Vast tussen de bubbels

De titel zegt het al. One shots die nergens anders bij passen mogen in dit board geplaatst worden.
Plaats reactie
Gebruikersavatar
Sephilla
Potlood
Potlood
Berichten: 40
Lid geworden op: 20 aug 2006 16:27
Locatie: Alphen a/d Rijn
Contacteer:

Op een avond liep de schrijfster Vanessa Leijen door de straatjes van Utrecht. Vanessa had al veel boeken geschreven, en ze was behoorlijk rijk. Ze had een grote tas aan haar schouder hangen, die zo te zien propvol zat.
Achter zich hoorde ze voetstappen. Vanessa keek om. Niemand te zien. Ze haalde haar schouders op, en liep weer verder. Toen greep iemand haar van achteren vast. Vanessa gilde en sloeg om zich heen, maar er waren er nog meer. Ze voelde hoe een doek tegen haar mond en neus werd gedrukt. Het had een rare geur. Ze voelde zich steeds slapper worden en verloor het bewustzijn.

Ze werd wakker in een grote, donkere kamer. Ze zag bijna niets, maar hoorde anderen zacht ademen.
‘Is daar iemand?’ vroeg ze schor.
‘Ja,’ klonk een stem. ‘vier iemanden zelfs.’
‘Wij zijn ontvoerd, net als u,’ klonk een diepe mannenstem.
Langzaam begonnen haar ogen aan het donker te wennen, en ze zag vier mensen op de grond zitten. Een tiener van ongeveer veertien jaar die haar arm om een klein jongetje heen had geslagen, een donkere man met een doktersjas aan en een kale jongen met verscheidene piercings.
Naast haar op de grond stond de tas. Vanessa zette hem op schoot, en zocht naar haar mobieltje.
‘Doe geen moeite,’ zei de kale jongen. ‘ze hebben hem afgepakt.’
‘Oh,’ zei Vanessa en ze zette haar tas weer neer.
‘U komt me bekend voor,’ zei de arts. ‘bent u niet die schrijfster? Hoe heet ze ook alweer…’
‘Vanessa Leijen,’ antwoordde ze. ‘ja, dat ben ik.’
‘Uw boeken zijn werkelijk geweldig,’ zei de arts. ‘ik ben al fan vanaf uw eerste boek.’
‘Bedankt,’ zei Vanessa ongemakkelijk. Ze vond het nog steeds moeilijk, omgaan met alle aandacht.
‘Vanessa Leijen?’ zei de jongen. ‘Die boeken zijn belachelijk. Heet uw serie niet…’
‘Mijn naam is Bob Alley. Ik ben dokter, maar dat ziet u waarschijnlijk wel, en…’
‘Mond dicht, neger,’ zei de kale jongen scherp.
‘Wat heb je tegen mij?!’ zei de arts boos. ‘Ik werk voor mijn geld, ik heb nooit iets raars over je gezegd, maar toch…’
‘Hou gewoon je bek, man.’
‘Ophouden jullie,’ riep Vanessa. ‘als jullie iets tegen elkaar hebben, hou dat dan gewoon voor je. Er zijn nu wel belangrijkere dingen dan ruzie maken.’
Meneer Alley en de jongen moesten toegeven dat ze gelijk had.
Het viel Vanessa op dat de twee kinderen behoorlijk stil waren. Ze keerde haar gezicht naar hen.
‘Wie zijn jullie?’ vroeg Vanessa vriendelijk aan hen.
‘Emma en Joey de Waard,’ antwoordde het meisje en keek naar haar broertje. Tranen liepen stilletjes over zijn wangen.
‘Hebben jullie al geprobeerd om hier uit te komen?’ vroeg Vanessa aan meneer Alley.
‘Niet echt,’ zei hij. ‘zolang zijn we nog niet wakker.’
Vanessa stond op, en gleed meteen uit. De jongen begon te lachen. Ze keek hem ijzig aan, en voelde toen aan de vloer. De vloer voelde vreemd plakkerig aan. Ze rook aan haar hand. Zeep.
Meneer Alley ging op handen en voeten naar de deur van de ruimte toe, en probeerde hem open te krijgen.
‘Op slot.’
‘Wat had u dan verwacht?’ zei Emma geïrriteerd.
Hij negeerde haar en bekeek het sleutelgat. Hij stond op, en langzaam liep hij naar achteren, om niet te vallen. Hij nam een klein aanloopje, en rende naar de deur. Alleen, halverwege gleed hij toch uit, en hij knalde hard tegen de deur aan. Meneer Alley lag op zijn rug voor de deur. Het zag er zo mal uit dat Joey in de lach schoot.
‘Is ie open?’ zei meneer Alley vanaf de grond.
