Portugees kruis
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Hoofdstuk 1
Geen woord was meer van toepassing op Ribeira dan “toeristisch” Zelfs in deze donkere decembermaand flaneren talloze toeristen, niet eens ingeduffeld in een dikke winterjas, langs de kade waar enkele occasionele portboten aanmeren Tijdens de middaguren verblijdt zelfs nu een stralend blauwe lucht de vele Noord-Europese zonnezoekers. De terrasjes zitten misschien niet afgeladen vol, maar de kelners hebben evenmin tijd voor een luchtig praatje met de zoveelste mollige Belgische die Porto echt authentieker vindt dan Lissabon.
Jack neemt het gebeuren aandachtig op. Rustig en geïnteresseerd bekijkt hij vanaf zijn schuiloord de passerende massa. Aandachtig observeert hij een familie die even stopt aan het terras van zijn favoriete taverne, dat de welluidende naam “chez lapin” draagt. Twijfelend kijkt de vrouw naar de foto’s van lokale gerechten die de voorkant van het terras sieren. Niet echt overtuigd klampt ze haar echtgenoot aan. In feite kan het hem niet schelen waar ze gaan eten, maar hij weet dat er van hem verwacht wordt dat hij een semi-ernstig gezicht trekt en de foto’s zogezegd aan een kritisch onderzoek onderwerpt. Hun twee kinderen, duidelijk ook van de generatie die ADHD algemene bekendheid verschafte, hadden de kade ondertussen al tweemaal op-en afgerend. (waarbij het meisje bijna in de Douro sukkelde) Na vijftien seconden staren, besliste de man (Jack durfde er haast geld op verwedden dat het Nederlanders waren) dat de foto’s niet echt overtuigend waren-en Jack kon hem niet echt ongelijk geven. Ze lieten Chez Lapin voor wat het was en wandelden verder. Jack zuchtte. Niets eens zo heel lang geleden, was hij ook een zorgeloze toerist die samen met zijn vriendin een “meerwaardereis” naar de tweede stad van Portugal had geboekt. Aanvankelijk was het net zo’n doorsneereis als die van het koppel dat net passeerde. Enkel de verdwijning van zijn vriendin, twee dagen voor de terugreis, was niet in het script voorzien. Jack nipte nog eens aan zijn glas. Hij had vanavond een afspraak met Jorge, een dure privédetective die hij zes maanden geleden had ingehuurd. Na de verschrikkelijke gebeurtenissen van afgelopen zomer had hij een tijdje radeloos rondgezworven door Porto op zoek naar zijn Amy. Op een gegeven moment was het besef gekomen dat hij haar niet ging vinden. Bovendien was hij zijn bedrijf in België serieus aan het verwaarlozen. Hij kon niet anders dan terugkeren…maar hij kon Portugal niet verlaten zonder dat hij nog een poging ondernam om de waarheid te achterhalen. En hoe uitzichtloos de situatie ook leek, het feit dat hij een privédetective onder de arm nam, gaf hem tenminste het gevoel dat hij Amy niet in de steek liet. Met een grimas op het gelaat dronk hij zijn glas nu helemaal leeg. Hij had nooit van frisdrank gehouden en had liever een heerlijk zoete Portwijn achterover geslagen. Maar hij wou absoluut scherp zijn wanneer hij Jorge ontmoette. Hij wilde de woorden van de man analyseren, elke nuance in diens waarschijnlijk goed voorbereide speech herkennen en onderzoeken. Hij wou zijn mimiek opnemen en niets aan het toeval overlaten Want hij was vastbesloten om achter de waarheid te komen. Hij moest weten wat er met Amy was gebeurd.
Ze hadden er eindelijk een tolk bijgehaald. Het gebrekkige Engels van de agenten was duidelijk niet voldoende om hem te ondervragen. Bovendien was hij ook nog steeds over zijn toeren. Dat maakte de communicatie evenwel nog moeilijker. Het was eindelijk tot hem doorgedrongen dat er iets vreselijks mis was met Amy. Dat het niet gewoon één van die vele, nonchalante momenten van haar was waarin ze in een verstrooide bui even was gaan winkelen zonder hem te verwittigen. Urenlang had hij gehoopt dat ze zou terugkeren en hem met haar typische, eeuwig onschuldige grote ogen verbaasd zou aankijken en vragen:”hoezo, je was ongerust?” Met het verstrijken van de minuten nam de hoop af dat zoiets ook daadwerkelijk zou gebeuren. Uiteindelijk was hij haar gaan zoeken in de stad. Helemaal op zijn eentje op zoek naar zijn vermiste vriendin. Eén ellendig lange nacht later zat er niets anders op dan naar de politie te gaan. Ze hadden hem laten wachten in een verschraalde ruimte waar het naar sigaretten rook. Het rookverbod werd duidelijk niet nageleefd door de mensen die er mee op moesten toezien. De muren hadden een vaalgele kleur, enerzijds omdat die verf waarschijnlijk juist in promotie was toen het lokaal –eeuwen geleden-een nieuw likje kreeg, anderzijds omdat de sigarettenrook zijn sporen had nagelaten.
Het kantoortje van Jorge lag in de nabijheid van de Torre dos Clérigos, de hoogste toren van de stad en een oriëntatiepunt voor elke toerist. Het kleine kerkje dat ernaast was gebouwd lag niet enkel letterlijk in de schaduw van Porto’s bekendste bouwwerk maar ook figuurlijk daar het door de meeste toeristen straal werd genegeerd. Met het fototoestel in de hand betaalden ze in de rapte de twee euro entreegeld en strompelden vervolgens haastig de trappen op. De igreja werd vergeten. Misschien ook omdat Porto wel één grote aaneenschakeling van kerken leek. Het was bijna vijf uur en de temperatuur was al merkelijk gezakt. Van een aangename 17 graden overdag naar een veel frisser cijfer op de thermometer. Jack huiverde toen hij langs de toren doorliep en dook onbewust wat dieper in zijn jas. Zes maanden geleden had hij meermaals de stad doorkruist en hij wandelde nu op automatische piloot. Het kantoor lag op het tweede verdiep van een rijhuis. Op de benedenverdieping was er een slagerij gevestigd en de plaatselijke slager had niet beter geweten dan de karkassen van drie volledige varkens ondersteboven voor het uitstalraam te hangen. Jack merkte het vreemde tafereel niet eens op. Hij liep snel een klein gangpad in en besteeg in nauwelijks enkele seconden de 18 trappen. Met een kordate klop op de houten deur maakte hij zijn aanwezigheid kenbaar.
Jorge was een Portugees en kon dat moeilijk verbergen. Zoals zoveel zuiderse mannen was hij een kettingroker. Zijn krullend haar stak alle kanten uit en kwam daardoor een beetje onverzorgd over. Hij was een beroerd chauffeur (wat niet bepaald handig is wanneer je een privédetective bent), en hij sprak bijzonder snel. Maar zijn ogen straalden trots en passie uit en Jack bedacht dat hij zijn jonge werknemer wel sympathiek had gevonden, moest hij hem in andere-minder dramatische-omstandigheden zijn tegengekomen. Nu was er geen tijd voor sympathie. Jack nam snel de aangeboden stoel aan, nadat Jorge de twee erop liggende boeken verplaatst had naar de vloer.
“Iets drinken?” vroeg Jorge. “Misschien een biertje?”
Jack knikte. Hij had zich voorgenomen scherp te zijn tijdens het gesprek, waarvan hij in zijn diepste binnenste eigenlijk niet veel verwachtte. Maar als ze een biertje zouden drinken, kwamen de tongen misschien sneller los. Jorge was zijn laatste kans en hij wilde alle informatie uit hem persen als was hij een citroen. Jorge plaatste twee flesjes Superbock op de tafel en excuseerde zich voor het feit dat hij geen propere glazen had.
“Geeft niet. Ben je ondertussen nog iets te weten gekomen?”
Jorge keek meewarig. “Het was een heel moeilijk onderzoek.”
“Als het een kwestie is van geld..;”
“Neenee” bezwoer Jorge schijnbaar beledigd “het is zoals ik het je vertel. Het was een moeilijk onderzoek.” Hij stak een sigaret op en bood Jack er ook eentje aan.
“Nee, dank je. Wat kan je me vertellen?”
“Weinig. De politie deed een routineonderzoek. In tijden van economische crisis zijn vermiste buitenlanders geen topprioriteit. Al zou je verwachten dat dat vermiste Engelse meisje van een paar jaar geleden, en de media-aandacht errond, hen ertoe zou aanzetten om de zaken wat te bespoedigen.”
Geen woord was meer van toepassing op Ribeira dan “toeristisch” Zelfs in deze donkere decembermaand flaneren talloze toeristen, niet eens ingeduffeld in een dikke winterjas, langs de kade waar enkele occasionele portboten aanmeren Tijdens de middaguren verblijdt zelfs nu een stralend blauwe lucht de vele Noord-Europese zonnezoekers. De terrasjes zitten misschien niet afgeladen vol, maar de kelners hebben evenmin tijd voor een luchtig praatje met de zoveelste mollige Belgische die Porto echt authentieker vindt dan Lissabon.
Jack neemt het gebeuren aandachtig op. Rustig en geïnteresseerd bekijkt hij vanaf zijn schuiloord de passerende massa. Aandachtig observeert hij een familie die even stopt aan het terras van zijn favoriete taverne, dat de welluidende naam “chez lapin” draagt. Twijfelend kijkt de vrouw naar de foto’s van lokale gerechten die de voorkant van het terras sieren. Niet echt overtuigd klampt ze haar echtgenoot aan. In feite kan het hem niet schelen waar ze gaan eten, maar hij weet dat er van hem verwacht wordt dat hij een semi-ernstig gezicht trekt en de foto’s zogezegd aan een kritisch onderzoek onderwerpt. Hun twee kinderen, duidelijk ook van de generatie die ADHD algemene bekendheid verschafte, hadden de kade ondertussen al tweemaal op-en afgerend. (waarbij het meisje bijna in de Douro sukkelde) Na vijftien seconden staren, besliste de man (Jack durfde er haast geld op verwedden dat het Nederlanders waren) dat de foto’s niet echt overtuigend waren-en Jack kon hem niet echt ongelijk geven. Ze lieten Chez Lapin voor wat het was en wandelden verder. Jack zuchtte. Niets eens zo heel lang geleden, was hij ook een zorgeloze toerist die samen met zijn vriendin een “meerwaardereis” naar de tweede stad van Portugal had geboekt. Aanvankelijk was het net zo’n doorsneereis als die van het koppel dat net passeerde. Enkel de verdwijning van zijn vriendin, twee dagen voor de terugreis, was niet in het script voorzien. Jack nipte nog eens aan zijn glas. Hij had vanavond een afspraak met Jorge, een dure privédetective die hij zes maanden geleden had ingehuurd. Na de verschrikkelijke gebeurtenissen van afgelopen zomer had hij een tijdje radeloos rondgezworven door Porto op zoek naar zijn Amy. Op een gegeven moment was het besef gekomen dat hij haar niet ging vinden. Bovendien was hij zijn bedrijf in België serieus aan het verwaarlozen. Hij kon niet anders dan terugkeren…maar hij kon Portugal niet verlaten zonder dat hij nog een poging ondernam om de waarheid te achterhalen. En hoe uitzichtloos de situatie ook leek, het feit dat hij een privédetective onder de arm nam, gaf hem tenminste het gevoel dat hij Amy niet in de steek liet. Met een grimas op het gelaat dronk hij zijn glas nu helemaal leeg. Hij had nooit van frisdrank gehouden en had liever een heerlijk zoete Portwijn achterover geslagen. Maar hij wou absoluut scherp zijn wanneer hij Jorge ontmoette. Hij wilde de woorden van de man analyseren, elke nuance in diens waarschijnlijk goed voorbereide speech herkennen en onderzoeken. Hij wou zijn mimiek opnemen en niets aan het toeval overlaten Want hij was vastbesloten om achter de waarheid te komen. Hij moest weten wat er met Amy was gebeurd.
Ze hadden er eindelijk een tolk bijgehaald. Het gebrekkige Engels van de agenten was duidelijk niet voldoende om hem te ondervragen. Bovendien was hij ook nog steeds over zijn toeren. Dat maakte de communicatie evenwel nog moeilijker. Het was eindelijk tot hem doorgedrongen dat er iets vreselijks mis was met Amy. Dat het niet gewoon één van die vele, nonchalante momenten van haar was waarin ze in een verstrooide bui even was gaan winkelen zonder hem te verwittigen. Urenlang had hij gehoopt dat ze zou terugkeren en hem met haar typische, eeuwig onschuldige grote ogen verbaasd zou aankijken en vragen:”hoezo, je was ongerust?” Met het verstrijken van de minuten nam de hoop af dat zoiets ook daadwerkelijk zou gebeuren. Uiteindelijk was hij haar gaan zoeken in de stad. Helemaal op zijn eentje op zoek naar zijn vermiste vriendin. Eén ellendig lange nacht later zat er niets anders op dan naar de politie te gaan. Ze hadden hem laten wachten in een verschraalde ruimte waar het naar sigaretten rook. Het rookverbod werd duidelijk niet nageleefd door de mensen die er mee op moesten toezien. De muren hadden een vaalgele kleur, enerzijds omdat die verf waarschijnlijk juist in promotie was toen het lokaal –eeuwen geleden-een nieuw likje kreeg, anderzijds omdat de sigarettenrook zijn sporen had nagelaten.
Het kantoortje van Jorge lag in de nabijheid van de Torre dos Clérigos, de hoogste toren van de stad en een oriëntatiepunt voor elke toerist. Het kleine kerkje dat ernaast was gebouwd lag niet enkel letterlijk in de schaduw van Porto’s bekendste bouwwerk maar ook figuurlijk daar het door de meeste toeristen straal werd genegeerd. Met het fototoestel in de hand betaalden ze in de rapte de twee euro entreegeld en strompelden vervolgens haastig de trappen op. De igreja werd vergeten. Misschien ook omdat Porto wel één grote aaneenschakeling van kerken leek. Het was bijna vijf uur en de temperatuur was al merkelijk gezakt. Van een aangename 17 graden overdag naar een veel frisser cijfer op de thermometer. Jack huiverde toen hij langs de toren doorliep en dook onbewust wat dieper in zijn jas. Zes maanden geleden had hij meermaals de stad doorkruist en hij wandelde nu op automatische piloot. Het kantoor lag op het tweede verdiep van een rijhuis. Op de benedenverdieping was er een slagerij gevestigd en de plaatselijke slager had niet beter geweten dan de karkassen van drie volledige varkens ondersteboven voor het uitstalraam te hangen. Jack merkte het vreemde tafereel niet eens op. Hij liep snel een klein gangpad in en besteeg in nauwelijks enkele seconden de 18 trappen. Met een kordate klop op de houten deur maakte hij zijn aanwezigheid kenbaar.
Jorge was een Portugees en kon dat moeilijk verbergen. Zoals zoveel zuiderse mannen was hij een kettingroker. Zijn krullend haar stak alle kanten uit en kwam daardoor een beetje onverzorgd over. Hij was een beroerd chauffeur (wat niet bepaald handig is wanneer je een privédetective bent), en hij sprak bijzonder snel. Maar zijn ogen straalden trots en passie uit en Jack bedacht dat hij zijn jonge werknemer wel sympathiek had gevonden, moest hij hem in andere-minder dramatische-omstandigheden zijn tegengekomen. Nu was er geen tijd voor sympathie. Jack nam snel de aangeboden stoel aan, nadat Jorge de twee erop liggende boeken verplaatst had naar de vloer.
“Iets drinken?” vroeg Jorge. “Misschien een biertje?”
Jack knikte. Hij had zich voorgenomen scherp te zijn tijdens het gesprek, waarvan hij in zijn diepste binnenste eigenlijk niet veel verwachtte. Maar als ze een biertje zouden drinken, kwamen de tongen misschien sneller los. Jorge was zijn laatste kans en hij wilde alle informatie uit hem persen als was hij een citroen. Jorge plaatste twee flesjes Superbock op de tafel en excuseerde zich voor het feit dat hij geen propere glazen had.
“Geeft niet. Ben je ondertussen nog iets te weten gekomen?”
Jorge keek meewarig. “Het was een heel moeilijk onderzoek.”
“Als het een kwestie is van geld..;”
“Neenee” bezwoer Jorge schijnbaar beledigd “het is zoals ik het je vertel. Het was een moeilijk onderzoek.” Hij stak een sigaret op en bood Jack er ook eentje aan.
“Nee, dank je. Wat kan je me vertellen?”
“Weinig. De politie deed een routineonderzoek. In tijden van economische crisis zijn vermiste buitenlanders geen topprioriteit. Al zou je verwachten dat dat vermiste Engelse meisje van een paar jaar geleden, en de media-aandacht errond, hen ertoe zou aanzetten om de zaken wat te bespoedigen.”
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Jack staarde even voor zich uit en besloot dat hij toch wel een sigaret kon gebruiken. Terwijl hij ze opstak, viel er een vervelende stilte.“Je gaat me toch niet vertellen dat zes maanden onderzoek helemaal niets hebben opgeleverd?” siste hij. Jorge aarzelde even, zette vervolgens het koude bier aan zijn lippen,, nam een slok en ging verder: “Laat me uitpraten. Zelfs naar Portugese normen was het politieonderzoek te oppervlakkig. Dat maakte me een beetje achterdochtig. Het leek wel alsof jij de enige verdachte was in deze zaak ..en toen ze dat niet hard konden maken, scheen het wel dat jij gelukkig mocht zijn dat ze je verder met rust lieten. Andere sporen werden bijna uitgesloten. Jack knikte. Die ondervragingen bleven voor eeuwig in zijn geheugen gegrift.
"Nu gaat u me vertellen wat u met dat meisje hebt gedaan” snauwde de dikste van zijn drie ondervragers hem toe. In films zeg Jack altijd twee agenten een verdachte ondervragen, waarvan er eentje altijd de boze flik speelde. Maar hier staarden drie paar tot spleetjes vernauwde ogen hem aan. In deze kamer had duidelijk niemand sympathie voor hem. Hij trachtte zijn zelfbeheersing terug te vinden. Hij moest het hoofd koel houden. Stiekem balde hij zijn vuisten onder de metalen tafel waaraan ze hem hadden geplaatst. “Zoals ik nu al honderdduizend keer heb gezegd, weet ik niet wat er met Amy is gebeurd. Ik ben naar hier gekomen om haar terug te vinden.” De dikke stond op, nam zijn lege boterhammendoos en gooide die vervolgens bijzonder agressief tegen de muur. ”En zoals wij al honderdduizend keer geantwoord hebben, we geloven je niet!”
“Dus vroeg ik me in eerste instantie af waarom ze de zaak blauwblauw lieten. Waarom ze geen andere sporen natrokken. Er moest een reden voor zijn.” Onbewust schuifelde Jack een beetje naar voren, waardoor de stoel een piepend geluid maakte. Ondanks de decemberkilte parelde het zweet over zijn voorhoofd en ook onder zijn oksels werden twee plekken steeds zichtbaarder. “Dus ging ik zelf op onderzoek uit” vervolgde Jorge zijn verhaal. “Ik ondervroeg iedereen. Niemand scheen iets gezien te hebben. Niet het hotelpersoneel, niet de bedelaars die elke dag verzamelen op het pleintje voor het hotel, zelfs de taxichauffeurs herinnerden zich niets. “
“Iemand moet iets gezien hebben” fluisterde Jack zonder dat hij daarin echt geloofde.”Iemand moet iets gezien hebben.”
“Niemand. En dat is pas echt verdacht. Je vertrekt niet zomaar uit een viersterrenhotel met al je koffers zonder te betalen en zonder dat iemand iets opmerkt. Zoiets is pas echt verdacht. Alsof het allemaal tot in de puntjes is voorbereid.”
Jorge stond op, manoeuvreerde zich langs de vele obstakels die hem de doorgang tot zijn bureau versperden en zette vervolgens zijn computer aan. Terwijl de computer langzaam en met horten en stoten opstartte, ging Jorge verder.”Heb jij ooit gehoord van de orde van de ridders van Christus?”
"Nu gaat u me vertellen wat u met dat meisje hebt gedaan” snauwde de dikste van zijn drie ondervragers hem toe. In films zeg Jack altijd twee agenten een verdachte ondervragen, waarvan er eentje altijd de boze flik speelde. Maar hier staarden drie paar tot spleetjes vernauwde ogen hem aan. In deze kamer had duidelijk niemand sympathie voor hem. Hij trachtte zijn zelfbeheersing terug te vinden. Hij moest het hoofd koel houden. Stiekem balde hij zijn vuisten onder de metalen tafel waaraan ze hem hadden geplaatst. “Zoals ik nu al honderdduizend keer heb gezegd, weet ik niet wat er met Amy is gebeurd. Ik ben naar hier gekomen om haar terug te vinden.” De dikke stond op, nam zijn lege boterhammendoos en gooide die vervolgens bijzonder agressief tegen de muur. ”En zoals wij al honderdduizend keer geantwoord hebben, we geloven je niet!”
“Dus vroeg ik me in eerste instantie af waarom ze de zaak blauwblauw lieten. Waarom ze geen andere sporen natrokken. Er moest een reden voor zijn.” Onbewust schuifelde Jack een beetje naar voren, waardoor de stoel een piepend geluid maakte. Ondanks de decemberkilte parelde het zweet over zijn voorhoofd en ook onder zijn oksels werden twee plekken steeds zichtbaarder. “Dus ging ik zelf op onderzoek uit” vervolgde Jorge zijn verhaal. “Ik ondervroeg iedereen. Niemand scheen iets gezien te hebben. Niet het hotelpersoneel, niet de bedelaars die elke dag verzamelen op het pleintje voor het hotel, zelfs de taxichauffeurs herinnerden zich niets. “
“Iemand moet iets gezien hebben” fluisterde Jack zonder dat hij daarin echt geloofde.”Iemand moet iets gezien hebben.”
“Niemand. En dat is pas echt verdacht. Je vertrekt niet zomaar uit een viersterrenhotel met al je koffers zonder te betalen en zonder dat iemand iets opmerkt. Zoiets is pas echt verdacht. Alsof het allemaal tot in de puntjes is voorbereid.”
Jorge stond op, manoeuvreerde zich langs de vele obstakels die hem de doorgang tot zijn bureau versperden en zette vervolgens zijn computer aan. Terwijl de computer langzaam en met horten en stoten opstartte, ging Jorge verder.”Heb jij ooit gehoord van de orde van de ridders van Christus?”
De eerste post gelezen
. en dit is zeker geod geschreven, vooral een detective thriller is een grote uitdaging om te schrijven dus ikben er nieuwsgierig waqt je er van maakt.
Je hebt trouwens mooie interessante beschrijvingen. Bij veel mensen vind ik de beschrijvigen van omgeving vaak niet interessant maar jij brengt het zeer goed over
Ik heb wel een paar foutjes gezien.
Onder andere deze, ( ik heb ze niet allemaal onthouden xD)
Dit is een zin.
Laatste stukje moet zo: Alsof hij een citroen was.

Je hebt trouwens mooie interessante beschrijvingen. Bij veel mensen vind ik de beschrijvigen van omgeving vaak niet interessant maar jij brengt het zeer goed over

Ik heb wel een paar foutjes gezien.
Onder andere deze, ( ik heb ze niet allemaal onthouden xD)
Jack knikte. Hij had zich voorgenomen scherp te zijn tijdens het gesprek, waarvan hij in zijn diepste binnenste eigenlijk niet veel verwachtte. Maar als ze een biertje zouden drinken, kwamen de tongen misschien sneller los.
Dit is een zin.
Jorge was zijn laatste kans en hij wilde alle informatie uit hem persen als was hij een citroen.
Laatste stukje moet zo: Alsof hij een citroen was.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
JodieJJ schreef:De eerste post gelezen. en dit is zeker geod geschreven, vooral een detective thriller is een grote uitdaging om te schrijven dus ikben er nieuwsgierig waqt je er van maakt.
Je hebt trouwens mooie interessante beschrijvingen. Bij veel mensen vind ik de beschrijvigen van omgeving vaak niet interessant maar jij brengt het zeer goed over![]()
Ik heb wel een paar foutjes gezien.
Onder andere deze, ( ik heb ze niet allemaal onthouden xD)
Jack knikte. Hij had zich voorgenomen scherp te zijn tijdens het gesprek, waarvan hij in zijn diepste binnenste eigenlijk niet veel verwachtte. Maar als ze een biertje zouden drinken, kwamen de tongen misschien sneller los.
Dit is een zin.
Jorge was zijn laatste kans en hij wilde alle informatie uit hem persen als was hij een citroen.
Laatste stukje moet zo: Alsof hij een citroen was.
Thanx!!! Bedankt voor de positieve commentaar. Doe ook sowieso iets met de opmerkingen-want ze zijn terecht. Na het weekend (erg druk) schrijven we verder
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Hoofdstuk 2
De orde van Christus kende Jack als de opvolgers van de beroemde Tempeliers. Hij herinnerde zich dat een lokale gids Amy enkele dagen voor haar verdwijning vertelde over die orde bij het bezoeken van één van de talrijke historische bezienswaardigheden in de stad. Het was hem toen al opgevallen dat Amy, die in het verleden altijd blijk had gegeven van een matige interesse voor geschiedkundige onderwerpen, wel erg op de hoogte was van dit thema, dat toch niet bepaald met grote hoofdletters in de overzichtsboeken werd opgenomen. Zo had hij zelf niet veel weet van deze orde, hoewel hij wel een geschiedenisliefhebber was.
“Als ik het goed heb, is die orde ergens in de 14de eeuw gesticht nadat de Tempeliers, met toestemming van de paus, in Frankrijk werden vervolgd en vermoord door Filips de Schone?”
Jorge knikte. “Koning Dionysius bood gevluchte tempeliers onderdak en verenigde hen in een nieuwe orde, de orde van Christus. Uiteraard werden de enorme bezittingen van de Tempeliers in Portugal overgedragen aan deze nieuw opgerichte club.”
Jorge grijnste.”Goed gezien van onze vorst. Hadden onze huidige beleidsnemers evenveel economisch inzicht als Dionysius, dan ware we nooit in deze economische crisis verzeild.”
“Geef me nog een sigaret” beval Jack. Jorge haalde het haast verfrommelde pakje uit zijn broekzak; Jack stak de sigaret op en inhaleerde diep. Even sloot hij zijn ogen terwijl de rook omhoog kringelde. Enkele seconden bleef het stil. “Kan je me in godsnaam vertellen wat dat in met Amy te maken heeft?”
Langzaam deed Jorge zijn verhaal uit de doeken. “ Wel, die orde bestaat nog steeds. Een tijdje geleden scheurden enkele radicale leden zich echter af van de moederorganisatie en stichtten een nieuwe orde-weliswaar met dezelfde naam. Ze beschouwen zich als de echte nazaten van Dionyius.” Jack luisterde ongeduldig. Hij had ondertussen al begrepen dat het weinig zin had om Jorge te onderbreken. Die vertelde het verhaal immers op zijn eigen,slome tempo. “Ze hebben een politieke agenda” vervolgde Jorge “en willen Portugal zijn vroegere luister teruggeven. Uiteraard zien ze de Europese regelgeving als één van hun grootste vijanden. Daarnaast zijn ze ultrakatholiek en willen ze alle andere godsdiensten bannen uit het Portugal van de toekomst.” “Worden ze geduld?” vroeg Jack, nu duidelijk toch gefascineerd. “Nee. Aangezien ze geweld als een legitiem middel beschouwen om hun doelen te bereiken, zijn ze verboden. Ze zijn ondergronds gegaan.” Jorge stopte even en keek zijn partner vervolgens recht in de ogen.” En heel wat mensen die rechtstreeks betrokken waren bij het onderzoek naar de verdwijning van Amy zijn lid van van of sympathie hebben voor de beweging.”
“Wat een heerlijk weertje” kirde Amy duidelijk opgetogen. Jack glimlachte. Zomers weer had altijd een positieve invloed op hun gemoed. Ze hadden al een hele dag zitten citytrippen, en waren nu op weg naar de Igreja de Sao Fransisco. De hele dag was al overladen geweest met geschiedenis en kunst en Jack had eigenlijk liever de benen onder tafel gestoken ergens op een terrasje aan de waterkant. Maar Amy had er vreemd genoeg op gestaan om de Igreja nog te bezoeken. Het had hem in de hoogste mate verbaasd, maar toen ze een pruilmondje trok en hem vanonder haar lang, krullend haar met grote ogen had aangekeken, was hij-zoals steeds-bezweken. Ze staken het zoveelste drukke kruispunt over en baanden zich een weg doorheen de massa toeristen. De San Fransiscuskerk uit de 14de-en 15de eeuw was ondertussen omgetoverd tot een groot museum. Na een kwartiertje aanschuiven, slaagden ze erin om twee kaartjes te bemachtigen bij een norse verkoper. “Kunnen we nog aansluiten bij een groep?” vroeg Amy gretig. “Sinds wanneer ben jij zo happig om alle historische details te weten? Thuis krijg ik enkel een diepe zucht wanneer ik je enige cultuur wil bijbrengen.” Amy bloosde. “Ik vind het gewoon een schitterende stad en wil me er volledig in onderdompelen” mompelde ze
Hij lag op zijn bed naar het plafond van zijn hotelkamer te staren. Hij had bewust voor hetzelfde hotel gekozen als zes maanden geleden. In hotel “Theater” draait alles om het toneel. Gedempt licht geeft een aparte sfeer aan de kamer waar de binnendeuren ook nog eens vervangen waren door hangende toneeldoeken. Jack piekerde zich suf en wou net weer en sigaret opsteken, maar besefte toen dat dan waarschijnlijk het rookalarm zou afgaan. Hij zuchtte. Thuis was hij een gevierd zakenman maar hier was hij een hoopje ellende. Hij stond op en grabbelde even in zijn nog niet uitgepakte handbagage. Hij vond wat hij zocht en verving de gewenste sigaret door een kauwgum. Kauwend ijsbeerde hij door zijn kamer. Even keek hij door het enige raam van de kamer, ondertussen krabbend in zijn weinige haar. Verschillende gedachten tolden door zijn hoofd en het volledige gesprek van eerder die dag kwam terug. “Heel wat mensen die rechtstreeks betrokken waren bij het onderzoek naar de verdwijning van Amy zijn lid van of hebben sympathie voor de beweging. “Heel wat mensen! Te beginnen met Victor, de veredelde piccolo aan de ingang die de toeristen moet begeleiden van de hoteldeur naar hun kamer.
De orde van Christus kende Jack als de opvolgers van de beroemde Tempeliers. Hij herinnerde zich dat een lokale gids Amy enkele dagen voor haar verdwijning vertelde over die orde bij het bezoeken van één van de talrijke historische bezienswaardigheden in de stad. Het was hem toen al opgevallen dat Amy, die in het verleden altijd blijk had gegeven van een matige interesse voor geschiedkundige onderwerpen, wel erg op de hoogte was van dit thema, dat toch niet bepaald met grote hoofdletters in de overzichtsboeken werd opgenomen. Zo had hij zelf niet veel weet van deze orde, hoewel hij wel een geschiedenisliefhebber was.
“Als ik het goed heb, is die orde ergens in de 14de eeuw gesticht nadat de Tempeliers, met toestemming van de paus, in Frankrijk werden vervolgd en vermoord door Filips de Schone?”
Jorge knikte. “Koning Dionysius bood gevluchte tempeliers onderdak en verenigde hen in een nieuwe orde, de orde van Christus. Uiteraard werden de enorme bezittingen van de Tempeliers in Portugal overgedragen aan deze nieuw opgerichte club.”
Jorge grijnste.”Goed gezien van onze vorst. Hadden onze huidige beleidsnemers evenveel economisch inzicht als Dionysius, dan ware we nooit in deze economische crisis verzeild.”
“Geef me nog een sigaret” beval Jack. Jorge haalde het haast verfrommelde pakje uit zijn broekzak; Jack stak de sigaret op en inhaleerde diep. Even sloot hij zijn ogen terwijl de rook omhoog kringelde. Enkele seconden bleef het stil. “Kan je me in godsnaam vertellen wat dat in met Amy te maken heeft?”
Langzaam deed Jorge zijn verhaal uit de doeken. “ Wel, die orde bestaat nog steeds. Een tijdje geleden scheurden enkele radicale leden zich echter af van de moederorganisatie en stichtten een nieuwe orde-weliswaar met dezelfde naam. Ze beschouwen zich als de echte nazaten van Dionyius.” Jack luisterde ongeduldig. Hij had ondertussen al begrepen dat het weinig zin had om Jorge te onderbreken. Die vertelde het verhaal immers op zijn eigen,slome tempo. “Ze hebben een politieke agenda” vervolgde Jorge “en willen Portugal zijn vroegere luister teruggeven. Uiteraard zien ze de Europese regelgeving als één van hun grootste vijanden. Daarnaast zijn ze ultrakatholiek en willen ze alle andere godsdiensten bannen uit het Portugal van de toekomst.” “Worden ze geduld?” vroeg Jack, nu duidelijk toch gefascineerd. “Nee. Aangezien ze geweld als een legitiem middel beschouwen om hun doelen te bereiken, zijn ze verboden. Ze zijn ondergronds gegaan.” Jorge stopte even en keek zijn partner vervolgens recht in de ogen.” En heel wat mensen die rechtstreeks betrokken waren bij het onderzoek naar de verdwijning van Amy zijn lid van van of sympathie hebben voor de beweging.”
“Wat een heerlijk weertje” kirde Amy duidelijk opgetogen. Jack glimlachte. Zomers weer had altijd een positieve invloed op hun gemoed. Ze hadden al een hele dag zitten citytrippen, en waren nu op weg naar de Igreja de Sao Fransisco. De hele dag was al overladen geweest met geschiedenis en kunst en Jack had eigenlijk liever de benen onder tafel gestoken ergens op een terrasje aan de waterkant. Maar Amy had er vreemd genoeg op gestaan om de Igreja nog te bezoeken. Het had hem in de hoogste mate verbaasd, maar toen ze een pruilmondje trok en hem vanonder haar lang, krullend haar met grote ogen had aangekeken, was hij-zoals steeds-bezweken. Ze staken het zoveelste drukke kruispunt over en baanden zich een weg doorheen de massa toeristen. De San Fransiscuskerk uit de 14de-en 15de eeuw was ondertussen omgetoverd tot een groot museum. Na een kwartiertje aanschuiven, slaagden ze erin om twee kaartjes te bemachtigen bij een norse verkoper. “Kunnen we nog aansluiten bij een groep?” vroeg Amy gretig. “Sinds wanneer ben jij zo happig om alle historische details te weten? Thuis krijg ik enkel een diepe zucht wanneer ik je enige cultuur wil bijbrengen.” Amy bloosde. “Ik vind het gewoon een schitterende stad en wil me er volledig in onderdompelen” mompelde ze
Hij lag op zijn bed naar het plafond van zijn hotelkamer te staren. Hij had bewust voor hetzelfde hotel gekozen als zes maanden geleden. In hotel “Theater” draait alles om het toneel. Gedempt licht geeft een aparte sfeer aan de kamer waar de binnendeuren ook nog eens vervangen waren door hangende toneeldoeken. Jack piekerde zich suf en wou net weer en sigaret opsteken, maar besefte toen dat dan waarschijnlijk het rookalarm zou afgaan. Hij zuchtte. Thuis was hij een gevierd zakenman maar hier was hij een hoopje ellende. Hij stond op en grabbelde even in zijn nog niet uitgepakte handbagage. Hij vond wat hij zocht en verving de gewenste sigaret door een kauwgum. Kauwend ijsbeerde hij door zijn kamer. Even keek hij door het enige raam van de kamer, ondertussen krabbend in zijn weinige haar. Verschillende gedachten tolden door zijn hoofd en het volledige gesprek van eerder die dag kwam terug. “Heel wat mensen die rechtstreeks betrokken waren bij het onderzoek naar de verdwijning van Amy zijn lid van of hebben sympathie voor de beweging. “Heel wat mensen! Te beginnen met Victor, de veredelde piccolo aan de ingang die de toeristen moet begeleiden van de hoteldeur naar hun kamer.
Laatst gewijzigd door venmaaseik op 07 feb 2012 16:28, 7 keer totaal gewijzigd.
AAAAAAAAAAAh je gebruikt de Tempeliers
Oke, nu heb je me verkocht. Ik hou van de tempeliers
schrijf maar verder ik ben gek op misdaad verhalen die over organisaties gaan die gelinkt zijn aan organisaties uit de geschiedenis.
Hier zou ik de komma's weghalen, het leest lekkerder zonder de komma's erin. En ik heb geleerd dat je bij een verhaal alleen de meest hoognodige komma's moet plaatsen, omdat de nette Nederlandse taal helemaal vol komma's is gestopt wat het in een verhaal onoverzichtelijk maakt als je dat ook doet.
Hier moeten een paar enters tussen, zo is niet duidelijk wie wat zegt.
Met de enters wordt het als ik het goed heb zo:
“Als ik het goed heb, is die orde ergens in de 14de eeuw gesticht nadat de Tempeliers, met toestemming van de paus, in Frankrijk werden vervolgd en vermoord door Filips de Schone?”
Jorge knikte.
“Koning Dionysius bood gevluchte tempeliers onderdak en verenigde hen in een nieuwe orde, de orde van Christus. Uiteraard werden de enorme bezittingen van de Tempeliers in Portugal overgedragen aan deze nieuw opgerichte club.”
Jorge grijnste.”Goed gezien van onze vorst. Hadden onze huidige beleidsnemers evenveel economisch inzicht als Dionysius, dan ware we nooit in deze economische crisis verzeild.”
Hier gebruik je twee keer godsnaam, dat is niet echt lekker om weg te lezen, ik zou het een keer weghalen.
Mag ik vragen waarom je het niet als een dialoog geschreven hebt? Volgens mij zou het dan veel interessanter zijn.



Hij herinnerde zich dat een lokale gids Amy, enkele dagen voor haar verdwijning, vertelde over die orde bij het bezoeken van één van de talrijke historische bezienswaardigheden in de stad.
Hier zou ik de komma's weghalen, het leest lekkerder zonder de komma's erin. En ik heb geleerd dat je bij een verhaal alleen de meest hoognodige komma's moet plaatsen, omdat de nette Nederlandse taal helemaal vol komma's is gestopt wat het in een verhaal onoverzichtelijk maakt als je dat ook doet.
“Als ik het goed heb, is die orde ergens in de 14de eeuw gesticht nadat de Tempeliers, met toestemming van de paus, in Frankrijk werden vervolgd en vermoord door Filips de Schone?” Jorge knikte. “Koning Dionysius bood gevluchte tempeliers onderdak en verenigde hen in een nieuwe orde, de orde van Christus. Uiteraard werden de enorme bezittingen van de Tempeliers in Portugal overgedragen aan deze nieuw opgerichte club.” Jorge grijnste.”Goed gezien van onze vorst. Hadden onze huidige beleidsnemers evenveel economisch inzicht als Dionysius, dan ware we nooit in deze economische crisis verzeild.”
Hier moeten een paar enters tussen, zo is niet duidelijk wie wat zegt.
