De 7 koninkrijken

Hier vind je alle role play verhalen; van romantisch tot dramatisch!
Ruka
Typmachine
Typmachine
Berichten: 876
Lid geworden op: 19 jan 2011 22:09

1: Bossen van de verbeelding
Laten je angst zien, als je bang bent voor spinnen komen die soms tevoorschijn.
Het land van de Elfjes(de mini's ;)), die dus ook een gevaar vormen.
Ze zien er wel lief uit, maar zijn degene die de verbeeldingen op wekken.

2: wateren van de dood
Als je in het water valt zul je gelijk sterven
Een paar spetters zullen je huid doen verschroeien.
De wateren van de zeemeerminnen, die zullen je dus proberen in het water te krijgen

3: Eindeloze savanne
Zover als het oog kan zien is er hoog gras
(Geen idee nog welke wezens hier leven.)

4: Grotten van Kou
Grotten, zo ijzig koud dat er ijs op de wanden zit.
Overal zitten scheuren, en de weg vinden valt niet mee.

5: Huis van Lynxos
Scheve kamers, donkere kamers, kamers waar je op het plafond loopt zijn allemaal geen probleem.
Kamers met mist, of slijm bedekte vloeren?
Lynxos is een vrouw die botten verzamelt, ze is blind, maar kan daardoor goed ruiken en horen. Iederen ademhaling en beweging kan een gevaar vormen.
Ze heeft twee grote honden die je ieder moment kunnen ontdekken, en dan zul je wel moeten rennen.

6: De bruggen van onkenbare hoogte
Zo ver het oog kan zien alleen maar bruggen, houten bruggen, stenen bruggen. Soms alleen grote pilaren waar van pilaar naar pilaar moet springen om naar de overkant te komen.
Hier zijn grote draken een probleem.

7: Land van evenwicht
Je moet iedere stap nauwkeurig zetten.
Als je een foute beweging maakt zal het hele land omvallen.
Aan de andere kant van dit land zijn ze bij de bestemming.

Dat zijn de landen waar de groep wezens door moet reizen.

Ze zijn gevangen genomen door dingen die ze hebben gedaan. of ze zijn natuurlijk onschuldig in de gevangenis terecht gekomen.
Omdat hun wereld er bijna aan gaat hebben ze meerdere dingen nodig. In ieder land ligt een grote knikker. Alle knikkers bij elkaar vormen een grote kracht, maar afzonderlijk zijn ze niks waart. Aan het einde van de reis licht een wapen waar ze de zes knikkers in moeten doen en dan zal het hun redden.

De krijgers kunnen niet gaan omdat ze het land moeten beschermen, voor als er wat komt. Daarom laten ze de gevangene maar gaan.

Naam:
Geslacht:
Leeftijd:
Innerlijk:
Uiterlijk:
Wezen:
Wapens:
Extra:


Naam: Gakupo
Geslacht: M
Leeftijd: 22
Innerlijk: Actief, pervert, koppig, behendig, aardig, trots, wild
Uiterlijk: http://yusa.imouto.org/sample/0e387d12a ... sample.jpg
(het mannetje wat zit)
Wezen: Half meerman half ?
Wapens: katana, kama's of ijzeren waaier
Extra: Bij volle maan word hij een meerman. In zijn menselijke vorm kan hij de elementen een beetje sturen. Vuur alleen als het er is.
Als hij een meerman is worden zijn haren donkerder paars en heeft hij een paarse staart net zoals zijn haren.
Laatst gewijzigd door Ruka op 03 apr 2011 21:44, 1 keer totaal gewijzigd.
Cinderella's glass shoe was the perfect size.... so why did it slip off as she ran?- It must have been to attract the attention of Prince Charming.. I don't see any other explanation

- Komatsu Nana/Hachi
DOminator
Balpen
Balpen
Berichten: 276
Lid geworden op: 02 apr 2011 15:06
Locatie: Rotterdam

Naam: Afindor Sjakir (handig, gewoon op wat toetsen rammen en zien wat eruit komt :p)
Geslacht: M
Leeftijd: 24
Innerlijk: gesloten, afkeer van het onbegrijpelijke, recht door zee, beschermend, verlegen
Uiterlijk: Een man met bruin, krullend haar, dat tot zijn schouders valt. Een litteken loopt over zijn linkeroog. Hij is 1m70. Groene ogen. Het liefst gekleed in bruin-leren pantser, met een groene cape. Meestal heeft hij zijn muts over zijn hoofd.
Wezen: mens
Wapens: tweehandig zwaard, pijl en boog
Extra: kreeg van de bewakers de bijnaam 'De Rechter'.
Schrijf niet wat je wil schrijven, schrijf wat je hand schrijft en vergeet nooit je hart te volgen.
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Naam: Avonmore
Geslacht: M
Leeftijd: 21 :D
Innerlijk 1: beetje dom, stuntelig, onhandig, zegt de verkeerde dingen op de verkeerde momenten, watje, liever lui dan moe, zeurderig, altijd vrolijk (behalve als hij moe is)
Innerlijk 2: Dapper, onzelfzuchtig, leiderstype, kalm, handig
Uiterlijk 1: http://media.photobucket.com/image/elf% ... endaysview
Uiterlijk 2: http://media.photobucket.com/image/elf% ... endaysview
Ik weet het, ze lijken totaal niet op elkaar, maar je moet maar een beetje fantasie gebruiken ;)
Wezen: Elf
Wapens: lang zwaard dat op zijn rug vastgebonden zit, dolken die hij kan werpen.
Extra: heeft een klein beetje magie, dat het soms wel, soms niet doet.
Laatst gewijzigd door Saskjezwaard op 05 apr 2011 11:38, 2 keer totaal gewijzigd.
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
timbertje2
Balpen
Balpen
Berichten: 146
Lid geworden op: 22 mei 2008 18:10

Naam: Seishin
Geslacht: F
Leeftijd: 18
Innerlijk: Stil, zegt geen woord, tenzij het echt nodig is. Voelt heel goed emoties. Heel aardig, maar heel gesloten. Erg bang in het donker en wanneer mensen (of wezens ^^) haar tegelijkertijd aanstaren
Uiterlijk: http://images2.fanpop.com/image/photos/ ... 52-500.jpg
Wezen: Een kruising tussen fee en heks
Wapens: Katana, speelkaarten, magische krachten (gelimiteerd, ligt aan de energie die ze heeft)
Extra: Kans op plotselinge knuffels is erg groot bij haar!
Laatst gewijzigd door timbertje2 op 07 apr 2011 21:32, 1 keer totaal gewijzigd.

(>'_')># "I was going to give you this waffle.."
#<('_'<) "..But then I was like.. "
(>'#'<) "..I'm hungry"
(>'_'<) "..So I ate it"
(>^_^<) "Hehe"
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

Naam: Alexia
Geslacht: F
Leeftijd: 19
Innerlijk: Nogal een bemoeial, kan nooit eens haar mond houden en steekt haar neus in zaken die haar niet aangaan. Ze is dus vanzelfsprekend heel nieuwsgierig en een doordrammer –ze moet en zal haar zin krijgen, wat er ook gebeurd. Ook heeft ze een tic: ze kan niet tegen rommel en viezigheid. Als er rommel is blijft ze opruimen tot alles brandschoon is, inclusief zichzelf.
Uiterlijk: http://i54.tinypic.com/213qhbo.jpg (Alleen dan met een blauwe huid ;])
Wezen: Tja, ze zou een mens moeten zijn, want dat zijn haar ouders ook, maar er is iets misgegaan, omdat haar oom van experimentjes houdt en dus ook zijn pasgeboren dochter onder handen had genomen. Vandaar haar blauwe huid, violetkleurige ogen en talent om magie toe te passen door middel van haar fluit.
Wapens: ze heeft een pijl en boog, al kan ze er niet echt mee omgaan. In zekere zin is haar wapen een fluit: ze kan iedereen laten vergeten waarmee ze bezig zijn en een tijdje in soort status laten komen waar ze niet helemaal slapen, maar ook niet wakker zijn. Al kan ze dat niet lang volhouden, slechts tien tot vijftien minuten.
Extra: ze kan niet liegen (haar oom was niet echt een slimme man, om zo met magie te knoeien)
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Naam: Evie
Geslacht: F
Karakter: NIeuwsgierig, vredelievend haat geweld. Heel vrolijk zeer optimistisch. Kan nog al irritant zijn vooral omdat ze niet serieus lijkt te nemen. Ondanks dat ze heel dom overkomt is ze wel slim. Ze is ook heel aanhankelijk. Ze kan niet tegen bloed dan krijgt ze een paniek aanval.
Uiterlijk:http://www.google.nl/imgres?imgurl=http ... =101&ty=47 nou ik hoop dat jullie hem kunnen zien.

Wezen..: uh ja niet echt iets speciaals . Ze is een soort shamaan. ze ziet geesten en geesten kunnen haar overnemen. Dan krijgt ze de kracht van die geesten, maar verliest bijna altijd haar eigen wilskracht. Er is een geest die altijd om haar heen hangt. Dat is een vrouw die op wraak uit is.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Cubiculum Nephilia
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1270
Lid geworden op: 19 okt 2007 15:29
Locatie: Hell

Tja... Ik kan het niet laten :P

Naam: Charlena
Geslacht: Vrouw
Leeftijd: onbepaald
Innerlijk: gesloten, mysterieus, kalm, zorgzaam
Uiterlijk: http://schukadaj.webs.com/Kadaj%20avatars/Charlena.jpg
Wezen: nephilim (nageslacht van een Seraph en Mens)
Wapens: heeft ze niet echt nodig...
Extra: Als nephilim is Charlena veelzijdig. Ze kan een andere gedaante aannemen, energie gebruiken, niet sterven (ze kan wel doodgaan, maar staat weer op), heeft een ziel in tegenstelling tot echte Engelen, is zonder reden gehaat door God en gewild door Lucifer.
"You can't start the next chapter of your life,
if you keep re-reading the last ones..."
Ruka
Typmachine
Typmachine
Berichten: 876
Lid geworden op: 19 jan 2011 22:09

Zonnestralen zochten een weg door de dichtbegroeide boomtoppen. Sommige stralen hadden geluk en raakte met een beetje moeite de grond. Maar de meeste bleven hangen tussen de bladeren.
De bomen die dicht op elkaar stonden konden binnen een paar minuten geheel leeg zijn, en binnen enkele uren kon er een dikke laag sneeuw liggen.
Als er niemand het bos kon zien zag het er mooi uit, maar zodra iemand zijn ogen zou openen gingen de bladeren vallen. Een groepje mensen lag aan het begin van het bos, het leek een muur van bomen te zijn waarvan je het einde niet kon zien.
Een wezen van de groep kwam in beweging. Toen hij zijn hoofd ophief om te kijken naar een saaie grijze muur, was er een paar seconde verbazing in zijn ogen te zien. Elke beweging die hij maakte was galant, hij maakte iedere beweging af en liet elke beweging mooi overgaan in de andere. Met sommige bewegingen leek het zelfs alsof hij lucht wegduwde om een andere beweging makkelijker te maken. Zijn paarse haren hingen stijl langs zijn gezicht, hij pakte een elastiek van zijn pols en maakte bij zichzelf een staart.
Gakupo keek met zijn paarse ogen achterom, alleen maar een groot gat was er te zien. Hij liep een paar pasjes richting de afgrond en hij keek naar beneden. In de verte zag je een klein beekje, maar springen zou lijden tot je dood.
Hij keek naar de andere die op de grond lagen, hij herkende er een paar. Hij had ze gezien in de gevangenis waar hij eigenlijk hoort te zitten. Niemand wist waarvoor hij dat zat, en hij hoorde ook eigenlijk niet bij meisjes te zitten. Zonder dat hij het zelf in de gaten had zorgde hij er namelijk voor dat ze verliefd op hem werden. Iets wat sommige meermannen konden.
Hij liep richting de muur van bomen en hij merkte dat de bomen er slechter uitzagen. De bladeren waren rood geworden en een klein laagje bladeren bedekte de grond al.
Gakupo tikte iemand aan. "We zijn ergens belandt." zei hij en keek naar het wezen, in de hoop beweging te zien.

