Tegenwind

Stap naar binnen en beland in werelden waar alles kan. Het zal je fantasie prikkelen.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Wie is Kateryn ook al weer? Sorry! Maar ik ben zóó slecht met namen :$

Ik vind het erg spannend, vooral door dat bloedboek :) Het maakt het heel mysterieus. Zou het virus iets te maken hebben met die mensen die opeens doodgaan en waarvan de aura ook verdwijnt?

Ik kijk uit naar het volgende stukje! :D
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Ik moet zeggen je hebt er een hele geïnteresseerde lezer bij.
De stijl vind ik goed, maar de verhaallijn nog beter. Wat ik tot nu toe gelezen heb vind ik erg orgineel.
mena1998
Typmachine
Typmachine
Berichten: 771
Lid geworden op: 04 sep 2011 11:50
Locatie: Heelal, Melkweg, Aarde, Europa, Nederland, (Provincie) Groningen, Oude Pekela

@Maaike, Kateryn is de dochter van Riosca, die wolf die dood is gegaan ;)
@Jochem, leuk je reacties elke keer :D
@Yociame, dankje, ik ben wel van plan nog wat meer erin te zetten van de vorige posts van mij maar dat komt later wel. Ik ga eerst het grootste gedeelte af maken en daarna daar wel wat bij voegen.

Dit sluit hoofdstuk 5 af :D

----------------------------------

Voorzichtig - alsof het boek zomaar kon ontploffen - kruiste ik met wat houtskool het hokje: Ja, ik help je; aan
Direct verschrompelde het papier zich. Ik was nog niet eens van de schrik bekomen of het papiertje ontvouwde zichzelf.

O, bedankt. Je weet niet hoe blij ik ben. Nu ga ik je vertellen wat je moet doen. Je kan niet meer terug. Dat spijt me heel erg. Maar je hebt de poort geopend. En anders zal de eerste de beste persoon vermoord worden door de Krijgers van het labyrint der wanhoop.
Je moet terug de tijd in. het spijt me dat ik je dit aan doe.
Maar je hebt geen keuze. Jij bent de persoon. De persoon zonder werkelijke ouders. Jou echte ouders zijn eenhoorns.
Lang geleden heb ik ze gevraagd een kind tot leven te roepen om mijn zonden te laten verbleken bij jou ziel. Krachten moeten jou omgeven, sterke krachten. In het labyrint zul je een stem horen, , als je erin bent, moet je de stem geloven. Ga niet dingen doen die ze je verbied. Tenzij je verminkt wil worden.
Ik weet niet of het waar is wat ze zeggen, maar ze zeggen dat er vele mensen de oversteek maken. Soms blijf je er hangen, leeftijd is er geen punt. Je kan zo miljoenen jaren oud worden. Langzamerhand zal het labyrint je geestelijk vervormen, misschien zelfs wel lichamelijk.... Dus pas op voor andere zielen, jij kan ze aanvoelen met je gave. Gebruik het goed, vertrouw niemand op je metgezellen na.
Als je werkelijk zo goed bent als de eenhoorns mij hebben doen geloven, zul je het halen. Je moet mij in het verleden zover krijgen dat ik het NIET doe. Praat me om, bind me desnoods vast.
Beloof me dat je het tegen niemand zegt, neem NIEMAND mee op twee wezens na.. Beloof het me. De enige die je mee mag nemen is een wolf. Kateryn, de dochter van Risoca en een willekeurig iemand. Neem iemand mee de je vertrouwt. Iemand met een sterke wil, iemanddie niet gemakkelijk om te praten is. Het labyrint der wanhoop zal jullie op de proef stellen. Zal jullie opdrachten laten uitvoeren om je te testen.
Nog één ding. Je hebt vast al verscheidende mensen zien sterven aan een vreselijke ziekte. Die ziekte kan je meenemen deze tijd in. Zorg dat voordat je het labyrint uit gaat je jezelf, en de rest, gezuiverd hebt in de bron des levens.
Als je zover gekomen bent zal dit boek het je wijzen. Dus neem dit boek mee, bewaak het met je leven. Het kan het verschil van leven en dood betekenen voor je. Ik heb namelijk meerdere aanwijzingen in dit boek opgeschreven die zich openen bij de goede zin of gebeurtenis.
Succes met je taak.

Dag, Milou.

