Nogmaals een inzending voor een verhalenwedstrijd.
thema: post-Apocalyptic
Eén beet is genoeg
‘Dag 209 N.WOIII
Gehoest en gehuil echoot door de lange gangen. Zand van de muren dwarrelt naar beneden wanneer een harde klap de gang laat schudden. De nauwelijks werkende lampen schijnen een zwak, vaal licht. Het geheel leek op een slechte 3e wereldoorlogfilm. Een film die niet over de vernietiging van de aarde gaat. Maar over de saaiheid van het leven erna.
De paar honderd overlevenden van de grote stad Rotterdam hebben de afgelopen weken geen spannende avonturen beleeft. Geen zombies ontmoet die door de straling waren aangetast. Geen wilde dieren gezien, die achter hen aankwamen om wraak te nemen voor wat de mensheid gedaan hebben met de wereld. Ook andere gebruikelijke problemen waren niet aan de orde. De bunker heeft voedsel voor zes jaar en we hebben zelfs een manier gevonden gewassen in de bunker te verbouwen.
Verschillende expedities zijn bovengronds gegaan. Zij hebben niets dan vernietiging gevonden. Waar eens enorme gebouwen stonden van soms wel dertig verdiepingen hoog, staan nu nog maar muren van drie meter hoog. Slechts een enkel gebouw is nog intact te noemen. Hoewel het betreden van deze gebouwen gevaarlijk is. De vloeren zijn zwak en kunnen ieder moment instorten. Zo af en toe ontploft er nog ergens een bom, tot nu toe zijn er nog geen expeditieleden gedood, maar iedereen weet dat er een tijd komt dat het mis gaat.
Het doel van de expedities is vooral om overlevenden te zoeken. Ook zoeken zij naar boeken of speelgoed voor ontspanning van het grondvolk (zoals wij onszelf noemden). De straling wordt bij iedere expeditie gemeten. Het daalt wel degelijk, maar het zal nog jaren duren voor de bovenwereld weer bewoonbaar is.
Hoewel je daardoor zou denken dat de expedities geen overlevenden meer kunnen vinden, is het tegendeel waar. Geregeld vinden we groepjes mensen in oude kelders. Nu de oorlog al zo lang voorbij is wordt dit aantal wel steeds kleiner. Doden door straling, hongersnood en zelfmoorden komen steeds meer voor.’
“Luitenant,” zei een man in een anti-stralingspak tegen zijn officier.
“Heb je wat gevonden?”vroeg de officier, ook in een anti-stralingspak, aan zijn soldaat.
“In een grote opslagruimte staan allemaal gewassen. We vermoeden dat de inwoners van deze bunker een manier hebben gevonden voedsel te verbouwen.”
De luitenant knikte:”Klopt, ik heb hier het logboek gevonden van de vermoedelijke leider, daarin staat iets over deze gewassen. Weten jullie ook hoe het ze gelukt is?”
De soldaat keek in de kamer rond, het was een kamer van nauwelijks twee bij drie meter. Er stond een oud houten bed in, net als een klein bureau, op het bureau lagen enorme stapels papieren. Voornamelijk delen van het logboek. De soldaat vertelde dat de technici ermee bezig waren, waarna er een lange stilte volgde.
“Hoelang hebben ze het overleefd?”vroeg de soldaat aan de luitenant.
“Ruim tweehonderd dagen. Hij gebruikt de telling ‘Na wereldoorlog III’. Ik vermoed dat hij de lancering van de atoombommen bedoelt. Dus dat zou betekenen… tot aan drieëntwintig september 2024.”
“Dus voordat de hel uitbarstte,” zuchtte de soldaat.
“Misschien maar beter dat de luchtcirculatie ineens gas verspreidde. Ze zijn vergiftigt zonder het door gehad te hebben,”antwoordde de luitenant neergeestig,”Wie had verwacht dat het antwoord op de hongersnood vier jaar in het verleden ligt?”