(Alvast snel de intro, dan hoeven jullie niet te wachten. Sorry dat hij zo kort is X3)
Cinderella's glass shoe was the perfect size.... so why did it slip off as she ran?- It must have been to attract the attention of Prince Charming.. I don't see any other explanation

- Komatsu Nana/Hachi
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Een korte tik op zijn schouder haalde Avonmore uit zijn diepe slaap. Hij veegde de irritante hand weg en draaide zich nog een keer om. Als iemand het waagde hem uit zijn slaap te storen, dan zou hij ervan langs krijgen. Nou ja, dan zou hij hem boos aankijken en hopen dat hij de hint snapte. Avonmore was eigenlijk niet goed in boos zijn, zoals hij nergens echt goed in was, behalve vallen.
Zo was hij ook in deze stomme gevangenis beland. Die dag liep hij rustig over straat en genoot van het mooie weer. Het zonnetje straalde en het was heerlijk warm. Te warm voor een overval, zou je denken, maar de man die op hem afgerend kwam, had daar kennelijk anders over nagedacht. Avonmore zag de man aan komen rennen met twee tassen vol geld in zijn handen. Paniekerig keek hij telkens om naar de mannen in uniform die achter hem aan zaten. Eigenlijk had Avonmore aan de kant willen gaan en dat was ook gelukt toen de man voorbij rende. Maar toen de soldaten voorbij renden, hadden zijn voeten besloten dat hij ze wilde helpen. Met als gevolgd dat hij frontaal tegen de voorste soldaat aan botste en de anderen omgooiden. Een elfelijk domino. De overvaller was al uit het zicht verdwenen en omdat de soldaten Avonmore de schuld gaven en toch met iemand naar de gevangenis wilden komen, hadden ze hem meegenomen.
"We zijn ergens beland," klonk de stem van degene die hem had aangetikt.
Avonmore gromde als antwoord en sloeg nog een keer naar die vervelende vent, in de hoop dat hij op zou houden. Ze kregen al zo weinig slaap in die gevangenis door die verschrikkelijke feniksen die maar bleven snateren en zingen. Het was alsof hij expres langs de kooi met die beesten was gezet.
Het duurde even voordat de woorden van de man tot hem doordrongen. Ze waren ergens beland? Nu lukte het niet om zijn ogen dicht te houden, hij was te nieuwsgierig om iets onbekends te negeren. Verbaasd duwde hij zichzelf overeind. Ze waren niet meer in de gevangenis, maar in een of ander bos. De grond was bedekt met een laagje vuurrode bladeren en er dwarrelden er een paar door de lucht. De bomen hadden nog maar de helft van hun bladerdak, de donkerbruine takken waren al te zien.
"Waar zijn we?" vroeg Avonmore verbaasd en ging nu helemaal staan.
Een blad werd door de zachte wind recht in zijn gezicht geblazen en hij zette geschrokken door de plotselinge aanval een paar stappen achteruit. Zijn voeten stapten op een zacht iets in plaats van de harde ondergrond en met een klap lag hij op de grond.
"Auw," mompelde hij en trok het blaadje in de kleur van vuur van zijn gezicht af.
Om hem heen lagen allemaal wezens die hij niet kende. Geschrokken krabbelde hij overeind. "Sorry dat ik over je struikelde, ik had je niet gezien. Zie je, er vloog een blaadje in mijn gezicht en daardoor schrok ik. Het spijt me, het was niet mijn bedoeling." Hij had zelf door dat hij te veel aan het praten was en hield abrupt zijn mond.
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
DOminator
Balpen
Balpen
Berichten: 276
Lid geworden op: 02 apr 2011 15:06
Locatie: Rotterdam

Afindor deed zijn ogen open. Hij deed ze weer dicht, nog een keer open. Toch weer dicht en tot slot weer open. Zijn ogen brandden van de zon die hij zo lang niet meer gezien had, dat hij zich de zon nog nauwelijks kon herinneren. Hij voelde iets in zijn rug, een boom hield hem overeind. 'Een boom,'dacht Afindor. Hij draaide zich om en knuffelde de bast van de boom. Wat had hij dat gemist zeg, bomen.
Nu zijn ogen een beetje aan het licht begonnen te wennen, keek hij om zich heen. In de verte zag hij een twee wezens staan. Het ene wezen leek een elf te zijn, de ander was iets dat hij niet herkende. Het zag er een beetje uit als een magisch wezen. 'Hadden ze me niet ergens alleen kunnen droppen?'ging door zijn hoofd.

Hij zag hoe de elf een paar stappen naar achter zette, waardoor het over een ander wezen heen viel. Hij kon duidelijk horen hoe de elf een heel verhaal tegen het andere wezen begon te vertellen. 'Fijn, een magiër en een praatgek, kan het nog erger?' Afindor had een hekel aan alles dat... eigenlijk gewoon aan alles. Hij had slechte ervaringen opgedaan met magiërs. Hij was al op de vuist gegaan met allerlei mannelijke wezens, maar magiërs waren het ergste. Waarschijnlijk vond hij dat, omdat het een magiër was geweest die hem in de cel had gekregen. De enige die ooit een ontmoeting met Afindors zwaard had overleeft.

Zijn zwaard... "Wat krijgen we nou?"vroeg hij zich hardop af. Vlak voor hem op de grond lagen twee wapens. Het mooi versierde handvat aan het einde van de lange schede deed hem direct beseffen dat het zijn zwaard was. Vlak ernaast lag een prachtige boog. Afindor stond op en keek naar de boog. Het was duidelijk de boog die hij een paar jaar eerder met zijn eigen handen gemaakt had. Verheugd hing hij de boog over zijn borst, het zwaard kreeg een mooie plek over zijn rug, waar het al vele jaren had doorgebracht.
'Eindelijk goed nieuws,'dacht Afindor bij zichzelf. Hij besloot dat het tijd was zich bij de rest van de groep aan te sluiten. Genietend van de zon, de geuren van het gras en de geuren van de bomen liep hij naar de veel te spraakzame elf en het vreemd uitziende mystieke wezen.
Schrijf niet wat je wil schrijven, schrijf wat je hand schrijft en vergeet nooit je hart te volgen.
Gebruikersavatar
Cubiculum Nephilia
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1270
Lid geworden op: 19 okt 2007 15:29
Locatie: Hell

Charlena kreunde zacht toen ze een klap kreeg. Haar ogen deed ze net genoeg open om tussen haar wimpers door te kunnen kijken.
"Sorry dat ik over je struikelde, ik had je niet gezien. Zie je, er vloog een blaadje in mijn gezicht en daardoor schrok ik. Het spijt me, het was niet mijn bedoeling", hoorde ze een mannelijke stem spreken.
Het eerste wat Charlena opviel was dat de persoon beleefd was. Dus kon het zeker geen bewaker zijn. Wat haar echter verwarde, was de mannelijke stem. In haar deel van de gevangenis kwamen toch helemaal geen mannelijke gevangenen voor?
Ze duwde zichzelf op, zodat ze rechtop kwam te zitten. Haar ogen deed ze verder open. Zwijgzaam keek ze de man aan. Hij hield net zijn mond. Kort bleef ze staren, maar verbrak toen het oogcontact en keek om zich heen. Dit was de gevangenis helemaal niet. Hoe vreemd.
Verbaasd om de nieuwe omgeving krabbelde Charlena overeind. Ze hoorde met elke beweging gerinkel. Dat was kennelijk nog niet veranderd, haar ketens. Ze zaten nog steeds om haar armen en nek. De volledige kettingen hingen er niet meer aan, maar er was genoeg voor anderen om beet te pakken.
'Het geeft niet', zei ze nog tegen de man die over haar heen was gestruikeld. 'Waar zijn we?', vroeg ze. Al bedacht zij zich dat de man waarschijnlijk net zo min als zijzelf wist waar ze waren.
"You can't start the next chapter of your life,
if you keep re-reading the last ones..."
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

Met een schok werd Alexia wakker. Nors wreef ze met haar handen in haar ogen, om de slaap eruit te halen. Wat haar precies wakker had gemaakt wist ze niet, maar dat had ze de laatste tijd wel vaker. Kwam vast doordat alles om haar heen doordrenkt was met viezigheid, ze rilde bij de gedachte dat haar eigen lichaam nog wel het smerigste van alles hier was. Langzaam haalde ze haar handen van haar gezicht en stond ze op. Verbaasd knipperde ze even gedesorienteerd met haar ogen.
Oké. Het was wel duidelijk dat ze zich niet meer in haar cel bevond. Of droomde ze soms nog? Snel deed ze haar ogen dicht.
Drie. Twee. Één.
Open. Nee, nog steeds zag ze bomen voor zich, alleen maar bome en achter hield de grond er opeens mee op, het bos in gaan leek de enige optie. Onrustig keek ze om zich heen naar tekenen van leven en ontdekte ze een groepje wezens. Sommige kwamen haar bekend voor, maar van minstens de helft had ze geen idee wie ze waren. Toch stapte ze kordaat op hen af.
“Ik weet niet wat dit te betekenen heeft, maar ik hoor hier niet,” zei ze tegen hen met haar handen in haar zij geplant. “Kan iemand van jullie me alsjeblieft vertellen hoe ik weer terugkom in mijn eigen wereld? Of zijn we niet in een andere wereld? Maar ja, ik kan me niet herinneren dat ik deze plek ooit eerder heb gezien en ik heb heel veel gezien in mijn leven, dus het lijkt me wel. Oh, en het zou ook heel erg fijn zijn als ik me ergens zou kunnen wassen, volgens mij zie ik er niet uit.” Ze bekeek haar blauwe handen en probeerde ze met een vies gezicht schoon te vegen aan haar kleding. Niet dat het veel hielp. “Geweldig,” mopperde ze tegen niemand in het bijzonder. “Zelfs hier, in een mooi bos, gaat het vuil er nog niet af.”
Alsof het allemaal niet erger kon. Eerst werd ze onschuldig de gevangenis in getrapt en nu was ze hier, in een vreemde wereld, samen met nog vreemdere wezens die misschien niet zo aardig waren als zij. Ze zouden haar toch vast niets aan doen, of wel? Ze deed een stap achteruit en bekeek de anderen wantrouwig met toegeknepen ogen.
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Een hoop stemmen verbraken de duistere wereld die haar onbewuste achter gesloten ogen vertoonde. Gouden irissen toonden zich achter de opengesprongen oogleden. Haar pupil trok meteen weg tot een minuscuul stipje tegen het licht. Licht? Evie kon zich niet herinneren dat in haar geïsoleerde cel licht was en stemmen? Ze was opgesloten in eenzame opsluiting. Contact met andere was verboden. De wachters waren de enige levende wezens die ze ooit zag. Verbaasd kwam ze overeind. Haar al grote ronde ogen werden nog groter toen ze de zes wezens bij elkaar zag. Ze hadden allemaal een menselijk figuur. De o vorm van haar mond werd langzaam vervangen door een grote, tandblinkende glimlach.
Even verbijsterd keek ze naar het bos om haar heen. De mossige ondergrond die haar handpalmen streelden. Geen kille muren meer en harde betonnen vloer. Vrijheid! Met een sprong en als een ware ballerina kwam ze overeind.
"Vrij!" riep ze uit, geen aandacht schenkend aan hoe de rest haar zou aankijken. Al dansend voegde ze zich bij het groepje.
"Ik ben vrij!" Ze wilde maar al te graag dat haar euforische stemming naar de rest zou overslaan. Ze stonden er zo nors bij. Maar waarom? Het was hier prachtige. Gouden herfst bladeren de geur van groen mos, de aarde die tussen je tenen speelde. Een lichtblob schoot aan in haar hoofd. Snel boog ze zich voorover en trok haar schoenen uit. Nu kon ze de aarde voelen! Ze sprong wat over de grond om het gewichtig te voelen meebewegen.
Abrupt kwam ze tot een halt van haar danspassen over de koele grond. Met een scheef hoofd keek ze naar de rest.
"Oh ja. Ik ben Evie. Waren jullie ook gevangenen?"
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
timbertje2
Balpen
Balpen
Berichten: 146
Lid geworden op: 22 mei 2008 18:10

Seishin kneep haar ogen dicht toen ze het geluid hoorde van mensen en andere wezens. De jarenlange stilte werd verbroken door afschuwelijk geklets van anderen. Ze klonken normaal, verbaasd maar ze voelde geen echte angst. Ze bleven maar kletsen. Ze schoof met haar handen door haar witte haren en haalde haar knieën op. De boom achter haar bewoog zachtjes. Het voelde als een dun, klein boompje. Voorzichtig probeerde ze haar ogen te openen en liet ze haar koperkleurige ogen zien. Ze keek even rond. Haar blik bleef even hangen bij het groepje wezens dat nog steeds aan het kwetteren waren. Ze stond op zonder het staren te onderbreken.
Ze deed een paar stappen vooruit en liet haar hand over haar rechterbeen glijden om te kijken of haar speelkaarten nog op de goede plek zaten. Ze was de kaarten verloren toen ze de gevangenis in moest, maar ze zaten er. 52 Versierde kaarten zaten geklemd langs haar been. Sommige wezens herkende ze. Ze was hun cel voorbij gelopen toen ze naar haar eigen cel gebracht werd. Ze sloot haar ogen en dacht terug aan de laatste keer dat ze zonlicht zag. Het was niet veel na het bloedbad dat ze had aangericht. Ze kon haar woede nog door haar lijf voelen, maar het was minder dan toen.
Na haar uitbarsting werd ze opgepakt. Haar wapens werden van haar weggenomen en ze zag het zonlicht niet meer, tot nu. Ze bekeek de wezens nog eens van top tot teen. Ze stond stil voor tien minuten om te kijken wat voor wezens het waren. Nog één keer keek ze voor een uitweg en liep daarna richting het donkere bospad. Ze liet de wezens achter zich, hun gepraat deed pijn aan haar tere oren.
Even stond ze stil voor het pad, het donker was beangstigend. Rustig sloot ze haar ogen en begon zachtjes een paar noten te zingen. De noten kwamen er vals uit en Seishin begon te hoesten. Vijf jaar niet praten of zingen was niet echt comfortabel voor je keel. Ze probeerde het nog een keer en nu kwamen de noten er vloeiend uit. Ze kon het niet laten om nog een blik op de wezens te werpen.
Misschien moest ze toch maar wachten, misschien liepen zij ook deze kant op? Ze ging tegen een boom staan en zong een fijne melodie. Ze kon niet tegen stiltes, ook al was zij meestal degene die ze creëerde. Maar als ze alleen was zong ze altijd om die dodelijke stilte weg te jagen. Ze hield haar ogen dicht en genoot van de geur van de bomen.
Laatst gewijzigd door timbertje2 op 05 apr 2011 17:29, 1 keer totaal gewijzigd.