Ps. Open de poort met deze woorden, LET OP, zeg ze pas als je er klaar voor bent. Als je hem niet zelf opent zal hij zich ergens in jou wereld openen.
Open met woorden, open met daden. Open dag en nacht, laat me terugkijken, naar waar ik verlang.


Met open mond las ik het meerdere malen over. Dit kon ze toch niet menen...
'Jawel, haal iemand op. Alsjeblieft wees snel. De poort sluit zich over een half uur.
Direct kwam ik in beweging. Ik had niet lang na moeten denken over wie ik mee zou nemen. Het was zo helder als zonling, Rithem. Mijn geest verliet mijn lichaam en stoof door de bomen, die overigens woenden reageerden als ik door ze heen raasde.
Maar het deerde me niet. Ik moest en zou Rithem meenemen.

'Wat heb je gedaan!' Woedend stond hij voor me. Hij had zijn handen zo hard dicht geknepen dat zijn knokkels wit werden. Zijn ogen spuwde vuur.
Plots duwde hij me ruw tegen de muur aan. De adem sloeg uit mijn longen.
'Ik, ik heb een oplossing gevonden,' stamelde ik verward nadat ik naar adem had gehapt.
Waarom was Rithem nou boos? Hij leek mijn onmacht te zien, maar reageerde er niet erg op.
'Heb je wel nagedacht over dat ze kan líégén,' schreeuwde hij.
Ik tuitte mijn lippen en mijn mond viel open. Snel klapte ik hem dicht, er zou toch niets nuttigs uitkomen. 'Waarom!' zijn stem sloeg over.
Dus knikte ik maar. 'Kateryn zij het.'
'Wie?' siste hij.
'De dochter van Risoca.' Er schemerde angst door mijn stem heen.
Bij dat laatste woord vlamde de woede hoger op. 'Riosca! Zij was een wolf verdomme.' Hij legde zijn hoofd in zijn nek en liet me los. Ik merkte dat hij de nadruk op 'wolf' had gelegd.
'Je weet dat wolven niet liegen. Rithem, luister naar me, je gaat mee of niet. Ik zou het heel fijn vinden als je met me mee zou gaan, maar als je zo bent dan kan het niet. Ik dacht dat jij degene zou zijn die me wel geloofde maar blijkbaar niet.'
Teleurgesteld draaide ik om hem heen en beende stevig weg zonder nog maar één blik achterom te werpen. Een hand stopte me. Een waterige glimlach verscheen op mijn gezicht, ik wist het wel!
Ik draaide me om. Rithem's woede was nog steeds in volle glorie te zien, maar er schemerde nog wat anders doorheen. Ik kon alleen niet plaatsen wat.
'Het is niet dat ik boos ben op, op dit alles. Maar ik, ik-' zijn stem verstomde, hij zocht naar woorden. Langzaam legde hij zijn hand tegen mijn wang.
'Ik wil je gewoon niet kwijtraken.'
Shit happens, just flush it and move on!
artikel
Computer
Computer
Berichten: 2659
Lid geworden op: 16 sep 2011 16:45

Ooh, het verhaal begint nu echt spannend te worden. Het dagboekfragment heb je nu duidelijk neergezet, en gelukkig niet 1 zin er opeens tussendoor die een handeling aangeven.
Het laatste stukje, met Rithem, was ik wel even verbaasd. Waarom zou hij zo boos reageren? En het is toch alleen maar goed dat je hp andere wilt helpen? En toen was het laatste zinnetjes van het stukje; "Ik wil je gewoon niet kwijtraken." Dat vind ik gewoon een goede zin om ervoor te zorgen dat we allemaal gespannen wachten op het volgende stukje.

*wacht vol spanning*
It's okey to be afraid!
Ellie Goulding
mena1998
Typmachine
Typmachine
Berichten: 771
Lid geworden op: 04 sep 2011 11:50
Locatie: Heelal, Melkweg, Aarde, Europa, Nederland, (Provincie) Groningen, Oude Pekela

@Jochem, elke keer waneer je zoiets zegt dan denk ik: dit gaat automatisch man! Hier denk ik niet bewust over na.

