Mijn boek, zijn verhaal

Kogels vliegen je om de oren en bommen vallen sporadisch om je heen op het Oorlogspad. Worden er heldendaden verricht, of is het enkel vernietiging? Lees het hier!
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Zo na dit verhaal staan alledrie mijn grote verhalen op OV =)
Ik zou graag willen horen of jullie de geschiedenis een beetje begrijpen.. die nu wordt genoemd. Zodra het niet meer te begrijpen is zou ik het graag willen weten! dan kan ik het aanpassen.
-----------------------------------------------------------------------------

Mijn boek, zijn verhaal
entree 1

-----------------------------------------------------------------------------
Ik ben Martin Dekker, geboren en getogen in Nederland. Het land waar ik trots op ben dat ik het me mijn thuishaven mag noemen.
Mijn doel in het leven? Mensen helpen. Ja, ik wil sterven met de gedachten dat ik iets heb betekend. Dat een ander mijn naam kent en zegt; Dat was Martin hij redde mijn leven. Dat is dan ook de reden dat ik aan de medische universiteit in Utrecht afstudeerde. Ondertussen ben ik volleerd chirurg. En heb ik er iets bij geleerd wat niet in de medische boeken stond die ik voor mijn opleiding bekeek. Het redden van mensen, betekend offers brengen. Ik heb mijn familie al drie jaar niet gezien. Ik heb namelijk over de jaren, nadat het ziekenhuis zijn uitdaging begon te verliezen, mijn doel hoger gelegd. Ik wou mensen redden, die helden zijn. Ik ging het leger in als veldchirurg. Eindelijk ging ik de oorlog zien die al ruim dertig jaar voort raast. De oorlog die begon op dertig september 2056, op een rustige herfstdag toen de president van de VS begraven werd. Toen de VS nog de VS heette.


VS. Washington, 30-09-2056

"Generaal," een oude krachtige man keerde zijn hoofd naar één van zijn veel jongere mannen.
"Wat is er?"
" De minister van Defensie, Taylor Wilson is in de bunker geplaatst, sir."
General Johnson knikte tevreden. Op de begrafenis hadden ze de meest noodzakelijke maatregelen genomen, met zoveel belangrijke mensen op een plaats zou het niet moeilijk zijn om de regering om ver te werpen.
"Goed. Naar je plaats," de rest zou aan de FBI over gelaten worden.
Zo begon de dag, met duizenden wachten verspreidt in de stad Washington. En miljoenen al niet biljoenen mensen die in de stad bijeen waren gekomen om een laatste eer te betonen aan hun drie-jarige overleden president. De arme man was in het midden van de nacht overleden, geen enkele oorzaak was er tot de dag van vandaag gevonden. Een hartaanval dat hadden de doctoren vast gesteld. Maar niemand, en dan ook echt niemand binnen en buiten de staten geloofde dat; de president was vermoord.. hoe? Niemand zou het ooit te weten komen. De dader? gokken was het enige wat ze konden. En waarom? Nog één uur... en dan zou de hele wereld het weten.
De enorme mensenmassa die op het plein voor het witte huis stond te wachten, hadden hun ogen naar voren gericht. De vice-president stond daar al klaar om te spreken. Een lied, het volkslied klonk op en de vlag werd gehesen. Een eerbiedige stilte, een prachtige zang. Sommige lieten zelfs tranen vallen. Dit land hield van hun oude president. Zodra het lied voorbij was en er een stilte was die onmogelijk leek voor zo'n enorme mensenmassa, begon de vice-president te spreken. Een laatste eerbetoon aan president Derck Steel. Uiteindelijk werd de koffer, met de vlag erover heen, opgetild. Hij zou door de straten worden geleid tot ze de grafplaats bereikten.
Één explosie.
Een seconde die een uur leek te duren.
En de koffer was weg. De mensen in een straal van twintig meter eromheen, weg. Paniek dat was het enige wat overbleef. Het witte huis was gevallen en mensen begonnen te schreeuwen en te rennen. Ze vertrapten elkaar maar namen niet de tijd om het door te krijgen. Meer explosies klonken op, midden tussen de mensenmassa's. Onschuldigen werden van de bodem weggevaagd.
Het was de zwartste dag in de geschiedenis van Amerika; erger dan Pearl Harbor, erger dan 11 september.
De hele Amerikaanse regering viel en er bleef maar één man over om te leiden.
Taylor Wilson, de minister die veilig in een bunker was weggestopt.
De man waarmee de grootste nachtmerrie van de wereld begon.

Ik kan me die dag nog goed herinneren. Ik was zestien jaar oud en was opdat moment niet bepaald geïnterreseerd geweest om naar de begravenis van een Amerikaanse president te kijken. Nee, ik had met mijn vrienden in een kroegje gezeten. De babbel genaamd, het lag in het dorpje naast ons dorp. We noemden het altijd, de verkeerde kant van het spoor, maar ondanks dat kon je er heerlijk zitten op het terrasje. Zodra ik thuis was gekomen hadden mijn ouders aan het beeld van de tv gekluisterd gezeten. Hun ogen en mond waren open in schok. Ik staarde met hen mee, naar de explosie die keer op keer weer werd herhaald, om vervolgens te worden vervangen door een serieus uitziende juffrouw met rood haar die doemsdag aan het voorspellen was.
"Wat is er gebeurd," had ik toen nog nonchalant gemompel. Weer een aanslag waarschijnlijk, ookal was het vreemd dat deze werd uitgezonden. Meestal werden ze achter gehouden door de media. Pas nadat ik het beeld waarschijnlijk tien keer langs me heen had zien vliegen herkende ik het als het witte huis. Ik zakte op de bank neer, nam precies dezelfde positie aan als mijn ouders en mijn gedachten kenden nog maar een weg. Dit ging fout, dit werd oorlog. Vanaf dat moment wist ik dat dit een grotere oorlog zou worden dan ik tot nu toe kende. Misschien zelfs groter dan de tweede wereld oorlog. De maanden die daarop volgden waren gespannen. Iedereen verwachten dat er iets zou gebeuren, maar er gebeurde niets. Maanden werden een jaar en Amerika bouwde zich langzaam op. drie jaar ging voorbij, Amerika was de wereldmacht weer die we kenden, met Taylor Wilson aan de top. Er was geen president meer en er waren geen staten meer. Amerika had zich verenigd tot één. Nog een jaar, ik was inmiddels student aan de Universiteit van de HU en genoot van mijn leven. Één groot feest. En toen op 30 september, alsof het een grote grap was, In Rusland gebeurde het. De atoombom, een bom die al jaren geleden ontmanteld had moeten zijn. Het meest vreselijke wapen ooit, viel. SIberië werd geraakt, maar nog drie van deze vreselijke monsters stortten zich op de meest oost gelegen landen. Binnen een straal van twee kilometer was alles weggevaagd, en het omliggende land werd onleefbaar wegens de gifgassen.
De oorlog waar iedereen op wachtte was begonnen en Rusland was in een oogwenk gevallen.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Jojolientje
Potlood
Potlood
Berichten: 93
Lid geworden op: 16 aug 2010 14:36
Locatie: somewhere in little Belgium

Eerst en vooral wil ik zeggen dat het een boeiend begin is met een paar heel treffende zinnen. :super En voor je denkt, zoveel rood en zoveel quotes; ik heb mezelf toegestaan om eens heeel kritisch te verbeteren. Ik denk niet dat ik dit ook bij elk bericht ga doen - tenzij je erom vraagt natuurlijk en dan kan het wel even duren eer ik hier tijd voor heb vrijgemaakt :angel
Ja, ik wil sterven met de gedachten dat ik iets heb betekend.
met de gedachte dat omdat het hier maar om één ding gaat, nl. dat hij iets heeft betekend
om de regering om ver te werpen.
weer een 'aanelkaarschrijffout' ;) omver moet dus aan elkaar
En miljoenen al niet biljoenen mensen die in de stad bijeen waren gekomen om een laatste eer te betonen aan hun drie-jarige overleden president.
Ik denk dat je 'dat' vergeten bent, al dan niet biljoenen
Je kunt er ook van maken: En miljoenen, als het er al geen biljoenen waren...
geen enkele oorzaak was er tot de dag van vandaag gevonden. Een hartaanval dat hadden de doctoren vast gesteld.
De eerste zin vind ik raar klinken, die 'er' staat daar denk ik een beetje mis. Het leest dan niet zo vlot. Tot vandaag was er nog geen enkele oorzaak gevonden, klinkt al heel wat beter.
Dan is vastgesteld ook aan elkaar
Maar niemand, en dan ook echt niemand binnen en buiten de staten geloofde dat; de president was vermoord.. hoe?
Deze zin met niemand, en dan ook echt niemand vond ik goed geformuleerd (ook is een goede zin aanduiden hè en niet alleen verbeteringen :P ) Juist van die hoe, zou ik "Maar hoe?" maken
Dit land hield van hun oude president.
misschien is het beter als je had gehouden gebruikt ipv hield, ik weet niet precies wat me een beetje stoorde aan die zin :s
Zodra het lied voorbij was en er een stilte was die onmogelijk leek voor zo'n enorme mensenmassa, begon de vice-president te spreken.
De 'was' veranderen in 'viel' dan heb je niet twee keer was zo vlak achter elkaar
Paniek dat was het enige wat overbleef.
De zinnen daarvoor zijn ook heel mooi geformuleerd en komen sterk over door telkens die komma gevolgd door weg. Hier zou het dan ook sterker overkomen als je na paniek ook een komma plaatst
Ik was zestien jaar oud en was opdat moment niet bepaald geïnterreseerd geweest om naar de begravenis van een Amerikaanse president te kijken.
opdat = op dat; opdat bestaat ook, maar heeft een ietsje andere betekenis, hier bedoel je echt op dat moment, zoals bv. op deze plek of op dit kastje
We noemden het altijd, de verkeerde kant van het spoor, maar ondanks dat...
Ik zou dat tussen aanhalingstekens zetten of schuingedrukt ofzo. Als komma's zet maak je een pauze in de zin en dat is hier niet echt de bedoeling neem ik aan
Meestal werden ze achter gehouden door de media.
Jep, weer :cry: aan elkaar!! :P
dan de tweede wereld oorlog. De maanden die daarop volgden waren gespannen. Iedereen verwachten dat er iets zou gebeuren, maar er gebeurde niets.
tweede wereldoorlog
verwachtte (dubbele t omdat het ovt is en geen n omdat iedereen 3e pers enkelvoud is)
En toen op 30 september, alsof het een grote grap was, In Rusland gebeurde het
Dit klopt niet echt. Ik denk dat je oorspronkelijk iets geschreven hebt en dat dan weer gewijzigd en zo is er waarschijnlijk iets misgelopen. Kun je zelf wel verbeteren denk ik :angel

Zo dat was de verbetering.
Het verhaal zelf sprak me al aan bij de titel. Ik had wel iets heel anders verwacht, maar het is alleen maar in positieve zin uitgedraaid :D Ik vind die flashback ook goed geschreven, ben benieuwd hoe het verder gaat aflopen.
"Life is not the amount of breaths you take, it's the moments that take your breath away"
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Hee super bedankt :D en al die feedback vind ik alleen maar geweldig! ( ja ik ben feedbackslet whahahaxD ) Dankje dat je het verhaal boeiend vind.. het volgende stuk gaat iets meer op het verhaal zelf in.. ik hoop dat je het nog steeds boeiend vind :) dit was min of meer een proloog.

Ik zou graag van je horen wanneer je het niet boeiend vind en wat je dan anders had verwacht :) aangezien ik dit boeiend wil houden en ik ben anders bang dat het pas te laat in het verhaal echt boeiend wordt :)


Groetjes!!
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Jojolientje
Potlood
Potlood
Berichten: 93
Lid geworden op: 16 aug 2010 14:36
Locatie: somewhere in little Belgium

Het is 'interessant' - ik kom niet zo direct op een beter woord - om vrijwel direct in zo'n dramatische gebeurtenis geslingerd te worden.
En ik vind dat het gerust mag dat je een boeiende en spannende proloog hebt en daarna een wat kalmer hoofdstuk. Ik verwacht bv. zijn leven, dat we gewoon zien hoe hij gaat werken, naar huis gaat e.d., maar wel in de tijd dat het nu is, in hetzelfde jaar dat hij zich begint voor te stellen (Ik ben Martin Dekker...) :)
Dat is gewoon wat ik verwacht, je moet dat uiteraard niet zo schrijven en het moet je ook niet spijten ofzo als het anders is. Ik hou ervan om verrast te worden, vooral in boeken. Je begint dan te lezen en bij het eerste hoofdstuk heb je dan al meteen verwachtingen en naargelang het soort boek begin ik ook al mee te enken over het slot, de intriges enzoverder. Ik ben dan helemaal blij als ik het juist had over een happy ending :D Maar jouw verhaal is nog niet ver genoeg gevorderd om mee complotten te bedenken :( Duusss schrijf snel verder :P

En over mijn eerdere verwachtingen; De titel deed me gewoon denken aan iets romantischer, ik weet het niet goed te formuleren wat ik er precies bij dacht, maar je hebt me dus positief verrast :D

Wees maar niet bang over dat niet boeiend zijn van je verhaal: uit je andere verhalen kan ik afleiden dat je daar heus niet zo veel problemen mee gaat hebben, en moest het toch zijn, dan laat ik dat wel weten :angel

Groetjes!
"Life is not the amount of breaths you take, it's the moments that take your breath away"
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Weer een stukje erbij:) en nee ik ga niet aan je verwachtingen voldoen haha... ps voor liefde moet je deel twee lezen xD Jammer genoeg.. duurt het nog wel even voor die geplaatst wordt xD
Oké meer verklap ik niet! echt niet!
-----------------------------------------------------------------------------------------------
entree 2

Jullie weten nu waar de oorlog begonnen is en waarschijnlijk weten jullie ook hoe vreselijk oorlog is. Nieuws berichten, kranten ze vertellen het allemaal. Maar het met eigen ogen zien is iets heel anders. Iedere gruwelijke gedachten die je over oorlog hebt gekregen kun je vergeten, want het is allemaal nog zoveel gruwelijker dan je je kan voorstellen. Ik ontmoette vandaag een klein jochie. Mario, dat was zijn naam. Zijn kleren waren vuil en gescheurd, zijn armen waren niets meer dan dunne botten en om hem heen huisden vliegen zich op zijn kapotte huid. De soldaten stuurden hem weg. Ze wouden niets met hem te maken hebben. Hij was een zwerver, een wees. Een kind dat ziektes met zich meebracht. Mijn hart stopte toen ik in zijn diepbruine ogen keek. Hij was zo bang. Ik ben naar hem toegelopen met een broodje en een baantje. Sindsdien is hij mijn trouwe assistente die de boel schoon houdt en spullen uit het dorp voor me haalt. Maar dit was maar één van de wezen, er zijn er nog honderden zo niet duizenden meer. Ze lopen over de straten omdat ze nergens anders heen kunnen. Ze voeden zich als ratten uit vuilnisbakken en dragen dezelfde ziektes mee. En dan noemen wij ons de goede, soms vraag ik me af of het niet beter is als Amerika gewoon zou winnen. Misschien dat dan al deze armoede stopt. Dat dan de wezen weer een veilig thuis krijgen.


Amerika, Corpus Christie - 08-07-207 - 17:00 pm
Aanval van de Fransen,


Haar naam was Anna. Vernoemd naar haar grootmoeder. Een naam die altijd met een stralende glimlach gedragen was, maar nu was er alleen nog angst achter te vinden. De vrouw haar glanzend bruine haren waren door het stof van de stad bedekt. Haar rusteloze hazelkleurige ogen schoten langs de gebouwen. Is het over? Zijn de soldaten weg? Zijn de bommen gestopt met vallen? Ze wist het niet. Ze wist niet wat ze kon anders doen dan in elkaar kruipen tot een angstige bal. Verstopt achter kapotte muren van de ooit zo prachtige huizen. Alles was weg, Corpus Christie was binnen twee uur vernietigd. Anna liet haar lichaam in elkaar zakken, geluidloze tranen stroomden over haar wangen. Ze snikte niet, ze liet de emotie gewoon wegglijden. Waarom had ze gedacht dat Amerika onaangetast zou blijven in deze oorlog. Dat ze oppermachtig waren. Zie nou waar het haar bracht, gebroken en in tranen in haar eigen stad. De stad waarvan ze hield die langzaam door vlammen verzwolgen werd. Ze wond haar armen strak om het kleine bundeltje wat tegen haar lichaam gedrukt lag. Haar alles, haar kindje. Snikkende geluidjes klonken op.
"Sst, stil maar," Anna moest al haar energie in die woorden leggen. Haar stem mocht niet trillen. Haar kindje mocht niet van haar angst weten. Hij was te jong, te jong om al dit geweld al te zien en te voelen. Anna haar vingers streken door de zwarte bos haar van het kindje. Het was het enige wat echt zichtbaar van hem was. Zijn gezicht was in haar kleren verborgen, met zijn vuistjes stevig om de stof gebonden.
Anna verstijfde toen schoten opklonken. Was het nog niet voorbij? Ze druwde haar zoon dichter tegen zich aan en drukte zich tegen de al kapotte muur. Haar ogen waren strak dicht geknepen. Ga weg, laat ze ons niet zien. Het was haar schietgebed. Hitte van de vlammen streken langs haar gezicht. Het vuur kwam dichterbij. Ze konden zich niet lang meer hier verschuilen.
"Tik, tik," Anna haar ogen vlogen open. "Tik, tik," Het klakkende geluid van laarzen. Een schim, zwart tegen de rode vlammen. Een schim, van een man. Koud angstzweet gleed over haar rug. Dit was het einde.
"Ast..Astublieft.. sp..spaar h.hem," tranen stroomden onbeheersbaar over haar gezicht. De controle over haar stem was ze allang verloren. Haar trillende armen bleven haar kindje vastklemmen. Ze kon hem niet verliezen. De schim stapte onverschrokken dichterbij. Anna greep naar haar laatste middel, een nutteloos middel. Ze opende haar mond, zoog de lucht naar binnen om te gillen. Een hand voorkwam de klanken. De schim voor haar had zich razendsnel naar haar zijde begeven. En nu overlapte zijn enorme hand haar lippen.
"Sst Anna, ik ben het," Die stem. Ze kende die stem. Haar grote bloeddoorlopen ogen staarden omhoog. Tranen ontsprongen opnieuw. Haar ridder, haar engel, haar man. Hij zat daar naast haar.
"R..Rino?" Ze kon het niet geloven. Voor het eerst voelde ze zich veilig, want hij was hier. Zijn zwarte krulletjes waren verward tegen zijn voorhoofd geplakt en zijn kleren waren bevuild en gescheurd. Dat maakte allemaal niet uit. Zijn zachte bruine ogen zeiden alles. Ze waren gered.
"Is hij gewond?" De man, Rino, streelde met zijn enorme hand over het hoofd van het kleine jongetje.
Anna schudde gelijk haar hoofd.
"Nee, maar zijn bril is ergens kapot gevallen," eindelijk leek haar stem iets van de oude kracht terug te krijgen. Rino trok zijn wenkbrauwen op voor hij in zijn jaszak begon te graaien. Uiteindelijk verscheen een zwarte etui. Met een klik ging het doosje open om een nieuwe zonnebril te laten zien. Anna glimlachte ondanks haar zorgen. Ze haalde de bril uit het doosje en drukte het voorzichtig op het hoofd van haar kind. Het bleef zich tegen zijn moeder aandrukken ookal leek hij zich nu niet meer volledig te verbergen.
"Kom we moeten verder. De helikopter zal binnen een kwartier vertrekken," Rino zijn vingers vlochten zich met die van Anna. Voorzichtig trok hij haar overeind. Ze renden samen, langs de gebouwen, door de puinhopen. Anna probeerde niet te kijken. Ze wou zich haar stad niet zo herinneren. Ze wou de prachtige gebouwen herinneren en de lachende mensen. Niet dit. Onder haar voet spatte vloeistof op. Een regenplas, een regenplas. Zo sprak ze iedere logische gedachte tegen. Ze wist maar al te goed dat het al een maand niet had geregend. Rino voor haar stopte abrupt met rennen. Ze wist zelf nog net op tijd tot een halt te komen zonder vol in zijn rug te lopen.
"Rino, wat doe je," kwam een lage sis vanuit het diepste van haar keel. Ze moesten rennen, de helikopters zien te bereiken. Ze konden niet stilstaan en rondkijken!
"Rin.." Haar adem stokte, eindelijk zag ze wat haar man tot een halt had gebracht. Voor haar verscheen een horror-scène. Één die nooit meer van haar netvlies zou verdwijnen. Het plein, het prachtige stadsplein was bedekt met lijken. Bloed, diep rood, beschilderde de straten, de muren, alles. Onschuldige mensen lagen met opengesperde ogen en wijde monden op de grond. Ledematen zaten niet meer aan de bijbehorende lichamen vast. Maar de kleine lijkjes die er lagen waren nog het meest afschuwkwekkende. De lijken van kinderen. Misvormd door de kracht van explosies of doorboord door kogels. Anna zette haar kind neer, voor hij uit haar handen zou vallen. Haar maag draaide. Ze wou alles eruit spugen, maar haar shock verlamde haar. Ze kon geen enkele beweging maken. Een kinderschreeuw wekte haar op. Ze trok haar ogen van het beeld weg. Richtten ze alleen nog op haar zoontje naast haar die tranen over zijn wangen liet stromen.
"We..we moeten verder," zelfs Rino, die altijd krachtig stond, leek te bezwijken.
Zijn greep op zijn vrouw werd krachtiger, terwijl ze heel voorzichtig verder liepen. De explosie die volgde had geen van beide verwacht. Misschien was hun aandacht voor de scène te groot geweest. Met een klap werden ze door de lucht gesmeten. Hun handen werden losgerukt. Anna lag buiten zinnen op de grond. Ze voelde geen pijn meer en even wist ze zeker dat ze dood was. Armen trokken haar omhoog, sleepten haar mee. Vaag kon ze haar voeten voelen bewegen, bijna instinctief. Haar hand greep naar iets wat niet meer daar was. Haar zoon, waar was haar zoon. Haar mistige ogen keken op naar Rino die haar voort trok.
"Waar is hij?" Zwakjes fluisterde ze naar hem. Haar woorden vielen in dovemans oren. Rino bleef alleen maar doorrennen. Hun tijd was bijna op. Paniek kreeg eindelijk macht over haar lichaam. Waar was haar zoon?! Ze probeerde zich los te wurmen, maar het enige wat dat uithaalde was dat Rino zijn greep krachtiger werd. Ze wou zich laten vallen. Zonder enig probleem tilde hij haar mee. Onverstaanbaar schreeuwde ze. Ze wist zelf geeneens de woorden meer die ze wou zeggen. Het enige wat ze wou was haar kind. Het geluid van wieken klonk dichterbij. Rino zag de helikopters al staan. Gestresste soldaten duwden mensen die hadden weten te vluchten de voertuigen in. Rino rendde blind naar de eerste en beste die in zijn pad verscheen. Zijn hersenen waren gestopt met werken bij die explosie. Een oerinstinct had zijn lichaam overgenomen. Overleven, dat moest hij. Één van de soldaten hielp hem ruig in de helikopter. Nog steeds kon Rino zijn vrouw hevig voelen tegenstribbelen. Haar hysterische schreeuwen probeerde hij uit te bannen. Zijn grip bleef muurvast om haar lichaam. De helikopters stegen van de grond. Met een zucht liet Rino zijn spieren ontspannen. Eindelijk kon hij de paniek schreeuwen van zijn vrouw verwoorden.
"Hij is niet hier! Laat me los! Mijn kind.. M..Mijn k..kindje," De schreeuwen stiervenweg totdat niets meer dan gebroken tranen over waren. Rino zijn ogen verwijden zich. Wat? Zijn zoon, was zijn zoon nog daar beneden? Bevend tuurde hij omlaag, naar de grond die steeds verder van hem wegraakte.
Nee, nee. Een traan gleed over zijn wang. Dit kon niet gebeuren. De traan verliet de huid en stortte zich de diepte in. Milan... Met een onzichtbare klap verdween de traan in de rode aarde.
Milan, zijn zoon was verloren.
In het stof, ver weg van het echtpaar, lag de jonge knul tot een balletje opgekruld. De zonnebril lag meters verder gebroken. Hij lag stil als de lijken om hem heen. Het bewustzijn was hem allang ontnomen. Zijn lichaam lag daar, klaar om door de kraaien opgevreten te worden.
Heel voorzichtig wikkelden krachtige armen zich om zijn lijf. Ze tilden hem van de grond en droegen hem.
"Sir, we hebben een overlevende gevonden." Een pauze, "Hij was alleen."
Peter Doodle staarde naar het lichaam van het kind, een kleuter, hoogstens zes jaar oud.
Zijn ogen stonden droevig, bijna alsof hij wenste dat het kind dood zou zijn. Zonder ouders had het geen kans.
Het was nu wees. Een erger lot kon de kapitein niet indenken.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Jojolientje
Potlood
Potlood
Berichten: 93
Lid geworden op: 16 aug 2010 14:36
Locatie: somewhere in little Belgium

Oh my god, was mijn eerste reactie. Echt waar! Zo goed geschreven; die angst, meer de paniek eigenlijk, de wanhoop. En de hoop als Rino opduikt. Maar dan heel die stad vol bloed. Ik snap echt niet hoe mensen zo oorlog kunnen voeren! :x En haar kindje! Ik was bijna mee aan het wenen, waarom moest dat nu achterblijven? :cry:
Heus, één van je sterkste stukken vind ik. Hoezo niet boeiend?