Met de enters wordt het als ik het goed heb zo:
“Als ik het goed heb, is die orde ergens in de 14de eeuw gesticht nadat de Tempeliers, met toestemming van de paus, in Frankrijk werden vervolgd en vermoord door Filips de Schone?”
Jorge knikte.
“Koning Dionysius bood gevluchte tempeliers onderdak en verenigde hen in een nieuwe orde, de orde van Christus. Uiteraard werden de enorme bezittingen van de Tempeliers in Portugal overgedragen aan deze nieuw opgerichte club.”
Jorge grijnste.”Goed gezien van onze vorst. Hadden onze huidige beleidsnemers evenveel economisch inzicht als Dionysius, dan ware we nooit in deze economische crisis verzeild.”
“Kan je me in godsnaam vertellen wat dat in godsnaam met Amy te maken heeft?”
Hier gebruik je twee keer godsnaam, dat is niet echt lekker om weg te lezen, ik zou het een keer weghalen.
DIt hele stukje, begint iedere zin met dat, ik denk dat je zelf wel kunt bedenken dat, dat niet zo lekker leest.Langzaam deed Jorge zijn verhaal uit de doeken. Dat de orde van Christus nog steeds bestaat, dat enkele leden zich van de orde hadden afgescheurd en een nieuwe orde hadden gesticht-weliswaar met dezelfde naam. Dat de leden van deze nieuwe orde zichzelf beschouwen als de echte nazaten van Dionysius. Dat ze een politieke agenda hebben en Portugal zijn vroegere luister willen teruggeven en dus de Europese regelgeving als hun grootste vijand beschouwen. Dat ze ultrakatholiek zijn en alle andere godsdiensten willen bannen uit het Portugal van de toekomst. Dat de organisatie verboden is en ze dus ondergronds zijn gegaan. Dat ze geweld een legitiem middel vinden om hun doelen te bereken. En dat heel wat mensen die rechtstreeks betrokken waren bij het onderzoek naar de verdwijning van Amy lid zijn van of sympathie hebben voor de beweging.
Mag ik vragen waarom je het niet als een dialoog geschreven hebt? Volgens mij zou het dan veel interessanter zijn.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Voila, heb het een beetje aangepast-rekening houdend met je raad. En nog een klein stukje erbij geschreven. Nu helaas naar het werk:-(
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Het was ondertussen al na twaalven. Ook al konden decemberdagen lekker zonnig zijn in Porto, ’s nachts had de kou de stad toch in zijn greep. Jack had plaatsgenomen in een fauteuil in de bar van waaruit hij een behoorlijk uitzicht had op de lobby. De bar ademde nostalgie uit. Achter de toog stonden twee dames die rechtstreeks van de bühne leken te zijn gevoerd en de mahoniehouten wanden gaven de plaats een artistieke toets. Jack leek schijnbaar verzonken in zijn stationsroman, die hij enkele uren ervoren had gekocht in een plaatselijke kiosk. Zijn Portugees was goed genoeg om het verhaal te begrijpen, maar hij kon zijn gedachten niet bij het verhaal houden. Zijn koffie bleef onaangeroerd en een aandachtige observant zou dat zeker merkwaardig hebben gevonden. Maar een lezende toerist ging zo op in het geheel dat niemand zich vragen stelde. Regelmatig dwaalden Jacks ogen naar de man aan de ingang. “Er is geen enkele verklaring voor de verdwijning van je vrouw. Ofwel heeft ze zelfmoord gepleegd ofwel berust de link met de orde niet op toeval”had Jorge gezegd. “Zelfmoord had ze niet gepleegd, daarvoor kende hij zijn Amy te goed.
De minuten kropen voorbij en vormden langzaam uren. De laatste toeristen lieten de bar voor wat ze was en zochten hun kamer op. Jack merkte de smeekbede in de ogen van de dames achter de toog wel op, maar boog zich vervolgens nog eens over zijn boek. Het was bijna half twee toen ook Victor aan de ingang aanstalten maakte, om de dag af te sluiten. Jack stond langzaam op en hoorde de verlichtte zucht van de dienstmeisjes duidelijk genoeg om te beseffen dat hun geduld op de proef was gesteld. Hij betaalde de rekening voor één koffie en liet een fikse fooi achter. Hij knikte nog eens vriendelijk goedendag en nam de trap naar boven, er zich rekenschap van gevend dat de twee meisjes hem zagen vertrekken.In de trappenhal nam hij zijn mobieltje en belde Jorge. “Hij gaat vertrekken” zei hij zonder inleiding. “Een even kort “ok” was het antwoord. Hun plan was simpel. Ze moesten info zien te verzamelen . Was er daadwerkelijk een verband tussen de verdwijning van Amy en het feit dat zovele betrokken lid waren van de orde? Als een doodgewone detective achter die link kon komen, moest de politie dat toch ook? Waarom heeft men dat spoor dan nooit onderzocht? Vragen die door het hoofd van Jack tolden. Victor was hun makkelijkste doelwit en dus hun eerste prooi.
“Ik wil het wel onderzoeken” zei Jorge “maar dat gaat een bom duiten kosten.” “Geld is geen probleem. Al je onkosten worden vergoed en je krijgt een royale beloning. Ook als het spoor doodloopt.” Jack was bepaald bemiddeld. In het zakenleven was het hem beter vergaan dan privé. Hij zou en moest weten wat er met zijn Amy was gebeurd. “Eén voorwaarde echter” fluisterde hij nog “ik moet op je kunnen rekenen. Je vertelt me altijd de waarheid, hoe pijnlijk die ook is. Akkoord?” De twee mannen schudden elkaar de hand. “Dan is er nog iets…” Jorge aarzelde. “Zeg het maar” moedigde Jack hem aan. “Ik sta er alleen voor. Die orde van Christus is niet bepaald een open instelling met enkel brave schaapjes. Misschien moet ik wel eens buiten de wet treden en geweld gebruiken en misschien….moet je me daar af en toe mee helpen.” “Geen probleem!” was het kordate antwoord
Jorge zat in zijn onopvallende, metaalkleurige Mazda te wachten. De binnenkant van zijn wagen vertoonde opvallend veel overeenkomsten met zijn bureau. Overal lagen losse papieren, een gebruikte zakdoek leek wel een eeuwig leven beschoren onder de zetel en de asbak puilde uit van de peuken. Jorge wreef eens over zijn stoppelbaard. Zes dagen niet scheren had zijn sporen nagelaten. Uit ervaring wist hij dat vrouwen hem ongeschoren aantrekkelijker vonden, maar de jeuk vond hij soms ondraaglijk. Langzaam genoot hij van zijn fastfoodmaaltijd. Niet alleen vormden hamburgers en frieten het hoofdbestanddeel van zijn dagelijks dieet, het gaf hem ook een reden om in de auto te zitten. Een toevallige passant zou hem niet verdacht vinden en hem dus later niet herinneren. Vanuit zijn schuilplaats had hij een perfect zicht op het hotel. In gedachten overliep hij de zaak. Net toen hij een portie mayonaise op zijn zetel knoeide, rinkelde zijn G.S.M. Hij schoof zijn halfopgegeten hamburger opzij en nam op. “Hij gaat vertrekken”
De minuten kropen voorbij en vormden langzaam uren. De laatste toeristen lieten de bar voor wat ze was en zochten hun kamer op. Jack merkte de smeekbede in de ogen van de dames achter de toog wel op, maar boog zich vervolgens nog eens over zijn boek. Het was bijna half twee toen ook Victor aan de ingang aanstalten maakte, om de dag af te sluiten. Jack stond langzaam op en hoorde de verlichtte zucht van de dienstmeisjes duidelijk genoeg om te beseffen dat hun geduld op de proef was gesteld. Hij betaalde de rekening voor één koffie en liet een fikse fooi achter. Hij knikte nog eens vriendelijk goedendag en nam de trap naar boven, er zich rekenschap van gevend dat de twee meisjes hem zagen vertrekken.In de trappenhal nam hij zijn mobieltje en belde Jorge. “Hij gaat vertrekken” zei hij zonder inleiding. “Een even kort “ok” was het antwoord. Hun plan was simpel. Ze moesten info zien te verzamelen . Was er daadwerkelijk een verband tussen de verdwijning van Amy en het feit dat zovele betrokken lid waren van de orde? Als een doodgewone detective achter die link kon komen, moest de politie dat toch ook? Waarom heeft men dat spoor dan nooit onderzocht? Vragen die door het hoofd van Jack tolden. Victor was hun makkelijkste doelwit en dus hun eerste prooi.
“Ik wil het wel onderzoeken” zei Jorge “maar dat gaat een bom duiten kosten.” “Geld is geen probleem. Al je onkosten worden vergoed en je krijgt een royale beloning. Ook als het spoor doodloopt.” Jack was bepaald bemiddeld. In het zakenleven was het hem beter vergaan dan privé. Hij zou en moest weten wat er met zijn Amy was gebeurd. “Eén voorwaarde echter” fluisterde hij nog “ik moet op je kunnen rekenen. Je vertelt me altijd de waarheid, hoe pijnlijk die ook is. Akkoord?” De twee mannen schudden elkaar de hand. “Dan is er nog iets…” Jorge aarzelde. “Zeg het maar” moedigde Jack hem aan. “Ik sta er alleen voor. Die orde van Christus is niet bepaald een open instelling met enkel brave schaapjes. Misschien moet ik wel eens buiten de wet treden en geweld gebruiken en misschien….moet je me daar af en toe mee helpen.” “Geen probleem!” was het kordate antwoord
Jorge zat in zijn onopvallende, metaalkleurige Mazda te wachten. De binnenkant van zijn wagen vertoonde opvallend veel overeenkomsten met zijn bureau. Overal lagen losse papieren, een gebruikte zakdoek leek wel een eeuwig leven beschoren onder de zetel en de asbak puilde uit van de peuken. Jorge wreef eens over zijn stoppelbaard. Zes dagen niet scheren had zijn sporen nagelaten. Uit ervaring wist hij dat vrouwen hem ongeschoren aantrekkelijker vonden, maar de jeuk vond hij soms ondraaglijk. Langzaam genoot hij van zijn fastfoodmaaltijd. Niet alleen vormden hamburgers en frieten het hoofdbestanddeel van zijn dagelijks dieet, het gaf hem ook een reden om in de auto te zitten. Een toevallige passant zou hem niet verdacht vinden en hem dus later niet herinneren. Vanuit zijn schuilplaats had hij een perfect zicht op het hotel. In gedachten overliep hij de zaak. Net toen hij een portie mayonaise op zijn zetel knoeide, rinkelde zijn G.S.M. Hij schoof zijn halfopgegeten hamburger opzij en nam op. “Hij gaat vertrekken”
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
De straten lagen er verlaten bij. De zwervers hadden een heenkomen gezocht voor de koude decembernachten en zelfs het verkeer was stilgevallen in de overdag immer bruisende stad. Victors shift zat erop. Gehaast verliet hij het hotel. In gedachten was hij al lang niet meer bij de gasten en hun banale wensen. Hij had de job nodig totdat de orde erin zou slagen om rechtvaardigheid en solidariteit in Portugal terug een prominente plaats te geven. Zolang moest hij glimlachen naar al de verwenste Duisters of Fransen die vanuit hun economische machtspositie het de mensen in zijn land zo moeilijk maakten. Maar de dag van de wederopstanding zou komen. Zolang zou hij netjes gehoorzamen zodat hij zijn huur kon betalen en de medicijnen voor zijn zieke moeder kon kopen. Een ijzige wind kwam opzetten en Victor kroop dieper in zijn vaalbruine winterjas. Hij liep de Rua de sa da Bandeira af en sloeg vervolgens de zijstraat in die richting Bolhao liep. Overdag sloegen de plaatselijke marktkramers hier elke dag hun kraampjes op en was het er koppen lopen. Maar nu verstoorde enkel de wind de absolute stilte. Victor hield er een stevige tred op na. Hij verlangde naar een warm bed, de enige luxe die hij zich tegenwoordig nog kon permitteren. Net toen hij weer een hoek wilde omslaan, botste hij bijna tegen een vreemdeling.
“Excuseer vriend” zei de man” heeft u misschien een vuurtje voor me?”Victor was meteen achterdochtig. De man was eveneens goed ingeduffeld en zijn gezicht was halvelings verborgen achter een sjaal. Maar het feit dat de man Portugees met duidelijk noordelijk accent sprak, stelde Victor enigszins gerust. Hij mocht ook niet te achterdochtig worden. Hij ontspande.
“Natuurlijk vriend.” Even wendde hij zijn blik af om de aansteker te zoeken in zijn binnenzak. Toen hij terug omhoog keek, had de vreemdeling een revolver in zijn hand.” Mag ik dan ook meteen je portefeuille?"
De verbazing op het gezicht van Victor veranderde al snel in ingehouden woede.” Ga je me beroven?”siste hij ongelovig. Even bleef het stil. “Beroof één van die vele buitenlanders, maar toch geen hardwerkende Portugees?” vervolgde hij toen. Het leek alsof Victor een stap naar voren wilde zetten, maar met een handgebaar maakte Jorge duidelijk dat het hem menens was. “Je portefeuille” herhaalde hij. Met tegenzin gooide Victor de portefeuille op de grond. De stoom kwam haast uit zijn oren. “Je houding ten opzichte van buitenlanders is niet bepaald correct” gaf Jorge nog mee.”Wees blij dat ze nog valuta binnenbrengen. Ik heb geen idee waar ons land zou staan zonder die toeristen. ” Met een minachtend snuiven maakte Victor kenbaar dat hij het niet helemaal eens was met die stelling. Jorge gaf de hoop op hem van gedachten te kunnen doen veranderen en gebood hem op zijn knieên te gaan zitten met het gezicht naar een met azuurblauwe azulejo’s bekleedde kerkmuur gewend. “Je blijft één minuut zitten zonder om te kijken. Geloof me, ik zal niet aarzelen om te schieten als het moet.”
“Koekje?” vroeg Jorge kauwend en hij schoof een pakje halfopgegeten boterkoekjes naar Jack toe. Jack rammelde van de honger. Hij had sinds gisterenavond niets meer gegeten. De adrenaline raasde door zijn lichaam en hij had zijn hongergevoel een tijdlang verdrongen. Maar bij het zien van de doos koekjes kon hij zich niet langer beheersen en hij stak er gretig eentje in zijn mond. Jorge zag er ontspannen uit. Hij hing achterover in de zetel die de helft van zijn woonkamer in beslag nam. De man gaf absoluut niet de indruk minder dan vierentwintig uur geleden iemand op straat met een pistool bedreigd te hebben. “Zou hij dat vaker doen?” vroeg Jack zich bezorgd af. Even viel er een stilte die beide mannen als aangenaam beschouwden. Ze wisten dat ze in de komende maanden veel zouden gaan samenwerken en waarschijnlijke talloze malen de wet zouden moeten overtreden. De rust van het moment deed de spanning even afnemen en ze leken wel twee oude vrienden die voor de zoveelste keer tijd samen spendeerden. Enkele minuten leek de zaak naar de achtergrond verdrongen. Jorge plaatste zijn voeten op het salontafeltje en veegde de kruimels uit zijn stoppelbaard. Uiteindelijk keerde Jack met een fikse portie tegenzin terug naar de realiteit. “Vertel me eens wat onze nachtelijke escapade heeft opgeleverd?” “Wel, ik heb hem van zijn portefeuille beroofd. Ondanks dat hij me recht in de ogen keek denk ik niet dat hij me zou herkennen. Mijn gezicht was deels verborgen achter een sjaal. Toch is het misschien beter dat hij ons niet samen te zien krijgt!” “Hoezo?” Jorge draaide eens met zijn ogen alsof hij een leraar was die net de zoveelste domme vraag van één van zijn leerlingen te verduren kreeg. “Voor hen ben je die domme toerist wiens vrouw verdwenen is en die nog een allerlaatste poging doet om haar terug te vinden. Je zal je voor de zoveelste keer wenden tot de politie en voor de zoveelste keer met een kluitje in het riet worden gestuurd. Je bent totaal ongevaarlijk en dus ook niet in gevaar. Maar als die portier me herkent en ons samen ziet, zal hij waarschijnlijk begrijpen dat je meer weet dat zou mogen. Voorlopig denkt hij dat hij overvallen is door een drugsverslaafde op zoek naar gemakkelijk geld. Maar dan zal hij de link leggen tussen jouw persoontje en de overval. Vanaf dat moment loop jij natuurlijk ook gevaar.” Jack staarde de privédetective aan. “Zo had ik het nog niet bekeken” stamelde hij toen.
Jorge snoof. “Wees er maar zeker van dat ze op de hoogte zijn van het feit dat je bent teruggekeerd.” De zesendertigjarige Portugees nam opnieuw een koekje. “Nu” ging hij verder met zijn mond vol” wat heeft ons optreden van gisteren opgebracht?” .Jack zette zich recht. Voor het eerst sinds lang had hij het gevoel dat hij actief werkte aan de heling van een wonde die een half jaar geleden werd veroorzaakt. En ook al zou hij zijn Amy op het einde van de rit niet terugzien..hij deed tenminste iets. Niets was erger dan thuis te zitten piekeren en de dagen zien voorbijkruipen. “Vooraleerst ben ik zijn appartement binnengedrongen. Dat was een hele klus, want hij mocht niet merken dat er iemand was langsgeweest. Twee overvallen op één dag waren van het goede te veel. Ik moest dus subtiel zijn, iets dat niet echt in mijn aard ligt.” Jorge grinnikte om zijn eigen grap. “Dat Victor een kleine garnaal is, wisten we al langer. Hij is eerder een aanhanger en sympathisant van de beweging dan een echt grote participant. Ik denk dat hij bij de verdwijning van je vrouw hoogstens als informant is betrokken.” “Dat zijn heel wat –anten na elkaar.” “Misschien wel, maar ik geloof niet dat hij iets te maken heeft met de uitvoering van een eventuele ontvoering of datgene waar we naar zoeken. Hij is te ontvlambaar van karakter en ik geloof nooit dat hij zichzelf onder controle heeft in een stresssituatie.” Het viel Jack op dat Jorge plots meer gefocust was. Het nonchalante was uit zijn houding verdwenen en hij was zowaar recht gaan zitten. Voorlopig had hij zeker nog geen spijt van de aanwerving van de Portugees.”In zijn boekenkast vond ik naast een hoop religieus-katholieke werken, ook veel geschiedenisboeken over Portugal. En daarnaast een hoop extreemrechtse rommel, het soort literatuur dat je mag verwachten van een lid van de orde.In zijn nachtkaste bewaarde hij een revolver, wat genoeg zegt over de man. Verder vond ik niets verdachts.” De teleurstelling verscheen meteen terug op het gelaat van Jack. Jorge trok er zich niets van aan. Hij had zijn kompaan gewaarschuwd dat het een lange, moeilijke zoektocht zou worden die waarschijnlijk op niets zou uitdraaien.
“Zijn portefeuille was daarentegen interessanter. Naast 17 euro en 40 eurocent zat er ook zijn rijbewijs, zijn paspoort en een kaartje van een antiekzaak in.” “Ja, en?” “Wel, ik heb die zaak nagetrokken en er vinden haast wekelijks vreemde vergaderingen plaats. De buren kennen de deelnemers aan die vergaderingen niet, maar ze lijken op het eerste gezicht niet bepaald geïnteresseerd in antiquiteiten."
“Excuseer vriend” zei de man” heeft u misschien een vuurtje voor me?”Victor was meteen achterdochtig. De man was eveneens goed ingeduffeld en zijn gezicht was halvelings verborgen achter een sjaal. Maar het feit dat de man Portugees met duidelijk noordelijk accent sprak, stelde Victor enigszins gerust. Hij mocht ook niet te achterdochtig worden. Hij ontspande.
“Natuurlijk vriend.” Even wendde hij zijn blik af om de aansteker te zoeken in zijn binnenzak. Toen hij terug omhoog keek, had de vreemdeling een revolver in zijn hand.” Mag ik dan ook meteen je portefeuille?"
De verbazing op het gezicht van Victor veranderde al snel in ingehouden woede.” Ga je me beroven?”siste hij ongelovig. Even bleef het stil. “Beroof één van die vele buitenlanders, maar toch geen hardwerkende Portugees?” vervolgde hij toen. Het leek alsof Victor een stap naar voren wilde zetten, maar met een handgebaar maakte Jorge duidelijk dat het hem menens was. “Je portefeuille” herhaalde hij. Met tegenzin gooide Victor de portefeuille op de grond. De stoom kwam haast uit zijn oren. “Je houding ten opzichte van buitenlanders is niet bepaald correct” gaf Jorge nog mee.”Wees blij dat ze nog valuta binnenbrengen. Ik heb geen idee waar ons land zou staan zonder die toeristen. ” Met een minachtend snuiven maakte Victor kenbaar dat hij het niet helemaal eens was met die stelling. Jorge gaf de hoop op hem van gedachten te kunnen doen veranderen en gebood hem op zijn knieên te gaan zitten met het gezicht naar een met azuurblauwe azulejo’s bekleedde kerkmuur gewend. “Je blijft één minuut zitten zonder om te kijken. Geloof me, ik zal niet aarzelen om te schieten als het moet.”
“Koekje?” vroeg Jorge kauwend en hij schoof een pakje halfopgegeten boterkoekjes naar Jack toe. Jack rammelde van de honger. Hij had sinds gisterenavond niets meer gegeten. De adrenaline raasde door zijn lichaam en hij had zijn hongergevoel een tijdlang verdrongen. Maar bij het zien van de doos koekjes kon hij zich niet langer beheersen en hij stak er gretig eentje in zijn mond. Jorge zag er ontspannen uit. Hij hing achterover in de zetel die de helft van zijn woonkamer in beslag nam. De man gaf absoluut niet de indruk minder dan vierentwintig uur geleden iemand op straat met een pistool bedreigd te hebben. “Zou hij dat vaker doen?” vroeg Jack zich bezorgd af. Even viel er een stilte die beide mannen als aangenaam beschouwden. Ze wisten dat ze in de komende maanden veel zouden gaan samenwerken en waarschijnlijke talloze malen de wet zouden moeten overtreden. De rust van het moment deed de spanning even afnemen en ze leken wel twee oude vrienden die voor de zoveelste keer tijd samen spendeerden. Enkele minuten leek de zaak naar de achtergrond verdrongen. Jorge plaatste zijn voeten op het salontafeltje en veegde de kruimels uit zijn stoppelbaard. Uiteindelijk keerde Jack met een fikse portie tegenzin terug naar de realiteit. “Vertel me eens wat onze nachtelijke escapade heeft opgeleverd?” “Wel, ik heb hem van zijn portefeuille beroofd. Ondanks dat hij me recht in de ogen keek denk ik niet dat hij me zou herkennen. Mijn gezicht was deels verborgen achter een sjaal. Toch is het misschien beter dat hij ons niet samen te zien krijgt!” “Hoezo?” Jorge draaide eens met zijn ogen alsof hij een leraar was die net de zoveelste domme vraag van één van zijn leerlingen te verduren kreeg. “Voor hen ben je die domme toerist wiens vrouw verdwenen is en die nog een allerlaatste poging doet om haar terug te vinden. Je zal je voor de zoveelste keer wenden tot de politie en voor de zoveelste keer met een kluitje in het riet worden gestuurd. Je bent totaal ongevaarlijk en dus ook niet in gevaar. Maar als die portier me herkent en ons samen ziet, zal hij waarschijnlijk begrijpen dat je meer weet dat zou mogen. Voorlopig denkt hij dat hij overvallen is door een drugsverslaafde op zoek naar gemakkelijk geld. Maar dan zal hij de link leggen tussen jouw persoontje en de overval. Vanaf dat moment loop jij natuurlijk ook gevaar.” Jack staarde de privédetective aan. “Zo had ik het nog niet bekeken” stamelde hij toen.
Jorge snoof. “Wees er maar zeker van dat ze op de hoogte zijn van het feit dat je bent teruggekeerd.” De zesendertigjarige Portugees nam opnieuw een koekje. “Nu” ging hij verder met zijn mond vol” wat heeft ons optreden van gisteren opgebracht?” .Jack zette zich recht. Voor het eerst sinds lang had hij het gevoel dat hij actief werkte aan de heling van een wonde die een half jaar geleden werd veroorzaakt. En ook al zou hij zijn Amy op het einde van de rit niet terugzien..hij deed tenminste iets. Niets was erger dan thuis te zitten piekeren en de dagen zien voorbijkruipen. “Vooraleerst ben ik zijn appartement binnengedrongen. Dat was een hele klus, want hij mocht niet merken dat er iemand was langsgeweest. Twee overvallen op één dag waren van het goede te veel. Ik moest dus subtiel zijn, iets dat niet echt in mijn aard ligt.” Jorge grinnikte om zijn eigen grap. “Dat Victor een kleine garnaal is, wisten we al langer. Hij is eerder een aanhanger en sympathisant van de beweging dan een echt grote participant. Ik denk dat hij bij de verdwijning van je vrouw hoogstens als informant is betrokken.” “Dat zijn heel wat –anten na elkaar.” “Misschien wel, maar ik geloof niet dat hij iets te maken heeft met de uitvoering van een eventuele ontvoering of datgene waar we naar zoeken. Hij is te ontvlambaar van karakter en ik geloof nooit dat hij zichzelf onder controle heeft in een stresssituatie.” Het viel Jack op dat Jorge plots meer gefocust was. Het nonchalante was uit zijn houding verdwenen en hij was zowaar recht gaan zitten. Voorlopig had hij zeker nog geen spijt van de aanwerving van de Portugees.”In zijn boekenkast vond ik naast een hoop religieus-katholieke werken, ook veel geschiedenisboeken over Portugal. En daarnaast een hoop extreemrechtse rommel, het soort literatuur dat je mag verwachten van een lid van de orde.In zijn nachtkaste bewaarde hij een revolver, wat genoeg zegt over de man. Verder vond ik niets verdachts.” De teleurstelling verscheen meteen terug op het gelaat van Jack. Jorge trok er zich niets van aan. Hij had zijn kompaan gewaarschuwd dat het een lange, moeilijke zoektocht zou worden die waarschijnlijk op niets zou uitdraaien.
“Zijn portefeuille was daarentegen interessanter. Naast 17 euro en 40 eurocent zat er ook zijn rijbewijs, zijn paspoort en een kaartje van een antiekzaak in.” “Ja, en?” “Wel, ik heb die zaak nagetrokken en er vinden haast wekelijks vreemde vergaderingen plaats. De buren kennen de deelnemers aan die vergaderingen niet, maar ze lijken op het eerste gezicht niet bepaald geïnteresseerd in antiquiteiten."
Laatst gewijzigd door venmaaseik op 20 feb 2012 13:50, 1 keer totaal gewijzigd.
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Hoofdstuk 3
Ondanks de talrijke opkomst heerste er toch een gewijde stilte in de kapel. Iedereen had devoot zijn gezicht naar beneden gewend en menigeen leek verzonken in gebed. Vanop zijn verhoog had Manuel Gonçalves Cerajeira een goed overzicht. Uitdrukkingsloos bekeek hij zijn volgelingen. De flabella van struisvogelveren die de achterkant van het priesterkoor sierden, gaven het gewicht van Cerajeira aan binnen de organisatie. Hij had er persoonlijk op gestaan dat de traditie van het gebruik van de flabella terug in ere werd hersteld. Nadat deze gewoonte door de paus in de 18de eeuw als privilege aan de patriarch van Lissabon was toekend, was het gebruik ervan sinds 1971 langzaam verdwenen. De aanwezigheid van de flabella gaven hem het gevoel de goedkeuring van de paus en bij uitbreiding de katholieke wereld te hebben. Hij wist bovendien dat vele mensen in de middeleeuwen dachten dat het gebruik van veren de duivel op afstand zou houden. Voor hem was de duivel terug te brengen tot “Europa” en hij hoopte dat de veren Europa zouden tegenhouden zijn greep op Portugal te verstevigen. Daarom waren de struisvogelveren ook een van de belangrijkste symbolen van de orde. Opnieuw strekte zijn blik zich uit over het publiek.. Hij wist dat het spirituele aspect van de orde niet iedereen evenzeer aanspraak. Zijn volgelingen waren vaak diepgelovig maar onder hen zaten ook wolven die enkel en alleen uit persoonlijk profijt nu het hoofd diep bogen in deze kleine ondergrondse kapel. Maar voor hem, Manuel Gonçalves Cerajeira, kon een nieuw en rechtvaardig Portugal, enkel een katholiek Portugal zijn, zoals het eeuwen was geweest. Hij stond op en prevelde in het Portugees-bewust had hij gekozen om niet terug te keren naar de dode taal Latijn-een laatste gebed. Uit de vele monden klonk eenstemmig “amen” waarna de aanwezigen opstonden en de kapel verlieten. Even was hij alleen in de beslotenheid van de kapel. Zulke momenten kon hij koesteren. De hemelse stilte verzachtte zijn ziel en de onderaardse koelte deed zijn huid tintelen. Op zulke momenten voelde hij zich uitverkoren. Hij ademde diep de heilige lucht in die het lokaal vulde en een volmaakt geluk straalde van zijn gezicht. Hij was 48 jaar en hoopte op een dergelijk moment te mogen sterven in de nabijheid van God. Maar eerst moest hij zijn aardse taak volbrengen.
Nadat hij zich had omgekleed en terug in burgerkledij had gestoken verliet hij de ondergrondse vertrekken van de boerderij die op een steenworp van de heilige stad Braga lag. Boven wachten twee mannen hem op. Hij had een hekel aan lijfwachten maar hij beschouwde ze als een noodzakelijk kwaad. Hoewel hij overal sympathisanten had zitten, zelfs binnen de veiligheidsdiensten in het verre, verderfelijke en wereldse Lissabon, wist hij dat velen hem daar ook als een potentieel gevaar beschouwden. Voorlopig waren zelfs verschillende invloedrijke Portugezen, die nog nooit van het bestaan van zijn orde hadden gehoord, maar hij wist evenzeer dat zijn naam al meermaals was gevallen in de donkerste kamers van de Portugese regering en dat de liberaalconservatieve president van de PSD bijzonder in hem was geïnteresseerd. De twee kleerkasten volgden hem als schoothondjes. Nadat hij aan zijn wekelijkse religieuze verplichtingen had voldaan, wachtte hem een minder aangename taak. Zijn eveneens wekelijkse onderhoud met Heldar Pastigo, de hoogste ridder in rang. De deur van de gastenkamer stond open wat betekende dat Heldar al aanwezig was. Manuel hoopte deze keer meer te krijgen dan de gewoonlijke opsomming van activiteiten. De tiende juni naderde met rassenschreden en ze moesten klaar staan. Hij liep de met wandtapijten bekleedde gastenkamer binnen. Hoewel Heldar met de rug naar de deur toe zat, had hij de grootmeester horen binnenkomen. Hij stond op, zakte op één knie en kuste de hand van de leider van de orde. Die liet zich de eer gewillig welgevallen.
“Zet je” sommeerde hij vervolgens. “Wil je iets drinken?” Nog voordat Heldar kon antwoorden klapte hij luid tweemaal in zijn handen. Bruno Gomez, de eigenaar van de boerderij verscheen als had hij de hele tijd liggen wachten op een signaal van de meester. “Bruno, breng ons twee glazen rode wijn alsjeblieft”
De wijn werd gebracht en Manuel zette meteen een glas aan de lippen. Zijn commandant aarzelde even en nipte vervolgens ook beleefd aan het glas.
“Wel, hoe staan onze zaken ervoor?” vroeg Manuel.
“We slagen erin om steeds meer belangrijke mensen aan onze kant te krijgen. Natuurlijk mondjesmaat, want het moet steeds in het geniep gebeuren. “ Manuel knikte. Voor het welslagen van zijn plannen had hij geen grote meute nodig. Hoe meer volk hoe meer kans op verraad. Een toegewijde schare was voldoende. Maar het was wel belangrijk om enkele hooggeplaatste Portugezen aan hun kant te krijgen. Opnieuw nam Manuel een slok. Helaas hadden hij en Heldar niet dezelfde invulling van het begrip “hooggeplaatst” Daar waar hij dacht aan ministers, oversten binnen het leger of de politietop kwam Manuel aandraven met kunstenaars, journalisten of dokters. “Iemand speciaal?” vroeg Manuel dus ijzig. “We kunnen niet zomaar op iemand toestappen en ons voorstellen. Dat weet jij ook. We hebben een lijst met potentiële kandidaten waarvan we denken dat ze wel sympathie hebben voor onze standpunten. We schaduwen hen dan een tijdje en vervolgens…” “Ik weet hoe je te werk gaat. Iemand speciaal?” herhaalde Manuel zijn vraag dwingend.
“Laura Bahia.”
Een stilte viel. Manuel zette zijn glas terug op het kleine salontafeltje en wreef even door zijn snorretje.
“Laura Bahia. Laura Bahia!!!” Manuel liep rood aan, alsof hij teveel had gedronken. Zijn ogen spuwden kogels en onbewust zette Heldar een stap achteruit. Hij kende de woede-uitbarstingen van de grootridder van de orde maar al te goed. “Wij plannen een machtsovername voor het geval je het nog niet begrepen hebt.” Zijn hoofd werd roder en roder en het speeksel vloog in het rond. “Een machtsovername!!!! En voor een machtsovername heb je generaals nodig. Vuurkracht! Stootkracht. En niet de presentatrice van het televisiejournaal van een lokale zender uit Porto.”
“Zij kan heel belangrijk zijn voor de fase na de machtsovername. Om het grote publiek aan onze kant te krijgen. De media…”probeerde Heldar nog. Manuel leek even een beroerte te krijgen. Hij trapte tegen het salontafeltje en de wijnglazen vlogen in het rond. Hij hees zijn zware lijf recht, nam Heldar bij zijn kraag en gebood plots opmerkelijk duidelijk “volgende week stel je me tevreden. Honderd procent tevreden, begrepen? Zoniet…Even knikte hij naar de twee kleerkasten die het tafereel stoïcijns volgden.
Ondanks de talrijke opkomst heerste er toch een gewijde stilte in de kapel. Iedereen had devoot zijn gezicht naar beneden gewend en menigeen leek verzonken in gebed. Vanop zijn verhoog had Manuel Gonçalves Cerajeira een goed overzicht. Uitdrukkingsloos bekeek hij zijn volgelingen. De flabella van struisvogelveren die de achterkant van het priesterkoor sierden, gaven het gewicht van Cerajeira aan binnen de organisatie. Hij had er persoonlijk op gestaan dat de traditie van het gebruik van de flabella terug in ere werd hersteld. Nadat deze gewoonte door de paus in de 18de eeuw als privilege aan de patriarch van Lissabon was toekend, was het gebruik ervan sinds 1971 langzaam verdwenen. De aanwezigheid van de flabella gaven hem het gevoel de goedkeuring van de paus en bij uitbreiding de katholieke wereld te hebben. Hij wist bovendien dat vele mensen in de middeleeuwen dachten dat het gebruik van veren de duivel op afstand zou houden. Voor hem was de duivel terug te brengen tot “Europa” en hij hoopte dat de veren Europa zouden tegenhouden zijn greep op Portugal te verstevigen. Daarom waren de struisvogelveren ook een van de belangrijkste symbolen van de orde. Opnieuw strekte zijn blik zich uit over het publiek.. Hij wist dat het spirituele aspect van de orde niet iedereen evenzeer aanspraak. Zijn volgelingen waren vaak diepgelovig maar onder hen zaten ook wolven die enkel en alleen uit persoonlijk profijt nu het hoofd diep bogen in deze kleine ondergrondse kapel. Maar voor hem, Manuel Gonçalves Cerajeira, kon een nieuw en rechtvaardig Portugal, enkel een katholiek Portugal zijn, zoals het eeuwen was geweest. Hij stond op en prevelde in het Portugees-bewust had hij gekozen om niet terug te keren naar de dode taal Latijn-een laatste gebed. Uit de vele monden klonk eenstemmig “amen” waarna de aanwezigen opstonden en de kapel verlieten. Even was hij alleen in de beslotenheid van de kapel. Zulke momenten kon hij koesteren. De hemelse stilte verzachtte zijn ziel en de onderaardse koelte deed zijn huid tintelen. Op zulke momenten voelde hij zich uitverkoren. Hij ademde diep de heilige lucht in die het lokaal vulde en een volmaakt geluk straalde van zijn gezicht. Hij was 48 jaar en hoopte op een dergelijk moment te mogen sterven in de nabijheid van God. Maar eerst moest hij zijn aardse taak volbrengen.
Nadat hij zich had omgekleed en terug in burgerkledij had gestoken verliet hij de ondergrondse vertrekken van de boerderij die op een steenworp van de heilige stad Braga lag. Boven wachten twee mannen hem op. Hij had een hekel aan lijfwachten maar hij beschouwde ze als een noodzakelijk kwaad. Hoewel hij overal sympathisanten had zitten, zelfs binnen de veiligheidsdiensten in het verre, verderfelijke en wereldse Lissabon, wist hij dat velen hem daar ook als een potentieel gevaar beschouwden. Voorlopig waren zelfs verschillende invloedrijke Portugezen, die nog nooit van het bestaan van zijn orde hadden gehoord, maar hij wist evenzeer dat zijn naam al meermaals was gevallen in de donkerste kamers van de Portugese regering en dat de liberaalconservatieve president van de PSD bijzonder in hem was geïnteresseerd. De twee kleerkasten volgden hem als schoothondjes. Nadat hij aan zijn wekelijkse religieuze verplichtingen had voldaan, wachtte hem een minder aangename taak. Zijn eveneens wekelijkse onderhoud met Heldar Pastigo, de hoogste ridder in rang. De deur van de gastenkamer stond open wat betekende dat Heldar al aanwezig was. Manuel hoopte deze keer meer te krijgen dan de gewoonlijke opsomming van activiteiten. De tiende juni naderde met rassenschreden en ze moesten klaar staan. Hij liep de met wandtapijten bekleedde gastenkamer binnen. Hoewel Heldar met de rug naar de deur toe zat, had hij de grootmeester horen binnenkomen. Hij stond op, zakte op één knie en kuste de hand van de leider van de orde. Die liet zich de eer gewillig welgevallen.
“Zet je” sommeerde hij vervolgens. “Wil je iets drinken?” Nog voordat Heldar kon antwoorden klapte hij luid tweemaal in zijn handen. Bruno Gomez, de eigenaar van de boerderij verscheen als had hij de hele tijd liggen wachten op een signaal van de meester. “Bruno, breng ons twee glazen rode wijn alsjeblieft”
De wijn werd gebracht en Manuel zette meteen een glas aan de lippen. Zijn commandant aarzelde even en nipte vervolgens ook beleefd aan het glas.
“Wel, hoe staan onze zaken ervoor?” vroeg Manuel.
“We slagen erin om steeds meer belangrijke mensen aan onze kant te krijgen. Natuurlijk mondjesmaat, want het moet steeds in het geniep gebeuren. “ Manuel knikte. Voor het welslagen van zijn plannen had hij geen grote meute nodig. Hoe meer volk hoe meer kans op verraad. Een toegewijde schare was voldoende. Maar het was wel belangrijk om enkele hooggeplaatste Portugezen aan hun kant te krijgen. Opnieuw nam Manuel een slok. Helaas hadden hij en Heldar niet dezelfde invulling van het begrip “hooggeplaatst” Daar waar hij dacht aan ministers, oversten binnen het leger of de politietop kwam Manuel aandraven met kunstenaars, journalisten of dokters. “Iemand speciaal?” vroeg Manuel dus ijzig. “We kunnen niet zomaar op iemand toestappen en ons voorstellen. Dat weet jij ook. We hebben een lijst met potentiële kandidaten waarvan we denken dat ze wel sympathie hebben voor onze standpunten. We schaduwen hen dan een tijdje en vervolgens…” “Ik weet hoe je te werk gaat. Iemand speciaal?” herhaalde Manuel zijn vraag dwingend.
