Duisternis

Durf jij hier te overnachten? Griezel- en horrorverhalen zullen verteld worden bij het vallen van de nacht.
Plaats reactie
Yannick
Potlood
Potlood
Berichten: 84
Lid geworden op: 02 apr 2011 21:12

Na een paar maanden niets meer te schrijven heb ik de microbe weer te pakken.
Dit is het voorwoord/proloog van mijn nieuwste verhaal waar ik nu aan het werken ben. Momenteel heb ik het verhaal "Duisternis" gedoopt. Hopelijk vinden jullie het leesbaar. Ik zou zeggen geniet er van...


Proloog

Het duister is als een gordijn dat je dichttrekt over een mooie zonnige dag. Duister kan mooi zijn. Duister is mooi. Duister heeft iets magisch, je kan er ook in kijken, terwijl men je steeds zegt dat het onmogelijk is te kijken met je ogen dicht. Toch zie je in het duister. Je ziet niet alles, je ziet schimmen. Schimmen die, als je dichter bij gaat, vormen worden die je herkent. Het duister is een wonder.
Wist je dat er dieren zijn die beter kunnen zien in het duister dan in het daglicht. Deze dieren worden wel eens schepsels van de nacht genoemd. Ook de nacht is wondermooi, ze is de perfecte overgang tussen twee dagen. De nacht is voor sommigen een moment van rust en vrede, voor andere een moment van extase en plezier. Da nacht doet iets met mensen. Ze maakt ze terug gelukkig. De nacht is gevuld met duisternis en duisternis is mooi.
Maar wat probeer ik jullie wijs te maken, de nacht is niet mooi, het duister is zeker al niet magisch. Het duister is gevaarlijk, dodelijk, zelfs mismakend. Duister zorgt er voor dat je zicht wordt ontnomen en je allerlei dingen hoort die niet op zijn plaats zijn. Duister is angst. Ik weet maar te goed dat je bang bent voor het duister, en terecht. Er schuilt iets in het duister, iets dat je geen naam mag geven. Iets dat je verslind op het moment dat je de duisternis betreed.
Als je dit verhaal leest zal je in de duisternis stappen. Je eerste stapjes zullen vol goede moed zijn, maar ik verzeker je, eens je in die duisternis stapt, krijgt zelfs de beste moed het moeilijk. Voor dit verhaal ga je helemaal naar de kern van de duisternis moeten. Door de duisternis heen. Wees niet bang, ik zal je gids zijn. Verlies me enkel niet uit het oog.
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Ik vind het niet zo mooi in je proloog dat je eerst je MC laat zeggen hoe mooi het duister is, terwijl hij daarna zijn verhaal omgooit in dat het duister helemaal niet mooi is.
Als je het eerste stukje vanuit een ander persoon had geschreven, of bijvoorbeeld: Iemand vertelde mij ooit dat het duister mooi was... blablabla, had ik het beter vinden passen.

Het had van mij ook iets beknopter gemogen, het lijkt nu erop dat je iedere kant die je van duister kon verzinnen ook in je tekst wilde zetten ( hier heb ik zelf trouwens ook nogal de nijging toe ).

Je laatste paar regels daarentegen trekken mij wel heel erg aan en maken me erg geïnteresseerd in de rest van het verhaal.
Je schrijfstijl is trouwens ook erg fijn, goed weg te lezen, overzichtelijk, goed dus :D hehe.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
mena1998
Typmachine
Typmachine
Berichten: 771
Lid geworden op: 04 sep 2011 11:50
Locatie: Heelal, Melkweg, Aarde, Europa, Nederland, (Provincie) Groningen, Oude Pekela

Leuk gedaan (ik ben moe, dus een lange reactie zal me niet lukken)
Yannick schreef:Je eerste stapjes zullen vol goede moed zijn, maar ik verzeker je, eens je in die duisternis stapt, krijgt zelfs de beste moed het moeilijk.
...eens je in die duisternis stapt... Volgens mij is het wel goed maar ik vind het raar lezen.