Maar, toch nog foutjes :(
Nieuws berichten, kranten ze vertellen het allemaal.
aan elkaar geschreven!
... om hem heen huisden vliegen zich op zijn kapotte huid.
Klinkt een beetje raar, anders formuleren. Zoals ik het begrepen heb:
om hem heen huisden vliegen op zijn kapotte huid.
En dan noemen wij ons de goede,
de goeden
Haar rusteloze hazelkleurige ogen
Ik denk dat het hazelnootkleurig moet zijn, bij hazel kan ik me toch al geen kleur voorstellen.
Ze wist niet wat ze kon anders doen dan
Ze wist niets om te doen behalve
of: Ze wist niet wat ze anders kon doen dan
De stad waarvan ze hield die langzaam door vlammen verzwolgen werd.

De overgang loopt hier niet soepel. Tussen 'waarvan ze hield' en 'die' zou ik of een komma of een en plaatsen. Gaat allebei, hangt dan gewoon van interpretatie af en dan moet jij als schrijver nog altijd bepalen hoe je die zin wilt laten overkomen.
Ze druwde haar zoon dichter
typfoutje :) een eigen combinatie tussen drukte en duwde :P
"Sst Anna, ik ben het," Die stem.
die zonder hoofdletter
zijn kleren waren bevuild en gescheurd.
Ik zou bevuild vervangen door gewoon vuil. Bij bevuild moet ik gewoon denken aan kleinere kinderen of demente mensen die in hun broek doen. En jij bedoelde wel iets anders denk ik zo :D
Bloed, diep rood, beschilderde de straten,
dieprood zou ik hier aaneen schrijven, soms gaat het ook van elkaar, maar persoonlijk vind ik dat het hier mooier klinkt aan elkaar

Zo dat was het, nog eens proficiat met dit stukje, echt goed :super

Groetjes!
"Life is not the amount of breaths you take, it's the moments that take your breath away"
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Even reageren op Jojolientje: Hazelkleurige ogen zijn groene ogen met wat bruin erin. In mijn verhaal heeft Rose die ook. In het engels heten ze hazel eyes, maar ik heb geen idee wat de vertaling daarvan in het nederlands is. Amber?

Nu over het verhaal, ik vond het steen en steengoed :super
"Rin.." Haar adem stokte, eindelijk zag ze wat haar man tot een halt had gebracht. Voor haar verscheen een horror-scène. Één die nooit meer van haar netvlies zou verdwijnen. Het plein, het prachtige stadsplein was bedekt met lijken. Bloed, diep rood, beschilderde de straten, de muren, alles. Onschuldige mensen lagen met opengesperde ogen en wijde monden op de grond. Ledematen zaten niet meer aan de bijbehorende lichamen vast. Maar de kleine lijkjes die er lagen waren nog het meest afschuwkwekkende. De lijken van kinderen. Misvormd door de kracht van explosies of doorboord door kogels. Anna zette haar kind neer, voor hij uit haar handen zou vallen. Haar maag draaide. Ze wou alles eruit spugen, maar haar shock verlamde haar. Ze kon geen enkele beweging maken. Een kinderschreeuw wekte haar op. Ze trok haar ogen van het beeld weg. Richtten ze alleen nog op haar zoontje naast haar die tranen over zijn wangen liet stromen.
OMG Ik kreeg hier echt kippenvel van toen ik het las. Ik zie nu pas dat er een foutje in staat (dat was niet de reden waarom ik het had gequote), maar afschuwkwekkende moet afschuwwekkende zijn. Het klinkt heel grappig eigenlijk, jij begint gewoon je eigen woorden te verzinnen :P
Maar ik vond het echt heel goed geschreven, dit hele stukje eigenlijk.
Bij dit verhaal ga ik gewoon achteroverleunen en lezen (en af en toe reageren natuurlijk ;)) maar ik ga eventuele spellingsfouten er niet uithalen. Dat doet Jojolientje nml al voor mij, en ze doet het heel goed!
Ik vind het trouwens heel knap dat je én regelmatig post bij je drie verhalen én dan ook nog tijd hebt om op andere mensen te reageren. Ik ben nu met mijn tweede verhaal bezig, en ik merk dat ik niet zoveel op mensen kan reageren als ik had gewild.
Schrijf snel verder!!!!!!!
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Ik ben zo goed in eigen woorden verzinnen :P hahah Jodies woordenboek, hier te bestellen! zeer hard nodig als je haar verhalen wilt lezen xD whahha.
Ik weet wel waar die fout vandaan kwam xD ik had eerst een ander woordt getypet.. heb daarna een deel weggehaald blijkbaar niet genoeg :P

oh en bedankt voor jullie complimenten! Bloos bloos

Hier is een volgend stuk! ( ik ga het waarschijnlijk nog een keer overtype.. ik ben nog niet tevreden over hoe ik het kamp omschrijf.. of Milan zijn reactie... grrr.. maar het lukte even niet beter.

wat ik van jullie graag zou willen weten of dat jullie het kunnen begrijpen hoe het verhaal loopt.. wat er precies aan de hand is :)
----------------------------------------------------------------------------------------------
Entree 3
Denk aan het meest verschrikkelijk, maak dat twee keer erger en eindelijk vind je realiteit.


Rillend en bevend schrijf ik hier. Vandaag was mijn ergste dag. Het begin van een lange nachtmerrie. Ik werd voor het eerst in het diepe gegooid, zonder zwembandjes en zonder ouders. Een aanslag. Ik zie nog steeds de mensen om mij heen rennen. Zusters met bebloede pakken aan, broeders met angstige ogen. Één voor één stroomden de gewonden binnen. Amputaties, breuken, inwendige bloedingen, kogels die door lichamen gedrongen waren en nog veel meer. De eerste paar minuten had ik alleen maar stil gestaan, vast geschroeid aan de grond in een wazige droom. Ik wist van spoedeisende hulp, van massa's mensen die in één keer werden binnen gebracht en toch was dit een schok voor mij. Mensen werden geholpen zonder narcose of morfine. Ze schreeuwden van de pijn, kregen ijzer in hun mond, zodat ze hun tong niet afbeten. Pas toen een zuster haar hand op mijn schouder legde en mij met haar rustige bruine ogen aankeek werd ik wakker. Mijn lichaam werkte sneller dan mijn hoofd. Ik redde mensen puur op instinct, nam geen tijd om te controleren, maar ging gelijk door. Ik kan me niet goed meer herinneren wanneer ik dat rust momentje had dat me iets opviel. Toch is dat het enige wat nog echt goed in mijn geheugen staat gegrift. Een jongen werd binnengebracht. Zusters renden naar hem toe, bekeken hem. En toen zonder woorden, verlieten ze hem weer. Lieten ze hem tot de dood volgde creperen. Binnen een tel stond ik aan zijn zijde. Ik kon niemand in zo'n dood laten sterven. Ik had mijn hand nog niet naar het schreeuwende lichaam uitgestoken of iemand hield me tegen. Mijn ogen schoten naar de Spaanse broeder naast me. Hij schudde zijn hoofd, langzaam heen en weer, nee. Blijkbaar had ik die jongen niet mogen helpen, de enige reden die ik toen kreeg was het woord "Amerikaan". Er was geen tijd om er tegen in te gaan. Om te vechten waarvoor ik stond, want iedere tel dat ik daar bleef staan zou misschien een ander sterven. Mijn gedachten werden weer blank en puur op instinct werkte ik tot diep in de nacht verder. Rust keerde terug. Vermoeid dwaalden mijn collega's af. Ik bleef staan, mijn ogen waren gericht naar die van de generaal. Woede stormde door mijn lijf. En het enige antwoord wat ik van die man kreeg was: "De knul kwam uit de kampen, hij zou ons voor geen enkel doel van nut zijn. Hij is getraint om te sterven."
Nu leg ik mijn pen neer. Ik ga met de gedachten naar bed dat ik vannacht geen oog dicht zal doen. Één vraag terroriseerd door mijn hoofd en door het duister.
"Wat zijn 'de kampen'?"


Amerika, Vroegere Baytown -Kamp A.M.G.D- 15-07-2070, 12:13 pm

De weg onder hen hobbelde, stof stoof onder de banden op. Het was een verlaten pad die ze bereden, afgelegen van de rest van de wereld. Waar hun tocht heen ging was dan ook een plaats die niet voor het publieke oog bestemd was. Kapitein Peter Doodle, officier van de Amerikaanse landmacht zat voorin. Zijn eerste luitenant zat als bestuurder naast hem. En op de achter bank diep inslaap, ondanks al het gehobbel, zat het jongetje dat ze een week geleden uit het puin van Corpus Christie hadden weten te vissen. De te grote zonnebril zat laag gezakt op zijn neus. Peter moest die zo maar goed drukken voor het kind wakker werd. Althans als hij wou voorkomen dat het kind weer in hysterisch gillen overging. Het was namelijk zo: Het kind had een vreemde oogafwijking. De eerste keer dat Peter het had gezien was hij zich wild geschrokken. Bloedrode ogen hadden hem vanuit de duisternis aangestaard. Later had een dokter hem erover ingelicht. Het jongetje, waarvan ze ontdekt hadden dat de naam Milan was, was oculair-albino. Zoals bij albino's bekend is, is er een te kort aan pigment in het lichaam, wat ze een witte huid geeft en wit blond haar. Milan was een speciaal geval, bij hem sloeg het bijna alleen aan op zijn ogen. Het maakte ze rood, zelfs de pupil, aardig angstaanjagend als je er niet mee bekend was. De symptonen van de afwijking waren dat hij overgevoelig voor direct licht was en dat de pupilreflexen sterk afgenomen waren. Vandaar dat hij de zonnebril moest dragen.
Peter draaide zich moeizaam in zijn stoel, strekte zijn hand uit en duwde de bril iets omhoog. De knul maakte een kort geluidje en sliep rustig door.
"Sir, we zijn er bijna," Peter draaide zich weer naar voren. Aan de horizon was het kamp al te zien. De hekken die eromheen stonden doemde op. Prikkeldraai wond zich erover heen, er was geen enkele mogelijkheid om daar uit te ontsnappen. De poort torende hoog boven hen uit. De letters die erin gegraveerd waren, hoorden ooit een prachtige zin te vormen, nu was het een zin waar alleen de hel achter schuilde.
A.M.G.D., Ad Maiorem Dei Gloriam.
Peter verachtte de man die deze naam had verzonnen: Tot meerdere eer en glorie van God. Het was schandalig, om zo'n naam aan zo'n verschrikkelijk iets te geven. Alsof God zou willen dat kinderen op deze manier werden ondergebracht, om gevormd te worden tot monsters.
De moter stopte met brommen, het was tijd. Rustig stapte de kapitein en zijn luitenant uit de auto. Peter opende de achterdeur. De kleine Milan keek op van het geluid, eindelijk was hij uit zijn slaap gewekt.
"Hé knul," begon Peter zodra het jongetje bij zinnen leek te komen. Seconde lang bleef de kleuter hem alleen aanstaren. Uiteindelijk kwamen er hele zachte, gepijnigde woorden uit.
"Ik wil mama," het was één van de weinige zinnetje die de jongen had gezegd in de afgelopen week. Peter slikte een brok in zijn keel weg.
"Je mama is hier niet," hoe legde je een kind uit dat zijn ouders dood waren? "Maar er zijn hier andere mensen die voor je zullen zorgen," loog de kapitein met de grijze ogen. Kleine Milan bleef stil ookal onstonden er wel kleine snikjes. Zelfs het kind wist onderhand dat het geen zin meer had om zijn moeder af te dwingen. Ze was nog geen één keer op zijn gillen afgekomen zoals ze dat vroeger altijd had gedaan.
"WIllen papa en mama mij niet zien?"
Peter tilde voorzichtig het kind uit de auto en hield het dicht tegen zich aan. Hij had zijn eigen kinderen achtergelaten voor het leger. Hij had het excuus gebruikt dat hij een betere wereld voor zijn gezin wou maken, maar nu had hij alleen nog maar spijt van die actie. Geen van zijn twee zonen was hem ooit nog onder ogen gekomen en ze hadde daarin gelijk gehad. Hij wist hoe deze jongen zich zou voelen.
"Ik weet zeker dat ze dat willen, alleen kunnen ze het nu niet. Ze zijn op een plek waar ze niet meer wegkunnen. Bij God in de hemel," Peter hoopte maar dat het kind enigszins in het geloof was opgevoed dan zou hij wel begrijpen wat de kapitein bedoelde.
"Waarom kan ik dan niet naar hen toe," snikte het kopje zachtjes wat zich tegen Peter zijn borstkast verborg. Peter liet een zachte verdrietige glimlach over zijn gezicht komen.
"Omdat het nog niet jouw tijd is," de snikjes hielden langzaam op en Peter zette de jongen op de grond, zodat hij op eigen benen kon lopen.
"Kom dan gaan we naar binnen," Milan pakte maar al te graag de hand van de grotere man vast en liep schuw met hem mee. De luitenant stond al bij de ingang, trouw te wachten tot zijn meerdere erook was. Peter probeerde, terwijl ze naar binnen liepen, de ogen die rillingen over zijn ruggegraat brachten te negeren. De ogen van kinderen. Milan kroop dichter tegen hem aan. Peter gaf het kind groot gelijk. De kinderen hier op het terrein waren angstaanjagend. Zijn oog viel heel kort op drie kampkinderen die hen haddeen aangestaard. Ze stonden een paar meter verderop. Hun donkere bloeddorstige ogen staarden vol wantrouwen naar deze vreemdelingen. Er waren er niet meer. Ze konden hoogstens twaalf jaar oud zijn. Een van hen droeg geen shirt, zijn ribben staken akelig af door de dunne ongezonde huid. Blauwe plekken waren op zijn ielige lichaam te zien, ookal was het moeilijk te zien of het vuil niet die kleur veroorzaakte. De twee ernaast zagen er niet beter uit. Één had een nare rood, schilferende huid door de zon en da ander had een bijna zieke gele tint. Grote machettes hingen aan hun riemen. Het was bijna vreemd dat ze nog geen geweer op hun rug droegen, maar misschien waren die ook al afgenomen door gezondere kinderen. Peter dwong zichzelf zijn blik van de kinderen los te rukken. Hij probeerde het beeld van Milan die er net zo bij stond uit zijn brein te wissen. Waarschijnlijk zou het kind, dat nu zijn arm nog in de houdgreep hield, nog geen jaar overleven. Peter vergrote zijn pas, hoe sneller dit over was hoe beter. Hij liep rechtstreeks naar het middelste paviljoen. Het gebouw waar de kolonel inzat. Een rilling gleed over zijn rug bij de gedachte aan die man. Zijn eerste luitenant, Mark Dales, liep dichter naar hem toe.
"Sir, Dit, is dit wel legaal?" Zijn stem was onvast, vol walging en zorg. Peter liet zijn ogen naar de aarde vallen.
"In het geheim is alles legaal, Mark," was het bijna fluisterende antwoord. Voor de deur van het paviljoen stond een jongeman, zestien geschat door Peter. Een geweer werd in zijn handen gehouden en zijn koude ogen staarden op de twee officiers neer. Hij zag er gezonder uit dan de jongere kinderen die ze eerder hadden gezien. Zijn armen waren gespierd van het dag in en uit trainen en zijn huid was licht getint van de zonnestralen. Alleen de witte littekens die in de huid gegroefd waren ontsierde het beeld en die kille onmenselijke ogen. Hij richtte zijn geweer zodra de kapitein en luitenant op drie meter afstand waren.
"We zijn hier voor de kolonel," Peter probeerde zijn stem rustig te laten klinken en toch superieur. Hij wist dat deze "soldaten" er niet over na te denken hoefden om de trekker over te halen. Een kort moment bleven de duistere ogen staren, uiteindelijk zette hij een stap opzij en liet de mannen binnen.
"Kom Milan," had Peter gezegd toen de kleine knul twijfelend bleef stil staan. Ze stapten met zijn drieën het gebouw in. Ze liepen langs verscheidene deuren tot ze eindelijk bij de deur aankwamen die zij moesten hebben. De kapitein nam niet de moeite om te kloppen. Misschien mocht deze man officieel dan hoger in rang zijn dan hij, deze baan maakte hem niets anders dan een neanderthaler.
Kierend ging de deur open. Een duistere man achter het bureau keek omhoog. Zijn lippen krulden om, witte tanden ontblootten zich bijna dreigend. Hij was meester van dit kamp, hij was kolonel Budhev.
"Kapitein Doodle, je bent gearriveerd," de duistere ogen van de man schoten naar de grond, waar Milan zich verstopte achter de benen van de kapitein.
"En je hebt mijn nieuwe rekruut bij je," de sinistere stem gleed als een slang door de kamer.
Peter legde zonder een woord te zeggen papieren op de tafel.
"Kolonel," er werden niet meer woorden gesproken. Kapitein Doodle wist dat het onverantwoordelijk zou zijn om nu te spreken. Hij kon geen goed woord tegen deze man kwijt. Vanuit het diepst van zijn hart verachtte hij hem en toch kon hij niets anders doen dan zijn orders opvolgen. Subordinaties betekende executie en wat schoot hij daarmee op, het zou alleen zijn eigen leven eindigen. Er zou geen kind mee gered worden.
De afro-amerikaanse man begon de papieren door te bladeren. Bij het medische rapport stopte hij. Vragend keek hij weer naar de mannen voor zich.
"Een speciaal geval?" vroeg zijn zware stem.
Peter vernauwde zijn ogen.
"U heeft alle informatie, ik neem aan dat wij weer kunnen vertrekken."
"Hmm," de kolonel stond op, liep om zijn bureau heen.
"Vanwaar de haast? Wilt u geen tour door mijn prachtige kamp. U wilt toch zeker wel mijn meesterwerken ontmoeten? Mijn kinderen."
Pure walging straalde van Peter zijn gezicht af, terwijl Budhev de woorden zacht tegen hem sprak.
"Budhev je bent..." Hij slikte zijn woorden in. De zin afmaken zou een grote fout zijn. "Luitenant Dales, we vertrekken," kondigde de kapitein daarentegen aan. Budhev grijsde alleen maar. Hij wist wat de kapitein had willen zeggen. De man was een idioot dat hij de pracht niet kon zien wat zijn kamp opleverde. Dit was de kracht van Amerika. Of kapitein Doodle het nou wou geloven of niet.
De eerste luitenant was direct op het commando de kamer uitgestapt. Ook hij wou geen seconde langer blijven. Peter knielde voor de kleine Milan neer. Zijn hand legde hij op het met zwart haar bedekte hoofdje.
"Milan," begon hij zacht.
De kleine jongen staarde hem wat angstig aan. Hij was het hele gesprek lang al stil gebleven.
"Jij zult hier blijven," dat waren de verkeerde woorden. Tranen begonnen over zijn wangen te lopen en zijn hoofd schudde heftig heen en weer voor hij zich aan het been van de kapitein klemde.
"Ik wil niet weg," kwamen de jammerklachten. Met pijn in zijn hart trok Peter heel voorzichtig de kleine handjes van de jongen los.
"Het spijt me," mompelde hij zwak voor hij de deur achter zich sloot en Milan alleen met de kolonel achterliet.
Budhev negeerde het kind wat jankend in het midden van zijn kantoor zat. Zo begon het altijd, over een paar dagen zou hij wel bijtrekken. Hij stapte langs de knul heen, zijn kantoor uit.
"Abedi!" Zijn zware stem bulderde door het palviljoen.
De jongen die als wacht voor de deur had gestaan stapte naar binnen.
"Neem de jongen mee en breng hem naar de rest, morgen zullen we hem merken," Abedi knikte en trok Milan hardhandig aan zijn arm mee. Milan strompelde al schreeuwend mee. Zijn schreeuwen haalden niets uit. Het enige wat ze brachten was geërgerde blikken van kinderen die over het terrein liepen.
Één paar grijze ogen bleven langer naar de arme jongen staren. Het waren de enige die medelijden wisten te tonen. De enigen die nog enigszins menselijk waren.
Bruut werd een barrak opengegooid. De ferme greep om Milans zijn arm versterkte nog iets toen hij naar binnen werd geduwd. Daarna werd hij losgelaten. Achtergelaten in het stof op de grond. Abedi sloot de deur. Hij had geen blik over voor het nieuwe kind.
Jammerend bleef de kleine Milan daar liggen. Hij deed geen moeite om op te staan of om rond te kijken.
Hij begreep niet waarom ze zo naar hier waren. Waarom er geen volwassenen waren die hem hielpen of troostte. Het enige wat hij wou was naar huis. Waarom mocht hij niet gewoon naar huis toe?
De gedachten lieten hem harder huilen. Tranen bleven druipen. Twee armen sleepte hem mee, niet sterk genoeg om hem te tillen. Normaal had hij van zich af getrapt of geschreeuwt, maar alles leek op dit moment nutteloos. Hij liet zich simpelweg meeslepen, opgekruld als een balletje.
"Ssst, stil maar," kwam een zachte stem. Kleine vingers streken door zijn haren.
"Ik ben hier, stil maar," de stem had prachtige melodieuze klanken bijna alsof er gezongen werd. De energie gleed uit de jongen. De tranen stopte. Langzaam zakte hij weg in een diepe slaap.
Afbeelding
Laatst gewijzigd door JodieJJ op 11 jan 2011 20:46, 1 keer totaal gewijzigd.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Jojolientje
Potlood
Potlood
Berichten: 93
Lid geworden op: 16 aug 2010 14:36
Locatie: somewhere in little Belgium

@Saskjezwaard: Hazel eyes? Had ik echt nog nooit van gehoord, weer iets bijgeleerd op OV :D

Dan JodieJJ; weer een zeer goed stukje, maar wel met wat slordige spellingfoutjes. Zoals 'da' ipv 'de'. Je zult die zelf wel vinden als je eens rustig je stukje herleest.
Hij wist dat deze "soldaten" er niet over na te denken hoefden om de trekker over te halen.
veel werkwoorden in deze zin hè, om van in de war te raken :P
De juiste volgorde is; er niet over hoefden na te denken om de trekker over te halen.

