Zingend door de regen
Geplaatst: 03 jan 2012 11:33
De belevenissen van een ouderwetse herenparaplu.
Ik zal maar met de deur in huis vallen: Ik ben een paraplu. Zo'n zogenaamde ouderwetse herenparaplu. Stevig en degelijk gemaakt van de beste materialen en met een mooi houten handgreep. Vanzelfsprekend ben ik zwart, een andere kleur is ondenkbaar voor een paraplu van stand.
Eigenlijk moet ik bekennen dat ik nog steeds de neiging heb om mijzelf een “parapluie” te noemen. Toch doe ik het niet. Een beetje te snobistisch en opschepperig.
Daar sta ik boven, je moet je nooit te goed voelen voor de wereld waarin je je begeeft. Ik heb het wel eens gedaan. Mezelf op die manier voorgesteld maar het parapluutje die ik op het station tegenkwam wist niet waar ik het over had! Ze dacht dat ik een buitenlander was die nog geen fatsoenlijk woord Nederlands sprak.
Het irriteerde dat zo'n goedkoop en opvouwbaar schermpje in mij een paraplu zag die ergens over de grens is vervaardigd. Zo'n roze gevalletje als zij, die – en daar was ik zeker van – waarschijnlijk zelf uit China komt. Tegenwoordig komt alles daarvandaan niet waar?
Waar was ik?
Oh ja, ik introduceerde mezelf bij u. Om u verder een goed beeld van mij en mijn baas te geven moet ik de heer die ik tijdens de aanvallen van het hemelwater bescherm beschrijven.
Hij is een echte heer die keurig gekleed over straat gaat. Nette schoenen, een goede onopvallende jas en altijd fris geschoren. Hij werkt voor de universiteit en is een echte professor.
Niets om je voor te schamen, zou u zeggen. Een nette beschaafde man als de professor die mij vrijwel altijd meeneemt. Ook als er geen regen wordt verwacht.
“Je kunt nooit weten – en beter mee verlegen dan om verlegen” zijn de dingen die hij soms zegt. Al verdenk ik hem er stiekem van dat hij een paraplu als ik ben, meer als een statement ziet. Een accessoire die zijn verschijnen als heer van stand compleet maakt.
Zeker, ik kan hem daar geen ongelijk in geven. Elke heer hoort in feite een paraplu bij zich te hebben.
Het maakt het plaatje af, als u begrijpt wat ik bedoel.
Het is een genot om met hem door de stad te lopen, althans wanneer het niet regent. Want dreigen de hemelsluizen open te gaan en mijn professor mij boven zijn hoofd uitklapt ondergaat de man een transformatie.
Hij …. en mijn hardhouten handvat wordt rood als ik het wil vertellen, Hij begint dan te zingen!
Het was tot daar aan toe als mijn baas een aria uit Tosca neuriede, of de Matheus Passion of iets anders met klasse en geschiedenis.
Zelfs een deuntje uit een operette was tot daar aan toe geweest. Deed hij dat maar!!
Maar nee, het repertoire van de professor bestaat uit – ik kan het amper onder woorden brengen – uit populaire liedjes.
En altijd, altijd begint hij met “Singing in the Rain” Het kan zijn dat u die kent, schijnt redelijk bekend te zijn. Het is de minst erge, zoveel wil ik u wel zeggen.
Daarna komt een riedeltje dat over een regen gaat die uit mannen bestaat en is er een liedje over regendruppels die op iemands hoofd vallen.
Alles in het Engels, maar anders dan het roze ding van het station spreek ik mijn talen wel dus is het vertalen voor mij geen probleem.
Gelukkig zingt mijn baas niet al te hard en merken niet al te veel mensen het op. Die hebben het vaak ook te druk met hun mobiele telefoons of hebben van die kleine dingetjes in hun oren. Niemand let meer op elkaar, dat was vroeger wel anders. Toen hadden mensen nog oog voor een ander.
Kan niet zeggen dat ik daar erg rouwig om ben. Op die manier zien ze niet dat de professor zich in de regen aanstelt en zich zelf de ster uit een musical waant.
Over dat roze ding van het station gesproken.
We kwamen haar en haar mevrouw tegen. Nou ja, ik zeg wel “mevrouw” maar u moet me vergeven dat ik in haar geen dame zie. Kort rood – welzeker geverfd! – haar en een spijkerbroek die af leek te zakken.
Niet het type vrouw waar mijn professor mee om hoort te gaan.
Ik was dan ook behoorlijk geschokt toen ik die roze plu – anders kan ik haar niet noemen – door de gangen van de universiteit zag paraderen. Later kwamen we ze op de campus tegen en mijn baas groette haar alsof ze oude bekenden waren. Ik ben bang dat het een studente is die bij hem college volgt.
Als rechtgeaarde parapluie sta ik er van te kijken wat voor types hier studeren.
Gelukkig regende het niet op dat moment.
Ik moet er niet aan denken dat dat roze ding getuige is van de zang-escapades.