‘Nee,’ zei Vanessa die haar best deed om haar lachen in te houden.
Meneer Alley kwam langzaam weer overeind, en wreef kreunend over zijn rug.
‘Het was niet eens zo’n slecht idee,’ zei Emma. ‘misschien lukt het wel, als we er met z’n allen tegenaan beuken.’
De anderen knikten instemmend. Voorzichtig kwamen ze overeind, en gingen voorzichtig naar de achtermuur van de ruimte. Meneer Alley telde tot drie, en toen renden ze allemaal op de deur af. Natuurlijk gleed iedereen weer uit, en ze knalden hard tegen de deur. Iedereen viel over elkaar heen, en uiteindelijk lag er een hoopje mensen op de grond, voor de nog steeds dichte deur.
‘Fijn,’ mopperde de jongen, die onder meneer Alley en Emma lag.
‘Volgens mij is er wel iets veranderd,’ zei Vanessa hoopvol.
Moeizaam kwamen ze weer overeind. De kale jongen wees naar het kleine raampje, dat bijna tegen het plafond zat.
‘Zij past erdoor,’ zei de jongen met een blik op de magere Emma.
Meneer Alley knikte, de langste van het groepje. Hij ging door zijn hurken en Emma klom voorzichtig op zijn rug. Voorzichtig klom ze in de opening. Ze slaakte een gilletje, en verdween uit het zicht. Er klonk een harde bons.
‘Emma, is alles goed met je?’ riep meneer Alley.
‘Ja!’ riep Emma terug. ‘Ik weet waar we zijn, en ik kom er zo aan!’
Ze hoorden Emma’s voetstappen wegsterven.
Even later hoorden ze dat er aan de deur gerommeld werd. Vanessa hoorde Emma tot haar verbazing snikken.
‘Emma?’ zei ze. ‘Is alles écht wel goed met je?’
Ze gaf geen antwoord. De deur ging open. Vanessa pakte haar tas op, en voorzichtig liep ze de deur uit. Glijdend kwam de rest achter haar aan. Emma was doodsbleek, en ze wees naar een man die voor de deur lag.
Vanessa boog over hem heen. Zijn keel was doorgesneden, en een mes zat in zijn vuist geklemd.
‘Kende je hem?’ vroeg meneer Alley.
‘Ja,’ snikte Emma. ‘toen ik buiten was, zag ik het meteen! We zijn in de zeepfabriek van mijn vader!’
‘En die man is je vader?’ vroeg Vanessa.
Emma knikte.
‘Hij…hij zat in een inrichting…dacht ik… M-mijn ouders…ze zijn gescheiden en… en… h-hij kan er niet tegen dat…dat hij ons nooit ziet…’
Joey was ook weer begonnen met huilen. Vanessa zuchtte en sloeg haar armen om de twee kinderen om ze te kalmeren. Na een tijdje had Emma haar zelfbeheersing weer gevonden, en ze veegde haar tranen fel van haar gezicht.
‘We kunnen niet door de ingang eruit,’ zei ze. ‘ik kwam al nauwelijks binnen. Maar, via die deur, (ze wees naar een grote ijzeren deur aan de rechterkant van de ruimte) kunnen we naar de nooduitgang.’
Ze liepen in de richting van de deur. Toen Vanessa de zware deur open deed, werden ze begroet door een golf zeesop, die over hen heen kwam. Proestend veegden ze het sop uit hun prikkende ogen.
Achter de deur was alleen maar dik, wit schuim. Hoe zouden ze daar ooit door moeten komen?
Vanessa keek Emma vragend aan.
‘Als we teruggaan naar de ingang, is het nog veel erger,’ zei Emma kalm. ‘we moeten wel zo.’
Meneer Alley liep kordaat op het schuim af. Met zijn twee handen voor zich uit, baande hij zich een weg door al het schuim. De kinderen en de kale jongen liepen aarzelend achter hem aan. Vanessa liet de ijzeren deur los, en ging achter hen aan.
Na een tijdje viel het haar op, dat hoe hardnekkig het schuim ook was, het was wel een prachtige tunnel. Gigantische bellen zweefden rond in de tunnel, en meneer Alley kwam hoe langer, hoe meer onder het schuim te zitten. Eindelijk kwamen ze bij een deur. Meneer Alley duwde de deur open, en liet hem geschrokken meteen weer dichtvallen.
‘We zijn weer precies waar we begonnen zijn!’ riep hij.
‘Oh, geweldig!’ riep de jongen uit. ‘Je kunt ook niets hé? Laat mij het maar doen, dan zijn we hier zo uit.’