Die kinderkampen zijn echt vreselijk! Waarom bestaan er toch zo'n mensen :gr: Ik hoop dat het een beetje goed afloopt met Milan.
Je geeft echt goed die gevoelens weer op het einde en de beschrijvingen van al die kille mensen in dat kamp, maakt het juist ietsje echter vind ik. Volgend stukje!!
"Life is not the amount of breaths you take, it's the moments that take your breath away"
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Weer een stukje :)

Ik had twee vragen voor jullie :)
Vraag 1, dit stukje had ik aardig wat moeite mee om het op te stellen naar mijn zinnen en nog steeds weet ik niet of ik wel tevreden ben, dus hoor ik graag van jullie wat jullie van de opstelling van het kamp tot nu toe vinden en wat anders moet :)

ten tweede,
Ik heb nog wel een paar ideeen van wat ik van het kamp wil laten zien, maar ik zou graag willen weten wat jullie zouden willen zien.. aangezien ik niet van plan ben om Milan zijn hele jeugd te beschrijven ( ik vind het al zo moeilijk om vanuit kinderen te schrijven xD whahaha )

Nou nu weer veel leesplezier!
----------------------------------------------------------------------------------------------------
Entree 3
Je verleden kun je veranderen. Buigen naar je eigen wil, maar het zal altijd een merk op je achterlaten.


Zoals ik voorspelde, deed ik geen oog dicht die nacht. De jongen die ze hadden laten sterven, die ze vermoordden, bleef op mijn netvlies staan. Ik kan hem nog steeds horen schreeuwen in pijn. Misschien hadden ze gelijk en had het geen nut gehad om hem te redden, maar de reden die ze me gaven was niet genoeg om mij te overtuigen. Hij is een Amerikaan, hij komt uit de kampen. Wat is dat voor onzin. Hij is ook een mens. Hij heeft er niet voor gekozen zo te wezen. Hij is niet degene die deze oorlog bepaald. Het enige wat hij deed was meevechten net zoals wij dat doen. Dus wie is hier beter? Ik had die hele speech voorbereid om tegen de generaal uit te schreeuwen. Natuurlijk was dat alleen maar gedachtengang, zoiets kon je niet tegen een generaal zeggen. In werkelijkheid pakte ik het tactischer aan en ging ik nieteens naar de generaal toe. Een kapitein wist ik onder vier ogen te spreken. Ik vroeg de exacte vraag die de hele nacht door mijn hoofd spookte: Wat zijn de kampen? Het antwoord wat ik kreeg was simpel, verwarrend en nutteloos. "Mijn dokter, dat is iets waar je geeneens van wilt weten," daarmee moest ik het doen. Verdere informatie was niet toegestaan om vrij te geven. De woede van gister voelde gelijk weer vers aan. Het borrelde diep in mijn maag, klaar om omhoog te stijgen. Ik zou die man er niet zo makkelijk vanaf laten komen. Er was namelijk nog een vraag die diep in mijn brein had gelegen. Verscholen achter de vraag die had rondgespookt en me wakker had gehouden. Hoe hadden ze in Godsnaam geweten dat die jongen van het kamp was? Ik wist al uit ervaring dat verscheidene Amerikanen als krijgsgevangen werden vastgehouden, dus er moest iets zijn waardoor ze het hadden geweten. Het antwoord wat ik kreeg, zou ik niet zo snel vergeten. Niet omdat het zo schokkend of verrassend was. Nee, om de manier hoe ze het me lieten zien. Een simpel sein had aangegeven dat ik de man moest volgen. Iets wat ik braaf deed. We stopten bij een tent waar ik nog niet eerder was geweest. Binnen zag ik ook waarom, dit was de plek waar ze de lijken bewaarden voor ze naar een mortuarium konden of in een massagraf konden worden begraven. Ik staarde naar de witte kleden waar stuk voor stuk mensen onder lagen. Bij één van de laatste stopten we pas. Met een simpele ruk werd het kleed van de dode jongen zijn gezicht getrokken. Ik herkende het amper nog. Het was nu bleek weggetrokken met blauw bijna zwarte lippen. Wat me het meeste schokte was de jeugd van het gezicht. Even leek het of ik naar een tiener staarde, maar kon dat wel? De kapitein liet me niet heel lang kijken. Hij wou een antwoord op mijn vraag geven en snel. Zonder enige schaamte had hij het hoofd aan de haren omhoog getrokken. Ik moest een snuivend geluid onderdrukken van de onrespectvolle handeling, maar nu kon ik wel zien hoe ze wisten dat het een Amerikaan uit de kampen was geweest. Aan de bovenkant van zijn nek, net onder de haarlijn, was een ID getattoeërd. Een ID, alsof het een of ander beest was. Een dier dat moest gemerkt worden voor het geval het zou ontsnappen.
Vanaf dat moment waren mijn twijfels verdwenen. Ik haatte Amerika.


Amerika, Kamp A.M.G.D, 16-07-2070, 06:00 am

Milan was die ochtend wakker geworden bij de vroege ochtendgloren. Een alarmhoorn van buiten had hem opgewekt. De eerste paar minuten had hij vol verwarring om zich heen gestaard. Kinderen om hem heen waren al in beweging gekomen. Sommige kropen uit wankele bedden, andere verschenen uit hoekjes met als enige beddengoed een vuil laken. Het drong toen pas door dat hijzelf ook niet in een bed had gelegen. De vloer was zijn enige ondergrond geweest.
"Jongetje, jongetje?"
Die stem, vaag kwam het hem bekend voor. Meteen draaide hij zich naar het geluid toe. Hij werd begroet door vriendelijke grijs/blauwe ogen, die hem geschokt aankeken. De jongen die naast hem stond had stroïg blond haar en een iets mager gezichtje, zo te zien was hij ouder en in lengte zeker tien centimeter groter.
"Wat is er met je ogen," wist het kind uit te brengen, terwijl zijn vinger naar de fascinerende irissen wees. Milan sprong geschrokken op. Waar was zijn bril? Zonder ook maar enig antwoord te geven begon hij de barrak, die langzaam leegstroomde, af te speuren. In een hoekje vond hij de verkregen bril, met een barst in het glas, maar nog steeds bruikbaar. Het was maar goed dat deze tent zo verduisterd was geweest. Milan wou niet denken aan de pijn die het hem anders zou opleveren.
Het jongetje met het korte haar en de grijze ogen staarde nog steeds verbaasd naar Milan. Milan zelf negeerde de vraag. Hoe kon hij een vraag beantwoorden als hij er geen verstand van had? Hij was altijd al zo geweest dat was het enige wat hij wist.
Het jongetje was de vraag even snel weer vergeten en stak zijn hand naar voren uit.
"Ik ben trouwens Nienke."
Nienke? dat was geen jongensnaam. Milan bleef alleen maar gapen naar de vorm voor hem. Hij wist zeker dat er een jongen voor hem stond! Meisjes hadden lang haar en droegen jurken, niet deze vuile shirts en stekeltjes haar. En toch... jongens heten geen Nienke.
"Uhm, ben je een meisje?" Het kwam er schuw uit. Het was dan ook niet je meest gebruikelijke vraag wanneer je iemand ontmoette. Nienke daarentegen was niet beschaamd, een giechelend geluid ontsnapte tussen haar lippen.
"Ja duhu, heb je ooit een jongen ontmoet die Nienke heette!" ze leek absoluut niet beledigd door de vraag. Ze wist zelf ook wel dat ze er alles behalve vrouwelijk uitzag, maar in dit kamp wist ze ook dat het maar beter zo was.
"Je hebt me jouw naam nog niet verteld," de nieuwe jongen met het zwarte haar en de vreemde ogen had nu rode wangetjes gekregen. Ze moest lachen om zijn aangezicht. Hij herinnerde haar aan een tijd buiten deze dwanghekken, toen ze nog gewoon kind was.
"Milan," kwam er uiteindelijk verlegen uit.
"Aangenaam, kom we gaan eten," zonder pardon pakte Nienke zijn handje vast en trok hem de barrak uit, die onderhand leeg was.

Eten was hier niet zoals thuis, waar je aan tafel ging zitten en je moeder eten op je bord neerlegde. Hier moest je snel enbehoedzaam zijn wou je eten krijgen.
Ze waren naar een open plek gelopen die nu volgestroomd was met mensen, kinderen. Milan had nog nooit zoveel kinderkopjes bij elkaar gezien. Sommige leken even oud als hij was, die zaten in hun vuile kleren dicht bij elkaar. Andere die ouder leken liepen tussen de rest door. Enkele keren zagen ze er beter uit dan de jongere, maar het meest van de tijd waren ze een verschrikking om naar te kijken. Met zweren over hun huid, open geïnfecteerde wonden, kleding wat amper nog gedragen kon worden en graatmagere lichamen. Milan drukte zich gelijk tegen Nienke aan. Zijn ogen draaiden angstig om zijn gehele omgeving te zien. Deze plek was ronduit eng, met alle kille ogen die naar hem staarden. Nienke bleef hem door de massa's heen sleuren tot ze in het midden aankwamen. Een enorme zwarte ketel, zoals je het zou kunnen noemen, stond daar in het midden. Een man, de enige volwassene die Milan tot nu toe had gezien, stond er naast. Over zijn armen liepen griezelige tattoe's en zijn hoofd was kaalgeschoren. Vier tieners stonden om de ketel met voedsel heen. Zij waren de oudste, de gezondste, zij zorgden dat er geen totale chaos onstond rond de maaltijden. Kinderen om hen heen staarden met hongerige ogen. Ze wouden meer, maar de geweren in de handen van de vier wachters hielden hen tegen. Hun enige manier om aan meer te komen was het van elkaar afstelen.
Ieder kreeg één bak voer, maar alleen de sterkste zouden ook daadwerkelijk eten, van de zwakke was het al afgenomen voor de eerste hap.
Nienke sleepte Milan mee naar de plaats waar ze het eten in ontvangst konden nemen. Ze hield haar handen op om de schaal met drap te ontvangen. Milan volgde zenuwachtig haar voorbeeld. Hij kon de ogen in zijn rug voelen brandden. Zodra hij het bakje met drap had gekregen, drukte hij het beschermend tegen zijn lichaam. Zijn ogen gleden naar Nienke. Het meisje stond nog steeds naast de ketel en begon haastig het eten naar binnen te schrokken. Milan keek toe hoe ze met haar handen het voedsel uit de kom schraapte. Bedenkelijk keek hij naar zijn eigen bak. Mocht hij echt met zijn handen eten? Een heel klein vleugje enthousiasme bloeide in hem op bij die gedachten. Voorzichtig duwde hij zijn kleine hand in de pap. Het was kleverig, wat het des te leuker maakte. De plakkerige pap haalde hij er weer uit en stak het in zijn mond. Het was een iets rijstachtig substantie, maar dan veel wateriger en kleveriger, ook al was het wel even smakeloos als rijst was. Met een vies gezicht keek Milan naar het voedsel, misschien was het leuk om zijn vingers erin te steken, maar eetbaar was het niet.
"Bleg, ik wil iets anders," mopperde het knulletje. De ogen van de wachten en van Nienke keken allemaal zijn richting op. Ze keken wat verbaasd toen de jongen stappen naar voren zette, naar de tattoeman die het eten uitdeelde. Milan wou net de man aanspreken toen Nienke hem lomp meetrok.
"Ben je gek! Je kunt geen ander eten vragen," siste ze naar hem. Milan staarde haar vreemd aan, daarna naar zijn kommetje en toen weer naar Nienke.
"Maar ik lust dit niet en ik heb honger," jammerde het jongetje zachtjes. Nienke staarde naar zijn voedsel. Nog voor Milan kon protesteren greep ze het uit zijn handen.
"Dan eet ik wel," ze begon gelijk het eten uit het bakje weg te werken. Milan deed geen moeite om het terug te krijgen. Hij lustte het toch niet. Hij was al opzoek gegaan naar ander voedsel. De neiging werd sterk om alsnog de man aan te spreken in de hoop dat die het zou weten.
"Nienke?" Nienke zette de schotel op de stapel neer bij de andere lege bakjes en keerde zich toen naar Milan.
"Waar kan je nog meer eten krijgen?"
Nienke gaf de jongen een vreemde blik, "Vanmiddag als het lunch tijd is, ook al moet je daar wel vroeg bij zijn anders is het op."
Milan kon het meisje alleen met grote ogen aankijken. Was dit het? Geen brood of ander voedsel, geen eens een snoepje voor tussendoor? Tranen begonnen achter zijn zonnebril te vormen. Hij had honger; hij wou een bed; hij wou naar huis; hij wou zijn ouders; in een zin gezegd; hij wou weg van hier. Van deze vreselijk enge plek weg. Snikjes begonnen te ontstaan en de tranen dropen naar beneden. Nienke trok hem gauw weg bij het gezeldschap, jammerende kinderen werden niet gewaardeerd.
Ze had altijd gewild dat iemand haar dat had verteld in het begin. Nu kon ze in ieder geval iemand anders tegen dat lot beschermen. Pas in de barrak stopte ze met lopen. Milan was ondertussen al in oncontroleerbare tranen uitgebroken. Het enige wat Nienke kon doen was zacht over zijn rug strijken en wachten tot de waterval aan tranen stopte.
"Ssst, je mag zo meteen wel een beetje extra eten van mij. Ssst, niet meer huilen," sprak ze hem zwakjes toe. Langzaam werden de dikke tranen hikjes en uiteindelijk stopte de knul met huilen.
"Beloofd?" Zijn stem was zwak en gebroken. Nienke gaf hem alleen de grootste glimlach terug die ze wist te maken.
"Tuurlijk! Pinkie zweer," ze hield haar pink omhoog. Het was al twee jaar geleden dat ze voor het laatst dit had gedaan, met haar toendertijd beste vriendinnetje. Ze wist dat ze die nooit meer zou zien, maar de belofte die ze toen had gemaakt zou ze altijd stand houden. Ze zou het meisje nooit vergeten en de belofte die ze nu met Milan maakte zou ze ook niet breken.
Milan verbond zijn pink met die van Nienke, "pinkie zweer," herhaalde hij met een waterige glimlach.
Zo werd de eerste vriendschap ooit in Kamp A.M.G.D. gemaakt.

Het was laat in de middag toen het lot een andere wending nam. Nienke had haar belofte gehouden en de helft van haar voedsel aan Milan gegeven. De jongen had het ditmaal zonder klagen weggekauwd. Droog brood met een heel dun laagje kaas was het eten geweest. Nienke en Milan zaten ondertussen samen met wat andere jonge kinderen in de barrak. De grotere waren verdwenen, daar waren de twee blij om. Hoe ouder de kinderen waren, hoe enger ze waren.
Nienke had Milan de middag bezig gehouden met spelletjes die ze nog van vroeger kende. Eindelijk had ze iemand waarmee ze die kon delen.
Hun handje-klap spelletje waarmee ze zojuist begonnen waren, werd onderbraken toen de deur van de barrak openging. Meteen was al het lawaai in de kamer gestorven. Ieder kind keek met angstige, wantrouwende ogen naar de ingang. Een jongen met witblond haar was in de ingang verschenen. Zijn huid was rood gekleurd van het zonlicht en zijn ijsblauwe ogen staarden de kamer binnen. Met het geweer in de aanslag begon hij langs de kinderen te lopen. Af en toe klonk er een gil op, dan had hij er een aan zijn haren getrokken en had hij de nek ontbloot. Geen kind leek te zijn wat hij wou. Ieder werd weer even ruig van hem weggeduwd. Uiteindelijk stopte hij voor Nienke en Milan.
Milan had zich achter het meisje verscholen. Één ding wist hij zeker, dit was geen vriendelijke man. De man greep Nienke ruig vast. Tranen brandden in haar ogen toen eraan haar haren werd getrokken. Zodra ze werd losgelaten wreef ze over haar pijnlijke hoofdhuid. Ze weigerde de tranen ook daadwerkelijk te laten vallen.
De blonde jongen had zijn ogen nu naar Milan gericht. Milan had twee passen achteruit gezet voor ook hij wreed werd vastgepakt.
"Bingo," was het enige geluid wat uit de tiener zijn mond kwam, voor hij Milan aan zijn arm greep en hem dwong om mee te lopen. Milan gilde het uit. Zijn armpje stak hij wanhopig uit naar Nienke, maar die keek alleen toe en verroerde geen poot. Gillend en jankend kwam hij uiteindelijk bij het palviljoen uit. Een andere licht getinde rekruut wachtte daar.
"Laat hem zijn mond dichthouden," gromde de latino tegen de blonde jongen. De witte jongen zakte door zijn hurken, zodat hij oog in oog met het kind was.
"Stil wezen," commandeerde hij laag vanuit zijn keel. Milan reageerde absoluut niet en begon alleen harder te huilen. Een platte hand vond een weg naar zijn wang. De kracht achter de klap smeet hem tegen de grond. Milan durfde daarna geen enkel geluid meer te maken. Een paar snikjes ontsnapte hem nog, maar de pijn was genoeg om de gillen binnen te houden. Ze sleurden hem de eerste deur door. Tattoeman stond daar in het midden te wachten naast een behandelbank. Zijn lippen waren omgekruld in een valse glimlach en zijn ogen staarden vol van vermaak naar de kleuter die zijn kamer was binnen komen wandelen.
"Hallo daar," sprak de man met zijn lage monotone stem. Milan gaf geen enkel antwoord. Hij had alleen nog oog voor zijn eigen voeten.
"Leg hem op de tafel jongens, ik wil snel klaar zijn voor vandaag."
Hardhandig werd de jongen opgetild en tegen de tafel aangeduwd, met zijn buik tegen het kussen en zijn gezicht naar de grond gericht. Milan probeerde nutteloos tegen te stribbelen. Hij durfde niet te schreeuwen, bang dat ze hem weer zouden slaan. Ze bleven hem vasthouden ook al was de kleuter allang slap als een pop geworden. Klikkende geluiden klonken om Milan heen. Hij probeerde zijn hoofd naar het geluid te draaien, maar een enorme hand hield hem tegen.
"Houd zijn hoofd stil," kwam een zware monotone stem van bovenaf. Ruwe handen grepen zijn hoofd strakker vast totdat het volledig gefixeerd was. Een drukkend kietelend gevoel ontstond in zijn nek. Milan kneep zijn ogen dicht bij de vreemde sensatie. Het voorwerp verdween van zijn nek en liet een koud gevoel achter. Het duurde maar twee tellen voor een zoemend geluid de stilte opvulde. Milan had zijn pogingen gestaakt om nog om te kijken. De hand die op zijn hoofd drukte, was simpelweg te krachtig. Het trillende geluid kwam dichterbij, zenuwen ontstonden in Milan zijn kleine lijf. Wat het ding ook was, het was niet goed. Zijn lichaam spande in anticipatie. De trillingen kwamen dichterbij, dichterbij de hals, dichterbij de huid.
Pijn, withete pijn was het enige wat volgde. Een gil die door merg en been ging rees op uit de longen van het kind. Gloeiend hete tranen kregen de vrije loop over zijn wangen. De pijn bleef aanhouden en inkt spoot de cellen van zijn huid in. Tijd tikte voorbij, schreeuwen galmden door de kamer. Uiteindelijk stopte de withete pijn en een brandend gevoel bleef over. Langzaam stierven de schreeuwen uit tot alleen nog zachte jammerklachten over bleven. De jongen werd losgelaten om zich gelijk tot een balletje op te krullen. Hij kon de mannen nog achter zich horen praten, vaag en verweg. Armen wonden zich om zijn lijf en drukte hem stevig tegen een warm lichaam aan. Het maakte voor Milan niet uit wie het was die hem omarmde, alle liefde werd met open armen ontvangen.
Kolonel Budhev suste het kleine jongetje door hem zachtjes heen en weer te wiegen.
"Sst, stil maar kleine Milan, je hoort nu bij de familie, ssst."
De man glimlachte toen het kind zich nog steviger tegen hem aandrukte.
"Ga maar slapen kleine Milan, als je morgen wakker wordt zul je een krijger zijn," uiteindelijk stierven de snikken weg, het jongetje was in slaap gevallen. Hij zou er pas in de ochtend achter komen dat de oude Milan nooit meer terug zou komen.
Vanaf dit punt was hij niemand meer het enige wat hem onderscheidde waren tien kleine cijfertjes, vereeuwigd in zijn nek.
1605-0770-03
Afbeelding
Laatst gewijzigd door JodieJJ op 13 jan 2011 10:18, 1 keer totaal gewijzigd.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Ik zou wel willen zien hoe ze van die kleine kinderen zulke hardvochtige wezens met kille ogen maken. Komt dat gewoon door het kamp zelf, of gebeuren er dingen waardoor dat gebeurt? Ik weet niet wat je verder in gedachten hebt, dus ik weet niet wat er precies nog komt.
Ik vind dat je het kamp goed hebt weten neer te zetten en kan niks bedenken wat anders moet.
Ik heb trouwens ook een stukje vanuit een kind geschreven, en ja, dat is bijzonder lastig, vooral als je vanuit de ik-persoon schrijft. In mijn stukje heb ik het zo simpel mogelijk gehouden, dus geen moeilijke woorden gebruiken en alles heel kinderlijk beschrijven. Jij schrijft vanuit de derde persoon, dus kan je wat moeilijkere woorden gebruiken, maar ik zou niet al te moeilijk zinsconstructies gebruiken. Milan is nog maar een kleuter en kan zulke moeilijke woorden niet bedenken.
Ik hoop dat je er wat aan hebt gehad, ik ben vooral van de spelling. Alleen als ik een verhaal lees wat inhoudelijk helemaal rammelt, zou ik er commentaar op kunnen geven, maar jouw verhaal zit zo goed in elkaar dat het voor mij lastig wordt.
Schrijf lekker door :super
P.s. komen er binnenkort meer stukjes van je andere verhaal? :angel
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Dankje voor je je tips :) daar heb ik zeker veel aan ;)

