Nu niet, later misschien

Tranentrekkers en ernstige verhalen. Lees en laat je meeslepen in de drama van anderen.
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

Dit gaat een herschreven versie worden van Hospital Love. Ik schrijf het vanuit een ander perspectief en de verhaallijn loopt iets beter en uitgebreider. De titel kan trouwens nog veranderen, die vind ik nog niet helemaal top.
Ik hoop dat ik de lezers, die ik had, blijf houden! En natuurlijk zijn tips en kritiek zeer welkom.



~Proloog~

Hijgend rent ze door de straten van Rotterdam. Ze kan niet meer. Ze voelt dat ze dit niet meer volhoudt. Ze is doodmoe. Moe van alle spanningen van de afgelopen maanden, dagen en vooral van de afgelopen uren. Ze voelt dat ze niet veel langer meer door kan gaan, maar ze moet door. Er is geen tijd te verliezen. Geen seconde mag ze verloren laten gaan, dat kan fataal zijn.
Het tempo waarin ze rent, wordt steeds lager en uiteindelijk geeft ze toe aan haar lichaam. Met piepende adem wankelt ze naar een bankje, dat ze nog maar net kan onderscheiden door het waas voor haar ogen, dat steeds dichter wordt. Met een diepe zucht laat ze zich vallen en leunt zwaar tegen de leuning aan. Even geeft ze toe aan haar uitputting en sluit ze haar ogen. Ze moet de grootste moeite doen om niet in een diepe slaap te vallen.
Na een tijdje komt ze moeizaam overeind en begint weer te rennen. Hoewel, het is meer strompelen dan rennen. Ze heeft haar handen in haar zij gedrukt, tegen de steken die ze onophoudelijk voelt. Af en toe slaat ze zichzelf in het gezicht om niet in elkaar te zakken en in slaap te vallen. Vermoeid, met haar ogen halfdicht en leunend tegen een lantaarnpaal, kijkt ze om zich heen of ze over kan steken op het kruispunt.
‘Eerst naar links kijken, dan naar rechts en als laatste weer naar links,’ fluistert ze in zichzelf.
Verlangend kijkt ze naar de overkant, waar ze weet dat ze veilig zal zijn. Daar kan ze zich verstoppen en vervolgens naar huis lopen. Daar zal ze kunnen uitrusten en een nieuwe start maken. De auto, die met gedoofde lichten links van haar op het goede moment wacht, merkt ze niet op.
Voorzichtig maakt ze zich los van de lantaarnpaal en sleept haar voeten voor zich uit, het donkere asfalt op. Dan verstoort een zwaar geronk de stille nacht.
Veel te laat hoort en ziet ze de auto aankomen. De lichten gaan aan en ze wordt verblind door het felle licht van de koplampen. Als in een film ziet ze de auto steeds dichter bij haar komen. Dan klinkt er een doffe klap en ze kwakt bewusteloos op de straat.
De bestuurder van de auto stapt uit en bekijkt grijnzend het resultaat van zijn actie. Dan komt hij weer in beweging en loopt terug naar zijn auto. Hij moet hier weg zijn, voor de hulpdiensten arriveren. Met gierende banden rijdt hij achteruit, draait en rijdt weg in de tegenovergestelde richting, het bloedende meisje aan haar lot overlatend.
Laatst gewijzigd door arendaaa op 21 jun 2012 08:10, 2 keer totaal gewijzigd.
iloveyou' 25.08.2012
Gebruikersavatar
xIMISSYOU
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 923
Lid geworden op: 01 jan 2009 14:44

Heey!
Ik heb een stukje van je vorige versie meegelezen, maar ben daarna een beetje afgehaakt eigenlijk, omdat ik het niet zo leuk vond met de verschillende perspectieven. Jouw nieuwe versie trok me meteen heel erg aan.
Ik vind het een zeer mooi stukje, ik voel haar angst zeer goed, en voel tot het laatste met haar mee. Ik ben benieuwd wat dit voor gevolgen of oorzaken heeft. Mooizo :D
~*~
love isn't blind - it sees more, not less.
But because it sees more, it's willing to see less
~*~

Nano: 6670/50 000
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

aaaah leuk (:
Dat was ook één van de redenen waarom ik het herschreef. Op de site waar ik het ook post, deed ik allemaal kleine stukjes, met tussenpozen van een paar dagen, dus dan was het wat minder storend, dat wisselende perspectief. Maar nu vond ik het zelf ook heel lastig. ;p
iloveyou' 25.08.2012
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Goed stukje! Ik ben een moeilijke lezer, vooral vanaf mijn computer, en meestal haak ik na vier zinnen af, maar bij jou heb ik het hele stukje uitgelezen :) goeie schrijfstijl en alles klopt precies, de spanningsopbouw en de manier waarop de zinnen op elkaar volgen. Leuk!
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
P_Westdijk
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1068
Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
Locatie: Dichtbij de A-27
Contacteer:

De titel vind ik wel wat hebben. Het trok in ieder geval mijn aandacht.
Het is een behoorlijk beschrijvende proloog. Het verhaal heeft het tempo waarin ze is begonnen het rennen. Tijdens het lezen merkte ik wel een paar zinnen op die me aan het denken zette waardoor ik bij het lezen weer aan snelheid verloor.
arendaaa schreef:Hijgend rent ze door de donkere straten van Rotterdam.
Door wat voor straten rend ze dat er geen lantaarnpalen licht verschaffen? Soms heb ik het gevoel alsof er nergens meer een plek in Nederland nog donker mag zijn.
arendaaa schreef:Moe van alle spanningen van de afgelopen maanden, vooral van de afgelopen uren.
De stap tussen afgelopen maanden en afgelopen uren is nogal groot in mijn beleving. Zoals ik me haar momenteel voorstel zal ze niet met haar gedachten bezig zijn wat er de afgelopen maanden allemaal is gebeurd, maar juist wat ze vreest dat er nu staat te gebeuren.

Wat ik mooi vond waren ook de lichamelijke reacies op de vermoeidheid in het verhaal. Steken in de zij, etc.
arendaaa schreef:Verlangend kijkt ze naar de overkant, waar ze weet dat ze veilig zal zijn.
Waarom zal ze daar veilig zijn?
arendaaa schreef:Voorzichtig maakt ze zich los van de lantaarnpaal en zet haar voeten één voor één vooruit.
Het laatste deel van de zin leest zo vreemd, maar dat kan aan mij liggen.
arendaaa schreef:Even staat hij daar te kijken.
Ik twijfel aan het nut van deze zin voor het verhaal.
arendaaa schreef:Dan komt hij weer in beweging en loopt terug naar zijn auto. Met gierende banden rijdt hij achteruit, draait en rijdt weg in de tegenovergestelde richting, het meisje bloedend achterlatend.
[/quote]
Je kan overwegen om minder stappen te beschrijven van wat een persoon precies doet. Ik denk daarbij aan: Dan komt de man weer in beweging. Hij wil hier ver vandaan zijn voor de politie arriveerd. Het bloedende meisje op de weg aan haar lot overlatend.
De fantasie van de lezer vult dan de leemten zelf wel op.

Een proloog die me als lezer nieuwsgierig maakte om een heleboel vragen beantwoord te krijgen over wie het meisje is, waarom ze rent, etc.

Doe ermee wat je wilt, want het is en blijft jouw verhaal. Veel schrijfplezier.
Writing has laws of perspective,
of light and shade just as painting does, or music.
If you are born knowing them, fine.
If not, learn them.
Then rearrange the rules to suit yourself.
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

Hartelijk bedankt voor de tips! Ik heb het een en ander veranderd.
Hier het volgende stukje:
Hoofdstuk 1
In een personeelskamertje van het Maasstadziekenhuis in Rotterdam zakt Björns hoofd, zonder dat hij het merkt, steeds verder op zijn borst. Af en toe schiet zijn hoofd omhoog, om bijna meteen daarna weer naar beneden te zakken. Hij heeft nachtdienst met Wouter, maar omdat er weinig te doen is, zitten ze de helft van de tijd in het kamertje en dat is vermoeiend.
Wouter, zijn collega, ziet het en er komt een grijns op zijn gezicht. Zacht kom hij overeind en loopt naar het aanrechtje. Daar laat hij een klein laagje koud water in de een bekertje lopen. Heel zachtjes loopt hij daarna weer terug naar Björn en houdt het bekertje boven zijn nek. Heel langzaam kantelt Wouter het en kijkt ondertussen naar Björns gezicht, dat voor de zoveelste keer omhoog schiet en weer naar beneden zakt. Grijnzend plenst hij in één keer het laagje water in Björns nek.
Met een schreeuw vliegt hij overeind en even kijkt hij verward om zich heen. Wouter barst in lachen uit, als hij hem zo ziet zitten. ‘Het is nog geen zeven uur, dus je dienst is nog niet voorbij. Het is de bedoeling dat je tot die tijd wakker blijft,’ zegt hij met een grote, afschuwelijke grijns op zijn gezicht.
Björn mompelt wat en trekt het natte stuk uniform van zijn huid. Een blik op de klok vertelt hem dat het half vier is, dus inderdaad nog geen tijd om te slapen. Eigenlijk vindt hij het een rotstreek van Wouter, maar dat laat hij niet merken. Hij mag Wouter toch al niet echt en dit verbetert zijn mening over hem absoluut niet.
Björn staat op. ‘Zullen we even een rondje gaan lopen?’ stelt hij voor en hij rekt zich nog eens uitgebreid uit.
Wouter knikt en gooit het bekertje met een boogje in de prullenbak. Althans, dat wil hij, maar hij moet nog even terug om het bekertje op te rapen en het werkelijk in de prullenbak te gooien.
Björn kan een grijns van leedvermaak niet onderdrukken als hij dat ziet. ‘Niet eens raak gooien van zo’n afstand? Amateurtje.’
Wouter mompelt verongelijkt en loopt met hem mee, de afdeling op. Zodra ze door de deuropening lopen, klinkt het geluid van zoemende apparaten en infusen meteen een stuk duidelijker.
Opeens hoort hij een geluid dat hij maar al te goed kent. ‘Wout, een ambulance. Zou die voor ons zijn?’ vroeg hij een beetje hoopvol.
Wouter haalt zijn schouders op. ‘Geen idee, we zien het vanzelf wel.’
Bij de eerste drie patiënten die ze bezoeken is er weinig bijzonders aan de hand. Bij de controles blijkt alles goed te zijn en de patiënten lijken gewoon te slapen. Bij de vierde patiënte is wel hulp nodig. Lydia is helemaal naar onder gezakt en Björn en Wouter moeten haar samen – heel voorzichtig – omhoog trekken.
Als ze weer de gang op lopen, zegt Wouter: ‘Het is écht heel saai vandaag.’
Björn wil er net op reageren, als hij de telefoon hoort. ‘Volgens mij gaat daar nu verandering in komen,’ zegt hij grijnzend. ‘Ik ga wel.’ In een stevig tempo loopt hij naar het kamertje, waar ze net vandaan kwamen.
‘Met Björn, van de IC,’ zegt hij half vragend.
‘Ja, met Joseph. We hebben hier een zwaargewonde patiënte, dokter Martens is al gebeld voor een spoedoperatie. Daarna zal ze wel bij jullie komen. Kan ik zo even naar boven komen om een paar spullen te brengen?’
Björn hoefde niet snel na te denken. ‘Kom maar, het is hier totaal niet druk, ik heb wel tijd. Ik neem aan dat je bedoelt dat ik familie moet inlichten?’
‘Graag,’ klonk het aan de andere kant van de lijn. ‘Het is hier beneden namelijk wél druk, we moeten eigenlijk de weg weer op. Ik kom er meteen aan.’
Snel loopt Björn naar Wouter, die inmiddels met het infuus van iemand bezig is. ‘Ik kom zo weer helpen; Joseph komt er nu aan met een paar spullen van een patiënte, ik moet haar familie even inlichten. Hij moet zelf de straat weer op.’
Wouter knikt zonder op te kijken van zijn werkzaamheden. ‘Is goed, ik kan het wel alleen af en als ik je hulp nodig heb, doen we die patiënte wel als laatst.’
Björn draait zich weer om en loopt naar het eind van de gang. Door de draaideuren ziet hij Joseph al aan komen lopen. Björn drukt vast op de knop, zodat Joseph gelijk door kan lopen.
‘Hé, hier is een papiertje met de voorlopige diagnose en ook nog haar portemonnee en mobieltje. Die zaten in haar broekzak.’ Hij geeft de inhoud van zijn handen aan Björn. ‘Ik ga snel weer, succes met bellen.’
Björn bedankt hem en dan gaat Joseph er weer snel weer vandoor.
iloveyou' 25.08.2012
Silk
Balpen
Balpen
Berichten: 123
Lid geworden op: 30 dec 2011 13:34

Ik geef toe, ik heb niet alles gelezen.
Wat mij een beetje stoorde, was "Wouter, zijn collega, ..." (hoe noemen ze dat ook al weer, bepaling van gesteldheid of zo?). Ik vind "Zijn collega Wouter" vlotter lezen, of gewoon "Zijn collega" en dat je hem verderop Wouter noemt o.i.d.
xILY.
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2028
Lid geworden op: 06 jan 2011 19:48

Ik heb alles wel gelezen :D
Ik vind het een hele verbetering tov je vorige versie! Dus mijn complimenten daarvoor, heel goed gedaan! ;) De dialoog is nu ook goed, leest een stuk fijner zo.

