Wedstrijd 22

In dit board worden verhalen wedstrijden georganiseerd. Wanneer je graag de uitdaging aangaat met andere schrijvers is dit zeker de plek voor jou!

Moderator: Patrick

Wedstrijd 22

Peiling eindigde op 15 apr 2013 17:53

Lisbet - Haar laatste trein
2
15%
Maaike - De trap van Wolken en Sprinrag
1
8%
Dreamrose - Een treinreis, maar dan anders
1
8%
Christian Damen - CG ♣ Smith
3
23%
Romeh - Vlammenzee
0
Geen stemmen
Saskjezwaard - ...
5
38%
Lumineer - ...
0
Geen stemmen
Desiree-D - Snel terug
0
Geen stemmen
Christian Damen - De Treinwedstrijd
1
8%
 
Totaal aantal stemmen: 13
Gebruikersavatar
Patrick
Beheerder
Beheerder
Berichten: 1902
Lid geworden op: 05 feb 2008 18:39
Locatie: Zuid-Limburg
Contacteer:

Wedstrijd 22
Treinen
Het was al aangekondigd. Na afloop van de OV Awards zou er eindelijk weer een nieuwe wedstrijd komen!

De nieuwe wedstrijd zal over het thema treinen gaan. Wie kent ze niet?! Als je ze moet hebben, rijden ze niet. Als je haast hebt, zijn ze te laat...Of misschien ken je ze ook uit Westerns: een spannende filmachtervolging tussen cowboys en indianen. Of een andere spannende actiefilm waarbij de een de ander achtervolgd door de treinwagons heen.

Kortom genoeg uitgangspunten om er een leuk, grappig, spannend, verdrietig of dramatisch verhaal over te schrijven. Laat je zeker niet beperken in je creativiteit!

De mogelijkheden zijn:
- De trein als setting
- De trein als thema

Belangrijk:
De trein moet een belangrijke rol in het verhaal spelen. Enkel vermelden dat er een trein langsrijdt, is dus niet voldoende!

Extra opdrachten:
Als je je verhaal kunt beginnen met de volgende zin én deze op een originele manier kan interpreteren en gebruiken, verdien je een +1 bonuspunt!
Test schreef:"Denk je echt dat hij / zij het gaat doen?"
Het is mogelijk om jullie verhalen vanaf vandaag in te zenden in dit topic.

Ook dit maal is er geen minimum of maximum aantal woorden. Let op: het moet wel een kortverhaal/one-shot zijn: dus geen hoofdstukken. Maak het verhaal zeker niet te lang: hierdoor kan je zeker stemmen verliezen!
Denk ook goed aan je spelling, interpunctie en enteren: ook daar word je op beoordeeld!

De inzending sluit op 24 maart 2013 om 23u59

VEEL SUCCES!

Dit thema was een idee van Christian Damen. Bedankt daarvoor! Als andere leden ideeën hebben voor thema's mogen die natuurlijk altijd voorgesteld worden!
Laatst gewijzigd door Patrick op 27 apr 2013 22:51, 3 keer totaal gewijzigd.
Reden: Test
Why are you so frightened? Have you no faith?
Christian Damen
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2110
Lid geworden op: 19 jun 2012 01:37

Leuk :-D

Ben benieuwd wat voor interpretaties van het thema we gaan krijgen!
Suppose you toss a coin enough times
Suppose one day, it lands on its edge
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Hartstocht in de trein :3

Hm, ik denk dat ik ook eens een poging ga doen! Als ik het niet vergeet tenminste :')
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Oh wat leeeeuk. Ik ga mijn hersenen laten denken..
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Even een vraagje. Die zin, moet die echt meteen BAM de eerste zin zijn in het verhaal of het eerste stukje van een dialoog? :D
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
Gebruikersavatar
Patrick
Beheerder
Beheerder
Berichten: 1902
Lid geworden op: 05 feb 2008 18:39
Locatie: Zuid-Limburg
Contacteer:

Drie mogelijkheden :p

- Niet gebruiken = +0
- Gebruiken in eerste alinea = +0,5
- Gebruiken als allereerste zin = +1