(>'_')># "I was going to give you this waffle.."
#<('_'<) "..But then I was like.. "
(>'#'<) "..I'm hungry"
(>'_'<) "..So I ate it"
(>^_^<) "Hehe"
Ruka
Typmachine
Typmachine
Berichten: 876
Lid geworden op: 19 jan 2011 22:09

Gakupo schudde zijn hoofd waardoor zijn haren wiegde. Dat ze vroegen aan de andere waar ze waren, dat vond hij een beetje dom. Hij stond op en keek naar de rest, hij had geen idee wat de meeste voor wezens waren. Of ze eigenlijk wel iets konden. Hij bekeek alle dames in de groep en kreeg daardoor een grijns op zijn gezicht. Snel keek hij omlaag, hij had nog helemaal niet naar zijn kleding gekeken.
Hij had zijn vertrouwde paarse jas aan. Het paars was niet dezelfde kleur als zijn haar, maar donkerder. De kraag van de jas deed hij goed. Zijn jas streek hij glad. Zijn lange laarzen kwamen tot over zijn knieën.
Hij voelde de kama's en was opgelucht dat hij die nog had. Twee waaiers voelde hij in zijn zakken. De waaiers waar metalen pinnen in zaten.
Hij keek naar een meisje die aan ketens zat en hij liep wat dichter naar haar toe. Zijn passen leek hij zorgvuldig uit te kiezen. Hij knikte als wijze van groet naar haar. "Kan ik je misschien helpen?" zonder verder op antwoord te wachtte zette hij beide handen aan een kant van de ketens en trok. De ketens braken zonder moeite en hij liet ze op de grond vallen.
"Ik heb jou nog niet gezien. Mijn naam is Gakupo." Opnieuw knikte hij en zag vanuit zijn ooghoek een brief liggen. Toen hij hem oppakte las hij hem gelijk.
'Beste gevangene,
Achter op deze brief staat een kaart.
Als jullie deze reis overleven zijn jullie vrij.
Vind in ieder land een bol, iets groter als een knikker.
'
Gakupo las de brief een paar keer door en keek toen op de achterkant. Er stond een kaart achterop. Het enige wat hem opviel was dat er geen verdere uitleg bij stond. Waarom ze dit moesten doen.
Hij liet de brief weer vallen, hij had er geen zin in.
Cinderella's glass shoe was the perfect size.... so why did it slip off as she ran?- It must have been to attract the attention of Prince Charming.. I don't see any other explanation

- Komatsu Nana/Hachi
DOminator
Balpen
Balpen
Berichten: 276
Lid geworden op: 02 apr 2011 15:06
Locatie: Rotterdam

Afindor zag hoe de groep langzaam samen kwam. De meesten begonnen een heel verhaal, vooral tegen zichzelf. Afindor liet ze maar gewoon kletsen en trok zich er niet teveel aan.
Nauwkeurig nam hij de gezichten van de andere wezens op. Namen kende hij niet, interesseren deden die hem nog minder. Wat zegt een naam over een persoon anders dan een manier om diegene aan te spreken? Spreken had hij toch geen zin in, dus waarom zou hij moeten weten hoe anderen aan te spreken?

Al bij het tweede gezicht stopte hij. De blik van het water-achtige wezen stond hem niet aan. De blik van de man trok teveel naar de dames van de groep. 'Als hij ze een haar krenkt...' dacht Afindor bij zichzelf.
Hij maakte een kort handgebaar naar het magische wezen, maar het wezen leek het niet te zien. "Mijn naam is Gakupo," hoorde Afindor hem tegen een meisje zeggen.
'Gakupo,'misschien toch een naam die ik moet herinneren.
Het wezen liep in de richting van een stuk papier op de grond. Hij las het blaadje en gooide het vervolgens op de grond.

Afindor besloot het met zijn eigen ogen te bekijken. Hij liep naar de brief toe en las wat erop stond.
Luidruchtig schraapte hij zijn keel: "Beste gevangene,"hij keek even rond of hij de aandacht van de groep had gekregen. "Achter op deze brief staat een kaart. Als jullie deze reis overleven zijn jullie vrij. Vind in ieder land een bol, iets groter als een knikker."
Hij wist nog niet wat hij ervan moest vinden. Als Gakupo zou gaan, zou hij ook gaan.
Schrijf niet wat je wil schrijven, schrijf wat je hand schrijft en vergeet nooit je hart te volgen.
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Evies vraag leek nogal genegeerd te worden door de wezens om haar heen. Met getuite lippen keek ze toe hoe de laatste persoon in de groep opstond. Ook een vrouw met wit haar. De pruillip verdween toen het meisje begon te zingen. Het klonk schor, die in Evie's oren veel weg het van het schelle geluid van zielsgeesten, toen het meisje opnieuw begon was de toon heel anders. Een zacht melodieus geluid. Evie kon het niet helpen om zachtjes mee te hummen. Met licht dansend voetenwerk bewoog ze zich naar het afgesloten meisje.
"Wauw, je kunt echt prachtig zingen," blèrde ze er zonder veel nadenken uit. Vanuit haar ooghoeken dat de man met de paarse haren een briefje van de grond raapte. Zijn ogen schoten over het papier, maar het werd niet meegedeeld met de rest. Nieuwsgierig liep ze er dichter naar toe.
Een andere man pakte het nu op. Hij had bruin krullend haar en een vreselijk litteken over zijn oog. Haar gezicht trok iets afgrijzend weg toen ze de oude wond bekeek.
De man deelde het blaadje in ieder geval wel met hen mee.
"Beste gevangen."
Evie deed vol spanning een stapje dichterbij.
"Achter op deze brief staat een kaart. Als jullie deze reis overleven zijn jullie vrij. Vind in ieder land een bol, iets groter dan een knikker."
Meteen sprong Evie opgewekt op en rukte zonder vragen het papier uit de man zijn handen om de kaart te bekijken.
"Een avontuur! Gaaf." Ze bekeek de kaart in haar handen met een scheef hoofd. om te zien wat het precies inhield. Na zo'n vijf minuten gaf ze op. Ze begreep niets van alle lijntjes die op de kaart stonden. Gefrustreerd liet ze hem hangen.
"Oke, wie kan er hier kaart lezen?"
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
timbertje2
Balpen
Balpen
Berichten: 146
Lid geworden op: 22 mei 2008 18:10

"Wauw, je kunt echt prachtig zingen," Seishin schrok op en meteen werd haar gezicht warm. Ze wilde haar mond openen om haar te bedanken maar het meisje liep weer weg. Even bleef Seishin haar achterna kijken en besloot naar de groep te lopen. Ze hoorde een jongen voorlezen en kwam dichterbij. Het meisje dat net een compliment gaf was opgewekt over de kaart. "Oke, wie kan hier kaart lezen?" vroeg ze. "Uhm.." aarzelde Seishin. "I-Ik kan wel kaart lezen." mompelde ze voorzichtig, maar niemand leek haar te horen. Ze kwam naast het meisje staan met de kaart in haar handen. Ze had ook wit haar, maar dan net iets witter dan dat van Seishin zelf. Ook haar oogkleur verschilde niet veel met dat van haarzelf. Ze keek over de schouder van het meisje mee en wees naar dik zwart puntje. "D-Daar moeten we heen." Ze verschoof haar vinger naar een lijn die de bosrand aanduidde "Hier zijn we nu." Ze trok haar hand weer terug en wachtte op een reactie. Ze kreeg niet bijzonder veel aandacht maar het voelde alsof ogen haar aanstaarde. Ze werd er zenuwachtig door en haar gezicht werd weer warmer. "S-sorry, ik moest me er weer mee bemoeien." zei ze vlug en deed een paar stappen achteruit.

(>'_')># "I was going to give you this waffle.."
#<('_'<) "..But then I was like.. "
(>'#'<) "..I'm hungry"
(>'_'<) "..So I ate it"
(>^_^<) "Hehe"
Gebruikersavatar
Cubiculum Nephilia
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1270
Lid geworden op: 19 okt 2007 15:29
Locatie: Hell

"Kan ik je misschien helpen?"
Charlena keek de jongeman aan die tegen haar sprak. Ze vroeg zich af waarmee hij haar überhaupt zou kunnen helpen. Haar problemen waren nogal groot. Het antwoord leek de man met paarse haren niet af te wachten, want hij greep al naar de eerste band en trok deze uit elkaar.
Verbaasd keek Charlena ernaar. Hoe was dat mogelijk? Zelfs zij kon het niet breken, en hij brak het alsof het twijgjes waren. Één voor één vielen de delen op de grond. De kettingen kletterden er bovenop.
"Ik heb jou nog niet gezien. Mijn naam is Gakupo," stelde de man zich aan haar voor.
'Kan kloppen', reageerde ze mat. 'Ik zat redelijk apart. Mijn naam is Charlena. Bedankt voor de bevrijding.' Ze knikte naar de delen metaal op de grond. Even dacht ze dat hij zijn aandacht er wederom op vestigde, maar hij had een stuk papier van de grond geraapt. Hij las het, maar zei niks. Hij wierp het enkel achteloos opzij. Waarschijnlijk was het dus niet belangrijk genoeg.
Eerlijk gezegd kon het Charlena ook niet veel schelen. Ze leek nu vrij te zijn en dat was het belangrijkste. Haar doel om voor bepaalde dingen te verbergen, was ineens een stuk realistischer geworden. Echter, met zoveel mensen in de buurt zou het wellicht nog moeilijk worden. Wat deden ze eigenlijk hier? Hoe waren ze hier gekomen?
Charlena keek de groep even rond, maar er was niemand bij die haar aandacht trok. Sowieso leek niemand gevaarlijk te zijn. Al hadden ze daar sowieso heel wat voor nodig bij haar. Er waren maar een paar dingen die haar bang konden maken. Onder andere de ketens die zojuist waren gebroken. Onwillig gleed er een glimlach om haar lippen.
Een wat ruig uitziende man kwam nader, raapte het stukje papier op en begon hardop voor te lezen:
"Beste gevangenen,
Achter op deze brief staat een kaart.
Als jullie deze reis overleven, zijn jullie vrij.
Vind in ieder land een bol, iets groter dan een knikker."
Hm, kennelijk was die brief toch iets belangrijker dan dat paarshaar deed voorkomen. Ze waren dus nog niet vrij, ze waren nog steeds gevangen. Waarom waren ze dan in de open lucht? Deze omgeving gaf hen toch teveel vrijheid? Al zouden ze opsplitsen, dan zou geen bewaker hen kunnen vinden. Toch?
Het klonk aannemelijk en verleidelijk om te doen. Zouden de anderen mee willen doen?
Charlena keek naar hen. Één jonge vrouw deed opgewekt over de mededeling. Charlena schatte haar naïef in. Een andere jonge vrouw leek meer verlegen, en wees iets op de kaart aan. Lena hoorde wat er werd gezegd, maar twijfelde eraan of de vrouw de waarheid sprak.
Moest dit allemaal nu echt? Konden ze niet beter proberen om te ontsnappen? Dat leek Charlena veel simpeler. Ze slaakte een zucht en wierp kort een blik naar de lucht. Daar was de enige plek waar ze een nog grotere hekel aan had, dan het gevang.
"You can't start the next chapter of your life,
if you keep re-reading the last ones..."
DOminator
Balpen
Balpen
Berichten: 276
Lid geworden op: 02 apr 2011 15:06
Locatie: Rotterdam

'Arm meisje,'dacht Afindor terwijl hij de jongedame zat stotteren tijdens haar verhaal. Hij wilde haar troosten, maar vond het niet gepast dat bij de hele groep te doen. Het meisje zette een paar stappen naar achter, waardoor de mensen niet meer zo op haar letten.
Even liep hij achter het meisje langs en gaf haar een schouderklopje:" Je deed het goed," zei hij zacht.
Afindor besloot de rest van het groepje het te laten uitvechten. Hij liep terug naar de boom waar hij ook bijgekomen was. Voorzichtig ging hij in het gras zitten. De boom in zijn rug gaf hem goede steun en hij zat heerlijk in het zonnetje. Wat daar zich in de verte afspeelde hield hij met een half oog in de gaten.