Ga maar gewoon verder, ben benieuwd! (:
I'm jealous of my parents, I'll never have a kid as cool as theirs.
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

Dankjewel voor jullie reacties! (:

Met het briefje in zijn hand loopt Björn naar het kamertje. Daar ploft hij op een stoel neer en pakt de draagbare telefoon. Geschokt leest hij wat er op het briefje staat.
‘Beide benen gebroken, misschien zelfs op twee plaatsen; mi-nimaal twee gebroken ribben; inwendige bloedingen; gemid-delde lengte; lang, donkerblond, krullend haar; tussen de zes-tien en achttien jaar,’ leest hij zacht voor zichzelf voor.
Nadenkend over hoe hij dit aan haar familie moet vertellen, pakt hij haar portemonnee en opent die. Het eerste dat hij ziet, is een pasfoto – waarschijnlijk gemaakt op school – van een meisje, dat precies aan de beschrijving op het briefje voldoet. Björns hart staat een moment stil. Hij verwondert zich over het gave gezichtje dat hij op de foto ziet.
Als hij merkt dat hij naar het lachende gezicht zit te staren, slaat hij zich voor het hoofd. Hij lijkt wel gek dat hij naar zo’n foto zit te staren, hij lijkt wel een puber.
Björn maakt zijn blik los van het kleine fotootje en gaat op zoek naar op dit moment nuttigere dingen, zoals haar adresgegevens. Eerst zoekt hij op de meest logische plekjes, maar daar is geen papiertje te vinden. Vervolgens inspecteert hij ieder klein vakje, maar ook daar geen papiertje. Björn zucht. Dit gaat natuurlijk niet werken.
Volgende optie, haar mobieltje. Eigenlijk heeft Björn er een hekel aan om in andermans telefoons te zoeken. Hij vindt het vrij opdringerig en asociaal als mensen dat doen, terwijl de eigenaar van de telefoon er niets van weet. Maar nu heeft hij geen keus; hij zal toch haar ouders op een of andere manier moeten bellen.
Met gemak ontgrendelt hij de simpele Samsung en gaat via het menu naar haar contacten. Met een zucht constateert Björn wat hij half en half al verwacht had, namelijk dat die mogelijkheid niet gaat lukken, want er staat een code op. Het is een veel voorkomend verschijnsel, tot grote ergernis van alle hulpdiensten, die wel eens familie in moeten schakelen.
Gelukkig weet hij nog meer opties om achter contacten te ko-men: het logboek. In een paar klikken is hij in het logboek, waar gelukkig geen vergrendeling op staat. De eerste naam die hij ziet, is ‘Lorenzo <3’. Dat zal haar vriend wel zijn, verwacht hij. De – minstens tien – volgende namen zijn meisjesnamen, dat zullen haar vriendinnen wel zijn. Enigszins ongeduldig scrolt hij verder naar beneden. Hij is toch wel opgelucht als hij eindelijk de naam ‘mams’ ziet staan.
Björn heeft net bedacht wat hij gaat zeggen en zijn duim hangt al boven het groene hoorntje, als Wouter binnenkomt. Wat verstoord kijkt Björn op.
‘Heb je al gebeld?’ vraagt hij, eigenlijk weinig geïnteresseerd.
‘Nee, ik heb een tijd lopen zoeken naar gegevens, dus ik sta op het punt om te bellen.’ Björn kan niet helpen dat hij chagrijnig klinkt.
'Sorry man, zeg het voortaan als je kwaad bent.’ Wouter liep tot zijn opluchting zonder verder al te veel te zeggen het kamertje weer uit.
Björn haalt even diep adem en drukt dan echt op het groene hoorntje. Hij kijkt op zijn klokje, dat aan zijn borstzakje hangt. Bijna vier uur, constateert hij, terwijl hij gelaten wacht tot er aan de andere kant wordt opgenomen.
Hij belt al voor de tweede keer, als er eindelijk iemand op-neemt.
‘Van Asperen,’ klinkt een heel slaperige en chagrijnige stem.
Björn zucht. Dit kan nog wat worden. ‘Goedenacht, u spreekt met Björn, verpleger van het Maasstadziekenhuis Rotterdam. Ik heb niet zo’n prettige mededeling voor u. Uw dochter is net bij ons binnengebr…’
‘Wat? Anne-Lynn?’ Oh. Ze heet dus Anne-Lynn. ‘Nee, grapjas, Anne-Lynn ligt lekker te slapen.’ De stem van de man klonk een stuk minder slaperig, maar wel veel chagrijniger.
‘Meneer, ik bel u niet om een lolletje uit te halen. Ze ligt nu waarschijnlijk op de operatiekamer. Ik en mijn collega’s zouden het op prijs stellen als u naar het ziekenhuis zou komen.’
‘Ga je moeder ’s nachts wakker maken, maar laat ons met rust. Doe me een lol en bel me niet meer voor zoiets stoms.’ De man klinkt woedend.
‘Meneer, wilt u even luisteren? Ik heb een beschrijving…’ Een pieptoon is het antwoord.
Verbluft staart Björn naar de telefoon in zijn handen. Dan staat hij op en smijt de telefoon in de houder. Met een gezicht dat op onweer staat, loopt hij naar Wouter, die bezig is met een patiënt. ‘Moet ik je helpen?’ vraagt hij chagrijnig.
Wouter kijkt verbaasd op. ‘Wat is er met jou? Net reageerde je al zo gek en nu is het nog veel erger.’
Björn lacht sarcastisch. ‘Vind je het gek, ik bel die vader op, krijg ik stank voor dank. Ik ben halverwege mijn verhaal en dan hangt ‘ie op, niet van plan om bij zijn dochter te komen kijken.’ Hij haalt diep adem. ‘Nee, grapjas, Anne-Lynn ligt lekker te slapen,’ doet hij de stem van haar vader na.
Wouter schiet in de lach. ‘Wedden dat hij nu uit zijn bedje is gesprongen, bij haar bed staat en straks terugbelt om te zeggen dat het hem enorm spijt? Dan vraagt hij poeslief of je even kunt zeggen wat er is gebeurt, het liefst meer dan dat je zelf weet.’
iloveyou' 25.08.2012
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

En inderdaad, Wouter heeft gelijk. Op datzelfde tijdstip komt Miranda van Asperen slaperig overeind in bed. ‘Jack, wie was dat?’ vraagt ze slaperig.
Jack is nog steeds woedend. Hij kan niet begrijpen wat er zo geweldig is aan mensen wakker bellen en vervolgens zeggen dat hun dochter wordt geopereerd.
‘Er belde iemand naar jouw mobiel, met de mededeling dat Anne-Lynn nu in het ziekenhuis ligt en geopereerd wordt,’ briest hij. ‘Dat tuig ook altijd.’
‘Anne-Lynn?’ reageert Miranda geschrokken en ze slingert meteen haar benen over de rand van het bed, om ze in haar pantoffels te steken.
‘Miranda, doe rustig. Anne-Lynn ligt gewoon in bed te slapen en een snotaap vond het gewoon leuk om ons te laten schrikken.’ Jack haalt geërgerd zijn schouders op en legt zijn hand op Miranda’s schouder.
Maar ze is absoluut niet van plan om te luisteren. Snel slaat ze haar ochtendjas om haar schouders en loopt op de tast naar de slaapkamer van Anne-Lynn.
Jack wil net onder de dekens gaan kruipen en het schemerlampje uitdoen, als hij Miranda hoort.
‘Jack, ze is echt weg!’ Aan haar stem hoort hij dat ze het echt meent. Ze klinkt bang, bijna paniekerig.
In een paar seconden staat ook hij in de kamer van Anne-Lynn en ziet daar dat de broeder van daarnet gelijk had. Anne-Lynns bed is onbeslapen, het dekbed ligt keurig opgemaakt over de matras. Jack draait zich om en kijkt naar het bureau of er een briefje ligt, maar dat ligt er niet.
‘Kijk eens, Jack, het plantje is opzij geschoven.’ Miranda wijst naar de vensterbank.
‘Ze is naar buiten geklommen,’ concludeert Jack verslagen.
Wezenloos staan ze naar de vensterbank te slapen, tot Jack weer bij zijn positieven komt. ‘Ik ga terugbellen naar het ziekenhuis,’ zegt hij en hij loopt snel terug naar hun eigen slaapkamer.
Hij ploft op het bed neer en pakt Miranda’s mobieltje. Vermoeid krabt hij op zijn voorhoofd, als hij twee keer op het groene hoorntje drukt.

Triomfantelijk kijkt Wouter Björn aan als hij de telefoon hoort rinkelen. ‘Ik zei het je toch?’
Björn zucht en staakt zijn werkzaamheden. ‘Daar gaan we dan.’ Hij loopt naar het kamertje en pakt de telefoon op. ‘Goedenacht, Björn van de Intensive Care Maasstad-ziekenhuis Rotterdam.’ Hij ploft onhoorbaar in de stoel die het dichtst bij hem staat.
‘Jack van Asperen weer hier, sorry dat ik hem er net opgooide, ik dacht echt dat u een grapje maakte. Vanavond is Anne-Lynn namelijk gewoon naar haar kamer gegaan, en zei ze dat ze ging slapen.’ De man klonk al een stuk vriendelijker.
Björn knikt; zoiets heeft hij wel verwacht. Het is een wel vaker voorkomend verschijnsel, maar telkens als het gebeurt, is hij weer verbaasd.
‘Kunt u mij vertellen wat er is gebeurd?’ vraagt Van Asperen gespannen.
Björn pakt het briefje van tafel en zakt weer onderuit in zijn stoel. ‘Anne-Lynn heeft haar beide benen gebroken, misschien zelfs op twee plaatsen. Verder heeft ze minimaal twee gebroken ribben en een inwendige bloeding,’ somt hij op. Hij wordt weer koud als hij het voorleest. ‘Dit is maar een diagnose, dus het kan nog mee- of tegenvallen.
Aan de andere kant van de lijn wordt gevloekt. Op de achtergrond klinkt een vrouwenstem, die, aan de toon te horen, tegen haar man zegt dat hij niet moet vloeken.
‘We komen er meteen aan en nogmaals mijn excuses voor het vorige telefoongesprek. Ik denk dat we er over een kwartiertje zijn,’ zegt de man bezorgd en hij probeert vriendelijk te klinken. Een leuke combinatie, vindt Björn.
‘Het geeft niet, uw reactie was begrijpelijk,’ zegt hij en tegelijkertijd trekt hij een raar gezicht naar Wouter, die in de deuropening hard staat te grijnzen. ‘Hopelijk tot straks.’
Zodra de man heeft opgehangen, drukt ook Björn op het rode hoorntje. ‘Dat was weer typisch een bezorgde vader die toch wel redelijk kan zijn als hij zijn best doet,’ grijnst hij. ‘Over een kwartiertje zijn ze er, ik hoop voor hen dat vaderlief rustig rijdt, anders hebben we straks de hele familie Van Asperen hier.’ Hij komt lui overeind en zet de telefoon in de houder. ‘Moet er nog wat gedaan worden of ben jij al klaar met de ronde?’
Wouter schudt zijn hoofd. ‘Alleen bij mevrouw De Jong moet je even helpen, dat kan ik niet alleen af.’
iloveyou' 25.08.2012
Gebruikersavatar
Jeetje
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1078
Lid geworden op: 12 okt 2006 13:08
Locatie: Nederland

Vind het nog steeds een erg leuk verhaal, hoop dat je ermee verder gaat. Je stijl is goed en ik ben benieuwd wat er met haar gebeurd is :)
Afbeelding
~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

Hoofdstuk 2


Terwijl Jack met een verbeten gezicht zo snel mogelijk vanuit Barendrecht naar Rotterdam rijdt, bijt Miranda op haar nagels, een gewoonte als ze erg zenuwachtig, bang of bezorgd is. Vermoeid leunt ze in de rugleuning van de stoel en ziet het gezicht van haar dochter voor zich. Het beeld van een gaaf gezichtje wordt bijna meteen weggeduwd door een visioen van een doodzieke Anne-Lynn, met slangetjes in haar hele lichaam en overal bloederige wonden. Onwillekeurig rilt ze. Hoe zullen ze haar enige dochter aantreffen?
Ze kijkt opzij, naar Jacks gezicht. Zijn ogen staan bezorgd, er ligt een gespannen trek om zijn mond. Als ze naar zijn handen kijkt, ziet ze dat die het stuur haast fijnknijpen. Zijn knokkels zijn spierwit. Ze voelt haast lichamelijk de pijn die hij geestelijk moet voelen. Ze weet van zijn worstelingen en tobberijen de afgelopen maanden en weken.
Miranda legt haar hand op zijn been en beweegt haar vingers met regelmatige bewegingen heen en weer. Met haar andere hand veegt ze af en toe over haar ogen, want helemaal droog kan ze het niet houden. Ondertussen blijft ze naar zijn gezicht kijken en tot haar opluchting ziet ze dat Jack iets ontspant. Pas als ze het parkeerterrein van het ziekenhuis oprijden, haalt ze haar hand weg.
Even later lopen ze hand in hand door de draaideuren van het zie-kenhuis. De grote klok in de hal wijst tien voor half vijf aan. Miranda trekt even een pijnlijk gezicht, als ze voelt dat Jack haar hand bijna fijnknijpt. Zelf lijkt hij het niet door te hebben, want hij verslapt zijn greep niet. Zijn gezicht is weer tot het uiterste gespannen.
‘Waarmee kan ik jullie van dienst zijn? De receptioniste kijkt hen vriendelijk aan.
Ongelooflijk, hoe je op dit tijdstip fit uit je ogen kunt kijken, denkt Miranda. Jack heeft inmiddels haar hand losgelaten.
Ze kijkt opzij naar Jack en geeft hem een zacht, bemoedigend duwtje.
‘We komen voor Anne-Lynn van Asperen,’ zegt hij gespannen, ‘ze is hier vannacht gebracht.’
‘Momentje alstublieft,’ antwoordt de vrouw achter de balie en haar vingers vliegen over het toetsenbord.
Na een tijdje kijkt ze Jack en Miranda weer aan. ‘Ze staat nog niet geregistreerd op een afdeling, maar ik verwacht dat ze naar de Intensive Care gaat na de operatie.’ Ze wijst naar een paar stoelen tegenover de balie. ‘Als jullie daar even willen wachten, bel ik even naar de afdeling. Jullie horen straks meer.’
Jack knikt en pakt Miranda’s hand weer. Samen lopen ze naar de stoe-len en gaan erop zitten. Het valt Miranda meteen op dat het goede stoelen zijn. Tenminste, goede stoelen voor een wachtruimte of iets dergelijks. Als Jack weer in haar hand begint te knijpen, trekt ze zacht, maar beslist haar hand terug.
Na nog geen vijf minuten – naar Miranda’s idee wel een half uur – roept de receptioniste hen weer. Snel komen ze overeind en lopen naar haar toe.
‘Ik heb naar de Intensive Care gebeld en daar komt ze straks inderdaad terecht. Jullie kunnen naar de afdeling gaan en daar op Anne-Lynn wachten.’ Het verbaast Miranda dat ze Anne-Lynns naam nog onthouden heeft. ‘Boven wacht er een verpleger op jullie.’ Ze buigt zich over de balie heen. ‘Daar aan uw linkerhand zijn de trappen en de lift, de Intensive Care is op de tweede verdieping, als u boven komt gelijk rechts. De bordjes wijzen u de weg wel.’ Ze ging weer normaal op haar stoel zitten. ‘Heel veel sterkte,’ knikte ze bemoedigend.
‘Hartelijk bedankt voor uw hulp,’ zeiden Jack en Miranda allebei tege-lijk.
Ze glimlachte vriendelijk. ‘Graag gedaan.’