Voor ieder iets wils ;)
Why are you so frightened? Have you no faith?
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Oké, dankje voor de informatie. Ik wilde je bericht liken, maar dat werk dus niet! :(
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
Gebruikersavatar
Patrick
Beheerder
Beheerder
Berichten: 1902
Lid geworden op: 05 feb 2008 18:39
Locatie: Zuid-Limburg
Contacteer:

Heb je permissies gecheckt, je zou gewoon moeten kunnen liken.
Heb je je browser cache al eens volledig gecleaned? Normaal zou dat moeten helpen :)
Why are you so frightened? Have you no faith?
glenovic
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 667
Lid geworden op: 18 aug 2012 00:32
Locatie: Rotterdam

Ik heb allereerst een paar vragen gezien het feit dat ik nog nooit met een wedstrijd heb meegedaan:

-) Moet het persé een trein zijn of mag het ook bv een tram zijn of een andere OV mogelijkheid?
-) Mag je de one shot eerst online zetten op de site om te kijken hoe er op gereageerd wordt of moet het meteen hier geplaatst worden?
-) Ik heb ook nog nooit een one shot geschreven wat wordt beschouwd als te lang? meer dan twee bladzijde?

Een heleboel dingen die ik voor de eerste keer ga doen maar heb denk ik wel een "leuk" plot in me hoofd.

Alvast bedankt,

Glenn.
My ego is to big for a conversation so thats the reason I write because writing is the best way to talk without being interrupted.
Gebruikersavatar
Patrick
Beheerder
Beheerder
Berichten: 1902
Lid geworden op: 05 feb 2008 18:39
Locatie: Zuid-Limburg
Contacteer:

- het thema is trein, dus het verhaal mocht echt rond de trein draaien.
- ik kan niet zeggen dat het niet mag, maar je kunt je verhaal natuurlijk altijd naar iemand sturen waar je het goed mee kunt vinden hier op OV die het al eens kan nalezen.
- Ik denk het gemiddelde rond de 2000, 3000 woorden ligt. Durf daar even geen uitspraak over te doen. Misschien dat iemand anders mij kan aanvullen?

In elk geval veel succes :)
Why are you so frightened? Have you no faith?
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Ik denk dat 3000 woorden wel heel veel is... wat ik me kan herinneren van Ov's got talent dat er een maximum van 1000, 1500 woorden was. Dus 2000 aanhouden als uiterlijke grens lijkt me wel een mooie :p
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Gebruikersavatar
Patrick
Beheerder
Beheerder
Berichten: 1902
Lid geworden op: 05 feb 2008 18:39
Locatie: Zuid-Limburg
Contacteer:

De expert heeft gesproken :)
Why are you so frightened? Have you no faith?
Christian Damen
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2110
Lid geworden op: 19 jun 2012 01:37

Mijn inzending bij wedstrijd 21 was 3066 woorden, en die was op zich prima beoordeeld.

Ik zou het echter SOWIESO niet langer maken dan 3k ;-)

Ter vergelijking mijn kortverhalen woordenlijst: (ja ik houd dit soort triviale dingen bij :P )

3066 - Een fluitje, geluk en een grote tas
1642 - Joris en het Drakenei
1150 - Paranoia in de Stad
1075 - Tweeëndertig Kaboutertjes
1112 - Montréal
500 - Niet-niet je vriendje

---

Patrick ninja'ed me ook al! Wat is dat vandaag met de ninja-moderatoren!
Suppose you toss a coin enough times
Suppose one day, it lands on its edge
Gebruikersavatar
Patrick
Beheerder
Beheerder
Berichten: 1902
Lid geworden op: 05 feb 2008 18:39
Locatie: Zuid-Limburg
Contacteer:

Had ik het toch goed in mijn gedachten dat jij een verhaal van 3000 woorden had :)

Dus: aangeraden grenzen: 500 - 3000. Maar als je een kortverhaal van 6000 woorden wilt schrijven, houd ik je niet tegen :) Maar de kans dat veel mensen het gaan lezen, is (vind ik) kleiner.
Why are you so frightened? Have you no faith?
Dreamrose
Balpen
Balpen
Berichten: 232
Lid geworden op: 27 feb 2012 20:18
Locatie: Almere

