het verhaal van Xis

Hier vind je alle voltooide, overige verhalen!
Plaats reactie
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Inleiding

Voor ik jullie dit verhaal laat lezen moet ik eerst een paar dingen vertellen die vooraf gingen. Mijn naam is Dirk Summer en ik ben een schrijver. In het begin schreef ik alleen maar korte verhaaltjes of peuterverhaaltjes, maar alles veranderde na dat ik bezoek kreeg van een groep kinderen. Ik kwam net thuis van het winkelen toen ze daar zaten. Het was herfst en er waaide een frisse wind, maar toch droegen ze dunnen truitjes en korte broeken. Ze zaten helemaal tegen elkaar om het warm te krijgen. Opeens stond de oudste recht en stapte op mij af. Vlak voor me bleef hij staan en keek recht in mijn ogen. Ik bekeek hem vol verwondering: hij was rond de zestien, had pikzwart haar en smaragdgroene ogen. En op zijn voorhoofd had hij een soort tattoo dat rond zijn hoofd ging.
Hij vroeg me of ik Dirk Summer was en ik zei ja. Hij draaide zich om naar de anderen en die kwamen er ook bij staan. Hij keek weer naar me en vroeg toen of ik soms tijd had om naar hun verhaal te luisteren. Ik zag dat de kleinere een beetje aan het rillen waren dus knikte ik en liet hen binnen. Meteen maakte ik de openhaard aan en de kinderen gingen er in een cirkel voor zitten. Alleen de oudste ging bij mij aan de tafel zitten. Pak papier en een pen, u zult het nodig hebben zei de jongen opeens. Dus stond ik recht en pakte papier en pen. Toen ik alles klaar had vroeg ik naar zijn naam en eerst dacht ik dat ik het mis verstaan had, maar toen hij het herhaalde bleek dat ik het goed had gehoord. Zijn naam was Xis en hij was zestien jaar. Toen stelde hij de andere voor en begon bij de kleinste, Eno, die was elf jaar, dan kwam Owt twaalf jaar, Eerht dertien jaar, Ruof veertien jaar, Evif Vijftien jaar. Ook zij hadden zulke vreemde namen, dus vroeg ik ook waarom ze zulke vreemde namen hadden. Xis zei dat het in zijn verhaal wel duidelijk word en dus was ik wel erg benieuwd geworden naar hun verhaal. Maar voor hij zou beginnen met vertellen wou ik weten of hun ouders wisten dat ze bij mij waren. Xis keek me aan en zei toen dat ze geen ouders hadden, integendeel: niemand wist dat ze bestonden. Ik had nog niets gevraagd of hij zei weer dat ook dat zou verder duidelijk worden. Dus pakte ik een nieuw bladpapier en schreef alles op, maar dan ook alles wat Xis vertelde. En dit is wat hij vertelde:

Om te beginnen moet iedereen weten dat zowel ik als de anderen niet menselijk zijn. We zien er wel zo uit en we zijn ook hier opgevoed als mens. Daarstraks had ik onze leeftijden gezegd, maar die zijn in mensen jaren. eigenlijk zijn we veel oude, maar we weten niet hoe oud precies want het is ons nooit verteld geweest. Ongeveer een jaar geleden wisten we niet eens dat we anders waren. We leefden in een groot gebouw met een hele hoop anderen. Iedereen was per leeftijd in groepen verdeeld. Iedereen van die groep had ook dezelfde naam, buiten dat er een nummer achter werd geplaatst. Ik was Xis drie en zat in groep zes. Wij waren allemaal zestien jaar en dus ook de oudste. Soms verdwenen er, maar dat waren we zo gewoon dat niemand echt op keek. Elke dag verliep hetzelfde. We stonden op, wasten ons en trokken de kleren aan van onze groep. Iedere groep had een eigen kleur. De kleren waren eigenlijk gewoon wit, maar de boorden van de hals en mouwen hadden een kleur. Groep één was rood, twee was geel, drie was oranje, vier was groen, vijf was blauw en zes was paars. We aten in onze groep aan een aparte tafel, ook de vrije tijd na het eten was in je eigen groep. Het was strikt verboden om contact te hebben met de andere groepen en iedereen hield zich aan die regel. In iedere groep had je verschillende vriendenkringentjes. Tijdens de vrijetijd zaten die bij elkaar en deden hun ding, maar ik was altijd alleen. Door dat ik anders was en ook veel later er bij was gekomen was het moeilijk om dan nog ergens bij te horen.

Na dat we ’s morgens gegeten hadden moesten we naar de les. We leerden schrijven, lezen, rekenen, praten en nog veel meer. Persoonlijk had ik daar een hekel aan. Tijdens de lessen zat ik meestal te tekenen. Die lessen duurde tot het middageten. Na het middag eten hadden we weer wat vrij voor dat we gingen sporten. Het verschilde iedere dag. Maandag was het voetbal, dinsdag basket, woensdag volleybal, donderdag rugby en vrijdag tennis. Het weekend waren er wedstrijden waar iedereen aan mee deed. Je was niet verplicht, maar als je won mocht je de volgende week de groepsleider zijn en dat had zo een paar voordelen. Je kreeg meer vrijheid, je mocht de groepen kiezen bij de sporten en ook tijdens de Creatieve les mocht je dan kiezen wat je die dag wou doen. Vandaar dat iedereen mee deed en het was dan ook altijd heel serieus tijdens de sporten. Iedereen zag het als een voorbereiding op het komend weekend. Maar net zo als de lessen interesseerden de sporten me nooit. Wel, eigenlijk was er toch één les die ik leuk vond en dat was de Creatieve les. Dan mochten we te minsten tekenen en wat je maakte mocht mee naar je kamer. Zo had ik al een hele verzameling tekeningen die ik gemaakt had. Maar nooit liet ik ze zien aan iemand. Ik tekende iets en stak het weg nog voor de crea meester het had kunnen zien en kliederde dan maar wat op een ander blad. Maar nu ben ik weer aan het afdwalen.
We hadden dus sport na het middag eten en daarna hadden we de medische controle. Wij zelf noemde het 'de Lichting' omdat we dan een soort helm op kregen waar licht in zat. Dat licht ging heen en weer over onze tekening op ons hoofd. Dat duurde een half uur en daarna hadden we voor de rest van de dag vrij. Zo, nu weet je ongeveer hoe het ging in de Witte Boog. Zo noemde we het omdat het dak een boog was en alles was wit. Ook de meesters waren in het wit met zwarte boorden. Tot die dag wist ik niet beter dan dat ik daar zat en dat ik ‘een mens was die naar school ging’ zo als de meesters het zeiden. Maar toen gebeurde er iets wat alles veranderde.
Laatst gewijzigd door lisbeth op 16 feb 2012 23:43, 1 keer totaal gewijzigd.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Marleen
Balpen
Balpen
Berichten: 109
Lid geworden op: 12 aug 2010 11:34

Hey,

Wat een leuk verhaal! Heel origineel! En heel fantastierijk!! Dat is niet iets wat je zomaar op papier schrijft, maar iets waar je echt van te voren over na hebt gedacht.
Ik ben nieuwsgierig wat er nu veranderd is. Schrijf je binnenkort verder? Heb zin om het vervolg te lezen!!

Groetjes Marleen
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Hey,
Egt een leuke verhaal. Ik zou zeggen snel verder gaan. Je maakt me egt nieuwsgierig. In het begin dacht ik dit verhaal gaat over je zelf, dat jij die Dirk bent. Haha :P Maar dat ben je dus niet (denk ik,)
Veel succes met het schrijven. :)
Groetjes,
Jenna
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Heey, Lisbeth, welkom op het forum! We hebben hier een topic waar je je voor kunt stellen: http://www.onlineverhalen.nl/forum/viewforum.php?f=15 . Je kunt zo veel of weinig vertellen als je zelf wilt, van je schoenmaat tot je favoriete hobby's en welke kleur je echt haat :P maakt het forum altijd wat persoonlijker, vind ik zelf^^
Nu over je verhaal zelf. Het is nu vooral heel veel infodump, waardoor ik het moeilijk vind om door te lezen. Dat kan ook aan het late tijdstip lezen, maar goed haha xD Je geeft zoveel informatie in één keer dat ik echt niet meer weet wat er aan het einde van het stukje allemaal precies is langsgeweest. Ik denk dat dat veel makkelijker op te slaan is als je de info verspreid over je verhaal.
Je stukje is eigenlijk een samenvatting van wat er is gebeurd. Dat is ook een reden dat het saai is om te lezen. Ik denk dat je het een heel stuk aantrekkelijker kunt maken als je het echt vertelt, in plaats van dat je een samenvatting geeft. Begin over hoe je hp de deur opendoet na het winkelen en dat hij ziet dat er een stel kinderen in zijn woonkamer staan. Beschrijf de verbazing, daarna misschien woede omdat de kinderen waarschijnlijk hebben ingebroken, daarna weer verbazing als de hp zich realiseert hoe de kinderen gekleed zijn. En als je de dialogen uitschrijft, zal het ook een stuk fijner zijn om door te lezen.

