Liefde.

Strijk hier neer om te zwijmelen in het maanlicht over de Liefde en Romantiek.
koperen kees

Liefde.

Het was een klamme rustige avond, na een dag met de zon achter een gesloten wolkendek. Ik zat op een rieten stoel aan een tafeltje op het terras van een hotelletje in een klein dorp. Een gezellig terras met plantenbakken, vol met rode, gele en blauwe bloemen en schaars electrisch licht stralend uit staande lantaarns. Prachtig dat licht op die bloemen, maakt vrolijk en gezellig. Er waren nog meer gasten op het terras, meestal echtparen van middelbare leeftijd. Kennelijk hadden ze een vermoeiende dag met zwemmen en wandelen achter de rug, want de meesten keken zwijgend voor zich uit en genoten van de stilte.

Op het terras had ik uitzicht op een weids landschap met her en der een boerenhoeve, omgeven door hoge bomen. In de verte loeide een koe. Zelfs de vogels kwetterden niet meer. Echt een avond om lekker onderuit te zitten en te zwijgen en genieten van de heerlijke stilte van de natuur. De ober kwam uit het hotel en keek naar de gasten, misschien wilde iemand wat bestellen. Ik hief mijn hand op, om zijn aandacht te trekken. Hij kwam naar mij toe en vroeg vriendelijk wat ik wilde. Ik bestelde een glas bier.

Even later bracht hij mij een pilsje, getapt in een smal dunwandig hoog glas. Dat zag er feestelijk uit en ik bedankte de ober. Ik dronk het bier met groot genoegen en elke slok was een plezier in mijn leven. Inmiddels was het al later op de avond geworden en de schemer was overgegaan in donker. Volgens de kalender zou het volle maan moeten zijn, maar die hield zich schuil achter het gesloten wolkendek. De kelner stak elke kaars op de tafeltjes aan, ook om de muggen te verdrijven en het verhoogde het romantisch gevoel in mij.

Op een gegeven moment hoorde ik de deur van het hotel opengaan en zag een ongeveer dertig jarige vrouw het terras oplopen. Ze liep met een wandelstok. Ze keek rond of er een tafel vrij was, maar die waren allemaal bezet. Alleen de stoel aan mijn tafel was nog vrij. Ze maakte weer aanstalten naar binnen te gaan, maar toen ze mij naderde, beduidde ik haar, dat als ze wilde, hier aan mijn tafel plaats kon nemen. Ze maakte daar met een vriendelijke glimlach dankbaar gebruik van. Ze droeg een groen mantelpakje en een hoedje met een doorzichtige sluier voor haar gezicht en had een knap en vriendelijk gezicht en een mooi gaaf gebit. Ook zag ik, dat ze vrij klein was en moeilijk liep. Ze had een bochel.

''Goedenavond mijnheer, heel vriendelijk van U'', zei ze. Ik stelde mij voor met mijn voornaam Kees en ook zij stelde zich voor, door haar smalle zachte hand voorzichtig in de mijne te schuiven.
''Ik heet Laurien'', zei ze met een zachte vriendelijke stem. Het gesprek met haar wilde niet vlotten, want ik ben niet zo'n prater. Uiteindelijk begon ik toch maar over het weer en dat ik hier een week logeerde, in mijn eentje als vrijgezel. Zij was heel wat jaren jonger dan ik. Eindelijk kwam het gesprek op gang. Ze vertelde mij, dat ze gisteren hier was gekomen om even rust te hebben, maar morgen moest ze weer terug naar huis, want ze had een afspraak met een specialist in het ziekenhuis. Ze leed aan een ernstige vorm van reuma en groeide steeds meer krom.

Het was heerlijk buiten te vertoeven, deze avond. Ik vroeg haar: ''Mag ik U een drankje aanbieden, mevrouw''?
Ze knikte bevestigend en zei:
''Zeg maar Laurien tegen me, Kees. Graag een sherry.''
Inmiddels was het al tegen middernacht geworden en alle gasten waren weer het hotel in gegaan. We zaten nu alleen op het terras, gezellig in het licht van onze kaars op tafel. Na een poosje begon ze over haar leven als invalide te praten. Door haar gebrek werd ze vaak bespot en uitgelachen, vooral door jonge kinderen. Dat deed haar veel pijn. In het kaarslicht zag ik een angstig staren in vermoeide ogen. Ik kreeg medelijden met haar.

We dronken nog een paar drankjes en even later stond ze met moeite van haar stoel op, dus hielp ik haar.
"Kees, heel vriendelijk bedankt, dat je naar mijn ellendige toestand hebt willen luisteren en ook bedankt voor de gezellige avond.''
Ik nam voor de deur van haar kamer afscheid en ging naar mijn kamer op de eerste verdieping. In bed moest ik een hele tijd aan haar denken. Ze was zo lief. Met moeite viel ik in slaap, steeds zag ik haar gezicht voor me.

De volgende morgen zou ze weer naar huis gaan. Ik zag al de taxi voor het hotel staan. Gauw kocht ik in de hal een bos rode rozen en rende naar de taxi. Ik reikte die haar aan. Ze pakte mijn hand en trok mij naar haar toe en gaf mij een zachte kus in mijn hals. Ik was toen ineens verliefd op haar, maar ik heb haar nooit meer gezien. Terug op mijn kamer voelde ik verdriet.

Kees.
Plaats reactie

Terug naar “Het Romantische Prieel”