Ik ga ook een poging wagen ^^,
Moet je als je het af hebt gewoon hier plaatsen?
Live it, Love it, Read it.
Don't judge a book, by the cover.
Music on, World off.
May the odds be EVER in your favor.
Christian Damen
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2110
Lid geworden op: 19 jun 2012 01:37

Ja ^^
Suppose you toss a coin enough times
Suppose one day, it lands on its edge
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

moeten er dialoge in zitten eigenlijk? Want wat ik tot nu toe al geprobeert heb te schrijven voor deze wedstrijd is zonder dialoge, of enkel in het begin.
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ik ga ook een poging wagen :D
@Lisbeth, nee je bent daar als het goed is helemaal vrij in ;) tenzij je die pluspunt wilt :P
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

oké :) zal zien wat ik zal schrijven, ik heb al heel wat ideetjes ^^
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Mijn god. Ik had een cool idee, maar ik besef
ineens dat er geen treinen waren in die tijd.. denk ik... ik weet niet of het zou kunnen
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
Christian Damen
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2110
Lid geworden op: 19 jun 2012 01:37

Romy, spuit je idee eens? Valt vast wel iets aan te doen dat het wel kan ;-)
Suppose you toss a coin enough times
Suppose one day, it lands on its edge
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Spuiten?
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
Christian Damen
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2110
Lid geworden op: 19 jun 2012 01:37

Je ideeen opschrijven en delen :P
Suppose you toss a coin enough times
Suppose one day, it lands on its edge
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Ooooooh. Ik stuur je een bericht, goed?
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
Christian Damen
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2110
Lid geworden op: 19 jun 2012 01:37

Yesss
Suppose you toss a coin enough times
Suppose one day, it lands on its edge
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Chris is goede plotter, kan je vast wel helpen :p
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Christian Damen
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2110
Lid geworden op: 19 jun 2012 01:37

Chris is zieke plotter momenteel -.-

Saskia, ga maar snel zvc! :o Jodie probeert stiekem de chocolade van je te winnen!
Suppose you toss a coin enough times
Suppose one day, it lands on its edge
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Ik moet leren :( zit nu in de bieb, was per ongeluk een uur te vroeg op de uni xD ik stapte het lokaal binnen, man keek me heel vreemd aan... Oeps (a) Dat was een beetje stomme actie ghehehe xD
Dus zvc moet weer wachten :p arme zvc, krijgt ie minderwaardigheidscomplex :')
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

mijn on shot is af, alleen nog een spelling controle door mijn broer (als dat mag) en dan post ik hem ^^
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Super goed Lisbeth!
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
lisbeth
Vulpen
Vulpen
Berichten: 306
Lid geworden op: 10 feb 2012 13:32

Hier is mijn one shot dan, of het iets goeds is laat ik aan de jurie over ^^
----------------------------------------------------------------------------------

Haar laatste trein

Zuchtend keek ik op mijn gsm, al 08:55u, de trein was weer al eens te laat. Vroeger ging het veel gemakkelijker, toen kon ik gewoon met de brommer naar het werk, maar sinds ik overgeplaatst was, moest ik opeens veel verder. Het station was rumoerig en de mensen kwamen bijna even snel als ze weer gingen. Ik keek wat rond en zag, zoals gewoonlijk, alle soorten mensen, dikke en dunne, kleine en grote, en in alle soorten huidstinten. Ik pakte mijn gsm weer en wilde net kijken, wanneer de trein net het station binnen reed.
"Eindelijk." zuchte ik en wanneer de trein stil stond, wrong ik me tussen de massa door om op mijn plekje te gaan zitten. De derde wagon had links een deur naar de grote ruimte en rechts een deur naar een klein kamertje waar maar aan elke kant twee zetels stonden. Negen op de tien keer zat daar niemand, maar toen ik naar binnen keek zag ik een meisje zitten. Mijn eerste reactie was om weg te gaan, maar haar gezicht stond erg triest en eenzaam, dus deed ik de deur open en zette me recht tegen over haar.
“Goedemorgen,” zei ik en wachte op een antwoord dat maar niet kwam.
Even keek ze op, maar ze keek al even snel weer door het raam. De trein vertrok en heel de rit zaten we muisstil tegen over elkaar.