Het spijt me als dit hard overkomt, het is niet de bedoeling om je te ontmoedigen. Ik denk dat je gewoon een verkeerde aanpak hebt gekozen om je verhaal op te schrijven. Het onderwerp en wat je tot nu toe verteld hebt, klinkt in ieder geval heel interessant! Een leuk verhaal om te lezen, als het wat beter opgeschreven is. En ik weet zeker dat dat lukt, je spelling is in ieder geval heel netjes en je beschrijft ook goed details. Alleen de verkeerde aanpak, dat is dus de tip die ik je wil geven ;)
Oh, en een paar alinea's kunnen ook geen kwaad, dat maakt de tekst wat makkelijker te doorlezen. Ik zal je ook nog aanraden om eens te kijken naar schrijflessen, die kun je hier vinden : http://www.onlineverhalen.nl/forum/viewforum.php?f=87 . Dat kan je helpen met wat kleine basics ;)
Veel succes met schrijven!
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

bedankt voor de reactie. Ik weet dat de inleiding nogal veel is, maar ik wou een beetje duidelijk maken hoe het op de plaats waar Xis is ging. Het was oorspronkelijk maar een idee die ik op geschreven had en vanaf daar heb ik verder geschreven. Verschillende mensen hebben ik dit deel laten lezen en ze wilden allemaal dat ik verder schreef dus heb ik niet veel aandacht aan dit stuk besteed. Ik zal eens zien wat ik er aan kan doen om het wat aangenamer te maken om te lezen :)
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

ik hoop dat dit deel wel duidelijker is:
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Die dag begon al vreemd. Toen we die ochtend aten ontstond er een ruzie in onze groep. Eerlijk gezegd was er niet echt een reden. De ene stootte de anderen in de zij en toen begonnen ze elkaar steeds weer terug te stootten tot ze na een poosje vechtend op de grond lagen. Het was al snel gedaan met vechten toen de meesters de twee uit elkaar haalden en naar de koelcel brachten, terwijl de rest verder moest eten en dan naar de les moesten gaan. Toen we in de eerste les kwamen zagen we dat er een nieuwe meester was. Waar de vorige was gebleven wist niemand en eerlijk gezegd maakte ons het niet uit dat we een nieuwe kregen. Het was net zo normaal als met de jongens die uit de groep verdwenen, we waren het dus al gewoon. Ik bekeek de meester heel aandachtig. Hij was nog vrij jong, ik schatte hem vijf a zes jaar ouder dan mezelf. Er was niets speciaals aan zijn uiterlijk of houding, maar toch trok zijn blik me. Er was iets in die blik die ik nog nooit gezien had bij de anderen. Waarom het me zo aantrok wist ik niet, maar het beviel me in ieder geval niet.
“Goede morgen groep zes, vanaf vandaag ben ik jullie nieuwe meester en ook krijgen jullie een nieuwe les van mij. Omdat er een paar van jullie deze ochtend met elkaar gevochten hebben is er besloten dat jullie je driftbuien zelf kunnen stoppen. We beginnen daarom ook meteen aan de eerste oefening.” De meester ging hun voor naar een paar grote matten die achter aan in de klas op de grond lagen.
“Zet jullie je maar neer zo als ik.” Zei de meester en ging in kleermakerszit op een mat zitten. Zonder enig lawaai volgde de groep zijn voorbeeld. Ik vond het een beetje vreemd en zette me dus apart van de anderen. De meester bekeek iedereen even en glimlachte toen.
“Goed, sluit nu je ogen en concentreer je. Denk aan niets, alleen maar aan rust en vrede.” Zei de meester, nog steeds glimlachend. Tot mijn verbazing zag ik dat iedereen het deed. Normaal gezien zou nu zeker één iemand vragen waarom ze dat moesten doen. Maar de vraag kwam niet. Ik keek weer naar de meester die nu ook met zijn ogen gesloten zat dus deed ik het na veel aarzelen ook maar, want hoe moeilijk kon het nu zijn? Maar wat had ik me vergist. Telkens als ik iets hoorde dwaalde mijn gedachten af en was ik aan het denken wat dat lawaai nu was. Na een poosje wou ik het opgeven toen ik iemand hoorde. Ik opende mijn ogen en keek rond wie gesproken had, maar iedereen zat nog met zijn ogen gesloten. Dus sloot ik ze ook weer en direct hoorde ik de stem weer.
“Rust, vrede, rust, vrede, rust, vrede. Pff, moeilijk hoor om aan twee dingen tegelijk te denken.” Even was het stil maar toen klonk er weer een andere stem.
“Het is allemaal zijn fout de Xis negen nu in de koelcel zit, Xis negen had niets gedaan, die anderen stampte hem zo maar. Wacht maar als ik hem te pakken krijg!” Ik was verward en wist totaal niet van waar die stemmen kwamen. Al snel klonken er meerdere stemmen in mijn hoofd en het begon me te duizelen. Toen werd alles zwart. Wanneer ik weer bij kwam lag ik in de ziekenboeg. De dokter naast me merkte dat ik recht wou gaan zitten en hield me tegen.
“Blijven liggen, je bent daarnet flauwgevallen en we weten niet wat de oorzaak er van was.” Zei hij en liep weg om de anderen te melden dat ik wakker was. Ondertussen dacht ik na over wat er gebeurd was. Wat waren die stemmen van daarstraks? Het eerste waar ik aan moest denken was dat het de gedachten van de anderen waren, maar dat was toch onmogelijk? Hoe meer ik er over na dacht hoe zekerder ik er van werd dat het de gedachtes van de groep waren geweest. De deur ging open en de dokter kwam weer binnen na zijn overleg met de anderen. Ik moest nog even een paar testjes doen en daarna mocht ik naar mijn kamer gaan.
“Rust maar uit, vandaag moet je de lessen niet volgen.” Had de dokter gezegd en zo lag ik even later op mijn bed met papier en tekengerief. Maar ik kon mijn gedachten er niet bij houden dus legde ik het gerief weg en ging op mijn bed in kleermakerszit zitten. Ik sloot mijn ogen en luisterde. Eerst gebeurde er niets; maar toen hoorde ik ze weer. Allerlei verschillende stemmen gonsde in mijn hoofd. Even leek het als of ik weer zou flauwvallen tot er één stem duidelijk naar boven kwam.
“Zo, dus jij bent nog een van de Pure?” ik dacht dat ik het verkeerd had verstaan. Maar toen klonk er gelach.
“Je hebt het goed verstaan. Jij bent nog één van de Pure anders had je me nooit kunnen verstaan.” zei de stem. Ik vroeg me af van wie die stem was.
“Wie ik ben? Hm, moeilijk te zeggen. Niet dat mijn naam moeilijk te zeggen is, het is omdat jij niets van het gebeuren hier weet. Oh en nog iets. Als je iets wil vragen, vraag het me gewoon. Niet hard op maar in je hoofd.” Ik vroeg dus wat hij bedoelde met het gebeuren hier.
“Om te beginnen ben jij niet als al de anderen hier. Ik weet dat jij later in de groep bent gekomen, kan je je nog herinneren waarom?” Uit gewoonte schudde ik mijn hoofd terwijl ik nee zei.
“wel, dat komt omdat die anderen gemaakt zijn. Om precies te zijn: zij zijn jou klonen.”
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Huh klonen, wat raar. Je maakt me egt reuze nieuwsgierig. Ga snel verder?...
XxJenna
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