Aangezien ze allebei hun conditie van dit moment niet vertrouwen, kiezen ze ervoor om de lift te pakken. Als ze na een paar minuutjes boven staan, kijken ze besluiteloos om zich heen.
‘Zei ze nu naar links of rechts?’ vraagt Jack.
Miranda kijkt op de bordjes. ‘Volgens mij moeten we naar rechts,’ zegt ze en ze wijst een soort wegwijzer aan.
Als Miranda op de knop voor de deuren wil drukken, zwaaien ze al open. Meteen komt er een typische ziekenlucht op hen af. Van achter de deuren vandaan komt een sympathiek uitziende jongeman met uitgestoken hand naar hen toe gelopen.
‘Ik neem aan dat jullie de ouders van Anne-Lynn zijn?’ zegt hij, alsof het vanzelfsprekend is dat ze op dit tijdstip in het ziekenhuis komen.
Miranda knikt. Ze schudden allebei een warme hand en zeggen hun naam.
‘Ik ben Björn, verpleger op deze afdeling,’ zegt hij. Miranda neemt hem ongemerkt op. Het is dat hij witte kleding aanheeft, anders zou ze echt niet geloven dat hij op een Intensive Care van een ziekenhuis werkt. Ze geeft hem niet veel meer dan twee-, drieëntwintig jaar. ‘Op dit moment wordt Anne-Lynn nog geopereerd. Over haar toestand weet ik nog niet meer dan dat ik u door de telefoon verteld heb, maar ik verwacht dat ze binnen nu en een uurtje op de afdeling is.’
Jack kijkt hem geschokt aan. ‘Dan pas?’
Björn glimlacht; hij is zo’n reactie van ouders wel gewend. ‘Ik weet niet precies wat er allemaal met haar aan de hand is, en dat wist de chirurg ook niet voordat hij aan de operatie begon. Het kan daarom een halfuurtje duren, maar ook rustig twee uur.’ Hij kijkt even op het klokje dat aan zijn borstzakje hangt. ‘Ze ligt nu ongeveer veertig minuten op de operatietafel, dus het is afwachten. Ik zal jullie trouwens de wachtkamer even laten zien.’ Hij draait zich om en loopt verder de afdeling op. Hij stopt bij een openstaande deur. ‘Hier kunnen jullie voorlopig wachten. Er liggen tijdschriften, kranten en u kunt iets te eten of drinken pakken als u er behoefte aan hebt.’ Hij kijkt Miranda en Jack aan en glimlacht even. ‘Ik ga weer aan het werk, zodra er wat meer bekend is, kom ik of komt de chirurg het u meteen zeggen.’ Hij draait zich om en loopt terug naar Wouter, die met het infuus van meneer Van Zwieten bezig is.
Björn gaat op een kruk zitten. ‘Zo, wat was die man opeens aardig. Ik kan me haast niet voorstellen dat ik hem net pisnijdig aan de telefoon had. Vrouw half huilend en die man was ook flink gespannen.’
‘Ik zei het je toch,’ zegt Wouter, zonder op te kijken van zijn werk.
Laatst gewijzigd door arendaaa op 25 okt 2012 10:00, 1 keer totaal gewijzigd.
iloveyou' 25.08.2012
Little_Miss_Perfect
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 724
Lid geworden op: 27 apr 2012 18:49
Locatie: Mars

Ilike. :3 Vooral dat je nu heel anders schrijft dan die andere versie. (: Ik ben echt benieuwd naar wat je er verder van gaat maken. ;D En zoals altijd, team Björn. :3 Ga snel verder, ik wil meer lezen! <33
It's so hard to forget someone who gave you so much to remember. <3
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

Dankuu voor de reactie(: En Jeetje, nog bedankt voor de like!


Somber staart Jack voor zich uit, iedere minuut op de klok kijkend. Net kwart voor vijf geweest. Ze zitten hier nu al twintig minuten, zonder ook maar iets gehoord te hebben over Anne-Lynn. Het gevoel dat er iets¬ ergs met haar gebeurd is, wordt steeds sterker. Hij heeft inmiddels doorgekregen dat hij in Miranda’s hand zat te knijpen, dus daar is hij mee gestopt.
Hij kijkt naar Miranda, die inmiddels haar vingernagels helemaal heeft afgekloven en nu rusteloos in een tijdschrift zit te bladeren. Aan haar gezicht ziet hij dat ze er helemaal niet bij is.
Zenuwachtig knakt hij met zijn vingers. Waarom duurt het zo lang voor er iemand komt? Hij kijkt om zich heen. De muren lijken hem bijna aan te vliegen. Weer laat hij zijn vingers een paar keer knakken. Dat levert hem een harde por op van Miranda.
‘Kun je alsjeblieft stoppen met dat zenuwachtige gedoe?’ vraagt ze geïrriteerd. Meteen daarna verandert haar gezicht. ‘Sorry,’ zegt ze, ‘ik kan er ook niet meer tegen. Ik… ik ben bang dat ze het niet haalt.’ Ze zucht diep.
Jack trekt haar tegen zich aan en streelt haar haren. ‘Het enige dat we kunnen doen, is bidden,’ zegt hij wat verlegen.
Miranda knikt en maakt zich na een tijdje weer los uit zijn omhelzing. ‘Ik hoop dat ze het haalt. Ik moet er niet aan denken dat…’ Haar stem klinkt verstikt en er verschijnen weer tranen in haar ogen. ‘Ik ga dat niet trekken, na Joost…’ Er klinkt een snik.
Jack trekt haar weer tegen zich aan en knikt. Hij had net dezelfde gedachten. Nog nooit heeft hij zo sterk beseft dat hij van Anne-Lynn houdt, als nu.
Zijn gedachten gaan terug naar de laatste maanden. De relatie met Anne-Lynn is duidelijk merkbaar veranderd. En daar is hij, Jack, de hoofdschuldige van. Zo’n drie maanden geleden is het begonnen. Hij werd ontslagen door het bedrijf waar hij vanaf zijn trouwen had gewerkt. ‘We moeten gaan bezuinigen, de duurste mensen moeten eruit,’ was het simpele excuus geweest. Hij kwam thuis te zitten en voelde zich nutteloos, lastig. Opeens moesten ze thuis op de uitgaven letten: geen nutteloos water verbruiken; geen onnodige dingen als chips en extra kleding kopen; zo min mogelijk de auto gebruiken en ga zo maar door. Hij kon het niet goed verwerken dat hij was ontslagen en was thuis vaak chagrijnig. Als Anne-Lynn dan thuiskwam uit school met vrolijke verhalen, voelde hij een soort wrok en dat kon hij niet wegduwen. Het gevolg was vaak een ruzie. Hij kon zien dat Anne-Lynn eronder leed, maar het leek wel of het hem niets deed. Hij bleef chagrijnig. Hoe langer het duurde, hoe minder Anne-Lynn thuis was. Als Miranda vroeg waar ze heen ging, zei ze meestal vaag: ‘naar een vriendin,’ en weg was ze.
Hoe langer Jack hierover nadenkt, hoe schuldiger hij zich gaat voelen. Wat als hij de kans niet meer krijgt om het goed te maken? Hij moet er niet aan denken.
De klokt geeft precies vijf uur aan, als er een wat oudere man binnenkomt. Op zijn hoofd vertonen zich de eerste grijze haren en hij is al kalend; Jack schat hem op een jaar of veertig.
‘Meneer en mevrouw Van Asperen?’ Hij geeft Jack en Miranda allebei een hand en gaat op de punt van de tafel zitten en stelt zich voor als chirurg Martens.
Hij lijkt opgelucht, maar Jack weet het niet zeker. Hij hoopt het maar.
‘Ik heb jullie dochter net geopereerd.’ De chirurg kijkt hen beiden rustig aan.
‘En…?’ vraagt Miranda gespannen.
‘Allereerst moet ik zeggen, dat ik de operatie heb kunnen uitvoeren zoals ik wilde. Daar ben ik al heel erg blij mee.’ Hij slaat zijn benen over elkaar heen en gaat wat verzitten. ‘De inwendige bloedingen, die ze vooral in haar buik had, zijn gelukkig gestopt en dat was in principe het belangrijkste. Ze heeft twee zwaar gekneusde ribben en allebei haar benen gebroken. Haar linkerbeen op een lastig plek, dus ik verwacht dat die kant minder snel zal genezen. Verder heeft ze een fikse hersenschudding opgelopen, gelukkig geen hersenletsel.’
‘Kan ze weer helemaal genezen?’ Het is Miranda die dat vraagt. Jack zit er als een zombie bij en hoort alles gelaten aan.
Het gezicht van de chirurg stond bedenkelijk. ‘Ik verwacht van wel, al is de kans groot dat ze altijd wat last zal blijven houden van haar linkerbeen. Waar ik me nu grote zorgen om maak, is over haar leven. Haar toestand is ernstig en het is kritiek of ze het zal halen. Ze ligt nu in coma.’ Bij die woorden schiet Jack overeind en hij slaat zijn handen voor zijn gezicht. ‘Nee…,’ kreunt hij, ‘ze mag niet sterven.’ Hij zoekt de hand van Miranda en knijpt er ongemerkt in.
‘Het spijt me dat ik u dit moet vertellen,’ zegt Martens. ‘De klap is hard aangekomen.’
Jack keek hem verbaasd aan. ‘Klap?’ Dan realiseert hij zich pas dat er waarschijnlijk een ongeluk met haar is gebeurd.
‘Ja, een klap. Waarschijnlijk is ze aangereden door een auto, maar dat is niet zeker. Toen de hulpdiensten arriveerden, waren er enkele omstanders, onder wie diegene die 112 heeft gebeld. Toen die vrouw uw dochter zag liggen, was er niemand meer, geen auto, niets. Ze heeft waarschijnlijk een kwartier zo gelegen, zonder dat iemand haar heeft gezien. Het is bij winkelcentrum Keizerswaard gebeurd.’
Verslagen schudt Jack zijn hoofd. Dit kan niet waar zijn, denkt hij.
Martens denkt na. Als hij de gezichten van de ouders voor hem ziet, vraagt hij zich sterk af of hij wel moet zeggen wat hij heeft gezien. Hij besluit het toch te doen; ze moeten het weten.
‘Ik heb nog iets anders gezien, waar ik van ben geschrokken.’ Geschrokken staren ze hem aan. ‘In haar nek heeft Anne-Lynn een aantal blauwe plekken en ook een paar brandwondjes van nog niet zo lang geleden. Ik vermoed dat het sigaretten zijn.’
Jack en Miranda zijn sprakeloos. Miranda is de eerste die weer in staat is iets te zeggen. ‘Dus… ze is… mishandeld?’ Ze durft het bijna niet te vragen.
Martens knikt langzaam. ‘Ik vermoed het. Zeker weten doe ik het natuurlijk niet, want ze heeft het me niet verteld.’ Hij staat op. ‘Hebben jullie nog vragen?’ Als Jack en Miranda allebei ontkennend hun hoofd schudden, zegt hij: ‘Dan ga ik er nu vandoor, nog even slapen voordat mijn dienst weer begint.’ Hij geeft hun allebei een hand. ‘Sterkte in de komende tijd!’ zegt hij warm.
Laatst gewijzigd door arendaaa op 10 jul 2012 21:35, 2 keer totaal gewijzigd.
iloveyou' 25.08.2012
xILY.
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2028
Lid geworden op: 06 jan 2011 19:48

Hij geeft hen allebei een hand.
Hen moet hun worden, want het is hier een meewerkend voorwerp ;)

Verder heb je in je stukje veel woorden met een - ertussen. Ik denk dat je in Word die woorden aan het eind van de regel afkapt, maar het is beter om dat niet te doen, want het leest erg vervelend zo ;)
Bijvoorbeeld hier:
Hij had net dezelfde ge-dachten.
Ik ben benieuwd naar de rest, maar heb niet zo vaak tijd om te reageren. Ik lees wel gezellig mee (:

Liefs, Marit.
I'm jealous of my parents, I'll never have a kid as cool as theirs.
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

Dankjewel voor je reactie!
Ja, ik heb 'm op word gelijk in boekformaat, dus met automatische woordafbreking. Ik dacht dat zoiets weer automatisch teruggaat als je het ergens anders post, maar kennelijk toch niet... Ik ga het denk maar weer uitzetten dan.
iloveyou' 25.08.2012
xILY.
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2028
Lid geworden op: 06 jan 2011 19:48

arendaaa schreef:Dankjewel voor je reactie!
Ja, ik heb 'm op word gelijk in boekformaat, dus met automatische woordafbreking. Ik dacht dat zoiets weer automatisch teruggaat als je het ergens anders post, maar kennelijk toch niet... Ik ga het denk maar weer uitzetten dan.
In veel boeken heb je ook dat een regel niet helemaal vol is, anders moet je het gewoon helemaal vierkant uitlijnen zegmaar, ik weet niet of je nu snapt wat ik bedoel? :P Dan heb je de regels wel vol, maar met meer ruimte tussen sommige woorden ;)

En graag gedaan natuurlijk! :D
I'm jealous of my parents, I'll never have a kid as cool as theirs.
Christian Damen
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2110
Lid geworden op: 19 jun 2012 01:37

Ik gebruik zelf LaTeX om mijn verhalen in te schrijven (aangezien ik dit voor mijn werk al gebruik, dus ben er aan gewend). Het is een aantal stapjes lastiger om er goed mee te leren werken, maar wanneer je er aan gewend bent kun je er hele mooie dingen mee. Het mooie is ook dat het zelf de 'ziet deze tekst er mooi uit' regelt; als je de tekst als 'book' aanmerkt dan wordt het automatisch als zodanig gemaakt.
Nog een voordeel (mijns inziens) is dat ik voor ieder hoofdstuk van mijn grote verhalen een aparte file heb. Zo is alles lekker overzichtelijk en hoef ik niet uren te scrollen om bij bepaalde stukjes te komen in mijn werk. Met één druk op de knop van mijn 'boek-file' krijg ik dan een pdf met het gehele boek netjes verwerkt. Oh, en ik maak hem dan ook zo dat je er zo'n handig menuutje naast hebt zodat je met 1 klik bij een hoofdstuk zit.
Overigens kan dit laatste ook heel makkelijk met word. Voor het geval dit nog niet bekend is zeg ik het even snel (ik heb Engelse Word dus in het nederlands zal dit wel even anders zijn):
Voor elk hoofdstuk heb je waarschijnlijk een titel. Selecteer de titel tekst en geef het de opmaak 'Heading 1'.
Ga dan naar je menubalk: Insert -> Reference -> Index and Tables.
En dan op Ok drukken en je hebt je Index. Als je nu de ctrl toets inhoudt en op een titel klikt, dan schiet je er automatisch naartoe. Best handig voor lange verhalen die in 1 word file staan. Overigens moet je de lijst wel updaten, elke keer als je een nieuw hoofdstuk toevoegt. Gewoon even met de rechtermuisknop op de index klikken en dan update selecteren.