Dat was de druppel voor meneer Alley. Hij sprong woedend op de jongen af, en ze begonnen te vechten. Ze rolden door het schuim, en maakte een nieuwe tunnel, die alleen een stuk lager was dan de ander. Vanessa en de kinderen renden achter ze aan door de tunnel, waardoor zij ook onder het schuim kwamen te zitten.
Plotseling hoorden ze een luide bonk. De bellen vlogen om hun oren. Meneer Alley en de jongen waren nog steeds aan het vechten, en ze lagen tegen een ijzeren deur aan.
‘Laten we hopen dat het niet weer dezelfde is,’ zuchtte Vanessa. Ze liep om meneer Alley en de jongen heen, en duwde de ijzeren deur open. Tot haar opluchting zag ze een andere ruimte, die niet volstond met schuim. Nadat ze Meneer Alley en de kale jongen uit elkaar hadden getrokken, gingen ze naar binnen.
In deze ruimte stonden allemaal verschillende flessen met vreemd gekleurde vloeistoffen erin. Meneer Alley pakte een flesje op met een blauwe inhoud.
‘Haargroeimiddel,’ las hij voor. ‘Dat kan jij wel gebruiken, Q.’
De jongen werd woedend en bijna vloog hij meneer Alley aan, maar Vanessa pakte zijn arm hard vast.
‘Q?’ vroeg ze. ‘Wat is dat nou voor naam?’
De jongen mompelde iets onverstaanbaars.
‘Hij heet eigenlijk Quinten,’ zei Emma. ‘maar dat past niet echt bij hem, hé.’
Meneer Alley pakte drie verschillende flesjes op.
‘Afwasmiddel, shampoo, badschuim…’
‘Laten we hier nou niet blijven treuzelen,’ zei Vanessa met een blik op de nooduitgang. ‘We kunnen er nu uit.’
De anderen stemden toe, en we liepen in de richting van de nooduitgang. Hij ging niet open.
‘Waar slaat dat nou op?!’ riep Q. ‘Welke stomme idioot doet er nou een nooduitgang op slot?!’
‘Mijn vader dus,’ zei Emma droog. Vanessa zag dat er tranen in haar ogen stonden.
‘Misschien,’ zei Vanessa snel. ‘misschien, kunnen we die flesjes gebruiken om de deur open te maken.’
Ze begonnen allemaal zoveel mogelijk flesjes op te pakken. Meneer Alley liep als eerste naar de deur en goot anti-roosshampoo tussen de deur en de deurpost door. Om de beurt goten ze de flesjes leeg. Toen liep Emma op de deur af, en probeerde hem.
‘Nog steeds niet,’ zei ze teleurgesteld.
‘Maar we hebben alle flesjes opgemaakt!’ riep Q.
Dat was waar. De hele grond lag vol met flesjes.
Opeens ging de ijzeren deur open. Twee mannen, onder het schuim stonden in de deuropening. Eén van de mannen rende (al struikelende over de flesjes) op Joey af, en hield een mes bij zijn keel.
‘Geen beweging,’ riep hij. ‘of hij gaat eraf!’
‘Dat klopt niet,’ zei Q. ‘Het is: Geen beweging of hij gaat eráán.’
De andere man liep op hen af. Vanessa voelde hoe hij een pistool tegen haar rug aanzette.
‘Loop naar de nooduitgang,’ siste hij.
‘Die zit op slot,’ zei meneer Alley.
De man liet Vanessa los, en richtte zijn pistool op meneer Alley.
‘Geen woord, of ze gaat eraf!’
‘Eraan!’ riep Q.
Meneer Alley gaf hem een stomp tegen zijn zij. Q keek hem geïrriteerd aan.
Nu de mannen niet op haar lette, zag Vanessa haar kans schoon. Ze trapte hard tegen de schenen van de man met het pistool. Die liet haar brullend los, en Vanessa gebaarde naar de anderen om de ‘schuimkamer’ in te gaan. Ze rende als eerste het schuim in.
Vanessa zag dat nu de gangen die zij gemaakt hadden en de gangen die de twee mannen gemaakt hadden, door elkaar liepen. Zo zouden ze elkaar niet makkelijk vinden. Ze begon te rennen. Ze merkte op dat er ze tot haar knieën in het schuim zat. Hoe langer ze rende, hoe verder ze in het schuim kwam te zitten. Hoe kon dat opeens? Uiteindelijk was alleen haar hoofd nog boven het schuim en zwom ze. Vanessa wist dat het niet lang zou duren tot ze helemaal in het schuim zat. Ze haalde met moeite een zonnebril uit haar tas. Ze wist dat het waarschijnlijk niet veel zou helpen tegen het schuim, maar even zou het wel helpen. Binnen een paar seconde verdween ze in het schuim. Ze besloot om net zolang naar boven te zwemmen, totdat ze het plafond zou vinden.