haha, ja lijkt een beetje vreemd, maar het word allemaal wel duidelijk. Ik heb hier alvast nog een deel:
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Op dat moment hoorde ik voetstappen in de gang. Ik kroop rap onder mijn deken en deed alsof ik sliep. Ik hoorde de deur open gaan en iemand kwam binnen. De persoon boog zich over me en verliet toen weer de kamer. Ik wachtte nadat zijn voetstappen verdwenen waren nog even voordat ik weer in kleermakerszit ging zitten. Meteen was die ene stem er weer.
“Waarom brak je zomaar af? Dat is onbeleefd weet je?” zei de stem boos.
Ik zei dat er iemand mijn kamer binnen was gekomen en dat ik daarom deed alsof ik sliep.
“Hm, oké dan. Maar in het vervolg waarschuw je me even. Ik was net van plan om je alles uit te leggen. Denk je dat ze nog gaan komen? Want anders heeft het niet veel zin om nu alles uit te leggen.” zei de stem geïrriteerd. Ik legde hem uit dat ze waren gekomen omdat het tijd was voor de Lichting.
“Lichting?” vroeg de stem verbaasd. Ik legde dus uit wat het was.
“Oh, nu snap ik het. Het is maar best dat je daar nu niet naar toe bent gegaan.” Dit was de eerste keer dat iemand dat zei, want de meesters hadden altijd gezegd dat het heel slecht was om de Lichting te missen.
“Maar goed, zo te zien ben je in de war. Ik zal dus maar van het begin beginnen. Zoals ik al gezegd had zijn de anderen jou klonen. Ze zijn gemaakt zoals jij er uit ziet, zowel van buiten als van binnen.”
Dat vond ik nogal vreemd, want iedereen in mijn groep zag er anders uit en ze hadden ook allemaal een ander karakter dan ik. Dus vroeg ik hoe dat dan kwam.
“Dat komt omdat het kloonproces nog niet volledig werkt. Ze proberen dingen te klonen maar niet alles is hetzelfde. Hun bedoeling is om onze soort te creëren, wat tot nu toe nog niet gelukt is. Omdat ze nu willen ontdekken wat er verkeerd is gegaan of wat ze nog moeten aanpassen hebben ze alle klonen hier bij elkaar gestopt in groepen en hebben ze jou er bij gezet om jullie te kunnen vergelijken. Die Lichting, zo als jullie het noemen, is om alle vooruitgangen en veranderingen te zien via dat teken op jullie voorhoofd. Dat teken is hun wel gelukt om bij iedereen op hun voorhoofd te krijgen, maar waar het voor dient weten ze niet.” Vertelde de stem. Het waren vreemde dingen die de stem zei en het was bijna onmogelijk wat de stem vertelde. Maar ergens klopte het wel. Even bleef het stil maar toen klonk de stem weer.
“Ik denk dat dit wel genoeg informatie is voor vandaag. Ik laat je er over nadenken en zal weer met je praten wanneer je er klaar voor bent.” Zei de stem en zweeg toen. Even wachtte ik nog, maar de stem bleef weg dus ging ik weer onder mijn deken liggen. Ik probeerde alles te verwerken. Volgens de stem was ik een Pure van onze soort, wat die ook mocht zijn, en waren de anderen gemaakt door de meesters om anderen zo als mij te maken. Meteen moest ik denken aan de groepsleden die zomaar verdwenen. Waren ze weg gehaald omdat ze mislukt waren? Of was het juist omdat ze gelukt waren? Hoe meer ik er over nadacht hoe meer dingen begonnen te kloppen. De anderen uit de groep waren anders, maar toch had ieder iets van mezelf. Ik probeerde te denken aan de eerste dagen dat ik in de Witte Boog was, maar ik kon me niets meer herinneren van die dagen. Deed ik toen mee met alles? Deed ik ze toen wel graag of was er goed in of niet. Over de lessen wou ik eigenlijk het meeste weten dus nam ik een besluit: vanaf die dag zou ik alles mee doen, zelfs sport.

Die week deed ik alles mee. En al snel merkte ik waarom ik de zin kwijt was geraakt om de lessen mee te doen. Doordat ik die stemmen -die wel degelijk de gedachtes van de anderen waren- kon horen, wist ik al wat het antwoord was en bij sport wist ik ook al welke kant ze de bal of zo zouden gooien. Ik merkte ook dat de meesters het vreemd vonden dat ik weer alles mee wou doen. Zou er dan toch iets gebeurd zijn toen ik hier in het begin kwam? Maar hoeveel ik ook nadacht, hoe ik hier was gekomen bleef een wit gat. Tijdens de vrije tijd deed ik niets anders dan na denken over de woorden die de stem had gezegd. Wat als ik niet de enige was die dit kon? En als anderen het ook konden, waar zijn die? Of ik zat te piekeren over mijn soort. Stel nu dat ik de enige van mijn soort nog was? Of wat als er nog meer waren? Waar kwam ik vandaan als ik niet als de meesters was en wat deed ik in de Witte Boog?
De vragen stapelde zich op en wat ik ook probeerde, die stem kwam maar niet terug. Het begon me zodanig te irriteren dat ik er gek van werd en dat merkte de meesters ook. Normaal gezien was ik altijd een rustige en brave jongen, maar stilaan werd ik opstandig en gewelddadig. Helemaal in het begin had ik wel wat getwijfeld aan de dingen die de stem gezegd had, maar in de weken er na had ik genoeg gezien waardoor het verhaal echt moest zijn. Op de duur zat ik vaker in de koelcel dan in de lessen. Doordat ik de gedachtes van iedereen kon horen wist ik ook hoe ze dachten en vaak waren dat heel gemene dingen. Maar de grootste fout die ik maakte was tijdens sport, vijf weken na ik voor het eerst met die stem gesproken had.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Ik wi weteh wat hij fout heeft gedaan, schrijf snel verder.. Je verhaal is egt goed!
XxJenna
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

In die vijf weken had ik geprobeerd om mijn mogelijkheid van gedachten te lezen te verstoppen voor de meesters en het was me ook goed gelukt, dat dacht ik toch. Die maandag ochtend werden we vroeger wakker gemaakt dan anders. Toen we in de eetzaal kwamen zagen we, buiten de meesters, nog een groepje mensen staan. We hadden hun nog nooit gezien dus de gedachtes die ik hoorde gingen allemaal over die groep. De meester stelde hun voor als specialisten die eens kwamen kijken hoe het in deze school ging. We moesten gewoon doen zo als we altijd deden en ons niets van de groep aantrekken. De specialisten gingen na het eten, per twee, met een groep mee. Ik was niet op mijn gemak, want wat als het nu die personen waren die ons hier allemaal hadden gestoken? Ik besloot om twee keer zo goed op te passen. De eerste lessen gingen zonder probleem, ik deed gewoon mee en ook al wist ik altijd het antwoord, meestal zei ik dat ik het niet wist. De vrije tijd na het middag eten was ook nog goed, maar daarna kwam het. Het was maandag dus hadden we voetbal. We werden dan altijd in twee groepen verdeeld om dan wedstrijden tegen elkaar te spelen. De groep waar ik bij kwam was nooit blij dat ik er was. Vroeger ging ik altijd direct op de bank zitten of ik stond gewoon te dromen op het veld. Maar de laatste keren had ik toch mee gedaan en was hun gedachte al iets anders, maar toch had je er een paar die tegen me waren. Tijdens de opwarming moesten we elk met een bal een paar oefeningetjes doen en toen gebeurde het: één van de jongens die een hekel aan me had, schopte expres de bal heel hard richting mijn hoofd maar ik hield hem gewoon tegen. Dat is niet zo speciaal zou je denken, maar ik stond met mijn rug naar hem toe en ik had die bal dus niet kunnen zien. Dat was dus één ding, maar de manier hoe ik de bal tot stilstand kreeg was ook voor mij nieuw. Toen ik de gedachte van hem had gehoord draaide ik me om en stak mijn hand uit. Even bleef de bal vlak voor mijn hand in de lucht hangen en viel dan op grond nog zonder mijn hand geraakt te hebben. Iedereen staarde me aan en ik zag dat de twee specialisten druk aan het schrijven waren. Ik keek naar de jongen, Xis vijf, die de bal naar me had geschopt en er knapte iets in me. Ik werd woedend en lag even later boven op hem. Door hem was ik nu ontdekt, het was allemaal zijn schuld. De meesters kwamen naar ons toe gesneld en ze moesten met zes man me van Xis vijf af sleuren. Natuurlijk vloog ik weer in de koelcel, en terwijl ik de vorige keren altijd bleef roepen, werd ik deze keer juist heel rustig. Omdat de deur van de koelcel heel dik was kon ik de gedachtes van de anderen niet horen. Ik ging in kleermakerszit op de grond zitten en leunde met gesloten ogen tegen de muur.
“Kon je je weer niet in houden?” ik vloog recht. Het was de stem, eindelijk was hij daar! Ik was zowel kwaad als blij.
“Ik merk dat je veel meegemaakt hebt. Vertel.” En vertelde ik alles wat er gebeurd was in de voorbije vijf weken. Na ik uit verteld was bleef het een poosje stil.
“Je bent sterker dan ik had verwacht. Misschien had ik je niet alleen moeten laten voor zo lang. Maar ja, het is nu eenmaal gebeurd.” Daar moest ik hem gelijk in geven en ik was al iets minder boos.
“Hoe lang ga je hier ongeveer nog zitten denk je?” vroeg de stem opeens. Ik antwoordde dat ik het niet wist. Waarschijnlijk wel een uur of zo. De stem maakte een klakkend geluid en zei toen dat ik net toen als ons eerste gesprek moest gaan zitten. Snel rechte ik mijn rug en legde pijn handen op mijn knieën. De stem kuchte even voor hij verder ging.
“Eerst en vooral ga ik je leren hoe je al die gedachtes kan buitensluiten en hoe je ze weer kan horen. Maar dat is niet alles, zo als je al gemerkt hebt kan je meer dan alleen gedachtes lezen. Vanaf nu ga ik je leren hoe die krachten te gebruiken. Op één voorwaarde.” Op dat moment mocht ik uit de koelcel. Toch bleef de stem. Omdat ik wel wou weten wat ik nog meer kon ging ik akkoord met zijn voorwaarde. De stem leerde me alles en ik moest beloven iets te vinden waardoor ik niet meer naar de Lichting moest gaan. Al snel had ik een idee en wanneer ik het de volgende dag uittestte werkte het. Ik zorgde er gewoon voor dat ik in de namiddag iets deed waardoor ik naar de koelcel moest of ik verstopte me in mijn kast op mijn kamer. Zo gingen er weken en maanden voorbij waarin ik les kreeg en het niet werd ontdekt omdat ik niet naar de Lichting ging. In die maanden leerde ik dat mijn soort niet van deze wereld en tijd was. Mijn soort was naar deze tijd en dimensie gekomen omdat ze een soort bestanddeel nodig hadden om een vreselijke ziekte te kunnen genezen. Het enige probleem was dat ze dat bestanddeel niet in hun eigen tijd en plaats hadden. Vandaar dat ze groepen naar verschillende tijden en dimensies lieten reizen om op zoek te gaan. Ook leerde ik dat de dingen die ik kon kwamen door het teken op mijn voorhoofd. Wanneer ik mijn krachten gebruikte begon het te gloeien en lichtte het goudkleurig op. Het vreemde was dat het niet oplichtte wanneer ik gedachten las, maar de stem legde me uit dat mijn soort via gedachtes met elkaar sprak. Dus het is niet echt een kracht, het is meer een soort taal net als Frans en Engels.
Je vraagt je misschien wat ik dan nog kon buiten gedachtes lezen, dus ik zal er een paar zeggen. Met die voetbal was een tweede kracht die ik kon. Ik kon voorwerpen verplaatsen door er alleen nog maar naar te wijzen. Toen ik dat onder de knie had, begon ik zo dingen uit te spoken. Zo als pennen te verwisselen van de rechter kant van de klas met die van de linker kant of ik liet tijdens sport soms een bal tegen Xis vijf vliegen. Ik heb nog veel meer gedaan, te veel om op te noemen. Maar ik denk dat je wel dingen kunt bedenken die leuk zouden zijn als je die kracht ook had.
De derde kracht die ik had was mijn gehoor. Ik moest mijn ogen nog maar sluiten of ik hoorde alles. In het begin waren dat alleen maar de voetstappen van dicht bij, maar na die maanden kon ik echt alles horen. Ik heb nog twee andere krachten, maar die kon ik niet zo goed als de drie eerste. Volgens de stem had mijn soort dromen die een deel van de toekomst lieten zien. Wel, zo lang ik daar al zat had ik nog nooit een droom gehad, dus die kracht werkte niet. De laatste was Tijd zwerven. Net als de groepen die reisden kon ik de tijd regelen en er in wandelen. Als ik wou kon ik in nog geen seconden opeens aan de andere kant van de wereld staan. Ook kon ik de tijd langer laten lijken, bijvoorbeeld één uur dat even lang duurt als een halve dag of zo. En ook al lijkt het voor jou een halve dag, voor anderen was het maar één uur. Het was me strikt verboden door de stem om die kracht te gebruiken en dat snapte ik ook. Trouwens, waarom zou ik die willen gebruiken? Ik vond de dagen toch al te lang, dus ze verlengen had geen enkele nut voor mij. Ook al waren de lessen soms moeilijk en duurde het lang voor ik het kon, ik genoot er van. De stem was er altijd sinds die maandag, van ’s morgens tot ’s avonds was hij er en ik moest niet eens meer mijn ogen sluiten om met de stem te praten. Het was zo anders om iemand bij je te hebben met wie je kon praten en die alles begreep. In al die maanden was ik alleen met de stem en nooit hadden we er bij stil gestaan of er nog meer zouden zijn. Maar daar kwam ik al snel achter.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Woww, wat ben jij goed. Ik vind die Xis zo cool, hoee je het allemaal beschrijft hej. Egt ga verder, I love it.
XxJenna
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

