Laatst gebroken hart
Geplaatst: 24 okt 2008 10:54
Dit is een van mijn oudere verhalen en ik heb besloten het nu toch maar te posten. Ik zal het in drie delen posten. Vandaag alvast deel 1.
“Dus ik zie je zaterdag weer?”
De ogen meisje van het meisje lichtten op en ze knikte. Zij en de jongen stonden dicht tegenover elkaar in de smalle gang van het huis van zijn ouders. Afgezien van een gelakte, houten paraplubak was de hal leeg. De koele, witte muren staken merkwaardig af bij haar eigen warm huid. De wanden waren niet versierd met schilderijen zoals bij haar thuis waardoor de gang nogal afstandelijk en onpersoonlijk op haar overkwam.
De donkerharige jongen boog zich naar voren en drukte zacht een kus op haar lippen. Zijn lippen voelden warm, vertrouwd en aangenaam. Het was precies zoals ze zich herinnerde. De huid van het meisje ging mogelijk nog meer gloeien terwijl ze hem terug zoende en een bekende kriebel in haar onderbuik voelde opspelen. Het leek allemaal zo perfect te zijn maar toen verbrak het meisje zonder aanleiding abrupt de kus. De jongen keek haar enigszins beteuterd aan. Zijn gezicht vertrok bijna onmerkbaar maar in zijn ogen lag onbegrip en een beetje irritatie, zag ze.
“Ik moet gaan,” zei ze zacht en ze keek naar de effen, witte tegels onder haar voeten terwijl ze sprak.
“Ja,” antwoordde de jongen een beetje ademloos.
Hij liet zijn blik over haar gezicht gaan maar het meisje maakte geen oogcontact. Ze hield haar blik zorgvuldig afgewend, alsof ze zich schaamde voor hetgeen dat net gebeurd was. Zwijgend maakte de jongen de glazen voordeur voor haar open en het meisje liep het tuinpad, dat ingelegd was met ruwe, bruine stenen, af naar haar fiets.
“Tot zaterdag dan,” zei ze nog en ze stapte op.
De jongen keek zijn vriendin na tot ze op de hoek van de straat linksaf sloeg en hij haar niet meer kon zien. Hij schudde licht met zijn hoofd omdat hij niets begreep van haar reactie van zo-even. Toen trok hij langzaam de deur dicht en sloot daarmee het gegil van zijn twee buurkinderen buiten. Ze waren buiten tikkertje aan het spelen en dat ging zoals altijd gepaard met veel geschreeuw. Hij zuchtte geërgerd; blijkbaar was het ijle hoop te denken dat het lawaai met de jaren minder zou worden.
Nadine fietste in gedachten verzonken richting haar eigen huis, dat aan de rand van de stad lag. Kevin en zij waren nog niet zo heel lang weer bij elkaar en hoewel haar verstand zei dat ze hem niet meer toe mocht laten in haar leven kon ze het kriebelende gevoel in haar maag niet zomaar negeren. Een paar weken was het nu weer aan maar dat maakte het alles er niet gemakkelijker op.
“Verdorie,” vloekt Nadine zacht toen ze de donkere wolken boven haar hoofd opmerkte.
De bui kwam snel en dreigend dichterbij. Als ze pech had zou ze kletsnat worden, het was immers nog tien volle minuten fietsen naar haar huis. Nadine remde af toen het stoplicht van de kruising plotseling op rood sprong. Ze zette een voet aan de grond en keek naar de passeerde auto’s. Een kleine, vuurrode auto reed langs haar heen en de oude man nam een ruime bocht. Hij besefte duidelijk niet dat hij de andere weggebruikers hiermee hinderde.
Zodra het licht weer terugsprong op groen fietste Nadine vlug verder. Opgelucht reed ze een kwartier later de oprit van haar huis op; de regen had nog even op zich laten wachten.
Vrijdag liep Nadine terug naar huis vanaf haar beste vriendin, Marlou. Ze woonde maar een paar straten verderop. Normaal ging ze op de fiets, hoe kort de afstand ook was, maar ze had gisteren een lekke band gekregen waardoor haar fiets nu bij de fietsenmaker stond. Nadine baalde daar best van; ze had een hekel aan lopen. Ze fietste veel liever. Ze wandelde een eind door het park en sneed daarmee een stuk van de route af. Nadine wilde op tijd thuis zijn voor het eten. Ze zouden namelijk pizza eten, haar lievelingsgerecht.
Stokstijf bleef Nadine met een ruk staan. Nog geen twintig meter van haar vandaan stond Kevin onder de grote boom, die zich precies in het midden van het park bevond. Hij was echter niet alleen; in zijn armen lag een meisje met donkerbruin, krullend haar en een smal gezichtje. Ze was niet echt knap maar Kevin kon zijn ogen blijkbaar niet van haar afhouden.
Als aan de grond genageld keek Nadine toe, waarom was dat meisje in hemelsnaam samen met haar vriend?! Wat bezielde haar en nog belangrijker: wat bezielde hem?
Haar hersenen werkten op volle toeren maar stopten onmiddellijk toen ze zag dat Kevin zich naar voren boog en het onbekende meisje vol overgave zoende. Vanaf dat moment kon Nadine het niet meer aanzien. Met haar bonzende hart in haar keel en een waas voor haar donkere ogen begon ze weg te rennen van het misselijkmakende tafereel.