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 6
Het labyrint der wanhoop
~*~
Verslagen sloeg ik mijn ogen neer, hopend dat de andere blikken van mij afgewend zouden worden. Mijn hoop werd de bodem ingeslagen toen ik een klap tegen mijn hoofd voelde. Een pijnscheut bevestigde het.
'Sorry, iets te laag gemikt,' grinnikte een stem.
Ik draaide me om. Tot mijn verbazing griste een meisje van een paar jaren oud een soort plat, fel groen ding van de grond. Even keek ze me aan, toen draaide ze zich om en gooide het ding weg richting andere kinderen. Gierend van het lachen rende ze erachteraan.
Verwonderd bleef ik kijken. 'Nog nooit een frisbee gezien?' zei een mannenstem.
Ik draaide mijn hoofd en schudde van nee.
'Waar kom je vandaan?' vroeg de man.
Ik nam hem in me op. Zijn haren waren dor elkaar, alsof hij erdoorheen gewoeld had of net wakker was geworden. Toch keek hij erg wakker uit zijn ogen. Zijn gespierde lichaam liet zien dat hij trainde. 'Kan je het zien?' grinnikte hij. 'Ik ben Gijsbert trouwens.'
'Ik ben Milou, sorry, ik ga al weg.' Ik liet mijn hoofd hangen en maakte aanstalten om te vertrekken.
Zijn hand hielt me echter tegen. 'Waar denken wij heen te gaan? Ik heb echt geen idee waarom je weg zou moeten Milou.'
Gijsbert's glimlach maakte iets in me los. Vaag kwam het idee binnen dat ik gezelschap toch echt gemist had.
'Ik heb iets gedaan, en sindsdien ben ik verbannen uit mijn land en zelfs mensen in Arual willen niets van me weten.'
Ik verwachtte dat hij me weg zou duwen of me in ieder geval loslaten. Hij deed geen van beide. 'Ik weet het, maar je bent nu al genoeg gestraft Ik ben het er ook niet mee eens met hoe je alles hebt aangepakt, maar je verdient een tweede kans. Iedereen vind dat in dit dorpje.'
Een hoogzwangere vrouw kwam naast me staan en sloeg een arm liefdevol om mijn schouders. 'Kom maar. Ik ben Eline, Gijsbert's vrouw.'
Ze knipoogde naar me. Ik keek naar haar buik. 'Ja,' hierbij wreef ze trots erover heen, 'Ik ga hem Add noemen. Hij zal de baas worden van dit dorp. misschien is hier er ook nog wel in de tijd van de Ziekte.'
Mijn stemming ging direct weer naar beneden bij die benoemen van mijn fout.
'Ik hoop het niet voor je,' fluisterde ik.


’Open met woorden, open met daden. Open dag en nacht, laat me terugkijken, naar waar ik verlang,’ mijn stem beefde.
Toen Rithem dat hoorde duwde hij me dichter tegen zich aan. Mijn linkerarm had ik om Kateryn’s nek geslagen, ik voelde mijn handen al vochtig worden van mijn zweet. Ademloos wachtte ik. Waarop? Zou ik niet kunnen zeggen.
Vlak voor ons begon in de lucht zich een donkerrode plek te vormen. Ik trok aan Rithem’s arm en wees. Vragend keek hij me aan. Zag hij het niet?
‘Ben je blind of zo?’ siste ik verwonderd. Hij schudde zijn hoofd.
De rode plek begon te druppen. Rode druppels – ze deden me verdacht veel aan bloed denken – vielen eruit. Verwonderd keek ik ernaar. Want het was net alsof ze via iets glads naar beneden gleden. Ze lieten sporen achter in de lucht. ‘Zie je het echt niet?’ vroeg ik nogmaals.
En alweer schudde Rithem zijn hoofd.
Nadat er een paar minuten waren verstreken hadden de – bloed – druppels een oppervlak bedekt. ‘Het, het lijkt wel een deur,’ mompelde ik vertwijfeld.
Ik stond op en liep erheen, Rithem hielt me tegen. Tja, hij ziet dit niet. Maar ík wel.
Even keken we elkaar in de ogen, toen liet hij me los en knikte. Ik draaide me om en haalde diep adem.
Tergend langzaam bracht ik mijn hand richting het rode vlak. Tot mijn verbazing kon ik er doorheen. Rithem hapte naar adem. ‘Wat! Je hand, wat is dat rode ding?’
Een glimlach sierde mijn gezicht. Hij zag het nu dus wel.
’Stop!’ gilde Kateryn in mijn hoofd. Snel trok ik mijn hand terug. Ik draaide me om.
‘Wat?’
‘Wat, wat?’ vroeg Rithem. Ik wees naar Kateryn. Rithem begreep het.
’Zeg een tijd, snap je het niet. Anders ga je misschien wel naar de prehistorie of miljoenen jaren de toekomst in. Daar stond ik dan met mijn mond vol tanden.
Hier had ik niet aan gedacht. ‘Maar, welke tijd leefde Milou?’
Luid gepiep klonk. Rithem sprong op met zijn mes al in de aanslag. Direct schoot mijn hand richting het boek.
Dat was het! Ik griste het boek uit mijn tas en pakte het. Zoals ik verwacht had was er een nieuw papiertje in verschenen.