Snel door schrijven/typen!
Shit happens, just flush it and move on!
Knelroli
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 17
Lid geworden op: 08 jun 2012 17:29

Mooi geschreven. Vooral het begin, de zinnen lijken bijna poëzie! Ben benieuwd naar je volgende stukje!

xx
Knelroli
ScytheNL
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 26
Lid geworden op: 26 jun 2012 10:58
Locatie: Rotterdam
Contacteer:

JodieJJ schreef: Je laatste paar regels daarentegen trekken mij wel heel erg aan en maken me erg geïnteresseerd in de rest van het verhaal.
Dat zijn juist de regels waar ik het meeste moeite mee heb... Omdat ik bijna zeker weer dat ik die ongeveer exact hetzelfde heb gelezen in een verhaal van Stephen King, ook als afsluiting van de proloog... Vraag me niet welk verhaal, ik heb ze hier allemaal en ik lees ze regelmatig voor een 2e, 3e, 4e, 5e keer...

Ik zeg overigens NIET dat je iets hebt gejat of dat dit bewust zo is hoor, en het kan uiteraard ook gewoon puur toeval zijn... Maar het viel me wel op.

Overigens is de tegenstelling van wel mooi/niet mooi duister inderdaad wel vrij sterk om door één en dezelfde persoon uitgesproken te worden.

De stijl van schrijven vindt ik wel plezierig :)
Demon
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1098
Lid geworden op: 25 jun 2012 21:01

Mja <- ? ... Ik vind het ietwat te kort om echt een reactie op te geven. Je speelt mooi met je woorden, maar het is wel waar dat het een hevige vergelijking is. Eerst vertel je over de pracht en dan zeg je dat het vreselijk is.
Dit verklaar je misschien wel later in het verhaal? Was je hoofdpersonage eerst een nachtraaf tot er iets gebeurde?
artikel
Computer
Computer
Berichten: 2659
Lid geworden op: 16 sep 2011 16:45

Tjonge jonge, ik weet niet hoe je het doet maar ik heb echt dat gevoel in me, het gevoel dat de duisternis iets is en dat jij ons gaat leren wat. Het gevoel dat het licht weg is en dat de duisternis er nog alleen maar is.
De proloog heb je zeer mooi geschreven en het maakt men zeker nieuwsgierig naar de rest van je verhaal. Tevens kan je ook mooi met woorden spelen en je geeft er voor mijn gevoel mooie diepgang in. De vergelijking is zeker mooi uitgewerkt, lekker groots maar toch makkelijk om weg te lezen.
Ik hoop dat je ons snel de duisternis in gaat nemen en je onze gids zult zijn door hetgeen wat wij niet kennen en wat misschien wel gevaarlijk is om te kennen.

Veel succes met het schrijven van het verhaal :D
It's okey to be afraid!
Ellie Goulding
Yannick
Potlood
Potlood
Berichten: 84
Lid geworden op: 02 apr 2011 21:12

Alvast bedankt voor de leuke reacties.
Ik heb voormezelf alles eens op orde gezet en besloten om verder te werken aan dit verhaal. Ik heb nu toch de tijd er voor.

Wat je hier als eerste post leest is de Inleiding.
De volgende post van mij wordt de proloog.

Ik heb nu voor mezelf de hoofdstukken allemaal op papier gezet (nuja toch de grote lijnen van het hoofdstuk) en ga deze in de komende weken verwerken tot deel van het verhaal.

Ik denk dat je mijn schrijfstijl op gebied van horror kan vergelijken met Steven King (en dan heb ik het zeker niet op kwaliteit van de verhalen) Ook ik schrijf het liefst horror verhalen over gewone dingen. Dingen die bestaan en waarvan iedereen wel eens denk wat als...

De monsters en dergelijke laat ik aan de andere schrijvers die wel hun gading hier in vinden.