Na een tijdje keek hij is naar zijn lichaam. Zijn armen waren niet meer zo gespierd als vroeger. Daar moest die toch wat aan gaan doen. Ook besloot hij de pijlen te bekijken, zijn eigen pijlen zaten niet meer in de koker, maar waren vervangen voor vijf anderen.
Tot zijn verbazing bleken vier van de pijlen gebroken te zijn. Alsof er iets zwaars opgevallen was. Zachtjes vloekte hij, maar op een volume dat niemand anders hem hoorde. 'Hoe kom ik in vredesnaam aan nieuwe pijlen? Ik kan ze uit hout snijden, een ijzeren punt is niet nodig. Veren... dat is een groter probleem.'
Na het wegsmijten van de kapotte pijlen richtte hij zich weer op de natuur.
Schrijf niet wat je wil schrijven, schrijf wat je hand schrijft en vergeet nooit je hart te volgen.
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

De vrouw over wie Avonmoregestruikeld was werd wakker en keek hem aan. "Het geeft niet. Waar zijn we?"
Hij haalde zijn schouders op. "Dat vroeg ik me ook af."
Opgelucht haalde hij weer adem. Hij had verwacht dat de vrouw woedend op hem zou reageren, maar ze was opvallend rustig gebleven. Toch liep hij een paar meter van haar vandaan. Hij wist van zichzelf dat hij heel goed was in onhandig zijn en hij wilde niet dat ze daar nog een keer slachtoffer van zou worden.
Ondertussen was iedereen ook wakker geworden. Een vrouw reageerde heel erg blij, een man leek alleen maar chagrijnig te kunnen zijn, een vrouw die aan het praten was over zichzelf schoonmaken en een meisje dat ontzettend mooi kon zingen. Tranen liepen bijna over zijn wangen toen hij haar iets hoorde zingen.
De man die hem wakker had gemaakt, stelde zichzelf voor als Gakupo. O, wat een rotnaam, dacht Avonmore kreunend. Die zou hij meteen vergeten. Hij was niet zo goed in namen. Hoe heette die paarse vent ook alweer? Hij had het net gezegd. Gapaku, Gapen, Gapoku? Ach laat maar.
Avonmore gaf het op en liep een eindje van de rest af. Hij lette heel goed op dat zijn voeten niet achter een onregelmatigheid in de bodem bleven haken. Af en toe leken zijn ledematen een eigen leven te leiden. Hij was ook te onvoorzichtig met dingen. Dan vergat hij dat ze op de tafel stonden en veegde hij ze per ongeluk eraf. Hij was het gewend, maar hij wist niet hoe de anderen erop zouden reageren. Zij zaten waarschijnlijk niet onschuldig in de gevangenis, zoals hij. Eigenlijk was hij een beetje bang voor ze, voor wat ze gedaan hadden.
Een glinstering trok zijn aandacht. Hij liep er naar toe en zag dat er iets in de boom hing. Zijn zwaard! Het was lang, dun en het heft was met krullen versierd. Snel trok hij het uit de boom, maar het bleef haken aan de takken. Geïrriteerd gaf hij een grote ruk en hoorde iets kraken. Plotseling gaf de boom mee en viel hij achterover, met een bos aan takken op zijn lichaam.
"Aah!" schreeuwde hij en begon te spartelen. "Ik word aangevallen!"
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Evie draaide haar gezicht naar de persoon die naast haar kwam staan. Het was het meisje met de mooie stem. Het meisje wees naar een zwart puntje tussen alle lijntjes op de kaart. Evie volgde wat wazig de vinger.
"D-daar moeten we heen."
Een glimlach vertoonde zich over Evies gezicht toen het meisje stotterend begon uit te leggen. Ze had haar nooit als een verlegen meisje aangezien.
De vinger begon over de lijntjes te schuiven. "Hier zijn we nu."
Verbaasd bleef Evie naar de kaart staren, geeneens door hebbend dat het meisje zenuwachtig naast haar stond. De laatste paar woorden die het meisje zei voor ze wegstapte kreeg ze ook niet mee.
"Oke, dus dan moeten we…" Ze spinde een rondje met een wijze de vinger. Het eerste en het beste pad wat ze zag daar hield ze stil. "Daarheen."
Een grote glimlach verscheen om haar lippen, dit was een eitje!
De schreeuw van een man veegde haar glimlach van haar gezicht.
"Ik wordt aangevallen!" klonk het in paniek.
Verschrikt sprong Evie op. Aangevallen? Ze zag een man met licht haar op de grond liggen spartelen tussen takken. Vrolijk hupste ze ernaar. Vol van vermaak over het vreemde vertoon van de man.
Rustig duwde ze wat takken aan de kant, zodat de man zou ophouden met spartelen.
Ze gaf hem een grote grijns en haar ogen twinkelden.
"Jij bent grappig." bracht ze er op een kinderlijke toon uit, onderlegd met een hoop giechelende geluidjes.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Ooc: ik weet dat het snel achter mijn vorige post is, maar ik wilde even reageren^^

De aanvallers werden van Avonmore afgetrokken en hij was vrij! Snel krabbelde hij overeind en ging in een soort van gevechtshouding staan. Al snel ontspande hij weer en kon zichzelf voor zijn hoofd slaan. Het waren maar een paar takken geweest, niemand had hem aangevallen.
"Jij bent grappig," zei het meisje kinderlijk en giechelde.
Met een blos op zijn wangen streek hij schaapachtig door zijn lange haren. "Ik ben blij dat je het zo ziet."
Snel bukte hij zich om zijn ongemak te verbergen en haalde zijn zwaard uit de takken, wat moeilijk was dan het leek. DE riemen waarmee je het zwaard kon vastbinden aan je rug waren tussen de takken verstrikt geraakt. Op goed geluk begon hij aan een paar uitstekende dingen te trekken en uiteindelijk lukte het hem om zichzelf te bevrijden. Snel bond hij het zwaard op zijn rug. Dat voelde een stuk veiliger.
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Ruka
Typmachine
Typmachine
Berichten: 876
Lid geworden op: 19 jan 2011 22:09

"Die bevrijding is niks." hij glimlachte naar haar. "Waarom heb je ze zelf niet af gedaan?" vroeg hij wat nieuwsgierig. Gakupo bekeek zijn handen en spreidde zijn vingers, tussen zijn vingers zaten dunne vliesjes. Op de helft van zijn vinger stopte ze en je kon er net niet doorheen kijken. Hij moest lachen en je kon een paar scherpe tanden zien. Meermannen hebben een mond vol puntige tanden, maar omdat Gakupo half mens was waren zijn twee onderste hoektanden scherp. De tanden die daar voor zitten waren ook wat scherper als normaal.
Gakupo schrok toen hij een jongen hoorde schreeuwen dat hij aangevallen werd en had gelijk twee waaiers in zijn handen. Als je ze zo zag was er niks gevaarlijks aan, maar met een beweging konden er lange scherpe pinnen uit komen. Hij zuchtte toen hij zag dat de jongen onder de takken lag, toen hij iemand anders er op af zag lopen stopten hij de waaiers terug en keek naar de meiden die blij de kaart in hun handen hadden.
"Oke, hebben jullie gezien waar we allemaal door moeten lieverds?" Hij schudde zijn hoofd. Hij wist waar de wateren van de dood voor stonden, al wist hij niet wat de rest inhield. "Dit bos is heel leuk en aardig. Maar de wateren van de dood zijn behoorlijk gevaarlijk." Gakupo keek verbaasd omhoog toen hij een paar sneeuwvlokken op zijn huid voelde. "Als je een van je handen in dat water steekt, ben je hem gewoon kwijt. Als een water volk je niet al er in heeft getrokken." Hij pakte de kaart uit de handen van Evie. "Eindeloze savanne? Zijn jullie gestoord?" Ongelovig keek hij de rest aan. "Grotten van de kou?" Waar hij het meest bang voor was waren de savanne. Hij had veel water nodig, en zover hij wist was daar heel weinig van in de savanne.
"Oke, weet je wat, we hebben niks te verliezen." Hij bekeek de kaart en draaide die af en toe om. "Als we eerst in het bos water zoeken. Als we geluk hebben, dan hebben we genoeg om de savanne te overleven."
Hij keek de rest om en om aan. "Als we water hebben kunnen we beginnen met het vervolg." Hij hoopte dat de rest in zou stemmen, zodat ze konden gaan. Zijn blik bleef hangen op Charlena, snel draaide hij zijn hoofd weg en bekeek de kaart weer snel.
Cinderella's glass shoe was the perfect size.... so why did it slip off as she ran?- It must have been to attract the attention of Prince Charming.. I don't see any other explanation

- Komatsu Nana/Hachi
timbertje2
Balpen
Balpen
Berichten: 146
Lid geworden op: 22 mei 2008 18:10

Seishin begon te rillen tot iemand een hand op haar schouder legde. " Je deed het goed," zei hij. Haar gezicht werd nog warmer en ze voelde de warmte tot aan haar oren. Nog voor ze iets kon zeggen liep de man alweer weg.
"Dankje" mompelde ze zachtjes, maar niemand hoorde haar. Nu had ze de kans om de wezens van voren te zien. Her en der hoorde ze wat namen maar nu moest ze nog de juiste naam bij het juiste gezicht plaatsen. Gakupo kende ze inmiddels, die had al zo vaak zijn naam verteld.
Achter haar begon een jongen te roepen. Seishin draaide zich vlug om en zag de jongen onder een bos takken spartelen. Ze kon haar lach niet meer inhouden. Haar lach was meer als een giechel en ze verborg het achter haar hand om te zorgen dat niemand er last van had. Het meisje met het witte haar gig naar de jongen toe en hielp hem. Ze zag er erg aardig en gezellig uit. Seishin moest nog steeds haar naam weten. Dat was een van de namen waar ze erg benieuwd naar was, net zoals de naam van de jongen die haar durfde aan te raken. Zachtjes liep ze op het meisje af. "Zou ik je naam mogen weten?" Praten ging nu weer een stuk makkelijker, maar ze vond het nog steeds vervelend. Ze schaamde zich iedere keer als iemand haar aankeek. Ze schaamde zich voor haar verleden, ook al kende deze wezens die niet. Dat wilde ze ook maar laten ook.

(>'_')># "I was going to give you this waffle.."
#<('_'<) "..But then I was like.. "
(>'#'<) "..I'm hungry"
(>'_'<) "..So I ate it"
(>^_^<) "Hehe"
DOminator
Balpen
Balpen
Berichten: 276
Lid geworden op: 02 apr 2011 15:06
Locatie: Rotterdam

Zonder iets te zeggen stond Afindor op en liep de bossen in. 'Water... waar oh waar zou ik water kunnen vinden?' vroeg de man zich af. Het was geen dicht bos, iedere boom stond ver van de volgende verwijderd. De wortels van de bomen kwam niet eens bij elkaar in de buurt. Het grootste gedeelte van het landschap was vlak. Af en toe ging hij een klein heuveltje op, maar drie meter later begon de afdaling alweer. Afindor genoot van de stilte om hem heen en de lucht van de naaldbomen, waar loofbomen kaal waren geworden.
Plots voelde hij iets kouds op zijn neus vallen. Scheel keek hij naar zijn neus, maar helaas werkte dat niet. Hij gebruikte zijn linkerhand om te kijken wat hem zojuist aangevallen had. 'Water, gesmolten sneeuw misschien?' dacht hij bij zichzelf. Steeds meer sneeuwvlokken belaagden de strijder.

In de verte waren twee geluiden te horen. De een was het zachte stromen van een kleine rivier. De andere was een angstige gil. Even stond hij in tweestrijd, maar de gil won het van de behoefte naar water. Hij versnelde zijn pas en rende tussen de bomen door naar de gil. Elke keer weer leek de gil van een andere plek te komen. Dan weer naar het oosten, dan weer het zuiden en vervolgens was het noorden aan de beurt.
In plaats van dichterbij, leek het alsof de gil afstand van hem nam. Steeds vager werd het geluid, tot het uiteindelijk volledig stil viel.

Met tranen in zijn ogen viel de man neer. De grond was ondertussen bijna volledig wit, met een paar sprieten van andere gewassen die er bovenuit staken. In het wit huilde de man. De gil was een gil die hij kende, maar al lang niet meer gehoord had. De sneeuw om hem heen smolt door de warmte van zijn tranen, alle pijn van lang geleden met volle kracht in hem.