“Laura Bahia.”
Een stilte viel. Manuel zette zijn glas terug op het kleine salontafeltje en wreef even door zijn snorretje.
“Laura Bahia. Laura Bahia!!!” Manuel liep rood aan, alsof hij teveel had gedronken. Zijn ogen spuwden kogels en onbewust zette Heldar een stap achteruit. Hij kende de woede-uitbarstingen van de grootridder van de orde maar al te goed. “Wij plannen een machtsovername voor het geval je het nog niet begrepen hebt.” Zijn hoofd werd roder en roder en het speeksel vloog in het rond. “Een machtsovername!!!! En voor een machtsovername heb je generaals nodig. Vuurkracht! Stootkracht. En niet de presentatrice van het televisiejournaal van een lokale zender uit Porto.”
“Zij kan heel belangrijk zijn voor de fase na de machtsovername. Om het grote publiek aan onze kant te krijgen. De media…”probeerde Heldar nog. Manuel leek even een beroerte te krijgen. Hij trapte tegen het salontafeltje en de wijnglazen vlogen in het rond. Hij hees zijn zware lijf recht, nam Heldar bij zijn kraag en gebood plots opmerkelijk duidelijk “volgende week stel je me tevreden. Honderd procent tevreden, begrepen? Zoniet…Even knikte hij naar de twee kleerkasten die het tafereel stoïcijns volgden.
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
In Lissabon wordt geleefd, in Porto gewerkt, in Braga gebeden” Het is een oud Portugees gezegde dat aangeeft welk beeld Braga heeft bij de modale Portugees. Het aantal kerken en heiligdommen zijn in deze oudste Portugese stad haast niet te schatten. De statige kathedraal torent echter in grootsheid boven de andere kerken uit en maakt duidelijk dat zij het is aan wie Braga zijn reputatie te danken heeft. Het is immers rond haar muren dat de stad in de middeleeuwen werd ontwikkeld en ze is nog steeds niet van plan om haar prominente plaats af te staan. Zelfs op een simpele decembermaandag verdringen de toeristen elkaar om de grootsheid van de Sé in zich op te nemen. Heldar heeft echter geen oog voor de moederkerk. .Hij loopt de brede hoofdstraat af die leidt naar het Praca da Republica, het centrale plein waar de mensen keuvelen en flaneren. Het is een plein om te kijken en gezien te worden. Maar ook voor hen heeft Heldar geen oog. Haast in draf loopt hij naar de arcadegevels die de zijkant van het plein begrenzen en waaronder twee cafés gevestigd zijn. In zijn haast botst hij bijna tegen de zoveelste vijftiger die met zijn dure kodak de arcadegevel voor de eeuwigheid en zijn nageslacht wil vastleggen. Geërgerd mompelt hij een verwensing. Zonder zich te excuseren stormt hij verder richting café Vianna.
Het café heeft een lang en indrukwekkend verleden en wentelt zichzelf ook vandaag nog in nostalgie. “Toch heeft het meer weg van een stationsbuffet “ denkt Heldar elke keer wanneer hij het café bezoekt. Bij het binnenkomen neemt hij meteen iedereen op. Enkele oudere toeristen praten over de wonderen der stad en slurpen ondertussen aan hun koffie. Iets verder zit iemand de krant te lezen. Enigszins gerustgesteld loopt Heldar naar het achterste tafeltje waar twee personen op hem zitten te wachten. Ook zij hebben een, ondertussen lauwe, koffie voor zich staan. Heldar maakt haast ongezien een kruisteken. De groet wordt door de man beantwoord terwijl de vrouw schijnbaar onbewogen naar de deur blijft kijken.
“Lekker wijf..die Cascata” denkt Heldar elke keer wanneer hij haar ziet. “Haar lange zwarte haren vallen naar beneden als een waterval. De kuiltjes in haar wangen en de schittering in haar ogen vervoeren Heldar telkens opnieuw. . Vele nachten droomde hij al van haar kleine peervormige borsten, maar tot nu toe is het bij dromen gebleven. “Ze is kampioene in het afwijzen van avances, die Cascata. . Als iemand voor de zaak leeft, is zij het wel.” De keuze om één nacht te mogen stoeien met Cascata of het welslagen van hun missie was voor Heldar een op voorhand uitgemaakte zaak. “Het zou een leuke nacht worden” denkt hij grijnzend.
“Ok. We hebben een hoop te doen” begon Heldar. “ Eerst en vooral is er die zaak van de commissaris van Porto.”
“Een gezagsgetrouw man” glimlacht Cascata.
“Te gezagsgetrouw” beaamt Pedro die naast haar zit.
“Hmm. Het zal zeer moeilijk worden om hem voor onze zaak te winnen. Bovendien begint hij te vermoeden dat er dingen foutlopen. Hij weet nog steeds niet juist wat het probleem is, maar hij merkt dat onze mensen binnen zijn dienst onderzoeken een bepaalde richting laten uitgaan.” Heldar zwijgt even. “Hij beschouwt zichzelf als een diepgelovig christen. Geilen op een knappe vrouw getuigt van een dubbele moraal waarmee hij kan leven en die elke zuiderling (en eigenlijk elke man) eigen is. Het uitvaardigen van een moordbevel valt hem zwaarder. Hij beseft echter dat dat bevel noodzakelijk is voor het grotere goed. Ze bestellen snel nog een nieuwe koffie aan de voorbijslenterende ober, hoewel hun vorig kopje nog niet leeg is.
“Hij moet verdwijnen. En snel.” De anderen knikken. Ze wisten het al voordat ze samen waren gekomen. Buigen of barsten. “Regel het zo snel mogelijk. Liefst nog deze week. Maar laat het op een ongeluk lijken.”
“Hebben we nog andere dingen te bespreken?” vroeg Cascata en ze kruiste haar benen. Zelfs in de wintermaanden droeg ze een kort, schooluniformachtig rokje. Heldar kon er de ogen niet afhouden.
“Heb je het warm?” vroeg ze.
Heldar negeerde de opmerking. “De grootmeester wil dringend vorderingen zien in Lissabon. Maken we daar progressie? “ Ze keken naar Pedro. Hij was verantwoordelijk voor Lissabon. “Tot nu toe is het haast onmogelijk geweest om te infiltreren in de hoogste kringen. Maar vanavond nog hebben we een afspraak met minister Billas-Vola. En als er iemand geneigd is om met onze plannen in te stemmen is hij het. Natuurlijk met de garantie dat hij van helemaal niets weet, wanneer het misloopt.”
“Het zal niet mislopen” reageerde Heldar fel.
“Natuurlijk niet. Maar je weet hoe die mannen zijn.”
“Billas-Vola” dacht Heldar. “Een minister. Als minister van landbouw niet meteen de allerbelangrijkste minister, maar desalniettemin een minister. Het zou een hele opsteker zijn, moesten ze hem kunnen strikken.”
“Doe wat nodig is. Koop hem om, vlei hem, spiegel hem een grootste carrière voor of bedreig hem. Hij moet aan onze kant komen te staan.”
Pedro knikte. “De gewone procedure dus” dacht hij; Even viel er een stilte. Een ouder koppel stond moeizaam op. De man viste, na lang zoeken, een hoop kleingeld uit zijn broekzak en legde het op het tafeltje vooraleer ze de zaak verlieten. Heldar keek hen na. “Hoe is het nog met het meisje?” vroeg hij ten slotte.
“Goed weggeborgen en nietsvermoedend.”
“Houden zo.” Hij stond op terwijl de anderen bleven zitten. In één teug dronk hij de resterende koffie op en met een fikse tred stapte hij naar buiten. Op het plein sloeg hij meteen rechtsaf richting station. Hij wou vanavond terug in Porto zijn. Nu en dan keek hij even achterom, om er zich van te verzekeren dat niemand hem volgde.”
Het café heeft een lang en indrukwekkend verleden en wentelt zichzelf ook vandaag nog in nostalgie. “Toch heeft het meer weg van een stationsbuffet “ denkt Heldar elke keer wanneer hij het café bezoekt. Bij het binnenkomen neemt hij meteen iedereen op. Enkele oudere toeristen praten over de wonderen der stad en slurpen ondertussen aan hun koffie. Iets verder zit iemand de krant te lezen. Enigszins gerustgesteld loopt Heldar naar het achterste tafeltje waar twee personen op hem zitten te wachten. Ook zij hebben een, ondertussen lauwe, koffie voor zich staan. Heldar maakt haast ongezien een kruisteken. De groet wordt door de man beantwoord terwijl de vrouw schijnbaar onbewogen naar de deur blijft kijken.
“Lekker wijf..die Cascata” denkt Heldar elke keer wanneer hij haar ziet. “Haar lange zwarte haren vallen naar beneden als een waterval. De kuiltjes in haar wangen en de schittering in haar ogen vervoeren Heldar telkens opnieuw. . Vele nachten droomde hij al van haar kleine peervormige borsten, maar tot nu toe is het bij dromen gebleven. “Ze is kampioene in het afwijzen van avances, die Cascata. . Als iemand voor de zaak leeft, is zij het wel.” De keuze om één nacht te mogen stoeien met Cascata of het welslagen van hun missie was voor Heldar een op voorhand uitgemaakte zaak. “Het zou een leuke nacht worden” denkt hij grijnzend.
“Ok. We hebben een hoop te doen” begon Heldar. “ Eerst en vooral is er die zaak van de commissaris van Porto.”
“Een gezagsgetrouw man” glimlacht Cascata.
“Te gezagsgetrouw” beaamt Pedro die naast haar zit.
“Hmm. Het zal zeer moeilijk worden om hem voor onze zaak te winnen. Bovendien begint hij te vermoeden dat er dingen foutlopen. Hij weet nog steeds niet juist wat het probleem is, maar hij merkt dat onze mensen binnen zijn dienst onderzoeken een bepaalde richting laten uitgaan.” Heldar zwijgt even. “Hij beschouwt zichzelf als een diepgelovig christen. Geilen op een knappe vrouw getuigt van een dubbele moraal waarmee hij kan leven en die elke zuiderling (en eigenlijk elke man) eigen is. Het uitvaardigen van een moordbevel valt hem zwaarder. Hij beseft echter dat dat bevel noodzakelijk is voor het grotere goed. Ze bestellen snel nog een nieuwe koffie aan de voorbijslenterende ober, hoewel hun vorig kopje nog niet leeg is.
“Hij moet verdwijnen. En snel.” De anderen knikken. Ze wisten het al voordat ze samen waren gekomen. Buigen of barsten. “Regel het zo snel mogelijk. Liefst nog deze week. Maar laat het op een ongeluk lijken.”
“Hebben we nog andere dingen te bespreken?” vroeg Cascata en ze kruiste haar benen. Zelfs in de wintermaanden droeg ze een kort, schooluniformachtig rokje. Heldar kon er de ogen niet afhouden.
“Heb je het warm?” vroeg ze.
Heldar negeerde de opmerking. “De grootmeester wil dringend vorderingen zien in Lissabon. Maken we daar progressie? “ Ze keken naar Pedro. Hij was verantwoordelijk voor Lissabon. “Tot nu toe is het haast onmogelijk geweest om te infiltreren in de hoogste kringen. Maar vanavond nog hebben we een afspraak met minister Billas-Vola. En als er iemand geneigd is om met onze plannen in te stemmen is hij het. Natuurlijk met de garantie dat hij van helemaal niets weet, wanneer het misloopt.”
“Het zal niet mislopen” reageerde Heldar fel.
“Natuurlijk niet. Maar je weet hoe die mannen zijn.”
“Billas-Vola” dacht Heldar. “Een minister. Als minister van landbouw niet meteen de allerbelangrijkste minister, maar desalniettemin een minister. Het zou een hele opsteker zijn, moesten ze hem kunnen strikken.”
“Doe wat nodig is. Koop hem om, vlei hem, spiegel hem een grootste carrière voor of bedreig hem. Hij moet aan onze kant komen te staan.”
Pedro knikte. “De gewone procedure dus” dacht hij; Even viel er een stilte. Een ouder koppel stond moeizaam op. De man viste, na lang zoeken, een hoop kleingeld uit zijn broekzak en legde het op het tafeltje vooraleer ze de zaak verlieten. Heldar keek hen na. “Hoe is het nog met het meisje?” vroeg hij ten slotte.
“Goed weggeborgen en nietsvermoedend.”
“Houden zo.” Hij stond op terwijl de anderen bleven zitten. In één teug dronk hij de resterende koffie op en met een fikse tred stapte hij naar buiten. Op het plein sloeg hij meteen rechtsaf richting station. Hij wou vanavond terug in Porto zijn. Nu en dan keek hij even achterom, om er zich van te verzekeren dat niemand hem volgde.”
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Hoofdstuk 4
De radio was alles wat ze had. Haar enige metgezel in die eenzame wereld waarin ze zes maanden geleden was terechtgekomen. Haar Portugees was goed genoeg om te begrijpen wat er gezegd werd en ze koesterde de radio als een kroonjuweel.. Ze zuchtte. Telkens opnieuw beleefde ze in gedachten die ene, fatale avond. Wat had ze spijt. Nu zat ze al zes maanden in deze vervloekte cel die waarvan ze elke wandtegel ondertussen kende. Eenmaal per week mocht ze de cel een kwartiertje verlaten om verderop in de gang een douche te nemen. Buitenlucht had ze al zes maanden niet meer geproefd, zonlicht al zes maanden niet meer gevoeld. Aanvankelijk probeerde ze te communiceren. In de hoop iets te weten te komen. Het zoeken naar het “waarom” had ze ondertussen opgegeven. Haar bewakers lieten niets los. Ze was er min of meer van overtuigd dat het haar ontvoerders niet om losgeld was bedoeld. Jack zou dat losgeld immers meteen betalen. Daarvan was ze overtuigd. Zelfs als hij erachter was gekomen dat ze op weg was om een minnaar te hebben. Zelfs ondanks hun –in frequentie steeds talrijkere-ruzies. Ze waren verschillend maar hielden van elkaar. Dat wist ze , dat voelde ze. Dus als het hun om losgeld was te doen, hadden ze haar ofwel al vermoord ofwel al vrijgelaten.En wat miste ze Jack. Ze vroeg zich in hemelsnaam af waarom ze ooit maar de behoefte aan een minnaar had gehad? Was het de onvermijdelijke sleur die elke relatie van elf jaar dreigt aan te tasten? Zes maanden geleden had ze zich opgesloten gevoel, alsof haar vertrouwde omgeving een gouden kooi was; Blinkend en schitterend maar met onbuigzame tralies. Nu zou ze alles willen geven om te mogen terugkeren naar die kooi. “Waarom moet een mens eerst iets kwijtraken voordat hij beseft wat hij heeft?” Haar grote katgroene ogen staarden sip naar de spiegel die tegen de muur haar evenbeeld weerkaatste. “Als ze hieruit kwam zou ze alles opbiechten en Jack smeken haar terug te nemen.” De stemming in haar hart had verdacht veel weg van de fado.
De radio was alles wat ze had. Haar enige metgezel in die eenzame wereld waarin ze zes maanden geleden was terechtgekomen. Haar Portugees was goed genoeg om te begrijpen wat er gezegd werd en ze koesterde de radio als een kroonjuweel.. Ze zuchtte. Telkens opnieuw beleefde ze in gedachten die ene, fatale avond. Wat had ze spijt. Nu zat ze al zes maanden in deze vervloekte cel die waarvan ze elke wandtegel ondertussen kende. Eenmaal per week mocht ze de cel een kwartiertje verlaten om verderop in de gang een douche te nemen. Buitenlucht had ze al zes maanden niet meer geproefd, zonlicht al zes maanden niet meer gevoeld. Aanvankelijk probeerde ze te communiceren. In de hoop iets te weten te komen. Het zoeken naar het “waarom” had ze ondertussen opgegeven. Haar bewakers lieten niets los. Ze was er min of meer van overtuigd dat het haar ontvoerders niet om losgeld was bedoeld. Jack zou dat losgeld immers meteen betalen. Daarvan was ze overtuigd. Zelfs als hij erachter was gekomen dat ze op weg was om een minnaar te hebben. Zelfs ondanks hun –in frequentie steeds talrijkere-ruzies. Ze waren verschillend maar hielden van elkaar. Dat wist ze , dat voelde ze. Dus als het hun om losgeld was te doen, hadden ze haar ofwel al vermoord ofwel al vrijgelaten.En wat miste ze Jack. Ze vroeg zich in hemelsnaam af waarom ze ooit maar de behoefte aan een minnaar had gehad? Was het de onvermijdelijke sleur die elke relatie van elf jaar dreigt aan te tasten? Zes maanden geleden had ze zich opgesloten gevoel, alsof haar vertrouwde omgeving een gouden kooi was; Blinkend en schitterend maar met onbuigzame tralies. Nu zou ze alles willen geven om te mogen terugkeren naar die kooi. “Waarom moet een mens eerst iets kwijtraken voordat hij beseft wat hij heeft?” Haar grote katgroene ogen staarden sip naar de spiegel die tegen de muur haar evenbeeld weerkaatste. “Als ze hieruit kwam zou ze alles opbiechten en Jack smeken haar terug te nemen.” De stemming in haar hart had verdacht veel weg van de fado.
Laatst gewijzigd door venmaaseik op 27 feb 2012 19:39, 1 keer totaal gewijzigd.
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
“Je zegt “nee” tegen alles. Je staat per definitie afkerig tegen elke verandering of vernieuwing.” Amy’s ogen schoten vuur en Jack keek haar niet begrijpend aan. Hij begreep niet waarom Amy de laatste tijd zo opvliegend was. Hij wist weliswaar dat hij dat niet mocht zeggen want dat ze verlangde dat hij dat wel begreep. Ze was duidelijk getormenteerd. “Ik sta helemaal niet afkerig tegen verandering schatje. Als jij perse Portugees wil gaan eten, doen we dat. “ Ze zweeg even.“Of als je Indonesisch of Roemeens wil eten, doen we dat evenzeer” grapte hij vervolgens. “Lach er niet mee. Ik ben het zo beu als koude pap om elke zaterdagavond in hetzelfde restaurant dezelfde biefstuk friet te gaan eten. Het leven is meer dan onze kerktoren, Jack.” Dat laatste was een steek onder water. Hij was helemaal niet zo bekrompen, als die opmerking deed vermoeden. Hij haalde diep adem. Hij zag Amy doodgraag, maar wanneer ze een dergelijke bui had viel er geen land met haar te bezeilen. “Je bent onredelijk.” “Onredelijk? Onredelijk? Excuseer me dat ik iets meer van het leven verlang. Dit Vlaamse boerengat kan me gestolen worden. Ik wil reizen Jack, reizen. Dingen zien. Een avontuur beleven.” Hij zweeg enkele seconden. “Als ik daardoor mijn Amy terugkrijg dan vertrekken we morgen. Waar wil je naartoe?”
De struise kalende man geilde op haar. Dat wist ze zeker. Hij was de enige die niet totaal onverschillig keek als ze iets vroeg. De anderen keken dwars door haar heen of gebaarden geïrriteerd dat ze moest zwijgen. Hij lachte flauwtjes. Bovendien keek hij ongegeneerd naar haar kont en tieten. Als ze iets wou proberen, was hij het slachtoffer. Ze moest onwillekeurig even grinniken. Typisch dat ze iemand anders als slachtoffer zag terwijl ze zelf hier in een cel zat. Maar ze moest iets proberen. Anders werd ze gek. Elke kleine kans die zich voordeed, moest ze aangrijpen. Ze wist dat het vandaag wasdag was. Nauwkeurig hield ze de dagen bij door streepjes in de muur te kerven. “Hoe cliché” dacht ze vaak. Maar wel effectief dus deed ze door. En op wasdag had ze één kans op twee dat de struise kalende man haar kwam halen. Het was hij of de dikke vette brombeer. Dan kon ze het schudden. Die leek immuun voor haar welvingen.
De struise kalende man geilde op haar. Dat wist ze zeker. Hij was de enige die niet totaal onverschillig keek als ze iets vroeg. De anderen keken dwars door haar heen of gebaarden geïrriteerd dat ze moest zwijgen. Hij lachte flauwtjes. Bovendien keek hij ongegeneerd naar haar kont en tieten. Als ze iets wou proberen, was hij het slachtoffer. Ze moest onwillekeurig even grinniken. Typisch dat ze iemand anders als slachtoffer zag terwijl ze zelf hier in een cel zat. Maar ze moest iets proberen. Anders werd ze gek. Elke kleine kans die zich voordeed, moest ze aangrijpen. Ze wist dat het vandaag wasdag was. Nauwkeurig hield ze de dagen bij door streepjes in de muur te kerven. “Hoe cliché” dacht ze vaak. Maar wel effectief dus deed ze door. En op wasdag had ze één kans op twee dat de struise kalende man haar kwam halen. Het was hij of de dikke vette brombeer. Dan kon ze het schudden. Die leek immuun voor haar welvingen.
Laatst gewijzigd door venmaaseik op 05 mar 2012 20:23, 1 keer totaal gewijzigd.
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Die vetklep denk enkel aan zijn gebedenboekje” dacht ze en vreemd genoeg stoorde het haar. Ze voelde zich onrustig net zoals vroeger wanneer ze haar energie niet kwijt kon. Voor de zoveelste keer bekeek ze vanop haar eenpersoonsbed haar cel. De muren leken op haar af te komen en haar te verpletteren tot een nietszeggende, betekenisloze massa. Ze wist nooit precies wanneer ze haar kwamen halen. Soms was het “s morgens vroeg en soms was het tegen de valavond. Die onzekerheid maakte haar ongedurig. Net toen ze voor de zoveelste keer een andere positie aannam, hoorde ze voetstappen weerklinken in de gang. Ze hield haar adem in en probeerde te bepalen wie de deur zou openen. “Ohnee, het zijn zware ,logge stappen. Dat moet die brombeer zijn. Het kan haast niet anders” dacht ze vertwijfeld. “Nog een week wachten met het uitvoeren van mijn plan. Ik weet niet of ik daar het geduld voor kan opbrengen.” De voetstappen hielden stil voor de deur en even keek er iemand naar binnen. Te snel voor Amy om te kunnen zeggen wie het was. Schijnbaar opzettelijk langzaam schoof de deur open . Een glimmend kaal hoofd verscheen.
Hij keek. Natuurlijk keek hij. Hij was immers een man. Ze voelde zijn blik priemen in haar rug. Terwijl de heerlijk warme douchestralen over haar lange krulharen naar beneden liepen, zeepte ze haar borsten in. Andere keren had ze dat vluchtig gedaan om haar onzekere schaamte niet te hoeven tonen. Nu draaide ze zich om en deed het in alle openbaarheid. Ze voelde de voorhoofdsader van haar bewaker haast kloppen van opwinding. Ze hief haren armen in de lucht om het zweet onder haar oksels vandaan te wassen er ondertussen goed op lettend dat mijnheer kaal een goed overzicht had over het geheel. Onbewust kwam de man een beetje naar voren. Amy zag het mes zitten. Het mes waarom het haar al heel de tijd te doen was. Ze gooide haar laatste terughoudendheid overboord en bukte zich . Zogezegd om haar onderbenen te wassen, in werkelijkheid om haar –in zijn ogen-verrukkelijke vrouwenkontje te showen. Even vroeg ze zich af op ze heupwiegend achteruit moest stappen, maar dat was er duidelijk over. In de plaats daarvan draaide ze zich om en gaf hem een beminnelijke glimlach terwijl het water nog van haar naakte vrouwenlichaam droop. Het geheel was voor elke man onweerstaanbaar. Een warme douche, een knappe naakte vrouw en een verrukkelijke lach. Misschien voelde hij ergens in zijn diepste binnenste een valstrik, toch verkoos hij (zoals waarschijnlijke elke andere simpele man ook had gedaan) te geloven dat ze hem aantrekkelijk vond. Dat haar gevangenschap niet uitmaakte. Dat ze een band hadden. Hij deed nog een stap naar voren. Ze konden elkaar nu bijna aanraken en zij rook zijn rauwe adem. Ze moest moeite doen om haar afkeer te overwinnen en in een flits dacht ze aan Jack. Een diep schuldgevoel maakte zich meteen van haar meester. “Doorzetten nu meid” dacht ze meteen” Je kan hem later nog altijd om vergeving vragen. Maar met hier te blijven zitten help je niemand vooruit.”
Hij keek. Natuurlijk keek hij. Hij was immers een man. Ze voelde zijn blik priemen in haar rug. Terwijl de heerlijk warme douchestralen over haar lange krulharen naar beneden liepen, zeepte ze haar borsten in. Andere keren had ze dat vluchtig gedaan om haar onzekere schaamte niet te hoeven tonen. Nu draaide ze zich om en deed het in alle openbaarheid. Ze voelde de voorhoofdsader van haar bewaker haast kloppen van opwinding. Ze hief haren armen in de lucht om het zweet onder haar oksels vandaan te wassen er ondertussen goed op lettend dat mijnheer kaal een goed overzicht had over het geheel. Onbewust kwam de man een beetje naar voren. Amy zag het mes zitten. Het mes waarom het haar al heel de tijd te doen was. Ze gooide haar laatste terughoudendheid overboord en bukte zich . Zogezegd om haar onderbenen te wassen, in werkelijkheid om haar –in zijn ogen-verrukkelijke vrouwenkontje te showen. Even vroeg ze zich af op ze heupwiegend achteruit moest stappen, maar dat was er duidelijk over. In de plaats daarvan draaide ze zich om en gaf hem een beminnelijke glimlach terwijl het water nog van haar naakte vrouwenlichaam droop. Het geheel was voor elke man onweerstaanbaar. Een warme douche, een knappe naakte vrouw en een verrukkelijke lach. Misschien voelde hij ergens in zijn diepste binnenste een valstrik, toch verkoos hij (zoals waarschijnlijke elke andere simpele man ook had gedaan) te geloven dat ze hem aantrekkelijk vond. Dat haar gevangenschap niet uitmaakte. Dat ze een band hadden. Hij deed nog een stap naar voren. Ze konden elkaar nu bijna aanraken en zij rook zijn rauwe adem. Ze moest moeite doen om haar afkeer te overwinnen en in een flits dacht ze aan Jack. Een diep schuldgevoel maakte zich meteen van haar meester. “Doorzetten nu meid” dacht ze meteen” Je kan hem later nog altijd om vergeving vragen. Maar met hier te blijven zitten help je niemand vooruit.”
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Ze dwong zichzelf te focussen op het mes. Hij kuste haar. Ze kuste hem terug, diep vanbinnen walgend van zichzelf. Ze kuste alsof de passie van de kus realiteit was. Hij mocht niet voelen dat ze een spelletje speelde. Ze kuste hem alsof hij Jack was. Jack, van wie ze –ondanks alles-enorm veel hield. Hij betastte haar borsten en ze liet hem begaan. Het was de prijs die ze moest betalen voor haar gedrag. Ze wreef schijnbaar teder over zijn borst en knoopte zijn hemd los. Een volle, harige borstkast schoot naar voren. Hij ging omlaag en ze wou niet nat worden. Het zou haar nog schuldiger maken. Maar haar lichaam had zes maanden geen man gekend en reageerde automatisch. “Het mes, het mes,het mes” dacht ze. Gehaast deed de kale bewaker zijn broek uit. Hij smeet zijn broek met de dolk die eraan hing op de grond. Ze boog zich voorover en liet zich nemen. Net voor hij klaarkwam sloot de bewaker even zijn ogen. Ze had nog net de tijd om ook een orgasme te faken nadat ze het mes lostrok en tussen haar kleren verstopte.
Ze wou zich opnieuw wassen. Ze voelde zich vuil. Echt vuil. Besmeurd. Goedkoop. Maar ze wist dat ze nog minstens een week moest wachten. Het mes had ze meteen verstopt achter de steen die ze los had kunnen wrikken in de muur onder haar bed. De steen stak een beetje uit, maar het was de enige schuilplaats. Ze wist dat de kale bewaker weldra het verlies zou opmerken. Hij zou haar verdenken maar niet zeker weten of ze het mes had gestolen. Hij zou het wapen komen zoeken. Als hij niets vond zou hij gaan twijfelen en zich afvragen of hij het misschien niet elders was kwijtgespeeld. Ze had geluk gehad. De bewaker had meteen kunnen opmerken dat hij iets kwijt was. Maar de dikkerd verkeerde nog in een soort roes en had haar met een gelukzalige grijns teruggebracht naar haar cel. Ze wilde er niet aan denken dat hij volgende week hetzelfde van haar verwachtte. “Dat doe ik niet nog eens” schreeuwde haar geest in stilte uit. “Niet nog eens!” Als ze hieraan kon ontsnappen zou ze boete doen. Dan mocht Jack roken, zelfs in haar bijzijn. Ze zou niet meer klagen. Zonder inleiding werd de deur geopend. De bewaker stapte kordaat binnen. Hij was alleen. “Dat betekent dat hij het niemand heeft durven vertellen. Dat is goed” flitste er door haar geest.
“Sta recht” bromde hij; Ze dwong zichzelf om verbaasd te kijken. “Waarom?”
“Doe nu maar wat ik je zeg.”
“Wil je nog eens?
“Sta recht!” herhaalde hij. Met een zucht gehoorzaamde ze. Hij fouilleerde haar nauwkeurig.
“Daarstraks was het aangenamer.” Ze knipoogde.
Hij vond niets en doorzocht haastig de cel. Onder haar matras en tussen de paar op de houten tafel verspreide boeken.
“Zoek je iets?” Ze deed haar uiterste best om oprecht te klinken.
“Misschien. Ik hoop dat je het niet hebt.” Hij keek haar nu ernstig aan. “Als ik erachter kom dat je weet waarover ik het heb, staat je iets te wachten.”
Ze keek hooghartig terug. “Ik heb geen idee wat je bedoelt.”
Hij draaide zich om en sloot de deur. Vanbinnen juichte haar gemoed. Hij was onzeker en zou het niet opnieuw riskeren om met haar te vrijen. En zij had nu een wapen. Ze kon zich nu in uiterste nood tenminste verdedigen. Het was misschien niet veel, maar ze had nu iets!
Ze wou zich opnieuw wassen. Ze voelde zich vuil. Echt vuil. Besmeurd. Goedkoop. Maar ze wist dat ze nog minstens een week moest wachten. Het mes had ze meteen verstopt achter de steen die ze los had kunnen wrikken in de muur onder haar bed. De steen stak een beetje uit, maar het was de enige schuilplaats. Ze wist dat de kale bewaker weldra het verlies zou opmerken. Hij zou haar verdenken maar niet zeker weten of ze het mes had gestolen. Hij zou het wapen komen zoeken. Als hij niets vond zou hij gaan twijfelen en zich afvragen of hij het misschien niet elders was kwijtgespeeld. Ze had geluk gehad. De bewaker had meteen kunnen opmerken dat hij iets kwijt was. Maar de dikkerd verkeerde nog in een soort roes en had haar met een gelukzalige grijns teruggebracht naar haar cel. Ze wilde er niet aan denken dat hij volgende week hetzelfde van haar verwachtte. “Dat doe ik niet nog eens” schreeuwde haar geest in stilte uit. “Niet nog eens!” Als ze hieraan kon ontsnappen zou ze boete doen. Dan mocht Jack roken, zelfs in haar bijzijn. Ze zou niet meer klagen. Zonder inleiding werd de deur geopend. De bewaker stapte kordaat binnen. Hij was alleen. “Dat betekent dat hij het niemand heeft durven vertellen. Dat is goed” flitste er door haar geest.
“Sta recht” bromde hij; Ze dwong zichzelf om verbaasd te kijken. “Waarom?”
“Doe nu maar wat ik je zeg.”
“Wil je nog eens?
“Sta recht!” herhaalde hij. Met een zucht gehoorzaamde ze. Hij fouilleerde haar nauwkeurig.
“Daarstraks was het aangenamer.” Ze knipoogde.
Hij vond niets en doorzocht haastig de cel. Onder haar matras en tussen de paar op de houten tafel verspreide boeken.
“Zoek je iets?” Ze deed haar uiterste best om oprecht te klinken.
“Misschien. Ik hoop dat je het niet hebt.” Hij keek haar nu ernstig aan. “Als ik erachter kom dat je weet waarover ik het heb, staat je iets te wachten.”
Ze keek hooghartig terug. “Ik heb geen idee wat je bedoelt.”
Hij draaide zich om en sloot de deur. Vanbinnen juichte haar gemoed. Hij was onzeker en zou het niet opnieuw riskeren om met haar te vrijen. En zij had nu een wapen. Ze kon zich nu in uiterste nood tenminste verdedigen. Het was misschien niet veel, maar ze had nu iets!
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
De antiekwinkel bevond zich aan de andere kant van het water. In Vila Nova de Gaia waar de statige porthuizen de kade sieren. ‘ s Avonds verlichten de grote neonletters op de portgebouwen het water van de Douro. Overdag was het er één en al bedrijvigheid. Elk uur werden toeristen rondgeleid doorheen de gebouwen en werden dezelfde verhalen door dezelfde gids voor de zoveelste keer verteld. Steevast was er een toerist die zichzelf slimmer wou voordoen dan de andere maar wiens vraag dommer was dan hijzelf ook maar kon vermoeden. De gids liet niets blijken en gaf blijk van een geduldig karakter wanneer hij de vraag beantwoordde. “Klopt het dat de druiven voor de portwijn ver van hier worden geteeld?” “Jawel, in de Dourovallei in het noordoosten van Portugal. Een moeilijk begaanbaar terrein maar uitermate geschikt voor de teelt van druiven.”Jorge volgde stilzwijgend het groepje toeristen. Het was hem om de gids te doen. De “grand tour” duurde bij Camden een half uur. “En dan mag ik u nu uitnodigen om onze portwijn te proeven in onze bar. Aan de zijkant staan flessen te koop” besloot de gids zijn derde tour van de dag.
Terwijl de toeristen de rekken afliepen om hun budget te vergelijken met de kostprijs van een fles portwijn uit een bijzonder jaar zette Jorge zich naast de gids die het tafereel verveeld bekeek. “Onnozele toeristen. Steeds opnieuw dezelfde onzin.” De gids keek Jorge even aan. “Ze brengen geld in het laatje” mompelde de man. “Misschien wel, maar ze hebben geen respect. Wij worden gedwongen om te zwoegen omdat boven onze hoofden men beslist om met die rotzakken in zee te gaan.” De gids zette zich wat rechter en bekeek zijn gesprekpartner nu aandachtig. “Vreemd om een Portugees een tour over de portwijnen te zien volgen” zei de man achterdochtig. “ Hmm ja. Ik ben afkomstig uit de Algarve maar woon nu al enkele jaren in Porto. Heb de tour nog nooit gevolgd en zei tegen mezelf: Jorge, je kan niet in Porto wonen en niets van port afweten. Port is een nationaal symbool, ook al heeft jouw bedrijf zijn ziel verkocht aan de Spanjaarden. Vandaar. Ik heb speciaal gekozen voor een dinsdag in de hoop weinig toeristen aan te treffen. Maar dat valt tegen..” Jorge hoopte dat zijn smoes geloofwaardig was en dat de vis zou bijten. Even nipte de gids aan het halfgevulde glas met goedkope port dat uitgeschonken werd voor elke toerist. Hij zweeg. “Het gaat niet lukken” dacht Jorge. “Wat doe je voor werk?” vroeg de gids plots uit het niets. “Ik ben detective. Huis, tuin-en keukenzaken.” Over zijn beroep mocht hij niet liegen. Daar zouden ze anders snel achterkomen. “Hmm ja. Als je zo’n afkeer van toeristen hebt, moet je misschien vanavond maar eens naar dit adres gaan. Vluchtig schreef de man een straatnaam en nummer op een verfrommeld papiertje. Jorge deed zijn best om verbaasd te kijken. “Hoezo?” vroeg hij en keek de gids met grote, domme ogen aan. “Er zullen een heleboel mensen aanwezig zijn die je ideeën delen.” “Ik weet niet..”pruttelde Jorge voor de schijn nog even tegen. “Doe het nu maar, je zal er geen spijt van krijgen. Als iemand vraagt wie je bent, zeg je maar dat Fernando je gestuurd heeft. Fernando, de gids van Camden.En wie weet vind je er nog een mooi artefact voor het vrouwtje.” ”
Terwijl de toeristen de rekken afliepen om hun budget te vergelijken met de kostprijs van een fles portwijn uit een bijzonder jaar zette Jorge zich naast de gids die het tafereel verveeld bekeek. “Onnozele toeristen. Steeds opnieuw dezelfde onzin.” De gids keek Jorge even aan. “Ze brengen geld in het laatje” mompelde de man. “Misschien wel, maar ze hebben geen respect. Wij worden gedwongen om te zwoegen omdat boven onze hoofden men beslist om met die rotzakken in zee te gaan.” De gids zette zich wat rechter en bekeek zijn gesprekpartner nu aandachtig. “Vreemd om een Portugees een tour over de portwijnen te zien volgen” zei de man achterdochtig. “ Hmm ja. Ik ben afkomstig uit de Algarve maar woon nu al enkele jaren in Porto. Heb de tour nog nooit gevolgd en zei tegen mezelf: Jorge, je kan niet in Porto wonen en niets van port afweten. Port is een nationaal symbool, ook al heeft jouw bedrijf zijn ziel verkocht aan de Spanjaarden. Vandaar. Ik heb speciaal gekozen voor een dinsdag in de hoop weinig toeristen aan te treffen. Maar dat valt tegen..” Jorge hoopte dat zijn smoes geloofwaardig was en dat de vis zou bijten. Even nipte de gids aan het halfgevulde glas met goedkope port dat uitgeschonken werd voor elke toerist. Hij zweeg. “Het gaat niet lukken” dacht Jorge. “Wat doe je voor werk?” vroeg de gids plots uit het niets. “Ik ben detective. Huis, tuin-en keukenzaken.” Over zijn beroep mocht hij niet liegen. Daar zouden ze anders snel achterkomen. “Hmm ja. Als je zo’n afkeer van toeristen hebt, moet je misschien vanavond maar eens naar dit adres gaan. Vluchtig schreef de man een straatnaam en nummer op een verfrommeld papiertje. Jorge deed zijn best om verbaasd te kijken. “Hoezo?” vroeg hij en keek de gids met grote, domme ogen aan. “Er zullen een heleboel mensen aanwezig zijn die je ideeën delen.” “Ik weet niet..”pruttelde Jorge voor de schijn nog even tegen. “Doe het nu maar, je zal er geen spijt van krijgen. Als iemand vraagt wie je bent, zeg je maar dat Fernando je gestuurd heeft. Fernando, de gids van Camden.En wie weet vind je er nog een mooi artefact voor het vrouwtje.” ”
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
“Gisterenavond laat heeft er een verschrikkelijk auto-ongeval plaatsgevonden in de buurt van de vissershaven Matosinhos. Er viel één dodelijk slachtoffer’ de alom gekende hoofdcommissaris van de politie van Porto, Ruben Espinoza, die tegen …”Jack zette de lokale nieuwszender uit en staarde ongerust voor zich uit.“Geloof me, het is de enige mogelijkheid.”