Voor mij is horror iets tastbaar wat eigenlijk niet tastbaar is. Iets dat in het dagelijks leven aanwezig is en waar je bepaalde aspecten misschien niet verwacht. Iets dat iedereen kan mee maken.
Yannick
Potlood
Potlood
Berichten: 84
Lid geworden op: 02 apr 2011 21:12

Tijd voor een vervolg. Dit is de proloog van het verhaal. Zie het als enkele losse stukjes die iets met het verhaal te maken hebben en ook ergens niet. Lees ze tot aan de streepjes, daar begint een nieuw stukje. (of een nieuwe pagina)

Het was de nacht van zeven maart op acht maart dat het gebeurde. Mijnheer Dumont liep zoals gewoonlijk over de dijk naar huis. Ik zeg wel zoals gewoonlijk, maar dan spreek ik enkel over de weg die hij volgde. Het tijdstip waarop hij deze weg nam, was verre van gewoonlijk. Mijnheer Dumont was na de repetitie van het kerkkoor nog iets gaan drinken in zijn stamkroeg. Wat wel een van zijn gewoontes was. Maar net die avond kwam hij een van zijn oude schoolvrienden tegen. Het leek wel toeval, maar toeval bestaat niet. En dat meen ik, er bestaat niet iets zoals toeval, maar daar wijd ik later nog over uit. Het “toeval” wil nu dat mijnheer Dumont net op die avond zijn oude schoolvriend René terug zag. Wat vreemd was, want René was uit het dorp verdwenen de dag nadat ze hun diploma in ontvangst hadden genomen.
En toch zat hij die avond op de barkruk waarop mijnheer Dumont steeds zat als hij in zijn stamcafe binnen kwam. Vreemd moet mijnheer Dumont toen gedacht hebben wie zit er op mijn kruk. Tot het moment dat de persoon die op de kruk zat zich omdraaide en ze elkaar herkende. Volgens het verslag van de politie hebben ze toen gepraat tot twee en is mijnheer Dumont dan vertrokken richting huis. En dat is het laatste wat men van mijnheer Dumont heeft gehoord. Nooit is er iets van hem terug gevonden.
Wat was er nu precies die nacht gebeurd? Volgens mij liep mijnheer Dumont niet zomaar de dijk op. Volgens mij liep hij recht de duisternis is. Maar hoor mij, ik lijk wel een klein kind, bang zijn voor het donker. Maar neem het van mij aan, er is iets niet pluis in het donker. Hoed je voor het moment dat alle lichten worden gedoofd en dat de hele wereld één grote donkere vlek word.

-----------------------

Het was een normale avond, nu ja tot zover je een avond normaal kan noemen. Elke avond is immers anders. Maar die avond stond gekend als een normale avond. Normaal waar snel verandering in ging komen. Op deze bewuste avond leek het of niets kon gebeuren. Koppeltjes zat op de banken in het park. Twee bejaarde mensen liepen hand in hand langs de rivier die door het park stroomde. Ze keken elkaar verliefd aan. Mooi was het, de liefde op hun oude dag. Een jogger doorbrak de stilte met zijn gehijg en getrommel van zijn sportschoenen op het grint. Twee kinderen speelden in de speeltuin. De speeltuin van een taverne die aan de rand van het park lag. ‘De donkere bar’ was de toepasselijke naam van de taverne. De kinderen liepen van het ene speeltuig naar het andere. Zichzelf amuserend met verhalen die zich enkel in hun fantasie konden afspelen. De kinderlijke fantasie, een fantasie vol onschuld waar de meest onwaarschijnlijke dingen werkelijkheid worden.
Het ene moment zijn het tovenaars die elkaar bevechten op een brug die op vijf kilometer boven de grond hangt te bengelen, het andere moment staan twee cowboys tegenover elkaar, klaar om elkaar te bekampen tijdens een duel.
Helemaal opgaand in hun fantasie hadden ze het niet zien aankomen. Hadden ze ook maar één minuut opgekeken hadden ze het gezien, dan hadden ze naar hun ouders kunnen lopen, die zich verschuilden in de taverne. Maar ze zagen het niet. Ze hadden het niet zien aankomen. De duisternis overspoelde het park. Alles werd stil. Te stil om een speeltuin te zijn. Veel te stil.