Voedsel was al maanden een groot probleem bij de overlevende mensen. Ze hadden het al meerdere keren geprobeerd te verbouwen onder de grond, maar tot nu toe zonder succes. Voor het geval dat ‘ze’ de missie zouden verpesten. Wilde hij de vondst alvast rapporteren, om eventueel terug te keren met meer manschappen.
“Ik ga terug naar de basis, sergeant Williams houdt hier de boel in de gaten.”
“Ja meneer.” De twee mannen salueerden elkaar en de luitenant liep de kamer uit met het logboek onder zijn arm. Terwijl hij door de gangen liep, hoorde hij een geluid achter zich. Het klonk als brekend glas. Luitenant Dijkstra haalde snel zijn wapen uit de holster en richtte hem op waar het geluid vandaan kwam:”Sergeant,”sprak hij door zijn radio,”ik hoor hier rare geluiden.”
“…” Uit de radio klonk een raar soort storing. Alsof iemand in de radio aan het blazen was. De rare geluiden uit de gangen kwamen steeds dichterbij. Na een paar tellen hoorde hij het geluid van vlak om de hoek komen. Plots besefte hij wat had gehoord, toen ook de lampen boven zijn hoofd braken.
In de duisternis was enkel een luid ademhalen te horen. Dijkstra graaide in zijn broekzak. “Oh waar is dat rotding,”zei de man terwijl hij naar zijn zaklamp zocht.
Ook zijn andere broekzak was leeg. “Misschien in mijn jaszak,”een opgeluchte zucht was te horen,”daar ben je.”
Hij deed zijn zaklamp aan en keek om zich heen. Er was niks raars te zien. Hij besloot zijn radio nog een keer te proberen, maar niemand reageerde.
Een schreeuw deed de man schrikken. Vliegensvlug scheen hij het licht op de plek, maar er was niets te zien.
Nu kwam er een geluid van de andere kant. Hij scheen zijn zaklamp naar de andere kant. Een tweede licht kruiste het zijne, maar de bocht in de gang benam hem zijn zicht. De luitenant richtte zijn wapen op de bocht.
Plots verdween het licht, schoten waren te horen, vervolgens luidde een pijnlijke krijs en daarna… stilte. Dijkstra draaide zich voor de laatste keer om en zette het op een lopen. Een sprint richting de uitgang, richting de pantservoertuigen boven de grond.
Een paar minuten later hoorde hij meerdere wapens in de verte knallen, hij besloot eropaf te rennen. Hij ging de gang in naar links, nog een keer links nu naar rechts, nog een keer rechts. Een lange gang rechtdoor, weer naar rechts. De luitenant vloekte en schelde, waar was iedereen toch? En waar komt dat verrotte schieten vandaan?
Op een T-splitsing stopte hij. “Rustig Henk, luister nauwkeurig, welke kant nu op,”zei hij tegen zichzelf.
Van links hoorde hij snel voedstappen naderen. Hij draaide zich om en zag een verwilderde man op zich af rennen. Bloed stroomde van het gezicht af. Zijn kleding gescheurd en zijn gezicht stond hongerig. De luitenant wilde zijn wapen pakken. Maar was te laat en werd besprongen. Gillend van angst viel hij op de grond. Een seconde later zag hij licht boven zich schijnen. Kogels werden afgevuurd en de aanvaller had het leven gelaten. Snel gooide de luitenant het lichaam van zich af. Hij was gelukkig niet gebeten en zou dus niet een van hen worden.
“Luitenant Dijkstra,” klonk een voor hem bekende stem.
Zijn sergeant stond voor hem:”We vonden een groep van die rotbeesten in de elektriciteitscentrale. Door het vuurgevecht raakte de generator beschadigd en volgde er een kettingreactie. Is uw pak nog in orde?”
De luitenant keek of zijn pak nog vacuüm was, gelukkig was alles nog intact
“Weten we de geheimen over de gewassen al?”vroeg de luitenant.