ben ik blij dat je het goed vind :) hier is nog een deeltje:
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
In het begin dacht ik steeds aan die specialisten, maar na die ene dag hoorde we er niets meer van dus vergat ik hun. Had ik dat maar beter niet gedaan, want het moment dat ik ze vergat waren zij in de andere groepen en ook daar gebeurde er het één en het ander. Omdat ik die dag weer een paar keer naar de koelcel had moeten gaan kreeg ik straf tijdens onze vrije momenten, maar al snel zagen ze dat het me niet echt iets deed dus kozen ze een ander moment die ik nooit wou missen en lieten me dan de straf doen. En je kunt al raden wanneer: natuurlijk tijdens de creatieve les. Man wat was ik kwaad, daarom dat ik die dag voor de derde keer naar de koelcel moest. Toen ik er uit mocht werd ik meteen aan het werk gezet. Ik moest de sportzaal vegen, maar ik ontdekte al snel dat ze een foutje hadden gemaakt. Want toen ik de zaal binnen kwam had groep vijf sport. Ik mocht niet naar de les en de meester had me niet opgemerkt dus zette ik me in een hoekje neer en keek toe. Het was de aller eerste keer dat ik een andere groep van zo dicht bij zag en dus bekeek ik ze allemaal eens heel goed. Tot mijn verbazing zag ik daar eentje tussen zitten die net als ik pikzwart haar en smaragd groene ogen had. Ik bekeek de anderen nog eens goed en vond geen enkele andere als hij. Meteen zei ik het tegen de stem en die gaf me opdracht om die ene goed te volgen, en dat deed ik ook. Heel de sporttijd volgde ik hem met mijn ogen. Na een poosje begon ik toch te twijfelen want er gebeurde niets en wanneer ik net wou recht staan zag ik het. Onder zijn sportbandje lichtte zijn teken lichtjes op en zag ik hem de basketbal met een kleine armbeweging naar rechts bewegen en de bal viel in de ring. Ik bleef zitten en zag dat hij het iedere keer deed. Zo subtiel, dat ik daar nooit op gekomen was. Opeens hoorde ik iets vallen en keek ik naar rechts en verstijfde. Op de banken zaten dezelfde specialisten van die keer! De jongen maakte weer een punt en ik zag de specialisten naar elkaar buigen en ze begonnen te fluisteren. Het eerste wat in me op kwam was dat ik die jongen moest waarschuwen, maar hoe? Dan wist ik iets. Als hij die kracht kan gebruiken moest hij normaal ook gedachtes kunnen lezen. Op het moment dat hij weer een punt wou maken riep ik in gedachten zo hard mogelijk stop naar hem. Ik zag hem verschrikt kijken en liet de bal vallen. Ik legde hem rap uit de die specialisten zijn krachten kunnen zien ook al deed hij het zo subtiel. De jongen keek heel erg verward dus zei ik snel dat ik die avond nog wel met hem zou praten. Snel stond ik recht en ging naar mijn kamer. Daar legde ik me op mijn bed en dacht na over wat er nu precies allemaal gebeurd was daarnet. Ik was dus niet de enige van mijn soort die hier was, die jongen van groep vijf was het bewijs. Toen kreeg ik een idee. Wat als in iedere groep één van mijn soort zat? En dat de rest in de groepen de klonen van hun zijn? Als dat zou was moest ik ze zo snel mogelijk vinden voor dat die specialisten hun ook ontdekken. Maar jammer genoeg was ik al te laat, veel te laat. Maar dat ontdekte ik later pas.
Die avond, toen iedereen sliep, zocht ik contact met die van uit groep vijf. De Stem had me namelijk geleerd op zoek te gaan naar iemand zijn stralingen. Je kunt ze een beetje vergelijken met verschillende kleuren of temperaturen. Ieder mens straalt anders en zo kan ik met iemand contact maken. Het eerste wat hij zei was hij had op me gewacht. Ik verontschuldigde me over het schreeuwen tijdens sport maar hij vond het niet erg. Hij was te nieuwsgierig naar wat ik hem had te vertellen. Ik wou net alles uitleggen toen opeens de Stem er tussen kwam.
“Laat me jou eerst testen of jij ook niet één van die klonen bent.” De jongen was een hele tijd stil en ook de Stem liet niets horen. Toen ik bijna in slaap was schrok ik weer wakker van de stem.
“Je had gelijk, hij is één van ons. Vertel hem maar alles. Misschien dat hij iets over de anderen weet.” En zo begon ik dus alles te vertellen. Toen ik klaar was met vertellen zei hij dat hij er een dag over moest na denken en dat vond ik niet erg. Ik zelf had er ook een tijdje voor nodig om het te kunnen geloven. Ik was al blij genoeg dat ik niet de enige was die dit allemaal meemaakte. Die volgende dag was ik er niet echt met mijn gedachten bij, eerlijk gezegd kon ik niet wachten tot het weer nacht was. Want dan zou ik horen wat de jongen van groep vijf had besloten. De dag leek dus ook uren te duren maar eindelijk was het dus avond. Meteen zocht contact met hem. Ik was van plan om hem er over te vragen, maar hij begon er zelf al over. Tot mijn opluchting geloofde hij alles. Hij vroeg wat er nu gaat gebeuren. Ik zei dat we de anderen moesten vinden en dan opzoek moesten gaan naar een uitweg. We besloten dat we samen een plan zouden maken om weg te geraken uit de Witte Boog en terug te keren met zijn zessen naar ons huis. Maar zo als ik al had gezegd waren we veel te laat. Want de volgende dag was een dag die we nooit maar dan ook nooit zouden kunnen en willen vergeten.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Elke keer bij een spannende stukje stoppen he. Maar ik vind het egt tof van je dat je zo vaak als je kan post. Schrijf snel verder :P
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

