
________________________________________
De Gans liep verleidelijk. Ze danste bijna. Haar veren waren zo wit als pas gevallen snauw en haar snavel was smal. Ze keek een beetje arrogant uit haar ogen, maar dat zag hij niet eens. Nee, de Raaf was betoverd door haar aanblik. Ergens uit de bosjes speelde Bever op zijn viool en de Raaf keek achterom. Hij was eerst aan de Gans voorbij gelopen, maar nu dacht hij: “Dit is mijn kans.” Hij zag ook de Gans achterom kijken en keek weer voor zich. Voorzichtig keek hij nogmaals om. De Bever speelde een wals, maar dan een vrolijke. niet zo'n saaie ouderwetse. Zou de Raaf haar ten dans durven vragen? Zij stond stil en hij liep naar haar toe. Eerst draaide hij speels een paar rondjes om haar heen, en toen pakte zij zijn hand. Hij begeleidde haar in een zwierige dans.
Na een tijdje hield de Bever op met spelen. Hij was moe geworden en had niet gemerkt dat er twee vogels op zijn muziek dansten. Toen de muziek stopte keken de twee elkaar aan en wisselden hun adressen uit. De Raaf was door de schoonheid van de gans geïmponeerd en ging tot over zijn oren tevreden naar huis. Ook de Gans kon haar geluk niet op.
Op de weg naar huis zag de Raaf een andere witte vlek. Ze had haar vleugels uitgespreid en haar hals sierlijk in een krul. Eerst dacht hij dat het de Gans weer was, maar toen merkte hij dat deze vogel groter was, groter en nog mooier dan de ander. Het was een grote witte zwaan. In één klap was hij de Gans vergeten en vroeg de Zwaan ten dans. Ook hoewel de Bever hier niet op zijn viool zat te spelen. De Zwaan keek eerst een beetje raar op, maar liet zich door de Raaf leiden.
Op een andere plek, zo'n vijfhonderd meter verderop, speelde een soortgelijk verhaal zich af. De Gans, die zo overdonderd was door de raaf, keek niet goed waar ze liep. Ze botste tegen iets op en wilde eromheen lopen, maar merkte toen dat het een andere vogel was. Ze keek hem aan en zag een grote, stoere Ekster voor zich staan. Ze schudde haar veren uit en probeerde de Ekster te verleiden. Hij keek haar een beetje gefascineerd aan en liet zich makkelijk overhalen met haar te flirten.
Beide, alsof het gepland was, vroegen op hetzelfde moment een verloving aan met de twee kanjers die ze net ontmoet hadden. Verbazend genoeg stemden beide ook nog eens toe, nu waren ze dus verloofd!
Ze namen afscheid van elkaar en liepen verder richting hun huis. Ze hadden afgesproken elkaar snel weer te zien. De Zwaan en de Ekster liepen in de richting van elkaar. Toen ze elkaar zagen, stonden ze stil. Ze keken elkaar een tijdje aan. Toen beseften ze dat de verloving een grote fout was. Als ze nog een klein beetje doorgelopen waren zouden ze elkaar tegenkomen, precies op de plek waar de Gans en de Raaf elkaar ook ontmoet hadden. De Bever speelde weer, en dit keer was het een romantisch muziekje. De Ekster en de Zwaan keken elkaar nog steeds aan. Toen keken ze naar hun ringen, de verlovingsringen. Ze haalden hun schouders op, haalden de ringen van hun ringveren en gooiden ze achter zich in het zand. Een paar weken later waren ze getrouwd en de Raaf en de Gans hebben ze nooit weer gezien.