Een Dag Op Kantoor

De titel zegt het al. One shots die nergens anders bij passen mogen in dit board geplaatst worden.
Vinck
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 10
Lid geworden op: 26 jun 2011 20:07
Locatie: Aalst

Blue poured into summer blue,
A hawk broke from his cloudless tower,
The roof of the silo blazed, and I knew
That part of my life was forever over.

Stanley Kunitz


Sam Rosenthal kwam het kantoorgebouw binnen om kwart over twaalf. Hij nam de lift naar de 10de verdieping en friemelde daarbij de hele tijd aan de kapotte knop van zijn jas.
Het eerste wat hij zag toen de liftdeuren openschoven, was de koffieautomaat. Daar stond Joe Crane hem op te wachten.
“Je bent behoorlijk te laat, Sam.”
“Ik weet het, Joe. Eén of andere eikel wilde zich van de Queensboro Bridge gooien.”
“Zelfmoordenaars zijn zo'n klootzakken. Tegenwoordig moeten ze er allemaal een publiek gebeuren van maken. M'n oom Alphonse was ook een eenzame kerel, maar die hing zich op in de schuur. Daar had niemand last van. Wil je ook een koffie?”
“Ik neem wel wat jij neemt.”
“Een Macchiato dus...”
Joe overhandigde Sam een bekertje en samen wandelden ze door de gang. Op het einde sloegen ze af naar rechts en kwamen ze terecht bij de helpdesk. Joe ging zitten, en Sam volgde zijn voorbeeld.
“Het is een erg kalme ochtend geweest,” zei Joe, en hij slurpte van zijn Macchiato.
“Da's zeldzaam.”
“Hm, er kwamen rond half negen twee telefoontjes binnen die ik snel heb afgehandeld. Ongeveer een uur geleden belde iemand van Berkshire Capital Securities die niet kon inloggen op onze site. Hij was half doof, dus ik moest alles wel drie keer herhalen.”
Sam lachte en zette de computer op zijn bureau aan. Op dat moment liep Neil McDowell voorbij de deur, en het viel Sam op dat het gezicht van de man knalrood was. Even later was zijn luide gesnik duidelijk te horen.
“Arme Neil,” zei Joe zacht, “Z'n vrouw is vorige week overleden, wist je dat? Omvergemaaid door een vrachtwagen. 37 jaar oud, goddomme.”
“Je weet nooit wanneer het je tijd is, Joey,” antwoordde Sam, en hij surfte naar de site van de New York Times.
“Als je 't maar weet...Zit je weer naar de site van de Times te kijken?”
“Jep.”
“En? Nihil novi sub sole?”
“Kim Jong-Il zit ons weer wat te bedreigen, verder niks interessants.”
Neils gesnik werd zachter en maakte plaats voor het gezoem van de scanner in de aangrenzende kamer. Sam keek naar het enorme raam aan de overkant en bewonderde de skyline van New York. De lucht had een vreemde, paarse tint en de geluiden van de stad klonken minder scherp dan gewoonlijk. De situatie deed hem denken aan een dichtbundel die hij ooit had gelezen, maar de titel was even zoekgeraakt in het labyrint dat zijn geheugen was.

De telefoon van Joe begon te rinkelen (een eufemisme voor een irritante, elektrische kakafonie), en Joe keek even naar het groen oplichtende schermpje van het toestel.
“Oh shit, weer die lul van BCS!”
Sam giechelde even en begon een artikel te lezen over de Dow Jones, toen Wayne Fuller zijn puisterige hoofd door de deuropening stak.
“Saaaam? Ok, je bent er. Meneer Hutchinson wil je al de hele ochtend spreken.”
“Goed, Wayne. Je kan gaan.”
Sam mikte zijn plastic bekertje in de prullenbak en gaf Joe nog een schouderklopje.

De gang was verlaten, op Wayne Fuller na. Die stond aan de koffieautomaat en keek Sam aan met een blik die het best als demonisch beschreven kan worden.
Dat klootzakje weet iets, dacht Sam, en hij had gelijk.
Toen Sam voorbijkwam gaf Wayne hem nog een vreemde knipoog, voor hij met zijn bekertje naar het archief begon te stappen.
Sam stapte de lift binnen en steeg een verdieping. Daar wandelde hij een poos door de schijnbaar eindeloze gangen, tot hij het bureau van Kurt Hutchinson bereikte. Aan de deur hing Hutchinsons blauwe naamplaatje, maar ook een papiertje met een slogan:

“LACH, LAAT GAAN EN LEEF”

