______________________________________________________________
Aan pa en ma moest ik trouwens ook nog even niet denken. Als alles volgens plan verliep, zouden ze komend weekend terugkomen, ergens zondag aan het eind van de middag. Ik mocht daardoor in ieder geval van Roos af zijn, maar pa en ma waren nog een stuk lastiger. Als ik nu ook nog het gebruikelijke gezeur en gedoe van hun aan mijn hoofd kreeg, zou het waarschijnlijk niet lang duren voor ik echt compleet overspannen was. En ik wist ook niet hoe ik me zou moeten gedragen, tegenover hen, na wat er met Cees gebeurd was. Vertellen wilde ik het ze absoluut niet, voorlopig nog niet in ieder geval. Ik schaamde me ervoor, wilde niet dat mijn ouders wisten wat er gebeurd was. Het was te smerig en te gênant. En daarnaast was ik ook een beetje bang voor hoe ze zouden reageren. Als ik mijn vader vertelde dat ik, onder invloed van de drank en drugs waar hij me zo vaak voor gewaarschuwd had, één of ander verknoeid drankje had aangenomen van een vage bekende en me vervolgens door hem had laten naaien op een wc, zou ik waarschijnlijk op veel kunnen rekenen, maar niet op zijn steun. Hij had het zo vaak tegen me gezegd, bij iedere preek die ik had gekregen als ik seks met Bobby had gehad onder invloed, bij de klappen die hij me in het begin had gegeven als ik thuiskwam met ogen als knikkers, elke keer dat hij had gezegd mijn kleren eruit zagen of ik in een nachtclub werkte. Na wat er nu gebeurd was, kon het alle kanten op. Ik kon in de verste verte niet bedenken wat zijn reactie zou zijn. Ondanks dat was ik er bang voor.
Terwijl ik zo lag te piekeren, werd ik na een tijdje half uit mijn gedachten opgeschrikt toen Roos beneden mijn naam riep. Haar stem was veel te vrolijk en sneed scherp door mijn hoofd heen, dwars door de brei van warrige gedachten. Ik voelde een kleine steek van ergernis. Verdomme, kon ze me niet gewoon even een tijd met rust laten?
Ik kneep mijn ogen dicht. Ik moest hier weg morgen, hoe dan ook. Als ik nog een dag met haar opgescheept zat, werd ik gek. Maar waar moest ik heen Ik kon niet zomaar terug naar school, nog afgezien van het feit dat ik daar helemaal geen zin in had. Simmons verwachtte me nog niet terug en voor je het wist begon ze daar weer over te zeuren. Dat was balen, want als Roos dacht dat ik op school zat, zou ze me in ieder geval met rust laten. Helaas was iedereen bij wie ik zou kunnen onderduiken onder het mom dat ik op school daar waarschijnlijk ook daatwerkelijk, dus dat was ook geen optie.
Ik zuchtte. Dan bleef er maar één oplossing over en dat was het restaurant. Eigenlijk leek het me ondoenlijk, om de hele dag in al die herrie te zitten, in aanwezigheid van al die mensen die naar me konden kijken, eigenlijk leek het me ondoenlijk om überhaupt uit bed te komen en iets te doen, maar ik moest wel. Als ik zou gaan werken, bleef Simmons in de waan dat ik thuis was en Roos dat ik weer naar school was gegaan. Het was de enige optie die ik had.
Ik kwam overeind in mijn bed en pakte de vaste telefoon van mijn nachtkastje. Ik draaide het nummer van het restaurant met de vraag of ik morgen kon werken. Gelukkig kreeg ik één of andere vage parttimer aan de lijn en niet Gio. Ik was bang dat ik zou gaan janken als ik zijn stem hoorde.
De parttimer was erg blij met het feit dat ik morgen kon werken, want waarschijnlijk betekende dat dat hij zelf vrij kon nemen. Hij beloofde me erbij te zetten op de lijst en ik bedankte hem. We hingen op en ik gooide het telefoontoestel naar het voeteneinde van mijn bed. Hij kwam naast mijn mobiel terecht, die heftig met zijn lichtjes knipperde om aan te geven dat iemand had geprobeerd me te bereiken.