~Chris
Suppose you toss a coin enough times
Suppose one day, it lands on its edge
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

Björn kijkt geschrokken naar het witte gezichtje, dat maar nauwelijks afsteekt tegen het kussen. Haar ogen zijn gesloten, net onder haar rechteroog zit een grote schaafwond. Ze lijkt in het niets op het vrolijk lachende meisje dat hij op de pasfoto heeft gezien. Hij denkt na over wat Martens tegen hem heeft gezegd. Blauwe plekken en schroeiplekjes in haar nek. Hij loopt om het bed heen en doet voorzichtig wat kleding aan de kant. Daar ziet hij wat de chirurg had gezegd. Het zijn vieze, lelijke plekjes. Zachtjes gaat hij met zijn vinger over een paar van de plekjes. Hij let scherp op haar gezicht, maar een reactie blijft uit. Haar gezicht blijft zoals het was: wit en onbeweeglijk.
Met een bezorgd gezicht loopt hij even later naar de wachtkamer. Daar treft hij twee gespannen ouders aan, die meteen overeind komen als ze hem zien.
‘Kunnen we bij haar kijken?’ vraagt de vader van Anne-Lynn.
Björn knikt. ‘Ik kom jullie halen; jullie mogen een poosje bij haar kijken,’ zegt hij en hij draait zich om en loopt het kamertje uit.
Gespannen en lopen Miranda en Jack achter hem aan. De bezorgde blik op Björns gezicht is Miranda niet ontgaan, maar dat zegt ze niet tegen Jack, die alweer haar hand fijnknijpt. Hij moet toch zo onderhand wel blauw zijn, denkt Miranda, maar het maakt haar op dit moment niets uit. Het enige dat haar op dit moment kan schelen, is de gezondheid van haar dochter.
Als ze Anne-Lynn ziet liggen, schrikt ze enorm. Is dit haar altijd zo vitale dochter? Nu ja, de laatste maanden was het wat minder, maar dat kwam door de zorgen thuis. Ze bijt op haar lip om niet te gaan huilen en klemt haar man stevig vast. Als ze even opzij kijkt, ziet ze dat ook hij het moeilijk heeft.
Björn kijkt naar hen en doet een paar stappen achteruit, tot hij in de deuropening staat en draait zich om. Dit is niet voor zijn ogen bestemd, vindt hij. Ook hij bijt op zijn lip en moet een paar keer slikken. Zulke momenten vindt hij nog steeds moeilijk, ondanks dat hij hier toch al weer anderhalf jaar werkt. Hij weet niet wat hem bezielt, maar dit keer voelt hij zich meer betrokken, bij Anne-Lynn en bij haar ouders.
Jack maakt zich los van Miranda en loopt op zijn tenen naar het bed, alsof hij Anne-Lynn niet wakker wil maken.
‘Het spijt me, meisje,’ fluistert hij. Er vallen een paar tranen op het laken, maar het kan hem niet schelen. ‘Kom alsjeblieft weer bij.’ Hij smeekt het bijna.
Miranda kijkt ontroerd naar het tafereeltje en doet ook een paar stappen naar voren. Ze veegt over haar ogen en met haar andere hand slaat ze een arm om Jacks schouder. ‘Anne-Lynn, ik houd van je,’ fluistert ze zachtjes. ‘Ik kan het niet aan als je sterft…’ Haar stem breekt en ze valt Jack zacht huilend in de armen.
Na een paar minuten draait Björn zich om. Hij slikt nog een keer om er zeker van te zijn dat zijn stem normaal functioneert. ‘Excuses dat ik jullie moet storen, maar Anne-Lynn mag niet langer bezoek hebben…’
De ouders kijken hem met rode ogen aan en Björn doet zijn best om zich te beheersen. Met moeite nemen ze afscheid van hun dochter en lopen naar de deur. Björn loopt voor hen uit. Nog één keer kijken ze om en dan lopen ze de gang op, weg van hun dochter, die voor haar leven vecht.
Bij de deur kijken ze Björn weer aan. ‘Bedankt voor alles,’ zegt de man moeilijk.’
Björn knikt. ‘Heel graag gedaan.’
Als ze samen, een beetje gebogen, door de deuren van hem weglopen, beseft Björn dat dit voor hem meer dan alleen als een plicht voelde.

Als Björn een paar uur later onder de douche staat, gaan zijn gedachten weer naar dat witte gezichtje, waarvan de ogen misschien wel nooit meer zullen opengaan. Hij slaakt een diepe zucht.
Vanaf het moment dat ze binnengebracht werd tot nu, is Anne-Lynn geen minuut uit zijn gedachten geweest. Zijn werk heeft hij op de automatische piloot afgemaakt. Voordat hij uit het ziekenhuis wegging, heeft hij nog even bij haar gekeken, zoals hij wel meerdere keren heeft gedaan tijdens zijn dienst. Nu heeft hij de komende drie dagen geen dienst, hij heeft niets in het ziekenhuis te zoeken. Hij is in staat om haar op te zoeken, zoveel hij kan. Wat als hij donderdag weer in het ziekenhuis komt en Anne-Lynn is overleden? Hij zou het vreselijk vinden…
Björn neemt zichzelf eens flink onderhanden. Waar is hij mee bezig? Hij heeft nog geen woord met haar gewisseld, sterker nog, hij heeft haar nog niet eens horen praten. Hij lijkt wel gek.
Als Björn even later in bed ligt en naar de geluiden van de ochtendspits luistert, denkt hij weer aan Anne-Lynn en hij kan de slaap niet vatten. Hij schudt zijn hoofd en komt overeind. Dit gaat zo niet werken; hij kan toch niet slapen. Hij kan beter iets nuttigs gaan doen dan dat hij hier in bed ligt te piekeren over een patiënte in het ziekenhuis.
Laatst gewijzigd door arendaaa op 10 jul 2012 17:58, 1 keer totaal gewijzigd.
iloveyou' 25.08.2012
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

Hoofdstuk 3


Met een klap slaat Björn een paar dagen later de deur van appartement achter zich dicht. Als hij naar buiten loopt, ziet hij tot zijn ergernis zijn onderbuurvrouw lopen. Wat doet dat mens op dit vroege tijdstip op straat? vraagt hij zich oneerbiedig af.
Zodra ze hem in het oog krijgt, komt ze – op haar naaldhakjes – zo snel mogelijk naar hem toegelopen. Björn zucht; dat kan er ook nog wel bij. Een uitweg is er niet, hij kruist haar weg als hij naar zijn auto moet lopen. Ze weet precies welke auto hij heeft, van iedereen die in de buurt woont trouwens, en het valt dus op als hij een omweg zal nemen. Inwendig zet hij zich schrap voor de spraakwaterval, die er ongetwijfeld zal komen.
‘Dag Björn,’ kirt ze met een hoog stemmetje, ‘ga je werken?’
Die knikt bevestigend. ‘Ja, ik moet om half acht beginnen,’ zegt hij, op zijn horloge kijkend.
‘Heb je het nog steeds naar je zin op de Intensive Care?’
Björn moet moeite doen zijn lachen in te houden; de buurvrouw probeert het woord in het Engels uit te spreken, maar dat gaat haar niet zo best af.
‘Ik vind het nog steeds een geweldig baan, buurvrouw,’ zegt hij uiterst beleefd en werpt nog eens een blik op zijn horloge. ‘Het spijt me, maar ik moet…’
De kans om zijn zin af te maken krijgt Björn niet, want de buurvrouw valt hem in de rede. ‘Heb je het ook gehoord van dat meisje dat is aangereden? Ik vind het een schandaal.’ Weer verbijt hij zich om haar accent. ‘Ligt ze bij jou op de afdeling? Hoe gaat het met haar?’
Björn knikt. ‘Ik heb het gehoord, maar verder vertel ik u niets, ik heb beroepsgeheim.’ Hoe vaak moet hij dat nu nog vertellen?
Ze wil alweer een heel verhaal tegen hem op gaan hangen, maar Björn kapt beleefd, maar beslist af. ‘Sorry, maar ik moet nu echt gaan, anders kom ik te laat op mijn werk. Fijne dag vandaag.’
‘Maar…’
Björn luistert niet meer naar haar en loopt van haar weg, nu ze het niet meer ziet met een grote grijns op zijn gezicht, de buurvrouw verbluft achterlatend.
Snel stapt hij in zijn auto en zwaait nog even alleraardigst naar de buurvrouw, die nog steeds op de plek staat waar hij haar heeft achtergelaten. Snel rijdt hij de parkeerplaats af, richting het ziekenhuis.
Even later loopt hij over de parkeerplaats naar het ziekenhuis en loopt via de draaideuren naar binnen. Daar groet hij Esther, die achter de balie zit. Hij loopt regelrecht naar de lift, waar hij op de knop drukt. Normaal doet hij dat nooit, maar nu wordt hij al moe van het idee dat hij de trappen naar de tweede verdieping op moet klimmen.
Terwijl hij op de lift wacht, wrijft hij vermoeid in zijn ogen. De laatste nachten heeft hij slecht geslapen. Overdag ging het nog wel, maar ’s nachts, als hij in bed lag, werd hij gek van bezorgdheid over Anne-Lynn. En dan kwam net de buurvrouw ook nog aan zijn hoofd zeuren, dat kon hij ook niet zo goed hebben.
Een paar minuten later loopt Björn de personeelskamer in; hij heeft geen tijd meer om voor de overdracht even bij Anne-Lynn te kijken. Had ik maar wat eerder weggegaan, verwijt hij zichzelf. Links en rechts groet hij wat collega’s en ploft neer op de dichtstbijzijnde vrije stoel.
De overdracht vindt hij nooit het boeiendste deel van zijn werk, maar het hoort er nu eenmaal bij. Terwijl de collega’s van de nachtdienst patiënt voor patiënt uitvoerig bespreken, gaapt hij af en toe verstolen achter zijn hand. Pas als Anne-Lynn ter sprake komt, gaat hij rechtop zitten en is hij opeens zijn vermoeidheid vergeten. Van haar wil hij precies weten hoe het met haar gaat.
‘Sinds gisteravond wordt ze niet meer slapende gehouden en vannacht is ze meteen een paar minuutjes wakker geweest,’ zegt Mandy.
Björn wrijft over zijn voorhoofd. Drie dagen slapende gehouden worden, dat is bepaald geen goed teken.
‘Ik denk dat ze vannacht droomde, ze wilde wat proberen te zeggen. Het lukte niet echt, het enige dat ik hoorde was de naam Lorenzo en een paar keer zei ze ‘nee’. Wouter, jij was er toch ook bij?’
Die knikt instemmend. ‘Ik verstond ook niet meer,’ zegt hij. ‘Misschien weet Björn wat over die Lorenzo, is dat haar vriend ofzo? Jij hebt toch in haar telefoon gezeten toen je haar ouders moest bellen?’ Vragend kijkt Wouter Björn aan.
‘Ik ben in haar logboek die naam wel tegengekomen inderdaad, als ik me niet vergis stond er een hartje achter.’ Björn vergist zich zeker niet, maar hij laat niet merken dat hij dit nog zo goed weet. Normaal is hij ook niet zo’n kei in het onthouden van zulke details en dat weten zijn collega's wel. Hij denkt diep na en probeert zich het gesprek met meneer Van Asperen te herinneren. Alle aandacht is nu op hem gericht.
‘Haar vader heeft het volgens mij ook niet over een vriend gehad,’ zegt hij nadenkend.
‘Je weet het dus niet zeker?’ vraagt Lidy-Anne, ook een collega.
Björn denkt nog eens na en schudt dan zijn hoofd. ‘Ik weet het wel zeker,’ zegt hij vastberaden.
‘Er is trouwens ook niemand op bezoek geweest, behalve haar ouders en een vriendin,’ zegt Mandy, ‘dus het lijkt me sterk dat ze een vriend heeft.’
Björn haalt zijn schouders op. ‘Ik weet verder ook niet hoe het zit, hoor,’ zegt hij wat verontschuldigend.
Helaas is daarmee het onderwerp afgehandeld. Björn besluit om straks, voordat hij aan het werk gaat, eerst in haar dossier te kijken of er nog bijzonderheden zijn voorgevallen in de tijd dat hij niet hoefde te werken.
Als de rest weer verder gaat met de laatste patiënten, zakt Björn ongemerkt weer wat onderuit. De slaap is even helemaal weg; hij heeft genoeg stof tot overdenken. Waarom heeft haar vader niets over een vriend gezegd? Had Anne-Lynn soms geheim verkering of was ze gewoon verliefd? In haar portemonnee zat ook geen foto van een jongen, dat weet hij heel zeker.
Björn schrikt op uit zijn gedachten als Wouter hem op zijn schouder slaat. Met een grijnzend gezicht staat hij voor hem.
‘Zou je niet eens gaan werken?’ zegt hij wat spottend. ‘Iedereen is al weg.’
Björn kijkt om zich heen en ziet nog net dat Lidy-Anne door de deur verdwijnt. Hij staat snel op en rekt zich uitgebreid uit. ‘Sorry man, ik heb niet zo lekker geslapen vannacht en ik was er even niet bij met m’n gedachten,’ zegt hij gapend.
Wouter grijnst. ‘Het maakt mij verder niet uit, maar als je hier blijft zitten slapen, gok ik dat je Louise op je dak krijgt.’
‘Grote kans van wel, ja.’ Hun teamhoofd is aardig, maar ze accepteert absoluut geen geslaap of dromerijen onder werktijd. Ook wel te begrijpen, het gaat wel om mensenlevens, zeker op de Intensive Care. Dan moet je je gedachten erbij houden. Doe je dat niet, kan het fataal zijn.
iloveyou' 25.08.2012
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

Laatste stukje voor ik op vakantie ga^^.
Als ik trouwens te snel post, of te lang/kort of iets, meld het alsjeblieft!
Ben tot de 25e op vakantie, dan ben ik van plan weer lekker door te schrijven en te posten.;D En natuurlijk andermans verhalen te lezen.^^
Enjoy! (:

Stil staat Björn bij het bed van Anne-Lynn. Hij is blij dat hij vandaag aan de kant van Anne-Lynns kamer moet werken; zo kan hij af en toe bij haar gaan kijken, zonder dat zijn collega’s argwaan zullen krijgen. Hij moet vooral oppassen voor Lidy-Anne; zij is vreselijk nieuwsgierig en heeft alles veel te snel door. Ze hoeft niet te weten dat Björn de laatste nachten om Anne-Lynn heeft wakkergelegen. Als dat eenmaal bij haar bekend is, weet de rest van de afdeling het ook, zodra ze komen werken. Dat is niet helemaal de bedoeling.
Opeens lijkt er beweging te zijn op het gezicht van Anne-Lynn. Björn buigt zich wat verder voorover. Ja, haar oogleden trillen. Snel loopt hij de gang op en ziet alleen Lidy-Anne. Björn zucht, maar wil geen tijd verliezen. Het moet maar. Hij wil er wel iemand bij hebben, zodat hij zeker weet dat hij het zich niet verbeeld heeft.
‘Kom eens, Lidy-Anne, volgens mij gaat Anne-Lynn even wakker worden.’
Snel komt ze aangelopen en een paar seconden later staan ze naast Anne-Lynns bed, allebei aan een kant. Ingespannen kijken ze naar haar gezicht. Als Lidy-Anne aanstalten maakt om weer verder gaan met haar werk omdat ze niets meer zien, komt er weer beweging op het gezicht van Anne-Lynn.
‘Kijk,’ fluistert Björn, die een blij gevoel in zich voelt opkomen. Het is een teken van leven!
Anne-Lynn doet duidelijk moeite om haar ogen te openen en uiteindelijk krijgt ze het voor elkaar om ze half open te krijgen. Moeizaam gaan haar ogen naar Björns witte uniform. Björns adem stokt als hij haar ogen ziet. Grijsgroen, met een donker randje om de iris.
‘Alsjeblieft… Lorenzo,’ fluistert ze, nauwelijks hoorbaar. Een zachte kreun klinkt vanuit haar keel. ‘Nee…’ Haar lip trilt en in haar ooghoek blinkt een traan. Dan sluit ze haar ogen en zakt weer weg.
‘Dat was een goed teken,’ fluistert Lidy-Anne.
‘Een heel goed teken,’ zegt Björn zachtjes terug. ‘Toen ik haar die nacht zag, had ik dit absoluut niet verwacht.’
Lidy-Anne knikt. ‘Ik heb inderdaad in haar dossier gelezen dat ze er niet zo best aan toe was.’ Ze gaat weer rechtop staan en doet een paar stappen bij het bed vandaan. ‘Ik ga weer verder met m’n werk.’
Björn doet alsof hij met Anne-Lynns infuus bezig is en wacht tot ze verdwenen is. Dan draait hij zich weer om en kijkt naar haar gezicht, hopend dat ze nog één keer haar ogen opent. Heel voorzichtig streelt hij haar rechterwang, waar geen schaafwond zit.
Na een tijdje haalt hij zijn hand weg en gaat weer aan het werk, met een veel beter gevoel dan een kwartiertje daarvoor. De oorzaak is, zonder dat ze het zelf weet, Anne-Lynn.

