De adem die alles opzoog

Stap naar binnen en beland in werelden waar alles kan. Het zal je fantasie prikkelen.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

De adem die alles opzoog
Proloog
De ooit zo kleurrijke droomwereld begint zijn pracht en praal te verliezen. De grond trilt onder het gestamp van het zuigende monster. De grassprietjes wiebelen heftig heen en weer alsof ze proberen te ontsnappen aan hun jammerlijke lot. Nog even en het monster zal vlakbij hen zijn. Hij zal een diepe teug lucht tot zich nemen, net zo lang tot er geen enkel vlekje groen meer op de grassprietjes zit. Daarna zal hij zijn weg vervolgen, naar het nog kleurrijke deel van de droomwereld.

Frinny kijkt zwijgend toe hoe het monster haar veilige haven vernietigt. Voor heen bepaalde zij, wat hier gebeurde. Maar dat is verleden tijd. Iemand heeft het slurpende wezen losgelaten op iets wat altijd zo mooi was. De enige plek waar ze nog kleur kon vinden, wordt langzaam aan verwoest. Ze wist dat dit ging gebeuren. Het was de enige manier.

De jonge vrouw is niet bang meer voor het monster zoals ze eens was. Sinds ze kleurloos is, heeft het geen interesse meer in haar. Net zo min het geïnteresseerd is in de wereld vol duisternis. Vreemd genoeg is Frinny niet eens meer boos op het hongerige wezen. Ze is kwaad op de uitvinders! Op haar ouders die haar lieten vallen, al tuimelend de duisternis in. Maar niet op het wezen dat zich van geen kwaad bewust is en alleen maar honger heeft.

Het wezen, waarvoor Frinny nog altijd geen naam heeft, groeit gestaag. Kleine huisjes, bomen, grasvelden, alles wordt van zijn kleur ontnomen. En ze weet waar hij het meest naar verlangt. De onaantastbare, kleurrijke horizon. Bij iedere morgendauw en avondschemering huilt het monster naar de zon, die zoveel kleur aan de hemel schildert dat het monster vast gek moet worden. Al stampend probeert het dichterbij te komen, maar zelfs in deze droomwereld waar alles kan, is dat onmogelijk. Frinny heeft het verboden. Dat is van haar. Ze zal niet toestaan dat ook haar droomwereld straks in het donker gehuld zal zijn, door een waas hoog boven haar. Het ding dat achterblijft zodra de horizon verslonden wordt.

Ze draait zich om, stapt haar wolkenkasteel binnen. Kleurloos en koud is het geworden sinds het monster op bezoek is geweest. Ergens moet een oplossing te vinden zijn. Iets waarmee de uitvinders het beest kunnen temmen, opsluiten of weg kunnen jagen. Ze weet het zeker. Ergens buiten haar droomwereld ligt de oplossing.

Een afschuwelijk gegil martelt haar gehoor. Weer een kleurvol persoon dat in de duisternis stort. Vroeg of laat zal deze nieuwe inwoner van de stad opgemerkt worden door de uitvinders. Die als hongerige dieren zich op dit onwetende mens zullen storten, in een hopeloze poging hun stad te redden van het beest.
Haar droomwereld zal niet lang genoeg stand houden om het wezen hier te houden. Snel genoeg zal hij naar een andere plek voor kleur gaan. Dan is het einde pas echt zoek en de kleuren ook.

Feedback toegepast
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Wat leuk, weer een verhaal van jou :D jij geeft de dingetjes altijd een aparte fantasie mee, heel leuk^^ alleen had ik bij je andere verhaal dat ik het soms niet volgde omdat je dingen neerzette die ik als lezer niet helemaal begreep. Geloof ik, is alweer een tijdje geleden dat ik het gelezen had. Maar ik ga dit verhaal proberen bij te houden, zeker weten, begint al heel mooi^^ en als het te onduidelijk wordt zal ik het proberen tijdig aan te geven :P

Maar zoals ik al zei, mooi begin! Ik hou van dromen, zijn zo mysterieus :3 ben zeker benieuwd wat je met de dromenwereld gaat doen, dat geeft zeker veel ruimte voor fantasie! En ben ook benieuwd waarom die uitvinders dat beest hebben gemaakt en waarom hij alle kleur opzuigt...

Klein foutje:
Weer een nieuw kleurvol persoon dat in de duisternis sort.
sort=stort
En deze zinnen vond ik heel mooi beeldend^^ sprong er echt voor me uit!
Bij iedere morgendauw en avondschemering huilt het monster naar de zon. Die zoveel kleur aan de hemel schildert dat het monster vast gek moet worden.
Vroeg of laat zullen de uitvinders zich op het mens storten en ze zullen wederom falen in hun poging hun kleurloze donkere stad te redden.
En deze zin snap ik niet helemaal, maar ik weet niet of het de bedoeling is dat ik die nog niet snap xD ik wacht wel af :P

Ik ben heel benieuwd hoe het verhaal verder gaat^^ je hebt zeker mooi de toon weten te zetten! :D
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Een verhaal van Maaike :D. ghehe de goochlaar was al te ver maar deze ga ik proberen te volgen :D.
De titel trok me niet helemaal, maar het verhaal is wel interessant. Ik ben niet heel erg fan alleen van de tt xD ghehe.
Je onderwerp daarentegen, maak me super nieuwsgierig. Ik heb geen flauw idee nog hoe het in elkaar steekt of waar je naar toe wilt :P. tijd om dat te gaan ontdekken :P

ooh een denk ik foutje xD
net zo lang er geen enkel vlekje groen meer op de grassprietjes zit.


volgens mij moet er tot tussen :O
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Demon
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1098
Lid geworden op: 25 jun 2012 21:01

Net zoals Jodie, heb ik liever dat het in de verleden tijde geschreven is. ;p Maar het verhaal op zich is mooi, alleen lijkt het me een nogal kinderlijke fantasie hoe alle kleuren worden gestolen. Hehe. ;p Dat is op zich wel leuk. ;)
-Maaike- schreef:Bij iedere morgendauw en avondschemering huilt het monster naar de zon. Die zoveel kleur aan de hemel schildert dat het monster vast gek moet worden.
Hier zou ik één zin van maken, gewoon dus: "...de zon die..."
Dat klinkt beter in mijn oren. :/ Dat kan ook aan mij liggen. Bij een punt hoort echt een pauze, en deze pauze trekt het verband tussen "de zon" en "die" een beetje weg.
P_Westdijk
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1068
Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
Locatie: Dichtbij de A-27
Contacteer:

Normaal mijd ik deze poort naar een andere wereld. De mutanten, trollen, vampiers, etc. in deze soms indrukwekkende fantasiewerelden kunnen mij weinig bekoren, maar ik besloot eens een poging te wagen. Ik moet bekennen dat ik aangenaam werd verrast.

Al kwam het eerlijk gezegd niet door de titel. Het dekt de lading wel, maar trok me niet aan.
Het verhaal zelf vind ik heel interessant om te lezen. Ik vermoed dat kinderen tot de doelgroep behoren, als ik naar de schrijfwijze kijk. Misschien zit ik helemaal fout, maar het lijkt op de overgang naar volwassenheid. Gedurende dit proces gaat alle kinderlijke onschuld verloren. Dromen vervagen tot de 'kleurloze' realiteit overblijft. Mijn interpretatie. Corrigeer me maar als ik er naast zit.

Mijn voorgangers hebben al wat opgemerkt.

Het begin trok me meteen het verhaal in.
-Maaike- schreef: Daarna zal hij zijn weg vervolgen naar het volgende nog kleurrijke deel van de droomwereld.
..vervolgen, naar.. Volgens mij, althans. Tijdens het lezen ontstond er voor mij hier een natuurlijke rustpunt in de zin. Persoonlijk zou ik het woord volgende schrappen.
-Maaike- schreef: Het was de enige manier.
Deze zin maakt me nieuwsgierig.
-Maaike- schreef: Sinds ze kleurloos is, heeft het geen interesse meer in haar.
Een zin vol betekenis.
-Maaike- schreef: Kleurloos en koud is het geworden sinds het monster op bezoek is geweest.
Een zin die er ook voor mij uitsprong.
-Maaike- schreef: Ergens moet een oplossing zijn.
Volgens mij gingen je gedachten de zin vooruit. Tussen moet en een zou ik minstens het woord er toevoegen. Al leest het fijner als je de zin nog verder uit breid met vinden en zo.
-Maaike- schreef: Vroeg of laat zullen de uitvinders zich op het mens storten en ze zullen wederom falen in hun poging hun kleurloze donkere stad te redden.
Hier raak je mij en blijkbaar ook Saskjezwaard even kwijt. Eerder dacht ik te begrijpen wie deze uitvinders waren, maar wie bedoel je met het mens? Hoe kunnen zij falen bij het redden van de stad als dit de droomwereld van Frinny is?

Het eindigd mooi. Een goed geschreven proloog dat me nieuwsgierig maakt naar het verhaal. Doe met mijn opmerkingen wat je wilt want het is en blijft jouw proloog.
Writing has laws of perspective,
of light and shade just as painting does, or music.
If you are born knowing them, fine.
If not, learn them.
Then rearrange the rules to suit yourself.
Kattie
Potlood
Potlood
Berichten: 90
Lid geworden op: 28 aug 2012 16:49

Een heel origineel stuk, moet ik zeggen! Zeer verrassend :) En ik vind dat je een heel mooie schrijfstijl hebt, al ben ik het met een paar van mijn voorgangers eens en heb ik liever een verleden tijd.
Ik kan niet meer veel toevoegen aan wat zij al hebben gezegd, maar ik heb toch nog een foutje ontdekt:
Alles wat hier gebeurd bepaalde zij ooit.
Bedoel je hier "alles wat hier gebeurt" of "alles wat hier gebeurd is"? Het is in ieder geval niet helemaal juist :p Maar verder heb ik niks meer gevonden :)

Ik ben nu vooral benieuwd naar wat er na de proloog gaat komen!
Fire, walk with me.
Kelja95
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 16
Lid geworden op: 16 sep 2012 12:44
Locatie: maastricht

Wat een leuk verhaal =D Erg origineel en apart. Ben verder geen dingen meer tegen gekomen. De dingen die ik zag die waren al benoemd =p

Ik ga dit verhaal zeker volgen!
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Allereerst, ik word toch zó blij van al die reacties :sweet Het is gewoon ego-strelend Dus, dank je wel voor het meelezen en de feedback! :D
Ten tweede; de titel is inderdaad nog niet helemaal optimaal. I know. Maar alle overige bedenksels & creaties waren echt té voor de handliggend of té fout -.-'

@Saskia; Dank je wel voor het compliment! Ik ga extra mijn best doen om te zorgen dat alles helder blijft :P Ik heb de onduidelijke zin aangepast :) Deels komt het ook in de volgende hoofdstukken naar voren, maar hij was inderdaad iets té vaag.
@Jodie en Demon; leuk dat jullie meelezen! Ik hoop dat de tegenwoordige tijd setting geen probleem vormt om het te volgen (:
@P_Westdijk; wauw, wat een verrassing om jou hier in deze poort te treffen ^_^ Ik hoop dat je het leuk blijft vinden. Het laatste stukje heb ik aangepast, nu is het minder vaag :)
@Kattie en Kelja; Leuk dat jullie meelezen!