“Wat dacht je van 'Kruip in een hoekje, krijg diarree en sterf'?” fluisterde Sam tegen zichzelf. Vervolgens klopte hij zachtjes op de deur. Twee zachte tikjes, volgens de ongeschreven regels.
“Binnen,” klonk de nasale stem van Hutchinson.
Sam opende de deur, waarna Hutchinson (een lange, kalende man met een rond brilletje) hem gebaarde te gaan zitten. Sam deed dat, en speurde intussen met zijn ogen het interieur af. De muren hingen vol met filmposters uit de jaren '50. Op het bureau zelf stonden enkele foto's van oerlelijke kinderen, en een bonsaiboompje.
“Ben je geïnteresseerd in bonsai?” vroeg Hutchinson met een schittering in zijn ogen.
Voor Sam kon antwoorden, begon hij alweer te praten:
“Dit is een Juniperus Procumbens. Een uitdagend boompje, weet je? Je moet opletten dat je bij het verpotten niet teveel wortels in één keer snoeit. Je snoeit het best een derde.”
“Fascinerend, maar ik...”
“Oh, en het grondmengsel, daar heb ik navraag over gedaan. Iedereen heeft daar een andere mening over, weet je? Uiteindelijk heb ik gekozen voor een deel akadama, een deel turf en een deel grof zand. Tot nu toe ben ik er uiterst tevreden over.”
“Hm, euh...Wayne zei dat u me al een hele ochtend wil spreken?”
“Dat klopt, Samuel.”
Het is Sam, jij impotente debiel. Samuel klinkt zo verdomd bijbels.
“Waarover wilt u me dan precies spreken?”
Hutchinson wachtte even en tikte met zijn vingertoppen tegen het mahoniehout, waarna hij zijn bril begon schoon te vegen met een stukje van zijn geruite hemd.
“Kijk, Samuel,” begon hij aarzelend, “Ik heb al enkele klachten ontvangen in verband met je...drinkgewoontes.”
“Ja...”
“Sommige collega's bij de klantendienst denken dat je regelmatig in beschonken toestand ajjiveert op het werk.”
'Ajjiveert'? Oh ja, Joe zei me al dat hij problemen heeft met z'n uitspraak als 'ie nerveus wordt.
“Ze denken dat? Weten ze ook effectief iets?”
“Wel, euh...Gisteren was ik zelf getuige van je gedrag, Samuel. Ik vond het ongepast hoe je Thelma vastgreep, en ik meende ook alcohol te ruiken.”
“Thelma? Dat was een geintje...Ik doe dat vaak, ze kan erom lachen!”
“Niet bepaald, Samuel, ze is bij me gekomen na de dienst. Ze nam woorden zoals 'ongewenste intimiteiten' in de mond. Gelukkig kon ik haar van dat idee afbrengen.”
“Wat bedoelt u nu eigenlijk? Waar leidt dit gesprek naartoe?”
“Samuel...”
SAM!
“...je hoeft hier niet vjeemd op te reageren, maar ik vrees dat we je moeten laten gaan. Dronkenschap kan echt niet door de beugel. Het spijt me verschrikkelijk.”
Sam sprong overeind en verliet de kamer. Hij sloeg de deur zo hard dicht dat het papiertje met de slogan door de gang vloog.

Terug op de 10de verdieping snelde Sam naar zijn bureau. Iets verderop was Joe druk in gesprek met een klant:
“Het ligt niet aan uw internetverbinding, meneer. U hoeft nu gewoon op 'Financier' te klikken.”
Sam haalde een sleutelbos tevoorschijn uit zijn jaszak en reikte naar de onderste lade van zijn bureau.
“Nee, 'Financier'! Vervolgens kiest u de optie 'RSA-token'. De gebruikersnaam staat er al? Goed, dan moet u enkel nog het wachtwoord, de pincode en de tokencode in te voeren...TOKENCODE! U bent de code kwijt? Belt u dan naar de klantendienst van RSA, want ik kan u hier niet verder helpen. Dag.”
Joe legde de hoorn neer en begon zijn slapen te masseren. Sam kwam overeind, en Joe merkte op dat hij een soort papiertje in zijn hand hield.
“Sam,” vroeg hij, “Wat is er gebeurd? Heeft Hutch iets gezegd?”
“Oh, hij heeft zeker iets gezegd...Eens kijken hoe 'vjeemd' hij hierop reageert, de klootzak!”
Net toen Sam het papiertje aan Joe wilde tonen, begon Joe te schreeuwen:
“Oh God! Kijk uit! Neeee!”
De Boeing 747 kwam binnengevlogen door het grote raam, en een ogenblik later eindigde de wereld voor Sam Rosenthal, Joe Crane en nog vele anderen.

Maria Herrera zag alles gebeuren vanop de hoek van Eighth Avenue. Haar blik, die onafgebroken gericht was op de enorme rookpluim, werd plots aangetrokken door een neerdwarrelend papiertje. Het kwam vlak voor haar voeten neer, en om één of andere reden raapte ze het meteen op. Het bleek een polaroid te zijn. De fotoafdruk toonde een lange, kalende man die de liefde bedreef met een Afro-Amerikaans meisje...op een bureau.
"Acht niet hen hoog die al uw woorden en daden prijzen, maar hen die u welgemeend op uw fouten wijzen." - Socrates
Plaats reactie

Terug naar “Nergens Anders Passende One Shots”