Wanneer ik ’s avonds de trein naar huis nam, zat ze daar weer en zo ging het de rest van de dagen. In het begin zei ik alleen iets, maar op een dag gaf ze antwoord terug. Ook al was het alleen maar ‘goede dag’ terug, ik vond het wel fijn. Naargelang de woorden meer werden, durfde ik haar beter aankijken. Ze had een legergroene jasje aan, lichtblauwe jeansbroek, wat versleten allstars, lang blond-bruin haar en een bril. Ik had al snel door dat ze me ook bekeek en moest glimlachen om de mannier waarop ze het deed. Terwijl ik gewoon naar haar staarde, gluurde ze onopvallend naar me, terwijl ze deed alsof ze gewoon naar buiten keek. Maanden lang zaten we zo tegenover elkaar, ’s morgens en ’s avonds. Onze gesprekken werden langer en langer en de schuwheid verdween, maar tot mijn spijt bleef het verdriet in haar ogen en op haar gezicht staan. Hoe graag ik haar ook wilde opvrolijken, ik durfde nooit te vragen wat haar zo triest maakte.

Uiteindelijk besloot ik het te vragen en stond haast te trippelen in het station, steeds weer naar mijn gsm kijkend om te zien hoe laat het was en wanneer de trein eindelijk zou aankomen. Maar wanneer ik de trein op kwam zat er niemand daar.
-Ze zal wel ziek zijn- dacht ik en zette me gewoon neer. Op het werk hoorde ik op het nieuws dat er verschillende treinen afgelast waren vanwegen een persoon die zich voor de trein geworpen had. Zoals iedereen vond ik het erg, maar dacht er niet verder bij na.

Die avond stond ik te wachten op de trein, maar hij was afgelast. Het was blijkbaar op het spoor waarlangs mijn trein moest gaan dat die persoon zelfmoord had gepleegd, wat me een koude rilling bezorgde. Opeens stoppen er twee agenten naast me en tonen me een foto.
“Klopt het dat u dit meisje kent?” Ik herkende meteen het meisje waarmee ik in de trein zat.
“Inderdaad, we zaten altijd samen op de trein.”
“Wilt u zo vriendlijk zijn om mee te komen naar het bureau?” Zonder probleem ging ik mee, maar stilaan begon ik het gevoel te krijgen dat er iets erg mis was.

Op het bureau kreeg ik het vreselijk nieuws te horen: de persoon die zelfmoord gepleegd had was dat meisje. Tot mijn verbazing gaven de agenten me een envelop met daar op ‘aan de man van op de trein’. Snel opende ik het en neemde het kleine briefje dat er in zat. Al wat er opstond was dit:

“Bedankt voor de aandacht die ik, na zo lang wachten, eindelijk van iemand kreeg, jammer genoeg was dit mijn laatste trein.”
Het leven is zinloos. Nou, in die zinloosheid zit ik te schrijven, om er toch een zin aan te geven.
artikel
Computer
Computer
Berichten: 2659
Lid geworden op: 16 sep 2011 16:45

Yes, weer wedstrijdje :) Vorige heb ik ook meegedaan en beviel me prima dus ik ga proberen ook deze weer bij te wonen.

Voor de rest wens ik natuurlijk iedereen heel veel sterkte! En plezier natuurlijk!
It's okey to be afraid!
Ellie Goulding
mena1998
Typmachine
Typmachine
Berichten: 771
Lid geworden op: 04 sep 2011 11:50
Locatie: Heelal, Melkweg, Aarde, Europa, Nederland, (Provincie) Groningen, Oude Pekela

Even 1 piepklein vraagje, die eerste zin (als t je lukt), zou k kunnen doen. Maar mag ik ook gaat in gaanveranderen? Of kan/klopt t dan niet meer? Want ik wil meervoud...