“Het is gevaarlijk. Bijzonder gevaarlijk.”
Dat weerlegde Jorge niet. Integendeel, hij besefte maar al te goed dat hij zijn eigen vingers kon verbranden aan deze zaak. ”Maar ik heb een aantal redenen om deze zaak aan te nemen” dacht hij grimmig. “Ten eerste is die orde niet alleen gevaarlijk voor mezelf maar voor het hele land; En ik laat dit prachtige land niet zomaar in handen vallen van die fanaten. Ten tweede vind ik Jack wel sympathiek en ten derde betaalt hij bijzonder goed. Drie goede reden om de duivel even in zijn aangezicht te kijken.”
Jorge zette zich rustig op het hotelbed. “Nogmaals, de enige manier om te weten te komen of de orde iets te maken heeft met de verdwijning van je vrouw is door te infiltreren. Dan kom ik misschien zaken te weten. En ik ben een grote jongen. Ik let wel op mezelf.” Hij grinnikte. “Maar bedankt voor je bezorgdheid.”
Jack knikte aarzelend. “Ik zou niet weten wat ik zonder jou zou moeten beginnen.”
“Hier in Porto. Weinig.” Jorge liet zich nu languit op het bed vallen.
“Ohja en nog iets. We kunnen elkaar hier niet meer ontmoeten. We weten dat de piccolo een ordelid is en we weten dat ze je in de gaten houden. Voorlopig denk ik niet dat ze me al hebben opgemerkt of dat onze piccolo me heeft herkend. Ze mogen ons natuurlijk nooit linken. Dan valt de hele operatie in duigen”
“Misschien kunnen we telkens afspreken op jouw kantoor?”
“Nee. Je kan er gif om innemen dat ze me natrekken. We moeten een geheime plaats hebben.”
“Ergens niet te druk” dacht Jack mee.” Zodat we ook niet herkend worden door een toevallige passant.”
“Precies” beaamde Jorge. Hij dacht even na. “Even buiten het centrum ligt het Castelo de Sao Jao. Niet bijster interessant. Vroeger was het een fort dat Porto moest beschermen tegen aanvallen over zee. Tegenwoordig is het een legerkazerne. Vlak tegenover de ingang ligt een confeiteria. Enkel bezocht door de weinige toeristen die ook het kasteel willen zien.”
“ Toeristen en het leger…de natuurlijke vijanden van de orde. Ik denk inderdaad dat we daar rustig kunnen overleggen” stemde Jack in.
Hij was zenuwachtig. “Begrijpelijk. Zet je eeuwige stupide grijns op en niemand merkt dat je de boel komt belazeren” dacht hij. Hij bekeek de antiekwinkel. Van buiten was er niets speciaals aan te zien. Gewoon één van die vele zaakjes waarvan je je afvraagt hoe ze in hemelsnaam kunnen blijven bestaan. Het was nu rustig in de Rua das Carmelitas en Jorge zag in de verte Porto”s beroemste boekenwinkel liggen. Hij aarzelde niet langer, stak de straat over en opende de deur. Hij werd meteen verwelkomt door de muffe geur van vergane glorie. Even gebeurde er niets en Jorge nam de winkel in zich op. Het had veel weg van de zondagse vlooienmarkt. Oude , afgeleefde zetels, koffieplekbruine boeken, obscure schilderijen en eikenhouten bijzettafeltjes vulden de ruimte. “Misschien vind ik hier nog iets voor mijn kantoor. En anders voor mijn zusters” verjaardag” grinnikte Jorge.
“Kan ik u helpen?”
Jorge had het mannetje niet horen binnenkomen. In één oogwenk nam hij hem op. Het mannetje, kromgebogen door het gewicht van de jaren, paste perfect in de zaak.
“Fernando heeft me gestuurd. Fernando, de gids van het porthuis Camden.”
“Het is gevaarlijk. Bijzonder gevaarlijk.”
Dat weerlegde Jorge niet. Integendeel, hij besefte maar al te goed dat hij zijn eigen vingers kon verbranden aan deze zaak. ”Maar ik heb een aantal redenen om deze zaak aan te nemen” dacht hij grimmig. “Ten eerste is die orde niet alleen gevaarlijk voor mezelf maar voor het hele land; En ik laat dit prachtige land niet zomaar in handen vallen van die fanaten. Ten tweede vind ik Jack wel sympathiek en ten derde betaalt hij bijzonder goed. Drie goede reden om de duivel even in zijn aangezicht te kijken.”
Jorge zette zich rustig op het hotelbed. “Nogmaals, de enige manier om te weten te komen of de orde iets te maken heeft met de verdwijning van je vrouw is door te infiltreren. Dan kom ik misschien zaken te weten. En ik ben een grote jongen. Ik let wel op mezelf.” Hij grinnikte. “Maar bedankt voor je bezorgdheid.”
Jack knikte aarzelend. “Ik zou niet weten wat ik zonder jou zou moeten beginnen.”
“Hier in Porto. Weinig.” Jorge liet zich nu languit op het bed vallen.
“Ohja en nog iets. We kunnen elkaar hier niet meer ontmoeten. We weten dat de piccolo een ordelid is en we weten dat ze je in de gaten houden. Voorlopig denk ik niet dat ze me al hebben opgemerkt of dat onze piccolo me heeft herkend. Ze mogen ons natuurlijk nooit linken. Dan valt de hele operatie in duigen”
“Misschien kunnen we telkens afspreken op jouw kantoor?”
“Nee. Je kan er gif om innemen dat ze me natrekken. We moeten een geheime plaats hebben.”
“Ergens niet te druk” dacht Jack mee.” Zodat we ook niet herkend worden door een toevallige passant.”
“Precies” beaamde Jorge. Hij dacht even na. “Even buiten het centrum ligt het Castelo de Sao Jao. Niet bijster interessant. Vroeger was het een fort dat Porto moest beschermen tegen aanvallen over zee. Tegenwoordig is het een legerkazerne. Vlak tegenover de ingang ligt een confeiteria. Enkel bezocht door de weinige toeristen die ook het kasteel willen zien.”
“ Toeristen en het leger…de natuurlijke vijanden van de orde. Ik denk inderdaad dat we daar rustig kunnen overleggen” stemde Jack in.
Hij was zenuwachtig. “Begrijpelijk. Zet je eeuwige stupide grijns op en niemand merkt dat je de boel komt belazeren” dacht hij. Hij bekeek de antiekwinkel. Van buiten was er niets speciaals aan te zien. Gewoon één van die vele zaakjes waarvan je je afvraagt hoe ze in hemelsnaam kunnen blijven bestaan. Het was nu rustig in de Rua das Carmelitas en Jorge zag in de verte Porto”s beroemste boekenwinkel liggen. Hij aarzelde niet langer, stak de straat over en opende de deur. Hij werd meteen verwelkomt door de muffe geur van vergane glorie. Even gebeurde er niets en Jorge nam de winkel in zich op. Het had veel weg van de zondagse vlooienmarkt. Oude , afgeleefde zetels, koffieplekbruine boeken, obscure schilderijen en eikenhouten bijzettafeltjes vulden de ruimte. “Misschien vind ik hier nog iets voor mijn kantoor. En anders voor mijn zusters” verjaardag” grinnikte Jorge.
“Kan ik u helpen?”
Jorge had het mannetje niet horen binnenkomen. In één oogwenk nam hij hem op. Het mannetje, kromgebogen door het gewicht van de jaren, paste perfect in de zaak.
“Fernando heeft me gestuurd. Fernando, de gids van het porthuis Camden.”
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
“Vrienden” begon Heldar zijn toespraak terwijl hij zijn blik liet glijden over zijn toehoorders. “Vrienden, jullie zijn hier vanavond aanwezig omdat het noodzakelijk is dat jullie er zijn. Noodzakelijk voor de toekomst van ons land, noodzakelijk voor elke individuele Portugees.” Een aarzelend applaus steeg op en Jorge applaudisseerde gretig mee. Hij wist niet war hij moest verwachten en feitelijk verbaasde het hem hoe makkelijk hij zichzelf toegang had verschaft tot een vergadering van de orde. Hier en daar herkende hij wat mensen. Fernando, de gids, zat vier rijen voor hem en had vriendelijk gedag geknikt. Victor, de conciërge was er niet. Hij moest waarschijnlijk werken. “Maar goed ook” dacht Jorge. Niet dat hij schrik had om herkend te worden, daarvoor had hij zich tijdens de overval te goed verkleed, maar je wist maar nooit. Verder herkende hij Miguel Gomez, de hoofdredacteur van de plaatselijke krant, Jaime Belmiro, de vrouw van de schepen van sport en Christian Henrique, linkervleugelspeler van de plaatselijke trots Fc Porto. “Als deze mensen hier open en bloot durven te zijn, moet de macht van de orde toch groter zijn dan algemeen verwacht” dacht Jorge.
“Vooraleer ik mijn uitleg doe, wil ik samen met jullie bidden tot onze heer. Opdat hij over Portugal mag waken, opdat wij niet te laf zouden zijn om te doen wat we moeten doen, opdat rechtvaardigheid en gelijkheid terug begrippen worden in onze samenleving.” Iedereen stond recht. Het “onze vader” galmde doorheen het vertrek uit een vijftigtal monden. “ …Want van U is het koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid, in eeuwigheid…Amen.” “Opmerkelijk dat mensen in tijden van crisis zo vaak hun heil zoeken in religie, om die dan weer meteen te vergeten van zodra het beter gaat” peinsde Jorge. Ondertussen was Heldar aan zijn maidenspeech begonnen. “God wil niet dat we in armoede vervallen, in de bijbel staat nergens vermeld dat mensen honger moeten lijden. En toch is dat wat er met de inwoners van ons land staat te gebeuren als we deze verderfelijke regering ongemoeid laten. Ze worden gedwongen door de Europese wetten, door Brussel om te bezuinigen. Wel, dat Brussel naar de hel loopt. Deze regering en Brussel spotten met de gewone hardwerkende Portugezen en met God. En dus is het onze plicht, in naam van iedere Portugees en in naam van God om daar iets aan te doen.” Opnieuw werd Heldar onderbroken door een daverend applaus. “Hij laat het zich welgevallen. Hij geniet ervan om Gods’ profeet te zijn” wist Jorge zeker. Het zweet parelde Heldar over het gezicht. “Nu moeten we onze toevlucht nog zoeken in achterafkamertjes zoals deze, maar weldra is de tijd van openbaarheid gekomen. Weldra zullen we tot actie overgaan en het lot van de gewone werkmens verbeteren. Tot zolang vrienden, vraag ik jullie om geduldig te blijven. Het is jullie taak om mensen te overtuigen, om mensen aan onze kant te krijgen. Maar neem een zekere terughoudendheid in acht. Voorlopig zitten we nog ondergronds en hebben we machtige vijanden. En het laatste wat we willen is een mol.” Jorge voelde zijn hoofd rood aanlopen. “Gewoon strak vooruit kijken “ dacht hij en daarbij keek hij Heldar recht in de ogen.
“Een receptie. Natuurlijk. Op het einde van elke politieke bijeenkomst is er een receptie. Dat had ik kunnen voorspellen” dacht Jorge terwijl hij een beetje eenzaam tegen een pilaar stond te leunen. De kale muren van het vertrek waren opgefleurd met vlaggen van de orde en kruisbeelden. Een enorm Mariabeeld stond in het midden van de ruimte de aanwezigen te wikken en wegen. Tegen de verste muur was een tafel geplaatst met daarop verschillende versnaperingen. Jorge wandelde er naartoe en legde een pastel de nata op een bordje. “Ze mogen dan wel heel vreemde denkbeelden hebben, ze weten eveneens wat lekker is” grinnikte hij. Hij draaide zich om en liep bijna tegen Heldar aan.
“Jou heb ik nog nooit gezien, kan dat?” vroeg die.
Jorge voelde zich meteen onwennig. Op het gewaad dat de man tegenover hem droeg hing een groot Portugees kruis. Het verhoor was onuitgesproken maar Jorge voelde de test in de lucht hangen. Deze man wou weten wat hij hier kwam doen. Meer nog, hij wilde weten of Jorge te vertrouwen viel.
“Dat klopt. Het is de eerste keer dat ik op een dergelijke bijeenkomst aanwezig ben. Aardige denkbeelden hebben jullie.”
“Hoe kom je hier terecht?” Jorge beet in zijn puddingkleurig gebakje om tijd te winnen. “Ik ben nogal politiek geïnteresseerd. Vanmiddag bezocht ik één van die porthuizen aan de kade en kwam in gesprek met de gids. Hij verwees me naar deze bijeenkomst.”
Het gezicht van Heldar bleef strak en Jorge kon niet afleiden of hij zijn verhaal geloofde. Hij wist daarentegen zeker dat ze het meteen gingen checken bij Fernando en dat hij nog erg zijn best moest doen om het vertrouwen te winnen. Heldar ontspande. “Het is niet de gewoonte om vreemdelingen toe te laten tot onze vergaderingen. Maar aan de andere kant zijn betrouwbare nieuwe leden welkom. Vertel me eens wie je bent, vriend?”
“Vooraleer ik mijn uitleg doe, wil ik samen met jullie bidden tot onze heer. Opdat hij over Portugal mag waken, opdat wij niet te laf zouden zijn om te doen wat we moeten doen, opdat rechtvaardigheid en gelijkheid terug begrippen worden in onze samenleving.” Iedereen stond recht. Het “onze vader” galmde doorheen het vertrek uit een vijftigtal monden. “ …Want van U is het koninkrijk, en de kracht en de heerlijkheid, in eeuwigheid…Amen.” “Opmerkelijk dat mensen in tijden van crisis zo vaak hun heil zoeken in religie, om die dan weer meteen te vergeten van zodra het beter gaat” peinsde Jorge. Ondertussen was Heldar aan zijn maidenspeech begonnen. “God wil niet dat we in armoede vervallen, in de bijbel staat nergens vermeld dat mensen honger moeten lijden. En toch is dat wat er met de inwoners van ons land staat te gebeuren als we deze verderfelijke regering ongemoeid laten. Ze worden gedwongen door de Europese wetten, door Brussel om te bezuinigen. Wel, dat Brussel naar de hel loopt. Deze regering en Brussel spotten met de gewone hardwerkende Portugezen en met God. En dus is het onze plicht, in naam van iedere Portugees en in naam van God om daar iets aan te doen.” Opnieuw werd Heldar onderbroken door een daverend applaus. “Hij laat het zich welgevallen. Hij geniet ervan om Gods’ profeet te zijn” wist Jorge zeker. Het zweet parelde Heldar over het gezicht. “Nu moeten we onze toevlucht nog zoeken in achterafkamertjes zoals deze, maar weldra is de tijd van openbaarheid gekomen. Weldra zullen we tot actie overgaan en het lot van de gewone werkmens verbeteren. Tot zolang vrienden, vraag ik jullie om geduldig te blijven. Het is jullie taak om mensen te overtuigen, om mensen aan onze kant te krijgen. Maar neem een zekere terughoudendheid in acht. Voorlopig zitten we nog ondergronds en hebben we machtige vijanden. En het laatste wat we willen is een mol.” Jorge voelde zijn hoofd rood aanlopen. “Gewoon strak vooruit kijken “ dacht hij en daarbij keek hij Heldar recht in de ogen.
“Een receptie. Natuurlijk. Op het einde van elke politieke bijeenkomst is er een receptie. Dat had ik kunnen voorspellen” dacht Jorge terwijl hij een beetje eenzaam tegen een pilaar stond te leunen. De kale muren van het vertrek waren opgefleurd met vlaggen van de orde en kruisbeelden. Een enorm Mariabeeld stond in het midden van de ruimte de aanwezigen te wikken en wegen. Tegen de verste muur was een tafel geplaatst met daarop verschillende versnaperingen. Jorge wandelde er naartoe en legde een pastel de nata op een bordje. “Ze mogen dan wel heel vreemde denkbeelden hebben, ze weten eveneens wat lekker is” grinnikte hij. Hij draaide zich om en liep bijna tegen Heldar aan.
“Jou heb ik nog nooit gezien, kan dat?” vroeg die.
Jorge voelde zich meteen onwennig. Op het gewaad dat de man tegenover hem droeg hing een groot Portugees kruis. Het verhoor was onuitgesproken maar Jorge voelde de test in de lucht hangen. Deze man wou weten wat hij hier kwam doen. Meer nog, hij wilde weten of Jorge te vertrouwen viel.
“Dat klopt. Het is de eerste keer dat ik op een dergelijke bijeenkomst aanwezig ben. Aardige denkbeelden hebben jullie.”
“Hoe kom je hier terecht?” Jorge beet in zijn puddingkleurig gebakje om tijd te winnen. “Ik ben nogal politiek geïnteresseerd. Vanmiddag bezocht ik één van die porthuizen aan de kade en kwam in gesprek met de gids. Hij verwees me naar deze bijeenkomst.”
Het gezicht van Heldar bleef strak en Jorge kon niet afleiden of hij zijn verhaal geloofde. Hij wist daarentegen zeker dat ze het meteen gingen checken bij Fernando en dat hij nog erg zijn best moest doen om het vertrouwen te winnen. Heldar ontspande. “Het is niet de gewoonte om vreemdelingen toe te laten tot onze vergaderingen. Maar aan de andere kant zijn betrouwbare nieuwe leden welkom. Vertel me eens wie je bent, vriend?”
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Druk. Elke dag was hij met de zaak bezig. Soms verlangde hij naar zijn leventje van vroeger. Parttime werkend in het café van zijn moeder, met zijn vrienden rondhangend in Ribeira, vrouwen versierend bij de vleet en wedstrijden van Fc Porto bijwonend die steevast eindigden in een overwinning en een feestje. Een bestaan dat in schil contrast stond met het haast devote leven dat hij nu leed. Vooral met mooie vrouwen bleef hij het moeilijk hebben. Erg moeilijk. Hij was er nog steeds niet uit of de dag dat hij Manuel Gonçalves Cerajeira ontmoet had een gezegende dag was of een vervloekte. Gisterenavond nog propaganda gemaakt in die antiekwinkel in Porto, vanmorgen die vreemde snuiter nagetrokken en nu alweer op weg voor een belangrijke meeting in Lissabon. Zijn gedachten werden onderbroken door de begintune van het nieuws. Hij draaide meteen aan de volumeknop van de radio en maakte daarmee de ingedutte Pedro wakker die luidkeels protesteerde.
“Zwijg. Laat me naar het nieuws luisteren” zei Heldar overdreven bitsig.
“Het aantal werklozen in ons land is in één jaar tijd met maar liefst 3% toegenomen. De werkloosheid situeert zich in alle leeftijdscategorieën. Veel schoolverlaters vinden geen werk terwijl ook het aantal werkloze vijftigplussers toeneemt. In een reactie kan president José Silva enkel herhalen dat de werkloosheidsuitkeringen in tijd worden teruggebracht en het minimumloon met 20% omlaag wordt gebracht. Veel Portugezen lijden onder deze maatregelen.”
Pedro glimlachte. “Waarom moet je lachen?” vroeg Heldra terwijl hij de zoveelste voorligger voorbijstak. “Zulk nieuws is toch een opsteker voor ons?” De spierbundel keek zijn chauffeur ietwat onnozel aan.” Vind je het niet contradictorisch dat een partij die het gewone volk wil helpen juicht als we een nieuwsbericht horen dat het slecht gaat met dat gewone volk?” “
“Huh?” was het enige dat Pedro kon uitbrengen.
“En dat is onze coördinator voor Lissabon” dacht Jorge.” We hebben nog veel werk voor de boeg.” Hij drukte het gaspedaal nog wat steviger in.
Het was bijna half twaalf toen ze arriveerden in Lissabon. Zoals steeds had hij de laatste twintig kilometer moeten aanschuiven. Hij had geleerd er zich niet meer aan te storen. Pedro was aanvankelijk opnieuw in slaap gevallen maar was ondertussen klaarwakker. Zelfs hij besefte dat het een belangrijke dag was. Voor de eerste keer zouden ze als organisatie naar buiten komen.
“Zwijg. Laat me naar het nieuws luisteren” zei Heldar overdreven bitsig.
“Het aantal werklozen in ons land is in één jaar tijd met maar liefst 3% toegenomen. De werkloosheid situeert zich in alle leeftijdscategorieën. Veel schoolverlaters vinden geen werk terwijl ook het aantal werkloze vijftigplussers toeneemt. In een reactie kan president José Silva enkel herhalen dat de werkloosheidsuitkeringen in tijd worden teruggebracht en het minimumloon met 20% omlaag wordt gebracht. Veel Portugezen lijden onder deze maatregelen.”
Pedro glimlachte. “Waarom moet je lachen?” vroeg Heldra terwijl hij de zoveelste voorligger voorbijstak. “Zulk nieuws is toch een opsteker voor ons?” De spierbundel keek zijn chauffeur ietwat onnozel aan.” Vind je het niet contradictorisch dat een partij die het gewone volk wil helpen juicht als we een nieuwsbericht horen dat het slecht gaat met dat gewone volk?” “
“Huh?” was het enige dat Pedro kon uitbrengen.
“En dat is onze coördinator voor Lissabon” dacht Jorge.” We hebben nog veel werk voor de boeg.” Hij drukte het gaspedaal nog wat steviger in.
Het was bijna half twaalf toen ze arriveerden in Lissabon. Zoals steeds had hij de laatste twintig kilometer moeten aanschuiven. Hij had geleerd er zich niet meer aan te storen. Pedro was aanvankelijk opnieuw in slaap gevallen maar was ondertussen klaarwakker. Zelfs hij besefte dat het een belangrijke dag was. Voor de eerste keer zouden ze als organisatie naar buiten komen.
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Hoe cliché. Hem bedriegen wanneer hij op zijn werk is. De schaamte bekroop Amy maar toch kon ze zichzelf niet zover krijgen dat ze het afspraakje zou afzeggen. Nerveus keek ze op haar horloge. Achter een half uurtje zou hij haar komen halen. Ze bekeek zichzelf in de wandspiegel die naast de trap hing. Voor de gelegenheid had ze een kort rokje aan. Niet te kort. Sexy, maar niet sletterig. Daaronder haar hakkenschoenen die haar iets groter maakte. Haar zwarte krulhaar viel over haar schouders naar achteren. Een zomers topje en daarover een stijlvol jasje. Ondanks haar 34 jaar mocht ze er nog steeds wezen. De mannen floten haar nog steeds na en het kostte haar opvallend weinig moeite om dat afspraakje te versieren met Diego, de Portugees die met haar dubbelde op de tennisclub. Ze hield van Jack, enorm veel zelfs. Maar na 11 jaar zat de sleur erin. De routine van elke dag werken en in het weekend net de tijd vinden om met haar de verplichte neukbeurt te hebben na het al even verplichte etentje in steeds hetzelfde restaurant. Sleur. “Ze was verdorie nog zo jong. Het leven behoorde nog spannend te zijn. En hoewel Jack lief was en attent, geestig en intelligent, betrouwbaar en zelfs rijk was hij niet spannend. Ze voelde de behoefte naar een kick. Ze wou de adrenaline proeven die door haar lichaam stroomde. In al die jaren met Jack was ze nooit vreemdgegaan en nu ging ze hem bedriegen. De bel ging. “En toch” dacht ze toen ze de voordeur opende “zou ik me geen leven zonder hem kunnen voorstellen.”
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
De uitjes volgden elkaar op. Een restaurantje hier , een filmpje daar. Uiteraard eindigde het in de slaapkamer. En toch, na elke date had ze spijt. Ze wilde haar Jack immers niet kwijt. Haar Jack die altijd attent en teder was maar helaas ook zo druk bezig met zijn werk en zo vertrouwd in zijn routine. Naast haar liefde voor hem had ze ook nood aan een avontuur. En dat avontuur vond ze bij Diego.
“Deze keer is het de laatste keer geweest” dacht ze. Diego was zich nog aan het douchen terwijl zij nog languit in bed lag. “Ik kan dit niet maken. Ik kan hem niet blijven bedriegen.”
“Hebben we nog tijd voor ontbijt? ”hoorde ze haar minnaar vragen uit de badkamer.
“Nee. Ik moet straks gaan werken;” loog ze. “Het spijt me.”
“Jammer” riep hij tussen de waterstralen door.
Ze bleef stilletjes voor zich staren en had niet meteen door dat hij enkele minuten later terug in de slaapkamer stond.
“Scheelt er iets?” vroeg hij verbaasd.”
Nee. Alles in orde.” Ze gaf hem een kus op de wang.” Jack moet me meenemen op reis. Ik moet er even tussenuit” dacht ze terwijl. “Ik wil nieuwe landen ontdekken. Ik wil oude gebouwen zien, ik wil…leven!”
Er was een massa volk op de been. Prima. De vakbonden hadden opgeroepen tot een vierentwintigurenstaking en daar werd goed gehoor aan gegeven. Jong en oud was op de been om te protesteren tegen de verstikkende maatregelen die de gewone Portugees omknelden en de jeugd schijnbaar veroordeelden tot een leven van werken en armoede. Heldar was tevreden. Heel het Rossio, het centrale plein van Lissabon, stond vol. Het volledige centrum was voor de gelegenheid verkeersvrij gemaakt. Overal wapperden vlaggen. De kleuren rood en groen waren opvallend aanwezig. Rechts van Heldar begon een man van middelbare leeftijd antiregeringsleuzen te schreeuwen en de massa pikte er snel op in. Hoewel de lucht azuurblauw kleurde, was de stemming grimmig. “Met mooi weer kan je geen vlees kopen” dacht Heldar. “Logisch dat de mensen boos zijn.”
Hij keek even om zich heen. Ze waren ondertussen met een vijftiental. Voornamelijk jonge, onbelangrijke leden. Je moest niet meteen alle troeven op tafel gooien. Heldar wist immers dat deze mensen na vandaag gescreend gingen worden.
Een klein half uur stonden ze nu al stil. “Gaat er nog iets gebeuren?” fluisterde Pedro, duidelijk verveeld. Hij had moeite om een gaap te onderdrukken. Heldar keek hem even verwijtend aan.
“Stil. Ik geloof dat ze iets gaan zeggen;” En inderdaad klom er iemand op een inderhaast opgetrokken podium om een toespraak te houden. Een heleboel clichés werden de ether ingestuurd. Heldar had ze allemaal al tientallen keren gehoord. Toch reageerde de massa na elke zin alsof de man vooraan het licht bracht. Vuisten werden gebald, slogans geroepen. Een kwartier later kwam er beweging in de groep. Langzaam liepen Heldar en zijn maten via de Augustastraat richting het Praca do Comercio. Daar zou het moeten gebeuren. Daar zouden ze Portugal inlichten van het bestaan van de orde.
Ze hadden het meermaals gerepeteerd. Iedereen die er toe deed was op de hoogte en de gebeurtenissen zouden ogenschijnlijk elkaar toevallig opvolgen. Dat ze daarvoor twee agenten en een cameraploeg van de commerciële omroep hadden moeten omkopen deed niets ter zake. Op het Praca do Comercio werd de sfeer zowaar nog grimmiger. Vele handen werden in de lucht gestoken en verwensliedjes werden massaal gezongen. Agenten hielden de massa vanachter hun glazen beschermbrillen in de gaten, zij aan zij en met hun schilden aan hun voeten. Heldar zag mannen wenen en vrouwen roepen. “het volk komt in opstand” dacht hij.” En wij gaan het volk een handje helpen.” Hij begaf zich naar de rand van het plein. Aan de beroemde triomfboog moest het gebeuren. In een oogopslag had hij gezien dat iedereen paraat stond.
“Deze keer is het de laatste keer geweest” dacht ze. Diego was zich nog aan het douchen terwijl zij nog languit in bed lag. “Ik kan dit niet maken. Ik kan hem niet blijven bedriegen.”
“Hebben we nog tijd voor ontbijt? ”hoorde ze haar minnaar vragen uit de badkamer.
“Nee. Ik moet straks gaan werken;” loog ze. “Het spijt me.”
“Jammer” riep hij tussen de waterstralen door.
Ze bleef stilletjes voor zich staren en had niet meteen door dat hij enkele minuten later terug in de slaapkamer stond.
“Scheelt er iets?” vroeg hij verbaasd.”
Nee. Alles in orde.” Ze gaf hem een kus op de wang.” Jack moet me meenemen op reis. Ik moet er even tussenuit” dacht ze terwijl. “Ik wil nieuwe landen ontdekken. Ik wil oude gebouwen zien, ik wil…leven!”
Er was een massa volk op de been. Prima. De vakbonden hadden opgeroepen tot een vierentwintigurenstaking en daar werd goed gehoor aan gegeven. Jong en oud was op de been om te protesteren tegen de verstikkende maatregelen die de gewone Portugees omknelden en de jeugd schijnbaar veroordeelden tot een leven van werken en armoede. Heldar was tevreden. Heel het Rossio, het centrale plein van Lissabon, stond vol. Het volledige centrum was voor de gelegenheid verkeersvrij gemaakt. Overal wapperden vlaggen. De kleuren rood en groen waren opvallend aanwezig. Rechts van Heldar begon een man van middelbare leeftijd antiregeringsleuzen te schreeuwen en de massa pikte er snel op in. Hoewel de lucht azuurblauw kleurde, was de stemming grimmig. “Met mooi weer kan je geen vlees kopen” dacht Heldar. “Logisch dat de mensen boos zijn.”
Hij keek even om zich heen. Ze waren ondertussen met een vijftiental. Voornamelijk jonge, onbelangrijke leden. Je moest niet meteen alle troeven op tafel gooien. Heldar wist immers dat deze mensen na vandaag gescreend gingen worden.
Een klein half uur stonden ze nu al stil. “Gaat er nog iets gebeuren?” fluisterde Pedro, duidelijk verveeld. Hij had moeite om een gaap te onderdrukken. Heldar keek hem even verwijtend aan.
“Stil. Ik geloof dat ze iets gaan zeggen;” En inderdaad klom er iemand op een inderhaast opgetrokken podium om een toespraak te houden. Een heleboel clichés werden de ether ingestuurd. Heldar had ze allemaal al tientallen keren gehoord. Toch reageerde de massa na elke zin alsof de man vooraan het licht bracht. Vuisten werden gebald, slogans geroepen. Een kwartier later kwam er beweging in de groep. Langzaam liepen Heldar en zijn maten via de Augustastraat richting het Praca do Comercio. Daar zou het moeten gebeuren. Daar zouden ze Portugal inlichten van het bestaan van de orde.
Ze hadden het meermaals gerepeteerd. Iedereen die er toe deed was op de hoogte en de gebeurtenissen zouden ogenschijnlijk elkaar toevallig opvolgen. Dat ze daarvoor twee agenten en een cameraploeg van de commerciële omroep hadden moeten omkopen deed niets ter zake. Op het Praca do Comercio werd de sfeer zowaar nog grimmiger. Vele handen werden in de lucht gestoken en verwensliedjes werden massaal gezongen. Agenten hielden de massa vanachter hun glazen beschermbrillen in de gaten, zij aan zij en met hun schilden aan hun voeten. Heldar zag mannen wenen en vrouwen roepen. “het volk komt in opstand” dacht hij.” En wij gaan het volk een handje helpen.” Hij begaf zich naar de rand van het plein. Aan de beroemde triomfboog moest het gebeuren. In een oogopslag had hij gezien dat iedereen paraat stond.
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Hij vroeg zich even af waarom hij zo zenuwachtig was? “ Was het vanwege het gevoel dat alles nu echt zou plaatsvinden? Voorlopig waren ze een schimmige organisatie geweest die niet echt aansprekende daden op zijn palmares kon schrijven. Maar dit zou het keerpunt kunnen zijn.” Hij keek even naar Pedro om te zien of die soortgelijke emoties vertoonde. Maar Pedro had vooral last van de warmte en veegde voor de zoveelste keer het zweet van zijn voorhoofd met een verfrommelde zakdoek. Pedro voelde Heldar staren. “Wat scheelt er?” vroeg hij. Heldar schudde slechts het voorhoofd. Ze hadden dit zo vaak geoefend, in principe kon dit niet misgaan.
In het vliegtuig op weg naar Porto! Amy kon het niet geloven. Eigenlijk had het haar maar één woede-uitbarsting gekost om Jack duidelijk te maken dat er iets moest veranderen. Dat ze moesten blijven werken aan hun relatie. Terwijl ze uit het raampje naar buiten keek, worstelde ze met de vraag of ze hem moest vertellen van haar bedrog. Ze wist nu zeker dat dit niet meer zou gebeuren. Ze schaamde zich diep en wilde echt verder met Jack. Ze keek even opzij in de hondstrouwe, ernstige ogen die diep verscholen zaten in het lieve gezicht dat haar zo vertrouwd was. Hoe zou hij reageren als ze het hem vertelde? Zou hij vertrekken? Zou hij uitzinnig zijn? Waarschijnlijk wel even, maar het bedachtzaam karakter van Jack kennende , zou hij geen grote consequenties vastknopen aan die bekentenis. Dat gokte ze, maar ze was niet zeker. Maar het was niet de angst om hem te missen die haar voorlopig ervan weerhield de waarheid op tafel te gooien. Het was de angst om hem te kwetsen. Ze had hem genoeg gekwetst met haar wispelturig gedrag de laatste tijd. En hoewel hij zeker minstens medeverantwoordelijk was voor hun relatiedip, wilde ze nu toch even de rust bewaren. “Maar ooit moest ze het hem vertellen;” Ze nipte aan het plastic bekertje dat de stewardess haar net had aangeboden. “Ooit moest ze eerlijk zijn.”
De betoger kwam vervaarlijk dichtbij. Hij had zijn t-shirt uitgetrokken en zwaaide ermee boven zijn hoofd. De zon weerkaatste op zijn naakte torso en zijn gespierde bovenarmen keken dreigend naar de rij zwijgende politieagenten.” Vriendjes van de rijken. Jullie zijn vriendjes van de rijken. Het kan jullie niet schelen hoe de gewone mensen moeten rondkomen. “ Even leek het op de zoveelste betoger die zijn beklag kwam doen die dag, maar Heldar wist beter. De stress was nu uit zijn lichaam verdwenen. Het was begonnen en niets kon het nu nog stoppen. Eenendertig was hij en ze hadden hem van straat geplukt in Porto. Een zwerver die de geheime diensten straks mochten natrekken. Een man zonder adres die ze hadden gekleed, gevoed en omgekocht maar niets hadden verteld. Het was symbolisch dat zo iemand het startschot gaf. “Honden zijn jullie. Honden!!!!.” Het gezicht van de man liep rood aan. Hij maakte nu een grommend geluid en leek haast hysterisch te worden. Hij spuwde op de grond en toen gebeurde het. Eén agent verbrak de rij. Hij liep op de betoger af en gaf hem een flinke mep op het gezicht. Uiteraard net voor de lens van de cameraploeg van de commerciële omroep. Het bloed spoot in het rond en zorgde voor prachtige televisiebeelden. “Wat interesseert ons jullie armoede?” schreeuwde de agent. Jullie zijn schooiers en zullen altijd schooiers blijven. Ga terug naar die hoer van een moeder van je en bid dat ze voor jou nog wat spaarcenten heeft liggen. Want dat is alles wat je nog mag verwachten van het leven.” De betoger die op de grond lag kreeg een harde trap in de ribbenkast. De andere agenten waren te verbouwereerd om te reageren. De camera draaide. En toen verschenen ze. Vijftien mannen in witte t-shirten met een rood kruis op de voorkant. Ze duwden de agent terug in de rij, namen zijn matrak af en raapten de gewonde betoger op. “Het gewone volk is Portugal” riep er eentje, eveneens duidelijk articulerend. De agent keek hem schijnbaar nijdig aan. ”En voor de gewone mensen, voor God en voor ons vaderland zullen wij jou en de corrupte kliek die om de zoveel jaar de ministerpostjes verdelen, verslaan.”Ridders van Christus, ridders van Christus!!” werd er plots overal gescandeerd.
De zon zette de stad in vuur. Een helderblauwe lucht lachte hen tegemoet toen ze de luchthaven uitliepen. Jack sleepte met de koffers. Inwendig moest Amy grinniken. “Een gentleman is hij altijd geweest. Nog liever onhandig klungelen met drie koffers die boordevol kleedjes zaten dan een tas overgeven aan zijn vrouw.” “Ik bestel een taxi” riep ze hem toe. Hoe heet dat hotel ook weer?”
“Theater of zoiets” antwoordde Jack terwijl een koffer langzaam uit zijn handen dreigde te glijden
In het vliegtuig op weg naar Porto! Amy kon het niet geloven. Eigenlijk had het haar maar één woede-uitbarsting gekost om Jack duidelijk te maken dat er iets moest veranderen. Dat ze moesten blijven werken aan hun relatie. Terwijl ze uit het raampje naar buiten keek, worstelde ze met de vraag of ze hem moest vertellen van haar bedrog. Ze wist nu zeker dat dit niet meer zou gebeuren. Ze schaamde zich diep en wilde echt verder met Jack. Ze keek even opzij in de hondstrouwe, ernstige ogen die diep verscholen zaten in het lieve gezicht dat haar zo vertrouwd was. Hoe zou hij reageren als ze het hem vertelde? Zou hij vertrekken? Zou hij uitzinnig zijn? Waarschijnlijk wel even, maar het bedachtzaam karakter van Jack kennende , zou hij geen grote consequenties vastknopen aan die bekentenis. Dat gokte ze, maar ze was niet zeker. Maar het was niet de angst om hem te missen die haar voorlopig ervan weerhield de waarheid op tafel te gooien. Het was de angst om hem te kwetsen. Ze had hem genoeg gekwetst met haar wispelturig gedrag de laatste tijd. En hoewel hij zeker minstens medeverantwoordelijk was voor hun relatiedip, wilde ze nu toch even de rust bewaren. “Maar ooit moest ze het hem vertellen;” Ze nipte aan het plastic bekertje dat de stewardess haar net had aangeboden. “Ooit moest ze eerlijk zijn.”