het verhaal is nog niet helemaal af, dit is nu het laatste wat ik geschreven had. Maar ik ben bezig met het volgende deel en wanneer het af is post ik het zo snel mogelijk :)
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Die ochtend mocht ik tot mijn verbazing helemaal niet naar de lessen. Ik werd na het ontbijt opgehaald door een meester die ik nog nooit gezien had en werd naar een aparte kamer gebracht. Buiten een tafel, een stoel en een paar voorwerpen op die tafel was de kamer leeg. De meester liet me alleen en ik hoorde het geluid van een sleutel dat de deur op slot draaide. Ik snapte er echt niets van en zette me dus maar neer op de stoel. Na een poosje begon ik uit verveling met de Stem praten. Ik legde hem uit waar ik was en wat er allemaal was.
“Pas maar op, volgens mij heeft het met die specialisten te maken. Doe niets, maar dan ook niets met je krachten. Want als ik het goed heb zijn die voorwerpen die op tafel liggen daar neer gelegd zodat je er na een poosje mee gaat spelen. Probeer anders eens te zoeken naar die jongen, Evif drie, eens zien of hij ook in zo een kamer zit.” Dus taste ik af en na een poosje vond ik hem. Ik vroeg waar hij was en het bleek dat ook hij in zo een kamer zat. Ik zei hem dat hij de voorwerpen met rust moest laten en ook waarom.

Opeens klonk er een vreemde, vrij jonge, stem in mijn hoofd die vroeg wie ik was. Ik vroeg Evif of hij ook die stem hoorde en hij zei verbaasd van ja. Ik vroeg aan de onbekende wie hij was.
Hij stelde zich voor als Eno drie uit groep één. Hij vroeg of wij soms wisten waarom hij in die vreemde kamer zat en ratelde direct door dat hij hopelijk daar niet zat van wegen die emmer die hij over de meester had laten leeg lopen, want dat was de meesters eigen schuld. Evif vroeg of Eno kon vertellen wat er met die emmer was gebeurd en die vertelde dat de meester hem had nat gemaakt toen hij in slaap was gevallen tijdens de les. Om wraak te nemen had Eno de emmer met water voor de schoolbordspons, naar de meester laten zweven en over hem leeg gegoten toen iedereen al naar de volgende les was. Buiten de meester was er niemand in het lokaal geweest, maar het kon altijd zijn dat iemand het gezien had. Mijn vermoedens waren dus juist geweest. In iedere groep zat er een echtte en de rest waren valse. Snel taste ik of ik ook de andere drie kon vinden en na een poosje had ik ook hen gevonden. Iedereen begon toen opeens door elkaar te denken en dus riep ik voor stilte. Meteen was iedereen stil. Ik wou eerst dat we ons aan elkaar voor zouden stellen en dan zou ik alles uit leggen. Ik kende Eno en Evif nu al. De drie anderen waren: Owt, Eerht en Ruof. Toen ik alles had uitgelegd was het even stil. Ik snapte dat zij, net als ik en Evif, er over moesten na denken. Na een hele tijd was het Eno die het eerst weer wat zei.
Het was eerlijk gezegd niet zo vreemd voor Eno. De laatste tijd sliep hij heel slecht door dat hij steeds droomde. En weet je wat? Eén van die dromen ging precies zo als nu. Ook de andere twee vertelde over de vreemde dingen die ze mee gemaakt hadden de laatste tijd. Toen kwam de Stem er opeens tussen.

“Eindelijk zijn jullie dan weer samen. Wat heb ik hier lang op gewacht. Nu is de tijd rijp voor jullie zegels te verwijderen.” Ik snapte er niets van en ik voelde gewoon dat de anderen even verward waren als ik.
“Eerlijk gezegd heb ik een deel van het verhaal verzwegen.” Ik vroeg hem waarom.
“Jullie moesten eerst samen komen in gedachten, anders kon ik de zegels toch niet verwijderen.” Ruof vroeg wat die zegels waren.
“Wel, zo als jullie al weten zijn jullie van een soort dat niet van deze planeet, tijd of dimensie komt. Jullie waren één van de groepen die weg waren gestuurd om op zoek te gaan naar het bestanddeel dat onze wereld zou kunnen redden.” Ik was spraken loos. Dus ik en de anderen waren een team, we waren op zoek naar de redding van onze wereld? Maar hoe kwam het dat nog ik als de anderen er iets van herinnerden? De Stem had mijn vraag gehoord en gaf meteen antwoord.
“Het komt door de zegels. Jullie waren de sterkste groep die we hadden, en de reden dat we jullie gestuurd hadden was omdat er geen enkele groep van voor jullie terug gekeerd was van deze plaats. We wouden dus uitzoeken hoe dat kwam en jullie kozen er zelf voor om te gaan. Maar omdat jullie krachten zo sterk waren werd er in jullie teken een zegel geplaatst. Vanaf dat jullie de oorzaak hadden gevonden van al die verdwijningen moesten jullie een woord zeggen en dan wisten we dat we moesten handelen, maar het liep anders. Die zegels konden er ook voor zorgen dat jullie alles, maar dan ook alles zouden vergeten. Toen jullie gevangen werden door deze mensen kozen jullie er voor om het tweede woord te zeggen en daar door vergaten jullie alles. We moesten dus wachten tot één van jullie zich dingen weer zou beginnen te herinneren, want anders kon ik geen contact met jullie maken. Maar nu dat jullie dit alles weer weten en jullie krachten weer kunnen gebruiken kan ik die zegels verwijderen en zullen jullie je alles weer herinneren. Sluit nu allemaal de ogen en concentreer je op mij.” Ik sloot mijn ogen meteen en probeerde me zo goed mogelijk op de Stem te concentreren. “goed zo. Nog eventjes en dan….” Op dat moment hoorde ik een sleutel in het sleutelgat draaien en ging de deur open. Twee mannen kwamen de kamer binnen, maar ze zagen er helemaal niet uit zo als de meesters. Ze hadden zwarte kleren en schoenen aan en ze zagen er totaal niet vriendelijk uit.
“Als je zo vriendelijk wilt zijn om ons te volgen.” Zei de ene. Ik aarzelde, maar besloot dat het toch beter was om rustig mee te gaan. Ik liep tussen hun in, de ene gang na de andere in en uit. Ze lieten me stoppen en duwde mij een grote zaal binnen waar er allemaal vreemde toestellen stonden. Er stonden lange rijen met grote glazen buizen waar ik dingen in zag drijven. Toen ik er langs werd geleid zag ik tot mijn schrik dat het allemaal mensen waren, maar ze zagen er vreemd uit. Eentje had vier armen, een andere had een derde oog en dan weer een andere had helemaal geen armen en benen. Het was de plaats waar het klonen gebeurde en die personen waren de mislukte klonen van mij en de anderen. Ik was woedend op die specialisten die dit allemaal gedaan hadden. Maar veel tijd had ik niet om te kijken want de rechtse man greep mijn arm vast en sleurde me mee naar een andere kamer. Daar zeiden ze dat ik op een vreemde stoel moest gaan zitten.
Omdat ik geen moeilijk heden wou veroorzaken stapte ik er naar toe en wou me er op zetten, toen ik opeens Eno hoorde roepen.