En nu hoop ik natuurlijk dat hoofdstuk 1 net zo in de smaak valt als de proloog :D
---
Hoofdstuk 1
Myrtha opent haar ogen, sluit ze weer en opent ze. Er is geen verschil. In deze kamer zal nooit licht schijnen. Alleen buiten, in de schaduwen waar de zon probeert haar stralen de grond te laten raken. Maar zelfs daar kan Myrtha niet spreken van licht en kleur. Het loopt in elkaar over als waterverf, en er is nauwelijks kleur.
Ze schuift haar benen onder de dekens uit en kruipt over het bed naar haar voeteneind. Daar laat ze haar voeten op de stoffige grond terecht komen. Met haar vingertoppen duwt ze tegen het koele glas en kijkt de duistere wereld in. Ze knijpt haar ogen tot spleetjes op zoek naar de enige herinnering aan thuis. Zodra ze een sprankje vervormd licht ziet haalt ze diep adem.
‘Mama, blond haar. Papa, oranje haar. Broer,’ ze zwijgt. Wat is zijn naam? Ze schudt haar hoofd. Niet aan denken. ‘Oranje haar. Ik,’ weer zwijgt ze, een paar plukken haar laat ze tussen haar vingers door glijden. ‘Oranje haar.’
Ergens in het huis is gestommel te horen, haar meester is wakker. Myrtha pijnigt haar hersens. Hoe is ze hier gekomen? Iedere keer als ze wakker wordt voelt haar hoofd leeg. Vervagen de herinneringen die ze heeft van daarboven. Pas als ze zich klaar maakt om zich in de duisternis van haar eigen hoofd te laten, weet ze de antwoorden weer. De namen van haar familie, haar dorp. Hoe ze hier is gekomen en hoe ze terug kan. Myrtha sluit haar ogen. Het ligt op het puntje van haar tong, diep in haar hoofd verstopt. Vanavond als ze weer gaat slapen, dan zal ze het weten.
‘Vrouw!’
De rillingen lopen over haar rug. Ze draait zich van het raam vandaan en probeert haar kleding op de tast te vinden. Voor haar maakt het niet meer uit wat ze draagt, ze kan het toch niet zien. Maar haar meester, hij ziet alles.
‘Vrouw!’
De stem klinkt dringender. Myrtha friemelt haastig met de touwtjes van het schort, net zolang tot het enigszins vast blijft zitten. Op handen en knieën zoekt ze haar schoenen. Nadat ze zich op bed heeft laten vallen de vorige dag, heeft ze uitgeschopt. Haar handen voelen de groeven tussen de houten planken en uiteindelijk de bedrand.
‘Waar zit je!’
Nog even en hij komt naar boven gestormd, ze hoort het aan zijn ongeduldige stem. Haastig vervolgt ze haar zoektocht, ze vindt ze en trekt haar schoenen aan. De veters krijgt ze niet in deze duisternis gestrikt dus stopt ze ze maar in de schoen. Myrtha komt overeind en steekt haar handen voor zich uit. Gedesoriënteerd zet ze een stap, met haar vingertoppen voelt ze de deurpost. Ze glimlacht de duisternis tegemoet. Met haar vingers die haar glijdend over de muur de wegwijzen komt ze bij de trap aan. Met een hand al op de reling blijft ze staan. Wat haatte ze dat thuis. Vroeger was ze zo bang dat er een monster zich zou verschuilen in dat wat ze niet kon zien. En nu is ze opgeslokt, als een prooi in de buik van een monster die ze niet kan zien. Dat haar laat geloven dat dit een wereld zonder licht is. Een plek dat op thuis lijkt als ze het zelf inkleurt.
Myrtha haalt diep adem en schuift voetje voor voetje de trap af. De laatste tree blijft uit en ze verstapt zich. Met haar handen voor haar uit botst ze tegen een muur aan, de rand van een fotolijst prikt in haar hand. Ze tast de muur af naar de deuropening richting de keuken. Hoe kunnen mensen hier ooit aan wennen? Alles lijkt oneindig groot, tot je er bent, dan is het dichterbij dan iets ooit zal zijn.
‘Waar bleef je?’
Zwijgend staat Myrtha in de deur opening. Ze kijkt naar de plek waar ze denkt dat haar meester is. Al kan hij overal zijn, hij beweegt zonder enig geluid te maken en dan plots staat hij voor haar. Voelt ze zijn warmte en zijn adem in haar nek.
‘Als ik je roep, kom je hier. Begrepen?’
Myrtha knikt haastig.
‘Als alle dagwezens zoals jij zouden zijn, weet niemand waar die aan toe is. Geef antwoord!’
‘Ja, meester. Ik heb het begrepen.’
‘Goed zo.’ Het blijft even stil. ‘Mino komt je straks halen. Dan kun je je eindelijk nuttig maken.’
Ze hoort dat er een stoel wordt verschoven en stapt verder de kamer in. Op basis van de geluiden die hij maakt weet Myrtha ondertussen wat hij wil. Nu mag ze aan tafel. Met haar linkervoet tegen de deurpost aan geduwd en daarna drie grote stappen. De enige afstand die ze kan onthouden, van de deur naar de stoel. Haar handen houden vertrouwd de stoel vast.
Haar vingers glijden aftastend over het tafelblad heen op zoek naar haar lepel. Haar vingers klemmen zich om het koude metaal heen.
“Rond met een steel. Hol met een bolling,” dreunt Myrtha in haar hoofd op. Ze mag niet vergeten hoe alles er uit ziet waar ze vandaan komt. Op een dag zal ze onthouden hoe ze hier weg kan komen!
‘Als je je werk goed doet, zal ik je belonen.’
‘Wat moet ik doen?’ vraagt ze heel zacht, ze is er nog steeds niet uit of ze wel mag praten.
‘Dat zal je wel zien.’
Verder wordt er niets meer gezegd. Myrtha probeert de pap naar binnen te worstelen. Ze heeft het pap genoemd, omdat het ondanks de slijmerigheid veel lijkt op de ontbijtpap die haar moeder altijd voor haar maakte.
Als ze klaar is, staat ze voorzichtig op. Met de kom stevig in een hand en haar andere voor haar uitgestoken loopt ze naar de wasbak. Haar vingers glijden over de muur opzoek naar de kraan om haar servies af te spoelen. Ze slaakt een gilletje als iets haar hand vast pakt.

- Feedback verwerkt
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Kelja95
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 16
Lid geworden op: 16 sep 2012 12:44
Locatie: maastricht

Alweer een nieuw stukje: leuk! :D Het eerste hoofdstuk is weer net zo in smaak gevallen als het proloog ;) . Ik heb geen dingen gevonden die mij stoorde of waarvan ik dacht dat ze niet klopte, maar ik ben nieuw dus ik leer nog bij :P. Het enige wat ik wel had gevonden is een spellingfout:
Zwijgend staat Myrtha in de deur opening.
Een minuscuul foutje maar ja: deuropening is aan elkaar :P.
Al kan het overal zijn, hij beweegt zonder enig geluid te maken en dan plots staat hij voor haar.
Hier weet ik niet of het je bedoeling was maar ik twijfel of die meester nu een het of een hij is aangezien je in de eerste zin zegt dat het overal kan zijn en dan verder gaat met een hij.

Ik ben in ieder geval erg benieuwd! :super
P_Westdijk
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1068
Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
Locatie: Dichtbij de A-27
Contacteer:

Tijdens het lezen heb ik graag een beeld voor ogen en dat is nu nog niet optimaal. Het is in ieder geval een donkere beeld. :P Het roept talrijke vragen bij me op, die ik hier niet zal stellen omdat je als schrijver ook de tijd moet krijgen om je verhaal zich te laten ontwikkelen.
Toch heb ik inhoudelijk wel wat opmerkingen. De eerste is vooral van praktische aard. Als het donker om je heen is dan valt een licht, hoe vervormt het ook is, altijd op. Ik betwijfel of je er naar op zoek moet gaan alsof het een sleutel is die je kwijt bent.
Een mooie aanvulling zou mij lijken als je beschrijft hoe moeizaam het bewegen is in het donker. Hoe beweeg je je armen als je ervan wilt verzekeren niets te missen wat je onderweg tegen komt. Loop je langs de muur of dool je stuurloos rond? Sla je onderweg alle schilderijen van de muur? Loop je een stoel omver? In de duisternis kost het moeite om zaken op de tast te achterhalen wat het is. Je schrikt van zaken als bijvoorbeeld het aanraken van een pruik, die je toevallig tegen komt. Je geest gaat met je fantasie aan de haal. Deze haren worden een beest tot je de waarheid beseft. :lol: Naar welke kant gaat een deur open? Je gaat zaken tellen. Hoeveel stappen van het bed naar het raam, bijvoorbeeld. Geluiden krijgen een andere uitwerking op je. Het tikken van de kolk. Het is voor sommige mensen lastig te bepalen waar geluiden vandaan komen. Hoor je ergens een kraan druppelen? Je andere zintuigen compenseren het gebrek aan zicht in een ruimte naarmate het effect langdurig is.
Het laatste kan ik nog niet uit het stuk afleiden.
-Maaike- schreef:En nu is opgeslokt, als een prooi in de buik van het roofdier.
..is ze.. Misschien is het een optie om een dier te gebruiken waarvan men weet dat het levende prooien opslokt in plaats van de algemene term roofdier. Je bent immers meestal dood als je als prooi in de buik bent beland ;) terwijl je juist iets benauwends wilt weergeven om de sfeer duidelijk te maken.

Doe ermee wat je wilt. Je weet in ieder geval mijn fantasie te prikkelen. Ik ben benieuwd hoe het verder gaat.
Writing has laws of perspective,
of light and shade just as painting does, or music.
If you are born knowing them, fine.
If not, learn them.
Then rearrange the rules to suit yourself.
Demon
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1098
Lid geworden op: 25 jun 2012 21:01

Nu, zij hebben de foutjes die ik gezien heb al vermeld; voor mij blijft er niet veel over. :P
Veel kan ik hierop niet zeggen; in goede dingen vertellen ben ik niet goed. xD Maar ik blijf wel doorlezen.
Kattie
Potlood
Potlood
Berichten: 90
Lid geworden op: 28 aug 2012 16:49

Heel goed geschreven :) Ik vind het ook nog een beetje moeilijk om alles te kunnen visualiseren, maar dat is natuurlijk logisch aangezien het hoofdpersonage zelf niks ziet.

Een kleine opmerking, ik ben niet eens zeker of het wel een fout is;
omdat ondanks de slijmerigheid het veel lijkt op de ontbijtpap die haar moeder altijd voor haar maakte.
Volgens mij zou deze zin beter klinken als je de 'het' naar voor verplaatst, dus

"omdat het ondanks de slijmerigheid veel lijkt op de ontbijtpap die haar moeder altijd voor haar maakte."

Anyway, je hebt me wel nieuwsgierig gemaakt naar het vervolg :)
Fire, walk with me.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Sorry voor het lange wachten, ik zal proberen wat vaker te posten :)
@Kelja; Bdankt voor je scherpe oog en het vinden van de foutjes
@P_Westdijk; Bedankt voor je feedback! Ik heb het aangepast, al vond ik het knap lastig om de duisternis voelbaar te maken. Ik hoop dat het resultaat een beetje uit de inkt is gekomen.
@Demon; Zeggen dat je meeleest is ook iets goed om te vermelden :D
@Kattie; Bedankt voor het vinden van het foutje, het klinkt inderdaad beter
---
‘Niet bang zijn, ik zal je helpen.’
De stem klinkt vriendelijk, verre van de grommende stem van haar meester. Als verstijfd blijft ze staan. Zou haar meester nog in de kamer zijn en zien dat iemand haar helpt? Ze kan er toch wel vanuit gaan dat het iemand is? Het klinkt als een jongen.
Myrtha zet een stap opzij als ze het suizende geluid van stromend water hoort. Het zachte constante geluid wordt onderbroken, door waarschijnlijk haar kom die Mino onder de stroom houdt. En het piepende geluid van vingers die de vaat schoonboenen.
‘Ik ben Mino. Jij moet de nieuwe zijn. Hoe heet je?’
‘De nieuwe?’ vraagt Myrtha.
Er klinkt een spottende lach.
‘Dat is vast je naam niet!’
‘Myrtha.’
‘Mooie naam.’ Iets daarna hoort Myrtha hoe diezelfde kom op het stenen aanrecht wordt gezet. Het suizende geluid van het stromende water stopt plotseling. ‘Je gaat vandaag met mij mee. Als je je werk goed doet krijg je een geweldige beloning! Niet na de eerste keer, maar uiteindelijk wel. Heb je schoenen aan?’
Myrtha wil knikken en bedenkt dan dat als hij net zoals haar is, hij het vast niet kan zien.
‘Ja.’
Een hand pakt haar arm vast en trekt haar mee het vertrek uit. Myrtha struikelt over haar voeten, door de snelle bewegingen van Mino. De deur valt achter hen in het slot.
‘Niet zo snel!’ roept Myrtha verschrikt als ze de enigszins bekende omgeving van het huis verlaten hebben.
Mino houdt zijn pas in. Nog steeds struikelend door de stad NoaKrania sleept Mino haar mee. Uiteindelijk houdt hij halt. Myrtha kijkt gelijk zoekend om haar heen, waar zijn de kleurschemeringen?
‘Doe je ogen maar even dicht.’
Gehoorzaam volgt Myrtha het advies op. Mino trekt haar mee. Myrtha verwacht iets van het kraken van een deur te horen, die hen een gebouw binnen zal laten. Daarentegen voelt ze iets rafeligs langs haar armen glijden. De haartjes in haar nek gaan overeind staan. Het kriebelt haar wangen en als ze haar vrije arm uitsteekt om het weg te duwen, voelt ze alleen maar repen stof. Waar brengt Mino haar naar toe?
De totale duisternis verdwijnt plots. Er is een witgele gloed die door haar oogleden heen brandt. Myrtha krimpt ineen en duwt haar handen voor haar ogen. Zou Mino haar misschien naar huis gebracht hebben? Of in elk geval naar een plek hier vandaan waar de zon schijnt? Voorzicht kijkt Myrtha, hevig knipperend, tussen haar vingers door. Ze verbaast zich ondanks de verblindende felheid van het licht over wat ze ziet. Voor haar staat een jongen die iets ouder dan haar moet zijn. Zijn haar piekt alle kanten op. Zijn ogen zijn donker met glinsteringen, zelfs zijn mond krult iets omhoog. Om zijn nek hangt een soort duikbril met zwarte glazen. Hoe goed ze ook naar hem kijkt, ze kan zijn kleuren niet vinden.
Er lopen hier en daar wat mensen rond, ze lijken op Mino. Myrtha lijkt in een grote grot te staan, waarom zou ze zich hier nuttig kunnen maken?
‘Welkom in Nergina, de plek waar alles komt wat verloren en vergeten wordt.’
Myrtha heeft er wel eens van gehoord. Iemand, maar wie weet ze niet meer, heeft haar over deze plek verteld. Als ze zoek zou raken, zou ze hier terecht komen. Zou ze zijn zoekgeraakt? Hoe dan?
‘Maak je geen zorgen,’ zegt Mino alsof hij haar gedachte hoort. ‘Alleen dingen komen hier.’
‘Oh. Hoe dan?’
Mino haalt zijn schouders op.
‘Dat is toch niet belangrijk? Kom,’ hij loopt verder de ruimte in. ‘Elke dag is er een lijst met dingen die ze willen hebben. Aan ons de taak om ze te vinden.’
Myrtha volgt Mino door verschillende ruimtes tot ze bij een soort van vuilstort aankomen. Grote bergen met spullen liggen opgestapeld. Verschillende mensen lopen er zoekend overheen. Myrtha’s ogen glijden over de bergen heen. Winkelwagentjes, poppen, knuffelberen, computers, lepels, alles ligt er. Maar er lijkt een laagje vanaf gehaald te zijn. Hoe goed Myrtha ook naar de spullen kijkt, ze kan de kleur er niet in vinden.
Als ze op kijkt om te vragen aan Mino wat ze precies zoeken en waar de kleur heen is, is hij verdwenen. Vertwijfeld blijft ze staan en kijkt rond. Iedereen lijkt op elkaar. Ze hebben allemaal tuinbroeken aan in donkere kleuren. Myrtha kijkt even naar haar tenue. Ze valt nogal uit toom met haar wijde broek, trui en schort, vol kleur.
Als ze op kijkt van haar kleding, komt Mino aangelopen. Hij heeft een tas en een papier in zijn hand.
‘Dit moet je proberen te vinden, dat is voor jouw meester. Als je het hebt gevonden laat je het aan de hoofdman zien en neem je het aan het einde van de dag mee naar huis.’
Mino geeft een knikje naar een man die een paar meter van hen afstaat. Myrtha volgt zijn blik en ziet een man die dezelfde kleurloze kleding als Mino aan heeft, het enige verschil is dat hij een soort burgemeester ketting draagt.
Myrtha pakt de lijst aan en ziet in de andere hand van Mino een tas. ‘Hier kun je de spullen in verzamelen. Je mag alleen dingen op de lijst meenemen!’
‘Oké.’
‘Blijf maar bij mij in de buurt, ik help je wel,’ zegt Mino met een knipoog.
Myrtha volgt Mino terwijl zich tussen de rotzooi begeeft. Ze kijkt naar de lijst, maar kan er moeilijk uithalen wat er mee gemaakt kan worden.
‘Hoe komen spullen hier?’
Myrtha is nog niet uit gesproken of er klinkt een ijselijke hoge gil door de ruimte heen.