Je eerste uitleg. Je moet naar de dag 11-21-1221. Dat is een dag eerder dan het ‘ongeluk’. Maar dan heb je tijd genoeg.

‘Kateryn?’ ’ja? ‘Hoe voer ik de datum in?’
Ze liep richting de ‘deur’ en begon te grommen. ‘Kat!’ siste ik.
Toen ze stopte met grommen en keek me schuldig aan, tenminste, zo leek het. Kateryn drukte met haar snuit tegen de deur. ’Zeg het gewoon, 11-21-1221.’
‘elf, eenentwintig, twaalfduizendeenentwinting.’
Een deurklink verscheen. Verwonderd keek ik ernaar. Het is met goud in gelegd, en als ik me niet vergis ook met diamanten.
’Ik zou maar gaan. Laat dit alles maar achter je.’ Ik knik.
‘Ja, laten we gaan. Rithem?’ Vragend kijkt hij naar me op en ik steek mijn hand uit als antwoord. Een glimlacht groeit op zijn gezicht en hij neemt mijn hand in de zijne.
Ik haal diep adem en stap samen met Rithem en Kateryn het labyrint der wanhoop binnen.
Shit happens, just flush it and move on!
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Oh! I love doolhoven! Heerlijk! Helemaal als het zo eentje is waar van alles kan verschuiven en van alles leeft! Haha :D I want more
Zijn hand hielt me echter tegen.
hielt = hield

Ik kijk uit naar het volgende stukje :D
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

het labyrint der wanhoop, zo'n chliché naam (sorry), maar tegelijkertijd nog steeds zo'n fantastische naam voor zo iets.
mena1998
Typmachine
Typmachine
Berichten: 771
Lid geworden op: 04 sep 2011 11:50
Locatie: Heelal, Melkweg, Aarde, Europa, Nederland, (Provincie) Groningen, Oude Pekela

'Succes, ik kan je niet verder volgen. Ik hou van je Nelianne.' Eline.
Direct probeerde ik terug te springen, Rithem hield me tegen, drukte me voort. 'Nee! Nee ik laat haar niet achter.' Mijn stem werd opgeslokt door de donkerrode deur.
Het was alsof ik geen geluid maakte.
'Succes op al je wegen. Overtref je moed. Overtref je tijd. Overtref je angsten en vriendschap. Ik hou van je Nelianne.'