Ik vroeg wat er was en hij riep hysterisch dat ik niet op de stoel mocht gaan zitten en ook de anderen mochten niet. Hij had dit gezien in één van zijn enge dromen en wanneer we op die stoel zouden gaan zitten werden we geëlektrocuteerd dat de vonken er van af zouden vliegen. Ze wilden ons of wel nog eens klonen of ze wilden ons doden. Ik keek naar de twee mannen en zei hun dat ik niet op de stoel ging zitten. Ze keken boos en verplichte me om er op te gaan zitten. Ik opende mijn mond toen er een help kreet van Eno door mijn hoofd schoot. Meteen rende ik naar de deur, maar de twee mannen waren me voor en stonden al klaar om me te grijpen. Nu klonken ook de kreten van de andere in mijn hoofd. Ik moest naar hun toe, maar die twee waren in mijn weg. Radeloos riep ik naar de Stem. Die was er meteen. Ik vroeg hem of hij de zegels nu kon verwijderen. Het antwoord was ja, maar dan moesten we ons concentreren op elkaar en op de Stem. Ik riep naar de anderen dat ze hun krachten mochten gebruiken om tijd te winnen. Ik duwde de twee mannen tegen de muur en smeet de stoelen en tafels boven op hun. Dat hield hun even bezig en dus concentreerde ik me zo goed mogelijk. Al snel voelde ik de anderen en de Stem.
“Goed, ik ga er aan beginnen!” riep de Stem en ik voelde mijn teken gloeien. Ik hoorde geluid bij de muur maar bleef me concentreren, maar omdat ik alles nodig had om me te concentreren hoorde ik niet dat één van de mannen vrij was gekomen en achter me was geslopen.
“Bijna!” riep de Stem en op dat moment greep er een arm rond mijn keel en werd ik op de grond gesmeten. De man plantte zijn knie tegen mijn borstkas, waar door ik naar adem hapte. Terwijl ik probeerde los te geraken bleef ik me zo goed mogelijk te concentreren op de anderen, maar ik voelde het weg glippen. Ondertussen was de tweede man ook los gekomen en kwam er bij. Omdat ze mijn handen maar niet te pakken kregen gaf de man, die boven op me zat, me een harde slag tegen mijn hoofd en op het moment dat de Stem weer iets zei werd alles zwart en verloor ik het bewustzijn.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Ahhh bijna gelukt. Egt wat jammer dat die mannen hem killden anders waren ze vrij. Schrijf snel verder
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Hier is dan het vervolg. Het kan zijn dat er hier wel wat foutjes in zitten.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Toen ik bij kwam was ik weer in die spierwitte kamer met de tafel en stoel. Was het dan allemaal een droom geweest? Toch niet, want deze keer zaten ook de anderen in de kamer. Ze waren druk met elkaar aan het praten toen ik voetstappen hoorde. De deur ging open en kwam die meester van de rust en vrede les de kamer binnen. Hij wende zich naar mij.
“En hoe voel je je nu? Het spijt me van die klap, maar we moesten jullie tegen houden. Ook al willen de anderen jullie krachten onderzoeken zouden ze het niet graag hebben dat jullie daarmee kunnen ontsnappen.” We staarde de meester verbaasd aan. Dus alles was echt gebeurd, maar onze poging voor de zegels te verwijderen was blijkbaar mislukt. We keken elkaar aan en begonnen met elkaar druk te praten. De meester lachte.
“Wees gerust, ooit zal je vrij zijn, maar niet nu. We staan op de doorbraak voor de perfecte kloon te maken. En dan hebben we het perfecte wapen voor de wereld te kunnen overnemen.” Ik zei tegen de anderen dat hij gek was toen de meester mij opeens vastgreep. “Ik ben niet gek!” riep hij kwaad. Ik was stom verbaasd en ook de anderen geloofde hun oren niet. Die meester kon onze gedachtes lezen! Hij liet me weer los en ademde diep in en uit voor hij weer verder sprak.
“Verbaasd? Ja ik kan jullie gedachtes lezen, of beter gezegd jullie taal. Wat jullie doen is niet echt gedachte lezen, jullie taal bestaat uit een soort golven die alleen jullie kunnen opvangen via dat teken op jullie voorhoofd. Na veel studeren en onderzoeken heb ik kunnen leren hoe jullie met elkaar spreken en nu kan ik het ook. Maar daar voor ben ik niet gekomen. Ik kwam hier om te zeggen dat jullie binnen drie dagen elk apart naar een ander onderzoekcentrum gebracht worden. We hebben jullie voor veel geld kunnen verkopen, net als die voor jullie hier zijn gekomen.” Ik keek hem geschrokken aan.
“Wat? Wisten jullie dat dan niet? Al de groepen die gestuurd werden naar waren voor onderzoek. In ruil kreeg jullie soort het bestanddeel wat jullie nodig hebben voor overleving. Maar na een tijdje kwamen er geen nieuwe groepen meer tot dat jullie opeens verschenen. Alleen die zegels waren niet ons plan geweest.” Ruof vroeg wat hij bedoelde met ‘ons plan’ en de meester grijnsde.
“Wat denken jullie zelf? Hoe komt het denken jullie dat ik zo veel van jullie af weet?” Nog voor ik mijn gedachte kon delen had de meester het al gehoord.
“Zeer goed gedacht Xis: één van jullie eigen mensen werkt samen met mij. En zal ik jullie nog eens wat vertellen? Die ene persoon kennen jullie maar al te goed en vooral jij Xis. Nog een prettige dag samen.” De meester lachte luid en verliet de kamer, maar voor hij de deur dicht deed zei hij nog iets.
“Probeer maar niet zie zegels te verwijderen, er zit een speciale band rond jullie hoofd die ons waarschuwt als jullie het gaan proberen en dan sturen we een paar schokken door jullie heen.” Met dat gezegd te hebben sluit hij de deur. We zaten verward en onzeker naast elkaar. De woorden van de meester galmde na in mijn hoofd. Voor die ene zin: ‘Die ene persoon kennen jullie maar al te goed en vooral jij Xis.’ Stil aan begon ik het ergste te vrezen. Ik vroeg de andere voor stilte en riep toen naar De Stem. Na een poosje antwoordde die. Meteen vroeg ik het hem: was hij de persoon die samen met die meester werkte of niet. De Stem bleef stil, maar na dat ik het hem voor de derde keer vroeg zuchtte hij en gaf het antwoord dat ik niet had willen horen.
“Ja, ik werk samen met hem.” De anderen hadden het ook gehoord en waren te geschrokken om iets te zeggen. Ik daar in tegen was woedend. Ik eiste een verklaring waarom hij eerst ons uit leverde aan die gek en dan ons helpt om hier te ontsnappen.
“Ik had zo gehoopt dat dit nooit ontdekt zou worden, maar nu jullie het weten zal ik alles vertellen. Zo als jullie al weten is onze wereld aan het afsterven. De wijze van onze en ook de andere stammen waren bij elkaar gekomen en ontdekte dat er maar één ding ons wereld zou kunnen redden: aarde. Door dat onze wereld meer dan de helft uit rotsen bestaat is het vreselijk moeilijk om ook maar iets te planten. Toen ik naar deze wereld werd gestuurd kwam ik in gesprek met die meester en hij stelde me een deal voor. Hij zou mij de aarde geven als ik hem onze soort liet onderzoeken. Wat ik nooit had verwacht was dat hij jullie zou gevangen nemen en zou klonen. Vandaar dat ik besloot om er iets aan te doen en jullie te helpen. Ik weet dat ik een grote fout heb gemaakt, maar laat me alstublieft jullie helpen om dit allemaal recht te zetten.” Ik vroeg aan de anderen wat zij er van dachten. Evif gaf De Stem nog een kans, en ook Eno. De anderen twijfelde maar gingen na een tijdje toch ook met Evif mee. Dus gaf ik hem ook nog een kans. De Stem klonk opgelucht en blij.
“Oh, dank jullie wel. Ik zal alles er aan doen om jullie hier uit te krijgen. Maar eerst moeten we iets bedenken voor die zegels toch weg te krijgen.” Dus gingen we op zoek naar een oplossing.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Verduuurrr
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

ik ben bezig met verder te schrijven, maar zo snel gaat het ook weer niet :)
Waarschijnlijk zal ik straks nog een deel hebben.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

hier is het volgende deel:
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Een paar keer kregen we echt schokken door ons heen, door die banden rond ons hoofd, als er een plannetje mislukte, maar dat hield ons niet tegen. Opeens sprong Eno recht. Hij moest denken aan wat de Stem had verteld. We hadden een woord gezegd dat de zegels had geactiveerd, dus dan moest er toch een woord zijn om ze te verwijderen? De Stem slaakte een kreet.
“Dat ik daar niet aan gedacht heb! Natuurlijk is er een woord daar voor, maar alleen de persoon die de zegels geplaatsts heeft weet dat woord. Jammer genoeg weet ik niet wie het geplaatsts heeft. Maar ik maak er zeker werk van. Ten laatste binnen twee dagen zal ik het antwoord hebben.” En weg was de stem. We hadden na deze dag nog twee dagen om te wachten op De Stem. Wat hoopte we alle zes dat hij het zou halen. We wouden daar weg en zo snel mogelijk, maar we besloten om ons kalm te houden en te wachten. In het begin zaten we gewoon maar naast elkaar op de grond, maar al snel werden de twee jongste onrustig en begonnen rond te lopen. Eno stopte bij de tafel en pakte de bal die op de tafel lag. Hij keek er naar en opeens zweefde de bal omhoog. Hij riep Owt en liet hem zien hoe hij de bal rond zijn lichaam kon laten draaien. Na dat Eno het deed liet hij de bal zweven naar Owt en ook die deed een paar dingetjes met de bal. Al snel deden we alle vijf mee met het spelletje. Eerst was het alleen de bal, maar daarna liet Evif de andere spullen ook zweven. Ik had nog nooit zo een plezier gehad als in die kamer. De spullen vlogen rond en even zei Ruof opeens dat hij iets wou proberen. We zette de stoel op de tafel en schoven die naar het midden van de kamer zodat we er alle zes rond konden staan. Ruof wou eens weten wie van ons de sterkste was in deze kracht. We wisten al dat Eno de droom kracht had en ook Owt bleek even goed te zijn als Eno, het bleek dat Ruof nog beter in het gehoor was dan ik en Eerht was het beste in gedachte lezen. Dan bleven ik en Evif nog over. Van Ruof moesten ik en Evif om de beurt proberen de tafel op te tillen. Eerst was ik aan de beurt. Ik kreeg de tafel omhoog maar dat was ook alles, want toen Evif het probeerde kreeg hij zelfs de stoel van de zwevende tafel af. Dus Evif was het best in die kracht. Ik was in twee dingen wel goed, maar niet de beste. De anderen stelde me gerust, en het lukte hun ook nog. Ik dacht dat het wel door die zegels kwam, die hielden mijn echte kracht tegen. Dus dacht ik er niet langer over na en amuseerde we ons met verschillende spelletjes.

