lief dagboek,
Geplaatst: 30 okt 2010 20:15
Ik ben een meisje van 15 jaar en heb dit geschreven gebaseert op wat ik mee heb gemaakt.
Hoofdstuk 1
Lief dagboek,
Vandaag was weer een afschuwelijke dag van mijn afschuwelijke leven. Ik weet niet waarom, maar de meiden uit mijn klas mogen me denk ik echt niet. Ik heb ze niks aan gedaan. Dus ik begrijp niet waarom.
Vandaag was het weer raak. Het was tijdens Frans. De lerares legde iets uit. Ik snapte er alleen helemaal niks van. Daar kan ik toch ook niks aan doen? Maar toen ik vroeg om uitleg begon iedereen te lachen. Het was zoveel geluid. Overal kwam het vandaan. Het leek alsof mijn hoofd het niet aan kon. Ik raakte in paniek maar durfde niks te laten zien. Ik sloeg dicht.
De lerares vroeg of ik de vraag wilde herhalen. Maar ik kon het niet. Al dat geluid, het leidde mij af. Ik wist niet meer wat ik moest doen. Ik pakte mijn tas en boeken. Zonder te kijken of ik alles wel had rende ik de klas uit. Eenmaal buiten kwam ik weer een beetje tot rust. Alleen het gelag bleef in mijn hoofd rondzweven. Ik snap er gewoon niks van. Waarom lachte ze me allemaal uit. Het was een doodnormale vraag toch?
Maar ja. Alsof alles nog niet vervelend genoeg was kon ik mijn fiets ook nog niet vinden. Hij stond niet in het fietsenrek. Ik was te moe en te verdrietig om nog te gaan zoeken. Ik ben daarom maar naar huis gelopen. Toen ik thuiskwam vroeg mama waarom ik mijn fiets niet bij had. Ik zei dat ik mijn sleuteltje kwijt was. En dat ik maar naar huis was gelopen. Ik zou morgen gaan zoeken. Mama hoeft niet te weten hoe het allemaal echt zit. Het zal vanzelf weer overgaan. Anders gaat ze zich er toch maar mee bemoeien. Maar ik ga verder met mijn huiswerk.
Liefs Hope.
Ik sluit mijn dagboek, en draai me om naar mijn boekentas. Ik pak Frans, en ik begin te snikken. In mijn hoofd hoor ik het gelag. Het gelag van de meiden. En de lerares die me gewoon niet begrijpt. Telkens krijg ik de vraag naar mijn hoofd geslingerd wat er aan de hand is. Maar dat weet ik zelf ook niet.
Ineens begint de trap te kraken. Ik droog mijn tranen snel en gooi het zakdoekje weg. Ineens staat papa in de deuropening. Hij keek me dreigend aan. Ik hoopte dat hij niet in een slechte bui was. ‘Waarom ben jij nog niet klaar met je huiswerk.’ Roept hij. ‘Het is veel.’ Antwoord ik. ‘Schiet op, het eten is bijna klaar.’ ‘Ja papa.’ Ik hou mijn adem in en hoop dat hij wegloopt.
Hoofdstuk 1
Lief dagboek,
Vandaag was weer een afschuwelijke dag van mijn afschuwelijke leven. Ik weet niet waarom, maar de meiden uit mijn klas mogen me denk ik echt niet. Ik heb ze niks aan gedaan. Dus ik begrijp niet waarom.
Vandaag was het weer raak. Het was tijdens Frans. De lerares legde iets uit. Ik snapte er alleen helemaal niks van. Daar kan ik toch ook niks aan doen? Maar toen ik vroeg om uitleg begon iedereen te lachen. Het was zoveel geluid. Overal kwam het vandaan. Het leek alsof mijn hoofd het niet aan kon. Ik raakte in paniek maar durfde niks te laten zien. Ik sloeg dicht.
De lerares vroeg of ik de vraag wilde herhalen. Maar ik kon het niet. Al dat geluid, het leidde mij af. Ik wist niet meer wat ik moest doen. Ik pakte mijn tas en boeken. Zonder te kijken of ik alles wel had rende ik de klas uit. Eenmaal buiten kwam ik weer een beetje tot rust. Alleen het gelag bleef in mijn hoofd rondzweven. Ik snap er gewoon niks van. Waarom lachte ze me allemaal uit. Het was een doodnormale vraag toch?
Maar ja. Alsof alles nog niet vervelend genoeg was kon ik mijn fiets ook nog niet vinden. Hij stond niet in het fietsenrek. Ik was te moe en te verdrietig om nog te gaan zoeken. Ik ben daarom maar naar huis gelopen. Toen ik thuiskwam vroeg mama waarom ik mijn fiets niet bij had. Ik zei dat ik mijn sleuteltje kwijt was. En dat ik maar naar huis was gelopen. Ik zou morgen gaan zoeken. Mama hoeft niet te weten hoe het allemaal echt zit. Het zal vanzelf weer overgaan. Anders gaat ze zich er toch maar mee bemoeien. Maar ik ga verder met mijn huiswerk.
Liefs Hope.
Ik sluit mijn dagboek, en draai me om naar mijn boekentas. Ik pak Frans, en ik begin te snikken. In mijn hoofd hoor ik het gelag. Het gelag van de meiden. En de lerares die me gewoon niet begrijpt. Telkens krijg ik de vraag naar mijn hoofd geslingerd wat er aan de hand is. Maar dat weet ik zelf ook niet.
Ineens begint de trap te kraken. Ik droog mijn tranen snel en gooi het zakdoekje weg. Ineens staat papa in de deuropening. Hij keek me dreigend aan. Ik hoopte dat hij niet in een slechte bui was. ‘Waarom ben jij nog niet klaar met je huiswerk.’ Roept hij. ‘Het is veel.’ Antwoord ik. ‘Schiet op, het eten is bijna klaar.’ ‘Ja papa.’ Ik hou mijn adem in en hoop dat hij wegloopt.