Met een zucht ploft Björn ’s avonds met een biertje op de bank en denkt terug aan de dag die achter hem ligt. Gelijk uit zijn werk is hij naar zijn ouders gegaan; daar heeft hij ook meteen gegeten. Zijn moeder merkte iets aan hem, weet Björn. Als maatschappelijk werkster heeft ze enorm veel mensenkennis en haar eigen zoon doorziet ze zeker. Ze heeft niets gevraagd en daar is hij wel blij mee. Vragen kan hij er op dit moment niet bij hebben.
Björn gaat met zijn gedachten terug naar het moment dat Anne-Lynn haar ogen opende. Ze zijn op zijn netvlies gebrand. Voor de zoveelste keer laat hij dat moment de revue passeren, maar nu met wat meer aandacht dan de vorige keren, omdat hij nu in zijn eentje is en dus ongestoord kan wegdromen. Hij denkt nog eens goed na en realiseert zich dan pas dat Anne-Lynn ook een paar woorden fluisterde. Na even goed in zijn geheugen te hebben gespit, weet Björn weer wat ze zei.
‘Alsjeblieft… Lorenzo, nee…’ Hij hoort haar fluisterende stem weer voor zich.
Terwijl hij een slok van zijn biertje neemt, legt hij zijn voeten op tafel en zakt onderuit. Lorenzo, dat is de naam die hij ook in haar mobieltje vond. Hij probeert de link te leggen met de andere twee woorden hij haar hoorde zeggen, maar het lukt hem slecht.
Om tien uur zet hij het de televisie aan en zapt naar het journaal. Eens kijken of er nog wat interessants in de wereld is gebeurd, want hij is het helemaal kwijt. Hij heeft al een paar dagen niet naar het journaal gekeken. Hij kijkt en luistert vrij ongeïnteresseerd, totdat er beelden van hulpdiensten op het scherm verschijnen.
‘De politie zoekt nog steeds naar de automobilist die een zeventienjarig meisje afgelopen week maandag- op dinsdagnacht vijfentwintig augustus heeft aangereden. Het gebeurde tussen drie uur en kwart over drie, op het kruispunt bij winkelcentrum Keizerswaard. Het meisje is met ernstige verwondingen naar het Maasstadziekenhuis in Rotterdam Lombardijen gebracht. De politie vermoedt dat er sprake was van opzet. Van de automobilist ontbreekt ieder spoor, de politie is blij met iedere tip.’ De nieuwslezer vertelt verder nog hoe het ongeluk waarschijnlijk is gebeurd, compleet met een tekening van de vermoede situatie, maar Björn luistert al niet meer. Als het bericht afgelopen is, zet hij de tv uit en staand bij het aanrecht drinkt hij zijn flesje bier leeg.
Als hij een halfuurtje later in bed ligt, denkt hij weer aan het nieuwsbericht. Zou het over Anne-Lynn gaan? vraagt hij zich af. En waarom is ze met opzet aangereden?
Hoe lang Björn er ook over nadenkt, hij kan geen verklaring vinden voor de aanrijding. Eén ding weet hij wel zeker; er klopt iets niet.
Tot diep in de nacht blijft hij liggen piekeren, maar uiteindelijk wint zijn moeheid het van zijn gedachten en valt hij in een onrustige slaap.
iloveyou' 25.08.2012
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

Hoofdstuk 4



Vaag om zich heen hoort Anne-Lynn allemaal geluiden, die ze niet thuis kan brengen. Het lijk wel of er allemaal bijen om haar hoofd zoemen. Moeizaam opent ze haar ogen en knijpt ze bijna meteen weer dicht door het felle licht in de kamer. Na een tijdje opent ze haar ogen opnieuw, nu wat voorzichtiger dan de vorige keer. De wanden zijn wit, nu extra fel omdat ze zon erop schijnt. Als ze haar hoofd de andere kant op draait – wat erg veel pijn doet –, ziet ze verschillende mensen in witte kleding voorbij lopen. Langzaam begrijpt ze waar ze is. Maar waarom ligt ze hier?
Ze doet haar ogen precies weer dicht, als ze een stem hoort. ‘Goedemiddag, Anne-Lynn, je bent wakker! Geweldig.’ Een jongen van een jaar of twintig pakt haar hand en knijpt er even in, bij wijze van groet. ‘Ik ben Björn en zolang jij hier nog ligt, heb je kans dat ik je af en toe kom verzorgen.’ Hij knipoogt naar Anne-Lynn. ‘Maar wees niet bang, zodra het wat beter met je gaat, mag je van de Intensive Care af en dan zie je me niet meer,’ grijnst hij.
‘Wat is er eigenlijk met me gebeurd?’ vraagt Anne-Lynn, die nog steeds geen idee heeft wat de reden van dit ziekenhuisbezoek is.
Zijn gezicht wordt op slag een stuk ernstiger. ‘Vorige week maandag- op dinsdagnacht ben je aangereden bij Keizerswaard. Het is flink hard gegaan, je bent vanaf toen tot nu bijna continu onder zeil geweest. Wil je weten wat je allemaal mankeert?’
Voorzichtig knikt Anne-Lynn. Ze zal het op een keer toch te weten moeten komen.
‘In je buik, aan de linkerkant, had je een paar inwendige bloedingen, die zijn nu wel ongeveer over. Je hebt wel een fikse hersenschudding en die is nog niet over.’ Dat voelt Anne-Lynn ook; het voelt alsof er met duizend spelden tegelijk in haar hoofd wordt geprikt. ‘Je hebt nog twee zwaar gekneusde ribben. Die genezen heel goed, doordat je je een week haast niet hebt bewogen. Als laatste heb je nog allebei je benen gebroken.’
Met open mond kijkt Anne-Lynn hem aan. Dit meen je toch niet? vragen haar ogen.
Maar Björn knikt bevestigend. ‘Het is echt waar, sorry. Het belangrijkste punt nu is dat je nog leeft, want je toestand is heel kritiek geweest.’
Anne-Lynn voelt een plotselinge vermoeidheid over zich heenkomen en sluit haar ogen. Ze denkt na over Björns woorden, voor zover dat gaat met die barstende hoofdpijn.
's Nachts aangereden. Maandag- op dinsdagnacht. Lorenzo. Heel langzaam vallen de puzzelstukjes op zijn plaats en Anne-Lynn herinnert zich weer wat er die bewuste nacht is gebeurd. Als ze dat eenmaal beseft, is daar ook meteen die angst, die ze al zo vaak heeft gevoeld. Hij zal het hier niet bij laten, daar is ze van overtuigd.
Ze probeert aan iets anders te denken, maar telkens worden haar gedachten weer naar Lorenzo getrokken. Het gevolg is dat ze nog meer hoofdpijn krijgt, voor zover dat ooit mogelijk kan zijn.
Björn, die – veel langer dan nodig – met haar infuus bezig is, houdt haar nauwlettend in de gaten. Hij ziet de wisselende uitdrukkingen op haar gezicht en vraagt zich af wat ze denkt. Als hij tranen over haar wangen ziet glijden, bedenkt hij zich niet, schuift een kruk onder het bed vandaan en gaat naast haar bed zitten.
‘Wat is dat nu, tranen?’ vraagt hij bezorgd.
Meteen gaan haar ogen open en ze kijkt hem betrapt aan. ‘Waarom ben je hier nog?’ vraagt ze met een vermoeide en betraande stem.
‘Ik was met je infuus bezig en toen zag ik dat je huilde. Ik vind het dan raar om zomaar weg te gaan, alsof ik niets gezien heb. Zit je ergens mee?’
Ze kijkt hem moeilijk aan en klemt haar lippen op elkaar om niet harder te gaan huilen.
‘Je hoeft er niet over te praten, dat is hier niet verplicht,’ zegt hij vriendelijk.
Anne-Lynn schudt haast onzichtbaar haar hoofd en sluit haar ogen weer.
‘Wil je wat drinken, of iets anders?’ vraagt Björn terwijl hij opstaat.
‘Drinken,’ fluistert ze nauwelijks hoorbaar. Het is duidelijk dat ze erg moe is.
Björn loopt naar het keukentje en pakt een glas, dat hij vult met water. Uit de kast pakt hij een rietje en neemt dat ook maar mee. Hij vermoedt dat ze dat wel nodig zal hebben, als ze überhaupt wat naar binnen kan krijgen.
Als hij weer terug is, gaat hij weer op de kruk zitten en doet haar hoofd heel voorzichtig recht. ‘Ik doe een rietje in je mond, dan gaat het drinken wat makkelijker.’ Hij duwt het rietje voorzichtig een stukje in haar mond en ondersteunt haar hoofd. Met een glimlach kijkt hij hoe ze een klein beetje naar binnen krijgt. Dit vindt hij één van de mooiste dingen van zijn werk: één-op-één de patiënten helpen en met ze praten.
‘Gaat het zo?’ vraagt hij bezorgd.
iloveyou' 25.08.2012
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

Volgens mij leest er niemand meer, maargoed, toch een stukje voor de stiekeme lezers. ;p



Een paar dagen later loopt Björn weer naar het ziekenhuis. Links en rechts groet hij een aantal mensen en neemt de trappen met twee treden tegelijk. Het is een rare gewoonte van hem. Toen hij het nog maar net deed, kwam hij hijgend boven, maar nu gaat het steeds beter en hij houdt het al vol om constant hetzelfde tempo vast te houden. Hij moet altijd wel opletten of er geen bezoekers of medewerkers op de trap lopen die hij eventueel omver zou kunnen lopen.
Björn hoopt dat hij op het deel van de afdeling moet werken, waar Anne-Lynn ligt. Als hij op het bord kijkt, maakt zijn hart een sprongetje; hij heeft die afdeling! Echter, bij de overdracht blijkt zijn vreugde tevergeefs te zijn geweest. Hij hoort dat Anne-Lynn op een andere kamer ligt, die helemaal aan de andere kant van de afdeling ligt.
Zodra iedereen, dus ook Björn, aan het werk gaat, zet hij Anne-Lynn uit zijn hoofd. Hij probeert zich te concentreren op andere patiënten en neemt zich voor om na zijn dienst even bij haar te gaan kijken. Hij kan niet voorkomen dat zijn gedachten met enige regelmaat afdwalen naar een meisje met donkerblond, krullend haar, dat niet zo heel ver van hem verwijderd in een wit ziekenhuisbed ligt. Telkens ziet hij haar grijsgroene ogen voor zich, die op zijn netvlies gebrand staan.

Het onderwerp van zijn gedachten, Anne-Lynn, voelt zich vreselijk. Haar ouders zijn net weer vertrokken. Wat een gezellig halfuurtje moest worden, eindigde rot. Haar ouders hadden het misschien niet door, maar Anne-Lynn voelt zich er achteraf rot over. Ze heeft moeten liegen tegen haar ouders, iets dat ze de laatste tijd vaak genoeg deed, maar ze vindt het nog steeds niet fijn.
Het was een gesprek over koetjes en kalfjes geweest, totdat haar moeder opeens vroeg: ‘Anne-Lynn, de chirurg zei dat hij tijdens de operatie brandwondjes van sigaretten en ook een paar blauwe plekken heeft gezien.’
Anne-Lynns hart klopte meteen drie keer zo snel, maar ze verblikte of verbloosde niet. Dat leer je wel af als liegen een routine wordt. ‘Ja,’ zei ze luchtig, ‘toen we met de klas weggingen, een paar weken geleden, waren we een beetje raar aan het doen en toen ben ik gevallen en zijn er verschillende mensen die brandplekjes hebben opgelopen van sigaretten. De jongens uit mijn klas hebben toen nogal veel gerookt en waren de weg een beetje kwijt.’ Het was een halve leugen, maar een halve leugen is de hele waarheid. Er was wel een klassenfeest geweest, maar daar was ze helemaal niet bij geweest. Maar omdat ze dat die bewuste avond tegen haar ouders had gezegd, was dit de makkelijkste en meest geloofwaardige smoes die ze op dat moment kon bedenken. Wat haar moeder niet wist, was dat er helemaal niet veel gedronken was op het feest en dat geen van haar klasgenoten rookte.
Hoe langer Anne-Lynn aan het bezoek van haar ouders denkt, hoe rotter ze zich voelt.
Zo komt het dat Björn na zijn dienst een betraande Anne-Lynn aantreft. Verwonderd gaat hij bij haar bed zitten. ‘Hé,’ zegt hij zacht, ‘de vorige keer zag ik je ook al huilen. Wat is er toch met je?’
Ze kijkt hem aan en schudt langzaam haar hoofd, als teken dat ze er niet over wil praten.
Björn vraagt maar niet verder en gaat al vrij snel weer weg. ‘Ik hoorde trouwens dat je over een paar dagen naar een gewone afdeling mag,’ zegt hij, als hij bij de deur staat, en weg is hij.
iloveyou' 25.08.2012
xILY.
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2028
Lid geworden op: 06 jan 2011 19:48

Sorryyyyy! Ik had je laatste paar updates helemaal gemist! Ö Ik dacht maandag nog: hmm, daar heb ik al lang niets van gelezen. Maar ik ben met mn stomme kop niet gaan zoeken en toen bleek dus dat je al heel vaak gepost had! Sorry, nogmaals ;)