De volgende dag gebeurde er niets: we werden veel te laat wakker, kregen drie keer eten en verder speelde we met de tafel en stoel of met de andere voorwerpen. We probeerde zo min mogelijk te denken aan de volgende dag of aan De Stem die maar weg bleef. Die nacht kon ik de slaap niet vatten, en ook Evif niet. We babbelde wat over hoe ons leven er uit had gezien voor we elkaar in die sportles ontmoet hadden en veel kwam overeen met elkaar. Buiten dan dat Evif het juist leuk vond om met de anderen om te gaan en zijn krachten te gebruiken om zo de beste te zijn in alles. Ik kwam tot de conclusie dat Evif en ik totaal het tegen over gestelde van elkaar waren, maar toch vond ik het fijner om met hem te praten dan met de anderen. Toen Evif even later toch in slaap was gevallen hoopte ik dat wanneer we ons alles weer herinnerde deze vriendschap kon blijven bestaan. Want ergens had ik wel schrik voor mijn herinneringen terug te krijgen. Wat als ik en Evif elkaar totaal niet konden uitstaan? Zou hij dan nog steeds mijn vriend zijn of zou hij weer zo zijn als vroeger? Al piekerend viel ik uiteindelijk toch in slaap maar werd al snel weer wakker geschud. Ik deed mijn ogen open en zag dat het Eno was. Hij wou zo lang mogelijk bij ons blijven dus had hij iedereen wakker gemaakt. Eerst wou ik hem kwaad zeggen dat ik nog wou slapen, maar ik kon het niet. Eno was de jongste en ik zag aan hem dat hij het moeilijk had. Dus glimlachte ik naar hem en zei dat het goed was. En zo zaten we dan, zo dicht mogelijk bij elkaar, op de grond te wachten tot dat we weg zouden gehaald worden. Net op het moment dat ik dacht dat ze niet meer zouden komen ging de deur open en kwam de meester met een groep mannen in het zwart de kamer binnen.
“Daar zijn we dan weer.” Zei de meester grijzend. “Zeg maar dag tegen elkaar want jullie zullen elkaar nooit meer zien, dat verzeker ik jullie.” Eno begon te wenen en klampte zich vast aan mij en ook Owt had het moeilijk. De meester gaf een teken en de mannen grepen ons vast en sleurde Eno van me af, die maar bleef roepen dat hij niet wou gaan. Toen werd het me opeens te veel en wou ik uit halen maar Evif was me al voor en had de tafel en stoel al opgetild tot boven de mannen. Maar toen duwde de meester op een bakje en schoten er schokken door ons heen, veel sterker dan die van daar voor.
“Kom nou, wees nu zo braaf om rustig mee te gaan. Jullie willen toch niet dat ik dit ga moeten doen?” hij duwde weer op het bakje en Eno viel op de grond. Hij schreeuwde het bijna uit van de pijn. Ik greep naar de meester, maar werd tegen gehouden door de mannen. Ik smeekte hem om te stoppen en dat we niet tegen zouden spartelen. Ook de anderen smeekte om te stoppen, dus liet de meester het bakje los en Eno bleef stil op de grond liggen. Ik wou naar hem toe gaan maar twee mannen tilde hem al op. Zo gingen werden we één voor één de kamer uit gehaald.

Ik bleef als laatste en riep heel de tijd naar De Stem, maar kreeg geen antwoord. Ik werd ongeduldig en was woest om dat ik niets had kunnen doen toen de anderen weg waren gehaald. De deur ging weer open en daar stonden dezelfde twee mannen als de vorige keer. Ze namen me weer mee naar die kamer met de stoel en zette me er op. Ik liet alles toe, want ik wou niet dat ze de anderen pijn zouden doen van wegen mij. Ik kreeg allemaal draadjes op mijn armen en benen, en op mijn hoofd kreeg ik een helm. Het was ongeveer dezelfde helm als bij de lichting, alleen deze zag er iets enger uit met al die lampjes en draden er aan. Dan klonk de stem van de meester in mijn hoofd.
“Wees gerust, de eerste zeven voel je nog, daarna zal je er niets van merken. Ik hoop dat je het overleeft, want ik heb nog veel meer in petto voor jou.” Zijn lach bleef in mijn hoofd galmen. Ik wist dat het erger zou zijn dan wat Eno daar straks had gevoeld, maar ik zou het verdragen. Hoe ik het ook ging doen wist ik nog niet, maar ik zou een weg zoeken om de anderen nog steeds te redden. Ik had namelijk de gedachtes gehoord van de mannen die de andere vijf weg genomen hadden en pas tegen de middag zouden ze opgehaald worden. Tot dan had ik de tijd om een plan te maken. Ik wou nog meer na denken maar toen kwam de eerste schok en ik schreeuwde het uit. Nog nooit had ik zo veel pijn gevoeld, het stroomde van mijn hoofd naar mijn tenen en direct volgde de tweede schok. Tegen dat de zevende er was kon ik het haast niet meer houden en dreigde ik het bewustzijn weer te verliezen, maar ik wou niet. Ik moest en zou de anderen redden! Weer kwam er een schok en het werd zwart voor mijn ogen. Ik bleef maar herhalen tegen mezelf dat ik niet mocht flauwvallen, dat ik aan de anderen moest denken. Maar toen de achtste schok kwam was het me te veel. Alles werd zwart en ik voelde me licht in het hoofd. Mislukkeling dacht ik nog en toen viel ik bewusteloos.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

“Niet doen!” schreeuwde er een stem door mijn hoofd. “Geef niet toe, je moet sterk blijven. Denk aan de anderen!” Opeens herkende ik hem, het was De Stem.
“Probeer contact met de anderen te krijgen. Ik weet het woord!” Ik geloofde het haast niet, maar hij wist het en was nog net op tijd. Ik probeerde me zo goed mogelijk op Evif te concentreren, wat na een poosje lukte. Opeens hoorde ik voetstappen naderen en hoorde ik de meester opdrachten geven. Blijkbaar had hij ook de stem gehoord. Snel zei ik het woord door aan Evif en die gaf het door anderen. Nu we het woord wisten moesten we het alleen tegelijk zeggen, wat niet zo makkelijk bleek te zijn. Door dat ik nog steeds die schokken kreeg, die wel erger leken te worden, verloor ik steeds contact met de anderen. Toen had ik een idee, tussen twee schokken zatte een paar secondes. We moesten het woord in die secondes zeggen, dus probeerde ik te tellen hoe lang we hadden om het woord te zeggen. Ik vertelde de andere van mijn plan en dus begon ik te tellen. Maar ook dat had de meester gehoord en begon te roepen dat ze iets moesten doen. Opeens stopte de schokken en dus riep ik naar de anderen dat we het nu moesten zeggen. We telde tot drie en zeiden samen het woord, maar toen we het einde van het woord zeiden duwde de meester op het bakje en kregen we alle zes schokken door ons heen. De anderen verloren het contact met me en ik werd los gemaakt van de stoel. De meester lachte luid.
“Ik heb je weer kunnen tegen houden. Jullie geraken hier nooit, maar dan ook nooit weg.” Maar opeens beefde heel het gebouw en begon er een alarm af te gaan. De meester keek geschrokken om en greep naar zijn walkietalkie
“Wat is er aan de hand? Waarom gaat dat alarm af?” vroeg hij aan de anderen. Toen hij het antwoord terug kreeg werd heel zijn gezicht lijkbleek. Ondertussen was ik zelf een beetje bekomen van al die schokken toen het teken op mijn voorhoofd fel begon te schijnen en heel mijn lichaam voelde warm. Ik voelde me sterk en blijkbaar straalde ik dat ook uit want de mannen bij de meester begonnen nerveus te worden. Ik moest er om lachen, al die stoere mannen waren bang van mij. Zelfs de meester keek me met schrik aan.
“Dit kan niet! Ik had jullie tegen gehouden, jullie waren nog niet klaar met het woord.” Stamelt de meester.
“Toch wel.” Klinkt De Stem. “Maar door dat Xis gebruik had gemaakt van Tijd Zwerven leek het alsof ze te laat waren.” Ik was even verbaasd als de meester.
“Onbewust heb jij dat gedaan, en dat komt omdat jij de beste tijd zwerver bent van onze soort.” De meester haastte zich naar de omroepmicro en riep voor versterking. Ik zocht naar de anderen en vond hen veel sneller dan in het begin. Ze waren allemaal ongedeerd en waren onderweg naar mij. Even later stonden we bij elkaar, maar wisten niet hoe te reageren. Door dat de zegels waren verwijderd herinnerde we ons alles weer zoals onze echte namen: Eno was Ezorny, Owt was Ozwurt, Eerht was Ehtzre, Ruof was Rutzno, Evif was Ezfint en ik was Xzintur. Onze namen klonken vreemd als we ze uitspraken maar wanneer we ze in onze taal uitspraken klonken ze gewoon. Daarom dat ze ons die vreemde namen hadden gegeven in de Witte Boog.