Ik heb wel eens gehoord dat doodgaan duisternis is, en leven licht. Of dat waar was kon ik niet zeggen, nu nog steeds niet eigenlijk. Maar dat doodgaan duisternis met zich meebrengt lijkt me logisch. Je lichaam word ondergedompeld in de aarde van het leven, zoals Eline dat altijd tegen me had gezegd.
Meestal vroeg ik dan of het leven je onderdompelde in het licht. En dat was eigenlijk ook zo. Want als je leeft, leef je op de aarde. Het zonlicht verwarmd je vaak, en in de nacht is het licht van de maan meestal ook zichtbaar.
Maar op dit moment was er nergens om me heen licht te bekennen. Het idee dat ik misschien dood was gegaan kwam opborrelen in mijn gedachten. Maar ik weigerde dat te geloven. Eline zou me nooit de dood in jagen.
Ik verplichtte mijn oogleden zichzelf open te doen. Dat deden ze met hevig tegenstribbelen. Zelfs al had ik ze open, geen contourlijn onthulde zichzelf.
'Eline?' mijn stem klonk iel in de omringende duisternis. Maar ik hoorde hem. Dus het betekende dat ik leefde. Toch?
'Eline?' herhaalde ik, ditmaal luider. Even later herhaalde ik het nogmaals.
'Cait?' klonk er terug. Mijn hart maakte een sprongetje. 'Rithem!' riep ik verheugd terug.
'Kom hier heen,' zei hij. Direct nadat hij dat had gezegd verscheen er licht. In dat licht stond Rithem met open armen.
In het licht bekeek ik mijzelf. Ja, alles was er nog. Ik sprong op en sprintte richting Rithem en viel in zijn armen. Direct was het alsof er geen zuurstof meer om me heen was. Alles werd weer duister voor mijn ogen en ademhalen werd heel zwaar.
Een paar zinnen uit Milou's dagboek kwamen in mijn hoofd op. Ze stonden aan de zijkant van een bladzijde maar ik had er niet veel aandacht aan geschonken.
Het labyrint heeft vele mensen op de proef gesteld. Het is moeilijk om er binnen te komen.
Zou dit een proef zijn? Als je mijn ogen nu had kunnen zien hadden ze geschitterd van ongeloof. Ik probeerde me los te rukken. Maar ik verloor het bewustzijn al.
'Laat. Me. Los,' siste ik met mijn laatste krachten.
Gegrinnik vulde mijn oren. Ik sloot mijn ogen en zag zijn aura. Puur rood: woedend...
Ik liet me mee glijden op de wind en versmolt samen met zijn lichaam. Ik voelde de woede alsof het van mijzelf kwam. Waarom ben je zo boos? Ik gooide de vraag zijn hoofd rond en voelde de woorden door ons hoofd stuiteren.
Zijn antwoord bleef uit, dus begon ik maar te zoeken. Maar hij begon me te bannen uit zijn hoofd - of wat ik een hoofd zóú moeten noemen. Laat me gaan. Met die woorden werd alles licht. Zuurstof nam toe in de lucht en ik rook rozen. Rozen? Mijn ogen vlogen open - blijkbaar had ik ze dicht gedaan - en ik sprong op. Ik lag in een kamer, middenin de kamer stond een bankNaast mij lagen Rithem en Kateryn. Hun ogen waren zwart. 'Rithem! Kateryn!' gilde ik.
Ik pakte ze vast en schudde ze allebei door elkaar. Langzaam werden hun ogen weer normaal. Ze hapten naar adem. Ik omhelsde Rithem. 'Je hebt het doorstaan,' fluisterde ik. Ik voelde zijn hand door mijn haren. Een traan gleed over mijn wang, hij loste op in het t-shirt van Rithem. Ik voelde de snuit van Kateryn tegen mijn hand.
'We moeten door Cait. Voordat de Wachters terugkomen. 'Daar heb je gelijk in Kat.'
'Kat?' vroeg Rithem. 'Een afkorting van Kateryn. Je haalt de -eryn eraf.'
'Zo dom ben ik nu ook weer niet hoor,' grinnikte hij.
Kat gromde speels en sprong krachtig overeind. Rithem keek enige tijd naar hem.
Aarzelend pakte ik Rithem's hand en liepen we naar een grote ronde deur. Na nog één enkele blik op hen geworpen te hebben opende ik de hem. Een zucht verliet mijn lippen. Duisternis.
Waarom kwam alles altijd op duisternis uit.’Duisternis is de pijn van het verleden, de hoop van de toekomst is licht. Dit zijn de woorden van Milou. Maar ze zijn waar, geloof me. Duisternis moet je jezelf eigen maken. Zorg dat je het vertrouwt en er blindelings instapt.’
‘Ik wil niet dood,’ riep ik verontwaardigd. Met boze fonkelende ogen keek Kateryn me aan.
De boodschap kwam over: stil!
Alsof Rithem het begrepen had trok hij me de duisternis in. Kateryn volgde al snel.
Zodra de deur achter ons gesloten was lichtte de kamer op. Ik kneep mijn ogen dicht tegen het felle licht. Uit een reflex zette ik een stap naar achter. Ik gilde, iets scherps stak in mijn blote voet. Rithem trok me tegen zich aan – wat hij vaker deed als ik gilde, zal ook wel een reflex zijn of iets dergelijks. Ik drukte een snelle zoen op zijn wang en liet mijn ogen de kamer rond gaan.
De kamer was rond, alsof deze de deur nabootste. De witte verf zorgde ervoor dat alles nog beter verlicht werd. Mijn ogen gleden verder. Er stond niets in de kamer, op een grote versleten bank in het midden na. Er hingen echter enkele schilderijen aan de muur. Mijn voeten hadden me er al heen gedragen voordat ik het besefte.
Op één van de schilderijen stond de maan in verschillende brokken hoog aan de lucht. Ook de zon stond erop afgebeeld, alleen erg vaag.
Ik liep naar het volgende schilderij. Een waterige glimlach verscheen op mijn gezicht. Daar stond Callista samen met Shane, hand in hand. Dus de geruchten waren waar.
Ze waren een stel – of zijn het geweest. Maar het meest opmerkelijke was de glimlach op Shane’s gezicht. Dit schilderij moest jaren, zon niet eeuwen, geleden gemaakt zijn.
Plots galmde er een stem mijn oren binnen. ‘Bevalt mijn kamer je?’
Verschrikt draaide ik me om. Ik stond oog in oog met een woedende Shane. Enkele keren opende ik mijn mond maar er kwam niets meer uit als wat gepiep. Toen Shane dat zag ontspande hij een beetje. Ik voelde hoe Rithem beschermend achter me ging staan. Toch zou zijn hulp niet nodig zijn. Als Shane me echt aan zou willen vallen zou Rithem ook omkomen. Achter Shane vandaan kwam een grote zwarte wolf. Kateryn piepte en sprintte op hem af. Ik zag dat de zwarte wolf even aarzelde maar toen ook op haar afrende. Piepend van blijdschap begonnen ze elkaar te likken op hun neuzen en om elkaar heen te draaien.
Ik ving enkele zinnen van hun gesprek op.
’Ik dacht dat je dood was!’
‘Was ik niet, ik ben met mijn geest hierheen verbannen.’
‘Verbannen?’
‘Shane had me nodig.'

