Hee Coor, Ik ga je even opbouwende kritiek geven. Vat het dus ook zo op, alsjeblieft
Coor schreef:Gekomen en gegaan.
Weer loop, nooit zou ik meer stoppen.
Altans dat hoopte ik.
Ik ren, nooit meer wou ik stoppen, nooit meer wou ik blijven staan.
De beelden, de beelden van wat ik had gezien.
Steeds waren ze vergaan, maar ook opnieuw ontstaan.
Rennen, rennen tot dat ik viel.
Ik lag op mijn rug, kijkend met mijn bodem loze ogen,
naar de diepte loze sterren.
Weer, het oude karrenwiel, het wiel dat me aanspoorde om te leven,
dat wiel.
Toen de mist er nog niet was, heb ik eindeloos gekeken.
Naar de bodemloze hemel, nu de mist er wel is.
Kijk je alleen naar het nu en niet naar wat er toen zo mooi was,
gewoon even, zonder mist.
Weer stond ik op, niet om te rennen, maar om rustig verder te lopen.
En te verdwijnen met de zon.
Weer loop? Dat is niets.
Altans = althans
wou, staat erg slordig in gedichten: nooit meer wou ik stoppen, kan je beter doen als: nooit zou ik meer willen stoppen.
Je schrijft in de tegenwoordige tijd én de verleden tijd, dat gaat niet echt samen.
Ik ren = teg. tijd
Rennen, rennen tot dat ik viel. = verl. tijd
Ik vind het persoonlijk mooier om een gedicht gewoon altijd in de tegenwoordige tijd te zetten. rennen totdat ik val, vind ik mooier klinken dan, rennen totdat ik viel. Maar dat is iets persoonlijks.
En je schrijft in dit gedicht ook in de ik-vorm, en tegelijk in de je-vorm. In het volgende voorbeeld bijv.:
Toen de mist er nog niet was, heb ik eindeloos gekeken.
Naar de bodemloze hemel, nu de mist er wel is.
Kijk je alleen naar het nu en niet naar wat er toen zo mooi was,
gewoon even, zonder mist.
De opbouw van dit stukje vind ik ook wat minder. Ik zou het zo gedaan hebben:
Toen de mist er nog niet was, heb ik eindeloos gekeken
naar de bodemloze hemel
nu de mist er wel is
kijk ik alleen maar naar het nu
en niet meer wat er toen zo mooi was
gewoon even,
zonder mist.
Coor schreef:De regen tikt zachtjes tegen de ruit.
Alweer een dag voorbij.
Wetend dat ik blij moest zijn.
Wachtend, op de zonneschijn.
Weer daar zijn, is wat ik wil.
En dat opnieuw beleven, dat wou ik.
de regen tikt = teg. tijd
blij moest zijn = verl. tijd
Weer daar zijn, is wat ik wil = weer teg. tijd
dat wou ik = weer verl. tijd
En ik zou weer doen:
en dat opnieuw beleven, dat zou ik willen.
Nu 2 gedichten gedaan, en ik hoop dat je er wat mee kan. Want ik zeg het echt niet om je af te kraken, maar om je te helpen.
Ik hoop dat je er iets aan hebt.
Ik kijk uit naar nieuwe gedichten van je, want ik vind ze wel mooi!
Liefs,
Maartje