- Feedback verwerkt
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
P_Westdijk
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1068
Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
Locatie: Dichtbij de A-27
Contacteer:

-Maaike- schreef: Ik heb het aangepast, al vond ik het knap lastig om de duisternis voelbaar te maken.
Als brandweerman moest ik tijdens trainingen met ademlucht om en een zwarte, plastic zak over mijn helm mijn weg door gebouwen zien te vinden. :P Je hebt een duistere wereld op papier geschapen en daar zal ik waarschijnlijk nog wel over bezig blijven.

Langzaam begint zich een wereld te ontwikkelen. Het geschrevene leest plezierig. Al vraag ik me tijdens het lezen wel eens af of je nadenkt wat voor invloed de duisternis heeft op een persoon.
-Maaike- schreef: Myrtha zet een stap opzij en luistert hoe de kraan opengaat en er geluiden klinken van vaat die wordt gewassen.
Ik weet dat het lastig is, maar ik zou de geluiden ervan proberen te beschrijven en haar hieruit conclusies laten trekken. Gerinkel van bestek, stromend water, plonzend geluid, borden die tegen elkaar kletteren, etc.
-Maaike- schreef:De kraan wordt uitgedraaid en het servies wordt op het aanrecht gelegd.
Ook hier hetzelfde. Nu leest het alsof ze het ziet. Ze hoort het water niet meer stromen...
-Maaike- schreef:Als je goed werk doet krijg je een geweldige beloning!
Ik weet niet precies wat je voor ogen hebt met deze zin. Als je goed je werk doet... Als je goed werk doet... Kijk er maar naar.
-Maaike- schreef:Een hand pakt haar arm vast en trekt haar mee het vertrek uit.
Gebeurd dit snel? Loopt hij langs de muur? Ik stel deze vragen omdat het mij iets verteld over hem. Als hij goed kan zien beweegt hij zich anders dan iemand die net zo moet tasten als haar.
-Maaike- schreef:Mino trekt haar mee, ze voelt hoe lappen langs haar heen schuiven.
Kan je deze zin toelichten. Ik kan me even geen beeld vormen bij deze lappen.
-Maaike- schreef:Fel licht verblindt haar zelfs met haar ogen dicht.
..haar, zelfs.. En ze doet geen hand voor haar gesloten ogen? Raar meisje. :P
-Maaike- schreef:‘Welkom in Nergina, de plek waar alles komt wat verloren en vergeten wordt.’
Een zin die er voor mij uitsprong.
-Maaike- schreef:Verbijsterd kijkt Myrtha om zich heen.
Ik ben eigenlijk verbijsterd dat ze nu pas verbijsterd is. Een paar regels eerder lees ik al dat ze om zich heen keek.
-Maaike- schreef:‘Maak je geen zorgen,’ zegt Mino alsof hij haar gedachte hoort. ‘Alleen dingen komen hier.’
Deze sprak helemaal tot mijn verbeelding.
-Maaike- schreef:Aan ons ze te vinden.’
Aan ons de taak om ze te vinden. Zo leest het beter.
-Maaike- schreef:Myrtha kijkt even naar haar tenue. Ze valt nogal uit toom met haar wijde broek, trui en schort, vol kleur.
Leuk hoe je haar in deze wereld weer geeft.
-Maaike- schreef: Als je het hebt gevonden laat je het aan de hoofdman zien en neem je het aan het einde van de dag mee naar huis.’
Moet hij de hoofdman niet aanwijzen of iets dergelijks?
-Maaike- schreef:Je mag alleen dingen op de lijst meenemen!
twijfelaartje voor mij. ..dingen van de lijst.. Ik heb nog een vraag over deze lijst. Is het beschreven? Zijn er gaatjes in gedrukt om het voor mensen mogelijk te maken ook in de duisternis op de tast te kunnen lezen?
-Maaike- schreef:Ze kijkt naar de lijst, maar kan er moeilijk uithalen wat er meegemaakt kan worden.
Ik zal deze zin waarschijnlijk beter begrijpen als ik weet wat zij allemaal op de lijst zien staan.

Je weet wel het juiste moment uit te zoeken om te stoppen. :evil: Je weet me geboeid te houden. :super

Doe met mijn opmerkingen wat je wilt want het is en blijft jouw verhaal.
Writing has laws of perspective,
of light and shade just as painting does, or music.
If you are born knowing them, fine.
If not, learn them.
Then rearrange the rules to suit yourself.
Kelja95
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 16
Lid geworden op: 16 sep 2012 12:44
Locatie: maastricht

Yes, nieuw stukje =D

P_Westdijk had al een aantal fouten eruit gehaald, maar misschien kan ik toch nog iets vinden :angel
Mino trekt haar mee, ze voelt hoe lappen langs haar heen schuiven.
Is het niet: Mino trekt haar mee. Ze voelt hoe lappen langs haar heen schuiven. Of Mino trekt haar mee en ze voelt hoe lappen over haar heen schuiven?
Fel licht verblindt haar zelfs met haar ogen dicht.
Komma? Fel licht verblindt haar, zelfs met haar ogen dicht.
Ze kijkt naar de lijst, maar kan er moeilijk uithalen wat er meegemaakt kan worden.
Bedoel je hier niet mee gemaakt? :P

En dan nog één laatste puntje:
Als ze op kijkt om te vragen aan Mino wat ze precies zoeken, is hij verdwenen.
Vier regels later is hij er spontaan weer? Viel me even op :P

Verder ben ik benieuwd wat er aan de hand is met die gil en natuurlijk de spullen die de meesters moeten hebben. Ik vind het een spannend en leuk verhaal! Dus op naar het volgend stukje :D

Xx
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Ik heb niet zo precies op feedback gelet ofzoxD, daar heb je al wel genoeg van de andere van gehad :). Maar ben weer lekker gaan lezen.
En ik vind het super :D. Ik zie nu echt al helemaal een wereld voor me waar ik me fantasie op los kan laten. Heel erg leuk. Nu moet ik wel zeggen dat ik je proloog niet echt goed vind vastleggen hoe de rest van je verhaal loopt.
In je proloog krijgik het gevoel van een kinderverhaal meer, en dat verdwijnt zodra ik het eerste hoofdstuk lees. Oh en je tt. heeft me in deze stukken tot mijn eigen verbazing helemaal niet gestoord :O, misschien komt het omdat je in een wereld van duisternis schrijft.
Ik vind op zich goed hoe je de duisternis beschrijft ( het las heerlijk ), maar als ik er echt over nadenk, mis ik nog dat gevoel van onzekerheid. Het gevoel dat iedere pas verkeerd kan zijn enz.
De concentratie die je moet leggen op je andere zintuigen, wat voor een mens voornamelijk in het begin wel lastig is, wat zicht is ons belangrijkste en best ontwikkelde zintuig.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@P_Westdijk, mm ik geloof dat ik nu een beetje begin door te krijgen hoe de duisternis op iemand werkt. Bedankt voor al je tips!
@Kelja, haha, bedankt voor het vinden van de foutjes! Mino duikt nu niet meer zo spontaan op (A)
@Jodie, je leest nog steeds mee :D de proloog houd ik voorlopig zoals die is, maar ik houd het in mijn achterhoofd ;) (Ik heb namelijk geen idee hoe ik het zou moeten aanpassen -.-" )
--
Mino kijkt geïnteresseerd omhoog. En steekt zijn hand uit.
‘Daar komt het vandaan.’
Verbijsterd kijkt Myrtha langs de uitgestrekte arm. Er opent zich een luik in het plafond en iets zweeft naar beneden. Het lijk een boek te zijn. Het ligt open en de bladzijdes bewegen langzaam heen en weer.
‘Niets van ons lijstje,’ glimlacht Mino en trekt haar verder de ruimte door.
Ergens achterin bij een hoge berg, stopt hij met lopen en begint tussen de spullen te zoeken. Af en toe stopt hij iets in zijn tas. Myrtha kijkt naar haar lijstje en daarna naar de hoge heuvel vol spullen. Hoe moet ze ooit daar iets tussen vinden?

Als Mino haar zwijgend mee terug neemt de duisternis in, die haar gelijk omarmt en afsluit van alles wat haar ogen gewend zijn te zien, heeft ze lang niet alle spullen die op het lijstje staan. Ze heeft draden in regenboogkleuren, gouden ringen en kraalogen van een teddybeer gevonden. Maar ze heeft geen tangen of kristallen druppels kunnen vinden.
Aan de hand van Mino loopt ze door de straten. De ongelijke vloer laat haar struikelen, het moeten iets van keien zijn. Haar dunne schoenzolen voelen elke bolling in de stenen. Met haar vrije arm zwaait ze om zich heen, zelfs aan Mino’s hand vertrouwt ze de duisternis niet. Had ze maar iets van een lamp, waarmee ze de duisternis te lijf kan gaan. Het kan wegjagen, zodat ze weet waar haar benen haar naar toe brengen.
‘We gaan hier naar links,’ zegt Mino alsof hij zich opeens bedenkt dat Myrtha niet weet waar ze heen gaan en het ook niet kan zien.
Ze stopt met lopen. Wat is links? Vroeger had ze daar haar handen voor. Mino trekt aan haar hand en ze laat zich meetrekken.
In haar hoofd komen de vragen tevoorschijn die ze weg heeft geduwd tijdens het zoeken.
“Wat is zijn naam? Hij heeft oranje haar, net zoals ik. En hij is mijn broer, toch?”
Vermoeid schudt ze haar hoofd. Als ze met haar vingers over haar neusbrug wil wrijven, stoot ze tegen haar slaap aan. Myrtha slaakt een zucht. Ze kan het niet zomaar vergeten.
“Zwarte vacht, wit neusje.” Weer laten haar herinneringen haar in de steek. Ze ziet het voor zich maar kan het niet benoemen.
‘Niet vergeten de spullen aan je meester te geven,’ verstoort Mino haar gedachte. ‘Morgen kom ik je weer halen.’
Myrtha knikt, bedenkt dat hij het niet kan zien en geeft vlug antwoord. Voetje voor voetje schuifelt ze naar voren. Hij heeft haar buiten achter gelaten en ze hoort hoe zijn voetstappen steeds zachter woorden. Met beide handen voor zich uitgestoken, hoopt ze de deur te vinden. Haar vingers glijden over het gladde hout en vinden de deurknop. Na wat gedraai en getrek krijgt ze hem open. Als ze de keuken wil in stappen, struikelt ze over het trapje. Haar val verstoort alle stilte en ze verwacht een boze stem te horen, maar het is er stil. Half kruipend en strompelend komt ze overeind. Als ze de tafel vindt, legt Myrtha de tas die Mino haar gegeven heeft op tafel. Haar meester zal hem wel vinden. Haar vingers glijden over de rand van de tafel, terwijl ze naar de gang loopt. Met haar vingers tegen de muur en haar voeten zacht schoppend tegen de treden, vindt ze haar weg naar boven. Naar haar kamer.
Een van de weinige dingen die ze gelijk weet te vinden is haar bed. Hij staat direct tegenover de deuropening. En haar nachtpon heeft ze op de dekens laten liggen. Ze kleedt zich om, haar nachtpon voelt koud aan. Ze kruipt over het bed, naar het raam. Er zijn nog een paar schemeringen te zien.
‘Oranje haar, mama,’ zegt ze hardop. ‘Nee, nee. Dat is niet goed. Mama, papa, broer, ik.’ Haar vingers glijden door haar haren en houden een lok vast. ‘Isol.’
Ze sluit haar ogen even. Die naam, hij was van iemand die haar fascineerde, dat weet ze nog. Myrtha schudt haar hoofd, draait zich om en kruipt in het bed.
Morgen kan ze het misschien herinneren, als ze gedroomd heeft en ze weet hoe ze weg moet komen. Even geeuwt ze. Straks kan ze hen weer zien en weet ze hun namen weer. Al is het maar voor even.