Eenne jaa ik heb een stukje klaar liggen.. moet alleen nog nagelopen worden, helaas ben ik dit weekend weg dus weet niet of ik het nog kan plaatsen dit weekend... =(
Maar zondag is er sowieso een stukje bij als het kan vandaag nog :)
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

ik had nog een vraag voor de lezers, vinden jullie de stukjes niet te groot? Of is het wel goed zo.. anders splits ik de entrees op.

oh en weten jullie nog een leuke scéne om te tekenen :)
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Je stukjes zijn inderdaad aan de grote kant, als je ze kleiner maakt is het fijner om te lezen én kan je meer posten :D
Oeeh, ik zag je tekeningen net pas. Mooi, mooi mooi :app: Het geeft een beter beeld van je personages. Ehm, welke scène nog meer? Misschien die scène van pinkiezweer, of als Anna en Rino in de helikopter zitten en beseffen dat ze Milan achterlaten? Of een indeling van het kamp, zodat je als lezer weer wat waar precies zit. Of een tekening van het slaaphok, hoe het is als Milan voor het eerst binnenkomt.
Hm, zoals je ziet zijn er best veel dingen die je nog kunt tekenen :D
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Hier is een iets kleiner stukje :) dit is nog niet de gehele entree, er komt nog een stuk bij ^^

Je scene ideeen zijn goed :) vooral die pinkyzweer kreeg ik meteen zin in om die te tekenen ^^ had er nooi tmeer aan gedacht...hmpff
-----------------------------------------------------------------------------------------------
entree 4
Chaos is orde in de meest verwarrende structuur


Structuur. Overal is dat te vinden, zelfs in de grootste chaos is door een scherpziend oog structuur te zien. Het leven van de soldaten om me heen en van mijzelf lijkt hierin dit kamp een grote warrige lijn te zijn. Het ene moment zie ik buiten over het kale veld soldaten een balletje over trappen. Ze lachen samen, juichen, het is bijna alsof ze hier niet zitten om te vechten. Zulke momenten koester ik altijd, vooral omdat ik maar al te goed weet dat binnen twee minuten alle glimlachen van hun gezichten verdwenen kunnen zijn en er een aanval aankomt. De Amerikanen hebben de zuidelijke kust van Spanje ingenomen. Ze nemen hun tijd om dieper te komen. Barcelona en Mardrid dat zijn de plaatsen die ze willen, maar tot nu toe weet Spanje goed stand te houden. Soldaten maken zich zelfs nauwelijks zorgen. Het kustgebied mogen ze dan verloren zijn, ze zijn er zeker van dat Amerika niet verder komt vooral niet met Engeland aan hun zijden. Het land met de hoogste macht over wateren. De westkust van het Spaanse gebied wordt goed beschermd door de Britten. Ik probeer structuur in de aanvallen te zien. De manier waarop Amerika langzaam probeert binnen te dringen is tot nu toe onvoorspelbaar. In eerste instantie had ik verwacht dat ze direct zouden doorbreken toen ze Portugal in handen hadden, maar hun aanvallen stopten even plots als dat ze kwamen. De plek waar ik nu ben gestationeerd is een vredige, dicht aan de grenzen van Madrid. Maar weinig keren is de ziekenboeg er hectisch aan toe. Er is hier geen spoedeisende hulp alleen nabehandelingen. Ergens was ik blij dat ik nu hier was. De rust was een zegen. De meeste oproer die ontstond was wanneer soldaten terug kwamen van hun missie. Enkele keren kwamen er krijgsgevangenen mee. En heel soms kamplieden, zoals ik ze nu noem. Het waren altijd tieners, nooit zag ik er eentje ouder uit dan twintig. En altijd leden ze hetzelfde lot, directe executie zonder enig proces. Ik wendde mijn ogen af zodra ik ze weer zag binnenkomen. Zolang ik het allemaal ver wegduwde in mijn hoofd was er niets aan de hand. Zolang ik er maar niet aandacht dat dit kinderen waren.


Amerika, Kamp A.M.G.D, 22-09-2070, 14:22 pm

Dagen stroomden voorbij, een onaangetast ritme. Opstaan, te vroeg, nog voor het daglicht straalde. Eten, of hopen op voedsel. Het was slim zijn als je kracht miste of anders verhongeren. Middagen werden gevuld met werk waar kleine kinderen nooit aan zouden denken. Ze moesten kleding wassen en maken, wapens op poetsen en messen slijpen. Simpele taken, voor een kind vreselijk. Milan was zijn klachtenreeks naar drie dagen gestopt. Het was nutteloos, niemand hier zou luisteren. Tot nu toe had het hem nog maar één ding opgeleverd; pijn. Straffen waren hier niet als thuis, waar je op de gang werd gezet, vijf minuten op een trap moest zitten en dan weer terug rende om door te gaan met waar je mee bezig was. Hier bleven straffen je bij. Je kon ze onmogelijk vergeten. Ze stonden in je huid geschreven met blauwe plekken, bloederige schrammen en maakte je het te bond nog veel erger. Milan leerde zijn verdriet te beheersen. Zijn tranen waren gestopt met vallen toen hij voor de zoveelste keer door een van de oudere enge kinderen was neergehaald. Nienke had altijd toegekeken, ze had nooit de moeite gedaan om hem daartegen te beschermen, net als toen de blonde jongen hem meenam naar tattoeman. Toen had ze zijn hulpkreten genegeerd. Ze had alleen gestaan en gestaard. De cijfers in zijn nek hadden twee weken lang gebrand. Nu begonnen ze langzaam minder pijn te doen, zijn huid leek weer terug te keren naar de oude op de zwarte inkt na.
Nienke was nu niet bij hem dat maakte de taken in de dag erger. Zij was de enige die echt tegen hem sprak, die hem uitlegde hoe hij bepaalde dingen moest doen en wanneer hij iets verprutste wist zij het op te lossen. Je kon haar een beste vriendin kruizing moeder noemen. Ze zorgde voor je en speelde spelletjes met je, maar de afgelopen week was ze iedere middag verdwenen. Milan had haar dan pas laat in de avond terug gezien. De eerste avond was het ergste geweest, dat was de eerste keer dat Milan haar had zien huilen. Ze was lijkbleek geweest, haar ogen hadden groot en angstig gestaan en geen woord was over haar lippen gekomen alleen tranen had ze laten zien. Milan had gevraagd of ze pijn had gehad, maar nooit gaf ze antwoord. De dagen daarna verliepen hetzelfde. In de middag verdween Nienke, in de avond keerde ze terug, grauw gekleurd en trillend. De enige verandering die optradt waren de tranen die stopten met komen. Dat aangezicht was nog veel enger voor Milan. Ze begon te lijken op die oudere kinderen.
Vandaag was het weer eenzelfde dag, kleren werden gewassen. Milan zijn handen waren ruw van het schrobben. Zijn ogen die achter de grote kapotte bril verscholen waren staarden naar een ouder kind die met een wapen tussen hen door marcheerde. Zou die ookal vanaf dat hij klein was hier gevangen hebben gezeten? Een hand greep ruig zijn schouder vast.
"Aan het werk," kwam een veel te luide stem van achter Milan. Wit wegtrekkend keerde de kleine jongen zich om, om de jongen die hem had vastgegrepen te zien. Een verweerd door de zon getint gezicht verscheen in zijn beeld. Grijze ogen staarden naar hem. Milan keek alleen terug, het commando was hij alweer vergeten. Iedere keer wanneer hij een gezicht van één van de oudere kinderen zag, leek hij weer in de ban ervan te zijn. Deze had een hoofdwond boven zijn wenkbrauw, het vuil kon je er nog in zien zitten. Op de wang van de jongen was een lange inkeping te zien, de huid eromheen was bobbelig en ongezond. Maar de ogen was altijd hetgene waar Milan naar bleef staren. De ogen, de deuren naar de ziel, waren hetgene wat hem deed trillen op zijn benen. Ze waren niet zonder emotie zoals veel zouden denken. Nee, ze waren juist vol emoties. Onbeschrijflijk hoeveel, allemaal in een warrige storm door elkaar heen. Dat was hetgene wat die ogen zo eng maakte, de verwarring en wanhoop die ze uitstraalden. Ze waren krankzinnig.
De greep om zijn schouder werd pijnlijk hard, vingers boorden zich in zijn vel. Hevig werd hij een paar keer heen en weer geschud voor hij lomp tegen de grond werd gegooid.
"Aan het werk!" het commando herhaalde zich. Dit keer krabbelde Milan overeind en richtte zich direct weer op de vuile was, heviger dan voorheen boende hij. Hij wierp geen enkele blik meer op die oudere kinderen, die eigenlijk allang geen kind meer waren. Alleen nog boenen, dat was het enige waar hij nog aan mocht denken. Zou Nienke zo worden? onverwact schoot dat door zijn hoofd. Niet aan denken. Hij had de veranderingen in het meisje gezien de laatste weken, hoe ze zich meer terug trok. Geen spelletjes meer wilde doen. Niet aan denken. Zou hijzelf zo worden?
Zijn hand gleed over zijn zere schouder. Hij wou geen andere kinderen pijn doen.
Een schreeuw wekte zijn gedachtenstroom. Iedereen legde zijn werk stil, hun blikken gleden naar een plek niet zichtbaar voor het gezichtsveld. De wachten die rustig tussen de kinderen in hadden gelopen, focusten hun blikkenk ook naar die plek. Een muur verborg de oorzaak van de schreeuwen die volgden. Met een klein sein liepen de twee wachten erheen. De kleine kinderen volgden nieuwsgierig. Milan liet zich met de stroom meevoeren. Om de hoek zagen ze twee kinderen vechten. Ze lagen op de grond met bloedneuzen en blauwe plekken. Een donkere jongen lag bovenop zijn vuist was geheven om op de andere die onderop lag neer te halen. Iets oudere kinderen stonden er een stukje vandaan. Milan zag meteen het kortgewiekte witblonde haar van Nienke. Zijn aandacht was van het gevecht afgehaald en naar haar gebracht. Hij stak zijn arm in de lucht om naar haar te zwaaien en hij trok zijn kaken van elkaar om te schreeuwen. Het geluid werd over stemd door een schot. Doodse stilte viel over de groepen. Milan keek geschrokken naar het midden waar de twee jongens hadden gevochten. Nu zaten ze alleen nog bevroren op de grond. De zwarte jongen zijn ogen waren enorm, het spierwitte oogwit omringde de iris. Hij staarde voor zich naar het kind wat hij net nog had willen slaan. De donkerblonde jongen onder hem vertrok geen spier. Zijn lichaam lag slap tegen de grond, zijn wijde ogen staarden in het niets. Bloed vormde zich in een plas rond het hoofd van het kind. Trillend keek Milan op naar de wacht met het diepe litteken over zijn wang. De wacht had het geweer geheven en langzaam liet hij hem zakken. Zijn gezicht stond in een grimas. Hij had het kind neergeschoten.
"Aan het werk!" bulderde zijn stem. Kinderen struikelde over elkaar in het proces om zo snel mogelijk weg te komen. Milan hield zijn ogen naar de zwarte jongen gericht die overleefde. De jongen leek in shock te zijn. Zijn zwarte ogen stonden nog steeds hetzelfde als nadat het schot geklonken had. Zijn handen trilden en zijn mond hing iets open alsof er geluid uit zou moeten komen. Een hand trok Milan uiteindelijk mee. Hij kon nog net vanuit een ooghoek zien hoe kolonel Budhev "Baba" naar de donkere jongen toeliep en trots een hand op zijn hoofd legde.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Grr, wat harteloos :gr: Zomaar een vechtend kind doodschieten :( Ik hoop niet dat Nienke zo wordt als die oudere kinderen. Je maakt me wel benieuwd wat er precies met haar gebeurt. Deze grootte leest trouwens een stuk fijner :)
Ik had wel twee opmerkingen:
Milan was zijn klachtenreeks naar drie dagen gestopt.
Volgens mij heb ik zoiets wel vaker bij jou gezien, dit moet na zijn. Je gaat naar iets toe en iets stopt na zoveel dagen. Hm, ik weet niet echt hoe ik dit moet uitleggen.
Milan zijn handen waren ruw van het schrobben.
Elke keer stoor ik me hier weer aan. Ligt waarschijnlijk aan mij hoor :P Maar ik vind het persoonlijk mooier staan en veel beter lezen om er Milans handen van te maken. Ik weet niet of je de regels hiervan kent, maar het lijkt er zo op dat je telkens Milans en Nienkes vermijdt omdat je het niet kent. Ik had er zelf ook moeite mee, ken het nog steeds niet in het engels, maar kan wel een overzichtje voor je geven, als je dat wilt natuurlijk ;)
Verder heb je nog steeds een supermooi verhaal, wel heel erg wreed, maar ja, het is oorlog :(
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

echt stom is dat van mij, van dat zijn en haar.. enz.. ik heb het mezelf vroeger zo erg ingeprent dat ik er nu zo overheen lees als ik ht schrijf xD ik zal er meer op gaan letten.

Oh en je tip over plattegrond maken... heb ik opgevolgd--' alleen nu ga ik een deel van het verhaal veranderen.. inhoudelijkniet.. alleen hoe het kamp eruit ziet =\ aangezien ik mijn plattegrond niet zo krijg als dat ik het hier schrijf.. dus dat ga ik aanpassen. Ook komt er een betere beschrijving van hoe de barracken er van binnen uit zien =D ( ik ben nogal wispelturig als het op architectische dingies aankomt xD )
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

Echt heel mooi geschreven!
Je beschrijft alles zo goed dat ik me alles kan voorstellen en heel erg meevoel met de hoofpersonen.
Die arme kinderen...
Maar zoiets gebeurd in het echt natuurlijk ook. Kinderen die worden getraint om anderen neer te schieten. Het is echt verschrikkelijk -meer dan dat- maar het gebeurd wel. Helaas.
Ik ga dit echt blijven volgen. =]
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Carpe Diem, super leuk dat je meeleest!

