Ondankbaarheid

Plaats hier je columns over de alledaagse gebeurtenissen.
Plaats reactie
Gebruikersavatar
Louis Tinner
Nieuw
Nieuw
Berichten: 3
Lid geworden op: 29 jul 2010 11:35

Ondankbaarheid

Ik ben de meest ondankbare persoon sinds keizer Karel de Vijfde. Karel was de zoon van Filips de Schone en zijn krankzinnige vrouw Johanna die de toepasselijke bijnaam “de Waanzinnige” kreeg, een naam waarvan de historiografie mij vertelt dat hij “weinig elegant” is. Die geesteszieke Johanna was dan weer de dochter van Isabella en Ferdinand, een 15de eeuws stelletje dat getrouwd was uit liefde, hoewel staatkundige belangen ook een niet onaanzienlijke rol spelen. Aldus terug naar Filips de Schone, die in de Angelsaksische literatuur bekend staat als Philip the Handsome. Deze knapperd was de zoon van Maria van Bourgondië, die hoogdringend diende te trouwen na de dood van haar vader Karel de Stoute (Charles the Bold) en wel met de zoon van de Duitse keizer Maximiliaan. Maria en Maximiliaan kregen slechts twee kinderen: de voorgenoemde Filips en Margaretha van Oostenrijk, die dan ook meteen de tante werd van Karel V, daar die de zoon is van haar broer, zoals hierboven reeds werd gestipuleerd. Deze korte introductie op het ontstaan van de Habsburgse dynastie aan het einde van de middeleeuwen en aan het begin van de vroegmoderne periode is noodzakelijk tot een goed begrip van de verdere onzin.

Maar nu terug ter zake vooraleer niemand nog kan volgen. Karel V ontmoette zijn tante Margaretha van Oostenrijk voor de eerste maal bij zijn bezoek aan Dilbeek, ergens in het begin van de 16de eeuw. Dilbeek was destijds een rustig dorpje waar de mensen nog niet konden vermoeden dat een kleine vijfhonderd jaar later in hun dorp de schrijver van dit stuk zou geboren worden. Men leefde er voornamelijk van de landbouw en de jacht op konijnen (waarover later meer), en de nabijheid van de stad Brussel zorgde ook voor niet geringe commerciële activiteiten. Naast dit alles bezat Dilbeek ook een heuse Waterburcht, waarvan ook vandaag nog steeds overblijfselen te vinden zijn en het is net in deze 13de eeuwse burcht dat Keizer Karel zijn tante ontmoette. Wanneer een keizer een dorp bezocht is het evident dat de plaatselijke bevolking voor een rijk feestmaal zorgde, daar de toorn van de Keizer gevreesd werd door allen. Echter, en nu naderen we de climax van het verhaal (hoewel ik in principe niet echt van dat soort verhaaltechnische kenmerken houd, maar soit), de Dilbekenaren slaagden er niet in om zulk feestmaal te bereiden wanneer ontdekt werd dat de dorpsgek de laatste voorraad varkensvlees had meegegeven aan zijn sportduiven als proviand voor hun verre vlucht uit Barcelona. Paniek alom, je kan het je wel indenken. Tot plots een snotneus van nauwelijks 15 die Timmeke De Bastaard werd genoemd op het idee kwam om het varkensvlees-probleem op te lossen door aan de Keizer en zijn tante konijn aan te bieden in plaats van varken. Omdat niemand een betere oplossing kon bedenken gebeurde het voorvermelde. Nadat de Keizer na zijn ontmoeting had geconcludeerd dat zijn tante een arrogante teef was die enkel achter zijn centen zat en dat de Dilbekenaren een zooitje platvloerse boerenpummels waren, schoof hij aan aan de lange tafel die was opgesteld op de plaats waar heden ten dage het plaatselijke postkantoor gelegen is. Wanneer hij zijn dampende teljoor konijnenvlees voorgeschoteld kreeg hield heel Dilbeek de adem in, op de onderpastoor na, want die was net aan het staren naar de enorme prammen van Erika, de plaatselijke stoephoer, die ook was uitgenodigd op dit feestje. De Keizer staarde met veel wantrouwen naar zijn dampende schotel konijnenvlees, waarvan hem was verteld dat het varkensvlees was. Uiteindelijk nam hij dan toch een stukje (niet met zijn vork, want dat werd destijds nog niet gebruikt, het zou immers pas door de elite worden aangewend honderd jaar later tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648), doch dit terzijde) en hij had er zijn keizerlijke tanden nog niet goed en wel ingezet of hij braakte het hele zooitje al uit over zijn dienstmeid. “Wat voor een goedje schotelen jullie mij hier voor, bende doortrapte idioten”, schreeuwde de keizer woest. Iedereen vluchtte angstig weg met de legendarische toorn van de Keizer in het achterhoofd, behalve Timmeke de Bastaard die dapper bleef staan om de keizerlijke woede te trotseren (het ziet er naar uit dat Timmeke de Held van deze geschiedenis zal worden, doch ik houd het nog even in beraad). “Mijn Majesteit, als U mij toestaat. Door een onverwachte crisis in de varkensvleessector waren wij genoodzaakt U konijnenvlees voor te schotelen, hopende dat U er geen aanstoot aan zou nemen.” De Keizer nam er dus wel aanstoot aan en schreeuwde uitzinnig dat de Dilbekenaren allemaal konijnenfretters waren en hij beval zijn wachters om Timmeke de Bastaard meteen ter plaatse te executeren. Zulks gebeurde.

De Keizer verliet meteen mijn latere geboorteplaats, liet zijn tante Margaretha overplaatsen naar Mechelen en beval zijn dienstmeid om in een Brussels frietkot zijn lievelingsmenu op te halen (een loempia, twee grote satés en een bicky burger, samen met een groot pak friet met veel zout). Dilbeek zou nooit meer een Keizer op bezoek krijgen en zou, zoals de plaatselijke heemkundige kring het jammerlijk moet aanschouwen, zelf geen voetnoot meer krijgen in de verdere geschiedenis. Het hoeft geen betoog dat Karel V vanaf heden bekend zou moeten staan onder de naam Keizer Karel V de Ondankbare.

Doch wat doet het er toe. Alles is immers egoïsme.
Gebruikersavatar
silence
Potlood
Potlood
Berichten: 65
Lid geworden op: 20 jun 2010 14:21
Locatie: tilburg

dit is geniaal.
boeiend...
vooral het eerste stuk vond ik leuk, met al die namen. heerlijk verwarrend maar toch enige structuur (snap je?)
nou ja, gewoon leuk om te lezen.
inderdaad onzin, maar vermakend
dus zo erg is dat niet ;)
I don't suffer from insanity, I enjoy every minute of it!
Plaats reactie

Terug naar “Alledaags”