Moeizaam boog ik voorover en pakte ik mijn telefoon tussen de dekens vandaan. Ik had vier oproepen gemist van Melanie, en vijf smsjes van haar waarin ze iedere keer vroeg wat er aan de hand was en of alles goed ging. De meeste sms‘jes en telefoontjes waren van nog van gistermiddag, maar sinds wiskunde had ik geen één keer meer op mijn telefoon gekeken. Verder had ik nog een sms van Bobby die wilde weten hoe ik me voelde en had Joey een link ge-sms’t van de band met die drummer met het blauwe haar.
Ik liet de telefoon in mijn hand zakken en leunde weer tegen mijn kussen aan. Ik had geen zin om ze terug te sms’en, allemaal niet. Maar dan voelde ik me weer schuldig omdat ze bezorgd waren en interesse in me toonden en ik niet reageerde. Maar wat moest ik tegen ze zeggen? Ik wilde niet dat ze het wisten. Ik wilde er niet met Bobby over praten en Mel werd doorgaans al rood als ik ‘vluggertje’ zei. Niemand mocht het weten, daar zou ik niet mee kunnen leven. Ik had het mezelf gezworen.
Ik schrok op toen Roos van beneden nog een keer mijn naam riep. Ik klemde mijn kaken op elkaar en reageerde niet. Hoe lang moest ik haar blijven negeren voor ze de hint snapte? Toen ze nog iets riep, kneep mijn ogen dicht. Zo hard mogelijk drukte ik mijn handen tegen mijn oren. Ze gaf echter niet op en ik hoorde haar stem er dwars doorheen.
‘Star!’ hoorde ik haar roepen. ‘Starla, hoor je me?’ Ik wilde mijn handen nog harder tegen mijn oren drukken, maar toen gingen mijn ogen open. Haar stem, haar woorden galmden na in mijn hoofd en de haartjes op mijn onderarmen gingen recht overeind staan. Ik staarde voor me uit, terwijl Roos’ stem in mijn hoofd langzaam veranderde in die van Jack, ver weg, maar o zo duidelijk. Hij had precies hetzelfde gezegd, zaterdag. Zaterdag.
Het was of die herinnering al mijn onderdrukte gevoelens en gedachten aan die zaterdag in één keer weer bevrijdde. Ik kneep mijn ogen dicht toen Jacks stem harder werd, harder dan de geluiden om me heen. Uit alle macht probeerde ik eruit te blijven, maar het was sterker dan ik en het lukte me niet het tegen te houden. De geluiden zwollen aan, mijn kamer verdween en de beelden werden helder. Ik zag Jacks bezorgde gezicht, toen dat van Cees’s vrienden en toen dat van Cees. Ik voelde zijn hand om mijn hals, om mijn verdraaide arm, ik voelde de wanhoop en ellende en proefde de bittere smaak van adrenaline in mijn mond. Verwoed probeerde ik de herinneringen te blokkeren, maar de pijn tussen mijn benen voelde ineens weer zo echt aan dat er een schok door mijn lichaam trok. In een reflex stak ik mijn hand uit, naar achteren, tastend naar Cees om hem uit de buurt te houden, maar er was niets en half om half realiseerde ik me dat ik in mijn kamer was en niet op het invalidentoilet in de club. Ik klemde mijn kiezen op elkaar en balde mijn hand tot een vuist, schaamde me dat ik me zo mee liet slepen, en probeerde rustig te worden. Ik haalde een keer diep adem, streek over mijn gezicht en wreef in mijn ogen. Zo bleef ik zitten, in kleermakerszit, met mijn hoofd in mijn handen en mijn ogen dicht. Ik probeerde de beelden uit mijn hoofd te krijgen, maar de herinneringen lieten zich niet stoppen en ik voelde dat mijn vingers tegen mijn slapen trilden.