“Nee meneer, we zijn nu naar ze onderweg.”
De luitenant kwam overeind, blij dat hij herenigd was met zijn mannen. Nu pas besefte hij dat hij het logboek niet meer in handen had. Toen de lampen sneuvelden, had hij de papieren laten vallen.
“Geef me twee van je mannen, ik moet het logboek terug vinden, daarna ontmoet ik je bij de plantages,” beval hij.
Met drie man sterk liepen ze in rap tempo terug naar de plek waar hij de papieren had laten vallen. De weg erheen was vrij makkelijk te vinden en aangekomen, lagen de papier precies waar luitenant Dijkstra ze had verwacht. Even dacht hij aan de schreeuw die hij om de hoek had gehoord, maar het leek hem beter niet te weten wat daar te vinden was. Het drietal snelde vervolgens naar de plantages. Weer passeerden zij vele gangen en weggetjes. Toen ze bij de plantage kwamen, zagen ze een stuk of twintig soldaten staan, een paar meter van hen vandaag lagen tientallen lijken.
“Sergeant,”begon de luitenant toen hij zijn vriend zag,”hoe ver zijn we?”
“Onze mensen hebben een noodgenerator aangesloten op de computers, ze zijn nu bezig de gegevens te downloaden. Als het goed is kunnen we weg in twee minuten. We weten niet of er nog soldaten van ons rondlopen hier. Radiocontact is onmogelijk. Ik vermoed dat het door de straling komt.”
“Straling… wat haat ik die straling toch,” antwoordde de luitenant ten slotte.
De straling had weldegelijk effect op de mensen in de bovenwereld gehad. Vele honderden hadden zich aangepast aan de omstandigheden. Maar door enorme hersencelafbraak waren het wilde beesten geworden. Beesten op zoek naar vlees om zich mee te voeden. Wanneer je door ze gebeten werd, veranderde je in een van hen. Wanneer je opgegeten werd, was je dood. Mogelijk de prettigste oplossing.
De zombies waren niet zombies als in films. Ze waren snel, konden gebruik maken van simpele wapens, zoals messen en knuppels. Slim waren ze niet. Ze stormden als debielen op je af, zonder dekking te zoeken voor vuurwapens. De overlevende mensen waren zwaar in de minderheid. Maar hadden goede defensieve stellingen en konden in tegenstelling tot de zombies samen werken.
De twee minuten die volgden waren beangstigend, maar er was geen zombie te zien. De technici besloten de noodgeneratoren achter te laten. Het zou de groep vertragen en de informatie was zo belangrijk, dat ze het er absoluut levend vanaf moesten brengen. De groep zette zich al snel in beweging. Iedere gang werd veelvuldig gecheckt op vijanden of juist vrienden. Tot vlak voor de uitgang werd geen van beide gevonden.\
“Zombies!”schreeuwde een man vanuit de achterhoede. Hij opende direct het vuur op de aanstormende vijanden. Minstens vier dozijn zombies doken vanuit het niets op.
Alle soldaten openden vuur. Het leek goed te gaan, de zombies hadden niet veel kogels nodig om te sneuvelen. Tot er opnieuw een vlaag aan vijanden kwam en een derde vlaag van vijanden aan kwam stormen.
“Luitenant, die gegevens moeten hier weg! Geef me tien man en ik houd deze positie zodat jullie weg kunnen komen!”riep de sergeant. Even wilde de luitenant blijven, maar de gegevens waren te belangrijk om te riskeren. Snel nam hij de overige soldaten met zich mee naar het oppervlak. Ook bovengronds had zich een groep zombies verzamelt. De wezens vielen de tankwagens aan, de bemanning had dankzij de zware wapens niet veel moeite de zombies op afstand te houden. De luitenant en zijn gezelschap sloten zich bij de verdediging aan.
“We geven ze tien minuten de tijd, als ze er dan nog niet zijn, gaan we!”schreeuwde luitenant Dijkstra tegen zijn soldaten.