- feedback verwerkt
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
P_Westdijk
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1068
Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
Locatie: Dichtbij de A-27
Contacteer:

Je hebt de snelheid er goed in zitten. Het was plezierig om te lezen.

Je hebt de duisternis vanaf het begin goed opgepakt in dit deel. Als je iemand in het donker een richting aan geeft kun je echter beter zijn of haar arm pakken om het aan te geven welke kant op jij bedoeld. Het werkt beter dan zeggen dat we hier naar links gaan. :P

Van een paar zaken, zoals bijvoorbeeld haar familie, verwacht ik in de komende delen nog een nadere uitwerking. Nu riep het slechts vragen bij me op.
Writing has laws of perspective,
of light and shade just as painting does, or music.
If you are born knowing them, fine.
If not, learn them.
Then rearrange the rules to suit yourself.
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Ik ben ook begonnen dit verhaal maar eens te lezen. In tegen stelling tot wat Pierre zei, trok de titel me juist wel aan. Het heeft iets mysterieus. De proloog heeft een hele andere stijl dan de rest van je verhaal. Dat is wel grappig om te zien. Was dat met opzet?
Ga snel verder! (:
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Ik vind vooral het laatste stukje heel erg goed beschreven! Hoe je het zo neerzet wordt het echt een andere wereld voor mij, ik hou van andere wereld :3 en het heeft ook iets sprookjesachtig, ook door de dingen die Myrtha heeft moeten zoeken. Van die dingen waar je in de echte wereld in die combinatie niets aan hebt, maar in je fantasie allemaal bij elkaar kan voegen tot iets heel nuttigs. Ben benieuwd wat het wordt^^
Oh, en dat dalend boek, dat maakt me ook heel nieuwsgierig. Leuk, leuk :D
twee kleine opmerkingkjes
Maar ze heeft geen kristallen druppels of tangen kunnen vinden.
Zoekt ze kristallen tangen? Anders zou ik het omdraaien, dus 'maar ze heeft geen tangen of kristallen druppels kunnen vinden.' Dan is bovenstaande vraag ook gelijk weg xD
“Zwarte vacht, wit neusje.”
Is dit een gedachte? Want ik vond het niet heel duidelijk, daaorm vraag ik het :p maar ik zet zelf gedachten of plotselinge flitsen van herinnering, zoals dit volgens mij ook is, schuingedrukt neer. Zo is het meteen duidelijk wat het is, nu had ik zoiets van heh, wasda? En toen na het vergelijken van aanhalingstekens kwam ik erachter dat het iets heel anders was dan een gewoon gesprek :p

En ik snap van het gedachtenstukje trouwens niet heel veel xD is Mino nou haar broer? Zo kwam het wel op me over. Maar goed, misschien is het de bedoeling dat het onduidelijk blijft, you'll never know^^

Ohh, en nog een vraag... want het lijkt me dat, als je voor het eerst weer iets ziet, heel erg let op de kleuren. En die heb je tot nu toe niet echt veel beschreven. Is dat gewoon omdat er geen kleuren meer zijn? Zoja, misschien is dat leuk om dat ergens te vermelden :P en zoniet, ik wil meer kleuren zien hahaha xD
Oh, nu we het over kleuren hebben... ik mis de beschrijving van Mino een beetje. Als ze hem ziet, is het perfecte moment om hem even wat houvast qua uiterlijk te geven, maar dat heb je nog niet gedaan :( snik, snik :')

Maar goed, genoeg gezuer :p ik vind het tot nu toe heel leuk en lekker mysterieus^^ ben benieuwd wat er nog meer gaat gebeuren, ik heb echt geen idee xD
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@P_Westdijk: In het volgende stukje wordt een beetje duidelijk waarom Mino tegen Myrtha vertelde welke kant ze op moesten :)
@Romeh: Leuk dat je meeleest :D Eh, nee dat was niet de bedoeling :P
@Saskia: Bedankt voor de feedback! Mino heeft wat meer uiterlijk gekregen :) En nee, ook in de grot is geen kleur meer.
---
Hoofdstuk 2
Myrtha rekt zich uit. Iedere morgen, ze denkt immers dat het een morgen is, maakt iets haar wakker. Een prikkel ergens ver in haar onderbewuste schudt haar ruw uit haar dromen. Die ongrijpbaar bij haar vandaan oplossen. Ze knippert met haar ogen en vervolgt haar ritueel. Koude voeten op de vloer, zoekend naar herinneringen die steeds vager worden en elke dag met Mino mee naar de heuvels vol spullen. Iedere dag staan er andere dingen op haar lijstje, maar nog steeds heeft Myrtha nog altijd geen idee wat haar meester aan het bouwen is.
Mino heeft haar verteld dat het uitvinders zijn, maar hij kan niet vertellen wat ze aan het uitvinden zijn. Toen Myrtha hem goed in zich opnam zag ze hoe bleek hij eigenlijk is en hoe donker zijn ogen zijn. Niet alleen zijn kleding is dof en donker, hijzelf ook. Zijn sproeten, lippen en nagels hebben een lichte tint, als witte herstelde littekentjes op je huid. Alsof iets hun kleur heeft opgeslokt. Myrtha kan niet meer plaatsen waar ze dat eerder heeft gezien, maar ze heeft het gezien dat weet ze zeker. Net zo zeker als dat haar herinneringen haar ontglippen.
Het hoge tenenkrommende gegil dat elke dag een paar keer voorkomt raakt gewoon. Elke keer werpt Myrtha met Mino aan haar zijde een blik omhoog. Een blik op haar lijstje en dan schudt ze haar hoofd en gaat verder. Iedereen lijkt iets anders te zoeken. En sommige lijken meer te zoeken dan de spullen op het lijstje alleen. Af en toe verdwijnt Mino van haar zijde, dan ziet ze hem smoezen met iemand anders, net zo dof als hijzelf. Ze laten elkaar spullen zien. Soms glimlachen ze en soms zijn ze somber. Mino wil Myrtha niets vertellen, elke keer als ze erna vraagt lijkt hij te schrikken en legt hij haar snel het zwijgen op. Ze is niet van plan het erbij te laten zitten, een minuscuul fragmentje van haar droom kleeft aan haar. Ze weet dat Mino meer van haar droom weet en ze zal alles uit hem krijgen. Ooit op een dag.

Aan de hand van Mino loopt Myrtha met hem mee naar de werkplaats, waar ze een nieuwe lijst zullen krijgen. Wie weet krijgt ze vandaag een beloning, Mino heeft haar immers verteld dat ze echt heel goed haar werk doet. Haar meester gromt zelfs niet meer zo erg als hij eerder deed. Er lijkt iets van acceptatie in te zitten.
‘Denk je dat ik ook zo’n bril krijg?’
‘Misschien. Tot nu toe krijgt iedere hardwerkende die, maar ik ken jouw meester niet zo goed.’
‘En dan kan ik in het duister kijken?’
Mino maakt een instemmend geluid. Het stemt haar niet helemaal tevreden.
‘Wanneer mogen we, denk je, naar huis?’
Het is een vraag die al heel lang in haar hoofd ligt. Nog altijd weet Myrtha niet hoe ze in deze duisternis verzuild is geraakt. Of ze is gevallen of dat ze is meegenomen. Maar waarom zou iemand haar mee willen nemen naar hier?
‘St!’ Mino trekt haar de straat af. Ze voelt het aan het straatoppervlak dat grassig onder haar dunne schoenen aanvoelt. Ze probeert zich staande te houden door haar armen uit te steken. Haar rug duwt tegen een koude muur aan. ‘Je kunt dat niet zomaar op straat roepen!’ sist Mino. ‘Als iemand ons hoort, dan zijn we er geweest!’
Tot zover de vriendelijkheid die ze bij Mino heeft gevonden. Hij maakt haar bang zoals hij haar armen stevig vasthoudt en zijn boze stem.
‘S…sorry,’ stamelt Myrtha. ‘Ik wil gewoon…’
‘St!’ sist Mino weer. ‘We hebben het er later over. Als je de bril hebt gekregen, eerder zal je er niets van snappen. Helemaal niets!’
Hij laat haar armen los, pakt haar hand en trekt haar door de straten heen. Myrtha voelt de vertrouwde keien weer onder haar voeten. Er wordt geen woord meer gesproken. Ze sluit haar ogen als ze vlakbij de doeken zijn die als deur dienen naar de werkplaats. Zwijgend neemt ze haar zoeklijst aan en loopt ontstelt bij Mino vandaan als ze tussen de spullen mogen gaan zoeken.
Hij doet geen poging om haar te volgen, hij heeft een vast ritme. Iedere dag begint hij in het midden, vlak onder de klep waar de nieuwe spullen vandaan komen, dan beweegt hij zich naar de rand en maakt een rondje met de klok mee. Daarna is de dag om en heeft hij alles wat hij nodig heeft, en meer. Myrtha weet zeker dat hij iets verbergt voor haar, maar zoals hij al zei ze zal het niet begrijpen. Net zomin ze niet begrijpt waarom haar herinneringen steeds troebeler worden.
Haar ogen flitsen over de spullen. Ze pakt een pen en haalt diep adem. Kijkt om haar heen. Het mag vast niet, spullen voor jezelf gebruiken. Met de pen trekt ze langzaam lijnen, die letters beginnen te vormen.
Papa
Mama
Jusim
Isol

Ze glimlacht, legt de pen op zijn plek terug en trekt haar mouw over de inkt heen. Ondanks het voorval met Mino had ze de hele weg gerepeteerd. De namen waren vanmorgen zo duidelijk in haar hoofd geweest dat ze ze in geen geval wilde vergeten. En nu waren ze dichtbij haar. Ze kijkt nog een keer naar de pen, kijkt om haar heen en laat hem dan in haar zak glijden. Niemand zal een pen missen. Uitvinders hebben die niet nodig, die zoeken draadjes, tandwielen, glimmende voorwerpen, buizen, gereedschap en andere rare dingen. Maar geen pennen.
Mino staat niet op haar te wachten aan het einde van de dag. Twijfelend blijft Myrtha staan. De meeste mensen zijn al weggegaan en Mino is nergens te bekennen. Enkele lichten doven en Myrtha begrijpt de hint dat het echt tijd is om terug te gaan naar het huis van haar meester. Alleen in de duisternis dwalen trekt haar niet aan.
Haastig loopt ze terug naar de bergen met spullen, ergens heeft ze een lichtlamp gezien. Er zitten vuurvliegjes in en die kunnen haar de wegwijzen. Ze weet welke kant ze ongeveer op moet. Net voordat de laatste lichten doven ziet ze het ding liggen. Vlug pakt ze hem op, schuift het klepje voor het glas weg en kijkt naar gelige licht dat de vuurvliegjes uitstralen.
Met de lichtlamp als haar gids stapt ze de werkplaats uit. Nu ze kan zien hoe alles er uitziet beseft ze dat het er helemaal niet makkelijker op wordt nu ze kan zien waar ze heen gaat. Ze heeft geen idee hoe haar thuis er uitziet, laat staan welke afslagen ze elke keer nemen.
Ze haalt even diep adem en stapt de straat op. Myrtha laat de lichtlamp over de gebouwen gaan. Het lijkt of iets de kleur van de gebouwen heeft gezogen. De deuren, muren, ramen, de grond onder haar voeten en zelfs de planten in de kleine tuintjes, ze hebben geen kleur meer. Even schijnt ze met haar lamp naar boven. Er lijkt een donkere waas hoog boven haar te zijn dat alles duister maakt.
Met haar voet schuift over de stenen. Er gebeurt niets, ergens had ze gehoopt dat het een soort van vuile laag is, die ze eraf kan vegen.
Myrtha hoort voetstappen achter zich. Ze besluit een steegje in te gaan dat naast haar begint en schuift het schuifje weer voor de lichtlamp. Terwijl ze tegen de muur aanleunt, bedenkt ze zich dat dit het uitgelegen moment is om haar ontsnappingsmogelijkheden te bekijken. Met de lichtlamp kan ze zo de stad uitlopen. Als ze er in kan komen dan kan ze er ook uitkomen.
‘Binnenkort zullen ze het op haar testen, ik weet het zeker.’
‘Niet als ze weg is.’
‘Ja, idioot! Waarom liet je haar alleen?’ bromt een derde stem.
Myrtha’s hart klopt in haar keel. Wat willen ze op wie testen?
‘Ze kan niet ver zijn. Ze weet de weg niet.’
‘Het is een slim meisje, heb je der niet gezien met die pen?’
Haar hart slaat een slag over. Het gaat over haar. Ze moet hier weg, wie weet wat ze met haar zullen doen. Straks hebben zij haar gewoon hier naar toe gebracht en, en… haar gedachten schieten te kort. Met de lichtlamp in haar ene hand geklemd en met de andere hand op de tast probeert haar weg te vervolgen. Weg van de stemmen. En het liefst weg van de stad waar ze nu is, op weg naar huis!