Vele minuten passeerden, tot de man zijn rug rechtte. 'Waar ben ik?' Door al het rondrennen was hij vergeten op de weg te letten. Of hij de groep ooit nog terug zou vinden wist hij niet. "Verdomme!"riep hij uit, toen hij eraan dacht dat Sepaku nu alleen bij de meisjes was, samen met die klunzige vent die een gevecht met een boom verliest. "Als we ooit in een gevecht terecht komen, vraag ik hem de vijand te helpen. Hij is zo klunzig dat de kant die hem aan zijn zijde heeft verliest,"sprak de man tegen zichzelf met een kleine glimlach. Even dacht hij na welke kant de rivier waarschijnlijk op was. Als hij die zou kunnen vinden en hem stroomafwaarts zou volgen, zou hij misschien weer in de buurt kunnen komen van het kamp.
Schrijf niet wat je wil schrijven, schrijf wat je hand schrijft en vergeet nooit je hart te volgen.
Gebruikersavatar
Cubiculum Nephilia
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1270
Lid geworden op: 19 okt 2007 15:29
Locatie: Hell

"Die bevrijding is niks." Gakupo glimlachte naar haar. "Waarom heb je ze zelf niet af gedaan?"
Charlena peinsde kort of ze wel of niet antwoord zou moeten geven op die vraag. Ergens kon het haar niet schelen. De man leek verder niet zo heel bijzonder te zijn.
'Omdat ik ze zelf niet kon afdoen', verklaarde ze.
Op zich een vrij logisch antwoord, maar de reden ontbrak eraan. Wederom dacht ze na of ze dat nog aan de man zou verklappen. Hij had wel iets over zich wat haar bereidwilliger leek te maken om te praten.
'Ze waren speciaal tegen mij gemaakt', zei ze er nog achteraan.
Charlena haar aandacht werd toen getrokken door een noodkreet. Iemand schreeuwde dat hij werd aangevallen. Kort grijnsde ze. Een aanval? Dat kon leuk worden. Ze ging al klaar staan en vanuit haar ooghoek zag ze dat Gakupo ook zijn wapens trok. Helaas bleek het niet om een echte aanval te gaan. Wat teleurgesteld ontspande Charlena zich weer.
Welke sukkel laat zich dan ook vloeren door een boom, bedacht zij zich.
Een golf van opluchting leek door iedereen heen te gaan, toen het besef van vals alarm doordrong. Gakupo deed een stap en begon te spreken. Het klonk alsof hij veel meer wist van deze plek. Zou hij een spion zijn? Een bewaker in vermomming? Het was een mogelijkheid. Echter, waarom zou hij dan die ketens hebben gebroken? Hij had dan moeten weten dat het haar bond. Tenzij dit een truc was om haar vertrouwen te winnen. Argwaan rees op, maar Charlena besloot om haar oordeel voorlopig op te schorten.
Aan het eind van de verkondigingen van Gakupo zijn wijsheden, keek hij haar even aan. Had hij haar gedachten gehoord? Misschien... Vrij kort erop keek hij weer weg. Misschien ook niet... Het was moeilijk om nu al duidelijkheid te krijgen. Sowieso was het zaak om ook meer van de anderen te weten te komen.
Normaal gesproken was een aanraking genoeg om herinneringen van iemand over te kunnen nemen. Alleen voor grondige informatie moest een dergelijke aanraking lang duren. Niemand die goed bij zijn hoofd was zou dat op het huidige moment toelaten. Al zou het bij de mannen misschien nog lukken met wat vrouwelijke charmes, bedacht Charlena zich.
Het was belangrijk dat ze haar kaarten goed zou spelen in dit spel. Bovenal was het zaak om geen troeven te verspillen, of om per ongeluk iets te seinen. Even knikte ze zichzelf toe. Zo zou ze het doen.
Wel was er een verleiding in Charlena genesteld om juist haar hand in het water te steken. Of sterker nog; er gewoon in springen. Wie weet wat er werkelijk zou gebeuren.
"You can't start the next chapter of your life,
if you keep re-reading the last ones..."
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

O Super. Niemand had gereageerd, dan niet. Nee, in plaats daarvan ging er eentje zingen (en oké, het klonk wel heel mooi) en gilde een ander dat hij aangevallen werd door een berg takken –het idee alleen al! Maar goed, ze had wel betere dingen te doen. Zoals… filosoferen waarom het ineens sneeuwde. Zomaar opeens, een uur geleden waren de bladeren nog allemaal groen en nu hing er geen één meer aan een boom.
Op dat moment deed paarsharig mannetje zijn mond open en vertelde waar ze allemaal doorheen moesten gaan voordat ze überhaupt vrij waren. Het klonk niet al te fraai en om heel eerlijk te zijn had zij ook niet echt de behoefte om daar helemaal doorheen te gaan met deze mensen. Ten eerste hadden ze een kluns in de groep, die al gilde als takken op hen vielen en het meisje dat zong had ook niet echt sterk eruit gezien om het maar even aardig op te merken. Oh, en dat andere meisje dat zo vrolijk was kon waarschijnlijk ook niet zo heel veel. Dan had je nog paarshaar en het meisje met de ketens, die waarschijnlijk wel konden vechten, maar niet boven haar lijstje met favorieten stond en tot slot de man met het litteken.
En daar moest ze mee door de werelden trekken? Geweldig.
“Tuurlijk joh. Dit gaan we echt redden maar niet heus,” mompelde ze.
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
timbertje2
Balpen
Balpen
Berichten: 146
Lid geworden op: 22 mei 2008 18:10

Even keek Seishin om haar heen. Waar was de jongen gebleven die haar daar straks nog een schouderklopje gaf? Wie was hij? Was hij alleen de bossen ingetrokken? "Uhm,"aarzelde ze. "Die jongen van daarnet. Die met die pijlen aan zijn rug en met dat litteken, weet jij waar die is gebleven?" vroeg ze aan het drukke meisje. "Is hij alleen weg gegaan?" Ze praatte veel te zacht om zich te laten merken en dat wist ze zelf ook, maar de bezorgdheid won het van haar geduld. "Ben zo terug" zei ze hard genoeg en ze liep naar het bospad. Nou wist ze nog steeds de naam niet maar dat kon haar niet zoveel schelen op dat moment. "Hallo?" Haar stem echode door de bomen en was van alle kanten te horen. Voorzichtig liep ze met haar blote voeten over de het ijskoude pad. "Hallo?" herhaalde ze weer. Alle bomen leken op elkaar en ze had geen flauw idee waar ze heen moest. Ze volgde het pad tot ze het geluid hoorde van een rivier. Daar was hij vast, hij was waarschijnlijk gewoon water halen. Ze wilde niet van het pad afwijken dus legde ze haar speelkaarten één voor één op de grond, zoals bij Hans en Grietje. Eenmaal bij de rivier aangekomen was er niemand. Geen enkel bekend geluid was er te horen. Toch voelde ze zich bekeken. De hatelijke ogen doorboorde haar rug. Ze draaide zich om maar er was niemand. Haar hart begon te harder te kloppen en leek vastgespijkerd aan de grond. Ze sloot haar ogen en probeerde de kracht van haar kaarten op te sporen. Ze zag de kaarten als kleine rode vlammetjes voor zich en liep erheen, maar met elke stap die ze zette leek ze niet vooruit te gaan. Ze begon te rennen. Langzaam kwam ze in de buurt van haar kaarten, alsof ze ze zich iets sneller verplaatste dan de kaarten. Na sprint kwam ze weer uit op het pad. Ze was uitgeput en viel tegen een boom aan. Langzaam zakte ze door haar knieën en liet ze zich op de grond vallen.

(>'_')># "I was going to give you this waffle.."
#<('_'<) "..But then I was like.. "
(>'#'<) "..I'm hungry"
(>'_'<) "..So I ate it"
(>^_^<) "Hehe"
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

De man voor haar streek door zijn haren. “Ik ben blij dat je het zo zat.” De rose blos op zijn wangen was niet te missen. Evie keek met een glimlach toe hoe de man met zijn zwaard bezig was. Uiteindelijk wist hij het voorwerp op zijn rug te binden.
Evie keek op van de andere man die bij haar was verschenen. Gapuko ofzo? Haar ogen vielen po zijn handen waar vlies tussen leek te zitten. Kikkerman! Veel beter.
"Oke, hebben jullie gezien waar we allemaal door moeten lieverds?"
Haar gezicht werd rood toen de man haar met lieverd aansprak. Verlegen keek ze naar haar voeten die aan het wriemelen in de aarde waren. De rode kleur leek pas weg te trekken toen er een witte sneeuwvlok op haar voorhoofd viel, die een ijzige kou achterliet. Ze keek verward naar het witte spul wat uit de hemelen viel en had amper nog door hou Kikkerman de kaart uit haar handen trok. Ze schrok pas op uit haar staren bij de laatste zinnen van de man.
“Als we eerst in het bos water zoeken. Als we geluk hebben, dan hebben we genoeg om in de savanne te overleven. Als we water hebben kunne we beginnen met het vervolg.”
Natuurlijk vond Evie het een geweldig plan. Het was niet moeilijk om haar onder de indruk van iets te maken. Zolang er maar een beetje avontuur in zat. Ze kon niet wachten om het bos te doorsteken.
Haar glinsterende oogjes werden snel afgewend naar het meisje dat ook wit haar had.
“Zou ik je naam mogen weten?”
Evie had willen antwoorden maar haar aandacht werd afgeleid naar wat er achte rhet meisje gebeurde. De man die amper zijn mond opentrok liep weg, de bossen in. Het liefst was Evie gelijk opgesprongen en erachter aan gerend. Ze wilde zo graag weer wat meemaken. Ze merkte de vragen niet op die het witharige meisje aan haar stelde. Pas toen het meisje met de vreemde blauwe kleur sprak.
“Tuurlijk joh. dit gaan we echt redden, maar niet heus.” Zij was niet erg optimistisch. In drie passen stond ze naast het meisje, die ookal langer dan zij was en sloeg haar arm om het meisje haar schouders.
“Kom op, blauwtje. Dit gaat leuk worden!” Ze liet het meisje weer los en sprong in het midden van de groep. Ze maakte wat stoten en trappen naar niet bestaande vijanden. “Dan gaan we zo boem, beng, baf alle enge bosmonsters verslaan en dan vinden we die knikker en dan gaan we weer naar het volgende avontuur. Het wordt te gek!” Ze bleef midden in een stoot bevroren staan toen ze zag dat het meisje wat mooi kon zingen was verdwenen. Een paar keer knipperde ze met haar ogen, om te zien of het wel echt zo was. Jap, geen spoor van te bekennen. Ze blies haar wangen iets op in frustratie. Nu had ze haar naam nog niet kunnen geven!
Gefrustreerd liep ze op de man af die ze net uit de takken had bevrijdt. Hij had een zwaard en zou haar wel kunnen beschermen. Zonder te vragen pakte ze zijn hand vast en begon hem mee te sleuren.
“Kom, we gaan de twee tortelduifjes zoeken. Dan kunnen we die knikker gaan opzoeken.”
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
DOminator
Balpen
Balpen
Berichten: 276
Lid geworden op: 02 apr 2011 15:06
Locatie: Rotterdam

'Verdomme waar is dat water toch!' Afindor hield van reizen, maar alleen wanneer hij wist waar hij heen ging. Het begon snel koud te worden, de zon zou zijn pad niet lang meer verlichtten. De man begon steeds sneller te lopen, tot hij uiteindelijk begon te rennen. 'Misschien na die boom. Misschien over die heuvel heen.' Maar nergens kon hij het riviertje vinden.

Na minstens een kwartier rond gerent te hebben kwam hij tot stilstand. Zijn zware ademhaling produceerde kleine rookwolken. De man liet zich tegen een boom vallen. Langzaam vertraagde zijn ademhaling weer. De zon begon nu echt te dalen. Hij moest snel een kampvuur maken. Al snel ontdekte hij een kleine open plek, hij zocht wat stokken bij en gooide die op een hoop. Voorzichtig haalde hij zijn zwaard van zijn rug. Hij trok er twee van de versieringen uit en sloeg die een aantal keer hard tegen elkaar. Al snel ontstonden er vonken en na een aantal pogingen begonnen de houten stokken te branden. Hij stopte de stenen weer terug in zijn zwaard en ging met een kleine glimlach naast het vuur zitten. 'Toch een goed idee, die vuurstenen.' dacht hij bij zichzelf. 'En wie weet, misschien zien ze het licht wel. Hoewel... wie weet hoe ver weg ze zijn? Het bos mag dan wel niet heel erg dicht zijn, het is en blijf een boos.'