Naarmate de tijd en de strijd voortstreden, raakten ook de kogels op. Net toen de luitenant het bevel tot vertrekken wilde geven, kwamen zijn sergeant en vier soldaten de grond uit. Door elkaar dekking te geven konden uiteindelijk alle overlevenden in de voertuigen stappen en gingen de wagens op weg.
De luitenant zat in een wagen met zes anderen, waaronder zijn sergeant.
“Onze mannen zijn niet voor niets gestorven,”zei hij tegen zijn oude vriend, die somber voor zich uit staarde. Plots zag hij wat vreemds aan zijn sergeant, de man hield zijn hand op zijn arm, het leek of er wat bloed doorheen kwam.
“Wat is er gebeurt?” vroeg hij zijn sergeant, toen die geschrokken reageerde.
“Oh niets hoor, toen de lampen braken heb ik een schram van rondvliegende glasscherven opgelopen,”antwoordde de man.
Eén beet is genoeg
Hier kun je one shots plaatsen die onder het genre fantasy vallen
Terug naar “Fantasierijke One Shots”
Ga naar
- Online Verhalen
- ↳ Nieuws & Mededelingen
- ↳ OV Triathlon
- ↳ Archief
- ↳ Editie 1
- ↳ Opdracht 1
- ↳ Opdracht 2
- ↳ Opdracht 2B
- ↳ Opdracht 2C
- ↳ Opdracht 3
- ↳ Opdracht 1
- ↳ Opdracht 2
- ↳ Opdracht 3
- Originele Werken
- ↳ Het Avonturen Pad
- ↳ Avonturen One-Shots
- ↳ De Boekenplank
- ↳ Het Romantische Prieel
- ↳ Romantische One Shots
- ↳ De Boekenplank
- ↳ Het Dramatheater
- ↳ Dramatische One Shots
- ↳ De Boekenplank
- ↳ De Comedy Club
- ↳ Het Verlaten Kerkhof
- ↳ Horror en Griezel One-Shots
- ↳ De Boekenplank
- ↳ Het Duistere Complot
- ↳ Mysterieuze One-Shots
- ↳ De Boekenplank
- ↳ Het Oorlogspad
- ↳ Oorlogs one-shots
- ↳ De Boekenplank
- ↳ Alledaags
- ↳ De Grote Zolder
- ↳ Nergens Anders Passende One Shots
- ↳ De Boekenplank
- ↳ De Poort naar een Andere Wereld
- ↳ Fantasierijke One Shots
- ↳ De Boekenplank
- ↳ De Gedichtenbundel
- Role Play Verhalen
- ↳ Karakters
- ↳ Chatboxen
- ↳ Roleplay Verhalen
- ↳ Om de Beurt om Tafel
- Het Fan fictie Portaal
- ↳ De Titanic's Dek
- ↳ Saphira's Bos
- ↳ Het Cullen' Steegje
- ↳ De WegisWeg
- Wedstrijden & Uitdagingen
- ↳ Wedstrijden
- ↳ Winnaars!
- ↳ Archief
- ↳ The One Shot Club
- ↳ OV's got talent!
- ↳ Online Verhalen Awards
- ↳ Archief 2013
- ↳ Archief 2012
- ↳ Archief 2011
- Algemene Boards
- ↳ Het Schrijvers Café
- ↳ Discussie topic
- ↳ Het Tipp-Ex team
- ↳ Schrijflessen
- Archief
- ↳ Onafgemaakte verhalen archief
- ↳ Het Avonturen Pad
- ↳ Het Romantische Prieel
- ↳ Het Dramatheater
- ↳ De Comedy Club
- ↳ Het Verlaten Kerkhof
- ↳ De Poort Naar De Andere Wereld
- ↳ De Grote Zolder
- ↳ Het Duistere Complot
- ↳ Het Oorlogspad
- ↳ Onafgemaakte Fanfictie
- ↳ Groepsverhalen
- ↳ WAUW-verhalen