Ik vind het nog steeds heel interessant, je schrijft veel beter dan de eerste versie, geen slordigheidsfoutjes oid, leest erg fijn ;) Het laatste stukje van je laatste post (goh, duidelijk :P) vind ik nog wel een beetje snel gaan. Misschien is het duidelijker als je voor 'Zo komt het dat ...' een witregel plaatst, maar dat moet je maar even bekijken (:

Ik lees dus helemaal mee en ben benieuwd naar een vervolg! :D
Liefs, Marit.
I'm jealous of my parents, I'll never have a kid as cool as theirs.
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

En Björn krijgt gelijk. Het is Wouter, die vrijdagochtend vroeg de gordijnen openslaat en vrolijk zegt: ‘Zo Anne-Lynn, wij gaan afscheid van je nemen, je mag van de IC af. Gefeliciteerd!’ Hij komt met een brede grijns naar Anne-Lynns bed gelopen. ‘Wel jammer hoor, zo’n knap meisje konden we hier op de afdeling wel gebruiken,’ knipoogt hij.
Anne-Lynn glimlacht, maar niet van harte. Ze mag Wouter niet zo. De manier waarop hij praat, doet haar aan Lorenzo denken en dat gevoel maakt haar onpasselijk. Ze is dan ook blij als Wouter, nadat hij haar geholpen heeft met wassen, haar verder met rust laat en de kamer weer verlaat. Anne-Lynn heeft een dubbel gevoel over haar ontslag van de Intensive Care. Aan de ene kant is ze heel blij dat het zover heeft mogen komen, dat ze überhaupt weer wakker mocht worden en dat het nu zo goed met haar gaat dat ze naar de gewone afdeling mag. Aan de andere kant is daar steeds weer die angst voor Lorenzo. Ze weet uit ervaring dat hij overal zijn mannetjes heeft en er waarschijnlijk binnen een dag achter is dat zij naar een afdeling met minder bewaking verhuist. De rillingen lopen over haar rug wanneer ze aan hem en zijn mogelijke wraakacties denkt.
Ook denkt Anne-Lynn, diep in haar hart, aan Björn. Ze weet dat hij vandaag geen dienst heeft en dat ze dus geen afscheid van hem kan nemen en dat vindt ze jammer. Hij was echt belangstellend als hij haar vroeg hoe het met haar ging. Voor hem is ze niet alleen ‘de zieke patiënte’, maar ook een meisje, waarvoor hij oprecht belangstelling heeft. Tegelijkertijd bedenkt ze dat het op deze manier misschien wel beter is. Wie zegt dat hij echt te vertrouwen is? Ze dacht tenslotte ook dat Lorenzo te vertrouwen was, maar het tegendeel bleek waar te zijn.
Na een uurtje komen Wouter en Mandy de kamer binnenlopen. Anne-Lynn, half ingedommeld, schrikt op.
‘We komen je klaarmaken voor je vertrek!’ lacht de altijd vrolijke Mandy. ‘Na tweeënhalve week hier ben je eindelijk van ons verlost.’ Ze grijnst en knipoogt naar Anne-Lynn.
Al snel wordt Wouter opgepiept en zo komt het dat Mandy en Anne-Lynn nog maar samen op de kamer zijn.
‘Vindt je het jammer dat je Björn niet meer hebt gezien?’ vraagt ze zacht, met twinkelende ogen.
Anne-Lynn kijkt haar aan. Ze mag Mandy wel. De afgelopen week kwam Mandy vaak even een praatje maken en het was altijd wel gezellig. Het gaf haar wat afleiding.
‘Mwah, het was leuk geweest om hem nog even te spreken, maar het is niet anders hè!’ zegt ze, uiterlijk onverschillig.
Mandy lacht. ‘Je hoeft mij niet wijs te maken dat je hem niet leuk vindt. En dan bedoel ik leuk-leuk. Ik heb mijn ogen niet in mijn zak.’
‘Ik hoef hem helemaal niet!’ Het komt er feller uit dan Anne-Lynn eigenlijk bedoelt. ‘Ik vind hem helemaal niet leuk, en al helemaal niet leuk-leuk.’
Meteen daarop heeft ze spijt van haar uitbarsting. ‘Sorry Mandy,’ zegt ze. ‘Ik vind Björn een hele aardige jongen, maar een relatie met hem gaat het niet worden. Voor mij voorlopig geen jongens.’
‘Oké,’ zegt Mandy, ‘sorry, dat ik ernaar vroeg.’
Anne-Lynn schudt haar hoofd. ‘Dat is niet nodig, ik reageerde zelf zo gestrest! Het is jouw schuld niet hoor!’
Mandy glimlacht. ‘Oké, mooi, ik werd al bang.’ Ze wil nog meer zeggen, maar dan komt Wouter weer binnen op zijn eigen, luidruchtige manier.
‘Hallo luitjes, hier ben ik weer. Kon je wel verder zonder mij, Mandy? Vast niet.’ Hij lacht om zijn eigen grapje.
Mandy, die met haar rug naar Wouter gekeerd staat, draait veelbetekenend met haar ogen, waarop Anne-Lynn moet lachen.
Het gezicht van Wouter staat meteen argwanend. ‘Wat is er?’ vraagt hij.
‘Niets hoor,’ zeggen Mandy en Anne-Lynn allebei tegelijk.
Zo te zien gelooft hij er niets van en hij vindt het maar niks. Anne-Lynn heeft stiekem wel leedvermaak om zijn gezicht, dat – zonder dat hij het zelf wil waarschijnlijk – wel erg onzeker staat.
‘Oké, dan niet,’ overbluft hij zichzelf, ‘laten we jou dan maar verder klaarmaken voor je verhuizing.’

Teleurgesteld gaat Björn aan het eind van de zaterdagmiddag aan het werk. Hij heeft bij de overdracht gehoord dat Anne-Lynn vrijdag van de afdeling is gegaan en hij baalt als een stekker. Fatsoenlijk afscheid van haar kunnen nemen heeft hij niet en dat spijt hem. De patiënt die nu op de kamer waar Anne-Lynn lag verblijft, meneer Veenstra, is bovendien een vreselijke zeur. Hij kan nog geen voet buiten de deur zetten of er wordt alweer geroepen.
‘Broeder, ik heb hier zo’n last van.’ ‘Dokter, ik heb last van mijn wond.´ Ja, logisch ouwe, als je net geopereerd bent. Björn past er wel voor om dat hardop te zeggen, hoewel hij dat het liefst zou doen.
Als hij eindelijk verlost is van meneer Veenstra, loopt hij Mandy tegen het lijf. Met zijn gedachten ver weg, wil hij haar zo voorbij lopen.
‘Zeg, groeten we tegenwoordig niet meer?’ vraagt Mandy quasi verontwaardigd.
Wat schaapachtig kijkt Björn haar aan en schudt wat met zijn hoofd. ‘Sorry, ik was er even niet bij geloof ik.’
Mandy grijnst. ‘Waren je gedachten soms bij ene Anne-Lynn van Asperen?’ vraagt ze liefjes.
Wat betrapt kijkt hij haar aan. Hij herstelt zich pijlsnel, maar niet snel genoeg om Mandy te overtuigen dat hij echt niet aan haar dacht.
‘Ik heb heus wel gemerkt dat je meer aandacht voor haar had dan voor de andere patiënten hier, hoor. Maar wees niet bang, ik zal m’n mond houden tegen Lidy-Anne en de rest van de collega’s.’
iloveyou' 25.08.2012
xILY.
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2028
Lid geworden op: 06 jan 2011 19:48

Leuk stukje weer! :D
Het enige wat ik me afvraag, is of je de verliefdheid van Björn niet te duidelijk maakt. Als het mensen opvalt, is hij echt wel hevig verliefd. Ik zou het persoonlijk geloofwaardiger vinden als mensen niet zoveel aan hem merken, maar dat hij opeens onhandig wordt ofzo in haar buurt. Maar dat is gewoon iets persoonlijks hoor (:

Ik vind het verhaal nog steeds interessant en ben benieuwd welke kant je op gaat! :D
Keep going! (:
I'm jealous of my parents, I'll never have a kid as cool as theirs.
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

Ik begrijp wat je bedoelt Marit! (: Het is denk ik wel iets te overdreven, ik zal even in het document wat aanpassingen maken! ;p
Maar wat wel zo is, Mandy kent Björn beter dan dat de rest van het personeel hem kent, dus zij is de enige die het van hem doorheeft.

Next part! ;)
Hoofdstuk 5

Met een onverantwoord harde snelheid stuurt Lorenzo zijn BMW het parkeerterrein van station Rotterdam Centraal op. Na even zoeken vindt hij een leeg parkeervak en schiet er snel in. Bij het station checkt hij in met zijn OV-chipkaart en kijkt op de publicatieborden welk spoor hij moet hebben.
Tien minuutjes later zit hij in de trein richting Roosendaal, die hem naar station Rotterdam Lombardijen brengt. Onopvallend gaat zijn hand onder zijn jas. Als zijn vingers op iets hards stuiten, lacht hij vals. Uit zijn jaszak haalt hij een zonnebril en zet die op zijn neus.
Als hij in Rotterdam Lombardijen het station uitloopt, ziet hij dat het pauze is op de school die vlak naast het station staat. Op het muurtje voor de school zit de jeugd van de late zomerzon te genieten. Even baalt hij ervan, maar dat gaat al snel over. Wie kent hem daar? Niemand toch? Onopvallend kijkt hij om zich heen. Er is niemand die op hem let; hij is een van de velen die dagelijks dit schoolgebouw passeert.
In het ziekenhuis vraagt hij vriendelijk aan de receptioniste waar Anne-Lynn van Asperen ligt. Zijn zonnebril heeft hij netjes afgezet – dat staat wat socialer. Zelfverzekerd loopt hij even later de trappen op naar de tweede verdieping, waar Anne-Lynn ligt volgens de receptioniste. Hij kijkt op zijn horloge. Het bezoekuur is bijna afgelopen; nu valt het nog niet zo op dat hij hier loopt.
Als hij door de klapdeuren loopt, ziet hij al snel de kamer waar Anne-Lynn ligt. Even staat hij stil, dan klopt hij vastberaden op de deur.

Anne-Lynns moeder is net weg en ze is precies weer verdiept in haar boek, als ze geklop op de deur hoort. Vreemd, de verplegers en verpleegsters lopen altijd zonder kloppen naar binnen.
‘Ja…?’
Tergend langzaam wordt de deur vanaf de gang steeds verder opengeduwd. Dan stapt er iemand naar binnen, die Anne-Lynn maar al te goed kent. Lorenzo. Haar hart begint een stuk sneller te kloppen en met trillende handen legt ze haar boek aan de kant.
‘Wat doe jij hier?’ weet Anne-Lynn er moeilijk uit te brengen.
Lorenzo laat een superieur lachje horen, dat ze maar al te goed kent. ´Met jou heb ik nog een appeltje te schillen.’ Zijn stem klinkt akelig kalm. Terwijl hij steeds dichter naar Anne-Lynns bed loopt, grijpt hij met zijn rechterhand in zijn jas. ‘Wie zijn afspraken niet nakomt, wordt gestraft en dat weet jij maar al te goed. Dat heb je van tevoren geweten. Maar nu is het te laat, schatje.’ Hij houdt zijn hand nog steeds in zijn jas, alsof het een verrassing voor Anne-Lynn is, wat daar verborgen zit.
Hij prutst wat aan het infuus en zorgt ervoor dat dat niet meer werkt. Vervolgens haalt hij met zijn vrije hand een zakdoek uit zijn jaszak en maakt die tot een prop, die hij daarna in haar mond stopt.
Een benauwd gevoel overvalt Anne-Lynn en even is ze bang dat ze zal stikken of dat haar hart straks op hol slaat.
Uiterst langzaam haalt Lorenzo zijn hand, met daarin het mes, onder zijn jas vandaan. Het lemmet houdt hij stevig in handen. Weer laat hij zijn vreselijk klinkende lachje horen en hij zet het mes op haar pols.
Met grote angstogen kijkt Anne-Lynn hem aan. Laat dit alsjeblieft niet waar zijn, smeekt het in haar. Ze zou wel willen gillen, maar dat kan niet. De zakdoek in haar mond zorgt ervoor dat ze enkel een zielig gepiep kan voortbrengen, waar Lorenzo alleen maar sarcastisch om lacht. Angstig schudt ze haar hoofd, maar Lorenzo let er niet eens meer op. Ze voelt dat hij druk zet op het mes en ze voelt een steeds heftiger wordende pijn door haar pols gaan. Ze klemt haar kaken op elkaar – voor zover dat gaat – en knijpt haar ogen stijf dicht, alsof de pijn dan minder wordt. Het is tegen beter weten in, want de pijn wordt niet minder. Integendeel, ze wordt alleen maar heviger.
‘Dit, dit is mijn wraak,’ grijnst Lorenzo.
iloveyou' 25.08.2012
xILY.
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2028
Lid geworden op: 06 jan 2011 19:48

Ik snap (:
En waaaaaah, wat gaat er gebeuren? Ik weet het eigenlijk al een beetje, maar ga toch maar lekker door! :D
I'm jealous of my parents, I'll never have a kid as cool as theirs.
daantjeschrijft
Balpen
Balpen
Berichten: 144
Lid geworden op: 18 jun 2012 21:31

Hey,

Ik heb nog niet alles gelezen, maar zal dit zeker een keer doen. In iedergeval heb ik al een begin gemaakt ;) Hoewel ik zelf meer van het schrijven in de verleden tijd ben, moet ik zeggen dat je toch alles heel goed weet te omschrijven.
Ik zou in het begin echter wel de afdeling iets meer omschrijven, dat is misschien iets persoonlijks, maar zo kunnen mensen wel een beetje visualiseren. Het hoeft niet helemaal tot in de kleinste details, maar al is het slechts iets van hoe de hal eruit ziet, of de balie. Ik neem aan dat hij bij de balie contact opneemt met de ouders van Anne-Lynn...
Martens knikt langzaam. ‘Ik vermoed het. Zeker weten doe ik het natuurlijk niet, want ze heeft het me niet verteld.’ Hij staat op. ‘Hebben jullie nog vragen?’ Als Jack en Miranda allebei ontkennend hun hoofd schudden, zegt hij: ‘Dan ga ik er nu vandoor, nog even slapen voordat mijn dienst weer begint.’ Hij geeft hun allebei een hand. ‘Sterkte in de komende tijd!’ zegt hij warm.
En ik had hier eigenlijk een heel klein puntje op. Ik heb nog nooit meegemaakt dat ze iemand op deze wijze toespraken in het ziekenhuis. Als ze dat wel zo hadden gedaan, toen mijn vader daar lag had ik het een beetje ongpast en onbeleeftd gevonden, eerlijk gezegd.
Ik snap wat je ermee zeggen wilt, maar dan zou ik het eerder zo omschrijven.


