Het meisje met het masker
Geplaatst: 11 feb 2011 14:48
Haihai! ;D
Ik ben begonnen met een verhaal, maar ik weet nog niet wat ik ervan moet vinden ofzo. Dit is de eerste keer dat ik een verhaal probeer te schrijven.
Tips zijn van harte welkom! Maar probeer kritiek wel een beetje lief te brengen, anders voel ik me ook zo dom. x]
Het is nog niet veel. Maar als het niks is ga ik ook niet door. (:
Het meisje met het masker.
Inleiding.
Vanessa is een meisje die veel dingen niet goed heeft gedaan. Die te vaak naar haar hart heeft geluisterd en zelden naar haar verstand. Ze heeft niet in de gaten dat alles zo slecht gaat, beseft niet dat ze bezig is zichzelf kapot te maken. Ze overwint vele tegenslagen en obstakels. Maar zal dat genoeg zijn om zichzelf te vinden?
Hoofdstuk 1: Hoe het allemaal begon.
Er klonk harde muziek en veel schreeuwende mensen. Grote walmen rook werden door de ruimte geblazen en verdwenen in de menigte. Overal waren lachende gezichten, mannen die hun lange vettige haren in de lucht gooiden en kreten creëerden die je bang zouden maken, maar hier maakte dat niets uit. Hoe gekker je was, hoe beter je erbij hoorde. Op de bank bij de biljarttafel zat een meisje voor zich uit te staren. Af en toe knikte ze naar de mensen die om de tafel heen stonden, maar daarna staarde ze weer naar de deur. Stefan mocht niet binnen komen, ze wisten dat hij nog geen zestien was, maar dat was zij ook niet. Zij was pas dertien, en toch zagen mensen haar aan als zestien, daar was ze trots op.
Na een paar minuten kon ze er niet meer tegen, fluisterde wat tegen twee jongens en liepen met hun drieën naar buiten. Het was buiten net zo warm en klef als binnen. Wat had zij een hekel aan hartje zomer. Alles was te warm om aan te pakken, in de zon zitten was onmogelijk en je droogde snel uit als je hele dagen buiten liep.
“Vanessa, Stefan is in het park, bij de vijver, hij wil blowen,” zei Dirk tegen haar. Vanessa’s hartje maakte een sprongetje toen Dirk zíjn naam zei, de jongen waar ze zo gek op was. Hij zou haar nooit laten vallen, zou er altijd voor haar zijn, als haar ouders weer eens moeilijk deden, als ze niet naar school wou of als ze verdrietig was. Ja, het was zoals het hoorde te zijn.
“He schatje,” klonk er uit een donkere hoek. Vanessa probeerde haar ogen aan het donker te laten wennen en kon uiteindelijk een silhouet zien onder de donkere bomen, op een bankje. Ze slaakte een gilletje en rende als een bezetene naar het bankje toe, voor ze het wist had ze haar armen om een redelijk kleine jongen met lang haar, verborgen onder een petje.
“Lieverdje!” riep ze blij verrukt. Ze gaf hem een kusje op zijn mond en plofte naast hem neer, alhoewel dat niet al te goed ging, ze had al best wel veel gedronken en was een beetje duizelig. Dirk en de andere jongen, genaamd Sjoerd, kwamen naast haar zitten en keken verwachtingsvol naar Stefan.
“Oh ja, natuurlijk. Ik heb het spul bij me, maar ik kan het niet draaien,” zuchtte hij, terwijl hij zijn rugzak open maakte en er een aantal dingen uitrolde. Een langwerpig dun pakje met een harde buitenkant die je open kon vouwen, een aansteker, een klein rechthoekig kartonnen dingetje die je los scheen te kunnen scheuren en een zakje met een groene plant erin, het zag er gedroogd uit. Het was net alsof, als je het aan zou raken, het uit elkaar zou vallen.
Ik ben begonnen met een verhaal, maar ik weet nog niet wat ik ervan moet vinden ofzo. Dit is de eerste keer dat ik een verhaal probeer te schrijven.
Tips zijn van harte welkom! Maar probeer kritiek wel een beetje lief te brengen, anders voel ik me ook zo dom. x]
Het is nog niet veel. Maar als het niks is ga ik ook niet door. (:
Het meisje met het masker.
Inleiding.
Vanessa is een meisje die veel dingen niet goed heeft gedaan. Die te vaak naar haar hart heeft geluisterd en zelden naar haar verstand. Ze heeft niet in de gaten dat alles zo slecht gaat, beseft niet dat ze bezig is zichzelf kapot te maken. Ze overwint vele tegenslagen en obstakels. Maar zal dat genoeg zijn om zichzelf te vinden?
Hoofdstuk 1: Hoe het allemaal begon.
Er klonk harde muziek en veel schreeuwende mensen. Grote walmen rook werden door de ruimte geblazen en verdwenen in de menigte. Overal waren lachende gezichten, mannen die hun lange vettige haren in de lucht gooiden en kreten creëerden die je bang zouden maken, maar hier maakte dat niets uit. Hoe gekker je was, hoe beter je erbij hoorde. Op de bank bij de biljarttafel zat een meisje voor zich uit te staren. Af en toe knikte ze naar de mensen die om de tafel heen stonden, maar daarna staarde ze weer naar de deur. Stefan mocht niet binnen komen, ze wisten dat hij nog geen zestien was, maar dat was zij ook niet. Zij was pas dertien, en toch zagen mensen haar aan als zestien, daar was ze trots op.
Na een paar minuten kon ze er niet meer tegen, fluisterde wat tegen twee jongens en liepen met hun drieën naar buiten. Het was buiten net zo warm en klef als binnen. Wat had zij een hekel aan hartje zomer. Alles was te warm om aan te pakken, in de zon zitten was onmogelijk en je droogde snel uit als je hele dagen buiten liep.
“Vanessa, Stefan is in het park, bij de vijver, hij wil blowen,” zei Dirk tegen haar. Vanessa’s hartje maakte een sprongetje toen Dirk zíjn naam zei, de jongen waar ze zo gek op was. Hij zou haar nooit laten vallen, zou er altijd voor haar zijn, als haar ouders weer eens moeilijk deden, als ze niet naar school wou of als ze verdrietig was. Ja, het was zoals het hoorde te zijn.
“He schatje,” klonk er uit een donkere hoek. Vanessa probeerde haar ogen aan het donker te laten wennen en kon uiteindelijk een silhouet zien onder de donkere bomen, op een bankje. Ze slaakte een gilletje en rende als een bezetene naar het bankje toe, voor ze het wist had ze haar armen om een redelijk kleine jongen met lang haar, verborgen onder een petje.
“Lieverdje!” riep ze blij verrukt. Ze gaf hem een kusje op zijn mond en plofte naast hem neer, alhoewel dat niet al te goed ging, ze had al best wel veel gedronken en was een beetje duizelig. Dirk en de andere jongen, genaamd Sjoerd, kwamen naast haar zitten en keken verwachtingsvol naar Stefan.
“Oh ja, natuurlijk. Ik heb het spul bij me, maar ik kan het niet draaien,” zuchtte hij, terwijl hij zijn rugzak open maakte en er een aantal dingen uitrolde. Een langwerpig dun pakje met een harde buitenkant die je open kon vouwen, een aansteker, een klein rechthoekig kartonnen dingetje die je los scheen te kunnen scheuren en een zakje met een groene plant erin, het zag er gedroogd uit. Het was net alsof, als je het aan zou raken, het uit elkaar zou vallen.