Nu de ondergaande zon hem nog genoeg zicht gaf, besloot hij op zoek te gaan naar meer houten stokken om het vuur brandend te houden. Het natte sneeuw maakte het er niet veel makkelijker op.
'Hadden ze ons niet in de ochtend kunnen droppen, in plaats van een uur voor zonsondergang?' waren zijn gedachten toen hij weer plaats nam bij het vuur.
Schrijf niet wat je wil schrijven, schrijf wat je hand schrijft en vergeet nooit je hart te volgen.
timbertje2
Balpen
Balpen
Berichten: 146
Lid geworden op: 22 mei 2008 18:10

De kou trok langzaam via Seishins voeten naar haar benen. Ze keek naar het pad, maar had geen enkel idee welke kant ze op moest. Haar voeten werden rood en de kou had haar bovenbenen al bereikt. Ze trok haar knieën zo ver mogelijk op en sloeg haar armen er omheen. Ze zou nu magie kunnen gebruiken, maar ze had amper energie en die zou dan te snel op zijn. Ze wilde niet in slaap vallen op deze plek. Haar handen kleurden ook rood en haar adem was te zien als een wolkje.
Ze had dit nog nooit meegemaakt. De witte pluisjes die uit de lucht kamen vallen waren zo mooi en zuiver, maar ze waren zo koud. Ze begon te trillen en haar hele lichaam deed pijn. Ze haalde haar handen door haar haren. Het witte pluis viel van haar hoofd af. Ze stond op en twijfelde over welke kant ze op moest lopen. Waarom was ze dan ook bevrijd in haar jurkje? Als ze gewoon die dag een lekker groot vest aan had gedaan was het een stuk fijner. En schoenen zouden ook prettig zijn.
Ze draaide rond en besloot dat ze naar de kant zou lopen waar ze stopte. Ze hield haar ogen open en draaide een paar rondjes, hopend op een glim van mensen. Ze werd duizelig en liet zichzelf vallen op haar knieën. De aarde bewoog en ze verloor haar evenwicht. Ze viel op haar rug en keek naar de verkleurende lucht. Het lag wel lekker en ze sloot haar ogen.
Ze ademde flink door haar neus en rook een vreemde geur. Toen ze haar ogen opende zag ze een soort grijze wolk. Het moest rook zijn en waar rook was, was vuur. Ze stond op en rende naar de richting van de rook. Haar bovenbenen werden warm, maar haar voeten deden pijn van de kou en het rennen. Zodra ze het weer warm had zou ze een stel takken zoeken om fatsoenlijke sandalen van te maken, nam ze zich voor. Tussen de bomen was de oranje gloed te zien van het vuur en Seishin begon weer rustig te lopen. Ze vertrouwde het niet. Wat moest een vuur midden in de bossen, in zo'n natte omgeving? Voorzichtig sloop ze door de bomen naar het vuur.

De aanblik van de rug van jongen waar ze naar ging zoeken kalmeerde haar hart. Ze haalde opgelucht adem en liep rustig naar het vuur. De jongen was dingen van de grond af een heet rapen. het was een stapel takken die hij daarna langs het vuur gooide. Seishin kwam bij het vuur staan, tegenover de jongen, en hield haar handen bij het vuur. Haar handen begonnen te trillen van het plotselinge warmte verschil. Ze glimlachte naar de jongen maar zei verder geen woord. Zodra haar handen weer een beetje op temperatuur waren ging ze zitten, met haar knieën opgetrokken en haar armen eromheen, zoals ze het liefst zat. De warmte van het vuur deed haar goed.

(>'_')># "I was going to give you this waffle.."
#<('_'<) "..But then I was like.. "
(>'#'<) "..I'm hungry"
(>'_'<) "..So I ate it"
(>^_^<) "Hehe"
DOminator
Balpen
Balpen
Berichten: 276
Lid geworden op: 02 apr 2011 15:06
Locatie: Rotterdam

Afindor zag hoe het meisje met de witten haren bij het vuur kwam staan. Ze trilde van de kou. Even wist hij niet goed wat hij moest doen, er was maar één vrouw bij wie hij zich ooit op zijn gemak had gevoelt. Alle anderen vond hij maar raar. Ze hadden een huid, zacht als fluweel, maar een tong scherp als een slang. De kledij van vrouwen was ook iets wat hij maar niet begreep. Hij vroeg zich altijd af hoe ze in zo'n ding konden bewegen. Veel bescherming tegen de elementen van het weer, laat staan een wapen, bood het niet. Even keek de man naar zichzelf, hij had een onderhemd aan, een leren pantser en ten slotte nog zijn groene cape. Ook zijn benen waren goed ingepakt met een degelijke, dikke broek.

Afindor zag hoe het meisje op de grond ging zitten, ze maakte zichzelf helemaal klein door haar benen op te trekken. 'Wat nu?' dacht hij bij zichzelf, 'moet ik tegen haar aan gaan zitten? Moet ik haar op schoot nemen als een vader zijn kind op schoot neemt, moet ik haar mijn vest aanbieden?' Dat laatste klonk hem het beste. 'En toch...' vervolgende zijn gedachtes, 'toch heeft het wat aantrekkelijks, zo'n jurkje.' De benen van het meisje waren goed te zien en ergens in zijn hart had hij ze graag willen aanraken. 'Wat zijn we toch een monsters...' Ook hij was niet immuun voor de charmes en de schoonheden van het vrouwenrijk. Het verschil tussen hem en vele anderen mannen was echter dat hij zich wel in kon houden, waar anderen dat niet konden. Hij haalde het draadje van zijn cape los en liep naar de vrouw toe. Voorzichtig legde hij het over haar schouders en keerde zich weer om:"Ik ga nog wat hout verzamelen,"bromde hij emotieloos terwijl hij wegliep.
Schrijf niet wat je wil schrijven, schrijf wat je hand schrijft en vergeet nooit je hart te volgen.
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Ooc: Avonmore weet niks van zijn alterego af :P

Het witharige meisje pakte Avonmores hand vast.
"Kom, we gaan de tortelduifjes zoeken. Dan kunnen we die knikker gaan opzoeken."
Een blos spreidde zich uit over zijn wangen en gewillig liet hij zich meesleuren. Hij was blij dat dit meisje hem mee wilde hebben, de rest zag er niet al te aardig uit. Ze leken allemaal geïrriteerd door zijn gedrag. Hij kon er toch ook niks aan doen dat zijn voeten in alle kuilen en bobbels bleven haken? Het wat niet alsof hij het expres deed of zo.
Sneeuw dwarrelde neer op Avonmores hoofd en huiverend veegde hij het weg. Hij had een grondige hekel aan sneeuw, het was zo koud en daardoor werd alles glad, zodat hij nog sneller viel. Het meisje sleurde hem opgewekt verder het bos in, weg van het groepje wezens dat ook in de gevangenis had gezeten.
Hij zwaaide wat verloren naar ze. "Komt er nog iemand mee?"
Het leek hem niet zo'n goed idee dat het meisje alleen met hem het bos in ging, hij zou haar niet echt kunnen verdedigen. Als er gevaar was, kroop hij het liefste weg en deed zijn ogen dicht. Als hij ze weer opende, lag altijd de vijand op de grond. Het was alsof een macht van bovenaf hem beschermde.
"Hoe heet je trouwens?" vroeg hij aan het witharige meisje. "Ik ben Avonmore en een elf. Wat ben jij? Je ziet er mensachtig uit. Eigenlijk houd ik niet van mensen, ze zijn zo wild, maar voor jou wil ik wel een uitzondering maken."
Hij keek om zich heen in het bos. De vuurrode bladeren waren verschrompeld en lagen allemaal op de grond. Puntige takken reikten naar de lucht toe. Duistere wolken pakten zich samen en nog meer sneeuw kwam naar beneden dwarrelen. Avonmore werd duizelig toen hij te lang naar boven keek en richtte zich weer op het bospad voor hem.
"Wat een vreemd bos is dit eigenlijk. Het is alsof de seizoenen hier heel snel voorbij gaan. Eerst was het herfst, nu is het winter. Ik hoop maar dat het heel snel weer lente wordt. Niemand hier heeft zich gekleed op de winter. Ik heb wel een klein beetje magie, maar niet genoeg om mezelf warm te houden. Heb jij magie?"
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Vaag kon Evie de man nog naar de andere horen roepen. Ze negeerde het. Als ze mee wilden komen dan volgden ze maar.
Met grote ogen keek Evie naar de prachtige omgeving die langs hen heen schoot. Ondertussen waren de bomen kaal en bleef het sneeuw naar beneden dwarrelen. Ze had niet echt een idee waar ze heen liep, maar op puur geluk hoopte ze de andere tegen te komen. Haar ogen gingen naar de kat die ze in een boom zag liggen. De zwarte kat die ze altijd zag wanneer er wat onheilspellends stond te gebeuren. Een rilling gleed over haar rug. 'Ga weg.' Ze sprak de woorden niet echt uit maar vormde ze alleen met haar mond. Ze wist zeker dat de man haar zou uitlachen als hij haar in haarzelf hoorde praten. Nog nooit had iemand anders die kat kunnen zien wanneer zei hem zag.
"Hoe heet je trouwens?" Blij met de afleiding richtte Evie zich naar de man.
"Ik ben Avonmore en een elf. Wat ben jij? Je ziet er mensachtig uit. Eigenlijk houd ik niet van mensen, ze zijn zo wild, maar voor jou wil ik wel een uitzondering maken." Hij sprak een heel verhaal. Waar Evie zelfs geen woord wist tussen te proppen. Wat was ze eigenlijk? Haar grootmoeder was een mens, maar van haar ouders wist ze het niet en zijzelf kon dingen die mensen niet konden. Of beter gezegd ze zag dingen die mensen niet zagen.
"Wat een vreemd bos is dit eigenlijk. Het is alsof de seizoenen hier heel snel voorbij gaan. Eerst was het herfst, nu is het winter. Ik hoop maar dat het heel snel weer lente wordt. Niemand hier heeft zich gekleed op de winter. Ik heb wel een klein beetje magie, maar niet genoeg om mezelf warm te houden. Heb jij magie?"
Evie tikte even op mijn lippen om al zijn vragen weer te bedenken. "Uhm, nou mijn naam is Evie." Ze dacht nog wat dieper na. "Eigenlijk weet ik niet echt of ik mens ben. Mijn grootmoeder is een mens, maar ik kan dingen die zei niet kan. Ook al denk ik niet dat ik magie heb, maar ik val wel vaak flauw. Gaaf dat jij wel magie heb!" Als klein meisje had ze altijd willen kunnen toveren. "Ik speelde als klein meisje weleens tovenares! een paar keer ben ik tijdens dat spelletje flauwgevallen. Grootmoeder was daarna altijd heel bang en toen mocht ik het niet meer spelen." Heel even vielen haar grote gouden ogen sip op de grond. Sinds die dagen mocht ze een heleboel dingen niet meer. Ze drukte de droevige gedachte snel weer weg en schopte met een glimlach in de dode bladeren.
"Ik vind dit bos te gek! In een dag al twee seizoenen voorbij dat is toch gaaf!"
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Ruka
Typmachine
Typmachine
Berichten: 876
Lid geworden op: 19 jan 2011 22:09

'Ze waren speciaal tegen mij gemaakt.' Toen Charlena dat zei keek Gakupo haar ongelovig aan.
"Ik wist niet dat ze dat konden." zei hij en schudde zijn hoofd. "Die hadden ze dan ook wel voor mij mogen maken" hij keek om naar Alexia die een niet heel leuke opmerking maakte. Hij liep naar haar toen met een lach, waardoor je zijn witte tanden kon zien. "Het gaat wel lukken, je moet gewoon het iets positiever in zien" zei hij rustig en knikte alleen even. "Gaan de dames mee? Misschien vinden we de rest, of water." Hij zei dat tegen Charlena en Alexia. Het was al wat donkerder geworden en de pupillen van Gakupo waren groter geworden, je zag alleen nog een klein randje van zijn iris. Maar als het nog donkerder zou worden, dan zou zijn pupil zijn hele oog bedekken. Dan kon hij alles nog goed zien, zelfs kleuren kon hij dan een beetje onderscheiden. Gakupo liep nog steeds galant, en als je niet zou weten wat hij was zul je denken dat hij het met opzet zou doen. Hij keek vragend naar sommige bomen en schrok toen hij grote tentakels zag. Het was een monster wat normaal in de zee leefde. In een onverstaanbare taal zei hij iets tegen het monster. Het was de taal die de meermensen spraken, alleen wezens die onder water leefde kende de taal. Boven water klonk het alsof het een andere taal was, maar onderwater klonk het als een soort gezang. Gakupo kon mooi zingen, maar deed dat nooit. Hij kon er dingen mee aantrekken, mensen, dieren en water. Hij liep het bos verder in en keek soms schichtig om zich heen. Hij was opgelucht dat hij geen tentakels meer zag, maar was bang dat ze nog terug zouden komen. Hij liet zich lijden door zijn gevoel, als hij voelde dat hij rechts moest deed hij dat. Maar voordat hij het wist was hij bij een kampvuur. Uit automatische liep hij een paar passen achteruit.
"Doe dat vuur uit, dadelijk ziet iemand dat." zei hij geschrokken en keek verdwaasd naar de figuren die erbij zaten. "Heeft er al iemand water gevonden?" Vroeg hij aan degene die er ook waren. "Ik kan wel water aantrekken, maar dan moet iedereen zijn oren dicht doen." meldde hij er alvast bij. Zodat het niet leek alsof hij een nutteloze vraag stelde.
Cinderella's glass shoe was the perfect size.... so why did it slip off as she ran?- It must have been to attract the attention of Prince Charming.. I don't see any other explanation