'Dan zal ik u nu alleen laten, mocht u toch nog vragen hebben dan kunt u bij één van mijn collega's terecht,'
hij geeft hen beiden een hand. 'In iedergeval wens ik u beide heel veel sterkte toe in de aankomende tijd.'
of iets in de trant in iedergeval. Het komt op die wijze iets professioneler over, en je wilt toch niet het gevoel hebben dat iemand zjn slapp verkiest boven jouw geliefde...? Tenslotte is het overbodige informatie die jeniet echt interesseert wanneeje jezelf druktmaakt over degene die daar ligt... Doeermee wat je wil...

Ik zal het de volgende keer zekler lezen
Even Miracles take A Little Time
Anneke
Balpen
Balpen
Berichten: 286
Lid geworden op: 10 mei 2012 21:21
Locatie: Hutje op de hei

Hee, daar ben ik ook weer eens (:

Je schrijfstijl is echt superveel verbeterd! Het leest makkelijk weg en ik zie geen spel- of grammaticafouten. Well done :)

Nog ff een klein puntje:
Haar hart begint een stuk sneller te kloppen en met trillende handen legt ze haar boek aan de kant.
Als ik Anne-Lynn zou zijn, zou ik er echt niet over denken om mijn boek weg te leggen. Ik zou het uit mijn handen laten vallen of juist krampachtig vasthouden... Iets in die trant ;p Het is ook maar een klein detail, het valt verder waarschijnlijk niemand op.

Erg goed, ben benieuwd naar je volgende post!
Lezen is denken met het hoofd van een ander, in plaats van dat van jezelf - Arthur Schopenhauer
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

@ daantjeschrijft en Anneke, dank jullie wel, ik heb aan allebei de puntjes iets veranderd! Marit, ook bedankt voor je reactie! (:

Next part! Sorry dat het allemaal zo lang duurt, maarja. School, examenjaar, huiswerk, youknow:$


Schijnbaar onverschillig loopt Lorenzo een paar minuten later het ziekenhuis weer uit. Hij kijkt om zich heen en loopt dan de ziekenhuisboulevard op, naar de Spar. Daar koopt hij een pistoletje met ham en een croissant. Nu de klus geklaard is, merkt hij pas dat hij flinke trek heeft gekregen. In het voorbijgaan trekt hij ook nog een flesje Fanta uit de koeling.
Met zijn aankopen in een tasje loopt hij de hele boulevard af. Hij steekt de drukke Spinozaweg over en gaat voor de school op een bankje zitten – de pauze is kennelijk voorbij, want er is bijna niemand meer te bekennen. Lorenzo leunt ontspannen achterover en pakt zijn telefoon – het nieuwste model van HTC – uit zijn zak. ‘Alles is gegaan zoals was gepland,’ stuurt hij via WhatsApp naar Mo.
Lorenzo is net aan zijn pistoletje begonnen, als hij boven zich een stem hoort: ‘Hé, gast, eetsmakelijk!’
Met een ruk keert hij zich om en tuurt naar boven. Hoog boven zich, op de vierde verdieping, ziet hij een paar leerlingen naar hem zwaaien, terwijl ze gevaarlijk ver uit het raam hangen.
‘Niet zo smakken alsjeblieft, we horen het vanaf hier.’
Geërgerd zucht Lorenzo en steekt zijn middelvinger naar hen op. Hij draait zich weer om en eet verder. Even later voelt hij een paar druppels op zich neervallen. Hij kijkt weer naar het raam en ziet nog net een flesje door het raam verdwijnen. Hij uit een krachtterm.
Meteen is daar de bijdehante reactie van de leerlingen – naar Lorenzo’s schatting zijn ze rond de vijftien jaar. ‘Hé, meneertje, niet vloeken!’
Lorenzo staat op en vloekt weer. De leerlingen lachen en zwaaien vriendelijk naar hem, waarop hij zijn middelvinger opsteekt. Dat veroorzaakt nog meer hilariteit.
Boos loopt hij weg en stopt het halve pistoletje weer terug in de zak, bij de croissant. De leerlingen joelen hem geamuseerd na. Als antwoord krijgen ze opnieuw Lorenzo’s middelvinger te zien, zonder dat hij naar hen omkijkt. Hoe verder hij loopt, hoe zachter het gelach van de leerlingen achter hem klinkt. Als hij, voordat hij de trappen van het station afloopt, achterom kijkt, zijn de leerlingen verdwenen en is het raam gesloten.
Op datzelfde moment is het op de afdeling waar Anne-Lynn verpleegd wordt, een drukte van belang. Bijna al het verplegend personeel van de afdeling staat rond het bed van Anne-Lynn, die bewusteloos en met bebloede polsen in het bed ligt.
‘Yara, bel even naar de IC en zeg dat Anne-Lynn zo daarheen wordt verhuisd,’ commandeert het teamhoofd op zijn eigen, rustige manier.
Vliegensvlug loopt Yara naar de afdelingstelefoon en belt naar de IC. Aan de andere kant wordt vrij snel opgenomen.
‘Met Mandy?’
‘Hé, met Yara. Ik bel even om te melden dat Anne-Lynn van Asperen straks weer naar jullie toe komt, ze ligt nu bewusteloos hier, met opengesneden polsen, dus maak even een plekje vrij.’
‘Wát?’ klinkt het verbaasd en geschokt aan de andere kant van de lijn.
‘Ik maak geen grapje,’ zegt Yara kortaf. ‘Zorg maar dat je met twee man hierheen komt.’
‘Oké, doe ik.’
Als ze heeft opgehangen, staart Mandy even verdwaasd voor zich uit. Dan loopt ze de gang op. ‘Joost?’ roept ze de stagiair. ‘Loop je even mee naar beneden? Er moet iemand met spoed overgeplaatst worden.’
Meteen staakt Joost zijn werkzaamheden en loopt met Mandy mee. Als ze de afdeling uitlopen, kijkt Mandy nog of ze Björn ziet, die rond deze tijd moet beginnen. Maar hij is nergens te bekennen.
Ze pakken meteen een grote lift, waar een bed in kan, en als ze beneden zijn laat Mandy Joost de wacht houden, zodat ze meteen weer in de lift kunnen met het bed.
Even later komen Mandy en Yara met het bed van Anne-Lynn aangereden. Anne-Lynn is nog steeds buiten bewustzijn en Yara duwt het infuus, waaraan een zak bloed hangt, met zich mee.
Mandy en Joost bedanken Yara, waarna zij weer terugloopt naar haar afdeling.
Even later ligt Anne-Lynn weer op de Intensive Care, maar nu om andere redenen dan een paar dagen geleden. Heel langzaam wordt haar lichaam weer wat sterker, door het bloed dat toegediend wordt. En Anne-Lynn heeft van de hele commotie niets gemerkt, zij is nog steeds bewusteloos.
iloveyou' 25.08.2012
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

Bedankt voor de like Anneke! (:
Next part. ;p


Anne-Lynn ligt nog maar net weer op de Intensive Care, als Björn arriveert. Hij is wat laat en loopt daarom meteen door naar de personeelskamer. Omkleden komt na de overdracht wel, vindt hij. Echter, als hij in de personeelskamer komt, treft hij die leeg aan. Hij dumpt zijn tas op een stoel en loopt de afdeling op. Al snel heeft hij door waar zijn collega’s zijn.
‘Björn, top dat je er bent. Kleed je snel om en kom dan helpen,’ zegt Mandy, die net de kamer uit komt lopen.
‘Wat is er aan de hand dan?’ vraagt Björn verbaasd.
Ze gebaart haastig met haar handen. ‘Schiet nu maar op,’ zegt ze, door de stress half-geërgerd.
Björn haalt zijn schouders op en gaat zich maar snel omkleden. Hij is niet van Mandy gewend dat ze zo kortaf doet en zeker niet tegen hem. Hij neemt niet de moeite om zijn veters normaal te strikken, maar propt ze dit keer maar in zijn schoenen. In snelle looppas gaat hij naar de kamer, waar hij Mandy uit zag komen, benieuwd wat hij daar aan zal treffen.
Als Björn de kamer binnenloopt, valt zijn mond open van schrik en verbazing. Anne-Lynn hier? Hij draait zich om naar Mandy. ‘Wat is er met haar gebeurd?’ vraagt hij afgemeten.
‘Polsen doorgesneden,’ zegt ze.
Björn keert zich weer om naar Anne-Lynn en doet een paar stappen dichterbij. Hij past er wel voor op dat hij niet in de weg staat voor Joost, die onder toeziend oog van Mandy bezig is met het verzorgen van Anne-Lynn. Nu ziet Björn ook het bloed op de dekens, de zak bloed aan het infuus en het snel aangelegde verband, dat Joost aan het verwisselen is. Maar wat hem nog meer opvalt, is het spierwitte gezichtje, dat nauwelijks afsteekt tegen het kussen. Haar donkerblonde krullen lijken bruiner dan ooit.
Björn weet niet hoelang hij zo staat, als Mandy hem uit zijn gedachten haalt. ‘Björn, kom je? We gaan overdragen.’
Hij schrikt op en ziet dat Joost al klaar is met zijn werkzaamheden en zelfs de kamer al heeft verlaten. Snel komt Björn in beweging en loopt met Mandy mee naar de personeelskamer.
Daar hoort hij dat Anne-Lynn sinds een kwartiertje op de afdeling ligt en dat ze door een onbekend persoon in haar polsen is gesneden.
Een onbekend persoon. Björns gedachten gaan razendsnel. Lorenzo, schiet het door zijn gedachten. Lorenzo moet het gedaan hebben. De rest van de overdracht gaat vrijwel compleet langs hem heen.

Daar ligt ze. Het meisje, dat de laatste tijd elk uur van de dag in zijn gedachten is geweest. Anne-Lynn van Asperen, zeventien jaar. Behalve het feit dat ze in dit ziekenhuis ligt omdat ze is aangereden en in haar polsen is gesneden, is dat zo ongeveer het enige wat hij over haar weet. Haar ogen zijn gesloten, in haar arm steekt een infuusnaald. Om allebei de polsen is een dik verband te zien.
Björn balt zijn vuisten in zijn broekzak. Lorenzo. Hij heeft geen bewijzen, maar iets in hem zegt dat het Lorenzo is, die geprobeerd heeft haar polsen door te snijden.
‘Wat sta jij hier te doen?’ klinkt opeens de schelle stem van Lidy-Anne.
Met een ruk draait Björn zich om. ‘Ik controleer het infuus,’ liegt hij glashard en hij trekt er een gezicht bij alsof het om een ‘gewone’ patiënte gaat. ‘Volgens mij heb jij vandaag niets op deze helft van de afdeling te zoeken, dus ik kan beter vragen wat jij hier doet?’
Lidy-Anne haalt verontwaardigd haar neus op en maakt dat ze weer weg komt.
Er verschijnt een lachje op Björns gezicht. Af en toe voelt het echt goed om haar op de kast te jagen, denkt hij. Dan draait hij zich weer om en hij concentreert zich nu wel echt op het infuus. Lidy-Anne vergeet hij meteen weer.
iloveyou' 25.08.2012
xILY.
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2028
Lid geworden op: 06 jan 2011 19:48

Met een ruk keert hij zich om en tuurt naar boven.
Ik zou ipv 'keren' 'draaien' doen (: Volgens mij had je dat nog ergens dit stukje, maar dat mag je zelf kijken :P

Sorry dat ik niet eerder gereageerd hebt, ik mis heel veel updates op OV, nu het zo druk is ;s
Leuke stukjes weer, keep going! :D
En doe rustig aan - doe ik ook ;)

Liefs!
I'm jealous of my parents, I'll never have a kid as cool as theirs.
Anneke
Balpen
Balpen
Berichten: 286
Lid geworden op: 10 mei 2012 21:21
Locatie: Hutje op de hei

Hmm, ik vind het saai om heel de tijd alleen maar te liken... Dus toch nog een reactie (:
‘Ik controleer het infuus,’ liegt hij glashard en hij trekt er een gezicht bij alsof het om een ‘gewone’ patiënte gaat. ‘Volgens mij heb jij vandaag niets op deze helft van de afdeling te zoeken, dus ik kan beter vragen wat jij hier doet?’
Haha, schitterend :P zie het helemaal voor me :)
Lezen is denken met het hoofd van een ander, in plaats van dat van jezelf - Arthur Schopenhauer
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

Dankjewel voor de reacties weer! (:
Hier weer 'n stuk. ;p

Langzaam sterkt het lichaam van Anne-Lynn weer aan en tegen het eind van de avond opent ze voor de eerste keer haar ogen. Als ze haar linkerarm uit gewoonte omhoog wil tillen om te kijken hoe laat het is, voelt ze een stekende pijn door haar pols gaan. De tranen springen in haar ogen en ze knijpt ze stijf dicht.
Als ze haar ogen weer opent, moet ze eerst een tijdje wennen aan de duisternis, waarin de ruimte waar ze zich bevindt in is gehuld. Als ze alles wat beter ziet, licht ze voorzichtig haar hoofd op en kijkt, nog half versuft, naar haar linker pols. Als ze het verband om haar linker én rechter pols ziet, weet ze alles weer. Lorenzo. Ze ziet weer voor zich, wat er gisteren is gebeurd. Gisteren? Het zou zomaar ook vanmorgen kunnen zijn. Of eergisteren, of vorige week. Anne-Lynn is het besef van tijd volledig kwijt. Een voor een komen de pijnlijke herinneringen weer boven drijven bij haar.
Ze kijkt naar de plek waar ze de deur denkt, maar ziet dan dat die daar niet is. Langzaam beseft ze dat ze ook van afdeling veranderd moet zijn.
Met haar hoofd richting de denkbeeldige deur, ziet ze Lorenzo weer de kamer binnen komen, zijn stem klinkt haar duidelijk in de oren. ‘Dit, dit is mijn wraak.’ Ongemerkt lopen de koude rillingen haar over de rug.
Anne-Lynn sluit haar ogen weer en probeert met alle macht aan iets anders te denken, maar het lukt haar niet. Binnen een paar tellen cirkelen haar gedachten weer om diezelfde persoon: Lorenzo. In een opwelling balt ze haar vuisten, maar daar heeft ze snel spijt van. Ze komt erachter dat als ze de spieren rond haar polsen maar iets spant, ze een snijdende pijn voelt. Weer springen de tranen in haar ogen, maar dit keer niet alleen van pijn. Waarom, Lorenzo? Waarom doe je me dit aan en moet juist ík dit allemaal meemaken? vraagt ze zich wanhopig af.