Feedback toegepast
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Leuk stukje! vooral het einde is spannend. heb hoofdstuk één nog niet gelezen dus ben benieuwd of daarin staat wat ze op haar willen uittesten of misschien komt dat later?

er is wel één zin die ik niet snapte:

Het hoge tenenkrommende gegil dat elke dag een paar keer voorkomt raakt gewoon.

ik vat niet waar deze zin op slaat mist er een woord of heb ik het totaal verkeerd gelezen kan natuurlijk ook ^^

in ieder geval zal ik binnenkort je vorige hoofdstuk lezen en de volgende.

Ga zo door!
My ego is to big for a conversation so thats the reason I write because writing is the best way to talk without being interrupted.
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Weer een leuk stukje. De wereld die je beschrijft is echt leuk. Ben benieuwd waar het verhaal heen gaat. Ik heb een aantal foutjes gevonden, maar ik lees dit nu op m'n mobiel, dus vanavond geef ik ze door! :)
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@Glenovic, ik kan je aanraden bij de proloog te beginnen, hihi. Dan zal die zin een stuk duidelijker klinken :D
@Romeh, dank je wel!
---
Hoe ze bij het huis is uitgekomen, weet ze niet. Maar opeens stond ze voor een huis, waarvan ze wist dat het van haar meester moest zijn. De tas heeft ze op tafel neergelegd en daarna is ze naar kamer gegaan. Het is doodstil in het huis. Met opengesperde ogen staart ze de duisternis in. De lichtlamp ligt op haar borst in haar handen geklemd. Haar hart bonst in haar keel. Het gesprek dat over haar ging blijft zich afspelen in haar hoofd. Waar hebben ze haar voor nodig?
De houten planken in de gang kraken. Myrtha houdt haar adem in. Het blijft weer stil. Ze klikt haar lichtlamp aan en kijkt de kamer door. Voor het eerst ziet ze de kamer. Ze knippert hevig met haar ogen door het plotselinge licht en kijkt de kamer rond. Er staat een klein bureautje en naast de deur een kast. En in de deuropening staat iemand. De grote bril prijkt op zijn neus.
‘Je mag niets meenemen.’
De terechtwijzende stem knettert door de stilte heen. Myrtha antwoordt niet en laat het licht aan. Het is haar enige voordeel. Nu kan ze ook zien wat er gebeurt.
‘Geef maar, ik leg hem wel terug. Dan kom je niet in de problemen. En de pen ook,’ probeert hij op zijn alleraardigst.
‘Nee.’
‘Je snapt het niet!’ Mino stapt verder de kamer in. ‘Als ze ontdekken dat je spullen hier hebt, dan…’ Hij staakt zijn zin. Ergens in het huis is een deur dichtgegaan. En dat ging niet bepaald zachtzinnig.
‘Hij weet dat ik je niet thuis heb gebracht,’ fluistert Mino. ‘Hij denkt je zelf op pad bent gegaan. Als hij je ziet met spullen dan gaat hij door het lint. En krijg je nooit de bril.’
Er klinken haastige voetstappen op de trap. Myrtha twijfelt even of ze het licht uit moet doen, maar de meester heeft het vast allang gezien. De deur van de kamer is nog open, het licht schijnt de gang op. Myrtha kijkt naar het witte gezicht van Mino. Ze kan zijn ogen door de bril niet zien, maar hij is overduidelijk bang. Hij lijkt te twijfelen om er vandoor te gaan of te blijven.
‘Wat is hier aan de hand?’ dondert een statige man met wit haar dat alle kanten op piekt. Op zijn neus prijkt eenzelfde bril als Mino heeft. ‘Wie heeft jou die lamp geven? Hier er mee!’
Myrtha klemt de lamp tegen zich aan en schudt haar hoofd. Het is het enige dat de duisternis verjaagt. En misschien als al het donker niet zo op haar drukt kan ze zich thuis beter herinneren. Want er is een thuis, dat weet Myrtha zeker.
De man loopt naar haar toe en trekt de lichtlamp uit haar handen. Het licht schiet door de kamer voordat het op de grond uit een spat.
‘Geen kleuren meer!’ dondert de man. Zijn handen glijden over haar hals, naar haar wangen. ‘Het komt,’ fluistert hij bijna bevend. ‘Geel licht, hongerig. Doe dat nooit meer!’
Myrtha voelt hoe zijn handen trillen en weet dat hij haar aankijkt. Maar ze kan het niet zien.
‘Wat komt?’ vraagt Myrtha. Haar stem bibbert. In haar hoofd zijn vlagen van een groot zwart, log wezen.
‘Het beest.’
De handen laten haar los.
‘Meekomen jij! Noem je dat op haar passen?!’
Ze hoort haar meester en Mino weglopen. De trap kraakt onder hun voeten. Ze laat zich achterover op bed vallen. Diep ademt ze in. Volgende keer moet ze voorzichtiger zijn. Myrtha kijkt naar de grond. Twee lichtpuntjes kruipen over de grond voordat ze opstijgen. Daar gaan de vuurvliegjes. Zo los in de kamer geven hun achterlijfjes nauwelijks licht.
Ze sluit haar ogen en laat zich wegglijden naar haar dromenland. Naar de plek waar haar herinneringen voor het oprapen liggen. Waar de duisternis geen kans heeft en er nog overal kleur is.

Feedback toegepast
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Leuk leuk! Eindelijk is het eerste verband met de proloog echt duidelijk gelegd.
Ga snel verder
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Weer een leuk stukje. Langzamerhand komt het 'monster' in het verhaal terug. De betekenis van de duisternis. Leukleukleuk!
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Yociame en Romeh, dank jullie wel! hier is het volgende stukje :D
----
Hoofdstuk 3
Diep ademt hij in. Hier is het dan. De rand tussen licht en donker, goed en slecht. Tussen het bekende en dat wat voor ieder verborgen is. Hij zet een stap naar voren. De duisternis ingaan kan iedereen, als ze maar durven. Het is op de reling stappen, naar voren hellen en loslaten. Als een vleugelloze vogel omarmen wat alleen de dapperste durven.
De geruchtenmachine verspreidde het nieuws en het benam hem zijn adem. Daar beneden in de duisternis van slechtheid, donkerte en onbekendheid is waar hij het meest naar verlangt.
Een andere stad, zo verschillend van de zijne, maar hij moet het doen. Om bevestiging te krijgen, een man te worden en de ridder op het witte paard te zijn. Met of zonder het edele dier.

Ver achter hem hoort hij hoefgetrappel. Het is nog zacht. Het is nu of nooit. Hij heft zijn hoofd en kijkt uit over de spleet die de stad en het niemandland van elkaar scheidt. De brug waarop hij staat verbindt de totaal verschillende gebieden. Zijn blik glijdt opzij naar de grasvlakten waar niemand komt, niemand leeft. Waren ze daar maar heen gegaan, dan zou er een weg terug zijn. Nu niet meer. Nu ligt de toekomst beneden in het zwarte hol waar alleen macabere sprookjes over zijn.
‘Isol!’
Zijn blik gaat weer terug naar de duisternis onder hem. Hij tilt zijn voet op en zet hem op de reling. Bijna is hij er klaar voor om zijn armen te spreiden en het dappere bloed in zijn aderen te voelen stromen.
‘Isol!’
Zijn andere voet volgt vlug. Wankelend staat hij daar, met zijn armen weid uit elkaar en de wind die hem bemoedigende duwtjes in zijn rug geeft. Zelfs de natuur wil dat hij leert vliegen. Niemand kan hem tegen houden, ook niet het meisje dat als eerste zijn hart in vlam zette. Zijn thuis is daar beneden. De stenen brug brengt de trillingen van de hoeven op het steen naar zijn benen. Nog even en ze is hier.

Hij duwt zijn voeten nog iets verder, totdat ze over rand heen glijden. De jongen laat zich voorover hellen. Zwevend op volle snelheid om zich op te laten slokken. De prins op het witte paard wil hij zijn, te midden van de duisternis.
‘Nee!’
Het gehinnik achtervolgt hem samen met het vreselijk gegil en gesnik van iemand die zich met liefde met hem samen wil voegen, maar de bijna lichtloze wereld niet kan overwinnen.
De wind beukt tegen zijn oren en trekt aan zijn kleren, ontneemt zijn adem. Met gespreide armen gaat hij het donkerte tegemoet. Er is geen weg meer terug. Als veilig weet te landen, zal dit zijn nieuwe thuis zijn, NoaKrania.

De duisternis omsluit hem sneller dan Isol gedacht heeft. Voor zijn gevoel heeft hij nog maar net zijn voormalige thuis achtergelaten, als zijn ogen al niets meer kunnen zien, op een glinstering na. Een golvende glinstering, de val beneemt zijn adem. Wat als hij zich vergist heeft en er beneden de brug geen stad is. Dat het een fabeltje is en hij te pletter zal slaan op rotsen en ijskoud water. Maar, als NoaKrania niet bestaat, waar is het meisje dan? De hele grasvlakte is hij afgereden. Ieder huis heeft hij in stilte doorzocht. De enige plek die over is om haar te vinden is hier beneden in de diepte.
De glinstering glijdt langs hem heen. Voordat Isol het goed en wel beseft, is hij op iets zachts gevallen. Maar hij ziet niets, hij is opgeslokt in het monster hier beneden. Zoals het sprookje, waarbij een dappere avonturier op zoek ging naar de schatten die hier verborgen zouden liggen. Het beest slokte hem ook op. Woest slaat Isol om zich heen. Kleine voorwerpen die in zijn handen prikken, glijden door zijn vingers heen, geven hem een benauwd gevoel.
Isol dwingt zichzelf kalm te worden. Hij is hier om iemand te redden, de naam ontglipt hem. Op handen en voeten kruipt Isol over de vloer, die hard en koud aanvoelt. Dan kan hij niet in de buik van het monster zijn. Dan zou het kleverig en warm moeten zijn.
‘Hallo?’ fluistert Isol voorzichtig.
Er komt geen reactie. Na een paar tellen gewacht te hebben probeert Isol het opnieuw, maar dan harder en zelfverzekerder. Ze zal hem moeten horen, dat moet gewoon. Volgens het sprookje… welk sprookje? Isol verstijfd als hij zijn hoofd leger voelt worden.
Half in paniek begint hij te schreeuwen, of er iemand is wie dan ook, hem wil laten weten dat hij niet droomt. Dat hij de val heeft overleefd.
Hij schrikt zich een ongeluk als er iets warms op zijn schouder drukt. Isol schreeuwt het uit van schrik.

Feedback toegepast
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
P_Westdijk
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1068
Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
Locatie: Dichtbij de A-27
Contacteer:

De gladheidbestrijding is tijdelijk opgeschort. De laatste klussen voor het jaar zijn geklaard. Eindelijk weer eens tijd om op mijn gemak te kunnen lezen. :)
-Maaike- schreef: Die ongrijpbaar bij haar vandaan oplossen.
Deze zin vind ik mooi gevonden en sprak geheel tot mijn verbeelding.
-Maaike- schreef: Haar meester gromt zelfs niet meer zo erg als dat hij dat eerder deed.
Zonder de woorden dat erin komt de zin beter op me over.
-Maaike- schreef: Een koude muur duwt tegen haar rug aan.
Ik begrijp wat je bedoeld, maar als ik het letterlijk neem dan bewoog de muur!
-Maaike- schreef: ‘Als iemand ons hoort zijn we er geweest!’
..hoort, dan zijn..
-Maaike- schreef:Ze laat zich achterover vallen.
Zomaar? Op de vloer? Op het bed? Ik denk dat hier wat meer details nodig zijn.