- Komatsu Nana/Hachi
Gebruikersavatar
Cubiculum Nephilia
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1270
Lid geworden op: 19 okt 2007 15:29
Locatie: Hell

Gakupo keek Charlena voor een ogenblik ongelovig aan.
"Ik wist niet dat ze dat konden," zei hij en schudde zijn hoofd. "Die hadden ze dan ook wel voor mij mogen maken."
Wat een vreemde opmerking om te maken. Waarom zou hij zoiets willen? De argwaan jegens Gakupo steeg weer. Misschien was het maar beter als ze uit zijn buurt bleef. Gakupo leek het niet op te merken dat Charlena dingen aan het overpeinzen was. Hij had zijn aandacht namelijk gericht op de laatste persoon. Dit was voor haar een uitgelezen moment om even te testen of alles het weer deed.
In haar geheugen groef ze naar het beeld van een jonge vrouw met rode nagellak. Charlena keek naar haar hand en tot haar genoegen was deze veranderd zoals de hand van die vrouw eruit had gezien. Een glimlach gleed over haar gezicht. Wel liet ze de verandering snel weer varen. De rest hoefde niets te weten van haar mogelijkheden.
Net op tijd ook, want Gakupo draaide zich weer naar haar toe.
"Gaan de dames mee? Misschien vinden we de rest, of water." Hij klonk redelijk opgewekt.
Wilde hij echt met een groep onbekenden mee? Charlene fronste kort haar wenkbrauwen maar zei niks. Een tijd lang bleef ze stilstaan. Haar blik ging naar het woud. Ze kon de energie die het bevatte zien en voelen. Het was geen beste energie. Nee, zeker niet. Het was donker, bedreigend, en bovenal bedriegend.
Charlena dacht na. Wat was wijsheid? Toch bij elkaar blijven, of er alleen op uit gaan? Het liefst zou ze toch een poging wagen tot ontsnappen. Echter, ze wist al op voorhand dat de rest een dergelijke actie niet zou kunnen waarderen. Sowieso, volgens de brief moesten ze samenwerken. Niets leuker dan een zooitje bijeengeraapte wezens ergens dumpen en toezien op hun lijdensweg.
Charlena uitte een zucht, keek kort opzij naar Alexia en sprak: 'Hier alleen blijven is ook niet verstandig. Laten we maar meelopen, tot we iets beters zien.'
Ze wachtte niet echt op een reactie, maar begon het pad te volgen wat Gakupo met zijn voeten had gemaakt. Echter, daar waar zij had verwacht om al snel de rug te zien van de opvallende paarsharige man, zag Charlena niets dan bomen. Het bedriegen begon.
"You can't start the next chapter of your life,
if you keep re-reading the last ones..."
timbertje2
Balpen
Balpen
Berichten: 146
Lid geworden op: 22 mei 2008 18:10

Seishin genoot van de warmte van het vuur en keek naar de peinzende blik van de jongen recht voor haar. Het zou snel donker worden en dat moest ze toch op iemand kunnen vertrouwen. Het donker was één van haar grootste vijanden. Het was niet te verslaan en maakte haar eenzaam. Het gevoel dat ze niemand had om haar beschermen maakte haar vaak bang. Ze zag geen kleur, geen emoties. Alles waar ze van hield was weg in het donker. Terwijl zij in gedachte verzeild was geraakt stond de jongen op en ze volgde hem vanuit haar ooghoeken. Toen hij de cape over haar schouders legde begon haar hart harder te slaan. De cape was nog vrij warm en het leek op haar koude schouders te branden. Ze genoot even van de warmte van zowel de cape als het vuur. "Ik ga nog wat hout verzamelen," bromde de jongen en hij liep weg. Even waren alleen d geluiden van het bos te horen en het donker kwam steeds dichterbij. "Doe dat vuur uit, dadelijk ziet iemand dat." zei iemand. Seishin keek verdwaasd op en zag een man staan die ze herkende van de groep wezens. Hij had paars haar en was zeker niet lelijk. Zij pupillen waren wat groter dan de rest, dus hij zag waarschijnlijk beter in het donker. Even bleef ze naar zijn gezicht staren. Ze voelde zich onnatuurlijk geïnteresseerd in hem, misschien was het maar een illusie. Ze wilde het vuur niet uitdoen dus ze bleef rustig zitten. "Heeft er al iemand water gevonden?" vroeg de man. Seishin keek even rond, ze had water gezien, maar waar was het ook alweer? "Ik kan wel water aantrekken, maar dan moet iedereen zijn oren dicht doen." Ze keek even naar de rest. Als zij hun oren zouden dichtdoen dan zou zij het ook doen, maar ze wist nog niet wie en wat er te vertrouwen was. Het enige dat ze zeker wist is dat ze niet alleen in het donker wilde zijn.

(>'_')># "I was going to give you this waffle.."
#<('_'<) "..But then I was like.. "
(>'#'<) "..I'm hungry"
(>'_'<) "..So I ate it"
(>^_^<) "Hehe"
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

OOC: voor Saskia geplaatst. ze kon niet op de site komen


Het meisje tikte even tegen haar lippen en overdacht de vragen die Avonmore haar gesteld had. "Uhm, nu mijn naam is Evie. Eigenlijk weet ik niet echt of ik mens ben. Mijn grootmoeder is een mens, maar ik kan dingen die zij niet kan. Ook al denk ik niet dat ik magie heb, maar ik val wel vaak flauw. Gaaf dat jij wel magie hebt!"

“Mwa, het doet het maar af en toe,” mompelde hij. Hij wist niet zeker of ze het gehoord had, want ze schopte tegen een hoop dode bladeren op de grond.

"Ik vind dit bos te gek! In een dag al twee seizoenen voorbij dat is toch gaaf!"

Avonmore wilde antwoorden, maar hij hoorde een raar geluid.

“Rabbit.”

Nee! De angst sloeg hem om het hart en hij draaide rond om te zien waar het geluid vandaan kwam.

“Rabbit, rabbit.”

Een geritsel in de struikjes. “Wie is daar?” riep hij met overslaande stem van angst. “Ik heb een zwaard!”

Nog meer geritsel en een klein wezen kwam het pad op gehupt. In het licht van de maan kon hij goed zien wat het was. Een kikker. Avonmore was als de dood voor kikkers, ze waren zo vies en slijmerig. Hij haatte het geluid dat ze maakten, hij haatte het gevoel van die gladde huid aan zijn vingers, hij haatte de bolle ogen die die beestjes hadden.

“Rabbit.”

Nog een kikker kwam tevoorschijn gesprongen.

“Rabbit, rabbit, rabbit, rabbit.”

Ze bleven maar komen. Het leek alsof er een stortvloed aan kikkers de bosjes uit kwam springen. Overal waar Avonmore keek, waren kikkers. Vieze, slijmerige groene en bruine kikkers. Hun kelen pulseerden op een vreemd ritme en om de beurt deden ze hun mond open.

“Rabbit.”

Avonmore gilde van pure angst. Dit was zijn grootste nachtmerrie! Verdrinken in een stroom van kikkers. Hij zakte neer op de grond en deed zijn ogen stijf dicht. Wiebelend begon hij op en neer te bewegen om zichzelf kalm te houden. Het lukte niet. Zijn hele lichaam trilde van angst en hij jammerde lichtjes.

“Ga weg, alsjeblieft, ga weg.” Hij bleef het maar mompelen.

Zijn armen klemde hij stevig om zijn benen. Met zijn ogen gesloten probeerde hij de kikkers weg te denken. Toen voelde hij een slijmerige poot tegen zijn enkel aan.

Alles werd zwart…
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Ik heb Avonmores tweede identiteit een andere naam gegeven, anders werd het te verwarrend ;) hier is dus Kearne, dat betekent duister^^ wordt leuk :P



Hè, hè, eindelijk was Kearne verlost uit het kamertje in zijn geest waar hij altijd gevangen leek te zitten. Alleen in tijden van nood kon hij zichzelf bevrijden omdat de angsthaas waarmee hij dit lichaam deelde, zijn geest onder liet duiken.
Hij deed zijn ogen open en keek om zich heen. Kikkers. Smalend trok hij zijn bovenlip op en kwam soepel overeind. Het waren alleen maar kikkers. Die gek was bang voor die beesten. Waarom had Avonmore zo nodig moeten rotzooien met de verkeerde betoveringen zodat ze samen in een lichaam kwamen te zitten? Gelukkig werd Kearne als hij werd bevrijd, wel zichzelf, hij zou er niet tegen kunnen als hij ook nog in dat schriele, onhandige lichaam moest zitten.
Hij reikte naar het zwaard dat hij op zijn rug gebonden had en trok het uit zijn schede. Het maanlicht viel op het lange, dunne staal en liet het glinsteren. Hij was klaar voor actie.
Zijn lange, elegante vingers trokken figuren in de lucht. Ze onttrokken voor even de zuurstof uit de lucht en leken wel alles naar zich toe te zuigen. Brandend vermenigvuldigenden ze zich totdat heel de open plek omringd was door de vreemde tekens. Kearnes haar wapperde in de wind, maar hij trok zich er niks van aan.
Met een geschreeuwd woord, vlamden ze allemaal op en hechtten zich vast aan de meeste kikkers. Een enorme splatsj klonk en Kearne sloot even zijn ogen. Slijmerige derrie plakte vast aan zijn kleren. Het grootste deel van de kikkers was uit elkaar gesprongen door de magische figuren. Nu waren er nog maar een paar over, die Kearne met een dodelijk gemak doorstak met zijn zwaard. Het was niet echt een uitdaging.
De hele open plek was leeg, met uitzondering van Kearne en Evie, die beiden onder het smerige slijm en kikkeringewanden zaten. Het gevaar was geweken en Kearne veegde zijn zwaard aan het gras af. Met een zucht ontspande hij zich weer en stak zijn zwaard in zijn schede. De adrenaline die door zijn aderen had geklopt, nam af en zijn hartslag werd weer normaal. Al snel voelde hij het bekende gewriemel in zijn geest.
“Nee!” schreeuwde hij en greep naar zijn hoofd. Zijn gezicht was vertrokken van de inspanning om in zijn geest in het lichaam te houden, maar de strijd was al voorbij voordat hij eigenlijk begonnen was. Hoewel Avonmore afgrijselijk zwak was, lukte het hem wel telkens om hem, de grote Kearne terug te drijven in zijn hoofd. Hoe kreeg hij dat toch voor elkaar?
Zwakjes zakte hij in elkaar en bleef op de grond liggen.

Avonmore deed zijn ogen open en keek verbaasd om zich heen. Hij lag op het gras, maar hij kon zich niet herinneren dat hij was gaan liggen. Voor zover hij wist, zat hij terwijl hij aangevallen werd door kikkers. Waar waren die trouwens gebleven?
Met een gil van schrik sprong hij overeind. Overal om hem heen lag derrie en gesplashte kikkerlijken.
“Gatverdamme!”
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
DOminator
Balpen
Balpen
Berichten: 276
Lid geworden op: 02 apr 2011 15:06
Locatie: Rotterdam

Afindor was op zijn terugweg naar het vuur. In de verte zag hij hoe een derde persoon zich bij zijn gezelschap had gevoegd. Het paarse haar kwam hem maar al te bekent voor. Een vreemde blik was in de ogen van Gakupo te zien. Een glinstering die hij maar al te goed kende. Voorzichtig liep hij naar het tweetal toe. "Het vuur in mijn hart brand voor jou." Hoorde hij het rare figuur zeggen. Zijn hand greep naar zijn wapen, terwijl hij Seishin in zag krimpen.
"Er is geen water dat het kan blussen." Een gevaarlijke grijns verscheen op Gakupos mond.
Angstig keek het meisje om haar heen. Alsof zij iets zocht.
De woede in Afindors hart begon steeds groter te worden. Ondertussen had hij het wapen al omklemt.
"Al het water dat ik aan kan trekken is nog niet genoeg."
Nu was Afindor het zat, hij trok zijn zwaard uit de schede en zwaaide naar Gakupo:"Niet nog eens!"gilde hij terwijl het zwaard steeds dichter op Gakupo af kwam.
Schrijf niet wat je wil schrijven, schrijf wat je hand schrijft en vergeet nooit je hart te volgen.
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

OOC : zo Evies spevcialiteit is er ook ingebrht. Ik hoop dat jullie het een beetje kunnen begrijepen.