De betoger kwam vervaarlijk dichtbij. Hij had zijn t-shirt uitgetrokken en zwaaide ermee boven zijn hoofd. De zon weerkaatste op zijn naakte torso en zijn gespierde bovenarmen keken dreigend naar de rij zwijgende politieagenten.” Vriendjes van de rijken. Jullie zijn vriendjes van de rijken. Het kan jullie niet schelen hoe de gewone mensen moeten rondkomen. “ Even leek het op de zoveelste betoger die zijn beklag kwam doen die dag, maar Heldar wist beter. De stress was nu uit zijn lichaam verdwenen. Het was begonnen en niets kon het nu nog stoppen. Eenendertig was hij en ze hadden hem van straat geplukt in Porto. Een zwerver die de geheime diensten straks mochten natrekken. Een man zonder adres die ze hadden gekleed, gevoed en omgekocht maar niets hadden verteld. Het was symbolisch dat zo iemand het startschot gaf. “Honden zijn jullie. Honden!!!!.” Het gezicht van de man liep rood aan. Hij maakte nu een grommend geluid en leek haast hysterisch te worden. Hij spuwde op de grond en toen gebeurde het. Eén agent verbrak de rij. Hij liep op de betoger af en gaf hem een flinke mep op het gezicht. Uiteraard net voor de lens van de cameraploeg van de commerciële omroep. Het bloed spoot in het rond en zorgde voor prachtige televisiebeelden. “Wat interesseert ons jullie armoede?” schreeuwde de agent. Jullie zijn schooiers en zullen altijd schooiers blijven. Ga terug naar die hoer van een moeder van je en bid dat ze voor jou nog wat spaarcenten heeft liggen. Want dat is alles wat je nog mag verwachten van het leven.” De betoger die op de grond lag kreeg een harde trap in de ribbenkast. De andere agenten waren te verbouwereerd om te reageren. De camera draaide. En toen verschenen ze. Vijftien mannen in witte t-shirten met een rood kruis op de voorkant. Ze duwden de agent terug in de rij, namen zijn matrak af en raapten de gewonde betoger op. “Het gewone volk is Portugal” riep er eentje, eveneens duidelijk articulerend. De agent keek hem schijnbaar nijdig aan. ”En voor de gewone mensen, voor God en voor ons vaderland zullen wij jou en de corrupte kliek die om de zoveel jaar de ministerpostjes verdelen, verslaan.”Ridders van Christus, ridders van Christus!!” werd er plots overal gescandeerd.
De zon zette de stad in vuur. Een helderblauwe lucht lachte hen tegemoet toen ze de luchthaven uitliepen. Jack sleepte met de koffers. Inwendig moest Amy grinniken. “Een gentleman is hij altijd geweest. Nog liever onhandig klungelen met drie koffers die boordevol kleedjes zaten dan een tas overgeven aan zijn vrouw.” “Ik bestel een taxi” riep ze hem toe. Hoe heet dat hotel ook weer?”
“Theater of zoiets” antwoordde Jack terwijl een koffer langzaam uit zijn handen dreigde te glijden
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Hoofdstuk 7
Drie van de vijf jaar van zijn presidentschap zaten erop. Hij zuchtte. Met momenten vervloekte José Silva de dag dat hij de belangrijkste Portugees was geworden. Hij kon niet goed doen. Hij leidde zijn volk rechtstreeks naar de armoede maar het was de enige manier om tegemoet te komen aan de hoge Europese eisen en de internationale markten die zijn land met argusogen in het vizier hielden enigszins te kalmeren. “Zeg met wat het alternatief is Cynthia? Als Europa ons laat vallen, zijn we pas echt de pineut.”
Cynthia antwoordde niet. Ze wist dat de president nu enkel een klankbord nodig had. Dat zijn vraag geen antwoord behoefde. Hij stond op uit zijn zetel en liep naar het statige schilderij dat het vertrek domineerde. Het stelde Vasco Da Gama voor die in 1497 vanuit Belem rond Afrika voer om zo een nieuwe zeeweg naar Indië te ontdekken. Indringend keek de ontdekkingsreiziger-nog steeds een nationale held-de president aan, zoals hij ook alle vorige presidenten had aangekeken. “Ik weet het niet meer” bromde hij. En nu zit ik ook nog opgescheept met die religieuze mafkezen.”
Zijn privésecretaresse keek hem medelijdend aan. Het was op alle televisiestations geweest en de toonaangevende krant “Journal de Noticias” had een foto van het gebeuren op de frontpagina geplaatst. Van uit alle hoeken van Portugal was er kritiek te horen. “Hoe kon een politieman zo reageren op een arme burger? Was dat misschien de instelling van de overheid? “ Meteen ook werd de orde, die hij tot dan toe als een zooitje marginale dromers uit het noorden had bestempeld, hinderlijk maar ongevaarlijk, op een voetstuk geplaatst. Hij ging terug zitten in de zetel en Cynthia liep naar hem toe. Naast privésecretaresse was ze in de loop der jaren ook zijn minnares geworden, een feit dat ze voorlopig wonderbaarlijk voor de buitenwereld verborgen konden houden. Ze masseerde zijn rug en kuste daarna zijn kale kruin. “Je komt er wel uit. Later zullen ze op je terugkijken als de man die in moeilijke momenten de juiste beslissingen nam.” Opnieuw gaf ze hem een zoen, deze keer op zijn wang; “En hoewel ik eigenlijk veel meer zin hem om met je te stoeien in dit belangrijkste vertrek van de Portugese politiek, moet je dringend overleggen met de andere partijkopstukken over dit incident. Over vijf minuten start de vergadering”
“Tijd genoeg voor een vluggertje” lachte hij. Seks kwam zijn humeur altijd ten goede. Gespeeld verontwaardigd wimpelde Cynthia het voorstel af. “Maak dat je in die vergadering zit en reken af met die zotten!”
Silva keek in het rond. Zijn belangrijkste medewerkers waren vertegenwoordigd. Allen hadden ze hun bezigheden gestaakt om meteen bijeen te komen in een zijvertrek van het parlementsgebouw dat de PSD gebruikte voor zijn besloten vergaderingen. Het soort vergaderingen dat de media niet mocht halen. En sinds de komst van de crisis hadden ze er zo al vele gehad. Links zag hij generaal Alvaro Biachi zitten, de belangrijkste en meest invloedrijke man binnen het leger, een pak doortastender dan de minister van defensie die naast hem zat. Ook Erico Gonzalez, zijn nationale veiligheidsadviseur was van de partij. Recht zaten nog enkele ministers van de PSD/ Claudio Dinis van binnenlandse zaken, Edmundo Bostiga van justitie en Manuel Billas-Vola van landbouw. Silva kon een misprijzend gezicht niet verbergen toen hij die laatste zag zitten. Hij had een persoonlijke afkeer van de man, niet stoelend op objectiviteit maar op diens stijl en hoogheidswaanzin. In de hedendaagse politiek zijn de vrienden van vandaag de vijanden van morgen maar gebeurde alles toch nog met dat laagje beschaving errond. Bij Manuel Billas-Vola was zelfs dat ver te zoeken. “Een carrièremaker, zoals zovelen, maar die zelfs als minister zijn eigenbelang boven dat van het volk liet primeren” dacht Silva. “En eigenlijk als stadsmens een hele slechte keuze voor minister van landbouw. Maar goed, hij had dringendere zaken aan zijn hoofd dan zijn persoonlijke afkeer van een collega.”
Drie van de vijf jaar van zijn presidentschap zaten erop. Hij zuchtte. Met momenten vervloekte José Silva de dag dat hij de belangrijkste Portugees was geworden. Hij kon niet goed doen. Hij leidde zijn volk rechtstreeks naar de armoede maar het was de enige manier om tegemoet te komen aan de hoge Europese eisen en de internationale markten die zijn land met argusogen in het vizier hielden enigszins te kalmeren. “Zeg met wat het alternatief is Cynthia? Als Europa ons laat vallen, zijn we pas echt de pineut.”
Cynthia antwoordde niet. Ze wist dat de president nu enkel een klankbord nodig had. Dat zijn vraag geen antwoord behoefde. Hij stond op uit zijn zetel en liep naar het statige schilderij dat het vertrek domineerde. Het stelde Vasco Da Gama voor die in 1497 vanuit Belem rond Afrika voer om zo een nieuwe zeeweg naar Indië te ontdekken. Indringend keek de ontdekkingsreiziger-nog steeds een nationale held-de president aan, zoals hij ook alle vorige presidenten had aangekeken. “Ik weet het niet meer” bromde hij. En nu zit ik ook nog opgescheept met die religieuze mafkezen.”
Zijn privésecretaresse keek hem medelijdend aan. Het was op alle televisiestations geweest en de toonaangevende krant “Journal de Noticias” had een foto van het gebeuren op de frontpagina geplaatst. Van uit alle hoeken van Portugal was er kritiek te horen. “Hoe kon een politieman zo reageren op een arme burger? Was dat misschien de instelling van de overheid? “ Meteen ook werd de orde, die hij tot dan toe als een zooitje marginale dromers uit het noorden had bestempeld, hinderlijk maar ongevaarlijk, op een voetstuk geplaatst. Hij ging terug zitten in de zetel en Cynthia liep naar hem toe. Naast privésecretaresse was ze in de loop der jaren ook zijn minnares geworden, een feit dat ze voorlopig wonderbaarlijk voor de buitenwereld verborgen konden houden. Ze masseerde zijn rug en kuste daarna zijn kale kruin. “Je komt er wel uit. Later zullen ze op je terugkijken als de man die in moeilijke momenten de juiste beslissingen nam.” Opnieuw gaf ze hem een zoen, deze keer op zijn wang; “En hoewel ik eigenlijk veel meer zin hem om met je te stoeien in dit belangrijkste vertrek van de Portugese politiek, moet je dringend overleggen met de andere partijkopstukken over dit incident. Over vijf minuten start de vergadering”
“Tijd genoeg voor een vluggertje” lachte hij. Seks kwam zijn humeur altijd ten goede. Gespeeld verontwaardigd wimpelde Cynthia het voorstel af. “Maak dat je in die vergadering zit en reken af met die zotten!”
Silva keek in het rond. Zijn belangrijkste medewerkers waren vertegenwoordigd. Allen hadden ze hun bezigheden gestaakt om meteen bijeen te komen in een zijvertrek van het parlementsgebouw dat de PSD gebruikte voor zijn besloten vergaderingen. Het soort vergaderingen dat de media niet mocht halen. En sinds de komst van de crisis hadden ze er zo al vele gehad. Links zag hij generaal Alvaro Biachi zitten, de belangrijkste en meest invloedrijke man binnen het leger, een pak doortastender dan de minister van defensie die naast hem zat. Ook Erico Gonzalez, zijn nationale veiligheidsadviseur was van de partij. Recht zaten nog enkele ministers van de PSD/ Claudio Dinis van binnenlandse zaken, Edmundo Bostiga van justitie en Manuel Billas-Vola van landbouw. Silva kon een misprijzend gezicht niet verbergen toen hij die laatste zag zitten. Hij had een persoonlijke afkeer van de man, niet stoelend op objectiviteit maar op diens stijl en hoogheidswaanzin. In de hedendaagse politiek zijn de vrienden van vandaag de vijanden van morgen maar gebeurde alles toch nog met dat laagje beschaving errond. Bij Manuel Billas-Vola was zelfs dat ver te zoeken. “Een carrièremaker, zoals zovelen, maar die zelfs als minister zijn eigenbelang boven dat van het volk liet primeren” dacht Silva. “En eigenlijk als stadsmens een hele slechte keuze voor minister van landbouw. Maar goed, hij had dringendere zaken aan zijn hoofd dan zijn persoonlijke afkeer van een collega.”
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Onrustwekkend” antwoordde Enrico Gonzalez, de nationale veiligheidsadviseur op de vraag wat hij van de situatie dacht. “We houden die organisatie al een tijdje in de gaten. Het is echter heel moeilijk om hun gangen na te gaan. Alle bijeenkomsten worden in het geheim gehouden, de leden respecteren een soort van zwijgplicht en het geheel hangt verborgen achter een waas van geschiedenis en religie” Hij zweeg even om zijn volgende zin meer kracht te geven. “Toch ben ik ervan overtuigd dat de orde van de ridders van Christus een zeer gevaarlijke organisatie is, in niets te vergelijken met de veel oudere orde met dezelfde naam. Ik ben er eveneens van overtuigd dat de orde staatsgevaarlijk is, waarschijnlijk vele infiltranten kent binnen het maatschappelijke bestel, ook hier in Lissabon en misschien zelfs binnen de regering en dat hun einddoel een machtsovername is.” Hij werd onderbroken door een schamper gelach. Gonzalez keek Billas-Vola met de groots mogelijke minachting aan. “Scheelt er iets?”
“Met alle respect , maar dat verhaaltje heb je al duizend keer verteld. Als ik jou mag geloven is elke jeugdbeweging staatsgevaarlijk. Ik zie enkel een hoopje gefrustreerde noorderlingen die wat amok komen maken op een plaatselijke betoging.” Hij wende zich vervolgens tot Silva.”ik begrijp zelfs niet goed dat we hiervoor speciaal een vergadering moeten inlassen?”
“Er zijn wel meer dingen die jij niet begrijpt “dacht Silva in stilte. “Als mijn veiligheidsadviseur, die in het verleden al meerdere malen zijn waarde heeft bewezen me al maanden attent maakt op potentiële onrust in de buurt van Porto en als ik vervolgens zie dat diegenen waarvoor hij me waarschuwt de voorpagina’s van alle kranten en de overzichten van alle televisiejournalen halen, lijkt me deze vergadering absoluut niet overbodig.. Meer nog, het zou getuigen van een enorme laksheid moesten we niet over hen vergaderen.” Zonder verder nog tijd te verspillen aan Bilas-Vola wendde hij zich terug tot Gonzalez. “Vertel nu eens concreet hoe de organisatie gestructureerd is.?”
“Officieel staat de orde van de ridders van Christus onder het gezag van ene Manuel Gonçalves Cerajeira, een tamelijk rijke 48-jarige ex-bedrijfsleider uit de buurt van Braga. In principe makkelijk te traceren want zijn verblijfadres is ons genoegzaam bekend.”
“Arresteer hem dan” riep Billas-Vola. Gonzalez negeerde de man opnieuw.
“Uiteraard kunnen we geen enkele activiteit van de orde linken aan zijn verblijfadres, een kleine hoeve op het platteland tussen Braga en Porto. Daarnaast zijn we er bovendien van overtuigd dat zijn handen maagdelijk wit blijven. Hij is de spirituele leider van de orde en geniet daardoor een enorm respect. Hij staat voor een ultrakatholiek Portugal gestoeld op ouderwetse waarden en met de bijbel als leidraad.”
“Geestelijke fanatici zijn altijd het gevaarlijkst” mompelde generaal Alvaro Biachi naast hem. “Uit ervaring weet ik dat zij het niet doen uit winstbejag maar uit overtuiging. En zo’n mensen laten zich niet stoppen.”
“Klopt. Die Manuel Gonçalves Cerajeira laat al het verdere werk doen door een aantal commandanten. We trachten ze in kaart te brengen, maar het blijft zeer moeilijk. Ze zijn absoluut op hun hoede. Eentje ervan is Heldar Pastigo. Een zeer intelligente kerel uit Porto. Beetje nonchalant in de omgang maar met een goed stel hersenen. Heeft niet veel op met het religieuze aspect van de orde, maar gelooft wel stellig in het sociale karakter van de orde. Een Portugal voor de Portugezen.”
“Waarom sluit hij zich dan niet gewoon aan bij een politieke partij,” vroeg Silva.
“Geen idee. Hij is een moeilijk te doorgronden man die bovendien al helemaal niet te schaduwen valt. Verblijft haast elke dag op een andere plek. Maar ik heb persoonlijk het idee dat hij gelooft dat zijn idealen enkel te bereiken vallen met een echte revolutie en niet met oeverloos politiek gepalaver.”
“Wij palaveren niet om te palaveren” reageerde Diniz. “Wij proberen goed te besturen.”
“En daar slagen we niet echt in” toomde Silva zijn minister in. “Zo eerlijk moeten we zijn. De welvaart van ons volk gaat zienderogen achteruit.”
“Onder de commandanten staan een heleboel kapiteins. Hen in kaart brengen lukt nog moeilijker. En onder de kapiteins heb je tenslotte de leden.”
“Het is dus een hiërarchische organisatie met Manuel Gonçalves Cerajeira aan het hoofd.”
“Spiritueel gezien wel. Al geloof ik dat Heldar Pastigo de gevaarlijkste klant is, wat betreft de uitvoering van de plannen van de orde.”
“Goed heren.”besloot Silva. “Dan blijft er maar een vraag over: wat doen we hiermee?”
“Met alle respect , maar dat verhaaltje heb je al duizend keer verteld. Als ik jou mag geloven is elke jeugdbeweging staatsgevaarlijk. Ik zie enkel een hoopje gefrustreerde noorderlingen die wat amok komen maken op een plaatselijke betoging.” Hij wende zich vervolgens tot Silva.”ik begrijp zelfs niet goed dat we hiervoor speciaal een vergadering moeten inlassen?”
“Er zijn wel meer dingen die jij niet begrijpt “dacht Silva in stilte. “Als mijn veiligheidsadviseur, die in het verleden al meerdere malen zijn waarde heeft bewezen me al maanden attent maakt op potentiële onrust in de buurt van Porto en als ik vervolgens zie dat diegenen waarvoor hij me waarschuwt de voorpagina’s van alle kranten en de overzichten van alle televisiejournalen halen, lijkt me deze vergadering absoluut niet overbodig.. Meer nog, het zou getuigen van een enorme laksheid moesten we niet over hen vergaderen.” Zonder verder nog tijd te verspillen aan Bilas-Vola wendde hij zich terug tot Gonzalez. “Vertel nu eens concreet hoe de organisatie gestructureerd is.?”
“Officieel staat de orde van de ridders van Christus onder het gezag van ene Manuel Gonçalves Cerajeira, een tamelijk rijke 48-jarige ex-bedrijfsleider uit de buurt van Braga. In principe makkelijk te traceren want zijn verblijfadres is ons genoegzaam bekend.”
“Arresteer hem dan” riep Billas-Vola. Gonzalez negeerde de man opnieuw.
“Uiteraard kunnen we geen enkele activiteit van de orde linken aan zijn verblijfadres, een kleine hoeve op het platteland tussen Braga en Porto. Daarnaast zijn we er bovendien van overtuigd dat zijn handen maagdelijk wit blijven. Hij is de spirituele leider van de orde en geniet daardoor een enorm respect. Hij staat voor een ultrakatholiek Portugal gestoeld op ouderwetse waarden en met de bijbel als leidraad.”
“Geestelijke fanatici zijn altijd het gevaarlijkst” mompelde generaal Alvaro Biachi naast hem. “Uit ervaring weet ik dat zij het niet doen uit winstbejag maar uit overtuiging. En zo’n mensen laten zich niet stoppen.”
“Klopt. Die Manuel Gonçalves Cerajeira laat al het verdere werk doen door een aantal commandanten. We trachten ze in kaart te brengen, maar het blijft zeer moeilijk. Ze zijn absoluut op hun hoede. Eentje ervan is Heldar Pastigo. Een zeer intelligente kerel uit Porto. Beetje nonchalant in de omgang maar met een goed stel hersenen. Heeft niet veel op met het religieuze aspect van de orde, maar gelooft wel stellig in het sociale karakter van de orde. Een Portugal voor de Portugezen.”
“Waarom sluit hij zich dan niet gewoon aan bij een politieke partij,” vroeg Silva.
“Geen idee. Hij is een moeilijk te doorgronden man die bovendien al helemaal niet te schaduwen valt. Verblijft haast elke dag op een andere plek. Maar ik heb persoonlijk het idee dat hij gelooft dat zijn idealen enkel te bereiken vallen met een echte revolutie en niet met oeverloos politiek gepalaver.”
“Wij palaveren niet om te palaveren” reageerde Diniz. “Wij proberen goed te besturen.”
“En daar slagen we niet echt in” toomde Silva zijn minister in. “Zo eerlijk moeten we zijn. De welvaart van ons volk gaat zienderogen achteruit.”
“Onder de commandanten staan een heleboel kapiteins. Hen in kaart brengen lukt nog moeilijker. En onder de kapiteins heb je tenslotte de leden.”
“Het is dus een hiërarchische organisatie met Manuel Gonçalves Cerajeira aan het hoofd.”
“Spiritueel gezien wel. Al geloof ik dat Heldar Pastigo de gevaarlijkste klant is, wat betreft de uitvoering van de plannen van de orde.”
“Goed heren.”besloot Silva. “Dan blijft er maar een vraag over: wat doen we hiermee?”
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Hoofdstuk 8
Het wachten viel Jack zwaar. Hij was nu al meer dan een maand in Porto en had het gevoel dat de zaak niet opschoot. Op voorhand had hij geweten dat het een moeilijke affaire zou worden. “De moed niet verliezen. Niet beginnen twijfelen.” Jorge had het hem gezegd en hij was zelf ook tot de conclusie dat piekeren hem in een negatieve spiraal bracht. “Wat als we verkeerd zitten? Wat als de verdwijning van Amy helemaal niets met de orde te maken heeft? Het kan gewoon toeval zijn dat enkele onderzoekers lid zijn van die orde. Waarschijnlijk zitten ze in alle geledingen van de maatschappij, dus waarom zouden ze niet vertegenwoordigd zijn bij de politie?” Op dagen dat hij dergelijke gedachten had, voelde hij de energie uit zijn lichaam wegstormen. Het liefst zou hij op zijn hotelkamer gaan liggen en beginnen huilen. Op andere momenten voelde hij zich opstandig worden. “Ze weten zeker niet met wie ze te doen hebben? Geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt om op te geven. Al moet de onderste steen boven, ik zal te weten komen of dat gespuis iets te maken heeft met de verdwijning. Ik blijf zoeken al moet ik nog twee jaar in Portugal blijven.”
Hij zuchtte en nam een slok van zijn veel te sterke koffie. Even trok hij een vies gezicht. Het leek wel alsof ze in het zuiden de kunst van het koffiezetten nog niet helemaal onder de knie hadden. Van één ding was hij zeker. In dat hotel hield hij het geen week meer uit. Hij was er zich van bewust dat de zaak hier nog lang kon aanslepen, dus moest hij op zoek naar een huurhuis. Een eigen stek waar hij zich beter op zijn gemak voelde dan in het hotel waar hij zijn laatste momenten met Amy had gedeeld. Hij had een tafeltje genomen in de hoek van de confeiteria. Vanuit de open deuropening kon hij een blik werpen op het Castelo de Sao Jao. Door diezelfde deuropening wurmde de zilte zeelucht zich een doorgang tot in de zaak. Als er even eens geen auto voorbijreed, hoorde hij in de verte de branding van de Atlantische Oceaan. Het was niet bepaald druk in het zaakje. Aan de ingang zaten twee oudere mannen koffie te drinken en de krant te lezen. Achter de toog stond een bepaald volslanke Portugese die de pensioenleeftijd ook met rasse schreden naderde. Haar pafferige gezicht straalde lusteloosheid uit, in tegenstelling tot de drukte die de meeste Portugezen eigen is. Het kleine beeldbuisteeveetje in de hoek gaf een schimmig nieuwsoverzicht, maar niemand schonk er aandacht aan.
Uiteraard was Jorge te laat. Aanvankelijk had Jack zich telkens ongerust gemaakt. “Misschien is er iets met hem gebeurd? “Tot zijn schaamte moest hij bekennen dat het niet enkel ongerustheid om zijn compagnon was, maar ook de angst om er helemaal alleen voor te staan die hem zo onbehaaglijk deed voelen. Ondertussen had hij er zich bij neergelegd dat het in het karakter van Jorge lag om te laat te komen. “Pas als hij eens een keeertje op tijd is, moet ik me echt zorgen maken” grinnikte hij. Even tuurde Jack op zijn horloge.Net op dat moment stapte Jorge de zaak binnen. Hij begaf zich naar de dikke eigenares en bestelde gebak en koffie. Vervolgens zette hij zich naast Jack, eveneens met het gezicht naar de deuropening.
Het wachten viel Jack zwaar. Hij was nu al meer dan een maand in Porto en had het gevoel dat de zaak niet opschoot. Op voorhand had hij geweten dat het een moeilijke affaire zou worden. “De moed niet verliezen. Niet beginnen twijfelen.” Jorge had het hem gezegd en hij was zelf ook tot de conclusie dat piekeren hem in een negatieve spiraal bracht. “Wat als we verkeerd zitten? Wat als de verdwijning van Amy helemaal niets met de orde te maken heeft? Het kan gewoon toeval zijn dat enkele onderzoekers lid zijn van die orde. Waarschijnlijk zitten ze in alle geledingen van de maatschappij, dus waarom zouden ze niet vertegenwoordigd zijn bij de politie?” Op dagen dat hij dergelijke gedachten had, voelde hij de energie uit zijn lichaam wegstormen. Het liefst zou hij op zijn hotelkamer gaan liggen en beginnen huilen. Op andere momenten voelde hij zich opstandig worden. “Ze weten zeker niet met wie ze te doen hebben? Geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt om op te geven. Al moet de onderste steen boven, ik zal te weten komen of dat gespuis iets te maken heeft met de verdwijning. Ik blijf zoeken al moet ik nog twee jaar in Portugal blijven.”
Hij zuchtte en nam een slok van zijn veel te sterke koffie. Even trok hij een vies gezicht. Het leek wel alsof ze in het zuiden de kunst van het koffiezetten nog niet helemaal onder de knie hadden. Van één ding was hij zeker. In dat hotel hield hij het geen week meer uit. Hij was er zich van bewust dat de zaak hier nog lang kon aanslepen, dus moest hij op zoek naar een huurhuis. Een eigen stek waar hij zich beter op zijn gemak voelde dan in het hotel waar hij zijn laatste momenten met Amy had gedeeld. Hij had een tafeltje genomen in de hoek van de confeiteria. Vanuit de open deuropening kon hij een blik werpen op het Castelo de Sao Jao. Door diezelfde deuropening wurmde de zilte zeelucht zich een doorgang tot in de zaak. Als er even eens geen auto voorbijreed, hoorde hij in de verte de branding van de Atlantische Oceaan. Het was niet bepaald druk in het zaakje. Aan de ingang zaten twee oudere mannen koffie te drinken en de krant te lezen. Achter de toog stond een bepaald volslanke Portugese die de pensioenleeftijd ook met rasse schreden naderde. Haar pafferige gezicht straalde lusteloosheid uit, in tegenstelling tot de drukte die de meeste Portugezen eigen is. Het kleine beeldbuisteeveetje in de hoek gaf een schimmig nieuwsoverzicht, maar niemand schonk er aandacht aan.
Uiteraard was Jorge te laat. Aanvankelijk had Jack zich telkens ongerust gemaakt. “Misschien is er iets met hem gebeurd? “Tot zijn schaamte moest hij bekennen dat het niet enkel ongerustheid om zijn compagnon was, maar ook de angst om er helemaal alleen voor te staan die hem zo onbehaaglijk deed voelen. Ondertussen had hij er zich bij neergelegd dat het in het karakter van Jorge lag om te laat te komen. “Pas als hij eens een keeertje op tijd is, moet ik me echt zorgen maken” grinnikte hij. Even tuurde Jack op zijn horloge.Net op dat moment stapte Jorge de zaak binnen. Hij begaf zich naar de dikke eigenares en bestelde gebak en koffie. Vervolgens zette hij zich naast Jack, eveneens met het gezicht naar de deuropening.
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Ze grijnsden als twee samenzweerders. In de afgelopen week had er zich een onmiskenbare vriendschap tussen de mannen ontwikkeld. “Laten we eerst een kopje koffie drinken” stelde Jorge voor. “Gewoon even een moment van rust inbouwen.” “Mij best, al kunnen jullie Portugezen geen koffie zetten. Het slootwater in mijn land smaakt beter.” “Altijd dat misplaatste superioriteitsgevoel. Ben je zeker dat je geen Duitser bent?” Ze grijnsden opnieuw en het kameraadschappelijk gevoel deed Jack goed. Ze gingen nog enkele minuten door met het geven van plaagstoten totdat Jorge plots de laatste teug koffie door zijn keel goot. “Laten we overgaan tot de orde van de dag.”Even zweeg hij en keek spichtig om zich heen. Maar de oudjes leken nog steeds verdiept in hun krant en de lijvige eigenares van de zaak had zich teruggetrokken in de keuken. “Het is me dus gelukt om te infiltreren in de orde” fluisterde hij. “Ik ben er zeker van dat ze me hebben nagetrokken, maar dat ik voorlopig niet wordt verdacht. Mijn beroep als privédetective maakt me blijkbaar extra interessant. Maar uiteraard kom ik als beginnend lid niet verder dan wat hand-en spandiensten. “ Jack luisterde aandachtig. Nog steeds was hij niet zeker dat hij de juiste weg was ingeslagen, dat de orde iets te maken had met de verdwijning van zijn Amy. Maar hij was er ondertussen wel van overtuigd dat ze hier te maken hadden met een potentieel gevaarlijke organisatie die op termijn een staatsgreep in gedachten hadden. En hoe langer hij in Portugal verbleef, hoe meer ook dat hem verontrustte.
“Zo was ik gisteren nog op een meeting” vertelde Jorge verder ondertussen een hap nemend van zijn gebak. Volop kauwend bood hij Jack ook een stukje taart aan, maar die weigerde beleefd. “Het had veel weg van een politieke meeting; beetje stemmingmakerij, wat propaganda maken, leden winnen etcetc…Nu ze in de openbaarheid zijn getreden gaan ze immers ook openlijk op zoek naar sympathisanten” Jack voelde dat Jorge iets belangrijks ging vertellen, maar dat hij het deed op zijn eigen typische manier. Daar waar de andere Portugezen die hij had leren kennen meestal ratelden alsof ze nog maar één teug lucht te leven hadden, ging het bij Jorge altijd geleidelijk. “Inleiding,midden, slot..het lijkt wel een spreekbeurt in het tweede middelbaar” Toch wist Jack dat het geen zin had om zijn vriend op te jagen. Voornamelijk omdat Jorge zich niet liet opjagen en daarnaast ook omdat het zijn manier was om zijn gedachten te ordenen.
“Tijdens die meeting kwam ik in contact met enkele afdelingshoofden. Toen ze dachten dat ik niet luisterde, ging het gesprek plots over een meisje. Een meisje dat ze duidelijk gevangen hielden. Een naam werd niet vernoemd.”
Jacks’ adem stokte. Dit kon eindelijk de eerste concrete aanwijzing zijn dat de orde Amy gevangen hield. Weliswaar kon het om elk vermist meisje gaan, maar diep in zijn hart wist Jack meteen dat het om Amy ging. Hij wilde Jorge onmiddellijk aan een kruisverhoor onderwerpen, maar kon nog net op tijd zijn emoties beteugelen. Zijn hart maakte nog een sprongetje, maar hij slaagde erin om een voorzichtige vraag te stellen. “Waren er verder geen aanwijzingen over dat meisje?”
“Het is schijnbaar geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. En gegeven de omstandigheden houdt ze zich blijkbaar kranig.” Maar toen ik me richting de groep draaide ,stokte het gesprek opvallend en ging men meteen terug over naar de orde van de dag.
“Amy leeft nog, Amy leeft nog” jubelde Jacks’ geest. Jorge keek echter ernstig. Hij nam voorzichtig het hand van zijn vriend en zei: “Als het echt om Amy gaat, is er een reden waarom de orde haar heeft ontvoerd. Ik heb geen idee welke reden, maar er Is er één. Dat ze gevaar loopt, staat buiten kijf. We moeten zo snel mogelijk meer over dat meisje te weten komen.”
“Zo was ik gisteren nog op een meeting” vertelde Jorge verder ondertussen een hap nemend van zijn gebak. Volop kauwend bood hij Jack ook een stukje taart aan, maar die weigerde beleefd. “Het had veel weg van een politieke meeting; beetje stemmingmakerij, wat propaganda maken, leden winnen etcetc…Nu ze in de openbaarheid zijn getreden gaan ze immers ook openlijk op zoek naar sympathisanten” Jack voelde dat Jorge iets belangrijks ging vertellen, maar dat hij het deed op zijn eigen typische manier. Daar waar de andere Portugezen die hij had leren kennen meestal ratelden alsof ze nog maar één teug lucht te leven hadden, ging het bij Jorge altijd geleidelijk. “Inleiding,midden, slot..het lijkt wel een spreekbeurt in het tweede middelbaar” Toch wist Jack dat het geen zin had om zijn vriend op te jagen. Voornamelijk omdat Jorge zich niet liet opjagen en daarnaast ook omdat het zijn manier was om zijn gedachten te ordenen.
“Tijdens die meeting kwam ik in contact met enkele afdelingshoofden. Toen ze dachten dat ik niet luisterde, ging het gesprek plots over een meisje. Een meisje dat ze duidelijk gevangen hielden. Een naam werd niet vernoemd.”
Jacks’ adem stokte. Dit kon eindelijk de eerste concrete aanwijzing zijn dat de orde Amy gevangen hield. Weliswaar kon het om elk vermist meisje gaan, maar diep in zijn hart wist Jack meteen dat het om Amy ging. Hij wilde Jorge onmiddellijk aan een kruisverhoor onderwerpen, maar kon nog net op tijd zijn emoties beteugelen. Zijn hart maakte nog een sprongetje, maar hij slaagde erin om een voorzichtige vraag te stellen. “Waren er verder geen aanwijzingen over dat meisje?”
“Het is schijnbaar geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. En gegeven de omstandigheden houdt ze zich blijkbaar kranig.” Maar toen ik me richting de groep draaide ,stokte het gesprek opvallend en ging men meteen terug over naar de orde van de dag.
“Amy leeft nog, Amy leeft nog” jubelde Jacks’ geest. Jorge keek echter ernstig. Hij nam voorzichtig het hand van zijn vriend en zei: “Als het echt om Amy gaat, is er een reden waarom de orde haar heeft ontvoerd. Ik heb geen idee welke reden, maar er Is er één. Dat ze gevaar loopt, staat buiten kijf. We moeten zo snel mogelijk meer over dat meisje te weten komen.”
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Het bleef even stil aan tafel. Zich te laat realiserend dat het rookverbod ondertussen ook naar Zuid-Europa was doorgetrokken, stak Jack een sigaret op. Hij werd meteen op de vingers getikt door de uitbaatster. Na nog snel een vluchtige trek, doofde hij de sigaret onder zijn schoen.
“En er is maar één manier om iets meer over dat meisje te weten te komen” mompelde Jorge terwijl hij nu strak voor zich uitkeek.
“En wat mag dat zijn?”
“Opklimmen in de hiërarchie. Ik moet het vertrouwen winnen van die Heldar Postiga. Alleen zo kom ik meer te weten.”
De mannen stonden op. Snel rekenden ze af . Voor ze naar buiten liepen spieden ze de straat rond. Op het eerste gezicht had niemand interesse in hen. Jorge had Jack al meermaals opgedragen om waakzaam te zijn. “Als de verdwijning van Amy iets met de orde te maken heeft, houden ze je in het vizier. Het is dus uiterst belangrijk dat we niet samen worden gezien” herhaalde hij nogmaals. “En hier…neem dit aan.” Jorge gaf zijn vriend een goedkope gsm. “Een nieuw nummer kan nooit kwaad. Ik heb het nummer vanbuiten geleerd. Bel me niet, ik bel jou als er iets belangrijks te melden valt. Als je niets van me hoort,, spreken we donderdag terug af in deze cafeiteria. Jorge draaide zich om en liep weg. Jack wandelde de andere kant uit.
Jorge besloot te voet terug te wandelen naar het centrum. Het was best een lange trip van het Castelo Castelo de Sao Jao naar zijn kantoor. Hij had behoefte aan de buitenlucht. Hij wist dat hij zichzelf in moeilijkheden aan het brengen was, maar toch kon hij de zaak niet loslaten. Hij moest en zou Jack en het meisje helpen en misschien zelfs zijn land behoeden voor het gevaar van de orde. Hij had ondertussen het-haast verlaten-strand bereikt. Ondanks dat de winter ongenadig toesloeg in half Europa, was het op het strand van Porto nog aangenaam toeven. Bijna vijftien graden en een strakblauwe lucht maakten de wandeling gezond. Dat effect deed Jorge echter snel te niet door een zoveelste sigaret op te steken. Hij liep nu evenwijdig met de drukke Rua do Passeio Alegre richting het historische centrum. Hoe hij echter ook piekerde, hij zag niet meteen een mogelijkheid om nauwer in contact te komen met Heldar Postiga. “Als ik regelmatig in zijn omgeving kan vertoeven, krijg ik ongetwijfeld een antwoord op vele vragen” knarsetandde hij tot zijn verbazing luidop. “Maar hoe doe ik dat?”
Jack liep voor de laatste keer de lobby van het hotel uit. Hij was opgelucht dat hij het hotel kon verlaten. Zijn onkostennota was opvallend hoog geweest, maar dat kon hem in feite niet veel schelen. Veel belangrijker was de vraag wat er ging gebeuren nu hij had uitgecheckt? Zouden ze meteen iemand van de orde bellen? Het meisje achter de lobby was duidelijk niet op haar gemak. “Dus zij zit ook in het complot” dacht hij. In eerste instantie had ze haar verbazing maar ternauwernood kunnen verbergen toen hij meldde dat hij kwam uitchecken en vervolgens moest ze “enkele dingen natrekken.” Ze verdween in een lokaaltje achter de balie en het duurde zeker vijf minuten vooraleer Jack haar terugzag. Het afhandelen van het papierwerk ging ook beduidend trager dan wanneer de gemiddelde toerist huiswaarts keerde. Pas een twintig minuten nadat hij haar met verstomming had geslagen ,kon hij ook daadwerkelijk het hotel verlaten. Toen hij de deur achter zich in hoorde toeklappen, zag hij hen al meteen staan. Breedgeschouderd en opmerkelijk opvallend. Hij liep richting het Mercado Municipal de Bolhão waar de lokalen elke dag vis en vlees kochten op een kleurrijke markt. Ze volgden hem op nauwelijks dertig meter afstand. Jack deed alsof hij niets in de gaten had. Als elke toerist bekeek hij de kraampjes en trok hij foto’s van de stapels gedroogde vis die de handelaren trachten te slijten. Hij vond het leuk om hen ook eens in het ongewisse te laten. Ongetwijfeld vroegen de twee kerels zich af wat hij in godsnaam aan het doen was. Een beetje hulpeloos stonden ze hun tijd te verdoen tussen de kuierende huisvrouwen die op zoek waren naar een vers stukje vlees . Voor de eerste keer had Jack de touwtjes –weliswaar voor een bijzonder korte tijd-in handen en dat voelde heerlijk En van één ding was hij zeker. Als de orde de moeite nam om hem te laten schaduwen, hadden ze zeker ook iets te maken met de verdwijning van Amy. Daar kon nu geen twijfel meer over bestaan!
“En er is maar één manier om iets meer over dat meisje te weten te komen” mompelde Jorge terwijl hij nu strak voor zich uitkeek.
“En wat mag dat zijn?”
“Opklimmen in de hiërarchie. Ik moet het vertrouwen winnen van die Heldar Postiga. Alleen zo kom ik meer te weten.”
De mannen stonden op. Snel rekenden ze af . Voor ze naar buiten liepen spieden ze de straat rond. Op het eerste gezicht had niemand interesse in hen. Jorge had Jack al meermaals opgedragen om waakzaam te zijn. “Als de verdwijning van Amy iets met de orde te maken heeft, houden ze je in het vizier. Het is dus uiterst belangrijk dat we niet samen worden gezien” herhaalde hij nogmaals. “En hier…neem dit aan.” Jorge gaf zijn vriend een goedkope gsm. “Een nieuw nummer kan nooit kwaad. Ik heb het nummer vanbuiten geleerd. Bel me niet, ik bel jou als er iets belangrijks te melden valt. Als je niets van me hoort,, spreken we donderdag terug af in deze cafeiteria. Jorge draaide zich om en liep weg. Jack wandelde de andere kant uit.