Zoals jullie heel misschien zal opvallen is hoe het kamp eruit ziet iets veranderd... ik ben bezig om de veranderingen ook in de voorgaande stukjes door te brengen, =) dus ik zal binnen kort alle stukjes iets aangepast plaatsen en verbeterd xD hoop ik.
---------------------------------------------------------------------------------
Joe Canney was woordvoerder voor de minister van defensie, ja zelfs een dictatuur kende nog ministers. De man liep, in zijn chique grijze pak, door de welbekende poorten heen, poorten die buitenstaanders nooit te zien zouden krijgen. Hij was hier met goed nieuws, althans voor het leger goed nieuws, voor het menselijk geweten heel slecht nieuws. De kampen hadden hun eerste generatie met succes afgeleverd en dat betekende dat ze vanaf nu volledig gefinanciëerd werden. Het plan van generaal Rosen was succesvol.
Joe Canney was hier om te observeren, aanpassingen te bespreken en contracten te tekenen. Hij was blij toen hij dit kamp binnentradt dat hij al twee andere kampen bezichtigd had. Kamp A.M.G.D moest wel een van de meest weerzinwekkende zijn. Met zijn warme droge weer en een zon die de hele dag op haar middelpunt leek te staan. De kinderen zagen er hier zieker uit dan in andere kampen. Hun wonden infecteerden sneller in de broeiende admosfeer, perfect voor bacterieën. Het meeste water werd met putten omhoog gehaald, ongezuiverd. Gewone mensen zouden er ziek van worden maar hier leken de kinderen bestand tegen al het gif wat ze binnen kregen. Joe liep verder naar het palvoljoenetje waar hij moest zijn. De wacht, een latino jongen met bloeddoorlopen ogen, staarde hem wantrouwend aan. Zijn eeltige handen klemden zich strakker om het ouderwetse geweer in zijn handen.
De wapens dat was het eerste wat generaal Rosen wilde verbeteren nu de kampen gefinancieerd zouden worden. Moderne accurate geweren waren nodig, dodelijker dan degene die ze nu hadden. Zodra Joe het aanzicht van deze knul in zich opnam begon hij zich af te vragen of het wel zo'n slim idee was om een levend moordwapen ook nog eens één van de gevaarlijkste geweren te geven. Hij schudde de gedachte van zich af. Het was niet zijn taak om beslissingen te nemen. Hij was hier alleen om te bemiddelen.
"Joe Canney woordvoerder van de minister van defensie. Ik ben hiervoor kolonel Budhev," zijn stem was kalm. Hij was hiervoor getraind om alles als een politieke handeling te zien en nooit je emoties te tonen. Met vernauwde ogen stapte de latino jongen opzij. Joe betradt het huisje en liep recht naar zijn doel, de laatste deur aan zijn rechterhand; Budhevs kantoor.
Budhev zat daar al wachtend op hem. Hij glimlachte, allang wetend wat Joe hier kwam doen.
"Kolonel, ik ben Joe Canney, woordvoerder voor het misterie van defensie," Joe liet zich zonder toestemming in de stoel aan de andere kant van het bureau zakken.
"Hier zijn de contracten, kolonel," hij legde de mappen voor zich.
Budhev duwde ze gelijk weer aan de kant, contracten konden ze later bekijken ze moesten nu eerst bespekingen doen.
"Daar staan de aanpassingen die generaal Rosen wil maken, de twee belangrijkste punten zijn de wapenkennis verbeteren en het sterftegehalte omlaag brengen."
Budhev knikte, "laat me je rondleiden dan zal ik mijn eigen voorstellen aan je voorleggen," bromde de kolonel. Hij was al opgestaan en wachtte tot deze Joe hem zou volgen.
Joe zijn lippen waren iets naar beneden getrokken, toen ook hij zijn stoel verliet.
"Als u het nodig vind," mompelde hij. Zijn tegenzin was duidelijk te horen. Joe had het terrein nooit echt een goede blik gegeven, maar in vergelijking met de andere kampen was dit een enorme rotzooi. Twee barrakken recht voor hem stonden er als bouwvallen bij. Het onderdak van de kinderen was alles behalve veilig. Het terrein van het kamp was kaal en droog, scheuren vormden zich in de rode grond door het te kort aan water. Zijn ogen gleden over de hoge hekken die het terrein afbakenden. Stroom voerde zich door de ijzeren draden en prikkeldraad lag er als een afwerking bovenop. Geen enkele mogelijkheid om te ontsnappen. Het deed Joe denken aan een geschiedenisles die hij vroeger als kind met openmond had aangehoord. Het was over een vreselijke oorlog gegaan, ook wel genoemd de tweede wereldoorlog. Er was één ding wat Joe nog duidelijk in zijn geheugen geprent had van die les; de concentratiekampen. Hij had zich toen een beeld van die vreselijke plekken gevormd, waar de leraar met zoveel walging over sprak. Dit kamp was de perfecte namaak van zijn kinderlijke fantasiën, afgetakelde magere mensen, vervallen overbevolkte onderkomens, harteloze opzichters, alles was een perfecte immitatie van die meest gehate kampen. De gedachte maakte de woordvoerder misselijk. Hij moest het wegduwen. Dit was niets meer dan een zakelijk bezoekje, hij kon zijn emoties niet de vrije loop geven. Toch kon hij het niet helpen dat zijn ogen naar de kinderen gleed die in het bloedhete weer kleding aan het boenen waren. Het was geen zwaar of moeilijk werk, simpel zelfs, maar die kinderen waren nog geen zes jaar oud. Het waren nog kleuters. Hun enige gedachtengang zou over spelen moeten gaan, niet dit. De wachters die in het midden rondliepen waren zelfs nog te jong. Tieners, die zouden geen orde moeten houden. Met hun door hormonen gestuurden lichamen konden ze onmogelijk reëel denken.
"In Generaal Rosens voorstel wordt gesproken over het inhuren van getrainde opzichters," Joe liet zijn ogen scannend over de gorilla-achtige kolonel voor hem gaan. "Hoe denkt u daarover?"
Budhev keerde geeneens om terwijl hij antwoordde. "Afgewezen, leiding geven is een deel van de training die mijn rekruten hier ondergaan."
Joe klapte zijn notitieblok dicht. Hij kon wel dingen bespreken met de kolonel, maar één ding wist hij al met dat antwoord; het kamp zal nooit veel beter worden voor de kinderen. Misschien dat een kliniek kon worden toegevoegd en beter voedsel, maar bracht dat echt zoveel verbetering? Dat zou betekenen dat zelfs de dood geen ontsnapping meer kon bieden aan deze kinderen.
"Kolonel, mag ik u dan deze vraag stellen. Waarom zie ik alleen jonge kinderen?" Nu draaide de kolonel zich wel om. Zijn lippen waren omgekruld en zijn tanden blonken, een glinstering was in zijn zwarte ogen te zien.
"Dat, mijn beste, is omdat dit helemaal niet het ware kamp is," zijn vinger wees naar hoge hekken die voor hen opdoemden. Het gaas was zo dicht dat je er amper doorheen kon kijken, alleen wanneer je er heel dicht bij zou staan. Budhev liet het hek voor zich openen. Iets onzeker stapte Joe achter hem aan naar binnen. Drie grauwe stenen baracken verschenen aan zijn rechterkant, kleiner dan die op het voorterrein. De opslagplaats aan zijn rechterhand viel hem geeneens op, zijn ogen waren volledig gefixeerd op het zicht voor hem. Twee rijen kinderen stonden daar. De oudste was hoogstens tien jaar. Ieder kind droeg een geweer in zijn handen. De voorste twee stonden in een alerte houding met het geweer gericht naar de schietschijf. Een oudere sprak het commando, simpel en krachtig.
"Vuur!" Schoten klonken op en kogels boorden zich door de schietschijven. Er werden geen andere commando's gesproken, meteen werden de kinderen die net geschoten hadden vervangen door de volgende. Joe staarde naar de simpele trainingsroutine. Het gaf hem kippenvel om een kind met een geweer in zijn handen te zien. Met die diep gefocuste blik om een gat door het doelwit te boren. In de seconde dat Joe had gestaard was er iets mis gegaan. Het was de schreeuw van een kind wat als eerste zijn aandacht greep. Alle oogjes ging naar het midden van de groep. Twee van de kinderen waren met elkaar op de vuist gegaan. Joe kon geen reden vinden voor het plotselingen aggressieve gedrag dat de twee toonden. De klappen die werden uitgedeeld waren hard, niet de normale kracht die een tienjarige had en tot Joes grote verbazing greep er niemand in. Ze stonden allemaal in een cirkeltje ernaar te kijken. Het donkere jongetje had duidelijk meer kracht dan zijn blanke tegenspeler. Hij had hem binnen twee tellen neergesmeten en een schreeuw van pijn kwam uit de blanke jongen zijn keel toen zijn rug in contact kwam met de harde ondergrond. Joe zijn spieren spanden zich, hij moest blijven toekijken hoe er genadeloos op het kind werd ingeramd. Achter de gazenhekken kon hij de kopjes van de kleuters zien verzamelen. Ook zij hadden de schreeuwen gehoord en waren nu nieuwsgierig komen kijken. Vanuit zijn ooghoeken maakte Budhev een beweging, precies op het moment dat het bruine jongetje de genade slag wou uitdelen. Het klikken van een geweer wat in gereedheid werd gebracht klonk vaag door de herrie. En toen een schot. Joes ogen groeiden tot schotels. Het kind wat net nog werd neergeslagen lag nu doodsstil. Bloed kroop langzaam uit het gat in zijn hoofd en begon zich in de ondergrond te mengen. Joe sloeg zijn hand voor zijn mond om braakneigingen te voorkomen. Zijn lichaam rilde bij het aangezicht, hoe het donkere jongetje nog steeds bevroren op zijn nu dode tegenstander zat. Joe keek naar de kolonel naast hem. Hij wist geen woorden uit te brengen, maar hij wou weten wat er zojuist gebeurd was. Zijn blik bleef bevroren op de trotse glimlach om Budhevs lippen hangen. Zijn hersenen stopten met denken, alles was niets meer dan een vage droom. Budhev stapte naar voren naar de donkere jongen die nog steeds in shock naar zijn slachtoffer keek. Een enorme hand werd op de knul zijn hoofd gelegd.
"Goed gedaan, mijn zoon, jij zult een machtig krijger worden," het antwoord wat Budhev kreeg was een zachte traan die over de jongen zijn wang gleed. Langzaam dropen de kinderen weg, hun gezichten allemaal bleek weggetrokken. Een oudere jongen nam het in shock zijnde negertje mee. Joe bleef alleen naar adem happen, terwijl het lichaam werd weggehaald. Zijn ogen flitsten naar Budhev die tevreden glimlachend daar stond. Hij schudde zijn hoofd, even vergat hij al zijn diplomatische voornemens. Hij wou hier weg, hij wou zo snel mogelijk van dit terrein naar huis, naar zijn vrouw en kinderen. Hij wou deze plek ver weg in zijn hoofd drukken en het nooit meer ophalen.
"Volgt u mij verder, meneer Canney?" Budhev had zijn aandacht weer op de woordvoerder gericht en wachtte rustig een antwoord af. Canney wist iets van zijn spirit terug te krijgen.
"Wat is dit?" wist hij zwak uit te brengen, in zijn gezicht stond verachting gegrifd. Budhevs ogen vernauwden iets terwijl hij dichter naar de man toestapten.
"Eeuwen geleden is er een evolutietheorie opgesteld, door ene heer Darwin," begon hij op een lage duistere toon die geen tegenspraak toestond.
"Mensen zijn de theorie vergeten en ons ras verzwakt met ieder jaar, omdat wij niet volgens de wetten van de natuur leven. Wij houden met onze techniek mensen met afwijkingen, zwakke en gaat zo maar door, in leven. We laten ze voortplanten en hun zwakke genen blijven stand houden. In dit kamp zullen alleen de meest perfecte krijgers onstaan. Alleen de sterkste zullen overleven."
Joe luisterde naar de woorden die in volle overtuiging gesproken waren. Hij kon geen weerwoord geven, generaal Rosen had die exacte woorden ook gesproken. En dit was simpelweg de manier hoe ze in uitvoering werden gebracht. Gruwelijk, maar het werkte.
De grond onder zijn voeten was het enige nog waar de man naar staarde. Hij wist genoeg. Het was tijd om te vertrekken.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

OMG wat een eikel!!!!!! Wat een afgrijselijke theorie :gr: Die arme kinderen worden getraumatiseerd voor het leven :(
Het was weer een superstuk, ik kon me helemaal inleven met mr Joe. Ik vraag me altijd af waarom die Budhev aan die theorie is gekomen. Is er iets met hem gebeurd waardoor hij zo harteloos is, of is hij zo geboren.
Hij was blij toen hij dit kamp binnentradt dat hij al twee andere kampen bezichtigd had.
binnentrad is verleden tijd dus daar hoeft nooit een 't' achter :)
Hun wonden infecteerden sneller in de broeiende admosfeer, perfect voor bacterieën.
atmosfeer en bacteriën
Het meeste water werd met putten omhoog gehaald, ongezuiverd.
Bedoel je dat er met putten water wordt gehaald? Ik zou zetten: het meeste water werd ongezuiverd uit de putten omhoog gehaald.
Joe liep verder naar het palvoljoenetje waar hij moest zijn.
paviljoentje

Zo, dat waren de fouten voor vandaag. Het wordt echt al stukken beter met je fouten. Hoewel je af en toe met woorden komt die heel raar weg lezen :P
Je hebt echt een kippenvel-veroorzakend-verhaal :D
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

danku voor de reactie :)

Ik had een vraag kan ik een tijdsprong van twee jaar maken? of niet
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Ja, maar dan verwacht ik wel iets moois :P
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

het is heftig xD hoop ik :P

hier nog een stukje, om dit hoofdstuk af te ronden =)
---------------------------------------------------------------------------------------------------------
"Wat is je naam?" In het duister klonk haar stem zacht naast hem op. Het deed hem ergens aan Nienke denken, die verkoos ook het duister om te praten. De barack was dan altijd een soort veilige thuishaven geweest voor hen.
"Milan, en die van jouw?"
"Sarila," een vreemde naam voor het vreemd uitziende meisje, met haar scherpe zwart omlijste ogen, ronde neus en diep zwarte krullen die om haar hartvormige gezicht hingen.
Een deur ging open en de twee kinderen doken weg in het bed waar ze zaten. De vage schim van een ouder kind was te zien. Dit was altijd een moment waarbij Milan wenste dat hij verdween. Je moest stil zijn en slapen zodra ze controleerden, deed je dat niet.. Milan wou niet aan de gevolgend denken. Achter zich kon hij het meisje voelen rillen. De voetstappen kwamen dichterbij en uiteindelijk stierven ze weer weg.
"Alles komt goed," sprak Milan onzeker zodra de deur weer dichtviel. Het waren de woorden die Nienke hem iedere nacht had toegefluisterd. Hij mistte haar, hij snapte niet waar ze was. Waarom ze niet meer was teruggekomen zoals ze iedere avond deed. Het beeld van het jongetje wat stil op de grond had gelegen kwam in hem op. Nee, hij had Nienke toen nog zien staan. Ze had bij de andere kinderen gestaan. Hij keerde zich om in zijn bed, zodat hij Sarila achter zich kon zien slapen. Misschien dat zij kon zijn wat Nienke voor hem was geweest. Hij sloot zijn ogen en viel langzaam in een onrustige slaap.
De volgende dag vielen zijn hopen over Sarila in duigen. Ze sprak geen woord tegen hem, ze hield zich alleen bezig met de taken die ze opgekregen hadden. Het waren haar eerste woorden die ze tegen hem had gesproken die ze in volle overtuiging naleefde; je moest stil zijn. Zijn blik gleed over het hek waar hij Nienke de vorige dag had gezien. Hij wou daarheen, maar hij was te bang om een stap van zijn plaats te verzetten. De alarmbel ging af, weer een dag voorbij. Milan liep achter de opzichters aan langs het hek om de kapotte spullen weg te gooien. Zijn ogen gleden naar het hek, een schim was te zien. Nieuwsgierig deed Milan een stap dichterbij, zijn ogen schoten vanaf het hek steeds weer terug naar de opzichter die geen enkele aandacht aan hem besteedde.
"Milan," De stem was duidelijk herkenbaar voor Milan; Nienke.
Milan greep met zijn vingers het gaas vast en hield zijn blik op het meisje gericht. Nienke had een oog dichtgeknepen en zwarte lijnen vormden zich eromheen, haar korte haren waren vies, bruin zwarte vlekken kleurden de normaal blonde stekeltjes.
"Ik heb iets voor je," haar stem was zwak en schor. Milan staarde alleen maar hij wist geen woord uit te brengen. Hij voelde zich in de steek gelaten, maar het vooruitzicht op een presentje maakte zijn gevoel door de war. Nienke begon een donker gekleurd voorwerp door het hek te duwen, een zonnebril.
"Omdat je bril kapot is," Milan pakte het voorwerp aan en liet het door zijn vingers glijden.
"Eeh!" hij maakte een sprong van het geluid, de opzichter had zich naar hem toegedraaid. De bril verdween razendsnel in zijn broekzak en met angstige ogen keek hij toe hoe de wacht hem in de gaten hield.
"Kom hier," Voorzichtig stapte Milan naar voren totdat hij weer aangesloten was bij de groep. Zijn blik gleed nog een keer naar het hek, de schim was verdwenen. Zijn hand gleed over de zonnebril in zijn zak. Het zou zijn enige herinnering aan Nienke zijn voor de komende jaren.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Frelunior
Potlood
Potlood
Berichten: 60
Lid geworden op: 30 jul 2010 10:07
Locatie: Zeeland

Ik zou het op zich niet erg vinden als je nu een tijdsprong van 2 jaar maakt, als zulke grote tijdsprongen maar niet te vaak voorkomen. Zo een paar keer in het verhaal kan best, dus voor nu zou het best kunnen. ;)

Het laatste stukje is weer mooi beschreven en een goed vervolgstukje op het verhaal. Wel had ik een kleine opmerking over:
Hij misste haar, hij snapte niet waar ze was.
Snappen betekend 'begrijpen', en hier word toch meer naar het woord 'weten' gezocht. Je schrijft eigenlijk: 'hij begreep niet waar ze was'. Je begrijpt niet waar iemand is, maar je weet waar iemand is.
'Snapte' moet dus worden vervangen in 'wist'. ;)
Terug op OV!
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Ik dit geval, heb ik expres voor begrijpen gekozen ja ik ga hem even uitleggen :)
Want, hij weet als hij even nadenk wel waar ze is, achter het hek.. maar het gaat er hier meer om dat hij niet snapte waarom ze niet in de avond weer terugkwam. Daarom snapte hij niet waar ze was :) hm.. misschien dat ik de zin nog iets anders ga opstellen.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Entree 5
Voorwaarts lopen is altijd noodzakelijk of de uitkomst nou goed of slecht is


Het is mijn laatste dag in dit kamp. Ik had ergens gehoopt dat dat mijn verlof zou betekenen, maar nee dat geluk heb ik niet. Ik zal nog een paar maanden moeten wachten voor ik me weer bij mijn vrouw en dochter kan aansluiten. Ik ga naar een kamp 'La Salvación' genaamd, of vertaald naar het Nederlands; verlossing. Ik heb navraag gedaan waar ze de naam vandaan hadden gehaald. Een Spaanse jonge sergeant had me het antwoord gegeven. Hij was er zelf vandaan gekomen. Drie maanden daar geweest had hij trots gemeld. Ik was blij geweest over zijn enthousiasme over het kamp. Hij had gelachen, terwijl hij erover gesproken had. Nu denk ik dat ik mijn mening; geen mens houdt van geweld, moet bijstellen, want 'La Salvación' is één van de gewelddadigste kampen in Spanje. Het ligt aan de kust van Barcelona een plaats waaruit je heel gemakkelijk iedere richting op kan. Een vliegbasis ligt er niet ver vandaan net als een van de grootste havens in Spanje, vroeger een haven voor goederen die naar Italië en omstreken gingen, nu een haven voor de millitaire. Het is natuurlijk niet de ligging die het kamp zo gewelddadig maakt, maar wel het gene wat ze daar houden. Krijgsgevangen. De grootste gevangenis voor krijgsgevangen is daar gebouwd, samen met het grootste executie terrein. Het zijn geen dingen waar ik op zit te wachten, maar dit is het beroep waarvoor ik heb gekozen en nu is er geen weg terug. Het is op je tanden bijten en je ogen sluiten. Meer kan je niet doen.


Amerika, kamp A.M.G.D, 12-05-2072, 03:51 am

Budhev keek over het terrein. Het was vroeg in de ochend en de meeste kinderen waren nog aan het ontbijt bezig. Het was nu twee jaar geleden dat het kamp was goedgekeurd door de regering en de veranderingen waren meteen in alle hevigheid toegetreden. Budhev had met een glimlach toegekeken hoe langzaam orde in de chaos ontstond. Een polikliniek was uit de grond opgerezen net zoals een zaal waar de kinderen aten. Hun gehele wapenvoorziening was vervangen door nieuwere wapens, krachtiger.
"Davis," Budhev liet zijn stem over het openveld bulderen. Hij wist dat de man, Davis, in de buurt moest zijn.
"Wat is er, kolonel?" een man met verscheidene tattoes over zijn lichaam en een kaalgeschoren hoofd verscheen naast Budhev.
"Ik wil iemand bij nieuwe groep toevoegen," Davis trok zijn zwarte gepiercete wenkbrauwen hoog op. Wanneer kinderen ongeveer de eerste drie jaar in het kamp overleefden gingen ze het trainingskamp in, dat had te maken met hun fysieke en hun mentale aanpassingen die ze moesten maken. Voor die tijd was het kamp vaak te zwaar. De nieuwe groep was een maand geleden vertrokken.
"Wie wou u toevoegen?" Budhev nam de tijd om te antwoorden. Hij keek naar de kinderen die langzaam uit de eetzaal stroomden. Uiteindelijk vond hij degene naar wie hij zocht. Een jongen met diep zwart haar. Zijn huid was bleek en afgetakeld door de zon. Zijn armen te dun voor zijn leeftijd. Het was de zonnebril die hij droeg wat hem deed opvallen.
"Hem," Budhev wees naar het kind wat moedeloos achter de rest aanliep. Kinderen ontweken hem als het kan. Ze waren bang voor hem. De bloedrode ogen brachten angst in hun harten. Hij was de duivel, allemaal vanwege een aangeboren oogafwijking. Budhev had het kind al vanaf zijn aankomst in de gaten gehouden en nu was zijn geduld op om uit te vinden wat het kind kon doen als het in de praktijk gebracht zou worden.
"Maar, kolonel, hij is nog te kort in het kamp," Dat was waar, drie jaar was de opgegeven regel door generaal Rosen, maar uitzonderingen waren altijd mogelijk.
"Ik wil dat hij direct in de nieuwe groep instroomt,"
"En de proeftijd?"
Budhev grijnsde. "Geen proeftijd, hij stroomt direct in."
Davis vouwde zijn armen over elkaar. Zwarte lijnen rekte op van de spieren die aangespannen werden. "Er zullen krijgsgevangen binnenkomen vanavond," zijn grijze ogen gingen naar de zwarte man naast hem. Budhev liet zijn tanden zien.
"Perfect."

Duisternis, zoals iedere nacht, eenzame duisternis. Zijn knieën waren tot zijn borst opgetrokken, klein als een balletje, weggestopt voor iedereen. Ze haatte hem, niemand wou iets met hem te maken hebben. Rode ogen gleden door de zaal, naar de stapelbedden die tot vierhoog tegen de wanden waren geplaatst. Het deed hem aan een kast denken waar de laden uitgerukt waren. Stille lichamen lagen er in opgekruld. Teveel in één bed, zoals altijd. Alleen zijn bed, die was leeg. Hij zou bijna willen smeken voor een overvol bed, waar ledematen ingewikkeld in elkaar gefriemeld waren. Maar dat zou nooit gebeuren, geen kind zou bij hem in de buurt willen komen. Hij was de duivel, zoals ze hem aanspraken. Nienke was de enige die hem ooit echt had toegelaten, maar Nienke was hier niet meer. Al twee jaar was hij alleen. Het licht van de dageraad scheen langzaam door de kleine raampjes in het gebouw. De zaal werd in een zachte oranje gloed gebracht en kinderkopjes hieven zich op. Milan had zijn ogen stevig dichtgeknepen met zijn handen zocht hij de lakens af. De plastic randen van het voorwerp werden uiteindelijk door de tastzintuigen van zijn vingertoppen gevonden. Hij zette de zonnebril op zijn hoofd en zijn wereld werd in een grijzige kleur gehuld.
Milan liet zich met de stroom van kinderen meevoeren. Zijn passen waren loom, er was geen energie meer om zijn benen op de correcte manier op te tillen. Zijn pas werd abrupt verstoord toen de kinderen voor hem tot een halt kwamen. Milan tilde zijn hoofd op om te zien wat het was. Zijn ogen vlogen gelijk open. Baba. Wat dat baba voor de ingang van de eetzaal. Het was maar een paar keer voorgekomen dat Milan Budhev op het terrein had gezien, en nog minder vaak dat Budhev in het bijzijn van de kinderen was. De man was altijd aan de andere kant van het hek. De plaats waar Nienke was. Maar één ding wist de jongen wel, als Baba hier was kon dat geen goed teken zijn. Kinderen verdwenen wanneer hij zich liet zien, soms met bosjes andere keren één voor één.
"Loop door," oudere kinderen, rekruten, zoals Milan nu wist, dreven de kleintjes voort. Milan wierp zijn blik naar de droge rode ondergrond. Zolang ze hem niet zagen was het goed. Hij telde de scheuren die onder zijn voeten gleden. Hij moest er gewoon niet aan denken dat er wat kon gebeuren, dan zou het ook niet gebeuren. Nog een scheur, weer een stap verder. De vierde, de vijfde. Hij was bijna bij de ingang. nog... Een hand omvatte zijn dunne bovenarm, Milan slikte zijn adem in. Het was tijd, ze zouden ook hem laten verdwijnen. Een korte kreet glipte tussen zijn lippen toen zijn hoofd geforceerd naar voren werd gebogen.
"Dat is hem," de zware stem van Baba dreunde in zijn oren. De greep om zijn arm werd krachtiger en met een ruk werd hij meegesleurd. Nooit verlieten zijn ogen de kale grond. Hij bleef de scheuren tellen die onder zijn voeten liepen. Paniek had zijn hoofd allang verlaten, de wil om tegen te stribbelen was verdwenen. Hij kon de deur van het palviljoenetje horen opengaan en dichtgaan. De barsten onder zijn voeten verdwenen, werden vervangen door glanzend geslepen steen.
"Je kunt gaan," weer zijn stem.
"Zoon, kijk me aan," de stem die nu naar hem gericht was. Milan weigerde. Hij wou niet opkijken. Hij wou zijn simpele dagelijkse routine aflopen en niets anders. Een hand werd omder zijn kaak gebracht, vingers boorden in zijn wangen. Met een onverslaanbare kracht werd zijn gezicht omhoog getrokken. De vloer verdween voor zijn ogen, maar Milan weigerde de man voor hem aan te kijken. Hij draaide zijn ogen zo ver weg tot kleine spiertjes pijnlijk verkrampten.
"Kijk me aan," het was geen vraag meer, het was een dreigend commando. Één die een rilling door het lijfje van de jongen liet gaan. Met een zwakke snif keek Milan eindelijk naar de man. De man met de pikzwarte huid en duistere ogen. Een glimlach ontstond over Budhevs gezicht,
"Kijk, zo moeilijk is dat toch niet, zoon?"
Milan schudde angstig zijn hoofd in de hand van de man.
"Goed zo," zijn kin werd losgelaten en een enorme hand aaide over zijn kruin.
"Kom nu mee, ik heb een verrassing voor je," De enorme hand van Budhev sloot zich om die van Milan, er blef niets van het kleine bleke vuistje over. Milan deed geen moeite om zijn vuist uit de klamme hand te trekken. Hij liep als een gewillige hond mee.
Een deur opende weer en Milan kon de gebroken grond weer zien. Ze liepen richting het hek. Waarom? waarom gingen ze daarheen. Een wacht deed het hek voor hen open. Milan drukte zich onbewust dichter tegen Baba aan. Nog nooit had hij een voet op dit terrein gezet, nog nooit.
Het zicht op het open terrein was gevuld met kinderen ouder dan hem. In tweetallen vochten ze tegen elkaar, sparren. Alleen zag dit er niet uit als normaal sparren, zoals in sportscholen ging. Het leek meer op bruut straatvechten. Tanden werden in agressie ontbloot. Bloed droop langs de mondhoeken, sneeën vormden zich langs de haarlijn. Met blote knokkels werd gevochten, geen handschoenen, geeneens tape. De huid was allang van de gewrichten weggerukt en rode vieze plekken bleven over. Milan bleef alleen stilstaan staren, emoties gierden door zijn lijf, maar ze waren niet te vertalen.
"Zoon, dit zijn je nieuwe kampgenoten. Welkom bij het echte werk."
Dus dit was wat er achter de hekken schuilde. Dit was waar Nienke was.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Ik voel e een sadist ..-- Ik viond dit stukje leuk om te type xD

Uhm oke nog een vraagje voor jullie als jullie nog meelezen =) moet ik hier stoppen zoals nu of nog een klein stukje bij type? ( soort black-out dus dat zullen maar twee of drie zinnetjes zijn. )
----------------------------------------------------------------------------------
Entree 6
Slecht en goed zijn onbestaande begrippen, net zoals zwart en wit onbestaande kleuren zijn.