Ik vind het mooi hoe het meegenomen licht haar opeens van weinig hulp blijkt te zijn om de weg naar 'huis' te vinden. Dat effect heeft de duisternis inderdaad.
Je hebt het hoofdstuk zodanig geschreven dat ik er snel en soepel door heen ging met lezen, goed gedaan.
Writing has laws of perspective,
of light and shade just as painting does, or music.
If you are born knowing them, fine.
If not, learn them.
Then rearrange the rules to suit yourself.
P_Westdijk
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1068
Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
Locatie: Dichtbij de A-27
Contacteer:

Zoveel vragen en voorlopig weinig antwoorden. :( Ik ben benieuwd naar de rest van het hoofdstuk. :)
-Maaike- schreef: Met of zonder het edele dier.
Deze zin maakt de alinea af. De vastberadenheid van de jongen wordt erin weerspiegeld.
-Maaike- schreef:Wankelend staat hij daar, met zijn armen weid uitelkaar en de wind die hem bemoedigende duwtjes in zijn rug heeft.
..uit elkaar.. ..in zijn rug geeft

Vanaf de eerste zin drongen zich vragen bij me op. Wat ik las kon ik namelijk niet herleiden naar wat ik eerder had gelezen. Je hebt wel een aantal momenten laten passeren waarop je deze Isol kon beschrijven. Is het een bewuste keuze?
Neem je schrijverspen maar weer snel ter hand.
Writing has laws of perspective,
of light and shade just as painting does, or music.
If you are born knowing them, fine.
If not, learn them.
Then rearrange the rules to suit yourself.
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Wauw, mooi beschreven! Ook hoe de natuur meespeelt in het verhaal. Isol... Dat is iemand die Myrtha kent, want zij roept telkens zijn naam om hem niet te vergeten! Wel leuk om te lezen hoe herinneringen ineens verdwijnen als ze in de duisternis belanden. Ga snel verder! :D
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@P_Westdijk: Bedankt voor de feedback! Ik heb er expres voor gekozen om Isol niet voor te stellen, anders zou ik misschien te vroeg te veel prijs geven. Hij moet nog even een beetje een schim blijven (A)
@Romeh: Dank je wel!
---
‘Rustig maar.’
‘Myrtha?’
De naam schiet even door zijn hoofd heen, zonder dat hij het vast kan knopen waar ze bij hoort. Maar hij weet de flard vast te pakken en uit te spreken voordat ze vervliegt. Er is een zacht gegiechel te horen.
‘Nee, ik ben Myrtha niet.’
‘W…wie ben je dan?’
Heel langzaam komt Isol overeind. Hij beweegt zijn armen langzaam heen en weer en stoot tegen iets zachts en warms aan. Weer klinkt er zacht gegiechel.
Een hand pakt zijn hand vast en trekt hem mee. Isol struikelt over zijn voeten en probeert de vrouwelijke persoon tot een langzamer tempo te roepen. Hij krijgt gehoor. Tot Isols verbazing hoort hij een deur krakend opengaan en achter hem sluiten. De hand laat hem los. Hij zet nog een halve stap, waarna hij met knikkende knieën en half gebogen blijft staan. Met zijn armen zoekt hij om zich heen naar een houvast. Vlak boven hem voelt hij een stenen plafond, vol oneffenheden alsof hij in een grot staat.
‘Welkom in NoaKrania.’
Isol draait zich in de duisternis om, zoekend naar de herkomst van de stem.
‘Ik had niet gedacht dat er zo snel een nieuw persoon zou komen. En dat terwijl we er nog een klaar hebben staan.’
‘Nieuw? Waar heb je het over? Ik zoek,’ begint Isol.
Er klinkt een instemmend geluid breekt de vraag van Isol af en blijft zwijgend staan.
‘Er is nog geen behoefte aan een nieuw proefpersoon. Het is te snel en als het beest je ruikt is het een verspilling van je kleur. We kunnen het ook niet weghalen want er is nog geen uitvinding om een nieuwe poging te wagen.’
Het blijft even stil. Isol heeft geen idee wat hij moet antwoorden, of er überhaupt een antwoord van hem wordt verwacht.
‘Je blijft zolang bij mij. We kunnen het niet veroorloven dat iemand je ziet. Zeker niet het meisje. Ze is heel waardevol, je zou alleen maar in de weg lopen.’
Een paar handen pakken Isol’s bovenarmen vast en dwingen hem te lopen. Hij denkt te lopen, denkt dat zijn benen bewegen. De duisternis werkt zo beklemmend dat Isol aan zichzelf twijfelt. Misschien droomt hij wel of is hij dood. Hij had verwacht dat het in NoaKrania duister zou zijn, dat er nauwelijks licht te zien zou zijn, maar niet dat het zo lichtloos om hem heen zou zijn.
Hij haalt diep adem, terwijl hij zich mee laat voeren. Mannelijke stemmen geven hem aanwijzingen waar het pad schijnbaar heen gaat. Af en toe verdwijnt de vloer onder zijn voeten als er een afstapje is. Ondanks dat hij struikelt houden de handen hem vast en laten ze hem niet vallen. Af en toe trekt hij haastig zijn hoofd in, wanneer zijn haren het plafond kunnen voelen. Uiteindelijk hoort Isol een deur opengaan, hij wordt los gelaten en krijgt een duw in zijn rug. Isol struikelt over zijn benen en smakt tegen de grond. Hij hoort de deur dicht gaan en er wordt een sleutel omgedraaid. Moeizaam gaat Isol op zijn knieën zitten.
“Ze is hier. Die vrouw noemde haar naam.”
Zijn handen bewegen in de ruimte om zich heen, hij heeft nog niet de moed om zich te verplaatsen. In elk geval weet hij wel dat hij niet in een monster kan zitten. Dat kan gewoon niet, hij moet op de bodem van het ravijn gekomen zijn. En iemand heeft hem gevonden, die vrouw. Wie ze ook mag zijn. En wie weet kan zij hem ook naar het meisje helpen.
“Wat is haar naam, voor wie ben ik gesprongen? Waarom heb ik het overleefd”
Isols hoofd tolt, de vragen zweven onsamenhangend in zijn hoofd. Hij duwt met zijn handen tegen zijn ogen in de hoop dat er licht zal zijn. Het enige wat hij ziet zijn rode vlekken. Op handen en voeten verkend hij uiteindelijk toch de ruimte waar hij in is achtergelaten. Voor zijn gevoel is het eindeloos groot en leeg.
‘Hallo?’ stamelt Isol.
Hij hoort iets. Iets wat lijkt op een ademhaling en het is dichtbij. Maar hij heeft de moed niet om verder te kruipen. Wie weet zit hij toch in de buik van een monster, al is de vloer hard en koud en wonen er mensen.
‘Haal je maar niets in je hoofd, jongen!’

Feedback toegepast
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Super spannend en leuk! Al die verwarring, en ik heb bijna geen vermoedens en van degene die ik heb vermoed ik dat je er toch en andere draai aan geeft, en dat betekent dat je echt iets goeds doet, want vaak heb ik er veel en komen ze ook grotendeels uit. Mijn mening is hoe beter het verhaal hoe minder vermoedens.
daantjeschrijft
Balpen
Balpen
Berichten: 144
Lid geworden op: 18 jun 2012 21:31

heb nog niet alles gelezen,maar ga dat zeker doen. de titel trok me aan en de proloog prikkelt me om verder te lezen
als ik zo niet had hoeven te gaan werken had ik hem zeker te weten helemaal gelezen.....
Even Miracles take A Little Time
Puck
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 7
Lid geworden op: 02 jan 2013 22:29

Wat een leuk, fantasievol en orgineel verhaal! Ik hoop dat je snel verder schrijft!
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Ik dacht dat ik super veel gemist had ik de tijd, dat ik niets gelezen heb, maar het valt gelukkig mee! Ik vind het leuk om de verwarring te lezen. Het duister doet blijkbaar zoveel met zijn slachtoffers! :D
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
P_Westdijk
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1068
Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
Locatie: Dichtbij de A-27
Contacteer:

En het verhaal gaat verder. :) Tekstueel struikelde ik hier en daar over een paar zinnen die de leessnelheid eruit haalden. Ik ging nadenken over hoe het beter zou klinken, waardoor zelfs voor even de inhoud van het verhaal naar de achtergrond werd gedrongen. Ik ben anders gewend van je.
-Maaike- schreef: Maar hij weet de flard vast te pakken en uitspreken voordat ze vervliegt.
Als het vast te pakken is dan is het ook uit te spreken.
-Maaike- schreef: Isol draait zich in de duisternis om op zoek naar de stem.
Isol draait zich in de duisternis om, zoekend naar de herkomst van de stem.
-Maaike- schreef: Zijn armen zoeken om hem heen naar een houvast.
Nu leest het alsof de ledematen een eigen wil hebben. :P
-Maaike- schreef: ‘Nieuw? Ik zoek,’ begint Isol.
Voor mijn gevoel leest het alsof er meer moet staan dan je nu momenteel geschreven hebt. Hieronder een optie die je kan overwegen.
‘Nieuw? Wat bedoel je? Ik zoek...,’ begint Isol, voor hij beseft dat niemand naar hem luisterd en in stilzwijgen vervalt, zonder de zin af te maken.
-Maaike- schreef: We kunnen het ook niet weghalen want er is nog nieuwe uitvinding om het opnieuw te proberen.’
Deze zin... Kijk er nog eens naar. Bovendien vraag ik me af of een uitvinding nog nieuw is als het blijkbaar al een keer is geprobeerd, want anders wil je het niet opnieuw gaan doen.

Een leuk vervolg, maar opnieuw wil ik de duisternis weer benadrukken. Voor hem is de duisternis nieuw en hij zoekt niet in zijn zakken naar lucifers, aanstekers, vuursteen of iets anders dat licht kan maken?
Je loopt ook voorzichtiger. Als iemand je mee trekt en zelfs waarschuwingen geeft dan ben je nog steeds niet geneigd om op normale snelheid te lopen. Als iemand je waarschuwd voor een laag plafond, dan geloof je het misschien wel, maar in een soort automatisme strek je toch een arm naar boven uit. De rest laat ik aan je eigen verbeelding over. Doe met mijn opmerkingen wat je wilt, want het is en blijft jouw verhaal.
Writing has laws of perspective,
of light and shade just as painting does, or music.
If you are born knowing them, fine.
If not, learn them.
Then rearrange the rules to suit yourself.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@Yociame, dank je wel! Dat is precies wat ik atlijd hoop te bereiken, dat het net niet is wat je verwacht :)
@Daantjeschrijft en Puck, leuk dat jullie meelezen! En bedankt voor de complimenten :D
@Romeh, hihi ik schrijf niet zo snel hoor :P hier is een nieuw stukje ;)
@P_Westdijk, dank je wel weer voor je inhoudelijke feedback! Ik heb het aangepast :)
--
De haren in zijn nek gaan recht overeind staan. Isol krabbelt een stukje achteruit en staart de duisternis in. Hij had van alles verwacht maar geen sprekend wezen dat klinkt alsof er nog maar enkele centimeters tussen hen zit.
‘Pardon?’
‘Waarvoor ze je ook hier heeft gebracht, haal je geen heldendaden op je hals. Dat is nergens voor nodig, verspeelde energie.’
Isol gaat in een comfortabele houding zitten. Hij knijpt zijn ogen tot spleetjes en beeld zich in dat hij iets ziet. Een man, die een opa kan zijn. Die glinsterende ogen heeft en waarvan de rimpels zijn gevormd door het lachen. Hoe kan iemand een vrolijke stem hebben in deze duisternis?
‘Wie bent u?’
Er klinkt een bulderende lach.
‘Jongen, het is te vroeg om geheimen te delen, niet waar?’
Isol blijft verbaasd stil.
‘Maar aangezien we hier nog wel een tijdje bij elkaar zitten, noem me maar Remero.’
‘Aangenaam. Ik ben Isol.’
‘Dat weet ik. Ze heeft het me verteld toen ze dacht alleen te zijn.’
‘Het meisje?’
‘Juist ja. En ze hunkert naar zoveel van haar oude wereld. Je moet vast gedacht hebben haar even te komen redden, niet waar?’
Isol knikt naar de duisternis.
‘Jongen, wie denk je dat ik ben? De man met de nachtogen? Dat soort luxe items geven ze alleen aan harde werkers. Niet aan gevangenen van die feeks. Die kwijnen weg in het duister. Zoals jij en ik.’
‘Wat gaat ze met ons doen?’
‘Niets. Helemaal niets. Ach, jij hebt nog waarde met je bovenwereldse kleuren. Er zal vast een uitvinder zijn die een flinke som voor je betaald. En daarna, kom je weer hier. Je bent een gevaar, jongen. En een grote ook. Als het meisje toch eens wist dat waar haar hart het meeste naar verlangt zo dichtbij is. Smeek het beest maar dat hij haar naar je toe jaagt.’
De bulderende lach schalt door de duisternis heen.
‘Maak het jezelf gemakkelijk, jongen. Zoek een muur en laat de tijd passeren. Laat de heldendaden maar aan echte helden over. Niet aan de dappere jongen die van de brug afsprong. Dapper, maar onvoldoende om haar te stoppen. Pûh, als dat eens kon.’
Het gelach zwakt af naar een zacht gegniffel. Tot ook dat oplost in de duisternis. Isol zoekt naar de muur en zakt er tegenaan. Hij peinst over haar naam. De vrouw en het meisje beginnen in elkaar over te lopen. Maar hij weet dat ze niet dezelfde zijn. Het meisje nam zijn hart mee en kennelijk draagt ze het nog altijd bij zich. Als ze nu maar wist dat hij haar is komen zoeken. Als hij haar kon laten weten dat hij hier is. Er moet toch een manier zijn, hij heeft de sprong niet voor niets gemaakt. Hij heeft het voor een reden overleefd, dat moet gewoon.
Zijn oogleden beginnen zwaar aan te voelen en hoe hij ook tegen de slaap wil vechten, hij zakt weg naar een wereld waar hij verblindt wordt door licht en kleur. Het had zijn thuis kunnen zijn, als er geen groot en duister beest in rond sjokte.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
P_Westdijk
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1068
Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
Locatie: Dichtbij de A-27
Contacteer:

Een deel waarin ik me geheel op de inhoud kon richten. De vragen beginnen zich op te stapelen en de antwoorden weet je voor me uit te schuiven naar de komende delen. Weer graag gelezen.
Writing has laws of perspective,
of light and shade just as painting does, or music.
If you are born knowing them, fine.
If not, learn them.
Then rearrange the rules to suit yourself.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Als het goed is moeten je vragen in de komende hoofdstukken (deels) beantwoord worden. Als het te vaag wordt moet je het zeggen.
--
Hoofdstuk 4
Er klinkt een afschuwelijk gegil. Het klinkt anders dan wanneer er dingen door het luik naar beneden komen. Het klinkt doordringender en hoger dan normaal. Myrtha kijkt naar het luik, in afwachting wanneer het open zal gaan. Maar er gebeurt niets. Mino is een paar meter verderop aan het zoeken. Myrtha voelt hoe hij constant naar haar kijkt om haar in de gaten te houden. Als ze naar hem kijkt, werpt hij zijn blik snel op iets anders. Ze heeft geen idee wat de meester heeft gedaan, maar Mino is anders geworden. Hij lijkt zijn vriendelijkheid een beetje kwijt te zijn. Ook de gesprekken zijn verstomd sinds die avond.
Het is niet alleen Mino die haar constant gadeslaat, ook de andere werkers volgen iedere beweging. Als ze iets te lang met een voorwerp in haar handen staat kan ze zien dat iemand vanuit haar ooghoeken zijn hoofd schudt. Het waren alleen maar een onschuldige lamp en een pen! De pen heeft ze nog steeds. De inkt staat in haar arm gekerfd en er is meer bij gekomen. Ze weet weer wat de zwarte vacht was met het witte stervormige vlekje op haar linker oor. Haar kat, Wispose. Met een roze halsbandje en een belletje.
Heel even twijfelt Myrtha of ze aan Mino zal vragen waarvoor het gegil is. Of het luik wellicht stuk is. Maar ze weet dat het geen zin heeft. Hij zal haar geen antwoord geven en haar misschien zelfs negeren. De bril, die moet ze op de een of andere manier zien te krijgen. Dan zal zijn mond weer bewegen en woorden aan haar toevertrouwen. Dan is ze één van de werkers en zal ze hen begrijpen. Dan zal ze niet langer meer dat meisje van boven zijn en kan ze net zoals hen ongestoord dingen meenemen die niet op het lijstje staan. De bril wordt steeds belangrijker voor Myrtha.
Haar ogen kijken weer naar de spullen. Pakt een kleurloos tandwiel op en werpt een blik op haar lijst. Het ding verdwijnt in de tas. Hoe weten die andere mensen hier, dat wat ze pakt fout is? Myrtha kijkt even over haar schouder. Enkele blikken kruizen met die van haar. Wantrouwen, alsof ze allemaal gestraft zijn omdat ze alleen haar weg naar huis zocht. Omdat ze met een lamp de duistere wereld even oplichtte.
“Waar zijn ze zo bang voor?”

De dagen passeren traag. Al weet Myrtha niet of het echt dagen zijn. Het besef van dag en nacht vervaagt ondanks de schemeringen buiten. Zo nu en dan trekt Myrtha zachtjes aan haar lokken bij haar oren om te kijken of ze al langer worden. Toen ze hier net was, waren ze net voorbij haar oorlel. Nu zijn ze tot net voorbij haar kaak doorgegroeid.
De pen is leeg geraakt en de inkt op haar arm verbleekt. Nog heel vaag zijn de namen en kenmerken van haar geliefden te lezen. Ze moet ergens iets vinden waarmee ze hen weer zichtbaar kan maken. Ze mag het niet vergeten, het is haar enige weg naar huis. Dat weet Myrtha zeker.
Met lood in haar schoenen pakt ze een lijst aan van de hoofdman voor een nieuwe dag zoeken en vervolgt ze haar weg naar de hopen vol spullen. Zonder een blik op de lijst te werpen struint ze berg na berg af. Gefocust op een pen. In haar zoektocht botst ze tegen iemand op. Verschrikt kijkt ze op. Zijn handen zijn verborgen in zijn zakken en de bril hangt nog altijd om zijn hals.
‘Stop ermee.’
Myrtha zoekt de kleur in zijn ogen.
‘Je brengt niet alleen jezelf in de problemen maar ons ook.’
Er is geen kleur meer. Het is een soort zwarte poel.
‘Hoor je me?’
Haar ogen glijden over zijn huid. Hier en daar een klein littekentje.
‘Myrtha!’
Maar ze zijn niet roze of bruin zoals bij haar. Deze zijn grijzig. Een hand raakt zachtjes haar schouder. Verschrikt sluit de werkelijkheid weer om haar heen.
‘Ik zoek een pen.’
‘Dat weet ik, maar het is verboden.’
Myrtha schudt haar hoofd en zoekt verder naar het ding waar ze zo naar verlangt.
‘Ik moet het me herinneren,’ piept ze. ‘Straks vergeet ik ze.’
Mino kijkt schichtig om zich heen.
‘Je weet het?’
‘Weet wat?’ vraagt Myrtha.
‘Laat maar. Het is niets.’
Niet begrijpend kijkt Myrtha hem aan.
‘Waar is je kleur?’
Mino wil zich net omdraaien als de vraag al het geluid wegvaagt. Alles om hen heen lijkt bevroren in hun beweging. Alle blikken zijn op hen gericht. Mino maakt sussende bewegingen.
‘N..niet hier,’ stamelt hij.
Daarna draait hij zich om en beent bij haar vandaan. Myrtha kijkt hem na. Ze draait zich om naar de stapel spullen waar ze mee bezig was voordat Mino naast haar had gestaan. Haar oog valt op een pen. Ze glimlacht en stroopt haar mouw op. Met de pen trekt ze de half vergane letters over.
‘Isol,’ fluistert ze.

Feedback toegepast
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
P_Westdijk
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1068
Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
Locatie: Dichtbij de A-27
Contacteer:

Hoofdstuk 4 al weer. Je hebt er een goed tempo in zitten. Ik zou een voorbeeld aan je moeten nemen, dan zou mijn verhaal al verleden jaar klaar zijn geweest. Weer soepel geschreven. Het enige moment waarop ik even bleef hangen was de lijst van de hoofdman, maar dat tref je zo meteen aan bij mijn opmerkingen. Daarna ben ik vooral gaan kijken naar zinnen die op een bepaalde manier mijn aandacht trokken.
-Maaike- schreef: Het klinkt anders dan wanneer er dingen door het luik naar beneden komen.

Hoe anders? Als lezer zit ik blanco achter de monitor te lezen, zonder over jouw gedachten te beschikken met hoe anders het dan wel is.
-Maaike- schreef: Zijn ogen houden haar constant in de gaten.

Deze zin vind ik wat minder lezen. Het komt bijna over alsof de rest van het lichaam aan het zoeken is en de ogen een apart leven leiden. Ik zou er meer voor gaan dat ze zijn ogen voortdurend op haar voelt rusten en als hij opkijkt wend hij snel het hoofd van haar af. Hier heeft iedere lezer een beeld bij.
-Maaike- schreef: Dan zal zijn mond weer bewegen en woorden aan haar toevertrouwen.

Ook hier krijg ik het idee alsof de mond onafhankelijk van het lichaam functioneerd, maar ik moet erbij zeggen dat iemand wel eens heeft getypt dat ik een overloop aan fantasie heb. :)
-Maaike- schreef: Dan is ze één van hen en zal ze hen begrijpen.

Een zin waarin tweemaal het woord hen voorkomt en je volgens mij makkelijk kan splitsen en verder uitbreiden.
-Maaike- schreef: Waar zijn ze zo bang voor?

In sommige verhalen worden gedachten weleens cursief afgedrukt.
-Maaike- schreef: De dagen passeren traag. Al weet Myrtha niet of het echt dagen zijn. Het besef van dag en nacht vervaagt ondanks de schemeringen buiten.

Hier heb ik geen fantasie voor nodig, maar als je het besef kwijt ben dan ga je nadenken bijvoorbeeld over hoe snel haar groeit. Tijdens een voor mijn gevoel hele lange week gladheidbestrijding zat ik op een gegeven moment over de haartjes op mijn kin te wrijven om te kunnen schatten hoelang het geleden was dat ik me had geschoren. Een gekke, uitputtende en soms bizarre tijd was het. In de kantine ontstond er zelfs ruzie. Moe en lichtgeraakt ontstonden er twee kampen over de vraag of het nu woensdag of donderdag was, maar goed, ik wijk nu te veel af. Je kan overwegen of ze een lok van haar haar pakt en probeert te achterhalen hoe snel haar groeit en dan haar een schatting laten maken. Je geeft de lezers dan een idee hoe snel de vergeetachtig makende duisternis op je inwerkt. Hoe snel er een zoektocht naar haar is gestart. Etc.
-Maaike- schreef: Met lood in haar schoenen pakt ze de lijst aan van de hoofdman en vervolgt ze haar weg naar de hopen vol spullen.

Eh, ze had toch een lijst? :unsure Eerder las ik nog dat ze er een blik op had geworpen. Wat is er dan met die lijst gebeurd en de spullen die op deze lijst staan?
-Maaike- schreef: Myrtha schudt haar hoofd en kijkt om haar heen.

Ik heb geen opmerking over de schrijfwijze van de zin, maar verderop lees ik dat Mino ook om zich heen kijkt. Het komt nogal kort na elkaar voor mijn gevoel.
-Maaike- schreef: ‘Ik moet het me herinneren,’ piept ze. ‘Straks vergeet ik ze.’
Mino kijkt schichtig om zich heen.
‘Je weet het?’
‘Weet wat?’ vraagt Myrtha.
‘Laat maar. Het is niets.’
Niet begrijpend kijkt Myrtha hem aan.
En dan beweer jij dat mijn vragen deels beantwoord worden. :P

Mooi hoe vastberaden ze toch verder gaat om een pen te vinden, maar tegelijk getuigt het ook van een egoïsme omdat ze weet dat het consequenties heeft voor andere mensen. Het maakt de karakters menselijk. :super Doe met mijn opmerkingen wat je wilt, want het is en blijft immers jouw verhaal.
Writing has laws of perspective,
of light and shade just as painting does, or music.
If you are born knowing them, fine.
If not, learn them.
Then rearrange the rules to suit yourself.
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Ph. Ik ben ook niet zo snel in het plaatsen van stukjes. Maakt helemaal niets uit! Ben al lang blij dat je verder schrijft. Dit verhaal heeft namelijk zoveel vragen waarvan de antwoorden nog missen!!!! Ben echt benieuwd naar de rest.
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@P_Westdijk, haha ik bedoelde niet gelijk dat dat stukje alle antwoorden zou geven, maar geleidelijk aan. Nahja dat is het idee :P Bedankt weer voor je feedback!
@Romeh, hier is een nieuw stukje :D