-----------------------

“Echo, Bravo, Charlie one for tower.”
“Tower for echo bravo Charlie one.”
“Ready to take off”
“Take off lane is cleare, take off.”
En dat waren de laatste woorden die piloot De Moor ooit nog zou horen. Hij reed zijn sportvliegtuigje naar de startbaan. Klaar voor wat een leuke avondvlucht zou worden. De Moor was nu al twintig jaar een gediplomeerd piloot die vloog voor een bekende luchtfirma. Maar hij genoot nog het meest van een solovlucht in zijn sportvliegtuigje. De eenzaamheid daar boven sprak hem aan. Hij alleen met de lucht. Elke donderdag steeg hij rond half negen op om een rondje te vliegen en zo te genieten van het feit dat hij de zwaartekracht overtrof.
Hij zorgde er voor dat het vliegtuig klaar stond om op te stijgen. Hij zette da motor van zijn vliegtuig in beweging. Drukte het gaspedaal helemaal in en steeg op. De duisternis tegemoet.
Zijn vliegtuig werd later die avond terug gevonden. Perfect aan grond gezet in een weide. Van De Moor geen spoor.

-----------------------
Het was zeven mei toen jufvrouw De Pauw voor de spiegel stond. Ze bracht de laatste beetjes make up aan op haar gezicht. Niet dat haar gezicht dat nodig had, maar ze genoot er van om zich op te maken. Zeker voor deze gelegenheid. Het leek eeuwen geleden dat ze nog eens een afspraakje had gehad. Na de breuk met thomas had ze nooit verwacht ooit nog iemand tegen te komen die haar hart op hol deed slaan. Maar toen kwam ze Marco tegen. Soms moet je het niet ver gaan zoeken. Marco zat naast haar op het werk, hij was een gescheiden man met twee kinderen, maar oh zo charmant. Net toen ze de hoop begon op te geven had hij het haar gevraagd. Gevraagd om met hem uit te gaan. En niet zomaar uit te gaan. Zijn kinderen waren die avond bij zijn ex en hij had een reservatie gemaakt in het duurste en chicste restaurant van de stad.
Jufvrouw De Pauw streek haar haren naar achter en legde deze in een paardenstaart. Ze nam haar handtas en stapte de deur uit. Had ze iets minder zenuwachtig geweest had ze het misschien gezien.
Marco keek op de klok, normaal was zij toch een stipte vrouw? Ze was al anderhalf uur te laat. Had ze hem laten zitten? Had ze twijfels gekregen?
Yannick
Potlood
Potlood
Berichten: 84
Lid geworden op: 02 apr 2011 21:12

Hoofdstuk 1

Alex wordt wakker. Het geluid van de wegenwerken in zijn staat eisen weer hun tol. Een halfuur voor zijn wekker beginnen de werken. Een halfuur minder slaap dus. Geen probleem, dat is een halfuur langer douchen. Met deze gedachte troost Alex zich elke morgen. Eigenlijk had hij er zich kunnen tegen wapenen en ’s avond een halfuur sneller gaan slapen. Maar dit is niet voor hem weg gelegd. Hij kan genieten van ’s avonds rustig in zijn zetel liggen en kijken naar een of andere serie. Het probleem met series kijken is steeds het zelfde bij Alex. Hij kan niet gaan slapen voor hij de aflevering heeft uit gekeken. En als het een spannende aflevering is dan zal Alex ook de volgende aflevering bekijken. De vorige avond was het zo half drie geworden. En vier uur later werd hij gewekt door de betonmolen op straat. Hij stapt uit bed, wrijft de slapers uit zijn ogen en begeeft zich naar de badkamer. Daar aangekomen beseft hij net zoals elke ochtend dat hij beter eerst het koffiemachine gaat aanzetten, dan is de koffie klaar als hij van onder de douche komt. Na dit ritueel stapt hij onder de douche, hij geniet van het warme water dat over zijn naakte lichaam een weg naar beneden zoekt. Hij geniet van de shampoo in zijn haar en de zeep op zijn lichaam. Al jaren is dit zijn ritueel. Opstaan, naar de badkamer gaan, daar beseffen dat hij beter eerst koffie zet, koffie zetten, douchen, zich afdrogen, in zijn boxershort naar de keuken slenteren om daar de pas doorgelopen koffie in zijn tas te gieten.