Als Björn een kwartiertje later zachtjes om het hoekje van haar kamer kijkt, ziet hij dan ook nog sporen van tranen over haar wangen lopen. Even blijft hij in de deuropening staan, dan loopt hij zachtjes naar haar bed. Maar, hoe zacht Björn ook naar haar toe liep, Anne-Lynn heeft het toch gemerkt. Hij staat er nog maar net, of ze opent langzaam haar ogen. ‘Jij…?’ fluistert ze nauwelijks hoorbaar.
Een blij gevoel komt in Björn op. ‘Ja,’ glimlacht hij en hij pakt een kruk onder het bed vandaan en gaat zitten. ‘Ik kan dat beter aan jou vragen. Volgens mij was je net van de IC ontslagen!’ Hij zegt het met een plagende ondertoon in zijn stem, maar zijn ogen plagen niet mee.
‘Tja…,’ zegt Anne-Lynn mat, ‘ik heb geen andere keus.’
Björns ogen gaan een moment naar het verband om haar polsen. ‘Klopt,’ zegt hij, ‘maar ik denk dat je morgen alweer naar de andere afdeling mag.’
Anne-Lynn lacht schamper. ‘Je begrijpt het niet.’
Vragend kijkt Björn haar aan en wacht op nadere uitleg.
‘Het maakt voor mij niet uit of ik hier lig of ergens anders. Als ik thuiskom, heb ik toch geen leven meer. Het was net zo handig geweest, als ze me hier niet op tijd hadden gevonden. Dan zouden jullie nu geen last meer van me hebben en dan zijn ze thuis ook van mij af.’ Ze wil een traan wegvegen, maar trekt een pijnlijk gezicht zodra ze haar arm iets beweegt.
Björn ziet het en komt overeind. Behoedzaam veegt hij de traan weg en kijkt haar warm aan. ‘Anne-Lynn… Als je iets kwijt wilt of iets anders, je kunt bij me terecht.’
Ze schudt haar hoofd. ‘Nee Björn, ik kan het niet…’
Een tijdje kijkt Björn haar aan. Dan staat hij op. ‘Ik ga er vandoor. Heel veel sterkte en ik kom je deze week nog wel een keer opzoeken, ongeacht of je op deze afdeling ligt of niet.’ Hij schuift de stoel weer onder het bed.
Anne-Lynn knikt stom, niet in staat wat te zeggen, omdat ze bang is om in tranen uit te barsten.
Björn ziet het, maar draait zich toch om en loopt van haar bed weg.
Als hij bij de deuropening is, bedenkt hij zich en loopt weer terug. ‘Anne-Lynn, als je er behoefte aan hebt, ik kan mijn moeder vragen of ze een keer bij je langskomt. Ze is maatschappelijk werkster op een school hier in Rotterdam.
Anne-Lynn kijkt hem ongelovig aan, maar in haar ogen is een sprankje hoop te lezen. ‘Ik ken je moeder niet eens en zij mij niet. En bovendien, wie wil er nu met zo’n waardeloos persoon als ik praten? Niemand toch zeker!’ Haar stem klinkt ironisch.
Björn buigt zich weer voorover en kijkt haar diep in de ogen. ‘Zeg dat nooit meer, Anne-Lynn. Niemand is waardeloos. Ik zal haar vanavond bellen, ik weet zeker dat ze dat wil doen.’
Dan verdwijnt Björn, terwijl de echo van zijn woorden nog lang in de oren van Anne-Lynn naklinkt.
iloveyou' 25.08.2012
masterbreel
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45

Arendaaa, ik ben een nieuwe fan van je verhaal! :D

Ik heb het verhaal tot de laatste 2 updates helemaal uitgeprint en op mijn werk gelezen. Ik vind het heel spannend, maar vraag mij toch echt 1 ding af. In het ziekenhuis heb je toch altijd zo een knop als er iets is? Waarom heeft Anne-Lynn daar niet op gedrukt toen Lorenzo binnen kwam? En laat personeel zomaar onbekende door naar kamers in het ziekenhuis? Verder echt heel spannend, dacht zelfs toen ik dit topic stond dat het in "Het Duistere Complot" stond ;)
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

Leuk om te lezen! ;D
Ik heb wel aan die knop gedacht, maar vergeet niet dat Lorenzo tot alles in staat is. Als Anne-Lynn op die knop had gedrukt, hadden er ergere dingen gebeurd... (:
En het is nog bezoekuur, dus dan loopt iedereen gewoon rond. ;)
iloveyou' 25.08.2012
masterbreel
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45

Waar toe Lorenzo in staat is weet ik niet, ik weet alleen dat die Anne-Lynn bang voor hem is. Dus tsja, dacht aan die knop. Je zou ook kunnen beschrijven dat ze de knop niet kan vinden, of dat Lorenzo die door had gesneden oid?
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

Wat ik ermee wil zeggen is dus dat als Anne-Lynn die knop had ingedrukt, Lorenzo iets had gedaan wat veel erger is. Dus Anne-Lynn past er wel voor om die knop te gebruiken. Ze is zo bang van Lorenzo, dat ze er niet eens aan denkt.
iloveyou' 25.08.2012
masterbreel
Vulpen
Vulpen
Berichten: 366
Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45

Oke! Duidelijk nu. Mss kan je zoiets verwerken in dat stuk? ;)
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

Ik heb er iets aan veranderd in het Word-document! (:
Nieuw stukje:

Hoofdstuk 6


Tamara van der Steen zit samen met haar vriend Arnoud, onderuitgezakt op de bank, naar het journaal te kijken. Het nieuws is niet heel interessant en ze hebben meer oog voor elkaar dan voor de nieuwslezer op TV. Arnoud heeft zijn arm om Tamara heengeslagen en streelt haar bovenbeen. Tamara ligt met haar hoofd op Arnouds borst en luistert naar zijn rustige en regelmatige hartslag.
Als ze de lezer het woord ‘Lombardijen’ hoort noemen, komt ze onverwacht overeind. Daarbij komt haar achterhoofd in botsing met Arnouds kin, maar dat voelt ze maar half. Lombardijen? Dat ligt bij haar school!
‘Au!’ mompelt Arnoud naast haar. ‘Kun je niet wat zachter doen?’
Tamara reageert niet en kijkt geïnteresseerd naar het beeldscherm.
‘… De man is vermoedelijk ook de dader van het ongeval dat een paar weken geleden gebeurde bij winkelcentrum Keizerswaard, dat vlakbij station Lombardijen ligt. Hij heeft het slachtoffer haar beide polsen doorgesneden. Het zeventienjarig meisje lag in het Maasstadziekenhuis in verband met het ongeval van een paar weken geleden. Het incident gebeurde vermoedelijk tussen drie uur en kwart over drie. Het is mogelijk dat de dader rond half vier ’s middags de trein op station Lombardijen heeft genomen. Naar aanleiding van één getuigenverklaring, volgt een voorlopige beschrijving van de dader: hij heeft een blanke huid, donkere, korte stekeltjes, in zijn oor een oorbel en hij was donker gekleed. De politie vraagt andere getuigen langs…’
Tamara geeft Arnoud een hardhandige por in zijn zij, wat hem geïrriteerd doet opkijken. ‘Tamara, laat me even heel, wil je?’
‘Sorry,’ zegt ze luchtig, ‘maar die getuige die net omschreven werd, hebben wij gisteren gezien!’
Arnoud kijkt haar ongelovig aan. ‘Kom op Tamaar, droom lekker verder,’ spot hij.
‘Echt wel,’ zegt ze fel, ‘het is die man die we gisteren onder godsdienst eetsmakelijk hebben gewenst! Ik weet het honderd procent zeker!’ Ze knikt om haar woorden kracht bij te zetten. ‘Ik zei toen nog, dat ik het een engerd vond en dat ik hem liever niet in het donker zou tegen komen.’ Tamara houdt haar gezicht vlak voor dat van Arnoud en maakt een gek gebaar.
‘Wat voor beschrijving werd er net gegeven? Ik hoorde het niet echt,’ zegt hij half schuldbewust.
Ongeduldig herhaalt Tamara wat er een minuut geleden door de nieuwslezer werd verteld over de vermoedelijke dader.
Arnoud denkt een poosje diep na en knikt dan. ‘Nu je het zegt, je zou wel eens gelijk kunnen hebben!’ geeft hij toe.
‘Zie je wel!’ zegt Tamara triomfantelijk en ze springt op. ‘Laten we gelijk naar het bureau gaan, dat is hier toch vlakbij!’ Afwachtend kijkt ze Arnoud aan.
Die kijkt bedenkelijk op zijn horloge. ‘Moet dat echt nu meteen? Het is kwart voor zes, we gaan zo eten.’ Hij ziet er duidelijk minder nut in dan Tamara.
‘Als ze dan willen, kunnen ze er daar vanavond nog wat aan doen. Anders wordt het morgenmiddag rond half vijf, na het achtste uur.’
‘We kunnen toch wel voor het tweede uur morgenochtend? Tijd zat,’ vindt Arnoud.
‘Weet je nog dat mevrouw Van Dam het nodig vond om het uur Engels dat we vandaag zouden hebben, naar morgen het eerste te verschuiven? Wakker worden, schatje.'
‘Nee hè,’ kreunt Arnoud. Ik had gehoopt een keertje niet zo vroeg uit bed te hoeven.’
‘Dat is dan pech,’ zegt ze hardvochtig. ‘Geen excuus in ieder geval om nu niet naar het bureau te gaan, dus kom maar mee.’ Ze steekt haar hand uit om hem overeind te trekken.
‘Oké, omdat je het zo lief vraagt,’ zucht Arnoud dramatisch en hij trekt zich aan haar op.
Tamara slaat grijnzend haar armen om hem heen en geeft hem een zoen. ‘Ik wist wel dat je met me mee zou gaan.’
Nadat ze ook Arnouds moeder hebben overgehaald van het nut om nu al naar het bureau te gaan, lopen ze naar het schuurtje waar Arnouds fiets staat.
Even later fietst Arnoud met Tamara achterop de poort uit, richting het politiebureau. Tamara slaat haar armen stevig om zijn middel. ‘Je bent lief,’ zegt ze tegen zijn rug.
iloveyou' 25.08.2012
Anneke
Balpen
Balpen
Berichten: 286
Lid geworden op: 10 mei 2012 21:21
Locatie: Hutje op de hei

Niet stoppen hiermee! Ga door, HUP :D
Lezen is denken met het hoofd van een ander, in plaats van dat van jezelf - Arthur Schopenhauer
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

Nee, ik stop zeker niet!
Heb alleen op 't moment wat minder inspiratie én ik heb tentamens..
iloveyou' 25.08.2012
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

De tentamens zijn voorbij en ik had gewoon weer even zin om te schrijven, dus bij deze weer een stukje. ;D

Veel te snel naar haar zin rijdt Arnoud zijn fiets de stoep op en parkeert hem, keurig zoals het hoort, in de fietsenstalling. Samen lopen om het muurtje heen dat er staat en staan stil voor de deur. Arnoud kijkt opzij naar Tamara. ‘Bel maar aan.’
Langzaam brengt ze haar hand naar de bel, die op kindvriendelijke hoogte, naast de deur is aangebracht. Ze had wel zo’n grote mond dat ze nu gelijk naar het bureau moesten, maar nu het erop aan komt, is ze toch wel een beetje zenuwachtig.
Arnoud merkt haar twijfeling. Resoluut pakt hij haar hand en drukt ermee op de bel. ‘Zo doen we dat,’ glimlacht hij, terwijl hij haar even tegen zich aan trekt. ‘Kom op, je kunt het,’ fluistert hij.
Na vijf eindeloze minuten wordt de deur eindelijk opengedaan. Een man in uniform kijkt hen niet al te vriendelijk aan.
‘Hebben jullie iets bijzonders te melden?’ vraagt hij op wat autoritaire toon.
De moed zinkt Tamara nu helemaal in de schoenen en ze stoot Arnoud aan.
‘Uhm… wij denken dat we de dader hebben gezien van…’ begint Arnoud, maar de agent maakt zijn zin af.
‘Van het incident gisteren in het Maasstadziekenhuis?’ Hoopvol kijkt hij hen aan.
‘Eigenlijk dacht Tamara het’, zegt Arnoud met een hoofdknik naar zijn vriendin, ‘en toen ik even nadacht kwam er bij mij ook weer het een en ander bovendrijven.’
Het gezicht van de man in de deuropening staat ineens een stuk vriendelijker en hij doet de deur wat verder open. ‘Kom verder, ik wil wel weten wat jullie te vertellen hebben.’ Hij sluit de deur achter zich en al pratend loopt hij voor hen uit naar een klein kamertje. ‘Mijn excuus voor het feit dat ik net misschien niet zo toeschietelijk was, er zat een aantal zaken tegen vandaag,’ zegt hij over zijn schouder. ‘Neem plaats.’ Hij wijst naar twee stoelen en gaat zelf aan de andere kant van het bureau zitten. ‘Hiervoor wil ik de computer nog wel even opstarten. Ik zal me trouwens even voorstellen. Ik ben inspecteur Westland en jullie zijn Tamara en…?’
‘Arnoud.’
‘Willen jullie iets drinken, koffie of iets dergelijks?’ Vragend kijkt hij hen aan en staat weer op uit zijn stoel.
Tamara kijkt automatisch een beetje vies als er wordt gevraagd of ze koffie lust en daarop schiet Westland in een daverende lach.
‘Oké,’ zegt hij, ‘geen koffie dus. Thee of iets fris?’
‘Doe mij maar een glas water, alstublieft,’ zegt Tamara en Arnoud stemt daarmee in.
Als hij weg is, kijkt Arnoud Tamara aan en knijpt even in haar hand. ‘Dat viel toch alles mee?’
Glimlachend knikt ze. ‘Ja, ik weet van tevoren ook wel dat het mee zal vallen, maar toch ben ik dan zenuwachtig… En toen hij zo onsympathiek deed aan de deur, zonk de moed me al helemaal in de schoenen.’
Arnoud grijnst. ‘Dat zag ik, ja. Ik moest opeens het woord doen.’
Even later komt Westland het kamertje weer binnenlopen met een dienblad, met daarop drie bekertjes en een en een pak met koekjes. ‘Tast toe,’ grijnst hij en geeft zelf het goede voorbeeld door twee koekjes naast zijn bekertje te leggen.
Als hij er eentje naar binnen heeft gewerkt, trekt hij het toetsenbord van de computer naar zich toe. ‘Ik zou zeggen, begin maar met vertellen,’ zegt hij en hij kijkt hen uitnodigend aan. ‘En ik wil alles weten, dus begin maar gewoon bij het begin van het verhaal.’
iloveyou' 25.08.2012
Anneke
Balpen
Balpen
Berichten: 286
Lid geworden op: 10 mei 2012 21:21
Locatie: Hutje op de hei

`... maar er zat een aantal zaken tegen vandaag'
Zaten.xd

En weer leuk geschreven! (: Wel jammer dat ik de helft van het verhaal al weet. Maar geeft niet xd.
Lezen is denken met het hoofd van een ander, in plaats van dat van jezelf - Arthur Schopenhauer
Plaats reactie

Terug naar “Het Dramatheater”