Ik kan gewoon niet wachten haha xD het lukt eindelijk weer eens om hier goed mee verder te schrijven, ik zit nu al op hoofdstuk 9

over de helft heen, ik heb 16 hoofdstukken berekend. Oeps xD 38 bladzijdes, dat worden er dus 76... Hm, ik denk eigenlijk dat ik iets verkeerd berekend heb haha xD
@ Jenna: en dan zeggen ze dat ik wreed ben voor mijn personages haha xD volgens mij heeft Jonathan bij jou een lichte voorkeur over Rose

@ Mooonie: Hij is ook best lief af en toe, en af en toe ook niet

hij is vooral onvoorspelbaar haha^^
En we gaan weer verder! Ik hoop dat ik aan het einde van dit hoofdstuk en die daarna jullie mening kan veranderen^^
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 6
De witte mist in het raam maakte het moeilijk om te zien hoe donker het buiten was. Rose veegde de condens van haar adem van het glas af –dat vreemd warm aanvoelde- en probeerde iets te zien. Af en toe leek het donkerder te zijn, maar dan kolkte de mist verder en was het weer lichter. Het was een beschermingsmagie zodat ze het glas niet kon breken.
Voor haar gevoel waren er al uren verstreken, Jonathan sliep waarschijnlijk allang.
Het was tijd.
Ze kwam tussen de warme dekens vandaan en deed haar laarzen aan. Met in haar ene hand het buideltje kleren en in de andere de haardpook, sloop ze naar de deur toe. Zo zachtjes mogelijk trok ze de stoel weg en bleef staan om te luisteren. Het was doodstil.
Ze schoof de deur op een kier en glipte naar buiten. De overloop was verlaten. Er brandde een kleine lamp aan het plafond; de tekens straalden een warm geel licht uit.
Bij de eerste stap kraakten de houten planken verraderlijk. Rose hield geschrokken stil. Geen geluid uit de aangrenzende kamer. Opluchting stroomde door haar lijf. Jonathan sliep inderdaad, anders zou hij allang naar buiten zijn gestormd.
Stap voor stap sloop ze verder. Haar hart raasde in haar borst, voor haar gevoel was het zo luid dat Jonathan het in zijn slaap zou kunnen horen. De overloop steunde af en toe door het gewicht dat zo plotseling op hem werd gezet. Elke keer schrok ze ervan en keek ze ingespannen naar de kamerdeur, maar die bleef dicht. Ze was er bijna, nog een paar stappen…
Iemand schreeuwde.
Rose’ hart schoot haar keel in. Ze draaide zich om, trillend over haar hele lichaam van de schrik. Haar ogen zochten de smalle gang af die te klein was om iemand verborgen te houden. Weer een schreeuw. Het geluid kwam van beneden af.
Zachtjes sloop ze naar het trappengat toe en gluurde om de hoek naar beneden. Nu wist ze meteen waarom het zo stil in de aangrenzende kamer was geweest, Jonathan lag daar niet. Hij sliep op de bank, die te klein voor hem was. Zijn blote voeten staken over de rand heen.
Hij draaide zich om. Rose schoot achteruit, ervan overtuigd dat hij haar had gezien. Er kwam niks. Na een tijdje durfde ze het aan om weer naar beneden te kijken. Jonathan had zich opgerold tot een bal, zijn ineengestrengelde handen drukten zijn hoofd naar beneden. Hij schreeuwde weer, een kreet vol angst die de huiveringen over Rose’ huid liet lopen.
Ze ademde diep in en uit om de stress uit haar spieren te krijgen. Hij had maar een nachtmerrie, wat bovendien zijn verdiende loon was. Als ze stil zou zijn, zou ze, zonder dat hij het doorhad, naar buiten kunnen glippen.
Ze sloop de trap af, zo dicht mogelijk naar de leuning toe. Uit ervaring in haar eigen huis wist ze dat de treden daar zo min mogelijk kraakten. En inderdaad, er was niets anders te horen dan Jonathans gemompel in zijn slaap.
Een smalle, houten deur trok haar aandacht. Dat zou vast de voorraadkelder zijn. Ze liep ernaartoe, af en toe omkijkend naar Jonathan. Hij had zich weer op zijn rug gedraaid en mompelde met vertrokken gezicht iets. Dat je erin sterft, dacht ze moordzuchtig.
De deur gaf toegang tot een kleine, diepe kelder die tot de helft gevuld was. Rose knoopte haar dekenzak open en propte er zo veel mogelijk eten in. Appels, een vers brood, wat knollen, een paar worsten. Hopelijk zou ze een beekje kunnen vinden, de aardewerken flessen die er lagen, waren allemaal gevuld met wijn, of een andere, sterke drank.