Natuurlijk doe ik mee :), bij de vorige wedstrijd kon ik niets bedenken en hier wel :D
x Floor
Shit happens, just flush it and move on!
Gebruikersavatar
Patrick
Beheerder
Beheerder
Berichten: 1902
Lid geworden op: 05 feb 2008 18:39
Locatie: Zuid-Limburg
Contacteer:

Het onderwerp (hij/zij) mag je uiteraard veranderen en maak je er meervoud van mag je natuurlijk ook het werkwoord meervoud maken. Voor de rest moet de zin natuurlijk dezelfde blijven.
Why are you so frightened? Have you no faith?
arendaaa
Typmachine
Typmachine
Berichten: 1110
Lid geworden op: 04 mei 2012 20:17
Locatie: Z-H

Als ik dit niet vergeet, ga ik meedoen. ;D
iloveyou' 25.08.2012
MarquiseCarabas
Balpen
Balpen
Berichten: 299
Lid geworden op: 18 dec 2012 16:44
Contacteer:

Ik heb al een half verhaal! Nu de andere helft nog :P
Afbeelding
Christian Damen
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2110
Lid geworden op: 19 jun 2012 01:37

Ik heb mijn setting en wereld al helemaal klaar :D

Nu nog het daadwerkelijke verhaal -.-
Suppose you toss a coin enough times
Suppose one day, it lands on its edge
dancing in the sun
Vulpen
Vulpen
Berichten: 390
Lid geworden op: 27 sep 2011 18:43
Locatie: You can't buy a house in heaven.

Oeh :) Ik ga zeker proberen om mee te doen! Ik heb al wel een vaag ideetje in mijn hoofd... we zullen zien of het iets is. Veel plezier en succes allemaal. :D
Truth be told, I miss you.
And truth be told, I'm lying.
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Denk dat ik ook maar een poging ga wagen! :)
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Voila, mijn inzending met net geen 1.500 woorden :P
DE TRAP VAN WOLKEN EN SPINRAG
‘Denk je echt dat hij het gaat doen?’
Tobi knikt, terwijl hij de bewegingen op tafel nauwlettend in de gaten houdt.
‘Hij zei beloofd.’
Vader heeft reizen afgezworen, net zoals zijn avonturen. Even plotseling als dat hun moeder op mysterieuze wijze verdween. Alle voorwerpen die hij eens heeft meegebracht staan achter slot en grendel stof te happen. Zou hij zich echt aan zijn belofte houden?
Tobi zet zijn machinisten pet op en zet zich achter het bedieningspaneel.
‘De trein richting de regenbooggrotten komt zo aan!’ Een oude stoomlocomotief remt piepend af. Melina kijkt fascinerend naar de stoomwolkjes. ‘Allemaal instappen!’ roept conducteur Tobi.
Zo zal hun reis ook beginnen, als vader zich aan zijn woord houdt. Melina kijkt hoe de trein weer vertrekt na het fluitsignaal van Tobi. Het landschap zal aan haar voorbij schieten, zoals de treinen aan Tobi voorbij flitsen terwijl hij met zijn neus op de tafel hangt en naar het spoor kijkt.
‘Hij neemt ons heus mee,’ zegt Tobi. Hij komt overeind en volgt met zijn vinger het spoor. ‘Helemaal naar de regenbooggrotten en naar de glasbergen waar de eenhoorns zijn gespot. Tot aan de trap van wolken en spinrag, waar hij mama zijn hart gaf.’
Melina glimlacht naar haar broertje. Het is nu vier jaar geleden dat mama verdween. Tobi kan haar nauwelijks meer herinneren, hij was nog maar een kleuter. Zijn herinneringen aan haar vervagen net zoals de foto’s die hun kleur verliezen.
‘Zei hij ook wanneer?’
‘Morgen,’ antwoordt Tobi. De rest van zijn aandacht gaat naar zijn treintafel, waar hij machinist en conducteur ineen is.
Melina draait zich om en verlaat de speelkamer. Ze werpt een blik op de plank met poppen, haar enige speelgoed nog. Onaangeraakt sinds de verdwijning van mama. Misschien wil vader haar vinden waar hij denkt haar verloren te zijn. Ze schudt haar hoofd en dwaalt door de gangen en kamers van het grote landhuis. Elk jaar als ze terugkomt van de kostschool voor de lange zomervakantie herinnert ze zich hoe fijn ze het hier vond. Hoe ze met Tobi tikkertje en verstoppertje speelde. Tot het moment dat vader alleen terugkwam. Mama kwam niet terug.
Ze stapt de bibliotheek binnen. Het is de enige kamer waar nog voorwerpen staan die ze kan oppakken die haar ouders meebrachten. Ze pakt het vliegende schip op, er zit nog altijd wind in de zeilen. En als ze zou blazen, zou het wegvaren op de lucht. Ze glimlacht, alleen piraten hebben zulke schepen. Ze tarten de wetenschap, volgens haar vader. Voorzichtig zet ze het schip terug, precies zo dat niemand zal zien dat ze het opgepakt heeft. Ze stapt naar de volgende plank. Kleine staafjes kristallen glinsteren in het zonlicht, een souvenirtje dat mama meenam uit de glasbergen. Ze glijdt met haar vinger over het kristal heen. Zouden Tobi en zij het ook in het echt zien?
Er kucht iemand. Betrapt draait Melina zich om.
‘Kindje, ik herken je nauwelijks, je bent al bijna een dame.’
Melina glimlacht verlegen.
‘Geniet je al van je vakantie?’
‘Het is heerlijk om weer thuis te zijn.’
‘Mooi. Tobi heeft je vast al over mijn verrassing verteld.’
Melina knikt. ‘Hij zegt dat we dezelfde rondreis gaan maken als zijn stoomlocomotief.’
Haar vader lacht even.
‘Klopt. We vertrekken morgenochtend. De oude machinist Pingo wil de trein een laatste eer bewijzen voordat hij voorgoed het museum in gaat. Met al die moderne treinen, is dat ding op kolen niet meer gewenst. En hij stond erop dat wij meegingen. Hij weet hoe Tobi is.’
Hij ziet de lichte frons op Melina’s gezicht.
‘Ik weet het,’ zegt hij zacht. ‘Misschien dat als ik op de plek ben waar ik haar eens vond, alles goed komt.’
‘Dan was ze toch wel naar huis gekomen?’ vraagt Melina met een kleine stemmetje. Haar onderlip trilt. Vier jaar lijkt heel lang, maar ze weet het als de dag van gisteren. Ze komt nooit meer terug. Nooit!
‘Ga alsjeblieft mee. Ik zal je alles vertellen. Over onze avonturen, over haar.’
‘Oké, vader.’
Hij glimlacht en even lijkt hij gelukkig. Melina verlaat de studeerkamer en gaat naar haar slaapkamer om haar tas te pakken.