Om zich heen hoorde ze de anderen zwemmen. Naast zich zag ze een arm met een tatoeage van een doodskop erop. Ze wist dat het de arm was van Q. Haar hand greep zijn arm, en Q veegde met zijn andere arm het schuim tussen hen weg. Hij keek haar dankbaar aan, en ze zwommen verder.
Opeens zagen ze dat het schuim om hen heen verminderde. Een zilverkleurige buis zoog al het schuim op. Vanessa greep de buis. Haar hoofd kwam boven het schuim uit, en ze zag een klein plateau waar de twee mannen opstonden. Q’s hoofd kwam naast haar tevoorschijn. Eén man had Joey nog steeds vast. De andere man zoog het schuim weg met een apart apparaat. Meneer Alley en Emma waren er ook.
Toen zagen de mannen hen.
‘Kom eruit, of hij gaat eraf!’ schreeuwde de man.
‘Eraan!’ brulde Q. ‘Is dat zó moeilijk te onthouden?! Eraan, eraan, eraan!!!’
Vanessa zuchtte en pakte zijn arm. Ze klommen op het plateau. Q schopte tegen het apparaat aan. Daardoor begon de machine te schokken en te borrelen, en al het schuim werd weer terug geblazen. Vanessa duwde de man, die verbouwereerd op zijn machine sloeg, de zee van schuim in. Toen renden Q en meneer Alley naar de man die Joey vasthield toe, en rukten het mes uit zijn handen. Joey rende in de armen van Emma, en Q trok de man naar het randje van het plateau.
‘En onthoud,’ zei Q grimmig. ‘Het is eráán.’
Toen gooide hij de man het schuim in. Meneer Alley en Q respecteerden elkaar eindelijk, en lachten de mannen uit. Het schuim kwam steeds hoger, en hoger. Aan het plateau grensde nog een nooduitgang. Emma wrikte aan de deur, en eindelijk zat het hen mee. De deur ging open, en ze renden de fabriek uit.
Buiten stonden overal mensen. Een groep journalisten liepen op hen af, en stelden allerlei vragen. De politie vroeg hen waar de ontvoerders waren, en meneer Alley liep vol leedvermaak met hen mee terug naar het schuimbad.
Emma en Joey verdwenen in de menigte toen ze hun moeder zagen. Q keerde zijn gezicht naar Vanessa.
‘Ik vroeg me af…’ begon hij. ‘of we misschien…nou ja, als dit allemaal achter de rug is…misschien kunnen we een keer afspreken?’
Hij kreeg een kleur. Vanessa glimlachte en haalde uit haar tas een schrift. Ze trok er een blaadje uit en schreef haar telefoonnummer erop. Ze duwde het in zijn handen, en liep naar haar zus.
Zo kwam alles toch weer goed. Vanessa besloot om het hele verhaal op te schrijven, en zij en Q gingen uiteindelijk samenwonen. Q had geleerd om anderen niet meer op hun huidskleur te beoordelen, en hij en meneer Alley werden goede vrienden. De moeder van Emma en Joey nam de fabriek over, en hij draaide weer als vanouds. En altijd, als Vanessa een flesje shampoo zag van hun merk, dacht ze met een lach aan de dag dat ze ontsnapten.

(dit is mijn inzending voor een verhalenwedstrijd ;) geef aub je mening)
Gebruikersavatar
J++
Balpen
Balpen
Berichten: 184
Lid geworden op: 17 jan 2006 13:08
Locatie: Westland

Ha ha ha, Monty Python's Flying Circus!!
Maar dat was vóór jou tijd, ook warrig,onmogelijk,onwerkelijk, fantasties en belachelijk te gelijk. Zij werden er beroemd door...
J++
J++
Gebruikersavatar
Sebas
Erelid
Erelid
Berichten: 1163
Lid geworden op: 24 feb 2005 10:57
Locatie: TokTokCity.nl
Contacteer:

Hahaha, hij is echt cool.
Een beetje warrig lezen af en toe, maar wel erg leuk verzonnen :)
Plaats reactie

Terug naar “Nergens Anders Passende One Shots”