De derde dag in kamp La Salvación is zojuist verlopen. Ik heb me voor een avond afgezonderd van de drukte in het kamp. De zee die rustig tegen de rotsen aan kletst maakt me kalm. Ik heb vandaag mijn eerste Amerikaan ontmoet. Ik weet niet wat ik verwachtte, ergens had ik het kinderachtige idee gekregen van een slechterik met een valse glimlach en een haakneus. Dat was natuurlijk een idiote gedachte. Het was een simpele man geweest, bruin kort haar, groene ogen. Ik denk dat hij rond de vijfentwintig jaar was. Hij had koorts opgelopen van een geinfecteerde wond, dat was de reden dat ik bij hem kwam. Ik had een lang gesprek met de man gehad en even vergat ik dat dit een Amerikaan was. Dat dit één van die gruwelijke mannen was. Ik vergat het totaal. Dat geldde alleen niet voor mijn officieren. De medische zorg die ik de man moest geven bleek niets meer te zijn dan een spelletje, om te laten zien dat wij menselijker waren dan de Aemrikanen. Morgen zou diezelfde man samen met drie andere geëxecuteerd worden. Deze oorlog is meer verwarrend voor me dan al het andere in leven. Ik dacht dat ik altijd een man was die wist wat hij wilde, die achter zijn principes stond, maar nu weet ik niets meer. Ik weet niet meer wie de echte slechte mensen zijn. Amerikaanse soldaten? omdat ze strijden voor die verschrikkelijke Taylor Wilson, of Spaanse officieren die mannen doodden, omdat de mannen geen nut voor hen hebben. Ik probeer de Amerikanen te haten en tot drie dagen geleden deed ik dat ook, maar nu is mijn beeld voor de zoveelste keer doorgeslagen. Misschien moet ik stoppen om een keuze te maken. Misschien moet ik gewoon mijn plicht doen zonder er hij na te denken. Ik zou toch niets kunnen veranderen. Ik ben niets meer dan een simpele dokter.


Amerika, Kamp A.M.G.D., 12-05-2072, 14.00 pm

Milans ogen racete door de groep. Ze zaten met een stuk of tien in een groepje, twee rekruten stapten om hen heen, alsof ze opgedreven schapen waren. Milan zelf zocht alleen naar een blond hoofd met korte stekeltjes, maar geen één van de kinderen deed hier aan die beschrijving. Verslagen liet hij zijn hoofd weer hangen.
"Eeh," het was het harde scherpe geluid van één van de rekruten. Het teken dat ze moesten opstaan en in actie komen. De kudde liep braaf achter zijn herders aan, zonder klagen of tegenstribbelen. Milan had de kinderen om zich heen bekeken. Ze hadden meer wonden over hun lijf als dat de andere kinderen hadden, aan de andere kant van het hek, ze waren smerig en stonken naar zweet. Hij wist dat hij ook zo zou eindigen, de angst die hij zou moeten voelen was diep weggestopt. Hij was al een jaar geleden vergeten hoe hij een kind moest zijn. Twee jaar niet spelen, vechten om voedsel, om slaapplaatsen, niemand om mee te praten, het had hem levenloos gemaakt. Hij kon de emotie nog voelen, maar ze waren niet krachtig genoeg meer om zijn acties over te nemen.
Zijn omgeving veranderde met de stappen die hij nam en voor het eerst besefte hij dat er geen hek meer om hem heen was. Om hem heen verschenen gebouwen met gaten in de muren en ingestorte daken. Ruïnes van een stad die al lang geleden was verloren. Milan staarde naar de gebouwen, naar de straten waar onkruid tussen de scheuren ontsproot. Een flits van vuur schoot voor zijn ogen voorbij. Hij kende dit beeld, maar hij kon het zich nog amper herinneren. Hij kende de kapot geschoten gebouwen, maar toen was alles zoveel duisterder geweest, zoveel vuur. Milan schudde zijn hoofd.
De rest van de groep was tot een halt gekomen. Het was een open plein. Aan hun rechterkant stonden twee pantserbusjes, soldaten stonden er stoïcijns omheen. Hun ogen staarden de openruimte in. Geen enkele blik werd naar de kinderen geworpen. Geweren werden voor het lichaam gedragen, alsof ze elk moment in gebruik konden worden genomen. Milans blik ging naar de enige van die soldaten die hij kende; Baba. De Afro-amerikaanse man was in gesprek met een van de soldaten. Ze schudde elkaars handen en daarna wees Baba's grote zwarte poot naar hen, de kinderen. De man waarmee hij in gesprek was geweest gaf een toestemmende knik. Het sein was amper zichtbaar dat gegeven werd, maar de soldaten kwamen direct in actie. Het eerste pantserbusje werd opengooid, ruig werden mannen eruit getrokken. De mannen keken angstig, schreeuwden naar de soldaten, vochten tegen hun boeien. Hun acties waren totaal zinloos. Vijf van hen werden tegen een afgetakelde muur gedrukt. Ze stopten met dreigen en bleven met gebogen hoofden staan.
Baba liep de richting in van de kinderen. Milan volgde hem iedere pas.
"Kom, kom mijn kinderen," begon de man, zijn stem was walgelijk zoet en als honing trok het hen aan. Zelfs Milan werd naar hem toegetrokken, totdat hij zich vooraan had gedrongen.
"Ik heb een verrassing voor jullie. Vandaag worden jullie mannen," geen kind hoorde de tweede zin. Een verrassing dat was hetgene wat in hun oren bleef hangen. Een verrassing betekende een cadeau. Milan voelde de ogen van de kolonel naar hem gericht staan. Schorvoetend keek hij terug.
"Kleine duivel, kom hier," De uitgestrekte hand stond uitnodigend naar de jongen gericht. Bijna verlegen deed Milan een stap dichterbij.
"Ja Baba," zijn stem was schor en zwak, veel te weinig gebruik. Budhev greep iets van achter zich en hield het voor Milan zijn ogen. Zwart metaal blonk in het licht. Milan liet zijn ogen over de lange, ronde cillinders lopen. Over het afstekende handvat en de trekker. Een geweer.
"Pak maar," Budhev zijn zachte zoete stem drong aan. Het geweer werd zowat in Milan zijn gezicht geduwd. Trillende kleine handjes pakten heel voorzichtig het voorwerp vast. Budhevs handen verlieten het geweer en deden voorzichtig de bindingen om Milans nek.
"Dat staat je prachtig," de man glimlachte, een eerlijke, trotse glimlach. En Milan kon het niet helpen dan een klein beetje eigen trots te voelen.
"Maak me trots," met een laatste aai over zijn bol kwam Budhev omhoog en stapte naar een tweede kind toe. Milan zijn kleine vingertjes bleven over de vormen van het geweer glijden. Iedere inkeping, iedere ronding streek langs zijn vingertoppen. Het ding hield hem in de ban, hij hoorde nieteens Baba zijn orders meer.
"Duivel!" geschrokken draaide Milan zich naar de man om. Budhev keek niet boos naar hem, hij lachte nog steeds hartelijk.
"Kom hier," In drafpasjes volgde Milan het commando. Hij keek nu recht naar de muur, de muur waarvoor vijf afgetakelde mannen stonden. Naast hem stonden vier andere kinderen, sommige met tranen op hun wangen, andere hadden hun ogen dicht. Budhev zakte door zijn hurken tot hij op ooghoogte met Milan was. Zijn lippen bracht hij dicht bij de jongen zijn oor en zijn hand hield hij onder het geweer.
"Leg je vingers hier," hij bracht het kleine handje van de jongen naar de trekker. "Houd de loop horizontaal," rustig duwde de man het geweer zo totdat het precies recht vooruit gericht stond. "En druk het hendeltje in zodra ik vuur zeg," lichte druk kwam op Milans wijsvinger te staan, hij kon de trekker iets voor hem voelen wijken. Milan richtte zijn blik naar voren, naar de plaats waar de loop naar richtte. Zijn hoofd kende nog maar twee worden. "Vuur en druk." Hij wist geen gevolgen of uitkomsten. Het enige wat hij wist was; druk wanneer Baba vuur zegt. Altijd luisteren naar Baba, hij had altijd gelijk. Zijn volledige omgeving verdween. Hij kon de kinderen niet meer naast hem zien staan, hij kon Budhev zijn gestalte niet meer zien oprijzen. Alleen de witte gebroken muur bestond nog en de man die daarvoor knielde. De man die hem met grote witte ogen aankeek.
Waarom kwamen er tranen uit zijn ogen?
"Vuur!" Instinctief duwde zijn wijsvinger de trekker naar achter. Schokken schoten pijnlijk door zijn lichaam. Hij kneep zijn ogen strak dicht tegen de druk en deed er alles voor om in balans te blijven. De oorverdovende schoten maakten hem blind voor zijn omgeving. Uiteindelijk ontspande Milan zijn vinger, de schokken stopten. Voorzichtig opende hij zijn ogen. Rood, hypnotiserend rood. De witte muur, beschilderd in rood. De man voor hem, inelkaar gezakt, rood.
Zijn lichaam trilde, zijn adem stopte. Wijde ogen keken hem aan, de ogen waar net tranen uitliepen, ze waren nu dood. Hij had hem gedood. Het geweer glipte weg uit zijn vingers, hing zwaar aan zijn schouders. Milan bleef als een bevroren beeld staan. Rood, het was de enige kleur nog die bestond. Zijn lichaam was ijskoud, ook zijn bloed leek over de grond weg te stromen. De hand die op zijn schouder werd gelegd deed hem onherroepelijk trillen. Laatste woorden fluisterden in zijn oor.
"Ik ben trots op je,"
Afbeelding
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Arme Milan :( hij wordt gewoon gehersenspoeld. Je beschrijft dat trouwens echt supergoed, daarvoor verdien je een :app: Echt weer een superstukje:)
Slechteriken zijn leuk om te typen, he? Zo anders en zo geen rekening houden met de andere mensen. Bijna fascinerend.
Ehm, over nog een stukje bijtypen, doe maar. Hoe meer, hoe beter :D
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

...
Ik krijg echt van elk stukje de rillingen gewoon, zo geniaal en verschrikkelijk(op een goede manier) is het geschreven! Je schrijft zo goed hoe Milan uiteindelijk toch meegaat met... het schieten, de gevechten enz.. ook al vindt hij het niet leuk. Op ten duur wordt het ook voor hem 'normaal' om mensen pijn te zien lijden en andere in elkaar te slaan -denk ik zo.

Want ja, hij is en blijft natuurlijk een kind. Hij weet niet beter (al is hij wel bang, wat ook heel normaal is).
*rilt nog eens*
Echt heel goed!

En over dat bijtypen -bedoel je met die twee of drie regels gewoon een nieuw stukje? Of echt nog twee zinnen om te laten zien hoe Milan flauw valt? Want ik vond het laatste zinnetje ook wel heel erg sterk. Zag het helamaal voor me!

(ik schrijf btw te vaak bij schrijvers op OV dat ik alles voor me zie x] Maar ja, als het goed geschreven is dan heb ik dat. En ik heb ook nog eens veel fantasie, dus dan lukt het wel)
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Voor een schrijver is het altijd goed om te lezen dat iemand het voor zic ziet :) dus is het helmaal niet erg om te schrijven xD en je hebt waarschijnlijk een goed voorstelling vermogen :P

uhm ik denk dat ik hem zo laat staan... nu ga ik maar weer brainstormen wat ik nu ga type =/ Goede ideeen altijd welkom ;) hehe
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

Je kan zijn ook doen dat hij op een missie wordt gestuurd misschien? =D
Of... Ja, hm... dat hij probeerd te ontsnappen? (nee, dat misschien niet. Ik denk niet dat hij dat zo snel zou proberen -hij is nog te jong- en hoogstwaarschijnlijk zal het hem ook niet lukkien)

Okay. Dat waren mijn geweldige ideeën alweer :P
Weet je wel al hoe het verhaal gaat eindigen? Ik heb namelijk altijd moeite met het middenstuk, omdat ik het einde weet en het begin, alleen lukt het niet altijd om een goed, kloppend, interssant middenstuk te schrijven :angel
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Ik vind je idee van ontsnappen wel goed hmm, denk wel dat ik er iets mee ga doen =P maar wat dat moet je maar afwachten =D
hier nog een stukje, er ligt nog een stuk klaar, maar dat moet ik eerst doorlopen :P
------------------------------------------------------------------------------------------------
Entree 7
Laat nooit zwakte zien, geef nooit op
Drie jaar geleden begon mijn avontuur. Mijn ontdekking naar de wereld, naar het vinden van helden. Mijn tocht is ten einde. Ik heb gezien wat ik moest zien. Ik heb gedaan wat ik moest doen, niet wilde. Want wat ik wilde bleek een vreemde fantasie te zijn van een zeer naief persoon. Ik kwam hier om de werkelijkheid te leren kennen, maar ik ben alleen maar verwarder geraakt. Als ik terug kom in Nederland kan ik niet praten over helden. Ik heb geen idee wie dat zijn. Of wat helden zijn, want kun je een soldaat echt een held noemen als hij die titel heeft verkregen door een ander te vermoorden? Misschien moet ik mijn broeders en zusters die bij mij werken in de kliniek helden noemen, maar ook zij laten onschuldigen sterven. Misschien zelfs nog wel op een gruwelijker manier. Zij hebben niet het smoesje dat ze zichzelf en hun land probeerden te verdedigen.
Ik spreek mezelf op ieder punt weer tegen. Ik denk dat dit een goed moment is om een punt achter mijn filosofische gedachten te zetten. Ik ben er klaar mee. Het enige nog waarna ik verlang is thuis. Naar mijn vrouw en dochter, om die weer in mijn armen te kunnnen houden. Dus heb ik vandaag een verzoek op mijn verlof ingediend. Waarschijnlijk duurt het nog maanden voor het echt zover is. Zolang het maar zover komt vind ik het prima.


Amerika; Kamp A.M.G.D., 13-05-2072, 05:24 am

De ogen bleven hem achtervolgen. De witte randen die om de irissen zichtbaar waren. De angst, de pijn. Milan rolde zich verder op. Hij had geen dekens, die waren door een ander kind in beslag genomen. Hij kon niet beoordelingen of de rillingen door zijn lijf werden veroorzaakt door de kou die eroverheen liep of door iets heel anders. Tranen bleven over zijn wangen stromen, wanneer was de laatste keer geweest dat hij gehuild had? Hij probeerde dat te herinneren en alleen dat. Hij kon het niet, hij wist geeneens meer wanneer hij voor het laatst gehuild had. Zijn vuist balde; waarom kon hij zich het niet herinneren! De ogen schoten weer in zijn hoofd voorbij. Rood. Het was ooit iemands lievelingskleur geweest. Milan zijn gezicht ontspande hij probeerde de persoon te zien wiens lievelingskleur het was geweest. Hij kon haar stem horen fluisteren in zijn gedachten.

Weet je waarom rood mijn lievelingskleur is, Milan? omdat jouw ogen ook zo prachtig rood zijn.