Die schande zal te groot zijn. Daar moet u het toch met mij over eens zijn.
Ik zal maar met de deur in huis vallen: Ik ben een paraplu. Zo'n zogenaamde ouderwetse herenparaplu. Stevig en degelijk gemaakt van de beste materialen en met een mooi houten handgreep. Vanzelfsprekend ben ik zwart, een andere kleur is ondenkbaar voor een paraplu van stand.
Eigenlijk moet ik bekennen dat ik nog steeds de neiging heb om mijzelf een “parapluie” te noemen. Toch doe ik het niet. Een beetje te snobistisch en opschepperig.
Daar sta ik boven, je moet je nooit te goed voelen voor de wereld waarin je je begeeft. Ik heb het wel eens gedaan. Mezelf op die manier voorgesteld maar het parapluutje die ik op het station tegenkwam wist niet waar ik het over had! Ze dacht dat ik een buitenlander was die nog geen fatsoenlijk woord Nederlands sprak.
Het irriteerde dat zo'n goedkoop en opvouwbaar schermpje in mij een paraplu zag die ergens over de grens is vervaardigd. Zo'n roze gevalletje als zij, die – en daar was ik zeker van – waarschijnlijk zelf uit China komt. Tegenwoordig komt alles daarvandaan niet waar?
Waar was ik?
Oh ja, ik introduceerde mezelf bij u. Om u verder een goed beeld van mij en mijn baas te geven moet ik de heer die ik tijdens de aanvallen van het hemelwater bescherm beschrijven.
Hij is een echte heer die keurig gekleed over straat gaat. Nette schoenen, een goede onopvallende jas en altijd fris geschoren. Hij werkt voor de universiteit en is een echte professor.
Niets om je voor te schamen, zou u zeggen. Een nette beschaafde man als de professor die mij vrijwel altijd meeneemt. Ook als er geen regen wordt verwacht.
“Je kunt nooit weten – en beter mee verlegen dan om verlegen” zijn de dingen die hij soms zegt. Al verdenk ik hem er stiekem van dat hij een paraplu als ik ben, meer als een statement ziet. Een accessoire die zijn verschijnen als heer van stand compleet maakt.
Zeker, ik kan hem daar geen ongelijk in geven. Elke heer hoort in feite een paraplu bij zich te hebben.
Het maakt het plaatje af, als u begrijpt wat ik bedoel.
Het is een genot om met hem door de stad te lopen, althans wanneer het niet regent. Want dreigen de hemelsluizen open te gaan en mijn professor mij boven zijn hoofd uitklapt ondergaat de man een transformatie.
Hij …. en mijn hardhouten handvat wordt rood als ik het wil vertellen, Hij begint dan te zingen!
Het was tot daar aan toe als mijn baas een aria uit Tosca neuriede, of de Matheus Passion of iets anders met klasse en geschiedenis.
Zelfs een deuntje uit een operette was tot daar aan toe geweest. Deed hij dat maar!!
Maar nee, het repertoire van de professor bestaat uit – ik kan het amper onder woorden brengen – uit populaire liedjes.
En altijd, altijd begint hij met “Singing in the Rain” Het kan zijn dat u die kent, schijnt redelijk bekend te zijn. Het is de minst erge, zoveel wil ik u wel zeggen.
Daarna komt een riedeltje dat over een regen gaat die uit mannen bestaat en is er een liedje over regendruppels die op iemands hoofd vallen.
Alles in het Engels, maar anders dan het roze ding van het station spreek ik mijn talen wel dus is het vertalen voor mij geen probleem.
Gelukkig zingt mijn baas niet al te hard en merken niet al te veel mensen het op. Die hebben het vaak ook te druk met hun mobiele telefoons of hebben van die kleine dingetjes in hun oren. Niemand let meer op elkaar, dat was vroeger wel anders. Toen hadden mensen nog oog voor een ander.
Kan niet zeggen dat ik daar erg rouwig om ben. Op die manier zien ze niet dat de professor zich in de regen aanstelt en zich zelf de ster uit een musical waant.
Over dat roze ding van het station gesproken.
We kwamen haar en haar mevrouw tegen. Nou ja, ik zeg wel “mevrouw” maar u moet me vergeven dat ik in haar geen dame zie. Kort rood – welzeker geverfd! – haar en een spijkerbroek die af leek te zakken.
Niet het type vrouw waar mijn professor mee om hoort te gaan.
Ik was dan ook behoorlijk geschokt toen ik die roze plu – anders kan ik haar niet noemen – door de gangen van de universiteit zag paraderen. Later kwamen we ze op de campus tegen en mijn baas groette haar alsof ze oude bekenden waren. Ik ben bang dat het een studente is die bij hem college volgt.
Als rechtgeaarde parapluie sta ik er van te kijken wat voor types hier studeren.
Gelukkig regende het niet op dat moment.
Ik moet er niet aan denken dat dat roze ding getuige is van de zang-escapades.
Die schande zal te groot zijn. Daar moet u het toch met mij over eens zijn.