Kat haar ogen schoten even naar mij. Blijkbaar las ze in mijn gedachten dat ik blij voor haar was. Ik voelde hun vrolijkheid als lucht die in mij naar binnen stroomde bij een ademhaling. ‘Hey Kat, stel je hem even aan ons voor?’ mijn stem was één en al vreugde. Alsof ik een lang verloren vriend weer terug zag.
’Cait, dit is Mordecai. Wij zijn een Exy. In jullie taal is dat een stel, zeg ik het zo goed?’ Vragend keek ze mij aan. Ik knikte bemoedigend. Snel vertaalde ik het even naar Rithem, want Kat kon geen contact met hem maken – ik vermoed nog steeds dat ze het niet wíl maar ach. ‘Leuk je te ontmoeten Mordecai. Mag ik je ook Mord noemen? Dat is wat korter?’
Mordecai – oftewel Mord – knikte en grinnikte op zijn wolfs.
Rithem schrok daar even van maar begreep al gauw dat Mord niet boos was. ‘Waarom had je Mord nodig Shane?’ ik hoorde de aarzeling die door mijn stem schemerde. Shane was nog steeds woedend.
Ik zag dat Mord en Shane even een blik van verstandhouding wisselden voordat Shane sprak ‘Je hebt vast wel gehoord van mijn gevecht met de Wachters.
Ik knikte en hij ging verder. ‘Wolven hebben een kracht die helpt met helen van erge wonden zoals mijn litteken op mijn rug.’
Ik voelde de onmacht van hem. Snel vloog ik uit mijn lichaam om te kijken wat hij voelde. Blauw: bang. Toen ik merkte dat Shane daar bozer van werd liet ik me weer mijn eigen lichaam in glijden. ‘Sorry,’stamelde ik verward.
Ik wilde alleen maar helpen...
'Je moet hier weg, nu!' siste Shane.
Ik wilde hem tegen spreken, maar de woorden kwamen niet. 'Shane,' gromde Mord.
Ze wisselden een blik van verstandhouding. 'Ja.'
'Ik ga met ze mee, wat je ook zegt.' Ik zag Shane verstijfen. Had hij dit niet voorzien?
Kat ging zich ermee bemoeien. 'In het labyrint woont hij. Maar in dit labyrint kan de geschiedenis en de toekomst veranderen. Hier hebben Calista en Shane geen vat op. Dus de geschiedenis kan veranderen als iemand het labyrint ingaat en naar het verleden reist.'
'O,' mompelde ik.
Shane en Mordecai voerden een woordeloze discussie. Dat kon je zien. Rithem stond hier maar. 'Ik leg het je zo wel uit,' fluisterde ik in zijn oor.
Ik wist het niet zeker, maar het leek erop dat Shane zich gewonnen gaf. Hij wuifde met zijn hand en liep door de muur. Mijn ogen werden groot van verbazing.
Shit happens, just flush it and move on!
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Dat labyrint lijkt me heel naar. Ze lijken van ruimte naar ruimte te flitsen. Maar, als ik het goed begrijp zijn ze nog niet in het échte labyrint?