Milan zijn ogen schoten open. "Mama." Zijn vingers gleden onder zijn ogen, rood. Duivelsogen. Nagels boorden dieper in zijn huid, probeerden het open te breken. Zijn ogen knepen dicht, de druk vergrote hij, maar de huid wou niet breken. Snikken begonnen uit zijn keel op te stijgen. Tranen stroomden tussen de wimpers door. Hij liet zijn nagels over zijn wangen glijden. Het enige wat het uithaalde was dat het vuil en de dode huid van zijn gezicht werd geschraapt. Hij kon de strepen voelen branden, branden was goed. Pijn was goed, het nam de rest mee.
Een bel schalde over het terrein, alweer ochtend. Stommelende geluiden klonken op in de barack. Milan nam zijn tijd om overeind te komen. Zijn voeten sleepten over de grond, terwijl hij zich een baan naar de uitgang waande. De frisse lucht was een welkome verandering in vergelijking met de muffe slaapplaats.
Milan zijn ogen vielen op Baba, de man stond bij een groep oudere rekruten en deelde orders uit.
"Eze, Faraji naar de zaal," twee blonde jongens vertrokken direct. "Chimalsi, Iyabo, Runako, op wacht."
De vreemde namen tolden door Milans hoofd. Hij besefte zich nu pas dat dit de eerste keer was dat hij Baba namen hoorde zeggen.
Budhevs ogen flikkerde een kort moment zijn richting in. Een grijns speelde om zijn lippen. Snel draaide Milan zijn hoofd weg en voegde zich bij de andere. Er was hier geen eetzaal zoals aan de andere kant van het hek. Je at met je billen op de stoffige, droge grond. Het waren twee oudere die het voedsel uideelden. Milan herkende ereen van een tijd lang geleden. De inkeping in zijn wang was hetgene dat hem verraadde. Een bak met dikke smakeloze pap werd hardhandig voor Milan neergezet. Met een vies gezicht keek hij erna, voor het eerst in twee jaar had hij geen honger. Kon hij het voedsel amper aankijken. Ogen brandden in zijn rug. Vanachter zijn zonnebril staarden hij terug naar het kind. Hij kon amper onderscheiden of het een jongetje of meisje moest zijn. Het haar was kort en muisbruin, dat van een jongen, maar de gezichtscontouren waren ronder en zachter. De groene ogen keken vanaf hem naar het niet aangeraakte eten. Ze bleven daar hangen, glinsterend van de honger. Milan hoefde maar één duwtje tegen de kom aan te geven in de richting van het kind of het werd in alle hevigheid verorberd. Budhev keek weer zijn richting op, zijn voorhoofd was gerimpel door de frons die hij droeg. Milan probeerde de man te negeren, hij was bang voor hem, doodsbang.
Het waren twee mannen die hen tot actie riepen. Geweren lagen over hun schouders heen, het teken van macht. Hun schelle veel te luide stemmen deden de harten van de kinderen sneller kloppen. Ze werden geleid, zoals altijd, als een kudde beesten. Dwaalde je te ver af, of ging je de verkeerde kant op dan was het uiteinde van het geweer wat je terugleidde. Het harde metaal buikte dan tegen je lichaam, blauwe plekken achterlatend, soms zelfs erger. Iedereen liep zo dicht mogelijk tegen elkaar gekropen. Lichamen drukten zich tegen andere. Het was moeilijk om goed op je benen te blijven staan met zoveel tegen gewicht dat je van alle kanten aanviel. Milan liet zich meesleuren, hoe minder hij tegenstribbelde hoe minder kans dat hij viel.
"Eeh!" weer het schelle geluid van de rekruten. Ze kwamen tot een halt, ruimte verscheen tussen de lijfjes en Milan moest een stap verzette om niet om te vallen. De grond om hen heen was kaal, vanuit zijn ogen kon hij de barrakken nog zien die iets verderop stonden. Langzaam draaide hij zijn hoofd van zijn omgeving weg en keek naar waar iedereen keek, Baba. De man stond voor hen, superieur met zijn rode baret scheef op zijn hoofd. Zijn diep zwarte ogen schenen over de kinderen.
"Vandaag, mijn mannen." ja ze waren geen kinderen meer, die onschuld was hen ontnomen. "Leren jullie wat het betekend om strijders te zijn."
Milan zijn ogen knepen achter de glazen samen. Strijders, soldaatje zoals je speelt op het plein, alleen was het nu geen spel.
"Jullie gaan leren vechten."
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Nog een stukje bij :D heheh iedereens ideeen geven me wel inspiratie :D zeg, dacht dat ik op dit stuk het begin stuk van mijn verhaal, Milans jeugd echt zou vastlopen maar tot nu toe kan ik nog als een trein doorschrijven :P
----------------------------------------------------------------------------------------------------
Budo ging hier niet zoals in een sportschool, waar veilige valmatten waren. Nee, het was onbuigzaam steen waar je lichaam tegen aan zou klappen. Er waren geen boxhandschoenen om de harde botten van de knokkels te verzachten en er waren al helemaal geen beschermende kleding. Je vocht als een hond. Je gebruikte ieder wapen wat je had, tanden, nagels, vuisten, knieën. Er was één regel; wie vlucht, is er geweest.
Het was onduidelijk wie je tegenstander was, een enorme chaos van vliegende ledematen was het om je heen. Pas wanneer je daadwerkelijk met iemand oog in oog stond was je tegenstander bekend.
Milan staarde naar de bruine jongen voor hem. Zijn blik gleed het afschrikwekkende roze litteken dat over zijn oog en wang liep. De jongen kwam hem bekend voor, ookal wist hij niet waarvan. Er waren niet veel jongeren met zo'n duistere huidskleur hier. De laatste keer dat hij ereen zag was bijna twee jaar geleden, toen hij voor het eerst zag wat een geweer kon aanrichten. De bruine jongen stond machtig gestrekt voor Milan en Milan wist direct dat hij geen enkele kans maakte. Deze knul was bijna het dubbele van zijn lengte, misschien zelfs wel het dubbele van zijn leeftijd. Een stok sloeg achter hen op de grond. Zo jaagde ze hen, maakte ze hen agressief. Iedereen die leek weg te duiken kreeg de stok in zijn rug. Alsof je een paard met een zweep opjaagde, en ja die was er ook, gedragen in Budhev zijn handen nog netjes opgerold, maar voor hoelang?
"Eeh! Vechten!" de stok sloeg opnieuw op de grond een laatste waarschuwing. Angst scheen in de ogen van de bruine jongen. Een strijdkreet klonk tussen hen op. Milan had verlamd gestaan toen de jongen met geheven vuist op hem afkwam. Pas de laatste seconde leek dit echt te zijn, leek zijn lichaam weer te willen reageren. Het dook in een, zijn handen legde hij over zijn hoofd. Milan kneep zijn ogen strak dicht. Laat het voorbij zijn, laat het voorbij zijn. Hij kon de vuist tegen zijn onderarm voelen rammen. Botten kneusden pijnlijk mee. Milan maakte zich alleen maar kleiner dat was het enige wat hij deed. Hij wist niet wat hij anders moest doen, hij was geen vechter. Een tweede vuist klapte tegen zijn schedel. Pijn overwelmde hem, zijn wereld tolde om hem heen. Hij kon het zand in zijn mond voelen vermengen met speeksel. Zijn huid werd over de grond van zijn vlees geschraapt.
"Vechten!" het woord overstemde de schreeuwen van kinderen om hem heen. Striemende pijn schoot door zijn rug. Milan strekte zijn rug in pijn, een kreet ontsnapte zijn keel en tranen prikten achter zijn bril.
"Vechten," voor de stok zou raken rolde hij zich om, met angst in zijn ogen keek hij naar de rekruut die daar met geheven stok stond. Hij probeerde overeind te krabbelen, vanuit zijn ooghoek kon hij de bruine jongen zien komen aanstormen. Hij wist niets beters te bedenken dan zich op zijn rug te rollen en zijn been uit te strekken met alle kracht die hij naar boven kon halen. Hij kon zijn voet hard tegen iets weeks aan voelen komen. De jongen boven hem hapte naar adem. Milans ogen schoten naar hem toe. Verdwaasd bleef hij liggen met zijn been nog steeds in de lucht, terwijl hij naar het ineengekropen donkere kind keek. Hij had geraakt, hij had dit aangericht.
Een stok sloeg naast hem neer.
"Vechten!" De angst bracht zijn lichaam uit de trance. Stommelend krabbelde hij overeind. Een pijnscheut ging door zijn rug heen. Hij kon daar nu niet aan denken.
Weer het geluid van de stok. Zijn gedachten verdwenen. Hij probeerden alleen te grijpen naar de blinde woede. Ogen knepen dicht. Zijn vingers balden tot vuisten. Het was degene voor hem of hijzelf.
Hij raakte het kind vol op zijn kaak. De kleine botjes in zijn handen leken te breken bij de impact. De ingekropen jongen struikelde een paar stappen voor hij zich wist op te richten om de tweede aanval op te vangen. De pijn die door Milans knokkels stroomde hield hem tegen voor een echte slag. De zwakke uithaal was niet genoeg om een tegenslag te verhinderen. Even was alles zwart. Hij kon glas horen breken toen zijn lichaam tegen de grond klapte. Het boorde in zijn huid. Prikkende warme vloeistof droop over zijn wangen, maar Milan kon maar aan één ding denken. Ogen dichthouden. Een voet maakte connectie met zijn maag. Lucht werd in volle kracht uit zijn longen geperst. Zijn ogen vlogen wijd open van de kracht. Met zijn zonnebril aan kleine scherfjes op de grond was er niets meer wat hem beschermde tegen het volle licht van de zon. Withete pijn schoot over zijn netvlies. Tranen probeerde het vuur te stoppen. Maar het brandden ging door, doornsteken leken zijn ogen aan te vallen. ZIjn schreeuw schraapte langs zijn keelwanden. Hij duwde zijn handen tegen zijn oogleden aan, wrijvend probeerde hij de pijn te verminderen.
"Eeh!" de stokslag kon hem dit keer niet aansporen om iets te doen. Hij probeerde overeind te komen. Wankelend van pijn en het gemis van een zintuig.
"Open je ogen," nee, dat was Baba. Angst vulde zijn lichaam. Hij kon zijn ogen niet openen. De pijn was te erg.
"Open je ogen!" scherpe pijn sneed door zijn schouder. Op handen en knieën zakte hij in. Tranen slopen over zijn wangen.
"K..K.." zijn woorden kwamen niet uit zijn mond. Iemands adem blies in zijn oren. Zware stemgeluiden klonken op in het duister. "Open je ogen, ik beloof je dat je anders meer pijn zult hebben."
De woorden bleven door de holtes suizen. Alle spieren spanden zich in het lijfje van Milan. Heel langzaam met alle kracht die hij kon opmaken gleden de oogleden open. De reflexen eisten om ze dicht te trekken, dat kon niet, Baba wou het niet hebben. De wazige omtrekken van de bruine knul verschenen voor hem. Meer bestond er niet. Konden zijn ogen niet door het traanvocht zien, alleen zijn trommelvliezen konden nog perfect horen. Hij kon de jongen horen schreeuwen, "Shetani, Shetani!"
Milan snapte de woorden niet, had geen idee wat ze betekenden. Door tranen heen zag hij Budhev op de jongen aflopen. Een hand streek over de jongen zijn haren, dat kon Milan nog zien. Budhev boog laag door zijn knieën en begon woorden tegen de bruingekleurde jongen te spreken. "Inderdaad Shetani. Maakt het nu af voor God."
De bruine jongen kwam in beweging, Milan kneep zijn ogen dicht. De eerste klap ramde in zijn slaap. Het stof onder zijn vingers voelde bijna uitnodigend aan. De trappen bleven komen. Warme vloeistof gleed uit zijn neus, een ijzeren smaak verspreidde zich in zijn mond. Met iedere klap schokte zijn lichaam, sneed een pijnscheut in zijn zenuwen. Het was over, klaar. Hij had verloren.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Neeee, hij is toch niet dood? :( het is echt vreselijk dat kinderen met andere kinderen moeten vechten. Tjeez, wat een eikel is die budhev :gr:
Ik ga maar weer eens ouderwets nakijken om wat zin te geven aan mijn posts :P
Er waren geen boxhandschoenen om de harde botten van de knokkels te verzachten en er waren al helemaal geen beschermende kleding.
bokshandschoenen en kleding is enkelvoud (dus was)
Er was één regel; wie vlucht, is er geweest.
verkeerd leesteken, moet dubbel punt (:) zijn. Erna begint een uitleg.
Zijn blik gleed het afschrikwekkende roze litteken dat over zijn oog en wang liep.
u bent over vergeten;)
De jongen kwam hem bekend voor, ookal wist hij niet waarvan. Er waren niet veel jongeren met zo'n duistere huidskleur hier. De laatste keer dat hij ereen zag was bijna twee jaar geleden, toen hij voor het eerst zag wat een geweer kon aanrichten.
Ookal en ereen zijn los van elkaar
Zo jaagde ze hen, maakte ze hen agressief.
Neee!!!! Het ging zo goed :'( De 'n', aaah!!!!! :mrgreen:
Alsof je een paard met een zweep opjaagde, en ja die was er ook, gedragen in Budhev zijn handen nog netjes opgerold, maar voor hoelang?
deze zin is te lang. En maak er please Budhevs handen van!!!1 *kijkt smekend*
Het dook in een, zijn handen legde hij over zijn hoofd.
en in een is weer aan elkaar
Botten kneusden pijnlijk mee.
Botten klinkt hier raar, ik zou er huid van maken.
Milan maakte zich alleen maar kleiner dat was het enige wat hij deed.
Ik zou de zinsvolgorde aanpassen. Dit is nu niet echt één zin, maar ook niet twee.
Zijn huid werd over de grond van zijn vlees geschraapt.
Ik moest echt drie keer lezen voordat ik begreep wat er stond. Misschien kun je de woorden in een iets andere volgorde zetten?
Hij had geraakt, hij had dit aangericht.
Ik mis hier een persoon, een iemand (hij had geraakt)
Een voet maakte connectie met zijn maag.
Persoonlijk vind ik dit niet mooi lezen, het is te afstandelijk, te zakelijk. Dat zijn juist twee woorden die niet passen bij een gevecht
Tranen probeerde het vuur te stoppen.
NEEE!!!! niet nog een keer :(
Wankelend van pijn en het gemis van een zintuig.
Hier mist het woordje 'met'
Konden zijn ogen niet door het traanvocht zien, alleen zijn trommelvliezen konden nog perfect horen.
Ik vind het eerste gedeelte (konden zijn ogen niet door het traanvocht zien) heel mooi, maar het tweede gedeelte is een beetje vreemd. Je suggereert dat Milan ook met andere zintuigen hoort en dat is een beetje vreemd :P bovendien ruikt hij ook nog goed, voelt hij goed en proeft hij (neem ik aan) goed. ik zou alleen vervangen door 'maar'
Een hand streek over de jongen zijn haren, dat kon Milan nog zien.
Over de haren van de jongen, of over de jongens haren. Het eerste klinkt mooier. Ik weet dat het goed ABN is, maar het leest veel fijner en staat veel beter als je het veranderd.

De poes die op mijn kamer lag is plotseling hyperactief geworden en probeert zo veel mogelijk geluid te maken met haar belletje. Ze zat net achter haar eigen staart aan XD Supercute :sweet
Ik vind je echt een goed verhaal hebben. Alles is echt voor te stellen en je personages (behalve budhev :gr: ) zijn heel menselijk. Een :app: voor jou xD
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Hahah danku :D ooh ik vond net dat die ssen in plaats van zijn zo goed ging xD hea toch weer één over het hoofd gezien... pff ben nog druk bezig om het mezelf aan te leren... en werkwoordsfoutjes had ik hier wel verwacht.. weet niet las de hele tijd al over alles heen toen ik het zelf nakeek *-) hmpff..

oh ps. over die bokshandschoenen lijkt me toch echt dat dat er twee zijn :O ? er was geen bokshandschoenen, dat klinkt niet in mijn oren xD

Morgen heb ik weer een nieuw stukje :D ( zodra ik die heb nagekeken xD, Met Carpe Diem haar idee erin xD wahaha )
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Dan ook nog commentaar geven op mijn commentaar. Dan moet ik weer commentaar geven op het commentaar dat jij op mijn commentaar gegeven heb :gr: :mrgreen:
Nee, u leest het helemaal verkeerd, ik was ook niet zo duidelijk. Het klopt idd dat de handschoenen er twee zijn, maar mijn commentaar was gericht op de tweede waren
Er waren geen boxhandschoenen om de harde botten van de knokkels te verzachten en er waren al helemaal geen beschermende kleding.
Dit moet zijn: "Er waren geen bokshandschoenen om de harde botten van de knokkels te verzachten en er was al helemaal geen beschermende kleding."
Kleding is geen meervoud.
Maar omdat ik zo goed van hart ben, vergeef ik je dat je commentaar op mijn commentaar durfde te leveren. Wel graag je excuses aanbieden he ;) :P
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Oke dan heb je gelijk :) xD

EXCUSES Het spijt me... Ik ga op mijn knieeen voor je om vergeving te vragen.
Het spijt me, vergeef me, ik kon het echt niet laten.. tralallala :angel
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Daar ben ik weer :P, hm ik vroeg me af of jullie al een idee hebben gemaakt wat Martin in dit verhaal doet P hehe lekker neiwusgerig. Na nog éébn stukje zal ik steeds kleine tijdsprongetjes maken en dan zijn we bijna door het begin :)
----------------------------------------------------------------------------------------------
Entree 8
Vergeet nooit dat je altijd wakker moet worden uit een droom, je kunt niet eeuwig slapen
Ik droomde vanacht van vrijheid, of iets in die richting. Ik weet dat ik een hoop heldere kleuren zag, vooral blauw en groen. Een hoop blauw en groen. Een luchtballon knalgeel was er ook, ergens op een gegeven moment. Ik wist nieteens wat hij daar deed. Misschien was het een teken. In een luchtballon ben je vrij, zwevend naar de plek waar de wind je toe blaast. Ik ben er bijna zeker van dat ik wel heb moeten glimlachen in mijn slaap, terwijl ik dat droomde. Het kon niet anders. Vrij zijn, dat is toch iedereens wens en dan ook echt vrij zijn zonder enige verplichting. Maar zoals bij iedere droom moest er een einde aankomen. Ik viel. De kleuren waren verdwenen. Het enige wat ik kon zien was een blauw klimrek boven me, vreemd hè? misschien had het iets met mijn jeugd te maken, toen was ik eens van een klimrek gevallen en bleek mijn arm op drie plaatsen gebroken te zijn. Maar waar normaal een val nog geen tien seconde duurt leek het nu wel minuten lang te zijn dat ik viel. Ik probeerde grip te krijgen op mijn onderbewust zijn, mijn ogen te sluiten en te genieten van de vrije val. Alleen is er altijd de klap nog. De klap die je met koudbloed en wijde ogen overeind doet vliegen. Ik heb volgens mij vijf minuten in diezelfde houding gezeten starend in het niets. Ik boog mijn vingers af en toe als bewijs dat het een droom was en geen echte val. Toch wou mijn hoofd het niet geloven. Het vertelde me nog steeds dat ik was gevallen, dat ik mijn vrijheid kwijt was geraakt. Uiteindelijk liet ik me achterover zakken, pompte mijn hart weer langzamer en zakte mijn ademhaling terug in mijn maag.
Het gevoel ging nooit weg, het gevoel dat ik wat verloren had. Het bleef me achternajagen terwijl ik werkte, toen ik s'avonds klaar was en ging eten en toen ik uiteindelijk mijn rustige plekje op de kade weer terugzocht. Uiteindelijk raakte ik zo vermoeid dat mijn gedachten stopten. Ik liep terug naar de basis. Door het hoge hek wat ons beschermde. Ik staarde er na en bedacht me één ding: "We lijken wel gevangenen achter al dat staal"

Amerika; Kamp A.M.G.D., 14-05-2072, 06:00 am

Pijn was het eerste wat door Milans gedachten ging. Zijn hoofd bonkte, scherpe pijnscheuten sneden door de voorste kwabben. Zijn neus voelde verlamd aan, het enige wat hij nog kon voelen was een enorme druk erop. Zijn kaak was stijf en bij iedere beweging leek het ding te breken. Zijn rug en schouder waren nog het ergste getroffen. De huid voelde gezwollen aan onder zijn vingers, het brandde en sneed tegelijk. Spieren rond de wonden weigerde te bewegen. Milan probeerde zijn droge brandende ogen tegen de pijn te sluiten, zelfs dat kostte te veel energie.
"Ik wil weg, ik wil naar huis," de woorden gleden eerder over zijn lippen dan dat zijn hoofd ze kon interpeteren. Het was onwaarschijnlijk. Hij had nooit een kind hier over thuis horen praten, over zijn ouders of vrienden. Het was alsof niemand een ander thuis kende dan dit en alleen Baba iedereens vader was. Maar dat was niet zo, Milan had ouders. Zijn ouders waren alleen dood. Kon hij nog ergens heen? De man met het grijsblonde haar, de man die hem een zonnebril gaf, misschien kon hij daarheen? Nee, die man had hem hierheen gebracht. Hij was even slecht.
Misschien sprak daarom niemand over thuis, omdat er niets anders was buiten deze ijzeren hekken. Voorzichtig probeerde Milan op zijn rug te rollen. Hij klemde zijn kiezen op elkaar om de pijn te verbijten. Zijn ogen vielen op de deur. Zonnestralen kropen tussen de kieren door. Het werd ochtend er zou weer een dag voorbij gaan. Zijn blik ging naar de zonnebril die naast zijn bed lag. Baba was het ding in eigen persoon naar hem komen brengen. Zoals altijd was Baba's grote hand door Milans zwarte haar gegaan. "Mijn zoon." Er waren maar twee benamingen die Baba voor hem had, Duivel en zoon. Twee woorden die Milan vanuit het diepste van zijn hart verachtte.
Het licht onder de kieren werd feller. Milan zette de zonnebril op. Was hij nog in staat om nog een dag te overleven? Of beter gezegd wou hij nog een dag overleven. De bel schalde weer over het terrein. Ze stonden als zombies op. Allemaal liepen ze met verkrampten spieren de barak uit. Kreunende geluiden begeleidden hun passen. Voedsel wat voor hen werd neergezet werd zonder proeven naar binnen gegooid. Ze schrokten om hun hongerige magen te vullen. Uiteindelijk kregen ze alleen nog maar meer honger. Milan keek naar de sleur. Hoe de kinderen gedachteloos rondliepen. Het was het slimste wat je kon doen, niet denken, maar doen. Milan was nooit de doener geweest. Hij speelde het liefst zittend; bouwdozen makend, tekeningen. Hij haalde zijn vingers door zijn al lege kom. Hij kon niet zijn wat de kinderen hier waren. Hij wilde dat niet zijn. Hij wilde weg. En hij zou weggaan, vannacht in de duisternis. Het was zijn enige optie.

Planken kraakten protesteerde onder het gewicht. Het was net als in tekenfilmseries waarbij ieder geluid als een donderslag klinkt. Ogen schoten keer op keer naar de slapende vormen, vol angst en spanning. Ze mochten niet zien, dan was hij er geweest. Kraak, piep. De deur was binnen hand bereik. Vingers strekten naar de hendel. Koud metaal activeerde de tastzintuigen. Het openen van de deur leek met een explosie gepaard te zijn. Het piepende geluid van de scharnieren bleef door de ruimte echoën, niets leek het lawaai te dempen. Ogen schoten weer achter zich, maar nog steeds gingen de onbewuste lichamen in de bedden zachtjes op en neer in een diepe slaap. Een zucht van verlichting klonk over het zachte ruizen van de buitenlucht. Voetstappen vormden in het stof. De harde ondergrond van het terrein maakte alleen een zacht knisperend geluid onder het zicht van de maanloze nacht. Het was pikdonker, het enige licht wat zichtbaar was, waren kleine lampjes die aan de palviljoens zaten. Te weinig om de zwarte schim over het terrein te zien bewegen. De wachten stonden nietsziend bij de poorten. Hun ogen staarden recht vooruit en hun geweren lagen in rust over hun schouders. Hun oren waren gespits naar geluid, maar het knisperen van de grond was te zacht voor hun menselijke oren. Milan stopte pas met lopen toen de wachten verdwenen waren achter de gebouwen. Zijn ogen vielen op het hek voor hem. Er was geen enkele mogelijkheid om erover heen te gaan, er doorheen was net zo min een optie, dus bleef er een ding over: Eronder door. Met lange halen schoof hij het zand weg. Het bovenste losse zand week zonder enige krachtinspanning. Het was de laag daaronder die problemen gaf. De harde versteende grond gaf in geen mogelijkheid mee voor de zachte handen. Pijn trok door zijn armen heen van de krachtinspanning. Zijn nog beurse rug protesteerde bij iedere aanspanning. Hij beet op zijn lippen en zette zijn vingers in de harde ondergrond. Het zand schraapte onder zijn nagels. acht krassen verschenen over de bodem. Milan onderdrukte de neiging om zijn handen te wapperen. Hij moest doorblijven gaan. Steentjes trokken de nagels van de huid af. De vingers kneusden van de tegendruk maar niets was zo erg als wat hij al doorstaan had. Hij moest weg, dat was het enige wat hij nog wist. Weg van deze plek. Weg van de pijn en van de angst. Zijn hoofd was zo druk met het graven dat hij nooit het knisperende geluid van steentjes achter zich hoorde. Dat hij geeneens de ademhaling die steeds dichterbij kwam merkte. Één tel was te laat. Zijn mond werd overlapt door een hand en zijn keel omvat door een benige arm. In paniek probeerde de jongen te schreeuwen, te schoppen en te slaan. HIj was machteloos tegenover de kracht achter hem. ZIjn nek werd een kwartslag omgedraaid. Milan kon zijn luchtpijp voelen afsluiten. Lucht! hij had lucht nodig. Achter de hand probeerde hij naar adem te happen, zinloos. Zware teugen oxide liet hij snuivend door zijn neus naar binnen glijden, de helft ging verloren in de vernauwde luchtpijp. Zijn wereld werd duizelig om hem heen. Het enige wat hij nog merkte waren zijn longen die schreeuwden om zuurstof. Ze brandden in verlangen. Milan probeerde in een laatste poging de arm om zijn nek weg te trekken. Er was geen energie meer om zijn spieren aan te spannen. Zijn handen vielen slap langs zijn lichaam, zijn ogen staarden nog met een laatste wazige blik naar het hek voor hem. Zo dichtbij. Zijn wereld werd in zwart gedompeld.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Entree 9
Bewaar iedere vriend die je hebt gemaakt dicht in je hart, eens zul je ze weerzien.
Vandaag is een blijdedag. Vandaag zijn oude vrienden teruggekomen. Ik heb vast wel een keer verteld dat ik vriendschap had gesloten met een paar soldaten. Na drie jaar in een kamp te hebben gezeten gebeurd dat als vanzelfsprekend. Lorenzo was de naam van een van die vrienden. Hij was je typische Spaanse kerel, die vrouwen al snel met "Hot" benoemen, of althans dat gilde mijn dochter altijd uit. Hij had zwarte krulletjes, een getinde huid, brede kaaklijn en donkerbruine puppy ogen, dus ja echt je typische Spanjaard. Hij kwam gelijk mijn kamertje in de kazerne in gelopen, zodra hij aangekomen was. Eerst had ik beledigd willen reageren, toen ik de jongeman nog niet had gezien en alleen iemand brutaal mijn deur had horen opengooien. Tot ik mijn welbekende oude bijnaam hoorde: "Hé Doc," ik besefte meteen wie het moest zijn.
Ik ben dolblij met de verandering. Misschien moet ik nu wel mijn rustige avondjes aan de kade inruilen voor potjes poker in de zaal, maar dat heb ik er wel voor over.
Dit was niet de enigste verrassing die ik kreeg. Kennen jullie Mario nog? Het weesje wat ik in het kamp onder mijn hoede had genomen. Ik had verwacht dat ik hem nooit meer zou zien toen ik naar 'La Salvación' vertrok. Lorenzo heeft hem meegenomen. Ik weet niet hoe hij het geflikt heeft. Ik ben hem eeuwig dankbaar dat hij het heeft gedaan. Het is heerlijk om het kleine vrolijke weesje weer aan mijn zijde te hebben. Het verlicht de werkdruk om me heen. Ik heb besloten om binnenkort een thuis voor de knul te gaan zoeken. Met zijn medische kennis die hij heeft opgedaan bij mij, moet ik toch wel in staat zijn om iemand te vinden die hem wilt hebben. Tot nu toe geniet ik nog even van zijn vrolijke aanwezigheid. Ergens zou ik hem wel naar mijn eigen thuis willen meenemen. Ik denk dat me vrouw me zou vermoorden als ik het deed en mijn dochter in een eeuwige tirade zou vallen, maar de verleiding blijft erg groot. En misschien als ik echt geen thuis voor Mario hier kan vinden, kan ik hem alsnog meekrijgen. Ik weet zeker dat mijn gezin zijn diepbruine puppy ogen niet kan weerstaan.