Daar zat hij ook nu, te genieten van een tas koffie, bladerend door de krant en artikels aan het lezen die door zijn hand zijn ontstaan. Ja, dat is juist, Alex is een journalist. Hij werkt nu toch al enkele jaren bij de grootste krant van de stad. De New Brouck Mirror. Daar houd hij zich bezig met het schrijven van de meest waanzinnige artikels. Ze gaan bijna allemaal over mysteries, maar misschien is het net dat wat mensen aanspreekt. Alle artikels gaan over dingen die de mensen zien op TV. TV, nog zo iets, een overschat medium, een mens leest te weinig. Ze kijken naar het nieuws op de TV en denken dan dat ze ’s morgens geen krant meer nodig hebben. Het is net daarom dat Alex zich is gaan verdiepen in de geheimen van New Brouck. Hij schrijft over de onderwereld alsof hij er zelf is geweest, hij ontrafeld mysteries uit het verleden en creëert er nieuwe.

Alex woont al sinds hij zich kan herinneren in New Brouck. Een klein stadje op een tweehonderd kilometer van Londen. De stad is eigenlijk de naam stad niet meer waardig. In de glorieperiode woonden er een vijftienduizendtal mensen. Maar na de economische crisis is het aantal gekrompen tot een kleine vijfduizend. New Brouck heeft niets wat een stad aantrekkelijk kan maken. Geen rijke geschiedenis, geen oude gebouwen, niets. New Brouck moest het vroeger hebben van zijn industrie, maar ook die is stilgevallen. De laatste tijd wordt wonen in New Brouck weer wat interessanter. De grond is er goedkoop. Waarschijnlijk door de vervuiling van de oude fabrieken, maar geen haan die daarom kraait. Het is in deze stad dat Alex woont en werkt.

De vraag die bij iedereen opkomt is waarom blijft zo’n getalenteerde journalist in New Brouck. Waarom zoekt deze knappe getalenteerde man geen andere oorden op. Want knap dat is Alex zeker. Met zijn bruine halflange haren, zijn donkere ogen, zijn gespierde lichaam. Het is nu niet dat New Brouck een mekka is voor knappe en getalenteerde mensen, maar iets in de stad spreekt Alex aan. Alex noemt het graag ‘het Mysterie Van De Stad’. Al zijn artikels gaan over mysteries. Over oude fabrieken waarvan men zegt dat het er spookt tot verdwijningen waar niemand een pasklaar antwoord op heeft.
Het leven in New Brouck is zo slecht nog niet. Net zoals elke stad heeft het zijn bekende restaurantjes, zijn winkels met merkkleding en het belangrijkste, de cafeetjes waar elke dag aan de bar verschillende verhalen worden verteld over vroeger, en dat het toen zo veel beter was.

Net zoals elke dag neemt Alex zijn laptop van zijn bureau, stop deze in zijn rugzak en verlaat zijn huis langs de achterdeur. Dit met als enige reden dat je dan sneller bij het koffiehuis bent. Want het koffiehuis, dat is waar Alex elke goede dag begint. Elke dag neemt hij de zelfde route. Over Block 21 tot de kruising met Priest Avenue. Daar gaat hij de eerste links, High Street in. En daar tussen de boekenwinkel en het postkantoor was het. Pat’s Coffieplace. The place to be, als je een koffieliefhebber bent dan toch. Net zoals elke morgen bestelt Alex zijn grote koffie en neemt hij plaats op het enige plaatsje in de zaak waar een aansluiting is voor je stroomkabel. Daar plugt hij zijn laptop in en leest hij, gebruikmakend van het gratis internet van het postkantoor, de nationale kranten door.

Net zoals elke gewone dag brengt hij zijn dag verder door op het werk.
Het kantoor van de New Brouck Mirror ligt aan de rand van de stad. Het is, net zoals de rest van de stad trouwens, een vervallen gebouw. Maar ze hebben er alles dat ze nodig hebben. De internet verbinding is er traag, maar aangezien ze de enige krant in de stad zijn, is dat niet echt een probleem. Elke journalist en redacteur heeft er zijn eigen kubus om in te zitten, een vierkante bak waar een bureau staat, een waterfontein met drinkwater, een aansluiting voor elektriciteit en internet en een vuilnisbak. Printen gebeurt op de centrale printer die in het midden van de verdieping staat. In het kantoor op het einde van de centrale gang zit de hoofdredacteur. Hij beoordeeld de manuscripten van zijn journalisten en publiceert die in de krant.