Ik vind het spannend! Je beschrijft de verschillende ruimtes waar het drietal komt goed :)
Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Tijgerlelie
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 362
Lid geworden op: 20 dec 2011 13:25

Hey Mena,
Ik ben maar even ingesprongen op hoofdstuk 6. Ik vind het een fijn verhaal! Het heeft (voor zover ik kan peilen) orriginele elementen en fijne hoofdpersonen. Ik vind de snelheid in dit stuk erg prettig. Er staan nog wel een hoop slordigheden in met taal en spelling dus het kan nog sterker. Hieronder heb ik er een aantal dingen uitgehaald maar ik heb er vast nog wat gemist.
Ook mis ik nog wat emoties af en toe. Bijvoorbeeld als de deur uit het niets verschijnt en zichtbaar wordt door een enorme hoeveelheid bloederige toestanden die uit de lucht komen vallen. Ze reageert er nogal rustig op, alleen een lichte mate van nieuwsgierigheid. Voor wat er gebeurd vond ik dat wat lauwtjes. Daarna blijkt deze deur de kans te zijn om haar fout recht te zetten (als ik het goed begrijp) dus ook dan verwacht ik een iets heftigere reactie dan ‘hoe voer ik de datum in?’.
Succes met schrijven!
Tijgerlelie
Zijn haren waren dor elkaar, alsof hij erdoorheen gewoeld had of net wakker was geworden. Toch keek hij erg wakker uit zijn ogen.
Spelfoutje dor = door. En ik weet het niet zeker maar is het niet ‘haren waren in de war’ of ‘haren zaten door elkaar’. Persoonlijk vind ik de eerste mooier. En door het tweede deel van die zin vind ik de volgende zin niet erg logisch... Want als hij er allen doorheen gewoeld had, dan is er geen reden waarom hij er niet wakker uit zou zien.
Ik liet mijn hoofd hangen en maakte aanstalten om te vertrekken.
Aanstalte
Zijn hand hielt me echter tegen. 'Waar denken wij heen te gaan? Ik heb echt geen idee waarom je weg zou moeten Milou.'
Houden, stam vt= houd, d zit niet in het kofschip dus is het ‘zijn hand hield me tegen’.
En een komma moet voor Milou.
Vaag kwam het idee binnen dat ik gezelschap toch echt gemist had.
Dat lijkt mij een nogal helder idee... Pas op met woordkeuzes als vaag, soort van, bijna, bijna als enz enz enz. Ze maken je verhaal meestal niet sterker.
'Ik weet het, maar je bent nu al genoeg gestraft Ik ben het er ook niet mee eens met hoe je alles hebt aangepakt, maar je verdient een tweede kans.
Ik mis een puntje ergens op de helft :)
Hij zal de baas worden van dit dorp. misschien is hier er ook nog wel in de tijd van de Ziekte.'
Mijn stemming ging direct weer naar beneden bij die benoemen van mijn fout.
En hier een hoofdlettertje! Daarnaast zitten er taalkundig wat dingetjes scheef maar dat haal je er vast zelf wel uit :)
’Zeg een tijd, snap je het niet. Anders ga je misschien wel naar de prehistorie of miljoenen jaren de toekomst in. Daar stond ik dan met mijn mond vol tanden.
Hier mis ik ook een leestekentje.
‘Kateryn?’ ’ja? ‘Hoe voer ik de datum in?’
Hier mis ik wat enters en weer een hoofdletter. Bij een gesprek, ook al is het geen gesprek hardop, is het fijn als je wat ieder personage zegt op een nieuwe regel zet.
Plaats reactie

Terug naar “De Poort naar een Andere Wereld”