Jorge besloot te voet terug te wandelen naar het centrum. Het was best een lange trip van het Castelo Castelo de Sao Jao naar zijn kantoor. Hij had behoefte aan de buitenlucht. Hij wist dat hij zichzelf in moeilijkheden aan het brengen was, maar toch kon hij de zaak niet loslaten. Hij moest en zou Jack en het meisje helpen en misschien zelfs zijn land behoeden voor het gevaar van de orde. Hij had ondertussen het-haast verlaten-strand bereikt. Ondanks dat de winter ongenadig toesloeg in half Europa, was het op het strand van Porto nog aangenaam toeven. Bijna vijftien graden en een strakblauwe lucht maakten de wandeling gezond. Dat effect deed Jorge echter snel te niet door een zoveelste sigaret op te steken. Hij liep nu evenwijdig met de drukke Rua do Passeio Alegre richting het historische centrum. Hoe hij echter ook piekerde, hij zag niet meteen een mogelijkheid om nauwer in contact te komen met Heldar Postiga. “Als ik regelmatig in zijn omgeving kan vertoeven, krijg ik ongetwijfeld een antwoord op vele vragen” knarsetandde hij tot zijn verbazing luidop. “Maar hoe doe ik dat?”
Jack liep voor de laatste keer de lobby van het hotel uit. Hij was opgelucht dat hij het hotel kon verlaten. Zijn onkostennota was opvallend hoog geweest, maar dat kon hem in feite niet veel schelen. Veel belangrijker was de vraag wat er ging gebeuren nu hij had uitgecheckt? Zouden ze meteen iemand van de orde bellen? Het meisje achter de lobby was duidelijk niet op haar gemak. “Dus zij zit ook in het complot” dacht hij. In eerste instantie had ze haar verbazing maar ternauwernood kunnen verbergen toen hij meldde dat hij kwam uitchecken en vervolgens moest ze “enkele dingen natrekken.” Ze verdween in een lokaaltje achter de balie en het duurde zeker vijf minuten vooraleer Jack haar terugzag. Het afhandelen van het papierwerk ging ook beduidend trager dan wanneer de gemiddelde toerist huiswaarts keerde. Pas een twintig minuten nadat hij haar met verstomming had geslagen ,kon hij ook daadwerkelijk het hotel verlaten. Toen hij de deur achter zich in hoorde toeklappen, zag hij hen al meteen staan. Breedgeschouderd en opmerkelijk opvallend. Hij liep richting het Mercado Municipal de Bolhão waar de lokalen elke dag vis en vlees kochten op een kleurrijke markt. Ze volgden hem op nauwelijks dertig meter afstand. Jack deed alsof hij niets in de gaten had. Als elke toerist bekeek hij de kraampjes en trok hij foto’s van de stapels gedroogde vis die de handelaren trachten te slijten. Hij vond het leuk om hen ook eens in het ongewisse te laten. Ongetwijfeld vroegen de twee kerels zich af wat hij in godsnaam aan het doen was. Een beetje hulpeloos stonden ze hun tijd te verdoen tussen de kuierende huisvrouwen die op zoek waren naar een vers stukje vlees . Voor de eerste keer had Jack de touwtjes –weliswaar voor een bijzonder korte tijd-in handen en dat voelde heerlijk En van één ding was hij zeker. Als de orde de moeite nam om hem te laten schaduwen, hadden ze zeker ook iets te maken met de verdwijning van Amy. Daar kon nu geen twijfel meer over bestaan!
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Na een half uur was hij het spelletje beu. Hij besloot zijn twee achtervolgers te negeren en dat gaf hem wat mentale rust. Hij moest een nieuwe verblijfplaats zoeken. Dat zou zijn hoofdbezigheid voor de rest van de dag zijn. Kuierend door het historische centrum van Porto zag hij her en der bordjes met “te huur.” Meestal hingen ze op de stoffige ramen van de tweede verdieping van een huis waaronder een winkel zijn best deed om geen langzame dood te sterven. Het kwam hem bevreemdend over om gewoon het aan het bord verbonden nummer te bellen. Hij twijfelde, niet geheel zeker wat hij moest doen. Op de achtergrond bleven de twee schaduwen hem volgen, zichzelf ook realiserend dat ze niet bepaald onopgemerkt waren gebleven. Juist het feit dat ze zo openlijk hun aanwezigheid toonden, verontrustte Jack. Rechts van hem doemde het zoveelste winkeltje op en voor de zoveelste keer sprong de eigenaar op hem af alsof hij Jack een onweerstaanbaar voorstel wou doen. “Kom binnen in mijn winkel” fluisterde de man met een schorre stem, decennia aangetast door de sigarettenrook. Jack zag dat ook hier huurmogelijkheden waren en stapte het winkeltje binnen. De souvenirs lagen in rijen te wachten op grijpgrage handen van nostalgische toeristen die een laatste aandenken aan de stad wilden hebben. Een T-shirt, een truitje van Fc Porto ,een azulejo of de befaamde haan van Barcelos die in alle maten verkrijgbaar was. De winkelier sprak met een enthousiasme alsof hij de enige was die deze waardevolle spullen te koop aanbood en Jack vroeg zich af hoe de man er in hemelsnaam in slaagde om zijn standaardpraatje toch nog sympathiek te laten overkomen.
Hij nam lukraak een T-shirt van de hoop en legde het op de toog.
“Passen?” vroeg de winkelier die zelf verbaasd was over het succes van zijn verkooptruc. .
“Nee, maar vertel me eens…Ken jij de eigenaar van het pand? Ik zoek immers op extreem korte termijn een kamer en ik zie dat er daar eentje te koop staat.”
Snel rekende de winkelier het T-shirt af vooraleer hij zei :” Natuurlijk. Het pand is van mijn broer. Als je de kamer wil huren, kan dat vandaag nog. Maar” grijnsde hij” je zal alles wel een beetje moeten afstoffen want ik geloof dat de poetsvrouw zich de laatste drie jaar ziek heeft gemeld.”
De trap kraakte onder het gewicht van de twee mannen en een lege doos versperde de toegang tot de kamer. Javier, de broer van de verkoper schoof de doos opzij en opende de deur en gebaarde overdreven theatraal dat Jack binnen mocht. . Vervolgens ging hij beleefd opzij zodat Jack zich langs hem door kon wurmen. De kamer was wat Jacl ervan had verwacht. Veel stof, een mariabeeld, een kast die de kunst van het overleven tot een nieuwe dimensie had verheven, een rafelig tapijt en een verbazend stevige tafel met twee stoelen. In de hoek stond een piepklein beeldbuisje wat in gang schoot wanneer je er een klop of gaf. “Soms verspringt hij wel eens zomaar van post, maar ergens moet hij nog een afstandsbediening liggen” verontschuldigde Javier zich. “Geloof me, ik ben niet hier om t.v. te kijken” verzekerde Jack hem.
In de kamer ernaast vonden ze de sanitaire voorzieningen en dat was het moment dat Jack besloot dat hij toch ook maar eens enkele poetsproducten moest kopen.
“Hoeveel bedraagt de huurprijs?”
“450 euro per maand!” Javier durfde Jack niet aan te kijken want hij wist dat dat bedrag buiten proportie was. “Ik geef er je elke maand 700 “zei Jack ernstig, maar dan vraag ik wel iets terug.
“Natuurlijk vriend” antwoordde Javier die zijn economische toestand in enkele seconden beduidend zag verbeteren.
“Ik heb een beetje problemen en zoek een rustige plaats. Je broer of jij vertellen me steeds als er iemand naar me informeert of tracht mijn kamer te doorzoeken als ik niet hier ben.”
“Geen probleem.” Jack had de indruk dat Javier het meende. Voor 700 euro per maand zou hij op zijn knieën de tocht maken naar Bom Jezus Do Monte, het bekendste bedevaartoord in het noorden van Portugal.
“En misschien krijg ik wat..euh..fysieke probleempjes. Ik mag er op rekenen dat jullie me dan helpen?”
Hij nam lukraak een T-shirt van de hoop en legde het op de toog.
“Passen?” vroeg de winkelier die zelf verbaasd was over het succes van zijn verkooptruc. .
“Nee, maar vertel me eens…Ken jij de eigenaar van het pand? Ik zoek immers op extreem korte termijn een kamer en ik zie dat er daar eentje te koop staat.”
Snel rekende de winkelier het T-shirt af vooraleer hij zei :” Natuurlijk. Het pand is van mijn broer. Als je de kamer wil huren, kan dat vandaag nog. Maar” grijnsde hij” je zal alles wel een beetje moeten afstoffen want ik geloof dat de poetsvrouw zich de laatste drie jaar ziek heeft gemeld.”
De trap kraakte onder het gewicht van de twee mannen en een lege doos versperde de toegang tot de kamer. Javier, de broer van de verkoper schoof de doos opzij en opende de deur en gebaarde overdreven theatraal dat Jack binnen mocht. . Vervolgens ging hij beleefd opzij zodat Jack zich langs hem door kon wurmen. De kamer was wat Jacl ervan had verwacht. Veel stof, een mariabeeld, een kast die de kunst van het overleven tot een nieuwe dimensie had verheven, een rafelig tapijt en een verbazend stevige tafel met twee stoelen. In de hoek stond een piepklein beeldbuisje wat in gang schoot wanneer je er een klop of gaf. “Soms verspringt hij wel eens zomaar van post, maar ergens moet hij nog een afstandsbediening liggen” verontschuldigde Javier zich. “Geloof me, ik ben niet hier om t.v. te kijken” verzekerde Jack hem.
In de kamer ernaast vonden ze de sanitaire voorzieningen en dat was het moment dat Jack besloot dat hij toch ook maar eens enkele poetsproducten moest kopen.
“Hoeveel bedraagt de huurprijs?”
“450 euro per maand!” Javier durfde Jack niet aan te kijken want hij wist dat dat bedrag buiten proportie was. “Ik geef er je elke maand 700 “zei Jack ernstig, maar dan vraag ik wel iets terug.
“Natuurlijk vriend” antwoordde Javier die zijn economische toestand in enkele seconden beduidend zag verbeteren.
“Ik heb een beetje problemen en zoek een rustige plaats. Je broer of jij vertellen me steeds als er iemand naar me informeert of tracht mijn kamer te doorzoeken als ik niet hier ben.”
“Geen probleem.” Jack had de indruk dat Javier het meende. Voor 700 euro per maand zou hij op zijn knieën de tocht maken naar Bom Jezus Do Monte, het bekendste bedevaartoord in het noorden van Portugal.
“En misschien krijg ik wat..euh..fysieke probleempjes. Ik mag er op rekenen dat jullie me dan helpen?”
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Hoofdstuk 9
Ondanks het feit dat de airco opstond zweette Jorge als het traditionele rund. Hij vond het opmerkelijk dat de anderen er zo rustig onder bleven. Hij zat linksachter in de onopvallende Peugeot 207, een beetje geklemd omdat er nog twee anderen op de achterbank zaten. De radio stond op de nieuwszender die de klassieke berichten de ether inspuugde. “De Aziatische beurzen gaan diep in het rood, de Europese beurzen volgen. Er gaan meer dan 3000 banen verloren in de automobielsector ten gevolge van een daling van de verkoop van personenwagens en er volgt een vierentwintigurenstaking bij de medewerkers van het openbare vervoer voor het behoud van wedde.” Niemand keek er nog vanop, Jorge zag enkel de mondhoeken in de wagen verstrakken.
Gisterenavond had hij het telefoontje gekregen. Hij had zowaar de tijd gevonden om nog enkele andere zaakjes te klaren toen het gerinkel weerklonk. “Kom naar buiten” waren de enige woorden die een toonloze stem zei en Jorge dacht dat het de stem was van Heldar Positga die hij herkende, al kon hij geen enkele reden bedenken waarom één der belangrijkste mensen binnen de orde de moeite zou doen om hem op te bellen. Gedwee trok hij zijn jas aan en liep de trappen naar beneden. Hij liep langs de slager door en werd verblind door het felle licht waardoor hij enkele tellen met zijn ogen knipperde. Enkele tellen die genoeg waren voor de vreemdeling om hem te benaderen. “Morgen kan je je bewijzen” fluisterde die in zijn oor.” We moeten een karweitje opknappen. Zorg dat je om 16h00 wacht aan de hoofdingang van het winkelcentrum bij het drakenstadion. Wees op tijd. We pikken je op in een witte Peugeot. Neem je revolver mee.”
Ondanks het feit dat de airco opstond zweette Jorge als het traditionele rund. Hij vond het opmerkelijk dat de anderen er zo rustig onder bleven. Hij zat linksachter in de onopvallende Peugeot 207, een beetje geklemd omdat er nog twee anderen op de achterbank zaten. De radio stond op de nieuwszender die de klassieke berichten de ether inspuugde. “De Aziatische beurzen gaan diep in het rood, de Europese beurzen volgen. Er gaan meer dan 3000 banen verloren in de automobielsector ten gevolge van een daling van de verkoop van personenwagens en er volgt een vierentwintigurenstaking bij de medewerkers van het openbare vervoer voor het behoud van wedde.” Niemand keek er nog vanop, Jorge zag enkel de mondhoeken in de wagen verstrakken.
Gisterenavond had hij het telefoontje gekregen. Hij had zowaar de tijd gevonden om nog enkele andere zaakjes te klaren toen het gerinkel weerklonk. “Kom naar buiten” waren de enige woorden die een toonloze stem zei en Jorge dacht dat het de stem was van Heldar Positga die hij herkende, al kon hij geen enkele reden bedenken waarom één der belangrijkste mensen binnen de orde de moeite zou doen om hem op te bellen. Gedwee trok hij zijn jas aan en liep de trappen naar beneden. Hij liep langs de slager door en werd verblind door het felle licht waardoor hij enkele tellen met zijn ogen knipperde. Enkele tellen die genoeg waren voor de vreemdeling om hem te benaderen. “Morgen kan je je bewijzen” fluisterde die in zijn oor.” We moeten een karweitje opknappen. Zorg dat je om 16h00 wacht aan de hoofdingang van het winkelcentrum bij het drakenstadion. Wees op tijd. We pikken je op in een witte Peugeot. Neem je revolver mee.”
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
De anderen leken rustig. Niemand had hem verteld wat de bedoeling van dit tripje was. “Misschien zijn ze erachter gekomen dat ik dubbel spel speel,” dacht hij. “Dan kan dit wel even link worden. Maar zouden ze hem dan gezegd hebben zijn revolver mee te nemen?” Jorge betastte ongemerkt de koude handgreep van zijn vuurwapen en het gaf hem een zekerder gevoel. “Als het er echt op aan kwam, zou hij zich niet als een schaap naar de slachtbank laten leiden.”
Ze reden noordwaarts en kwamen al snel op de drukke A3. Na een half uurtje rijden gingen ze in de buurt van Braga van de snelweg af. Meteen was het een pak minder druk. Hun chauffeur was een goed uitziende jonge vrouw. Ze had zich voorgesteld als Cascata. Een tiental minuten nadat ze de snelweg hadden verlaten, reed ze bekwaam een verlaten zandweg op. De vering van de wagen werd deskundig getest door de putten in de weg en de witte carrosserie raakte bedekt met modderspatten. Aan de zandweg leek geen eind te komen. Na elke bocht verwachtte Jorge dat er uit het niets een dorpje zou verschijnen , maar de zandweg slingerde zich als een kronkelende slang door het lege Portugese platteland. Nog een kwartier later zag Jorge een kleine hoeve naderbij komen. Hij ging ervanuit dat die hoeve het doel van hun reis was. Voor de rest viel er in heinde en verte geen huis te bespeuren en proefde je haast de complete stilte van de omgeving . Met een laatste forse snok aan het stoer draaide Cascata de wagen het erf van de hoeve op. “We zijn er “ was de overbodige mededeling en ze draaide zich even naar achteren om te zien of iedereen de rit had overleefd. “Stap maar uit.” Een beetje onwennig opende Jorge het portier niet goed begrijpend wat er van hem werd verwacht.
Cascata kwam naast hem staan. “Je voelt je waarschijnlijk een beetje ongemakkelijk?” Jorge knikte en voor het eerst verscheen er een kleine glimlach op haar gelaat. “Een engel met zwarte krullen” ging er door Jorge heen. “Maar waarschijnlijk wel een gevallen engel” dacht hij vervolgens toen hij haar revolver achteloos achter haar broeksriem zag bengelen. “Kom maar mee naar binnen. We moeten eens praten.” Ze liepen naar de gapende deuropening terwijl de anderen rustig op het erf bleven keuvelen. Eenmaal binnen zakte de temperatuur enkele graden. Het was zo’n typische Portugese boerderij waar je in de zomer koelte vond in het hoofdgebouw en in de winter datzelfde gebouw de warmte vasthield.
“Zet je” beval Cascata en ze trok een stoel achteruit. Jorge gehoorzaamde.
Ze reden noordwaarts en kwamen al snel op de drukke A3. Na een half uurtje rijden gingen ze in de buurt van Braga van de snelweg af. Meteen was het een pak minder druk. Hun chauffeur was een goed uitziende jonge vrouw. Ze had zich voorgesteld als Cascata. Een tiental minuten nadat ze de snelweg hadden verlaten, reed ze bekwaam een verlaten zandweg op. De vering van de wagen werd deskundig getest door de putten in de weg en de witte carrosserie raakte bedekt met modderspatten. Aan de zandweg leek geen eind te komen. Na elke bocht verwachtte Jorge dat er uit het niets een dorpje zou verschijnen , maar de zandweg slingerde zich als een kronkelende slang door het lege Portugese platteland. Nog een kwartier later zag Jorge een kleine hoeve naderbij komen. Hij ging ervanuit dat die hoeve het doel van hun reis was. Voor de rest viel er in heinde en verte geen huis te bespeuren en proefde je haast de complete stilte van de omgeving . Met een laatste forse snok aan het stoer draaide Cascata de wagen het erf van de hoeve op. “We zijn er “ was de overbodige mededeling en ze draaide zich even naar achteren om te zien of iedereen de rit had overleefd. “Stap maar uit.” Een beetje onwennig opende Jorge het portier niet goed begrijpend wat er van hem werd verwacht.
Cascata kwam naast hem staan. “Je voelt je waarschijnlijk een beetje ongemakkelijk?” Jorge knikte en voor het eerst verscheen er een kleine glimlach op haar gelaat. “Een engel met zwarte krullen” ging er door Jorge heen. “Maar waarschijnlijk wel een gevallen engel” dacht hij vervolgens toen hij haar revolver achteloos achter haar broeksriem zag bengelen. “Kom maar mee naar binnen. We moeten eens praten.” Ze liepen naar de gapende deuropening terwijl de anderen rustig op het erf bleven keuvelen. Eenmaal binnen zakte de temperatuur enkele graden. Het was zo’n typische Portugese boerderij waar je in de zomer koelte vond in het hoofdgebouw en in de winter datzelfde gebouw de warmte vasthield.
“Zet je” beval Cascata en ze trok een stoel achteruit. Jorge gehoorzaamde.
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
“Zet je” beval Cascata en ze trok een stoel achteruit. Jorge gehoorzaamde.
Hij ging zitten en zij nam plaats tegenover hem. Enkele seconden heerste er een complete stilte en toen werd het doek opzij geschoven dat de plaats van de reeds jaren geleden verwijderde deur had ingenomen. Heldar Postiga schreed binnen en eigenlijk had Jorge niets anders verwacht.
“Boa-tarde” zei de belangrijkste commandant van de orde.
“Goedendag” antwoordde Jorge schaapachtig.
“We hebben elkaar al eens ontmoet in die antiekwinkel.”
Jorge knikte bevestigend. Die ontmoeting zou hij niet snel vergeten.
“Je viel me meteen op. Enerzijds omdat een onbekende tussen een massa bekenden nu eenmaal altijd opvalt, anderzijds omdat je er geen geheim van maakte sterk met onze zaak meet te leven.”
Jorge knikte opnieuw. “Dat doe ik nog steeds.”
Heldar glimlachte. “Een gemotiveerd iemand is een aanwinst. Een te gemotiveerd iemand wekt daarentegen achterdocht op.” Hij sprak de woorden volkomen normaal uit. Niets in zijn stem deed vermoeden met welke gevoelens Heldar kampte maar terwijl hij sprak liet hij zijn vingers schijnbaar liefdevol over zijn revolver glijden als was het een aandenken aan zijn grote liefde. Opnieuw moest Jorge moeite doen om een paniekaanval de baas te blijven. Hij had in zijn carrière als privédetective al vaak voor hete vuren gestaan (meestal konden mannen niet appreciëren dat hij hun avonturen rapporteerde aan hun bedrogen echtgenote) maar hij wist dat het de eerste keer was dat hij werkelijk levensgevaar liep. Hij twijfelde er niet aan dat Heldar de revolver zou gebruiken als hij ervan overtuigd was dat Jorge de boel belazerde.
Jorge slaagde erin zijn gezicht onder controle te houden.” En wek ik nog steeds achterdocht op?”
Opnieuw verscheen er een flauwe glimlach op het gelaat van Heldar, alsof hij de vraag had verwacht. Zonder rechtstreeks antwoord te geven vertelde hij verder: “Dus nadat je was vertrokken uit die antiekwinkel heb ik je nagetrokken. We konden niet meteen een verband ontdekken. In het verleden heb je niet meteen blijk gegeven van veel appreciatie voor onze idealen.”
“Een privédetective moet neutraal blijven. Een uitgesproken mening jaagt de klanten weg.”
“En nu heb je dan toch die stap gezet? Verbazend.”
“Haast niemand weet iets van mijn overtuigingen. Bovendien gaat het echt bergaf met ons land en ons volk. En als een trotse Portugees vind ik dat daaraan iets moet veranderen”
“Waarom stem je dan niet gewoon voor een andere partij bij de eerstkomende verkiezingen?”
“Die politici zijn allemaal hetzelfde. Eén pot nat. Het maakt niet uit wie er aan het hoofd staat. Ik heb het over drastische veranderingen.”
“Iemand met idealen. Prima.” Het waren de eerste woorden van Cascata sinds Heldar het vertrek was binnengekomen. Jorge keek haar dankbaar aan. Hij had het gevoel dat ze hem wel aardig vond.. Hij kon elke steun gebruiken. Hij voelde dat dit een belangrijk gesprek was. Belangrijk voor hem, belangrijk voor Amy en Jack en misschien wel belangrijk voor Portugal. Heldar stond op en liep naar de verbazend nieuwe koelkast. Hij haalde er drie flesjes Superbock uit. In een oogwenk waren ze geopend. “We zijn niet allemaal religieuze fanatici” grinnikte Cascata.
“Bij dat doorlichten bleef je dus een leeg blad. Gelukkig was dat blad ook niet beschreven door onze regering. Dat was goed. Nog opgeluchter was ik toen bleek dat je verhaal over Fernando klopte. Die praatgrage gids had je inderdaad doorverwezen.”
“Niet bepaald slim van hem” pikte Cascata in.”Stel je eens voor dat je wel iemand met slechte bedoelingen was geweest.”
Jorge nam een slok van het koele bier. Hij begon te denken dat het gesprek de goede richting begon uit te gaan. “Maar ze hadden hem toch niet helemaal hierheen gebracht om hem dit te vertellen?”
“Een betrouwbare privédetective kunnen we goed gebruiken. Over dat “betrouwbaar” zijn de meningen nog verdeeld. Cascata hier heb je blijkbaar al helemaal ingepalmd. Mij moet je nog eventjes volledig overtuigen.”Hij keek Jorge nu doordringend aan. Die besefte dat het voor zijn gezondheid beter was om zich voorlopig nederig op te stellen en wende zijn blik dus af..
Hij ging zitten en zij nam plaats tegenover hem. Enkele seconden heerste er een complete stilte en toen werd het doek opzij geschoven dat de plaats van de reeds jaren geleden verwijderde deur had ingenomen. Heldar Postiga schreed binnen en eigenlijk had Jorge niets anders verwacht.
“Boa-tarde” zei de belangrijkste commandant van de orde.
“Goedendag” antwoordde Jorge schaapachtig.
“We hebben elkaar al eens ontmoet in die antiekwinkel.”
Jorge knikte bevestigend. Die ontmoeting zou hij niet snel vergeten.
“Je viel me meteen op. Enerzijds omdat een onbekende tussen een massa bekenden nu eenmaal altijd opvalt, anderzijds omdat je er geen geheim van maakte sterk met onze zaak meet te leven.”
Jorge knikte opnieuw. “Dat doe ik nog steeds.”
Heldar glimlachte. “Een gemotiveerd iemand is een aanwinst. Een te gemotiveerd iemand wekt daarentegen achterdocht op.” Hij sprak de woorden volkomen normaal uit. Niets in zijn stem deed vermoeden met welke gevoelens Heldar kampte maar terwijl hij sprak liet hij zijn vingers schijnbaar liefdevol over zijn revolver glijden als was het een aandenken aan zijn grote liefde. Opnieuw moest Jorge moeite doen om een paniekaanval de baas te blijven. Hij had in zijn carrière als privédetective al vaak voor hete vuren gestaan (meestal konden mannen niet appreciëren dat hij hun avonturen rapporteerde aan hun bedrogen echtgenote) maar hij wist dat het de eerste keer was dat hij werkelijk levensgevaar liep. Hij twijfelde er niet aan dat Heldar de revolver zou gebruiken als hij ervan overtuigd was dat Jorge de boel belazerde.
Jorge slaagde erin zijn gezicht onder controle te houden.” En wek ik nog steeds achterdocht op?”
Opnieuw verscheen er een flauwe glimlach op het gelaat van Heldar, alsof hij de vraag had verwacht. Zonder rechtstreeks antwoord te geven vertelde hij verder: “Dus nadat je was vertrokken uit die antiekwinkel heb ik je nagetrokken. We konden niet meteen een verband ontdekken. In het verleden heb je niet meteen blijk gegeven van veel appreciatie voor onze idealen.”
“Een privédetective moet neutraal blijven. Een uitgesproken mening jaagt de klanten weg.”
“En nu heb je dan toch die stap gezet? Verbazend.”
“Haast niemand weet iets van mijn overtuigingen. Bovendien gaat het echt bergaf met ons land en ons volk. En als een trotse Portugees vind ik dat daaraan iets moet veranderen”
“Waarom stem je dan niet gewoon voor een andere partij bij de eerstkomende verkiezingen?”
“Die politici zijn allemaal hetzelfde. Eén pot nat. Het maakt niet uit wie er aan het hoofd staat. Ik heb het over drastische veranderingen.”
“Iemand met idealen. Prima.” Het waren de eerste woorden van Cascata sinds Heldar het vertrek was binnengekomen. Jorge keek haar dankbaar aan. Hij had het gevoel dat ze hem wel aardig vond.. Hij kon elke steun gebruiken. Hij voelde dat dit een belangrijk gesprek was. Belangrijk voor hem, belangrijk voor Amy en Jack en misschien wel belangrijk voor Portugal. Heldar stond op en liep naar de verbazend nieuwe koelkast. Hij haalde er drie flesjes Superbock uit. In een oogwenk waren ze geopend. “We zijn niet allemaal religieuze fanatici” grinnikte Cascata.
“Bij dat doorlichten bleef je dus een leeg blad. Gelukkig was dat blad ook niet beschreven door onze regering. Dat was goed. Nog opgeluchter was ik toen bleek dat je verhaal over Fernando klopte. Die praatgrage gids had je inderdaad doorverwezen.”
“Niet bepaald slim van hem” pikte Cascata in.”Stel je eens voor dat je wel iemand met slechte bedoelingen was geweest.”
Jorge nam een slok van het koele bier. Hij begon te denken dat het gesprek de goede richting begon uit te gaan. “Maar ze hadden hem toch niet helemaal hierheen gebracht om hem dit te vertellen?”
“Een betrouwbare privédetective kunnen we goed gebruiken. Over dat “betrouwbaar” zijn de meningen nog verdeeld. Cascata hier heb je blijkbaar al helemaal ingepalmd. Mij moet je nog eventjes volledig overtuigen.”Hij keek Jorge nu doordringend aan. Die besefte dat het voor zijn gezondheid beter was om zich voorlopig nederig op te stellen en wende zijn blik dus af..
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
“Ben je er echt van overtuigd dat Portugal een nieuwe koers moet varen.? Dat er ingrijpende en drastische veranderingen moeten plaatsvinden?”
“Ja” was het simpele antwoord.
“Je kan geen omelet maken zonder eieren te breken. En af en toe moeten wij helaas eieren breken.”
De adem van Jorge stokte. Hij had meteen door wat Heldar bedoelde.
Die floot luid en scherp. Nauwelijks enkele seconden later kwam een ongeschoren boerenkinkel binnengewandeld. Jorge herkende hem als één van de personen die de reis hadden meegemaakt vanuit Porto in de witte Peugeot.
“Is alles in gereedheid gebracht?” vroeg Heldar. De man knikte. Heldar richtte zich vervolgens weer tot hem.”We moeten een ei gaan breken.”
“Louis Marinho” fluisterde Cascata. “Vader van drie kinderen, twee jongens en een meisje. 41 jaar, hoogopgeleid en werkend voor de binnenlandse veiligheidsdiensten. Geïnfiltreerd in onze organisatie en betrapt op het moment dat hij informatie wou doorgeven. Heel veel informatie.” Even zweeg ze en trok ze een pijnlijk gezicht. Jorge keek haar aan en begreep waarom hij al zo vaak over haar had horen praten. Ze bezat een natuurlijk schoonheid die ervoor zorgde dat je haar sympathiek moest vinden. “Waarschijnlijk draait ze elke man rond haar vinger als geen ander” flitste er door haar hoofd. “Als gevolg van zijn onderzoek hebben we een aantal onderduikadressen moeten opgeven en heeft de politie een aantal leden opgepakt.”
“Het lidmaatschap van onze organisatie is toch niet verboden? “ wierp Jorge verwonderd op.
“Het zijn ook geen achterlijke ezels in Lissabon. Zij weten ook dat wij andere ambities hebben dan goed scoren tijdens de eerstkomende verkiezingen. Voorlopig wordt alles officieel nog netjes gespeeld maar achter de schermen gaat het er heel wat grimmiger aan toe. Voor die leden hebben ze een aanklacht verzonnen. Verboden wapenbezit en dergelijke.” Even keek ze hem aan met haar grote,prachtige ogen. “Bereid je daar maar op voor” mompelde ze bezorgd en Jorge had een seconde lang het gevoel dat ze het meende.
“We kunnen hem niet vrijlaten want hij weet teveel. Gelukkig heeft hij niet alle informatie kunnen overmaken. Bovendien moeten we Lissabon laten zien dat we bereid zijn om voor onze zaak ver te gaan.”
“Wat moet gebeuren, zal gebeuren.” Het was de eerste keer sinds ze naar de kelder waren afgedaald dat Heldar iets zei. Jorge keek naar de vastgebonden en geblinddoekte man die zelf ook wist dat zijn laatste uur geslagen had. Zijn kleren zaten vol scheuren en gaten en de schrammen in zijn gezicht getuigden niet bepaald van een fijnzinnige behandeling. Jorge voelde een intens medelijden met de agent. Hij wist echter dat hij niets kon doen om hem te helpen. Het verbaasde hem overigens dat de man geen enkel geluid maakte, alsof hij zich al had neergelegd bij het onvermijdelijke. Alsof Heldar zijn gedachten ahd geraden zei hij/ ”medelijden voelen we allemaal. Het is niet gemakkelijk om iemand anders te doden. Maar denk eens aan de zaak. Die belangt alle Portugezen aan en is veel groter dan één individu. Nu komt je kans om me te overtuigen van je loyaliteit. Het is jouw taak om een einde aan deze zaak te maken.” De klap kwam harder aan dan verwacht. Jorge voelde de kleur uit zijn gezicht wegtrekken als was hij een kameleon. Een lichte paniek maakte zich van hem meester. Zijn hart klopte als een bezetene en het kon niet anders of de anderen hoorden het gedreun. ”Dit kon hij niet, dit wou hij niet!” Angstig zochten zijn ogen Cascata op zoek naar een uitweg maar ook zij stond er onbewogen bij. Zijn blik zocht verder en hij zag nu op de trap de boerenkinkel staan die een geweer op hem had gericht. Hij proefde het zout van de zweetdruppels die langs zijn wangen een weg zochten naar de grond.
“Ja” was het simpele antwoord.
“Je kan geen omelet maken zonder eieren te breken. En af en toe moeten wij helaas eieren breken.”
De adem van Jorge stokte. Hij had meteen door wat Heldar bedoelde.
Die floot luid en scherp. Nauwelijks enkele seconden later kwam een ongeschoren boerenkinkel binnengewandeld. Jorge herkende hem als één van de personen die de reis hadden meegemaakt vanuit Porto in de witte Peugeot.
“Is alles in gereedheid gebracht?” vroeg Heldar. De man knikte. Heldar richtte zich vervolgens weer tot hem.”We moeten een ei gaan breken.”
“Louis Marinho” fluisterde Cascata. “Vader van drie kinderen, twee jongens en een meisje. 41 jaar, hoogopgeleid en werkend voor de binnenlandse veiligheidsdiensten. Geïnfiltreerd in onze organisatie en betrapt op het moment dat hij informatie wou doorgeven. Heel veel informatie.” Even zweeg ze en trok ze een pijnlijk gezicht. Jorge keek haar aan en begreep waarom hij al zo vaak over haar had horen praten. Ze bezat een natuurlijk schoonheid die ervoor zorgde dat je haar sympathiek moest vinden. “Waarschijnlijk draait ze elke man rond haar vinger als geen ander” flitste er door haar hoofd. “Als gevolg van zijn onderzoek hebben we een aantal onderduikadressen moeten opgeven en heeft de politie een aantal leden opgepakt.”
“Het lidmaatschap van onze organisatie is toch niet verboden? “ wierp Jorge verwonderd op.
“Het zijn ook geen achterlijke ezels in Lissabon. Zij weten ook dat wij andere ambities hebben dan goed scoren tijdens de eerstkomende verkiezingen. Voorlopig wordt alles officieel nog netjes gespeeld maar achter de schermen gaat het er heel wat grimmiger aan toe. Voor die leden hebben ze een aanklacht verzonnen. Verboden wapenbezit en dergelijke.” Even keek ze hem aan met haar grote,prachtige ogen. “Bereid je daar maar op voor” mompelde ze bezorgd en Jorge had een seconde lang het gevoel dat ze het meende.
“We kunnen hem niet vrijlaten want hij weet teveel. Gelukkig heeft hij niet alle informatie kunnen overmaken. Bovendien moeten we Lissabon laten zien dat we bereid zijn om voor onze zaak ver te gaan.”
“Wat moet gebeuren, zal gebeuren.” Het was de eerste keer sinds ze naar de kelder waren afgedaald dat Heldar iets zei. Jorge keek naar de vastgebonden en geblinddoekte man die zelf ook wist dat zijn laatste uur geslagen had. Zijn kleren zaten vol scheuren en gaten en de schrammen in zijn gezicht getuigden niet bepaald van een fijnzinnige behandeling. Jorge voelde een intens medelijden met de agent. Hij wist echter dat hij niets kon doen om hem te helpen. Het verbaasde hem overigens dat de man geen enkel geluid maakte, alsof hij zich al had neergelegd bij het onvermijdelijke. Alsof Heldar zijn gedachten ahd geraden zei hij/ ”medelijden voelen we allemaal. Het is niet gemakkelijk om iemand anders te doden. Maar denk eens aan de zaak. Die belangt alle Portugezen aan en is veel groter dan één individu. Nu komt je kans om me te overtuigen van je loyaliteit. Het is jouw taak om een einde aan deze zaak te maken.” De klap kwam harder aan dan verwacht. Jorge voelde de kleur uit zijn gezicht wegtrekken als was hij een kameleon. Een lichte paniek maakte zich van hem meester. Zijn hart klopte als een bezetene en het kon niet anders of de anderen hoorden het gedreun. ”Dit kon hij niet, dit wou hij niet!” Angstig zochten zijn ogen Cascata op zoek naar een uitweg maar ook zij stond er onbewogen bij. Zijn blik zocht verder en hij zag nu op de trap de boerenkinkel staan die een geweer op hem had gericht. Hij proefde het zout van de zweetdruppels die langs zijn wangen een weg zochten naar de grond.
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Hij wist dat het geen grap was. Hij moest iemand neerschieten, iemand doden. Opnieuw keek hij naar de boerenkinkel in wiens ogen enkel een doffe glans te bespeuren viel. “Als ik die arme sukkelaar niet neerknal, schieten ze mij dood. Daar is geen twijfel over mogelijk.”
“Je hebt je revolver bij.. Schiet die klootzak een kogel door zijn hoofd. Hij verdient niet beter. Hij vecht tegen het Portugese volk.” Heldar nam zijn revolver en de volgende seconden beleefde hij als een droom. “Ik ben aan het slapen, dit gebeurt niet echt.” Willoos richtte hij zijn revolver op de agent. Die had zijn geblinddoekte hoofd afgewend en zei nog steeds geen woord. Heldar bewonderde hem ervoor want in zijn plaats zou hij moord en brand schreeuwen. Vanuit een ooghoek zag hij hoe Heldar een camera uit zijn broekzak viste. “Ze gaan het ook nog filmen. Ze gaan filmen dat ik iemand vermoord.”
“Komt er nog iets van?” vroeg Heldar
Er was geen uitweg. Ze hadden het vooraf zo uitgekiend. Na vandaag hadden ze hem helemaal in hun macht. Hij was een vliegje in het web van een grote spin en net als de vlieg kleefde hij aan de draden van een groter geheel. “Wel?” Hij voelde de greep van de boerenkinkel op diens geweer verstrakken. Dat was het moment waarop hij de trekker overhaalde. Hij schoot een onschuldig slachtoffer een kogel door het hoofd. Anderhalve seconde lang schokte de man na vooraleer hij roerloos bleef liggen. Anderhalve seconde die hem voor eeuwig zouden bijblijven en die hem nog vele nachten zouden wakkerhouden. Op het gezicht van Heldar verscheen een grijns. Cascata nam hem voorzichtig zijn revolver af.
“Je hebt je revolver bij.. Schiet die klootzak een kogel door zijn hoofd. Hij verdient niet beter. Hij vecht tegen het Portugese volk.” Heldar nam zijn revolver en de volgende seconden beleefde hij als een droom. “Ik ben aan het slapen, dit gebeurt niet echt.” Willoos richtte hij zijn revolver op de agent. Die had zijn geblinddoekte hoofd afgewend en zei nog steeds geen woord. Heldar bewonderde hem ervoor want in zijn plaats zou hij moord en brand schreeuwen. Vanuit een ooghoek zag hij hoe Heldar een camera uit zijn broekzak viste. “Ze gaan het ook nog filmen. Ze gaan filmen dat ik iemand vermoord.”
“Komt er nog iets van?” vroeg Heldar
Er was geen uitweg. Ze hadden het vooraf zo uitgekiend. Na vandaag hadden ze hem helemaal in hun macht. Hij was een vliegje in het web van een grote spin en net als de vlieg kleefde hij aan de draden van een groter geheel. “Wel?” Hij voelde de greep van de boerenkinkel op diens geweer verstrakken. Dat was het moment waarop hij de trekker overhaalde. Hij schoot een onschuldig slachtoffer een kogel door het hoofd. Anderhalve seconde lang schokte de man na vooraleer hij roerloos bleef liggen. Anderhalve seconde die hem voor eeuwig zouden bijblijven en die hem nog vele nachten zouden wakkerhouden. Op het gezicht van Heldar verscheen een grijns. Cascata nam hem voorzichtig zijn revolver af.