Tevreden maakte ze de zak weer dicht en hees hem op haar rug. Hij was wel zwaar, maar ze zou het wel kunnen dragen. Haar ontsnapping ging tot nu toe heel voorspoedig.
Jonathans schreeuw golfde de kelder in en verstarde haar in haar bewegingen. De zak gleed bijna tussen haar verstijfde vingers door, ze wist nog net op tijd haar greep te verstevigen. Deze keer had de schreeuw anders geklonken, vol pijn.
Rose klom snel het trapje op en bleef boven als versteend stilstaan. Nu gleed de zak wel tussen haar vingers door, net als de haardpook. Met twee doffe klappen kwamen ze op de aarden vloer terecht. Ze schonk er geen aandacht aan, die was gevangen door hetgeen wat zich voor haar afspeelde.
Een vrouw stond over Jonathan heen gebogen. Haar lichaam glinsterde met een zilveren licht en was bijna doorzichtig; Rose kon de contouren van de tafel door de vrouw heen zien. Ze streek teder over Jonathans voorhoofd. Kermend draaide hij zijn hoofd opzij. Zijn ogen waren nog steeds gesloten.
Rose sloop gefascineerd dichterbij, in de ban van de schoonheid van de vrouw. Haar zwarte haren vielen als een glinsterende waterval tot aan het einde van haar rug. De grasgroene ogen waren gericht op Jonathan; haar volle rode lippen waren gekrld in een kleine glimlach. Jaloezie stroomde door Rose heen. Waarom kreeg híj alle aandacht van de vrouw? Hij verdiende zoveel schoonheid niet.
De vrouw liet haar hand naar beneden glijden, krassend over zijn gezicht, zijn nek, om uiteindelijk bij zijn borst stil te houden. Witte tanden werden onthuld in een tevreden glimlach. Rose zette gebiologeerd een stap dichterbij. Waarom keek de vrouw niet op? Zij was toch zeker beter dan Jonathan?
Rose stak haar hand op om de vrouw aan te raken, maar verstarde in die beweging. De vrouw zette haar hand plat op Jonathans borst, waarop dunne, diepzwarte lijnen zich diep in zijn huid kerfden en zich snel verspreiden over zijn hele lichaam. Zijn ogen schoten wijd open en hij schreeuwde het uit.
Geschrokken schoot Rose naar achteren, maar besefte zich na een seconde dat hij haar niet kon zien. Zijn ogen stonden glazig; zijn pupil was een klein puntje in een zee van blauw. Tranen welden op, niet doorzichtig als kristal, maar rood van bloed. Ze trokken een spoor van zijn ooghoeken naar zijn haren.
De hand van de vrouw kromde zich; haar nagels begroeven zich in Jonathans borst. Vol afschuw zag Rose aan hoe haar vingers begonnen te graven en te wroeten onder zijn huid. Zijn schreeuwen hadden niks menselijks meer, er klonk alleen maar pijn in door. Rillingen trokken over Rose’ lichaam en ze deinsde verder naar achteren.
Het bleke gezicht van de vrouw begon te stralen, Rose’ aandacht meteen terugleidend naar haar. Met open mond keek ze naar de vrouw. De ogen vonkten felgroen op en de glimlach verbreedde zich. Haar schoonheid was betoverend, Rose moest het aanraken.
Ze stommelde naar voren, dichter naar de vrouw toe. Opwinding pompte door haar aderen en trok haar lippen op in een waanzinnige grijns. Rose stak haar hand uit, reikend naar het zilverachtige lichaam. Alle angst en afschuw was verdwenen en vervangen door een licht gevoel in haar hart. Deze vrouw was pure magie.
Rose botste tegen iets aan. Verdwaasd keek ze naar beneden en zag dat de bank tussen hen instond. Ze steunde op de brede leuning en rekte zich helemaal uit. Net niet lang genoeg.
Haastig klom ze op de bank, haar blik gefixeerd op de vrouw. Haar vingers raakten de vrouw aan, gingen er dwars doorheen. Het was alsof ze haar hand in een baan bevroren maanlicht onderdompelde. Haar vingers voelden ijskoud aan, alsof het leven eruit was gezogen. Geschrokken trok ze haar hand terug. Door die haastige beweging verloor ze haar evenwicht en voelde ze zich naar beneden glijden.
Haar knieën boorden zich in Jonathan, die kreunend ineendook. Ze stak haar handen naar voren, om zich op te vangen. Met een klap kwam ze op de grond terecht en bleef duizelig liggen. Meteen drukte een warm lichaam zich op de hare en voelde ze iets scherps tegen haar keel prikken. De angst kwam met een misselijkmakende vaart terug. Boven haar hing Jonathan en hij zag er niet al te vrolijk uit.