Die haar blokkades opwierpen en schijnheilig lachten
Want zij waren immers de talenten en zij niet
Met scherpe uithalingen schreef zij
Met giftige pennenstreken en liet een spoor van inkt achter
Die de beestjes van hans en grietje gulzig opvraten
Want het smaakte
En als de avond viel
En het avondrood door de bomen gloeide
Schreef zij met het laatste licht
Haar naam
Dat wellicht
-en dat hoopte ze-
Voor altijd gegrift zal staan
In het boek der poëten
-------------------------------------------------------------------------------------
ik ben echt superslecht in het verzinnen van titels voor gedichten en als het aan mij lag zou ik elk gedicht puntje of naamloos noemen
suggesties zijn welkom, kritiek ook
ben niet van porselein en kan best wel wat hebben