Een iets langer stukje vandaag, want anders werden het twee wel heel mini stukjes (A)
--
Nog altijd weet ze niet bij wie de naam hoort, maar haar buik tintelt bij het uitspreken ervan. Ze glimlacht terwijl ze haar mouw weer naar beneden duwt. Twijfelend houdt ze de pen vast. Dan laat ze hem uiteindelijk in haar zak glijden. Een pen blijft in haar ogen ongevaarlijk.
Nu kan haar zoektocht voor haar meester beginnen. Item na item streept ze van de lijst af. Nog voor Mino haar komt halen om haar naar huis te brengen heeft ze alles. Bij de hoofdman blijft Myrtha wachten op Mino.
Het blijft een raadsel waar de spullen vandaan komen. Als ze vergeten of verloren zijn, dan zullen haar spullen hier uiteindelijk ook komen. Over een poos zullen ze haar thuis ook vergeten. Niet helemaal vergeten, maar wegstoppen. En soms aan haar denken, maar vast niet vaak genoeg om haar spullen te behouden. Misschien zijn ze haar net zo vergeten als dat Myrtha hen overdag vergeet.
Ze haalt diep adem en kijkt naar Mino die naar haar toegelopen komt. Zijn gezicht is bedrukt. Als hij vlakbij haar is doet hij zijn mond open om iets te zeggen, maar sluit hem weer. Boven zijn ogen vormt een frons. Een andere werker geeft Mino een bemoedigende klop op zijn schouder. Of leek het alleen zo?
‘Kom we gaan.’
En meer wordt er niet gesproken. Aan de hand van Mino dwalen ze door de stad. Myrtha weet dat ze steeds verder weg gaan van het huis waar ze de laatste tijd woont. Haar richtingsgevoel zegt dat ze de andere kant op moeten. Mino lijkt heel vastbesloten te zijn om de andere kant op te lopen.
De harde grond gemaakt van grote gladde keien veranderd. Ze lopen over een soort kiezelpad, waarvan de kiezels hard knerpen onder haar voeten.
‘Mino,’ begint Myrtha.
‘St!’
Myrtha slaat haar blik neer in de nietszeggende duisternis om haar heen. Haar gedachten dwalen af naar het voorval met de lichtlamp. Haar meester had helemaal niets gedaan. Behalve dan dat hij haar lichtlamp kapot heeft gegooid. En hij schreeuwde dat ze dat nooit, nooit en te nimmer, meer mocht doen. Hij leek bang toen hij de bundel licht zag. En Myrtha ook, want zelfs in het licht van de lichtlamp bleef alles duister. Er was geen kleur geweest, behalve de vele moedervlekken op haar armen en de plukken oranje haar die overal heen krullen.
Mino blijft stil staan en Myrtha botst tegen hem op.
‘Het… het spijt me.’
Zachte vingers strelen haar wang. Nemen een pluk van haar haren in zijn vingers.
‘Het spijt me echt,’ fluistert Mino. ‘Het zal geen pijn doen, maar…’
Zijn hand laat haar lok los en trekt haar mee. Er wordt een deur al piepend open gedaan en iemand duwt haar op een stoel. Haar handen worden vast gebonden aan de armleuningen. Ze wil wel gillen, maar ze kan het niet. Iets dwingt binnenin haar te zwijgen.
‘Harde werkers worden beloond,’ zegt de bekende stem van haar meester. ‘Maar laten we hopen dat ik je anders kan belonen dan alle andere werkers. Het zal geen pijn doen. Blijf stil zitten en adem rustig in en uit.’
Myrtha’s hart bonst in haar borstkast, nog even en hij springt er geheid uit. Wat zijn ze van plan? Stukjes van haar droom drijven naar de oppervlakte van haar brein. Dichtbij genoeg om ze vast te pakken, zich er aan vast te klampen. Het van alle kanten te bekijken.
“Hij heeft dit gedaan! En nu gaan ze het bij mij ook doen!”
Haar hart slaat een slag over. In paniek probeert ze haar armen los te maken. Ze wil niet als Mino worden, dat mag niet! Dat ze alles vergeet van thuis, daar kan ze meeleven, maar niet met het vooruitzicht kleurloos te zijn.
‘Rustig, kind. Het doet geen pijn.’
Myrtha hoort iets naar beneden glijden en dat haar afsluit van al het geluid. Er lijken glimmende sliertjes voor haar heen en weer te bewegen. Ze knipperen, het licht doet zeer aan haar ogen. Steeds feller en sneller lichten de rode sliertjes op, totdat ze niets anders meer ziet dan die sliertjes. Het maakt niet uit of ze haar ogen opent of sluit.
Haar huid tintelt. Iets zweeft los van haar, maar ze kan het niet zien. Het onaangename gevoel verspreidt zich over haar hele lichaam. Tot diep in haar. Myrtha knijpt haar ogen dicht, trekt haar schouders op. En wacht in stilte af totdat het voorbij is.

Het lijkt eindeloos te duren voordat het licht achter haar dichtgeknepen ogen dooft. Een zachte klik bevrijdt haar armen van de stoel. Myrtha ademt diep in door haar mond en weer uit. Het is voorbij, het experiment. Dat moet het zijn geweest. Ze hoort nergens geluid, dus het moet mislukt zijn. Dan heeft ze vast haar kleur nog.
‘Hier.’
Myrtha opent krampachtig een oog, haar handen houden de armleuning stijf vast. Het is bijna helemaal donker in de ruimte. Op een fles na, waarin een kleurig brouwsel rondzweeft.
Iemand duwt iets over haar hoofd heen en de duistere wereld krijgt vorm. Mino staat naast haar, zijn gezicht staat somber. Er is nog altijd geen kleur, maar er lijkt licht in de ruimte te zijn.
Haar meester loopt langs hen heen naar buiten. Mino wenkt Myrtha mee te komen naar buiten. Wankel volgt ze hem, haar benen lijken van rubber te zijn. En het gevoel te kunnen zien in het duister maakt haar wat duizelig.
Ze staan op een afstandje van de man als hij de dop van de fles trekt. Myrtha kijkt vol ontzag toe hoe er kleur uitzweeft. Haar kleur. Het blijft hangen in de lucht, net zoals de kleurschemeringen. De kleuren lopen in elkaar over, hechten zich nergens aan vast.
Myrtha stapt langs Mino heen, langs haar meester de uitvinder. Ze steekt haar hand uit naar de bewegende kleuren die doffer worden, maar niet verdwijnen. De kleuren weerspiegelen op haar grauwe kleurloze huid. Haar vingers glijden dwars door de schemering heen alsof het er niet is.
Haar onderlip begint te trillen, haar vingers schieten naar haar haren. Ze windt een lok om haar vingers.
“Oranje haar, ik heb oranje haar,” dreunt ze in haar hoofd.
Twee handen trekken haar weg van de schemering. De meester gaat voor haar staan en haalt zijn handen door de vervaagde kleuren heen. Hij schudt zijn hoofd en beent haastig weg. Myrtha kijkt om en volgt hem met haar ogen het gebouw in.
Mino legt een arm op haar schouder.
‘Het spijt me,’ zegt hij zacht. ‘Dit is hoe NoraKrania echt is. Een plek met uitvinders die op zoek zijn naar een manier om de kleuren terug te brengen.’
Myrtha duwt zijn hand weg en begint te rennen. Straat in, steeg uit. De ene hoek om en dan weer de andere. Op zoek naar een uitweg, naar iets van kleur. Feller en stralender dan de schemeringen, aangebracht door uitvinders. Nietsnutten!
Het liefst wil ze schreeuwen, krijsen en gillen. Nu zal ze hier voor altijd vastzitten. Ze laat zich ergens in een hoekje op de grond zakken. Haar schouders schokken.
‘Mama, papa, broer, Wispose,’ fluistert ze. ‘Vergeet me alsjeblieft niet. Ik kom thuis, echt waar.’
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
P_Westdijk
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1068
Lid geworden op: 27 jan 2011 21:55
Locatie: Dichtbij de A-27
Contacteer:

-Maaike- schreef: Nog altijd weet ze niet bij wie de naam hoort, maar haar buik tintelt bij het uitspreken ervan. Ze glimlacht terwijl ze haar mouw weer naar beneden duwt.
Slechts een paar zinnen, maar je zegt hier tegelijk zoveel mee.
-Maaike- schreef: Myrtha opent krampachtig een oog, haar handen houden de armleuning stijf vast.
Voor mijn gevoel wil ze haar vermoeden juist bevestigd zien, maar toch opend ze tot mijn verbazing slechts één oog. :o

Een heel beschrijvend geschreven deel. Ik heb me door het verhaal laten inpakken en was ook verrast toen ze haar kleuren kwijt raakte. Blijkbaar net als al haar voorgangers. Al mijn verwachtingen waren de grond in geboord. Dat heb je dus uitstekend gedaan. :super Mijn nieuwsgierigheid naar de rest is alleen maar toegenomen.

Doe met mijn opmerkingen wat je wilt, want het is en blijft jouw verhaal.
Writing has laws of perspective,
of light and shade just as painting does, or music.
If you are born knowing them, fine.
If not, learn them.
Then rearrange the rules to suit yourself.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

@P_Westdijk, dank je wel weer voor je reactie! Hopelijk kan ik je blijven verbazen ^_^
----
Hoofdstuk 5
Hoe Mino haar gevonden heeft weet Myrtha niet, maar hij laat zich naast haar zakken. Met zijn armen over zijn knieën zwijgt hij lang, totdat de stilte te zwaar begint te worden.
‘Het spijt me echt, Myrtha.’
‘Kon je het veranderen?’ fluistert ze.
En daarmee is de poging tot een gesprek afgekapt. Myrtha luistert hoe Mino nerveus heen en weer schuift. Hij heeft er waarschijnlijk niets aan kunnen veranderen. Ze hoort hem diep adem halen, klaar om een nieuwe poging te doen maar alsnog zwijgt hij. Ondanks dat hij niets kon beginnen, had hij het haar kunnen vertellen. Misschien had het verschil gemaakt en had ze nu nog kleur gehad.
“Oranje haar, ik heb oranje haar,” dwingt ze zichzelf te onthouden. “Mooie oranje krullen.” Haar vingers pakken een pluk vast en winkelt die om haar vingers heen.
‘Wat kan ik nu begrijpen, wat ik eerder niet kon?’
‘Wat het monster heeft aangericht.’
‘Welk monster?’
‘Dat in je dromen zwerft. Je hebt hem gezien, toch?’
Myrtha maakt een instemmend geluid. In die kleine ruimte, waar de kleur van haar afgetrokken werd, heeft ze haar droom heel goed herinnerd. Alsof ze de droom daar opnieuw droomde. Het grote monster, log en zwart, al stampend door haar droom. Het begon met kleine dingetjes die hun kleur verloren. Maar iedere avond blijft er minder kleur over in de dromen die ze deelt met haar familie in haar eigen wereld ver weg. Ze weet precies waar Mino het over heeft. De felle rode lichten hebben haar gedwongen het te herinneren. Misschien heeft Mino gelijk en zou ze het niet begrijpen als die droom vaag en ver weg zou blijven. Zal dit betekenen dat haar herinneringen ook dichtbij haar blijven?
‘Het bestaat echt. Niemand weet waar het nu is, maar het is opzoek naar voedsel, kleur.’
‘De schemeringen,’ mompelt Myrtha. ‘De ene dag zijn ze er en de andere dag zijn weg.’
‘Hij slurpt ze op.’
‘Waarom willen ze onze kleur?’
Mino zwijgt en Myrtha ook. Ergens weet ze het antwoord wel en de stilte is aangenaam. Ook al hangt de vraag nog in de lucht. Het heeft honger, onstilbare honger.
‘Hoe kom ik hier?’
‘Offers,’ mompelt Mino. ‘Ze zoeken vrolijke … personen. Slepen ze naar de brug en niets vermoedend tuimelen ze je achterover. Je vliegt als een vogeltje tot de duisternis je omsluit en alles uitgumt wat je ooit wist.’
‘Behalve als je droomt,’ vult Myrtha hem aan.
‘Ja, behalve als je droomt. Maar ook daar komt het beest dat de kleuren uitveegt. En soms, soms dan verdwijnen de herinneringen ook.’
‘Gaat mijn meester nu opzoek naar iemand anders?’
‘Misschien. Uiteindelijk hebben ze nieuwe kleurvolle personen nodig. En wij hebben die niet meer. Eigenlijk zijn we opgebruikt. De enige reden dat we hier blijven is omdat we niet meer thuis passen.’
‘Maar we zouden naar huis mogen?’
‘Nee. Het monster zou je kunnen volgen en alle kleur daar opzuigen.’
Myrtha fronst haar wenkbrauwen.
‘Zit hij hier gevangen?’
‘Zoiets, er is maar één ingang en geen uitgang. Tenzij je kan vliegen, denk ik.’
Myrtha kijkt omhoog. Met haar nieuwe bril kan ze de waas boven haar zien. Het golft als het water van de zee. Donkere doorzichtige golven. Ze kaatsen tegen de steile wanden aan en rollen al golvend weer terug. Eén ingang die toegang geeft om in deze gevangenis te komen. Eén weg terug, als je vleugels hebt.
‘Kom, dan breng ik je naar huis. Je meester zal waarschijnlijk niet thuis zijn. De uitvinders hier in NoaKrania sluiten zich op in hun werkkamer als er een uitvinding mislukt. Op zoek naar een antwoord.’
Myrtha staat op. Ze geeft haar ogen de kost terwijl ze naar het huis van de meester lopen. Het is een gewone stad, zonder kleur en een dak dat het licht tegenhoudt. De rest van de wereld beschermend tegen het beest dat alle kleur opslokt. Wat zal hij doen als alle kleuren weg zijn? Er nergens meer een snippertje verdwaald kleurtje zweeft?

Feedback verwerkt
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Leuk stukje! sorry dat ik al een tijdje niet meer gereageerd heb maar mijn eigen plot kreeg weer de nodige veranderingen die me weer tot wanhoop leidde.

Wat zal hij doen als alle kleuren weg zijn? Er nergens meer een snippertje verdwaald kleurtje zweeft?

A) het verhaal stopt,
B) er komt een hele leuke wending
C) tom cruise komt en red de dag
My ego is to big for a conversation so thats the reason I write because writing is the best way to talk without being interrupted.
Plaats reactie

Terug naar “De Poort naar een Andere Wereld”