Alex start elke dag op het werk op de zelfde manier. Hij plugt zijn laptop in en slentert naar de koffiemachine. Daar neemt hij een grote tas koffie en vlijt zich dan achter zijn bureau, om zich te weiden aan zijn dagtaak. Het doornemen van mails. Mails gestuurd door lezers van de krant met hun mysterieuze verhalen, hopend dat deze ooit in de krant komen te staan. Elke dag verloopt volgens de zelfde routine. Behalve deze dag.
Yannick
Potlood
Potlood
Berichten: 84
Lid geworden op: 02 apr 2011 21:12

Tijd voor hoofdstuk 2.
Hopelijk kunnen jullie het hier wat appreciëren.

Twee maanden eerder

Silke Maertens was een jonge vrouw. Met haar lange blonde haren, haar blauwe ogen en rode lippen zag ze er fantastisch uit. Een begeerlijke vrouw die nu toch al gedurende vijf maanden vast hing aan een geweldige man. Ze had alles wat haar hartje begeerde. Een goede job, ze was directiesecretaresse in een grote multinational. Ze had een mooi huis, een grote tuin en een kat die bijna even mooi was als zij zelf. Was ze gelukkig, is dan maar de vraag. Nee, jammer genoeg niet. Silke had een ‘afwijking’. Als je het al zo kan noemen. Silke was verschrikkelijk jaloers. Jaloers is misschien een groot woord om het te omschrijven, maar Silke kon bepaalde dingen niet echt appreciëren. Zo vond ze dat haar vriend vaak te close was met andere vrouwen en dat hij naar haar mening soms te weinig aandacht had voor haar. Zo begon het allemaal toen ze beiden met enkele vrienden de nacht in trokken. Na de avond te hebben doorgebracht in een bar kwam een van hun vrienden op het idee om de plaatselijke dancing te verkennen. Samen met haar vrienden trotseerde ze de kilte van de nacht en wandelde in de richting van de dancing. De grauwe ondergrond zorgde ervoor dat elke pas die ze zetten weerklonk als een slag op een holle ondergrond. De echo van dit geluid werd nog eens versterkt door het feit dat er bijna niemand anders meer op straat te zien was. Alles rond hen leek grijs en grauw. De gebouwen die in het licht zo mooi waren, leken nu restanten van wereld oorlog twee. Hier en daar brandde nog een licht wat het gegeven een spookachtig effect gaf. De schaduwen die op gelegenheid voorbij de lichtbron passeerde maakte het er niet beter op. De lucht was grauw en grijs, het leek of er elk moment een regenbui naar beneden kon vallen. Het geluid van voetstappen weerklonk door de hele straat. Silke en haar vrienden wandelde aan een strak tempo in de richting van de dancing. Een strak tempo want niemand blijft graag lang in het duister. De straatverlichting weigerde op enkele plaatsen dienst en dat zorgde er voor dat elke schaduw versterkt werd door de verlichting die wel werkte. Wat een duister maar magisch schimmenspel voortbracht op de gebouwen.

Hier had Silke geen oog voor. Haar oog keek naar haar vriend die voor de verandering weer in een gesprek was gewikkeld met Tinne, een vriendin van hem. Silke kon het moeilijk verstoppen maar ze deed haar best, het zon haar niet dat haar vriend zo veel aandacht had voor de andere vrouwen als ze samen uit gingen. Hoewel ze ergens diep van binnen wel besefte dat het allemaal heel onschuldig was en dat haar vriend haar nooit zou bedriegen had ze er toch een hemelse schrik voor. Hij zou waarschijnlijk nooit echt veranderen, ze haalde haar schouders op en wandelde verder, de donkere nacht in. In de verte verschenen de lichten van de dancing. Aan de wachtrij te zien waren zij niet de enige geweest die het idee hadden om een stapje in de nacht te gaan zetten. Silke, haar vriend, Tinne en Thomas namen plaats achteraan de rij. En daar begon het weer. Tinne en Silke’s vriend begonnen hun zoveelste gesprek van die avond. Weerom enkel tegen elkaar en niet tegen de rest. Silke werd er langzaam maar zeker gek van. Iets diep van binnen leek wakker te worden, klaar om uit te vliegen en haar vriend de huid vol te schelden. Maar net zoals altijd hield ze zich tegen. Ze wist dat ze dat beter niet zou doen. Ze hield van hem. Ze kon zich geen leven inbeelden zonder hem. Maar waarom deed hij dit allemaal. Waarom kon hij niet gewoon haar vriend zijn en zich van de rest niets aantrekken. Waarom moest en zou hij steeds bij Tinne staan. Hij stond altijd bij Tinne, op café, in een dancing als ze iets gingen eten. Steeds was hij in gesprek met Tinne, steeds opnieuw. Silke kreeg er genoeg van. Ze was het beu.

