‘Levi,’ smeektte ze, terwijl zijn handen nog steeds om Ethel’s nek lagen. ‘Doe dit nou niet! Alsjeblieft.’
Moira kreeg het idee dat haar smeekbedes geen zin hadden. Zijn ogen stonden glazig en kil, zoals bij iemand die gevangen was in een psychose. Contact leek onmogelijk, maar voor Ethel telde iedere seconde. Moira werd met de minuut gespannender, elke zenuw in haar jonge lichaam stond strak. Elke spier trilde. In stilte bidde ze tot de Heere voor kracht, voor een overwinning.
Levi’s familie had al eens een jong gezin verdriet aangedaan. Dat mocht niet weer gebeuren. Dat zou ze niet kunnen verdragen. Snel wierp Moira een blik op Ethel die hevig overstuur leek te zijn. Tranen stroomden langs haar wangen.
‘Levi, je mag Ethel niet straffen vanwege mij,’probeerde ze weer. ‘Het spijt me.’
Heel langzaam verscheen er weer leven in zijn ogen. Het was alsof de kleur weer terug keerde. Toch durfde ze allerminst naar adem te happen.
‘Het spijt mij ook liefste,’vanuit het niets duwde hij Ethel hard naar haar toe.
Moira ving haar op met heel haar lichaam, maar voor Levi was er geen hoop meer. Zonder enige waarschuwing liet hij zich van de klif vallen.
‘Nee!’ gilde ze, maar het was al te laat.
Snel vloog ze naar de rand van de klif. Met haar handen in haar haren zag ze hoe zijn lichaam op de uitstekende rotsen botste. Hopeloos zakte Moira door haar benen heen en begon hysterisch te huilen. Ethel kroop op handen en voeten naar haar toe.
‘Moira, er is niets meer aan te doen,’ troostend sloeg ze haar armen om Moira heen. ‘Het is niet jouw schuld.’
Hoe graag ze dat ook wilde geloven, ervan overtuigd worden het was alsof het niet binnen kwam. Het kwaad had Levi overwonnen, de strijd was hem teveel geworden. Angst voor wat er komen zou als ze hem zouden grijpen had hem doen springen.