Jammer genoeg herinnerden we ons niet alleen onze namen en de leuke dingen. Het gene waar ik schrik voor had bleek dus waar: ik en Evif maakte altijd ruzie en konden blijkbaar totaal niet met elkaar om gaan voor dit allemaal gebeurde. Ik keek naar Evif en hij keek naar mij. Toen begon hij opeens te lachen, waar ik verbaasd om was. Hij legde uit dat ik geen schrik moest hebben. Wat er vroeger was gebeurd was nu verleden tijd. Hij had een hekel aan me omdat ik hem zo aan hem zelf liet denken, maar door dat we hier beste vrienden geworden waren ziet hij in dat hij kinderachtig bezig was geweest. Zowel ik als de anderen waren opgelucht. Toen klonk opeens de stem van de meester.
“Grijp ze! Ze mogen niet ontsnappen!” we zagen een groep mannen op ons af komen met verdovingsgeweren. Ik keek naar de anderen en zij knikte. Evif stak zijn armen voor zich uit en hij begon de mannen met dingen te bekogelen. Ook Eno en Owt hielpen mee. Het bleek dat ze niet alleen zelf dromen konden zien, maar ze konden ook de anderen illusies laten zien. Al snel liepen er mannen schreeuwend de kamer uit of begonnen op hun eigen kameraden te schieten. De twee zagen het meer als een spel dan een gevecht, want heel de tijd probeerde ze de andere te overtreffen. Eerht daarin tegen zat gewoon stil op de grond en eerst wist ik niet wat hij deed, maar na een poosje snapte ik het. Doordat hij gedachtes kon lezen, kon hij ze ook maken. Zo liet hij bijvoorbeeld twee mannen denken dat de andere hem gaat aanvallen en dan beginnen ze elkaar te wantrouwen waardoor ze elkaar ook echt aanvallen. Ik zelf herinnerde me ook een paar dingen, zo als heel snel verplaatsen. Ik was in één stap bij een man en voor hem lijkt het als of ik me heel snel verplaats.
“Hij gaat er vandoor!” riep De Stem opeens. Ik luisterde waar hij was, zette één stap en stond vlak voor hem. De meester verstijfde en probeerde zo snel te draaien dat hij struikelt.
“Blijf uit mijn buurt jij monster!” schreeuwde de meester. Ik vond het wel grappig, vergeleken met wat hij allemaal gedaan had ben ik maar een mini monster. Dan Eerht zei dat hij een perfecte straf weet voor de meester. Tegen de meester zei hij dat die moest stoppen met ademen en ik zie dat de meester het nog doet ook. Het was zijn kracht, die was zo sterk dat Eerht zelfs iemand zich zelf kon laten doden. De meester was al blauw aan het worden dus ik riep dat Eerht moest stoppen, maar wat ik ook zei hij luisterde niet. Maar opeens bulderde een stem:
“Dat is genoeg Ehtzre!!” Voor me zag ik een hele groep mensen opeens staan en allemaal hadden ze zo een teken. Ook in de anderen kamer bij de mannen waren er opeens mensen uit het niets tevoorschijn gekomen. In een mum van tijd was heel de Witte Boog in beslag genomen. Later toen wij zes met de leider van de groep moesten praten kregen we te horen dat, de persoon die wij kende als De Stem, alles had verteld aan de leider van zijn stam en die had meteen onze stam verwittigd, zo dat die naar hier konden komen om ons te redden. Ik vroeg wat er nu ging gebeuren met hem, maar kreeg geen antwoord daar op. Ook al was hij degene die ons hier had gebracht, hij was het ook die ons had gered. Dus deden we er alles aan om hem te redden van welke straf hij ook zou krijgen, maar of het zou lukken wisten we niet. De Witte Boog gingen ze door een ongelukje laten vernietigd worden. Over de klonen mochten wij kiezen en we kozen er voor om ze mee te nemen. In die jaren dat we in de Witte Boog gezeten hadden waren we op een bepaalde manier toch familie van elkaar geweest en familie laat je niet in de steek. Al de meesters werden gehersenspoeld, zo dat ze zich er nooit iets meer van zouden herinneren. Maar de rust en vrede meester kwam in de gevangenis terecht. Omdat hij het geld voor ons had ontvangen, maar ons nooit had afgeleverd werd hij aangeklaagd voor diefstal. Doordat al zijn bewijzen vernietigd waren had hij geen bewijs en werd hij veroordeeld.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

laatste deel
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Zo keerde we allemaal terug naar onze wereld en die konden we dankzij de aarde van deze wereld weer redden. Omdat De Stem ons toch geholpen had en het redende bestanddeel had gevonden werd hij vrijgelaten, maar hij was wel verplicht om in het dorp waar al de klonen woonden te gaan werken en hun te leren hoe ze moesten overleven. En wij zes? Wij waren de helden van heel onze wereld.

Nawoord

Toen Xis klaar was met vertellen legde ik mijn pen neer en zuchtte diep.
“Wat een verhaal. Het is bijna om niet te geloven.” Zei ik en opeens zweefde het potlood uit mijn handen en zag ik het belanden in de hand van Evif die nu, net als Eerht, naast me stond. Ik moest het wel geloven, ik zag het potlood met mijn eigen ogen. Opeens legde Eerht zijn hand op mijn voorhoofd en viel ik in slaap. Toen ik weer wakker werd waren ze al weg, maar er lag nog een briefje geschreven door Xis:

“Ook al waren we helden, ik miste iets. Ik besloten dus om nog eens, zonder toestemming, terug te keren naar de meesters wereld en daar gingen ik op zoek. Naar wat wist ik niet, maar ik liep gewoon rond in de steden en door dat ik de tijd kond regelen reisde ik vrij snel van land naar land. Op één van die dagen zag ik aan een plakkaat een papier hangen van een man die op zoek was naar mensen die hun verhaal kwijt wouden en dat hij ze dan zou opschrijven en als boek zou uitgeven. Dat was nu net wat ik nodig had, wat ik zocht was iemand die nergens van af wist maar toch naar mij wou luisteren. Ik keerde terug naar mijn wereld en kwam terug met de anderen. Zo belande ik samen met mijn vrienden hier bij u, Dirk Summer. Ik vond het aangenaam om het verhaal aan u te vertellen en heel erg bedankt om naar mij te luisteren.”

Getekend

Xzintur (Xis) Ezfint (Evif) Rutzno (Ruof) Ehtzre (Eerht) Ozwurt (Owt) Ezorny (Eno)
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Woww wat een super mooi einde. Ik zal je verhaal nooit vergeten, ik denk dat het nu in mijn geheugen is gegrift. Was egt leuk om het te lezen, hopelijk krijgen we meer verhalen van je te lezen, Lisbeth.
XxJenna
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

IS je verhaal nu afgelopen? Dan kan je je eerste bericht editten en dan het boektekentje aanvinken. Dat is het teken om aan te geven dat je verhaal af is ;) en dan komt ie op de boekenplank te staan, een mooie eer wat niet veel nieuwe leden hebben^^ eigenlijk ook niet veel oudere leden, verhalen afmaken is hier niet echt iets wat veel mensen doen haha xD
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

ik vind het zelf lastig om een on af gewerkt verhaal te lezen en momenteel heb ik veel vrije tijd om mijn verhalen af te maken. Dus vandaar dat ik alleen afgewerkte verhalen op een site zet :)

en bedankt voor de uitleg voor hoe ik moest aanduiden dat mijn verhaal af is :)
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Marleen
Balpen
Balpen
Berichten: 109
Lid geworden op: 12 aug 2010 11:34

Supermooi verhaal!! Ik heb hem nog niet helemaal gelezen, maar het is nu heel laat, dus ik ga hem morgen verder lezen. Vind het nu al jammer dat er nu al een einde aan gekomen is. Gelukkig kan ik morgen de rest nog lezen!!

Groetjes Marleen
Marleen
Balpen
Balpen
Berichten: 109
Lid geworden op: 12 aug 2010 11:34

Hey,
Ik hou van je personages, vooral van Xis. Jammer dat het verhaal nu is afgelopen. Had graag nog verder gelezen. Echt een mooi verhaal. Hoop dat je snel weer een verhaal hebt. Jij kunt echt goed schrijven!!

Groetjes Marleen
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

ik was ( en nog steeds) aan het twijfelen over het einde. Ergens wil ik het verhaal nog langer maken, maar ik zou niet weten hoe. Misschien dat ik er nog een vervolg op kan maken, geen idee.

Er zullen zeker en vast nog verhalen komen :)
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
Marleen
Balpen
Balpen
Berichten: 109
Lid geworden op: 12 aug 2010 11:34

Ik ben blij om dat te horen!
Plaats reactie

Terug naar “De Boekenplank”