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Hoofdstuk 10
Het was de eerste keer dat ze buitenkwam sinds haar ontvoering. Haar grauwgrijze huid had het verblijf in de cel evenmin op prijs gesteld en ademde nu gretig het zonlicht in. Ze slenterde bewust want hoewel de vetklep haar had geboeid genoot ze met volle teugen van de korte wandeling. Bovendien was het een vorm van protest. Ze wilde tonen dat ze haar wil niet konden breken. Ze konden haar opsluiten, ze konden haar boeien maar ze konden haar niet bevelen niet te denken aan de vrijheid. Haar geest was vrij en dat wilde ze hen tonen. Trots hief ze haar kin de in de lucht. “Jack zou me moeten zien” flitste er door haar hoofd. “Jack. Niet aan Jack denken. Dan word je weer emotioneel. En dat mag nu zeker niet.” Voor de eerste keer zag ze waar ze haar vasthielden. Een oude boerderij op het platteland, ver verwijderd van de beschaving. “Het ziet er groen uit. Er groeien bomen. Kan ik daar iets uit afleiden?” De verklep porde haar in haar rug ten teken dat ze moest voortmaken. Ze hadden het erf overgestoken en hij leidde haar naar een klein, stenen gebouw.
Jose Silva en Enrico Gonzalez zaten ineengedoken in een bruinleren fauteuil te staren naar het grote LCD-scherm. “Peilingen over het hele land tonen aan dat de populariteit van de ridders van Christus in ijltempo toeneemt. Volgens vele Portugezen zouden zij wel eens het antwoord kunnen geven op de politieke en economische crisis die ons land teistert. Als de verkiezingen vandaag zouden plaatsvinden zou de partij kunnen rekenen op maar liefst zeventien zetels in het parlement. Het is nog nooit vertoond dat een nieuwopgerichte politieke partij meteen al zulke hoge ogen gooit. De leider van de partij Manuel Gonçalves Cerajeira toert momenteel doorheen het land om zijn standpunten te verkondigen. Vanavond is hij te gast in onze studio’s om…”“Ze noemen het een politieke partij” gromde Silva. “Een stelletje terroristen zijn het en niets meer.;”
“Ze spelen het slim. Dat incident met die politieagent was vooraf ingestudeerd om enige legitimiteit te verkrijgen. Vanaf dan telden ze mee. Ondertussen zijn ze de rijzende ster aan het firmament.”
“We weten allebei dat het criminelen zijn, maar dat ze zich goed kunnen verkopen.”
“Hmm” antwoordde Gonzalez. “De leiding speelt het spel ogenschijnlijk zuiver. Die Manuel Gonçalves Cerajeira hebben we binnenste buiten gedraaid, maar hem kunnen we niets aanwrijven. Dat zou ook niet passen bij zijn imago van ultrakatholiek. Het vuile werk laten ze opknappen door de kleine garnalen. Die zijn zeer moeilijke te traceren. Het geheel wordt gecoördineerd door Helar Postiga, maar dat is een fantoom zonder vaste verblijfplaats. ” En..als we toch zo’n kleine garnaal kunnen betrappen,, doet de organisatie het af als de typische groeipijnen bij het zoeken naar leden van een nieuwe partij. En ondertussen worden ze luid aangemoedigd door het volk”
“In moeilijke tijden kiezen mensen vaak voor extremen. Er zijn voorbeelden genoeg te vinden in de geschiedenis. Hitler kreeg zijn volk ook mee toen Duitsland gebukt ging onder een zware recessie.” Silva brieste. Hij was oprecht verontwaardigd. “Politiek is een vuil spel Er gebeuren wel vaker dingen die het daglicht niet kunnen verdagen. Maar nu is er een grens overschreden.” Diepe rimpels tekenden zich af in zijn lang voorhoofd. “Nu, ik kan de mensen wel begrijpen. Die zien begrijpelijkerwijze hoe hun gezin erop achteruitboert. Dat ze zich keren naar de luidste roepers en niet naar de omstandigheden kijken is niet meer dan normaal als je niet weet of je morgen nog een dak boven je hoofd hebt.” Hij zweeg even.”Maar toch mag dat stelletje idioten nooit aan de macht komen. Over mijn lijk!” Hij spuwde de woorden eruit. “Nooit zal ik mijn land verkopen aan een bende terroristen.”
“Het is hen nochtans menens. Vanmorgen hebben we het lijk teruggevonden van Louis Marinho, een infiltrant die we naar Porto hadden gestuurd. Een kogel door het hoofd. Het was overigens duidelijk de bedoeling dat we het lijk zouden terugvinden. Noem het maar een uitdaging”
Jose Silva moest even zijn hand voor de mond houden om zijn afschuw te verbergen. “Die kerels deinzen voor niets terug. Had hij vrouw en kinderen?”
“Hij was getrouwd en had drie kinderen.”
“Stuur zijn vrouw mijn oprechte spijtbetuigingen. En kijk dat de kinderen niets tekort komen.”
Het contrast kon niet groter zijn. De warmte van de zon op haar huid verdween ijlings voor de kilte van de oude stenen die het gebouw vormden. De kleine vensters waren met doeken geblindeerd zodat het licht zich geen weg naar binnen kon banen. Toortsen waren aan de muren gehangen en de geur van wierook was alomtegenwoordig. “Het lijkt wel op een middeleeuws decor” dacht Amy toen ze de kunstmatige kapel binnenstapte. . De kruisbeelden aan de muren maakten het geheel compleet. Een twintigtal stoelen waren in rijen van vier netjes achter elkaar geplaatst. Tegen de noordkant was een altaar gebouwd. “Ga zitten” gromde vetklep en voor de eerste keer gehoorzaamde Amy gedwee. Dit had ze niet verwacht. Al maanden vroeg ze zich af wat de reden van haar ontvoering was. Losgeld kon het niet zijn, daarvoor sleepte de zaak te lang aan. Maar aan een religieus aspect had ze niet gedacht. “Het zal toch geen sekte zijn?”dacht ze plots in paniek. “Ze gaan me toch niet ritueel offeren?”
Het was de eerste keer dat ze buitenkwam sinds haar ontvoering. Haar grauwgrijze huid had het verblijf in de cel evenmin op prijs gesteld en ademde nu gretig het zonlicht in. Ze slenterde bewust want hoewel de vetklep haar had geboeid genoot ze met volle teugen van de korte wandeling. Bovendien was het een vorm van protest. Ze wilde tonen dat ze haar wil niet konden breken. Ze konden haar opsluiten, ze konden haar boeien maar ze konden haar niet bevelen niet te denken aan de vrijheid. Haar geest was vrij en dat wilde ze hen tonen. Trots hief ze haar kin de in de lucht. “Jack zou me moeten zien” flitste er door haar hoofd. “Jack. Niet aan Jack denken. Dan word je weer emotioneel. En dat mag nu zeker niet.” Voor de eerste keer zag ze waar ze haar vasthielden. Een oude boerderij op het platteland, ver verwijderd van de beschaving. “Het ziet er groen uit. Er groeien bomen. Kan ik daar iets uit afleiden?” De verklep porde haar in haar rug ten teken dat ze moest voortmaken. Ze hadden het erf overgestoken en hij leidde haar naar een klein, stenen gebouw.
Jose Silva en Enrico Gonzalez zaten ineengedoken in een bruinleren fauteuil te staren naar het grote LCD-scherm. “Peilingen over het hele land tonen aan dat de populariteit van de ridders van Christus in ijltempo toeneemt. Volgens vele Portugezen zouden zij wel eens het antwoord kunnen geven op de politieke en economische crisis die ons land teistert. Als de verkiezingen vandaag zouden plaatsvinden zou de partij kunnen rekenen op maar liefst zeventien zetels in het parlement. Het is nog nooit vertoond dat een nieuwopgerichte politieke partij meteen al zulke hoge ogen gooit. De leider van de partij Manuel Gonçalves Cerajeira toert momenteel doorheen het land om zijn standpunten te verkondigen. Vanavond is hij te gast in onze studio’s om…”“Ze noemen het een politieke partij” gromde Silva. “Een stelletje terroristen zijn het en niets meer.;”
“Ze spelen het slim. Dat incident met die politieagent was vooraf ingestudeerd om enige legitimiteit te verkrijgen. Vanaf dan telden ze mee. Ondertussen zijn ze de rijzende ster aan het firmament.”
“We weten allebei dat het criminelen zijn, maar dat ze zich goed kunnen verkopen.”
“Hmm” antwoordde Gonzalez. “De leiding speelt het spel ogenschijnlijk zuiver. Die Manuel Gonçalves Cerajeira hebben we binnenste buiten gedraaid, maar hem kunnen we niets aanwrijven. Dat zou ook niet passen bij zijn imago van ultrakatholiek. Het vuile werk laten ze opknappen door de kleine garnalen. Die zijn zeer moeilijke te traceren. Het geheel wordt gecoördineerd door Helar Postiga, maar dat is een fantoom zonder vaste verblijfplaats. ” En..als we toch zo’n kleine garnaal kunnen betrappen,, doet de organisatie het af als de typische groeipijnen bij het zoeken naar leden van een nieuwe partij. En ondertussen worden ze luid aangemoedigd door het volk”
“In moeilijke tijden kiezen mensen vaak voor extremen. Er zijn voorbeelden genoeg te vinden in de geschiedenis. Hitler kreeg zijn volk ook mee toen Duitsland gebukt ging onder een zware recessie.” Silva brieste. Hij was oprecht verontwaardigd. “Politiek is een vuil spel Er gebeuren wel vaker dingen die het daglicht niet kunnen verdagen. Maar nu is er een grens overschreden.” Diepe rimpels tekenden zich af in zijn lang voorhoofd. “Nu, ik kan de mensen wel begrijpen. Die zien begrijpelijkerwijze hoe hun gezin erop achteruitboert. Dat ze zich keren naar de luidste roepers en niet naar de omstandigheden kijken is niet meer dan normaal als je niet weet of je morgen nog een dak boven je hoofd hebt.” Hij zweeg even.”Maar toch mag dat stelletje idioten nooit aan de macht komen. Over mijn lijk!” Hij spuwde de woorden eruit. “Nooit zal ik mijn land verkopen aan een bende terroristen.”
“Het is hen nochtans menens. Vanmorgen hebben we het lijk teruggevonden van Louis Marinho, een infiltrant die we naar Porto hadden gestuurd. Een kogel door het hoofd. Het was overigens duidelijk de bedoeling dat we het lijk zouden terugvinden. Noem het maar een uitdaging”
Jose Silva moest even zijn hand voor de mond houden om zijn afschuw te verbergen. “Die kerels deinzen voor niets terug. Had hij vrouw en kinderen?”
“Hij was getrouwd en had drie kinderen.”
“Stuur zijn vrouw mijn oprechte spijtbetuigingen. En kijk dat de kinderen niets tekort komen.”
Het contrast kon niet groter zijn. De warmte van de zon op haar huid verdween ijlings voor de kilte van de oude stenen die het gebouw vormden. De kleine vensters waren met doeken geblindeerd zodat het licht zich geen weg naar binnen kon banen. Toortsen waren aan de muren gehangen en de geur van wierook was alomtegenwoordig. “Het lijkt wel op een middeleeuws decor” dacht Amy toen ze de kunstmatige kapel binnenstapte. . De kruisbeelden aan de muren maakten het geheel compleet. Een twintigtal stoelen waren in rijen van vier netjes achter elkaar geplaatst. Tegen de noordkant was een altaar gebouwd. “Ga zitten” gromde vetklep en voor de eerste keer gehoorzaamde Amy gedwee. Dit had ze niet verwacht. Al maanden vroeg ze zich af wat de reden van haar ontvoering was. Losgeld kon het niet zijn, daarvoor sleepte de zaak te lang aan. Maar aan een religieus aspect had ze niet gedacht. “Het zal toch geen sekte zijn?”dacht ze plots in paniek. “Ze gaan me toch niet ritueel offeren?”
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Een beetje angstig ging ze zitten. Vetklep gromde goedkeurend. Acht minuten lang gebeurde er niets totdat plots enkele gedaanten in lange gewaden de kapel binnengleden. “Het is een sekte. Dat kan niets anders.” Zwijgend schreden ze langs het kleine gangpad naar een stoel om te gaan zitten. In een mum van tijd was de kapel gevuld. Opnieuw maakte een gewijde stilte zich van de ruimte meester en opnieuw duurde het meerdere minuten vooraleer er iets gebeurde. Amy was helemaal niet op haar gemak. Ze voelde de stress vanuit haar onderbuik omhoog kruipen als was het een spin die over haar lichaam trok. Uiteindelijk kwam er nog iemand binnen. Alle aanwezigen gingen recht staan en Amy wist niet goed of dat ook van haar werd verwacht. Eén blik richting vetklep was voldoende om haar te overtuigen het voorbeeld van de anderen te volgen. Amy wierp een steelse blik op de man die duidelijk met de nodige adoratie werd behandeld. Ze schatte hem een jaar of vijftig. Hij had het kleine altaar van de kapel bereikt en keek goedkeurend naar de aanwezigen. Op zijn teken ging iedereen terug zitten. Om de één of andere reden verwachtte Amy een speech maar de man vooraan zette een gebed in. Reeds na enkele woorden kreeg hij bijval van de volledige kapel. Amy herkende het gebed. “Ik geloof in God, de Almachtige Vader, de Schepper van hemel en aarde. En in Jezus Christus, zijn enige zoon en onze Heer…” Tot driemaal toe werd het gebed herhaald. Amy stond er wat beduusd bij, zich nog steeds afvragend wat haar rol in deze ceremonie was. Toen de woorden uitstierven, ging iedereen terug zitten. De man vooraan draaide zijn rug, ging op zijn knieën zitten en keek naar het kruis dat tegen de muur achter het altaar hing. Hij hief de armen. “Moge God onze strijd zegenen. Onze heilige strijd tegen de ketters en de individualisten van onze maatschappij. “Ketters? Heilige strijd? Een herkenbare retoriek” dacht Amy. Ze bekeek de man vooraan nu een beetje aandachtiger. “Het mag hier dan wel verdacht veel lijken op een zondagmorgen uit het Vlaanderen van de jaren ’60, toch ben ik er zeker van dat die man geen priester is. “
Als om haar gedachten te logestraffen, draaide Manuel Gonçalves Cerajeira zich om. “Kom naar voren om de heilige communie te ontvangen”.”
Langzaam stond iedereen op en schuifelde naar voren. Vetklep gaf een teken dat Amy moest volgen. Een beetje onhandig schoof ze aan in de rij.
“Het lichaam van Christus”
“Amen.”
“Het lichaam van Christus.”
“Amen.”
Ze stond nu voor hem. Aan niets kon ze opmerken dat hij haar anders zou bejegenen dan de anderen.
“Het lichaam van Christus.”
Even twijfelde ze. “Amen.” Het zou haar niet helpen deze duidelijk belangrijke man tegen de kar te stoten. Daar was ze wel van overtuigd.
Na de communie volgden nog wat gebeden. Tenslotte verliet iedereen de kapel. Amy wou volgen,maar vetklep hield haar tegen en gebaarde haar vervolgens te blijven zitten. “Nu gaat het uitkomen. Nu ga ik eindelijk te weten komen wat ik hier doe” flitste er door haar hoofd.
Als om haar gedachten te logestraffen, draaide Manuel Gonçalves Cerajeira zich om. “Kom naar voren om de heilige communie te ontvangen”.”
Langzaam stond iedereen op en schuifelde naar voren. Vetklep gaf een teken dat Amy moest volgen. Een beetje onhandig schoof ze aan in de rij.
“Het lichaam van Christus”
“Amen.”
“Het lichaam van Christus.”
“Amen.”
Ze stond nu voor hem. Aan niets kon ze opmerken dat hij haar anders zou bejegenen dan de anderen.
“Het lichaam van Christus.”
Even twijfelde ze. “Amen.” Het zou haar niet helpen deze duidelijk belangrijke man tegen de kar te stoten. Daar was ze wel van overtuigd.
Na de communie volgden nog wat gebeden. Tenslotte verliet iedereen de kapel. Amy wou volgen,maar vetklep hield haar tegen en gebaarde haar vervolgens te blijven zitten. “Nu gaat het uitkomen. Nu ga ik eindelijk te weten komen wat ik hier doe” flitste er door haar hoofd.
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Ze waren nog met z’n drieën. Vetklep stond achter haar terwijl zij gespannen op de stoel zat, de benen gekruist. Flauw glimlachend kwam de priester naar haar toe.
“Goedendag” zei hij “ik hoop dat je hebt genoten van de dienst.”
“Het was in ieder geval fijn om eens uit mijn cel te mogen” snauwde ze bits.” Vertel me wat ik hier doe, vertel me wat ik hier doe” galmde er door haar hoofd.
“Begrijpelijk. Weet je wie ik ben?”
“Geen flauw idee.”
“Mijn naam is Manuel Gonçalves Cerajeira.. Weet je nu iets meer?”
“Ik heb je naam wel eens horen vallen op de radio in mijn cel” antwoordde Amy.”Vaak samen met de woorden”onruststoker” en “gevaarlijk.”
“Hmmm. De hedendaagse media. Ik denk soms dat onze maatschappij beter zou zij zonder hen. Maar momenteel heb ik ze nodig, dat klopt.. Kijk , ik heb een bepaalde visie op het Portugal van de toekomst. Deze egoïstische, materiële maatschappij moet herschapen wordt in een katholiek paradijs waarin we wel oog hebben voor onze naasten. Het moment waarop die transformatie plaatsvindt, is, met Gods wil, dichterbij dan je denkt.”
Ze kon zich niet langer bedwingen en stelde de vraag. “Wat heb ik daarmee te maken? Ik ben niet eens Portugees. Ik ben een Belgische.”
De. priester glimlachte meewarig. “Op het moment van de transformatie zal er een offer gevraagd worden. Zoals Abraham zijn enige zoon Izaak wou offeren op de berg Moria, zo moeten wij ook God een aanbod doen opdat we in onze opzet zouden slagen.” Hij keek haar nu bezorgd aan. “Ik denk dat het misschien verstandig zou zijn om vanaf nu elke week de dienst bij te wonen. “ Hij zocht even oogcontact met vetklep. “Jésus zal ervoor zorgen dat je elke week aanwezig bent.” Amy staarde hem met open mond aan. ”Ik ben immers erg bezorgd om je zielenheil” zei hij vervolgens gemeend.
“Een offer, Izaak, Abraham, Moria,..;” Terug in haar cel moest Amy even bekomen. Haar sowieso al bleke huid had nog een wittere tint gekregen. Ze hapte even naar adem. “Had ze dat nu goed begrepen? Gingen ze haar ritueel offeren om Goed gunstig te stemmen?”
“Goedendag” zei hij “ik hoop dat je hebt genoten van de dienst.”
“Het was in ieder geval fijn om eens uit mijn cel te mogen” snauwde ze bits.” Vertel me wat ik hier doe, vertel me wat ik hier doe” galmde er door haar hoofd.
“Begrijpelijk. Weet je wie ik ben?”
“Geen flauw idee.”
“Mijn naam is Manuel Gonçalves Cerajeira.. Weet je nu iets meer?”
“Ik heb je naam wel eens horen vallen op de radio in mijn cel” antwoordde Amy.”Vaak samen met de woorden”onruststoker” en “gevaarlijk.”
“Hmmm. De hedendaagse media. Ik denk soms dat onze maatschappij beter zou zij zonder hen. Maar momenteel heb ik ze nodig, dat klopt.. Kijk , ik heb een bepaalde visie op het Portugal van de toekomst. Deze egoïstische, materiële maatschappij moet herschapen wordt in een katholiek paradijs waarin we wel oog hebben voor onze naasten. Het moment waarop die transformatie plaatsvindt, is, met Gods wil, dichterbij dan je denkt.”
Ze kon zich niet langer bedwingen en stelde de vraag. “Wat heb ik daarmee te maken? Ik ben niet eens Portugees. Ik ben een Belgische.”
De. priester glimlachte meewarig. “Op het moment van de transformatie zal er een offer gevraagd worden. Zoals Abraham zijn enige zoon Izaak wou offeren op de berg Moria, zo moeten wij ook God een aanbod doen opdat we in onze opzet zouden slagen.” Hij keek haar nu bezorgd aan. “Ik denk dat het misschien verstandig zou zijn om vanaf nu elke week de dienst bij te wonen. “ Hij zocht even oogcontact met vetklep. “Jésus zal ervoor zorgen dat je elke week aanwezig bent.” Amy staarde hem met open mond aan. ”Ik ben immers erg bezorgd om je zielenheil” zei hij vervolgens gemeend.
“Een offer, Izaak, Abraham, Moria,..;” Terug in haar cel moest Amy even bekomen. Haar sowieso al bleke huid had nog een wittere tint gekregen. Ze hapte even naar adem. “Had ze dat nu goed begrepen? Gingen ze haar ritueel offeren om Goed gunstig te stemmen?”
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Hoofdstuk 11
“Ik doe zelf helemaal niets” bonsde er door zijn hoofd. “Ik reken enkel op Jorge en verdoe voor de rest mijn tijd.” Voor de zoveelste keer zat hij op hem te wachten in de confeiteria. Dezelfde oudjes van vorige keer zaten opnieuw de krant te lezen en als Jack het zich goed herinnerde droeg de dikke uitbaatster dezelfde outfit als een week geleden. Deze keer grinnikte Jorge niet toen hij ,uiteraard veel te laat, de zaak binnenstormde. Hij bestelde zelfs geen koffie en Jack zag aan zijn gezicht dat er iets gebeurd was.
“Ze hebben me in hun net gevangen” stamelde Jorge.
“Hoe bedoel je?” vroeg Jack die ongelofelijk zijn best deed om zijn stem enigszins geruststellend te laten klinken.
Jorge zei even niets maar kapte de Superbock in een keer door zijn keelgat. “Ik heb iets moeten doen, amigo…”
“Wat heb je moeten doen?”
Opnieuw die stilte. “Iets waarop ik helemaal niet trots ben. En ze hebben het op video. Ze hebben het godverdomme gefilmd. Ze hebben me erin geluisd.” Jack had zijn Portugese vriend nog nooit in een dergelijke staat gezien.
“Als je me nu eens rustig probeert te vertellen wat er is gebeurd” siste Jack die zag dat de aandacht van de oudjes even van hun krant naar hen verschoof.
Jorge ademde diep en bestelde vervolgens nog een biertje.” Ik heb iemand moeten neerschieten. Ze dwongen me ertoe. Als ik het niet deed, koste me dat het leven. Ze hebben de moord gefilmd en het lijk gedumpt. Ze hebben me nu volledig in hun macht. Het was een idee van die klootzak van een Postiga. Daar ben ik zeker van.” Hij spuwde de woorden uit. Zijn verwrongen gezicht straalde pure woede uit en hij balde zijn vuisten samen alsof hij er zijn kostbaarste bezit in kwijt wou.
Jack keek hem met open mond aan. Hij besefte dat het weinig uitmaakte wat hij nu nog te zeggen had.. Vervolgens voelde hij een enorme angst opzwellen. “Zou Jorge eronderuit willen? Zou Jorge hem in de steek laten? Alleen kreeg hij het hier niet bolgewerkt. Zonder Jorge zag hij Amy nooit meer terug;”
“Ik haat hen. Ik haat hen echt. En ik ga ervoor zorgen dat ze hun dromen nooit verwezenlijkt krijgen; Jack zag hoe Jorges ogen terug een vuur uitstraalden dat er enkele ogenblikken geleden niet was geweest. Hij zuchtte opgelucht. Jorge liet hem niet in de steek. Tegelijk voelde hij een soort van schuldgevoel over zich neerdalen. “Wat hij aan zijn vriend vroeg was eigenlijk teveel voor één man.”
Ze praatten nog wat verder en overliepen de te volgen strategie. Na 5 minuten waren ze uitgepraat. Jack nipte nog eens van zijn koffie en wilde afrekenen. “Wat je ook doet, ga vanavond niet winkelen in het Centro Comercial de Foz. Dat zou wel eens slecht kunnen zijn voor je gezondheid.”
Zoals alle Portugese shoppingcentra was ook het Centro Comercial de Foz laat open. “Ga niet te vroeg” had Heldar gezegd “want dan vallen er teveel slachtoffers. En dat zou jammer zijn. Velen zouden een overbodige dood sterven. Maar ga ook niet te laat, want een minimum aantal doden is gerechtvaardigd met het oog op onze heilige strijd. Een uur of acht lijkt me perfect.”
“Ik doe zelf helemaal niets” bonsde er door zijn hoofd. “Ik reken enkel op Jorge en verdoe voor de rest mijn tijd.” Voor de zoveelste keer zat hij op hem te wachten in de confeiteria. Dezelfde oudjes van vorige keer zaten opnieuw de krant te lezen en als Jack het zich goed herinnerde droeg de dikke uitbaatster dezelfde outfit als een week geleden. Deze keer grinnikte Jorge niet toen hij ,uiteraard veel te laat, de zaak binnenstormde. Hij bestelde zelfs geen koffie en Jack zag aan zijn gezicht dat er iets gebeurd was.
“Ze hebben me in hun net gevangen” stamelde Jorge.
“Hoe bedoel je?” vroeg Jack die ongelofelijk zijn best deed om zijn stem enigszins geruststellend te laten klinken.
Jorge zei even niets maar kapte de Superbock in een keer door zijn keelgat. “Ik heb iets moeten doen, amigo…”
“Wat heb je moeten doen?”
Opnieuw die stilte. “Iets waarop ik helemaal niet trots ben. En ze hebben het op video. Ze hebben het godverdomme gefilmd. Ze hebben me erin geluisd.” Jack had zijn Portugese vriend nog nooit in een dergelijke staat gezien.
“Als je me nu eens rustig probeert te vertellen wat er is gebeurd” siste Jack die zag dat de aandacht van de oudjes even van hun krant naar hen verschoof.
Jorge ademde diep en bestelde vervolgens nog een biertje.” Ik heb iemand moeten neerschieten. Ze dwongen me ertoe. Als ik het niet deed, koste me dat het leven. Ze hebben de moord gefilmd en het lijk gedumpt. Ze hebben me nu volledig in hun macht. Het was een idee van die klootzak van een Postiga. Daar ben ik zeker van.” Hij spuwde de woorden uit. Zijn verwrongen gezicht straalde pure woede uit en hij balde zijn vuisten samen alsof hij er zijn kostbaarste bezit in kwijt wou.
Jack keek hem met open mond aan. Hij besefte dat het weinig uitmaakte wat hij nu nog te zeggen had.. Vervolgens voelde hij een enorme angst opzwellen. “Zou Jorge eronderuit willen? Zou Jorge hem in de steek laten? Alleen kreeg hij het hier niet bolgewerkt. Zonder Jorge zag hij Amy nooit meer terug;”
“Ik haat hen. Ik haat hen echt. En ik ga ervoor zorgen dat ze hun dromen nooit verwezenlijkt krijgen; Jack zag hoe Jorges ogen terug een vuur uitstraalden dat er enkele ogenblikken geleden niet was geweest. Hij zuchtte opgelucht. Jorge liet hem niet in de steek. Tegelijk voelde hij een soort van schuldgevoel over zich neerdalen. “Wat hij aan zijn vriend vroeg was eigenlijk teveel voor één man.”
Ze praatten nog wat verder en overliepen de te volgen strategie. Na 5 minuten waren ze uitgepraat. Jack nipte nog eens van zijn koffie en wilde afrekenen. “Wat je ook doet, ga vanavond niet winkelen in het Centro Comercial de Foz. Dat zou wel eens slecht kunnen zijn voor je gezondheid.”
Zoals alle Portugese shoppingcentra was ook het Centro Comercial de Foz laat open. “Ga niet te vroeg” had Heldar gezegd “want dan vallen er teveel slachtoffers. En dat zou jammer zijn. Velen zouden een overbodige dood sterven. Maar ga ook niet te laat, want een minimum aantal doden is gerechtvaardigd met het oog op onze heilige strijd. Een uur of acht lijkt me perfect.”
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
“Hij was er echt bij betrokken. Dat was niet wat hij had verwacht toen hij de vraag kreeg om op zoek te gaan naar een verdwenen meisje. En er was geen mogelijkheid om er tussen te knijpen. Ze hadden hem op video. Heldar had er nog niets over gezegd, maar de onuitgesproken chantage hing telkens weer in de lucht. Hij zat echt in de puree. En wat ze nu gingen doen was nog tien keer erger. Een terroristische aanslag. Het land in een collectieve chaos doen belanden.”
“De regering zal niet weten hoe te reageren. De roep om een ander bestuur zal luider klinken dan ooit” had Heldar gezegd. “Dat er slachtoffers vallen is onvermijdelijk, maar het zullen martelaren zijn-om eens de terminologie van een andere godsdienst te gebruiken.”
Het onopvallende witte busje hadden ze geparkeerd op een vijftigtal meter van de hoofingang van het winkelcentrum, in de schaduw van het drakenstadion, de thuishaven van de Portugese voetbalgigant Fc Porto. Het was een gestage stroom van bezoekers die het centrum in-en uitliepen. Alles was gepland. De winkelbediendes van drie zaken waren betrokken partij. In hun winkels zouden de bommen worden afgeleverd om 5 minuten later te ontploffen. De zaken waren zorgvuldig uitgekozen. Een bekende boetiek, waar altijd mensen op zoek waren naar de laatste kortingen, een supermarkt waar heel wat klanten nog laat hun inkopen kwamen doen en een boekhandel die ook altijd volk trok. Heldar had hem uitgekozen om het geheel te coördineren. Zijn taak bestond erin om de bomkoeriers af te zetten en terug op te pikken nadat ze hun explosieve pakketjes hadden afgeleverd. Hij moest vervolgens naar een safehuis rijden in de buurt van het historische centrum en daar de nacht doorbrengen. Ter plaatse zou de witte bestelwagen afgebroken worden want je kon er donder op zeggen dat de veiligheidsdiensten hem later op de videobeelden van de bewakingscamera’s zouden opmerken. Cascata was één van de koeriers. Niets aan haar houding deed vermoeden dat ze binnen een 10-tal minuten een dodelijke boodschap ging doen. Integendeel, naar goede gewoonte flirtte ze met hem. “Weet je dat je best sexy bent, als je zorgelijk kijkt?” Hij kon het niet geloven. Normaal was hij het die de vrouwen om de vinger wond. Maar Cascata was uit een ander hout gesneden. Ze verslond mannen met huid en haar, maar voorlopig had hij de boot steeds afgehouden. Waarschijnlijk intrigeerde het haar en was dat de reden waarom ze steeds opnieuw probeerde. Ze was een gevaarlijke vrouw die duidelijk gewend was haar zin te krijgen. “Erg sexy” fluisterde ze in zijn oor terwijl ze met haar hand langzaam over zijn lid streelde. Ondanks de spanning reageerde dat lid meteen en Jorge merkte de vergenoegde glimlach om Cascata’s mond meteen op.Hij nam haar hand en legde het terug op haar schoot.” Wel meerdere vrouwen hebben me dat gezegd” fluisterde hij terug “maar deze zaak is te belangrijk om nu aandacht te besteden aan geflikflooi.” Het deed hem deugd te zien dat de glimlach om haar mond verdween als sneeuw voor de zon.
“De regering zal niet weten hoe te reageren. De roep om een ander bestuur zal luider klinken dan ooit” had Heldar gezegd. “Dat er slachtoffers vallen is onvermijdelijk, maar het zullen martelaren zijn-om eens de terminologie van een andere godsdienst te gebruiken.”
Het onopvallende witte busje hadden ze geparkeerd op een vijftigtal meter van de hoofingang van het winkelcentrum, in de schaduw van het drakenstadion, de thuishaven van de Portugese voetbalgigant Fc Porto. Het was een gestage stroom van bezoekers die het centrum in-en uitliepen. Alles was gepland. De winkelbediendes van drie zaken waren betrokken partij. In hun winkels zouden de bommen worden afgeleverd om 5 minuten later te ontploffen. De zaken waren zorgvuldig uitgekozen. Een bekende boetiek, waar altijd mensen op zoek waren naar de laatste kortingen, een supermarkt waar heel wat klanten nog laat hun inkopen kwamen doen en een boekhandel die ook altijd volk trok. Heldar had hem uitgekozen om het geheel te coördineren. Zijn taak bestond erin om de bomkoeriers af te zetten en terug op te pikken nadat ze hun explosieve pakketjes hadden afgeleverd. Hij moest vervolgens naar een safehuis rijden in de buurt van het historische centrum en daar de nacht doorbrengen. Ter plaatse zou de witte bestelwagen afgebroken worden want je kon er donder op zeggen dat de veiligheidsdiensten hem later op de videobeelden van de bewakingscamera’s zouden opmerken. Cascata was één van de koeriers. Niets aan haar houding deed vermoeden dat ze binnen een 10-tal minuten een dodelijke boodschap ging doen. Integendeel, naar goede gewoonte flirtte ze met hem. “Weet je dat je best sexy bent, als je zorgelijk kijkt?” Hij kon het niet geloven. Normaal was hij het die de vrouwen om de vinger wond. Maar Cascata was uit een ander hout gesneden. Ze verslond mannen met huid en haar, maar voorlopig had hij de boot steeds afgehouden. Waarschijnlijk intrigeerde het haar en was dat de reden waarom ze steeds opnieuw probeerde. Ze was een gevaarlijke vrouw die duidelijk gewend was haar zin te krijgen. “Erg sexy” fluisterde ze in zijn oor terwijl ze met haar hand langzaam over zijn lid streelde. Ondanks de spanning reageerde dat lid meteen en Jorge merkte de vergenoegde glimlach om Cascata’s mond meteen op.Hij nam haar hand en legde het terug op haar schoot.” Wel meerdere vrouwen hebben me dat gezegd” fluisterde hij terug “maar deze zaak is te belangrijk om nu aandacht te besteden aan geflikflooi.” Het deed hem deugd te zien dat de glimlach om haar mond verdween als sneeuw voor de zon.
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Hij keek even op zijn horloge. Nog vier minuten voordat de koeriers zouden vertrekken. Het liefst was hij nu gewoon doorgereden naar het dichtstbijzijnde politiekantoor. Maar hij wist dat dat geen goed idee was. Ten eerste was hij niet zeker of hij de aanwezige agenten kon vertrouwen en vervolgens realiseerde hij zich dat hij zo dood zou zijn als het opgegraven lichaam van de allereerst gevonden Egyptische mummie wanneer hij zich zelfs maar een millimeter van het vooraf uitgestippelde pad zou begeven. Ondanks haar bekoorlijke glimlach zou Cascata geen moment mededogen kennen. Nog twee minuten. De tijd kroop voorbij. Hij zweette als een rund en haalde een beduimelde zakdoek boven. “Die zat waarschijnlijk al in mijn broekzak toen ik nog nooit van de orde had gehoord” dacht hij. “Een gelukzalige tijd.” Nog 30 seconden. Tweeëneenhalve ademstoot verder opende iemand de deuren en zonder een woord stapten Cascata en de drie anderen naar buiten. Ze zagen er precies uit zoals alle andere shoppers. Jorge keek hen na en zag dat ze in een mum van tijd waren opgegaan in de massa. “Nu heb je de kans om weg te rijden” flitste erdoor zijn hoofd. “Er zit niemand meer in het busje.” Maar hij bleef staan. Als hij wegreed zou dat niet baten, het was nu te laat om luidkeels om hulp te roepen. Bovendien hadden ze nog steeds de video en had hij beloofd aan Jack dat hij hemel en aarde zou bewegen om Amy terug te vinden. En ten slotte had hij een pact met zichzelf gesloten dat hij deze misdadige bende een halt zou toeroepen. Als hij nu wegreed, waren alle kansen verkeken.
Met nog geen 20 seconden tussentijd arriveerden ze terug aan het busje. Uiteraard was Cascata de eerste. Toen de vierde persoon was ingestapt gebood ze enkel: “Weg. Niet te snel. Dat zou opvallen.” Jorge zette de wagen in eerste en reed bedaard de parkeerplaats uit. Hij zag de spanning op de gezichten van de anderen. Hij nam de afslag aan het stadion en reed vervolgens de autostrade op richting historisch centrum. Na een kleine 700 meter hoorde hij de knal. Niemand zei een woord.
Jack lag op het eenvoudige eenpersoonsbed naar de televisie te staren. Ondanks de waarschuwing van Jorge was hij verbijsterd door wat hij zag. Hij voelde dat de gebeurtenissen van die dag een beslissende fase inluiden.
“Drie zware explosies in het winkelcentrum Comercial de Foz kostten 17 mensen het leven” debiteerde de nieuwslezer met een stalen gezicht.”Daarnaast is er een enorme ravage ontstaan in het winkelcentrum. Hartverscheurende taferelen van jonge moeders die ondanks de economische crisis toch nog inkopen deden om hun families te voeden en dat met hun leven bekochten. Duidelijk is dat de bommen moedwillig geplaatst werden. Over het motief van de daders tast de regering voorlopig in het duister maar de Orde van Christus heeft al met afschuw gereageerd en gesteld dat hij duidelijk buitenlandse krachten aan het werk zijn die er alles voor over hebben om de Portugezen angst aan te jagen en het land in chaos te storten. We gaan over naar onze correspondent ter plaatse…”
Jack schakelde de televisie uit. “Ongelooflijk tot wat de orde in staat is “mompelde hij tegen zichzelf. “Zouden de Portugezen dat verhaaltje van die buitenlandse terroristen werkelijk slikken?” Hij stelde zichzelf een retorische vraag.Meteen gingen zijn gedachten over naar Amy. “Als ze tot zoiets in staat waren, hoeveel hoop mocht hij dan nog koesteren dat ze in leven was?”
Met nog geen 20 seconden tussentijd arriveerden ze terug aan het busje. Uiteraard was Cascata de eerste. Toen de vierde persoon was ingestapt gebood ze enkel: “Weg. Niet te snel. Dat zou opvallen.” Jorge zette de wagen in eerste en reed bedaard de parkeerplaats uit. Hij zag de spanning op de gezichten van de anderen. Hij nam de afslag aan het stadion en reed vervolgens de autostrade op richting historisch centrum. Na een kleine 700 meter hoorde hij de knal. Niemand zei een woord.
Jack lag op het eenvoudige eenpersoonsbed naar de televisie te staren. Ondanks de waarschuwing van Jorge was hij verbijsterd door wat hij zag. Hij voelde dat de gebeurtenissen van die dag een beslissende fase inluiden.
“Drie zware explosies in het winkelcentrum Comercial de Foz kostten 17 mensen het leven” debiteerde de nieuwslezer met een stalen gezicht.”Daarnaast is er een enorme ravage ontstaan in het winkelcentrum. Hartverscheurende taferelen van jonge moeders die ondanks de economische crisis toch nog inkopen deden om hun families te voeden en dat met hun leven bekochten. Duidelijk is dat de bommen moedwillig geplaatst werden. Over het motief van de daders tast de regering voorlopig in het duister maar de Orde van Christus heeft al met afschuw gereageerd en gesteld dat hij duidelijk buitenlandse krachten aan het werk zijn die er alles voor over hebben om de Portugezen angst aan te jagen en het land in chaos te storten. We gaan over naar onze correspondent ter plaatse…”
Jack schakelde de televisie uit. “Ongelooflijk tot wat de orde in staat is “mompelde hij tegen zichzelf. “Zouden de Portugezen dat verhaaltje van die buitenlandse terroristen werkelijk slikken?” Hij stelde zichzelf een retorische vraag.Meteen gingen zijn gedachten over naar Amy. “Als ze tot zoiets in staat waren, hoeveel hoop mocht hij dan nog koesteren dat ze in leven was?”
