar!
‘Wat weten jullie wat ik niet weet?’ Vroeg Aline argwanend. Haar vader draaide zich om. ‘Ik zei tegen Bullit of we ooit iets voor hem terug konden doen’, zei hij, ‘en toevallig had Bullit nieuw onderdak nodig.’ ‘Hij komt in ieder geval voor een jaar bij ons wonen.’ Aline staarde haar vader met open mond aan. Haar vader draaide zich weer om en startte de auto. Aline keek Bullit nog steeds verbijsterd aan. Die glimlachte alleen maar. Hij sloeg zijn armen om haar heen. Aline kroop tegen hem aan. En heel eventjes voelde ze zich echt gelukkig.
*Writing is like Magic. Unpredictable and Beautiful*
Hmm... beetje rare plot-twist zo op het einde, maar verder een mooie afsluiting.
Ik had verwacht dat het verhaal nog wel effe door zou gaan, dus ik was een beetje verrast door het 'SLOT' bovenaan de posting.
Nouja... eind goed al goed
Ik had verwacht dat het verhaal nog wel effe door zou gaan, dus ik was een beetje verrast door het 'SLOT' bovenaan de posting.
Nouja... eind goed al goed

Je had het nog iets uitgebreider kunnen uitwerken, maar ik vind dit ook een mooi einde 

The quiet scares me cause it screams the truth
Tja het was toen voor mij (heb t een hele tijd geleden geschreven) echt zo dat ik geen inspiratie meer had. Misschien schrijf iknog wel een vervolg, ik denk t haast wel. Maar dan merken jullie t vanzelf oke? nog tips voor een vervolg of zo?
Bedankt voor al jullie reacties en tips!
Groetjes
Anjetta
Bedankt voor al jullie reacties en tips!
Groetjes
Anjetta
*Writing is like Magic. Unpredictable and Beautiful*
Wat voor straf Verijn krijgt misschien? Hoe het met Bullit afloopt en hoe Aline alles verwerkt? 

The quiet scares me cause it screams the truth
Ik opende je verhaal eigenlijk alleen om even te zien wat voor verhalen er in het dramatheater staan, maar ik heb hem in één keer uitgelezen!
Nog even een tip (die ik zelf ook op dit forum gehad heb).
Je tekst wordt makkelijker te lezen als je een citaat op een nieuwe regel begint.
Bijvoorbeeld:
Plotseling ging de deur open. Ze schoot overeind.
‘Je hoeft niet te schrikken van mij hoor.’ Zei Meneer Verijn.
Aline zakte weer terug. ‘Dat deed ik wel.’ Zei ze.
‘Sorry daarvoor’, zei Meneer Verijn, ‘je moeder is naar een brand.’
Mooi verhaal, ik ben benieuwd of je nog verder gaat.
Nog even een tip (die ik zelf ook op dit forum gehad heb).
Je tekst wordt makkelijker te lezen als je een citaat op een nieuwe regel begint.
Bijvoorbeeld:
Deze tekst schrijf je dan zo op:anjetta schreef:Plotseling ging de deur open. Zo schoot overeind. ‘Je hoeft niet te schrikken van mij hoor.’ Zei Meneer Verijn. Aline zakte weer terug. ‘Dat deed ik wel.’ Zei ze. ‘Sorry daarvoor’, zei Meneer Verijn, ‘je moeder is naar een brand.’
Plotseling ging de deur open. Ze schoot overeind.
‘Je hoeft niet te schrikken van mij hoor.’ Zei Meneer Verijn.
Aline zakte weer terug. ‘Dat deed ik wel.’ Zei ze.
‘Sorry daarvoor’, zei Meneer Verijn, ‘je moeder is naar een brand.’
Mooi verhaal, ik ben benieuwd of je nog verder gaat.
-
- Potlood
- Berichten: 50
- Lid geworden op: 02 mei 2013 14:20
Ik vond dit verhaal heel mooi
( Niet dat Aline misbruikt werd.. )
Ik hoopte dat Simon er ook nog eens in voor zou komen.
Ik heb het helemaal uit gelezen. Het verhaal was super

( Niet dat Aline misbruikt werd.. )
Ik hoopte dat Simon er ook nog eens in voor zou komen.
Ik heb het helemaal uit gelezen. Het verhaal was super