Een geluid leidde Evies aandacht af.
"Rabit." Een kikker? Nieuwsgierig gingen haar gouden ogen glinsterend naar de bosjes.
"Rabit Rabit."
"Wie is daar?" Evie keek even richting Avonmore, die met trillende stem tegen de ritselende bosjes sprak. "Ik heb een zwaard."
Evie kon haar lach niet inhouden toen de man zo stond.
De bosjes ritselden en een kikker sprong eruit. zijn grote uitpuilende ogen keken hen aan. Evie giechelde vrolijk toen het weer hupste.
De man leek de beestjes met minder pret te zien. Steeds meer sprongen uit de bosjes. De eerste paar die over Evie's hand klommen werden met een glimlach verwelkomd, maar als snel werden het er te veel. De grond bedolf onder de beesten. Ze kropen over haar lichaam zonden rillingen over haar ruggegraat.
"Uh, rustig. af." ze probeerde ze weg te duwen maar de wezens bleven komen. het hield niet op. Een licht scheen op. Evie keek weg van de kikkers naar het midden. Roodvlammende runen schenen in de lucht. Magie krachtiger dan Evie ooit aanschouwt had. Maar dat was niet het enige waar ze aandacht voor had. Het was de man in het midden. OP de plek waar Avonmore had gestaan. Deze man was avonmore niet. Zijn zwarte haren stonden wild om hem heen, zijn ogen hadden niet Avonmores onschuld en zijn ziel was zoveel duisterder. Ze kon de zwarte schimmen van de ziel om de man heen zien dwalen, in het midden in het hart scheen een klein wit lichtje als een kaarsje in het duister weggestopt diep in het lichaam.
Wat was er aan de hand?
De man schreeuwde in onbekende taal. De kikkers spatte uit elkaar. Hun lichamen verscheurd door de kracht van zijn magie. Witte schimmen stegen op uit de vernietigde lichamen. Evie keek rillend toe hoe alle levens van de kikkers met de wind werden meegetrokken. De man vermoorden de laatste onschuldige kikkers met zijn zwaard. Tranen gleden langzaam over haar gezicht toen alle warmte van het leven weg was en alleen nog de kou van dode zielen over bleef.
De man veegde zonder enige spijt zijn zwaard af aan het gras. Evie keek alleen maar toe met een wazige blik hoe de man ontspande. Zijn schreeuw drong amper tot haar door. De zwarte schimmen die om de man hadden gecirkeld trokken zich terug in het lichaam terug naar het hart en dat kleine witte lichtje wat zich daar verstopt had gehouden gloeide op. Avonmore was weer terug. Evie besefte maar een ding. Avonmore en die vreselijke man waren dezelfde. Ze kon het zwart in zijn hart zien.
Avonmore keek verdwaasd om zich heen voor zijn gezich vertrok vol afschuw.,
"Gatverdamme!" bracht hij uit.
"Je vermoordde ze!" Evie schreeuwde naar de man. Haar stem niet meer vrolijk en lief zoals het gewoon was.
"Je..jij.. monster!" Paniekerig sprong ze op. Wanhopig probeerde ze de tranen van haar gezicht te vegen.
Ze rende.
Ze rende tussen de bomen door. de takken schaafden haar armen. Het maakte niet uit, zolang ze hier maar weg was. duistere schimmen grepen tussen de bomen door naar haar. Benige vingers probeerden zich aan haar vast te klauwen. Zij was de tussen weg tussen de levende en de doden. Ze probeerden haar te grijpen, om terug te kunnen keren naar het leven. Evie rende harder weg voor de verdwaalde zielen. Angst kneep haar keel dicht. Haar voeten struikelden over de stammen voor haar.
Hun stemmen galmden in haar oren in sissende geluiden.
"Kom hierrr."
"Laat ons leven."
"Grrrijp haarr."
Ze lieten haar niet met rust. Abrupt kwam ze tot een halt op een openplek waar de maan met zijn licht nog net de grond wist te betasten. De stemmen waren weg, verdwenen samen met de verloren zielen.
Verdwaasd keek Evie met grote ogen over het veld. Waarom hadden ze haar zo plots met rust gelaten? Het antwoord kwam snel genoeg toen een koude wind haar haren deed opwaaien.
"Serene." De naam gleed over haar mond, zonder dat ze het door had. Nog geen tel later verscheen uit het niets een zwarte schim.
De schim nam de vorm aan van een vrouw. Een vrouw met diepzwart, lang haar. Een huid bleek als dat van een lijk en bloedrode opschijnende ogen.
"Hallo mijn lieveling, dat is een tijd geleden, niet waar?" Evie zette angstig een stap achteruit.
"G.g..ga weg."
"Zo snel al?" De grauwe rode lippen van de vrouw krulden om in een valse grijns. "We zijn bijna vrij uit die vreselijke gevangenis en nu wil je dat ik wegga?"
De vrouw liep rustig naar haar toe. Een zwarte mist begeleidden haar glijdende passen. Haar lange koude vingers streken over Evies wang en bevroren het meisje.
"Ik kom je alleen maar helpen. We kunnen dit toch niet verpesten, lieveling?"
Evie gaf geen antwoord, ze was bevroren.
"Nou kom, dan gaan we terug naar je vriendjes."
De witte hand sloot zich om die van Evie en rustig begeleidde ze het meisje.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Ruka
Typmachine
Typmachine
Berichten: 876
Lid geworden op: 19 jan 2011 22:09

Gakupo keek met zijn ogen naar het vuur en schudde zijn hoofd. Hij liep een paar passen naar achter omdat hij voelde hoe de vlammen langs zijn huid likte. Gakupo schrok op toen hij iemand hoorde schreeuwen. De twee waaiers nam hij gelijk uit zijn zakken en hield ze omhoog. Hij keek met grote ogen naar Afindor. Hij snapte niet waarom hij aan kwam rennen. Gakupo bewoog de waaiers in zijn handen op een vreemde manier rond en ijzeren puntjes kwamen aan de waaiers. Hij zag het zwaard dichterbij komen en toen Afindor aanviel hield hij de waaier zo vast dat het zwaard van Afindor door het stof ging. Nu drukte hij zijn waaier met volle kracht dicht en probeerde het zwaard uit de handen van Afindor te krijgen.
"Waar ben je mee bezig?" siste Gakupo hem toe. Hij liet zijn waaier los en maakte een salto naar achter om verder bij hem uit de buurt te gaan. Gakupo zuchtte. "Kan iemand die gek hier weghalen?" schreeuwde hij hard. Als Afindor hem nog eens zou aanvallen zou hij kunnen ontwijken. Hij deed de andere waaier in zijn zak. Pakte zijn twee kama's er voor de zekerheid bij. Hij deed zijn jas uit en hing die aan een lage tak. Onder zijn jas had hij een paars gilet aan en een blouse.
Hij liep een paar passen weg van de boom, zodat als Afindor er aan kwam, zijn jas nog heel zou zijn.
Cinderella's glass shoe was the perfect size.... so why did it slip off as she ran?- It must have been to attract the attention of Prince Charming.. I don't see any other explanation

- Komatsu Nana/Hachi
timbertje2
Balpen
Balpen
Berichten: 146
Lid geworden op: 22 mei 2008 18:10

Nog even keek Seishin iedereen aan en liet zich daarna weer afleiden door het warme vuur. Het vuur leek veel minder fel dan een minuut terug. Er klonk geritsel tussen de bomen en ze keek op. Ze kon alleen een silhouet zien, het was al te donker om kleuren te onderscheiden. Alles werd steeds donkerder, in een onnatuurlijk tempo. Het laatste dat ze zag was een persoon dat op de man met paarse haren afrende. "Niet nog eens!" riep hij. Ze herkende de stem meteen, maar het was te donker om te zien waar hij was. Wat mocht er niet nog eens gebeuren? Binnen een minuut was alles pikzwart en was er niks meer te horen. Angstig keek ze rond. Het voelde alsof ze haar ogen nog dicht had. Het was veel te stil, zelfs midden in de nacht is het nooit zo stil. Zachtjes hoorde ze iemand snikken. Het snikken werd luider, alsof het dichterbij kwam. Het snikken werd steeds scheller en veranderde langzaam in een gil. De gil vervormde tot een krijs en het kwam steeds dichterbij.
"Seishin.. Sei.. Sei.." klonk de krijs. "Waarom doe je me dit aan?" Seishin durfde zich niet te bewegen, ze was bevroren van angst. Ze voelde plots een warme adem bij haar oor. "Zusje lief, waarom konden we niet samen ontsnappen?" Met tranen in haar ogen keek Seishin naar rechts. Ze keek recht in de bloeddoorlopen ogen van haar zus. Haar haren waren wit met rood bloed erdoor en haar kleren waren verscheurd. Er zaten gruwelijke wonden in haar buik en in haar gezicht. Ze wist wie ze had aangericht.
"Waarom konden wie niet samen ontsnappen? Waarom gehoorzaamde je? Waarom stortte je in?" De vragen werden krijsend gesteld. Seishin hield het niet meer en begon zo hard ze kon te gillen. Haar gezicht begroef ze tussen haar knieën. Haar tranen liepen langs haar benen, haar gezicht was kletsnat.
"Seishin. Seishin.. Sei-chan" Het laatste zorgde voor een tweede uitbarsting. Hoe kon dat monster zo makkelijk haar aanspreken als Sei-chan, dat monster was niet haar zus. Het kon gewoon niet!
Het was weer doodstil geworden en Seishin keek op. Ze zag en hoorde nog steeds niks. Tranen liepen over haar gezicht en ze greep naar een voorwerp waarvan ze de aanwezigheid kon voelen. Het voelde zacht en ze begroef haar gezicht in iets dat op stof of leer leek. Haar tranen bleven maar lopen. Ze voelde langzaam haar ogen zwaarder worden en al het stressen was haar teveel geworden. De angst putte haar uit en nu ze zich eindelijk een beetje veiliger voelde, viel ze in slaap. Nog één laatste traan liep over haar wang.

(>'_')># "I was going to give you this waffle.."
#<('_'<) "..But then I was like.. "
(>'#'<) "..I'm hungry"
(>'_'<) "..So I ate it"
(>^_^<) "Hehe"
DOminator
Balpen
Balpen
Berichten: 276
Lid geworden op: 02 apr 2011 15:06
Locatie: Rotterdam

Met vreemde bewegingen wist het paarsharige wezen zijn aanval af te weren:"Waar ben je mee bezig!" riep het wezen. Met een salto nam hij afstand van Afindor. "Kan iemand die gek weghalen?!"
"Die gek... die gek..."antwoordde Afindor met een sarcastische ondertoon. "Deze gek kijkt niet weerloos toe hoe jij dit meisje misbruikt!" Hij wees naar het meisje en merkte dat zij enigszins afwezig leek. 'Waarschijnlijk angst en ongeloof,' dacht hij bij zichzelf.

Terwijl Afindor het meisje bekeek, had Gakupo zich klaar gemaakt voor het komende gevecht. Zijn wapens waren gewisseld en zijn jas hing aan een tak. "Er is ooit één kwade man aan mijn toorn ontkomen. Ik heb mijn wraak gezworen en die belofte zal ik zeker nakomen. Maar tot die tijd, tot die tijd behelp ik mij met het plezier jou van je hoofd te verlossen. Nooit meer zal ik toestaan dat een man in mijn nabijheid een onschuldig meisje aanvalt.

Hij keek nog een keer naar het meisje en zag hoe haar blik veranderd was. Angst en verdriet waren van haar gezicht af te lezen, maar het kwam niet door Gakupo, iets anders teisterde haar geest. Uit het niets gilde het meisje het uit. Afindor zag hoe ze haar hoofd tussen haar benen begroef. Hij liep langzaam op haar af, zonder nog enige aandacht aan zijn tegenstander te schenken, om te zien of hij iets voor haar kon doen. Voorzichtig ging hij voor haar zitten en probeerde in haar ogen te kijken. Iets anders dan tranen was er niet te zien. Afindor zag hoe haar armen om haar heen bewogen op zoek naar iets om vast te grijpen. Doordat hij voor haar zat werd hij slachtoffer van de armen. Ze greep zich vast aan zijn leren broek en verstopte haar hoofd tussen zijn benen. Onwetend legde Afindor zijn handen op de rug van het meisje en klopt er zachtjes op. Met zachte woordjes probeerde hij haar te laten ontspannen. Een paar minuten later voelde hij hoe het meisje rustiger werd en ze uiteindelijk in slaap viel. Voorzichtig tilde hij haar op en legde haar op haar rug neer. Vervolgens pakte hij zijn cape, die van haar schouders af waren gevallen, en maakte hier een kussen van.

"Ik snap het nu denk ik,"zei hij vervolgens tegen Gakupo,"herinner jij je de gebieden waar we doorheen moeten trekken? Het is allemaal niet echt. Jij hebt nooit kwaad in je zin gehad. De blik in je ogen die ik bij onze aankomst zag. De woorden die jij zojuist uitsprak, ze zijn nooit gebeurt. Vergeef mij voor mijn daden, ik wist niet waar ik mee bezig was. Misschien is het beter om nu ook onze rust te nemen. Dan kunnen we morgen werkelijk met onze zoektocht beginnen." Hij eindige zijn verhaal en ging nog even bij het jonge meisje kijken:"Slaap zacht en luister niet naar de dingen die de dromen vertellen, zij vertellen slechts leugens."
Schrijf niet wat je wil schrijven, schrijf wat je hand schrijft en vergeet nooit je hart te volgen.
Plaats reactie

Terug naar “Roleplay Verhalen”