Laatst gewijzigd door venmaaseik op 06 jun 2012 13:36, 1 keer totaal gewijzigd.
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Zonder verpinken maar met een grimmige trek om de mond leidde Jorge het busje door het Portugese verkeer. Hij was een typisch Portugese chauffeur wat betekende dat hij gretig gebruik maakte van zijn toeter en de voorrangsregels voortdurend in zijn voordeel veranderde. Toch wist hij steeds heelhuids zijn bestemming te bereiken en dat was nu niet anders. Ze reden onder de lage garagepoort van het safehuis, in een achterafstraat in Ribeira, door. Meteen viel de poort achter hen dicht en voor het eerst zag Jorge de intense spanning van het gezicht van zijn medestanders wijken. Ze begonnen te lachen. “Waarschijnlijk een natuurlijke reflex om de opgebouwde spanning te laten ontsnappen.”
“Goed gedaan mannen” riep Cascata tussen twee lachbuien door. “We gaan boven iets drinken op het succes en straks als het donker wordt, verlaten we dit huis. Vannacht stuurt Heldar enkele mannetjes die het busje volledig klaarmaken voor de sloop.”
“Heb je iets in huis? Ik kan wel iets strafs gebruiken” grinnikte Bruno, de lompe kracht die nauwelijks vijftig minuten geleden een bompakket had afgeleverd in de boekhandel.
“Natuurlijk, er staan zekere enkele flessen ginjinha op ons te achten. Kersenlikeur. Ik weet nu al dat ik morgen een kater zal hebben die me tot de avond in bed zal houden. Maar nu gaan we feesten.” Ze liep de trap op en iedereen staarde naar haar verrukkelijke billen. “Kom mannen, vandaag is de revolutie pas echt begonnen.”
Jorge talmde maar de anderen waren te opgewonden om het op te merken. Toen ook Bruno de trap beklom, draaide hij zich vliegensvlug om en trok twee foto’s met zijn GSM van het busje. Hij wist niet waarom hij het deed, maar hij had het gevoel dat die foto’s later nog van pas zouden komen.
“Hey lekkertje, waar blijf je?” riep Cascata met een hese stem.
“Ik kom.” Hij besefte dat hij vandaag toneel zou moeten spelen. De anderen waren in een overwinningsroes en van hem werd hetzelfde verwacht. Hij zou een theaterstuk opdissen waar zelfs de beste acteurs jaloers op konden zijn.Snel stak hij zijn gsm weg en met twee treden tegelijk beklom hij de trap.
Ze was dronken en kroop opnieuw naar hem toe. Langzaam vleide ze zich tegen hem aan en hij rook zowel de kersenlikeur als haar aangenaam vrouwelijk parfum. Ze voelde op en top vrouwelijk en ook al wist Jorge dat ze een feeks was, toch reageerde zijn lichaam meteen op haar aanwezigheid. Onder zijn donkerblauwe jeansbroek zwol zijn piemel. “Nu wil ik wel eens weten” fluisterde ze in zijn oor “waarom je me zo lang blijft weerstaan? Je bent toch wel hetero?” vroeg ze vervolgens spottend. “ Wat een overdreven zelfvertrouwen” dacht Jorge “Deze vrouw is gewend iedereen te krijgen die ze wil wanneer ze wil. Eigenlijk een beetje zoals ikzelf” moest hij vervolgens tot zijn schaamte bekennen.
“Ik wou me concentreren op de revolutie Cascata” was zijn tamme excuus.
“Vandaag hebben we genoeg gedaan voor de revolutie. Het is tijd om even aan onszelf te denken.” Ze knoopte haar blouse langzaam open en haar welvingen waren meteen duidelijk zichtbaar. Ze was een hongerige vrouw die haar prooi niet liet ontsnappen.
“Ik ging acteren en ik zal acteren” dacht Jorge. “Maar wel op mijn voorwaarden, niet op de hare.” Zonder waarschuwing trok hij haar omlaag en kuste gretig haar lippen terwijl zijn hand ervaren een weg vond in haar slipje. Een seconde was ze van haar stuk gebracht maar daarna beantwoordde ze zijn kus en lagen ze midden van de kamer te stoeien zich niet generend voor de andere stomdronken mannen.
Ze was in slaap gevallen en hij wist dat ze zich die fout later zou verwijten. Het was nooit haar bedoeling geweest om ’s nachts nog in het huis te zijn. Hij had haar geproefd en op alle mogelijke manieren genomen en ze was verbaasd om zijn kracht. Zoals alle vrouwen zou ze terug naar hem komen en dat gaf hem een onwezenlijk machtig gevoel. “Toch iets dat hij controleerde.” Hij hoorde plots gestommel in de garage en besefte dat Heldars’ mannetjes warren gearriveerd om het busje te vernielen. Hij wekte haar en met een slaapdronken blik keek ze hem aan.
“Goed gedaan mannen” riep Cascata tussen twee lachbuien door. “We gaan boven iets drinken op het succes en straks als het donker wordt, verlaten we dit huis. Vannacht stuurt Heldar enkele mannetjes die het busje volledig klaarmaken voor de sloop.”
“Heb je iets in huis? Ik kan wel iets strafs gebruiken” grinnikte Bruno, de lompe kracht die nauwelijks vijftig minuten geleden een bompakket had afgeleverd in de boekhandel.
“Natuurlijk, er staan zekere enkele flessen ginjinha op ons te achten. Kersenlikeur. Ik weet nu al dat ik morgen een kater zal hebben die me tot de avond in bed zal houden. Maar nu gaan we feesten.” Ze liep de trap op en iedereen staarde naar haar verrukkelijke billen. “Kom mannen, vandaag is de revolutie pas echt begonnen.”
Jorge talmde maar de anderen waren te opgewonden om het op te merken. Toen ook Bruno de trap beklom, draaide hij zich vliegensvlug om en trok twee foto’s met zijn GSM van het busje. Hij wist niet waarom hij het deed, maar hij had het gevoel dat die foto’s later nog van pas zouden komen.
“Hey lekkertje, waar blijf je?” riep Cascata met een hese stem.
“Ik kom.” Hij besefte dat hij vandaag toneel zou moeten spelen. De anderen waren in een overwinningsroes en van hem werd hetzelfde verwacht. Hij zou een theaterstuk opdissen waar zelfs de beste acteurs jaloers op konden zijn.Snel stak hij zijn gsm weg en met twee treden tegelijk beklom hij de trap.
Ze was dronken en kroop opnieuw naar hem toe. Langzaam vleide ze zich tegen hem aan en hij rook zowel de kersenlikeur als haar aangenaam vrouwelijk parfum. Ze voelde op en top vrouwelijk en ook al wist Jorge dat ze een feeks was, toch reageerde zijn lichaam meteen op haar aanwezigheid. Onder zijn donkerblauwe jeansbroek zwol zijn piemel. “Nu wil ik wel eens weten” fluisterde ze in zijn oor “waarom je me zo lang blijft weerstaan? Je bent toch wel hetero?” vroeg ze vervolgens spottend. “ Wat een overdreven zelfvertrouwen” dacht Jorge “Deze vrouw is gewend iedereen te krijgen die ze wil wanneer ze wil. Eigenlijk een beetje zoals ikzelf” moest hij vervolgens tot zijn schaamte bekennen.
“Ik wou me concentreren op de revolutie Cascata” was zijn tamme excuus.
“Vandaag hebben we genoeg gedaan voor de revolutie. Het is tijd om even aan onszelf te denken.” Ze knoopte haar blouse langzaam open en haar welvingen waren meteen duidelijk zichtbaar. Ze was een hongerige vrouw die haar prooi niet liet ontsnappen.
“Ik ging acteren en ik zal acteren” dacht Jorge. “Maar wel op mijn voorwaarden, niet op de hare.” Zonder waarschuwing trok hij haar omlaag en kuste gretig haar lippen terwijl zijn hand ervaren een weg vond in haar slipje. Een seconde was ze van haar stuk gebracht maar daarna beantwoordde ze zijn kus en lagen ze midden van de kamer te stoeien zich niet generend voor de andere stomdronken mannen.
Ze was in slaap gevallen en hij wist dat ze zich die fout later zou verwijten. Het was nooit haar bedoeling geweest om ’s nachts nog in het huis te zijn. Hij had haar geproefd en op alle mogelijke manieren genomen en ze was verbaasd om zijn kracht. Zoals alle vrouwen zou ze terug naar hem komen en dat gaf hem een onwezenlijk machtig gevoel. “Toch iets dat hij controleerde.” Hij hoorde plots gestommel in de garage en besefte dat Heldars’ mannetjes warren gearriveerd om het busje te vernielen. Hij wekte haar en met een slaapdronken blik keek ze hem aan.
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Hoofdstuk 12
Tot aan de ingang van het winkelcentrum geraakte hij niet. De politie had alles hermetisch afgesloten. Lange, gele linten waren versperden de toegangswegen tot het voormalige shoppingparadijs en achter elk lint stonden twee grimmig kijkende militairen. Er was zelfs niemand die het waagde om met hen de discussie aan te gaan. Iets verderop stonden een tweehonderd mensen te betogen. Het waren de restanten van de grote betoging tegen de regering die gisteren door het stadscentrum trok. Ze droegen spandoeken met leuzen tegen het beleid en op andere banderi’s stond het kruis van de orde. Jack had zich neergezet in een glazen bushokje en hij bekeek de situatie. “Een bende naïevelingen aangevuld met aanhangers van de orde” dacht hij. “Ik vraag me eigenlijk af waarom de regering de schuld van de aanslag niet gewoon bij de orde legt?” Meteen nadat die vraag door zijn hoofd flitste, wist hij het antwoord al. ” Hoewel de regering ervan overtuigd was dat de orde erachter zat, hebben ze geen bewijzen. Niemand zal hen geloven zonder die bewijzen en ze komen in nog nauwere schoentjes terecht. De orde verwijt hen nu al voortdurend dat ze hun verantwoordelijkheid ontlopen.” Hoofdschuddend staarde hij voor zich uit. De druilerige regen paste perfect in het decor. Het geheel had iets surrealistisch, alsof hij naar een film aan het kijken was. Hij had dit al meegemaakt en een sterk dèja-vugevoel besprong hem en verspreidde zich over zijn lichaam. “Hier komt een burgeroorlog van” piepte hij in het Nederlands, zonder rekening te houden met het oude vrouwtje dat naast hem was komen zitten. De betogers liepen voorzichtig richting winkelcentrum, zonder daarbij de confrontatie met de militairen aan te gaan. Hun loze kreten klonken Jack nu nog holler in de oren.
“Hoe moest het nu verder? Wat deed hij hier nog? Die vraag had hij zich al meermaals gesteld. Zou hij zijn Amy nog terugzien? Leefde ze nog of joeg hij geesten na? Zijn afhankelijkheid van Jorge deed hem pijn tot in de diepste vezel van zijn lijf. Net toen hij wilde opstaan om terug naar zijn huurkamer te gaan, hoorde hij een kleine jongen roepen.”
Mister, hey mister.”
Verbaasd keek Jack het jongetje aan, min of meer verwachtend dat die hem om een aalmoes kwam vragen.
Buiten adem bereikte het mannetje hem en stak zijn hand uit.
De verraste uitdrukking op Jorges gezicht bracht het kereltje aan het lachen.
“In die meute daar” zei hij terwijl hij naar de betogers wees “nam een man me apart en gaf 5 € op voorwaarde dat ik u dit papiertje zou brengen.” De adem van de jongen stokte nog voortdurend van het rennen. “Hij leek gehaast en krabbelde snel wat gegevens op een blad “ vertelde de jongen vervolgens verder. “Hij leek me op zijn hoede.” Opnieuw een ademteug.
Jack nam het papiertje aan en gaf de jongen nog eens 5 €. “Dat heb je heel goed gedaan, knul.” Hij streelde hem over het hoofd en het mannetje glunderde. Waarschijnlijk niet vanwege het compliment, maar vanwege het snel verdiende geld.
Tot aan de ingang van het winkelcentrum geraakte hij niet. De politie had alles hermetisch afgesloten. Lange, gele linten waren versperden de toegangswegen tot het voormalige shoppingparadijs en achter elk lint stonden twee grimmig kijkende militairen. Er was zelfs niemand die het waagde om met hen de discussie aan te gaan. Iets verderop stonden een tweehonderd mensen te betogen. Het waren de restanten van de grote betoging tegen de regering die gisteren door het stadscentrum trok. Ze droegen spandoeken met leuzen tegen het beleid en op andere banderi’s stond het kruis van de orde. Jack had zich neergezet in een glazen bushokje en hij bekeek de situatie. “Een bende naïevelingen aangevuld met aanhangers van de orde” dacht hij. “Ik vraag me eigenlijk af waarom de regering de schuld van de aanslag niet gewoon bij de orde legt?” Meteen nadat die vraag door zijn hoofd flitste, wist hij het antwoord al. ” Hoewel de regering ervan overtuigd was dat de orde erachter zat, hebben ze geen bewijzen. Niemand zal hen geloven zonder die bewijzen en ze komen in nog nauwere schoentjes terecht. De orde verwijt hen nu al voortdurend dat ze hun verantwoordelijkheid ontlopen.” Hoofdschuddend staarde hij voor zich uit. De druilerige regen paste perfect in het decor. Het geheel had iets surrealistisch, alsof hij naar een film aan het kijken was. Hij had dit al meegemaakt en een sterk dèja-vugevoel besprong hem en verspreidde zich over zijn lichaam. “Hier komt een burgeroorlog van” piepte hij in het Nederlands, zonder rekening te houden met het oude vrouwtje dat naast hem was komen zitten. De betogers liepen voorzichtig richting winkelcentrum, zonder daarbij de confrontatie met de militairen aan te gaan. Hun loze kreten klonken Jack nu nog holler in de oren.
“Hoe moest het nu verder? Wat deed hij hier nog? Die vraag had hij zich al meermaals gesteld. Zou hij zijn Amy nog terugzien? Leefde ze nog of joeg hij geesten na? Zijn afhankelijkheid van Jorge deed hem pijn tot in de diepste vezel van zijn lijf. Net toen hij wilde opstaan om terug naar zijn huurkamer te gaan, hoorde hij een kleine jongen roepen.”
Mister, hey mister.”
Verbaasd keek Jack het jongetje aan, min of meer verwachtend dat die hem om een aalmoes kwam vragen.
Buiten adem bereikte het mannetje hem en stak zijn hand uit.
De verraste uitdrukking op Jorges gezicht bracht het kereltje aan het lachen.
“In die meute daar” zei hij terwijl hij naar de betogers wees “nam een man me apart en gaf 5 € op voorwaarde dat ik u dit papiertje zou brengen.” De adem van de jongen stokte nog voortdurend van het rennen. “Hij leek gehaast en krabbelde snel wat gegevens op een blad “ vertelde de jongen vervolgens verder. “Hij leek me op zijn hoede.” Opnieuw een ademteug.
Jack nam het papiertje aan en gaf de jongen nog eens 5 €. “Dat heb je heel goed gedaan, knul.” Hij streelde hem over het hoofd en het mannetje glunderde. Waarschijnlijk niet vanwege het compliment, maar vanwege het snel verdiende geld.
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Het was een drukke ochtend geweest die uitmondde in een nog drukkere namiddag. Jorge had de betoging aan het winkelcentrum georkestreerd zorgvuldig Cascata vermijdend. Hij wist dat ze hunkerde naar meer seks, hoewel ze dat nooit zou toegeven. Waarschijnlijk zelfs niet aan zichzelf. De seks was hem ook bevallen. Niet alleen vanwege het louter lichamelijke plezier, maar ook vanwege het feit dat hij eindelijk ergens de touwtjes in handen had. “Al dat experimenteren in het verleden is dan toch ergens goed voor geweest” ginnegapte hij. Maar snel had hij de seks en Cascata naar de achtergrond verdrongen. Hij mocht nu niet zelfvergenoegd worden. Eén fout kon fataal zijn. Een moment van onoplettendheid en ze doorprikten zijn leugens. Dus moest hij alert blijven en de betoging leiden zoals voorzien. Alles was wederom goed verlopen, al werd het even spannend toen hij Jack in de verte zag zitten. De mogelijkheid om een smsje te versturen was er niet dus was hij maar overgeschakeld naar een ouderwetse manier van communicatie. “Net een goedkoop spionageverhaal” dacht hij terwijl hij zijn boodschap ongemerkt op een briefje schreef en aan een knulletje meegaf. Gevaarlijk maar noodzakelijk. Maar vanuit zijn ooghoek en zag hij dat het mannetje zijn opdracht correct uitvoerde en niemand zich vragen stelde. Snel herbegon hij met scanderen.
Tegen de late namiddag vertrokken ze. Cascata had hem in een terreinwagen gesleurd en hartstochtelijk gekust, zonder zich iets aan te trekken van de anderen in het voertuig. Ze was duidelijk uitgelaten. Hij had haar nog nooit in een dergelijke stemming aangetroffen.
“Waar gaan we naartoe?” had hij gevraagd.
“Zal je wel zien” plaagde ze hem.
Hij trok zijn beroemde hakengezicht-zijn wenkbrauwen gekanteld en zijn ogen quasi dreigend en ze schoot in de lach. “We gaan naar de grote leider, naar Manuel Gonçalves Cerajeira. Hij wil ons persoonlijk feliciteren met het succes van de afgelopen dagen. Heldar zal er ook zijn.”
Zijn hart sloeg tweemaal over. De afgelopen weken had hij de naam honderden keren horen vallen. Op straat, in de krant en bij de sympathisanten. Hij had enkele malen in de menigte gestaan die werd toegesproken, maar nu zou hij oog in oog komen te staan met de man die Portugal naar de afgrond leidde.
“In tegenstelling tot Heldar hoeft hij zich niet te verschuilen. Als hij geen politieke meetings houdt, verblijft hij op zijn eigen landgoed. Soms draagt hij ook een kerkdienst op. Zoals vanavond.
Tegen de late namiddag vertrokken ze. Cascata had hem in een terreinwagen gesleurd en hartstochtelijk gekust, zonder zich iets aan te trekken van de anderen in het voertuig. Ze was duidelijk uitgelaten. Hij had haar nog nooit in een dergelijke stemming aangetroffen.
“Waar gaan we naartoe?” had hij gevraagd.
“Zal je wel zien” plaagde ze hem.
Hij trok zijn beroemde hakengezicht-zijn wenkbrauwen gekanteld en zijn ogen quasi dreigend en ze schoot in de lach. “We gaan naar de grote leider, naar Manuel Gonçalves Cerajeira. Hij wil ons persoonlijk feliciteren met het succes van de afgelopen dagen. Heldar zal er ook zijn.”
Zijn hart sloeg tweemaal over. De afgelopen weken had hij de naam honderden keren horen vallen. Op straat, in de krant en bij de sympathisanten. Hij had enkele malen in de menigte gestaan die werd toegesproken, maar nu zou hij oog in oog komen te staan met de man die Portugal naar de afgrond leidde.
“In tegenstelling tot Heldar hoeft hij zich niet te verschuilen. Als hij geen politieke meetings houdt, verblijft hij op zijn eigen landgoed. Soms draagt hij ook een kerkdienst op. Zoals vanavond.
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Een kerkdienst. Het was van zijn twaalfde geleden dat hij nog een misviering had bijgewoond. Toen dwong zijn moeder hem wekelijks het wijkkerkje te bezoeken opdat zijn zieltje beschermd zou blijven, nu was het de orde die hem verplichtte om zich tot God te wenden. Cascata zat naast hem. In Jorges ogen was ze de volledige antipool van een goed christen. Niet alleen haar ongeremde sekshonger maar ook haar gewetenloos karakter botsen met de deugden van de kerk. Toch hield ze haar blik strak gericht op Manuel Gonçalves Cerajeira., die vooraan net aan zijn preek was begonnen. “Zou ze ergens diep vanbinnen toch een beetje gelovig zijn?” vroeg Jorge zich af. Hoezeer Jorge ook zijn best deed om zijn aandacht bij de mis te houden, telkens opnieuw dwaalden zijn gedachten af. Schaamteloos bekeek hij de aanwezigen, waarvan hij er ondertussen een heleboel had leren kennen. Dommekracht Pedro, die hij al meermaals had ontmoet, zat geconcentreerd te luisteren. Recht van Pedro zat Bruno, die uit éénzelfde hout gesneden was. Jorge vroeg zich af of Bruno zelfs maar enige wroeging voelde voor de slachtoffers die hij gemaakt had door het plaatsen van zijn bom. Waarschijnlijk niet. “Blijf nu even geconcentreerd” gebood zijn geest. ”Straks merken ze nog dat je de hele show maar een poppenkast vindt” Opnieuw kon hij heel even zijn aandacht erbij houden, maar als snel begon hij de aanwezigen wederom te observeren. En toen zag hij haar. Hij herkende haar misschien niet meteen, maar hij wist zeker dat zij het was. Ze hoorde hier niet thuis en haar hele wezen straalde verzet uit. Ze zat links vooraan, een beetje afgeschermd van de anderen en haar mimiek straalde onverholen minachting en misschien ook een heel klein beetje angst uit. Hij keek nu wat aandachtiger en toen wist hij het zeker. Hij had Amy gevonden. Hij had Amy gevonden! Hier zat ze dan. In een kapel ergens op het platteland omgeven door religieuze fanatici en hun verpauperde volgelingen. Hij voelde meteen een enorme drang om Jack te bellen en hem het goede nieuws te melden. Maar dat kon uiteraard niet. Hij moest nu vooral rustig blijven. Hij ademde even diep uit en voelde toen een blik priemen. Hij draaide zijn hoofd en zag dat Heldar hem doordringend aankeek. “God, Geest van vernieuwing en bevrijding, geef ons nieuw leven. Doe ons elkaar zien met nieuwe ogen. Vandaag en alle dagen van ons leven.Amen.”
“Proficiat jongens.” Manuel Gonçalves Cerajeira wond er geen doekjes om. Hij was tevreden en van wat Jorge had gehoord over de man gebeurde dat slechts zelden. “Jullie actie heeft ons dichter bij ons einddoel gebracht. Het is nu enkel nog een kwestie van tijd.” Bruno glom van trots en knikte schaapachtig. Zelfs Cascata leek opgewonden en Jorge deed zijn uiterste best om ook verheugd te kijken.
“Uiteraard is het spijtig dat er slachtoffers moesten vallen. Maar weet dat deze mensen martelaren zijn en een eeuwige plaats in het paradijs wacht. Ze hebben hun leven gegeven voor een groter goed, voor een betere toekomst voor alle Portugezen. “ “Vertrouwde retroriek” dacht Jorge. Ga nu en geniet van de avond. Bestel drank zoveel jullie willen. Jorge draaide zich om en net toen hij wou vertrekken , voelde hij een arm op zijn schouder.
“Blijf even” drong Manuel Gonçalves Cerajeira aan.
“Proficiat jongens.” Manuel Gonçalves Cerajeira wond er geen doekjes om. Hij was tevreden en van wat Jorge had gehoord over de man gebeurde dat slechts zelden. “Jullie actie heeft ons dichter bij ons einddoel gebracht. Het is nu enkel nog een kwestie van tijd.” Bruno glom van trots en knikte schaapachtig. Zelfs Cascata leek opgewonden en Jorge deed zijn uiterste best om ook verheugd te kijken.
“Uiteraard is het spijtig dat er slachtoffers moesten vallen. Maar weet dat deze mensen martelaren zijn en een eeuwige plaats in het paradijs wacht. Ze hebben hun leven gegeven voor een groter goed, voor een betere toekomst voor alle Portugezen. “ “Vertrouwde retroriek” dacht Jorge. Ga nu en geniet van de avond. Bestel drank zoveel jullie willen. Jorge draaide zich om en net toen hij wou vertrekken , voelde hij een arm op zijn schouder.
“Blijf even” drong Manuel Gonçalves Cerajeira aan.
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Terwijl de anderen de kamer verlieten, maakte Manuel Gonçalves Cerajeira duidelijk dat Jorge maar even moest gaan zitten. “Dit wordt een belangrijk gesprek” besefte hij.
“Sigaar?” vroeg de grote baas. Jorge voelde aan dat het geen vraag was, maar een gebod.
“Graag” Ze staken allebei een sigaar op en de leider blies langzaam genietend de damp de warme lucht in. “Een van de weinige zonden die ik me veroorloof” vertrouwde hij Jorge toe. “Hiermee kan ik me nog echt ontspannen. Hij keek even naar zijn sigaar en kwam dan snel ter zake.
“Ik krijg voortdurend uitstekende commentaren te horen over jou. Vooral Cascata loopt zeer hoog met je op. En ik moet zeggen-de manier waarop je die bomaanslag hebt aangepakt en al die betogingen hebt georganiseerd doet leiderschapskwaliteiten vermoeden.”
“Ik doe mijn best.”
“Luister. Tot een tweetal maanden geleden waren we een ondergronde beweging. Door die stroomversnelling aan gebeurtenissen zijn we ondertussen geëvolueerd tot een politieke partij met een verborgen kalender.”
“Een beetje zoals Sinn Féin en het IRA in de jaren ’80 en ’90.”
“Inderdaad”. Manuel Gonçalves Cerajeira trok nog eens aan zijn sigaar en opnieuw viel er een korte stilte.
“En het ondergrondse werk dient enkel om politiek sterker te worden. De smerige schijnbewegingen moeten er voor zorgen dat de gewone Portugees ons politiek steunt;”
“Nu komt het voorstel” dacht Jorge.
“Het is dus heel belangrijk dat onze politiekers schone handen hebben. Dat geldt voor al onze uithangborden en openbare mensen. Ik ben de absolute leider van de orde, van de partij. Mij kunnen ze helemaal niets maken. Ik ben er zeker van dat ze op dit moment mijn appartement in Porto doorzoeken en mijn hoeve continu in de gaten houden.. Het zal niet baten, ik ben brandschoon. Om ongemerkt hier te geraken, heb ik halsbrekende toeren moeten ondernemen. Daarnaast..” Hij aarzelde even en nam de karaf met water die op het salontafeltje stond. Jorge wachtte geduldig terwijl het uithangbord zijn glas vulde. “Ook een glas? Of liever iets sterker?”
Hij had ongelooflijk zin in een gin-tonic, maar besefte dat dit niet het moment was om alcohol te drinken en schonk zichzelf dan ook maar een glas water in.
“Daarnaast zijn er de mensen die het ondergrondse werk doen en dus wel vuile handen krijgen.”
“Zoals Heldar?”
“Zoals Heldar. Uiteraard weet de geheime politie van zijn bestaan. Hij mag dus zeker niet gevonden worden. Hij verschijnt nooit meer in het openbaar –die betoging in Lissabon was de laatste keer-en hij moest steeds op zijn hoede zijn. Als zo iemand gevangen wordt genomen, zou dat een klap zijn voor de orde.”
“Opnieuw. Zoals SInn Féin. De politiekers konden ze niets maken, de IRA-leden vlogen achter de tralies.”
“Nu, na wat ik de laatste tijd heb gehoord en gezien van je zou ik graag hebben dat je je ook meer gaat richten op dat ondergrondse werk. Onder de radar verdwijnen en de geheime opdrachten uitvoeren die ervoor moeten zorgen dat we het volk achter ons hebben wanneer we weldra de regering dwingen om de macht af te staan.”
Jorge keek Gonzalez aan. “Hij wist dat hij deze promotie diende te aanvaarden.”
“Ik zal alles doen om ons succes te verzekeren.” Ik heb geen andere keuze.
“Goed dan. Heldar zal je verder inlichten”Met een handgebaar maakte hij duidelijk dat het gesprek gedaan was. Jorge draaide zich om en liep naar d deur.
“Jorge?”
Hij keek over zijn schouder.
“Stel me niet teleur. Denk aan Louis Marinho en de video.”
Het dreigement zou nog uren zijn hersenen folteren.
“Sigaar?” vroeg de grote baas. Jorge voelde aan dat het geen vraag was, maar een gebod.
“Graag” Ze staken allebei een sigaar op en de leider blies langzaam genietend de damp de warme lucht in. “Een van de weinige zonden die ik me veroorloof” vertrouwde hij Jorge toe. “Hiermee kan ik me nog echt ontspannen. Hij keek even naar zijn sigaar en kwam dan snel ter zake.
“Ik krijg voortdurend uitstekende commentaren te horen over jou. Vooral Cascata loopt zeer hoog met je op. En ik moet zeggen-de manier waarop je die bomaanslag hebt aangepakt en al die betogingen hebt georganiseerd doet leiderschapskwaliteiten vermoeden.”
“Ik doe mijn best.”
“Luister. Tot een tweetal maanden geleden waren we een ondergronde beweging. Door die stroomversnelling aan gebeurtenissen zijn we ondertussen geëvolueerd tot een politieke partij met een verborgen kalender.”
“Een beetje zoals Sinn Féin en het IRA in de jaren ’80 en ’90.”
“Inderdaad”. Manuel Gonçalves Cerajeira trok nog eens aan zijn sigaar en opnieuw viel er een korte stilte.
“En het ondergrondse werk dient enkel om politiek sterker te worden. De smerige schijnbewegingen moeten er voor zorgen dat de gewone Portugees ons politiek steunt;”
“Nu komt het voorstel” dacht Jorge.
“Het is dus heel belangrijk dat onze politiekers schone handen hebben. Dat geldt voor al onze uithangborden en openbare mensen. Ik ben de absolute leider van de orde, van de partij. Mij kunnen ze helemaal niets maken. Ik ben er zeker van dat ze op dit moment mijn appartement in Porto doorzoeken en mijn hoeve continu in de gaten houden.. Het zal niet baten, ik ben brandschoon. Om ongemerkt hier te geraken, heb ik halsbrekende toeren moeten ondernemen. Daarnaast..” Hij aarzelde even en nam de karaf met water die op het salontafeltje stond. Jorge wachtte geduldig terwijl het uithangbord zijn glas vulde. “Ook een glas? Of liever iets sterker?”
Hij had ongelooflijk zin in een gin-tonic, maar besefte dat dit niet het moment was om alcohol te drinken en schonk zichzelf dan ook maar een glas water in.
“Daarnaast zijn er de mensen die het ondergrondse werk doen en dus wel vuile handen krijgen.”
“Zoals Heldar?”
“Zoals Heldar. Uiteraard weet de geheime politie van zijn bestaan. Hij mag dus zeker niet gevonden worden. Hij verschijnt nooit meer in het openbaar –die betoging in Lissabon was de laatste keer-en hij moest steeds op zijn hoede zijn. Als zo iemand gevangen wordt genomen, zou dat een klap zijn voor de orde.”
“Opnieuw. Zoals SInn Féin. De politiekers konden ze niets maken, de IRA-leden vlogen achter de tralies.”
“Nu, na wat ik de laatste tijd heb gehoord en gezien van je zou ik graag hebben dat je je ook meer gaat richten op dat ondergrondse werk. Onder de radar verdwijnen en de geheime opdrachten uitvoeren die ervoor moeten zorgen dat we het volk achter ons hebben wanneer we weldra de regering dwingen om de macht af te staan.”
Jorge keek Gonzalez aan. “Hij wist dat hij deze promotie diende te aanvaarden.”
“Ik zal alles doen om ons succes te verzekeren.” Ik heb geen andere keuze.
“Goed dan. Heldar zal je verder inlichten”Met een handgebaar maakte hij duidelijk dat het gesprek gedaan was. Jorge draaide zich om en liep naar d deur.
“Jorge?”
Hij keek over zijn schouder.
“Stel me niet teleur. Denk aan Louis Marinho en de video.”
Het dreigement zou nog uren zijn hersenen folteren.
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Het was duidelijk voelbaar dat Heldar hem niet vertrouwde.Jorge vroeg zich af hoe dat kwam. “Hij had de man toch nooit een aanleiding geven om hem te wantrouwen? Zou het misschien het instinct van een roofdier zijn? Een man die altijd op de vlucht is, ontwikkelt misschien zo’n extra zintuig?”
Ze zaten samen in een achterafkamertje op de hoeve. “Cascata staat borg voor je. Alleen daarom draagt Manuel je voor. Cascata heeft een impact op alle mannen, zelfs op de meest gelovigen. Maar dat heb je zelf al ondervonden, natuurlijk.”
Hij was dus op de hoogte van het gestoei tussen hem en Cascata. Natuurlijk was hij op de hoogte. Zou hij ook weten dat hij het was die Cascata manipuleerde ? Voor één keer de omgekeerde wereld.
“Je zal onder de radar moeten blijven. Ik geef je straks een aantal adressen waar je ’s nachts kan schuilen. Schrijf ze niet op, leer ze uit je hoofd. Slaap elke dag op een andere plek.”
Jorge knikte zonder verder iets te zeggen. “Kijk altijd over je schouder. Check of je gevolgd wordt. Dat klinkt als een cliché, maar het is heel belangrijk. Als je gevolgd wordt neem dan een taxi en rij naar een willekeurige bestemming die niets te maken heeft met de orde.”
De regen aan tips bleef neerdalen op zijn hoofd. Na vijf minuten had Jorge al afgehaakt en was hij in gedachten bij Amy. “Wat deed ze hier en hoe haalde hij haar hier weg?”
“Luister je?”
Jorge knikte.” Natuurlijk.”
“Tenslotte.;tenslotte weet je dat het gevaarlijk is om me te bedotten. Heel gevaarlijk.”
Schijnbaar vragend fronste Jorge de wenkbrauwen.
“Ik vind je introductie in onze groep nog steeds hoogst fascinerend. Bijzonder opmerkelijk.”
Hoofdstuk 13
“Escondendo seu” Jorge had gelijk met zijn papiertje. Hij moest betogingen van de orde niet liggen bespieden. Veel te gevaarlijk. Ze kennen hem. Hij was de man van het meisje dat ze hadden ontvoerd. Hij had dus duidelijk de link gelegd tussen die ontvoering en de orde. Waarom zou hij hen anders begluren? “Maar wat kon hij in godsnaam dan wel doen? Hij verbeet de zinloosheid van de lege dagen en zette het nieuws op.
“De Portugese langetermijnrente is tot een recordhoogte gestegen. Ze steeg tot ver boven de symbolische grens van 7%. Internationale beleggers reageerden bijzonder nerveus en manen de Portugese overheid aan om harder te besparen…”
“Zich terug nuttig voelen. Iets kunnen doen voor zijn Amy. Terug gelukkig zijn in haar armen. Hij liet zich languit op de harde matras van zijn bed vallen.”
“In Guimaraes heeft een gepensioneerd koppel gezamenlijk ene einde aan hun leven gemaakt. Ze konden de eindjes niet meer aan elkaar knopen en wilden huin enige zoon niet ten laste zijn. De bedlegerige man gaf zijn vrouw rattenvergif waarna hij zichzelf ophing in de garage van hun bescheiden woning. Een afscheidsbrief werd uren later gevonden door de zoon.”
Alles om aan deze ellende te ontsnappen. Nog erger dan het gemis was het eeuwige afwachten. Jack wist niet hoe lang hij dat nog kon volhouden.
“De orde van Christus blijft stijgen in alle peilingen. De verkiezingen van 10 juni lijken een uitgemaakte zaak. Toch blijft de regering de inwoners waarschuwen voor wat zij omschrijven als “het gemanipuleer van een fanatieke organisatie.”
Ze zaten samen in een achterafkamertje op de hoeve. “Cascata staat borg voor je. Alleen daarom draagt Manuel je voor. Cascata heeft een impact op alle mannen, zelfs op de meest gelovigen. Maar dat heb je zelf al ondervonden, natuurlijk.”
Hij was dus op de hoogte van het gestoei tussen hem en Cascata. Natuurlijk was hij op de hoogte. Zou hij ook weten dat hij het was die Cascata manipuleerde ? Voor één keer de omgekeerde wereld.
“Je zal onder de radar moeten blijven. Ik geef je straks een aantal adressen waar je ’s nachts kan schuilen. Schrijf ze niet op, leer ze uit je hoofd. Slaap elke dag op een andere plek.”
Jorge knikte zonder verder iets te zeggen. “Kijk altijd over je schouder. Check of je gevolgd wordt. Dat klinkt als een cliché, maar het is heel belangrijk. Als je gevolgd wordt neem dan een taxi en rij naar een willekeurige bestemming die niets te maken heeft met de orde.”
De regen aan tips bleef neerdalen op zijn hoofd. Na vijf minuten had Jorge al afgehaakt en was hij in gedachten bij Amy. “Wat deed ze hier en hoe haalde hij haar hier weg?”
“Luister je?”
Jorge knikte.” Natuurlijk.”
“Tenslotte.;tenslotte weet je dat het gevaarlijk is om me te bedotten. Heel gevaarlijk.”
Schijnbaar vragend fronste Jorge de wenkbrauwen.
“Ik vind je introductie in onze groep nog steeds hoogst fascinerend. Bijzonder opmerkelijk.”
Hoofdstuk 13
“Escondendo seu” Jorge had gelijk met zijn papiertje. Hij moest betogingen van de orde niet liggen bespieden. Veel te gevaarlijk. Ze kennen hem. Hij was de man van het meisje dat ze hadden ontvoerd. Hij had dus duidelijk de link gelegd tussen die ontvoering en de orde. Waarom zou hij hen anders begluren? “Maar wat kon hij in godsnaam dan wel doen? Hij verbeet de zinloosheid van de lege dagen en zette het nieuws op.
“De Portugese langetermijnrente is tot een recordhoogte gestegen. Ze steeg tot ver boven de symbolische grens van 7%. Internationale beleggers reageerden bijzonder nerveus en manen de Portugese overheid aan om harder te besparen…”
“Zich terug nuttig voelen. Iets kunnen doen voor zijn Amy. Terug gelukkig zijn in haar armen. Hij liet zich languit op de harde matras van zijn bed vallen.”
“In Guimaraes heeft een gepensioneerd koppel gezamenlijk ene einde aan hun leven gemaakt. Ze konden de eindjes niet meer aan elkaar knopen en wilden huin enige zoon niet ten laste zijn. De bedlegerige man gaf zijn vrouw rattenvergif waarna hij zichzelf ophing in de garage van hun bescheiden woning. Een afscheidsbrief werd uren later gevonden door de zoon.”
Alles om aan deze ellende te ontsnappen. Nog erger dan het gemis was het eeuwige afwachten. Jack wist niet hoe lang hij dat nog kon volhouden.
“De orde van Christus blijft stijgen in alle peilingen. De verkiezingen van 10 juni lijken een uitgemaakte zaak. Toch blijft de regering de inwoners waarschuwen voor wat zij omschrijven als “het gemanipuleer van een fanatieke organisatie.”
Laatst gewijzigd door venmaaseik op 06 aug 2012 16:45, 1 keer totaal gewijzigd.