“Ik voel me niet zo lekker, ik denk dat ik maar eens naar huis ga. Geniet maar van jullie avondje.”

Dit was voor Silke altijd al de beste oplossing geweest. Zeggen dat ze zich niet zo best voelde en dan vertrekken. Zo zag ze hem niet bezig. Het was niet de ideale oplossing, maar het was in haar ogen het beste. Ze kuste haar vriend, lachte eens half vriendelijk half zuur naar Tinne en vertrok.
Een goede oplossing was het zeker niet, maar Silke ging zo toch het conflict uit de weg en zorgde er voor dat haar vrienden geen hele avond op een zuur gezicht zouden moeten kijken. En dat maakte wel veel goed, tenminste dat dacht ze.

Silke wandelde door de straat, haar voetstappen weerklonken hol op de tegels van het voetpad. Ze genoot van de stilte en van het getikt van haar schoenen. Dit was voor haar hemels, alleen zijn, genietend van elk geluid dat ze hoorde. De geur van de stad was voor haar wat de geur van de open natuur was voor een natuurliefhebber, ze hield van de stad. De drukte, het verkeer, je was er nooit alleen. Behalve vanavond dan. Ergens was het misschien wel vreemd dat er niemand anders op straat was. Zo laat was het toch nog niet?
Silke kreeg een vreemd gevoel. Het gevoel dat ze niet alleen was in deze lege straat. Ze keek achterom. Er was niemand. Vreemd dacht ze en ze wandelde verder. Het werd merkbaar kouder in de straat, Silke slaag de kraag van haar jas omhoog. Het was donker, nu pas viel het Silke op dat er geen enkele straatlantaarn brandde. Een kille bries ging langs haar benen. Waarom trok ze ook altijd zulke korte rokjes aan om uit te gaan. Juist, om haar vriend toch wat meer bij haar te proberen houden die avond. Jammer dat het niet werkte. Met haar gedachte bij haar vriend stapte ze verder. Ergens voelde ze zich wel schuldig dat ze gewoon naar huis ging. Maar beter dat dan de rest van da avond kattig rondlopen. Met deze gedacht troostte Silke zich. Wat zou haar vriend nu aan het doen zijn? Zou hij zoals gewoonlijk rond Tinne hangen? Of zou hij Silke missen? Misschien zou ze het hem eens moeten vragen. Misschien moest ze gewoon de confrontatie eens aangaan. Hoe pijnlijk het ook zou zijn , ze zouden zich er beiden beter mee voelen. Morgen doe ik dat als eerste, dacht ze.

Tik, Tak, Tik, Tak, Tik, Tak.

Het getik van haar hoge hakken weerklonk door de straat. De frisse bries was er terug, het leek op deze rond haar benen bleef zweven. Nee, dat kan niet, dat beeldde ze zich in. Een bries blijft niet hangen, die vliegt door.

Tik, Tak, Tik, Tak, Tik, Tak.

Ze stapte verder de straat door, dit gevoel had ze nog nooit gevoeld. Ze voelde zich bekeken, ze voelde zich onveilig in haar eigen stad. Het was donker, donkerder dan anders.

Tik, Tak, Tik, Tak, Tik, Tak.

Het leek nog donkerder te worden. De temperatuur die al voelbaar naar beneden was gegaan, leek nog lager te zakken. Silke zag haar adem uit haar mond komen terwijl ze uitademende.

Tik, Tak, Tik, Tak, Tik, Tak.

Het was donker, veel te donker. Geen schaduw die speelde op de muren. Geen geluid in de straat, geen enkel geluid meer.
Plaats reactie

Terug naar “Het Verlaten Kerkhof”