Amerika, Kamp A.M.G.D., 15-05-2072, 02:05 am

"Ssst."
"Haal hem hier weg."
"Nee!"

Stemmen.

"We zullen gestrafd worden!"

Wie waren dat?

"Hij is mijn vriend!"

Vriend? wat was een vriend."

"Waar heb je het over? Geef hier. Ik dood hem zelf."

Nee!

"Zet één stap dichterbij en ik steek een mes door je strot."

Milan zijn ogen vlogen wagewijd open. De wereld om hem heen tolde. Vormen draaiden voor zijn ogen. Wazige zwarte vlekken verpestten zijn beeld. De stemmen verdwenen, maar hij wist nog wat ze hadden gezegd. Ze wouden hem dood hebben. Hij moest hier weg, vluchten. Gehaast kroop hij voor de wazige vormen voor hem weg. Zijn rug botste tegen een muur. In de val.
"Rustig maar, Milan," de stem was zo rustig en harmonieus. Milan kon de stem maar aan één persoon linken. "Mama?"
Zijn wazige blik gleed over het figuur van de persoon voor hem. Tranen welden op in zijn ogen.
"Mama."
"Sst, stil maar," Dunne armen wikkelde zich om zijn lichaam. Milan bleef snikken. Hij kon niet begrijpen dat ze hier was. Mama hoorde dood te zijn. Was hij in de hemel?
"Ssst Milan, ik ben er."
"Laat hem zijn bek dichthouden," Een scherpe jongensstem verbrak het moment. Milan leek direct uit zijn droom te ontwaken. Het was niet zijn moeder die haar armen om hem heen had geslagen. Hij was niet thuis, of in de hemel. Hij was niet veilig.
Zijn angstige ogen staarden naar het meisje dat hem vast hield. Ze kon niet veel ouder dan hem zijn. Met benige armen en wild kort blond haar. Hij staarde recht in haar bezorgde grijs/blauwe ogen. Zijn blik schoot naar een andere plek in de kamer waar een stevige jongen stond met gemillimeterd zwart haar, niet zo zwart als dat zijn eigen haar was meer grijzig. Zijn bruine ogen keken fel terug, tanden in een sneer ontbloot.
"We doen je niets, Milan," het meisje stak haar hand naar hem uit. Verschrikt kroop Milan nog iets verder weg.
"Spreek voor jezelf."
Milans rode ogen schoten weer naar de jongen die naast het bed stond. Naar de zieke, bloeddorstige blik die de jongen hem gaf. Hij was zoals de oudere kinderen, zoals de rekruten, alleen leek hij nog te jong.
"G..Ga.Ga weg," wist Milan uit te sputteren, maar de jongen bleef staan.
"Milan rustig,"
Milans ogen vlogen weer terug naar het meisje. Hoe wist zij zijn naam? Zijn naam was in jaren al niet hardop gezegd. Een derde persoonn kwam in Milans beeld te voorschijn. Één met een duistere huid. Milan hapte naar adem. Het was de jongen met het afgrijselijke roze litteken over zijn oog. De jongen waartegen hij verloren had.
"Hij is Shetani," bromde de jongen. Zijn eeltige vinger wees naar de kleine Milan.
"Hij is mijn vriend," siste het blonde meisje terug. Ze bewoog haar lichaam iets voor Milan, hem afschermend tegen de twee grotere krachten. De donkere jongen deed een stap naar achter. "Hij is Shetani. Hij moet weg," zijn stem straalde een kracht uit die niet bij een kind hoorde.
"Hij gaat niet weg, Haruni," waarom bleef dit meisje hem beschermen? de kinderen hier waren medogenloos, ze zouden niet stoppen voor haar toch? Tegen alles in wat Milan wist over dit kamp kropen de twee jongens één van de bedden in. Ze keken niet meer naar hem om. Ze luisterden naar dit meisje. Milan kon alleen maar geschokt toekijken. Geen straf, geen pijn?
Het blonde meisje draaide zich naar hem toe. Een glimlach glansde om haar lippen.
"Ik ben blij dat je hier bent, Milan. Ik was bang," ze nam een korte pauze en staarde in haar schoot. "Ik was bang dat je dood was."
Milan kon alleen maar verward staan staren naar het vreemde meisje. Wie was zei, hoe kende ze hem? En het belangrijkste waarom gaf ze om zijn lot? Niemand gaf hier om elkaar.
"Kom, ga slapen," Ze pakte zijn hand vast en begeleidde hem langzaam tot hij in het bed lag.
Ze bleven elkaar al liggend aankijken. Zijn hand opgesloten in dat van het meisje. Haar warmte was geruststellend en even voelde hij zich als een normaal geliefd kind.
"Ik hou mijn beloftes, Milan. Pinkiezweer." Ze glimlachte naar hem voor haar ogen zich sloten voor de nacht. Milan bleef haar alleen aankijken. Een heel klein verlegen glimlachje verscheen over zijn lippen.
"Nienke."
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Ik wou de vorige keer al een reactie plaatsen, maar er kwam iets tussen. Weet niet meer wat, hmm... Jeej, Milan gaat niet dood en vindt zelfs Nienke terug :D Love it. Egeinlijk dacht ik dat Nienke dood was. Ik ben inderdaad benieuwd wat Martin met het verhaal te maken heeft. En als dit pas het begin is, wat is dan de rest? Ik was eingelijk wel vergeten wie Mario was :angel Ik vind trouwens die onderschriften onder je entree's heel mooi :D
Ik ben weer wat foutjes tegengekomen. Ik begin een patroon te herkennen: aan het begin maak je veel fouten en aan het einde verdwijnen ze allemaal. Vreemd he? xD
Vandaag is een blijdedag.
blije dag
Vandaag zijn oude vrienden teruggekomen.
De zin klopt wel, maar leest een beetje vaag, alsof er een woord mist. Ik zou er tussen zijn en oude vrienden neerzetten
Hij was je typische Spaanse kerel, die vrouwen al snel met "Hot" benoemen, of althans dat gilde mijn dochter altijd uit.
Je is volgens mij een typefout. De of en de komma mogen weg
Hij had zwarte krulletjes, een getinde huid, brede kaaklijn en donkerbruine puppy ogen, dus ja echt je typische Spanjaard.
Getinde huid? Haha, dat heeft hij een metaalachtige huid die van tin is gemaakt :D moet getinte zijn =) hier staat weer de je. Staat weer een beetje vreemd
Hij kwam gelijk mijn kamertje in de kazerne in gelopen, zodra hij aangekomen was.
Dit kun je beter omdraaien, dan leest het lekkerder weg. Zodra hij aangekomen was, kwam hij gelijk mijn kamertje in de kazerne in gelopen
Eerst had ik beledigd willen reageren, toen ik de jongeman nog niet had gezien en alleen iemand brutaal mijn deur had horen opengooien.
Ook deze zin loopt niet zo lekker. toen ik iemand brutaal mijn deur opengooide, wilde ik eerst beledigd reageren, maar toen had ik de jongeman nog niet gezien.
Ik denk dat me vrouw me zou vermoorden als ik het deed en mijn dochter in een eeuwige tirade zou vallen, maar de verleiding blijft erg groot.
Mijn vrouw of m'n vrouw, maar nooit me vrouw. En volgens mij geef je een tirade en val je er niet in ;)
Dunne armen wikkelde zich om zijn lichaam.
:cry:
Hij staarde recht in haar bezorgde grijs/blauwe ogen.
Als je het zo zet, lijkt het alsof je kunt kiezen tussen grijs of blauw. Grijsblauwe mag ook hoor =)
Zijn blik schoot naar een andere plek in de kamer waar een stevige jongen stond met gemillimeterd zwart haar, niet zo zwart als dat zijn eigen haar was meer grijzig
Het laatste stukje snap ik niet helemaal, ik denk dat je het zelf wel ziet als je het nog een keer leest
"G..Ga.Ga weg,"
Als je iemand wilt laten stotteren, gebruik je meestal - of ... een punt staat namelijk niet zo mooi. Dan lijkt het alsof de zin is afgelopen terwijl je zin eigenlijk nog doorgaat.
"Ik hou mijn beloftes, Milan. Pinkiezweer." Ze glimlachte naar hem voor haar ogen zich sloten voor de nacht. Milan bleef haar alleen aankijken. Een heel klein verlegen glimlachje verscheen over zijn lippen.
Dit vond ik zo lief :sweet

Aaah, ik wil meer xD
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Ik heb een heel vreemd concentratie vermogen =/ is dat mogelijk? dat ik in het begin geen concentratie heb aan aan het einde wel xD. hahah
Ooh, ik heb alles al gewoon al uitgewerkt en dan is het best frustreerend dat ik daar nog niet ben xD.
Het verhaal bestaat ong. uit vier etappes. Dit is etappe 1 :) Martin zijn doel komt pas in etappe vier naar voren :( das ook jammer. Poeh, dan moet ik wel een hooop dagboekentree's verzinnen.
Oh en daarna komt er nog een tweede deel xD Maar die lijkt me echt super gaaf om met iemand samen te schrijven xD.

oh en super leuk dat je mijn quotes leuk vind :D ( meestal verzin ik ze in de laatste seconde dan gaa het echt zo van. OH shit quote! :P

hmm... ik zit nu met een klein dillema omdat ik even kwijt ben hoe ik vanuithier verder wil. Ik wil ergens nog zijn band met Nienke laten zien.. maar ergens ben ik bang dat ik in herhaling ga vallen =/ en dat willen we niet xD
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Als je het gewoon opschrijft, dan kunnen wij oordelen en als wij vinden dat je in de herhaling valt, kun je het deleten. Is miischien wel extra werk, maar dan weet je meteen hoe wij het lezen ;)
Misschien is je concentratievermogen aan het begin minder omdat je dan nog niet zo in je verhaal zit?
Martins doel komt pas in etappe 4 naar voren? Oeh, das lang. Ik vond mijn motief van Jonathan al lang (dat komt trouwens heel erg dichtbij). Het is leuk en frustrerend tegelijk als mensen het geheim niet weten. Je hebt een soort gevoel van macht omdat iedereen het zich afvraagt, maar tegelijkertijd ben je bang dat ze het raden. Ik weet niet of dat bij jou zo is hoor ;)
Vind jij het trouwens ook heel erg moeilijk om personages dood te laten gaan? En dan bedoel ik niet de personages die twee alineas voorbij komen, maar die je echt uitgewerkt hebt? Als er geliefde personages in een boek doodgaan en dat wordt mooi beschreven, moet ik altijd een traantje wegpinken en vraag ik me altijd af waarom. In een van mijn verhalen die in mijn hoofd zitten, had ik een van de grote personages laten doodgaan en miste ik hem na een tijdje. Hoe vreemd is dat? xD
Maar je verzint die quotes gewoon zo? Dat vind ik echt heel knap :huh zelf zou ik dat nooit kunnen, ben niet zo dichterlijk aangelegd. Ik kan geen dingen mooier maken die ze zijn. Dus :app: voor jou =D
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

Echt verzin je de qoutes zelf?!
Ik dacht dat je ze ergens vandaan haalde, zo mooi vind ik ze :P

En ik ken wel het gevoel van in het begin minder inspiratie en op het eind heel veel. Bij komt het omdat ik, ja, het begin wat minder interessant vind en op het eind meer gebeurd en dan wil ik heel graag meer naar het einde toe, maar daarvoor moet ik eerst nog door het beginstuk heen.
Zoiets. x]

En ik ben benieuwd wat er allemaal nog gaat gebeurden, want we hebben het nu natuurlijk alleen over Milan, behalve in het begin, waar Martin zich voorstelt.
Vraag me af hoe Martin dan met Milan in contact komt.
Of gebeurd dat niet? :angel
*is nieuwsgierig*

En op het laatst, dat is Nienke, ja toch? =D
Vond het zo'n lief stukje. :sweet
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Heheh nou ik kan je verklappen dat dit verhaal uit vier etappes bestaat, en er daarna nog een vervolg komt :P Maar we zijn nnu bij etappe één: Kamp A.M.G.D. Maar de etappes worden wel steeds iets korter, denk ik.
En Martins rol wordt pas helemaal op het einde verklaard :P hehehe xD

En ik kan wel lieve stukjes schrijven (A) hahah xD

Ik moet mijn excuses maken, als er nog een hoop vage zinnen of spelfouten in staan.. maar mijn hersenen hadden een soort van korstsluiting xD en denken ging niet meer zo goed.. maar ik wou zo graag plaatsen xD
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Entree 9
Een spel verkozen als kind, legt het beeld vast van een later bestaan.
Kinderspelletjes, zo leuk en schattig toch? Dat is wat iedereen altijd zegt, maar soms vraag ik me af of die mensen wel kijken wat die kinderen aan het spelen zijn. Of de manier waarop ze met elkaar omgaan. Ik ben vandaag met Mario naar het strand geweest. Gewoon om hem een dagje genieten te geven. Er waren meer mensen op het strand, ergens harstikke logisch. Ik bedoel de zon scheen hoog in de lucht geen wolkje te bekennen, heerlijk strandweer. Maar als ik dan daar tussenloop lijkt het net of die mensen geen enkel besef van de oorlog om hen heen hebben en dat, terwijl Spanje al zo zwaar getroffen is.
Dit was niet waar ik over wou schrijven.
Nee, kinderspelletjes, dat is mijn onderwerp. Ik bekeek Mario toen hij met twee andere kinderen begon te spelen. Ik was blij dat hij gemakkelijk vriendschappen sloot, dat zou hem later goed doen. Ik heb nooit echt gezien wat hij aan het doen was, dat ontdekte ik pas toen hij trots naar me toe kwam. Hij liet me een emmertje zien die midden in de zon stond. Er kwamen rare geluiden uit, alsof iemand aan het frituren was. Ik had er vreemd in gekeken, mijn wenkbrauwen schoten omhoog toen ik zag wat erin zat. Overal kriebelde dunne pootjes, schalen gleden over elkaar heen en bubbeltjes bruisden op. Krabben. Heel veel krabben die aan het koken waren in de bloedhete zon. En drie kindertjes die eromheen stonden met enorme grijnzen, vrolijk in hun handen klappend van de geluiden die die arme beestjes maakten. Ja, kinderen zijn van nature wreed. Of beter gezegd mensen zijn dat. Ik bedoel hoeveel actie films zie je wel niet op tv. Hoeveel mensen zie je wel niet juigen als er lekker veel bloed in voor komt. We genieten van pijn, of we dat nou onbewust en bewust doen. Zo zijn we nou eenmaal geschapen.


Amerika; Kamp A.M.G.D., 16-05-20712

De plotseling verdwijnende warmte was hetgene wat Milan die ochtend wekte.
"Hier." een hand drukte een voorwerp tegen hem aan. Door zijn met slaap verdikte ogen spiekte Milan naar de persoon voor hem. Blonde ruig afgeknipte haren, een mager lichaam, grijzige ogen; Nienke! Meteen schoot hij omhoog. Hij staarde haar met open ogen aan. Ergens kon hij niet geloven dat ze hier echt was, dat ze dit was. Ze was niet meer hetzelfde meisje als twee geleden. Haar ogen waren scherper en killer geworden, haar wangen waren ernstig ingevallen van het voedselgebrek. Over haar armen kon hij iedere pees zien lopen, er was geen vlees wat ze verborgen hield. Haar kleren hingen om haar lichaam heen, ondanks haar lange gestalte waren ze veel te groot voor haar.
De bel klonk weer over het terrein. Verschrikt wendde Milan zijn blik van haar af. Hij keek naar de kinderen die uit hun bedden kropen en naar de uitgang liepen. Het waren er veel minder dan hij gewend was. Het waren ook veel oudere dan hij gewend was. Zijn blik vloog terug naar Nienke die dichtbij de bruine jongen stond, Haruni was zijn naam? En toen besefte hij het pas. Hij was niet op zijn eigen slaapplaats. Dit was één van de andere gebouwen.
Hij keek toe hoe Nienke als laatste naar de uitgang liep. Ze gaf hem een blik dat hij moest volgen. Zonder klagen deed hij precies dat, braaf volgen.
De kinderen om hem heen waren ook niet de kinderen die normaal om hem heen waren. Deze waren stuk voor stuk zoveel enger. Milan observeerde ze. Hun huiden waren aan alle kanten opengereten. Één mistte een shirt. Milan kon de donkerrode strepen over zijn rug zien lopen. Hoelang zouden deze kinderen al in het kamp zijn? Vast een stuk langer dan hij was. Een tweede bel ging over het terrein. Etenstijd was voorbij. Als één man stonden de kinderen stoïcijns op. Milan volgde precies zoals hij geleerd had. Hij kon Nienkes blik in zijn rug voelen brandden terwijl hij liep, maar er werden geen woorden gesproken.
Budhev wachtte hen op. Zoals altijd stond hij daar weer, hoog boven hen uitstekend. Zijn tanden ontblootten in een glimlach zodra hij Milan zag.
"Hallo, kleine duivel, kom je ons vergezellen."
Milan moest de neiging onderdrukken om dichter naar Nienke te kruipen. Waarom was het altijd hij die Budhev aansprak.
"Attentie!" Milan schrok op van het plotselinge bulderende geluid wat Budhev maakte. Hij was de enige die niet strak en recht op een lijn was gestaan. Heel even keek hij verward naar de mensen naast hem, voor hij dezelfde positie innam. Als Nienke het deed moest hij het ook wel doen. Kinderen kwamen aangevoerd, één voor één met grote ogen en ingekropen lichamen. Ze werden voor hen geplaatst, onwetend over wat er met hen zou gebeuren. Een stok werd tegen Milan zijn borst aangedrukt. Hij greep het ding voor het tegen de grond zou kletteren. Zijn ogen gingen naar de rij naast hem, zich afvragend wat hij met de stok moest doen. Ze stonden daar nog even star, alleen nu werden ze vergezeld met een houten stok.
"Mijn mannen," Budhev sprak hun rij aan. De rij van de stoicijnse soldaten, niet die van de bange kinderen. "Deze kinderen hier zijn lafaards. Ze zijn niet mans genoeg om pijn met open ogen aan te staren," Hij liep langs de angstige kinderen heen. Zijn handen streken over hun hoofden, ieder dook weg voor zijn aanraking. Bij het laatste kind bleef hij stil staan. "Dus leer ze wat pijn is. Leer ze het met open ogen aan te staren."
Een huivering ging over Milans zijn rug. Onbewust wist hij wat het commando was van Budhev inhield, maar zijn hersens wouden het niet duidelijk vertalen.
"Nu!"
Één blik op de grauwe bruine ogen voor hem was genoeg om Milan te verlammen. De schreeuwen naast hem klonken op, maar hij had nog geen pas verzet. Hij staarde alleen rillend naar het jongetje voor hem, degene met het muisbruine haar die dagen geleden zijn voedsel had opgegeten. Hoe konden die andere zo genadeloos blijven slaan. Zelfs Nienke, hij kon zelfs Nienke een stok naar het kind voor haar zien heffen. Ze had haar ogen dichtgeknepen, maar ze sloeg door. Milan keerde zich van alles weg. Hij weigerde dit te doen. Hij weigerde de martelaar te zijn. Zijn stok viel met een zachte tik op de grond. De jongen met het muisbruine haar keek hem met grote ogen aan, verward dat hij niet hetzelfde lot zou ondergaan als zijn medegangers.
"Stop!" Budhevs stem galmde over het terrein. Iedereen stopte. Hun ogen waren op Budhev gericht, maar al snel vonden ze het jongetjes die daar met een gevallen stok stond.
"Duivel, waarom deed jij niet wat je werd opgedragen?" Budhevs stem klonk gevaarlijk dicht bij hem. Milan bleef naar de grond staren. "Dit is slecht," wist hij in een zwakke fluistering uit te brengen. Een stok werd in zijn knieholtes geslagen. Hij wist zich nog net op zijn handpalmen op te vangen voor hij de rode ondergrond in zijn gezicht zou hebben.
"Dit is Godswil!" Milan kon zijn haren uit zijn schedel voelen trekken, terwijl Budhev hem eraan omhoog trok.
"God heeft machtige krijgers nodig die voor hem strijden. Jullie moeten leren om die krijgers te zijn." Milan probeerde zich vrij te wrikken van de man zijn greep.
"Dan is God slecht!" wist hij piepend uit te brengen. Met een klap werd hij weer tegen de grond gesmeten.
"Praat niet zo over onze Here, Duivel. Anders zal hij jou nog afstraffen." De woorden werden in zijn gezicht gespuugd. Milan veegde de tuf van zich af. Met verharde blik keek hij terug naar Budhev, voor het eerst keek hij de man recht in een gesprek. Hij ontmoette een glimlach en een twinkeling in de ogen. Het was bijna enger om te zien dan Budhevs woedende blik.
"We gaan een spelletje spelen."
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Go Milan, go Milan :D Hij heeft ballen gekregen xD Ik vind trouwens die Budhev enger en enger worden. Hij is zo onvoorspelbaar dat het angstaanjagend is :?
Weetje, eigenlijk heb ik geen opvallende fouten gezien, behalve :
Waarom was het altijd hij die Budhev aansprak.
Nu lijkt het alsof Milan Budhev telkens aanspreekt.

Maar dat was de enigste fout die me echt opviel. Je gaat vooruit :D Misschien moet je vaker kortsluiting in je hersenen hebben xD
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Plaats reactie

Terug naar “Het Oorlogspad”