“Dus ik zie je zaterdag weer?”
De ogen meisje van het meisje lichtten op en ze knikte. Zij en de jongen stonden dicht tegenover elkaar in de smalle gang van het huis van zijn ouders. Afgezien van een gelakte, houten paraplubak was de hal leeg. De koele, witte muren staken merkwaardig af bij haar eigen warm huid. De wanden waren niet versierd met schilderijen zoals bij haar thuis waardoor de gang nogal afstandelijk en onpersoonlijk op haar overkwam.
De donkerharige jongen boog zich naar voren en drukte zacht een kus op haar lippen. Zijn lippen voelden warm, vertrouwd en aangenaam. Het was precies zoals ze zich herinnerde. De huid van het meisje ging mogelijk nog meer gloeien terwijl ze hem terug zoende en een bekende kriebel in haar onderbuik voelde opspelen. Het leek allemaal zo perfect te zijn maar toen verbrak het meisje zonder aanleiding abrupt de kus. De jongen keek haar enigszins beteuterd aan. Zijn gezicht vertrok bijna onmerkbaar maar in zijn ogen lag onbegrip en een beetje irritatie, zag ze.
“Ik moet gaan,” zei ze zacht en ze keek naar de effen, witte tegels onder haar voeten terwijl ze sprak.
“Ja,” antwoordde de jongen een beetje ademloos.
Hij liet zijn blik over haar gezicht gaan maar het meisje maakte geen oogcontact. Ze hield haar blik zorgvuldig afgewend, alsof ze zich schaamde voor hetgeen dat net gebeurd was. Zwijgend maakte de jongen de glazen voordeur voor haar open en het meisje liep het tuinpad, dat ingelegd was met ruwe, bruine stenen, af naar haar fiets.
“Tot zaterdag dan,” zei ze nog en ze stapte op.
De jongen keek zijn vriendin na tot ze op de hoek van de straat linksaf sloeg en hij haar niet meer kon zien. Hij schudde licht met zijn hoofd omdat hij niets begreep van haar reactie van zo-even. Toen trok hij langzaam de deur dicht en sloot daarmee het gegil van zijn twee buurkinderen buiten. Ze waren buiten tikkertje aan het spelen en dat ging zoals altijd gepaard met veel geschreeuw. Hij zuchtte geërgerd; blijkbaar was het ijle hoop te denken dat het lawaai met de jaren minder zou worden.
Nadine fietste in gedachten verzonken richting haar eigen huis, dat aan de rand van de stad lag. Kevin en zij waren nog niet zo heel lang weer bij elkaar en hoewel haar verstand zei dat ze hem niet meer toe mocht laten in haar leven kon ze het kriebelende gevoel in haar maag niet zomaar negeren. Een paar weken was het nu weer aan maar dat maakte het alles er niet gemakkelijker op.
“Verdorie,” vloekt Nadine zacht toen ze de donkere wolken boven haar hoofd opmerkte.
De bui kwam snel en dreigend dichterbij. Als ze pech had zou ze kletsnat worden, het was immers nog tien volle minuten fietsen naar haar huis. Nadine remde af toen het stoplicht van de kruising plotseling op rood sprong. Ze zette een voet aan de grond en keek naar de passeerde auto’s. Een kleine, vuurrode auto reed langs haar heen en de oude man nam een ruime bocht. Hij besefte duidelijk niet dat hij de andere weggebruikers hiermee hinderde.
Zodra het licht weer terugsprong op groen fietste Nadine vlug verder. Opgelucht reed ze een kwartier later de oprit van haar huis op; de regen had nog even op zich laten wachten.
Vrijdag liep Nadine terug naar huis vanaf haar beste vriendin, Marlou. Ze woonde maar een paar straten verderop. Normaal ging ze op de fiets, hoe kort de afstand ook was, maar ze had gisteren een lekke band gekregen waardoor haar fiets nu bij de fietsenmaker stond. Nadine baalde daar best van; ze had een hekel aan lopen. Ze fietste veel liever. Ze wandelde een eind door het park en sneed daarmee een stuk van de route af. Nadine wilde op tijd thuis zijn voor het eten. Ze zouden namelijk pizza eten, haar lievelingsgerecht.
Stokstijf bleef Nadine met een ruk staan. Nog geen twintig meter van haar vandaan stond Kevin onder de grote boom, die zich precies in het midden van het park bevond. Hij was echter niet alleen; in zijn armen lag een meisje met donkerbruin, krullend haar en een smal gezichtje. Ze was niet echt knap maar Kevin kon zijn ogen blijkbaar niet van haar afhouden.
Als aan de grond genageld keek Nadine toe, waarom was dat meisje in hemelsnaam samen met haar vriend?! Wat bezielde haar en nog belangrijker: wat bezielde hem?
Haar hersenen werkten op volle toeren maar stopten onmiddellijk toen ze zag dat Kevin zich naar voren boog en het onbekende meisje vol overgave zoende. Vanaf dat moment kon Nadine het niet meer aanzien. Met haar bonzende hart in haar keel en een waas voor haar donkere ogen begon ze weg te rennen van het misselijkmakende tafereel.