De volgende morgen staat het drietal op het station. Er komt een grote stoomlocomotief binnen gereden. Tobi staat te springen en te juichen. Hij zwaait naar de machinist als die uitstapt. Haar kleine broertje vertelt honderduit tegen de man.
Melina volgt haar vader naar de voorste wagon. Ze nemen plaats op brede rode banken. Nog nooit heeft Melina met een oude trein als deze gereisd. De trein naar de kostschool is een moderne, zonder stoom. Met smalle, harde banken. Zonder tafeltjes en gordijnen. Ze kan zich voorstellen dat haar ouders van dit soort reizen genoten.

De trein komt in beweging. Tobi heeft een plekje in de locomotief bemachtigd. Melina glimlacht terwijl ze naar buiten staart en het landschap steeds sneller aan haar voorbij flitst. Het zal niet lang duren voordat ze bij de sprookjestaferelen komen waar vroeger haar dromen mee gevuld werden.

Melina werpt af en toe een blik op haar vader. Hij heeft een brief in zijn handen. Zijn vingers houden het krampachtig vast terwijl hij onafgebroken naar buiten kijkt. Ze had op een ander gezelschap gehoopt, maar ze rijden een gapend gat tegemoet.
‘Daar,’ verbreekt hij de stilte en wijst naar buiten, ‘liggen de regenbooggrotten. We rijden er vlak langs.’
In ruige heuvels zijn spelonken te zien, waaruit stralen regenbogen schijnen. Er zijn ontelbaar veel gaten, grote en kleine. Het is een kleurenspektakel waarvan Melina niet weet of ze droomt of dat ze wakker is. Nog nooit heeft ze zoveel regenbogen bij elkaar gezien.
Als ze regenbooggrotten gepasseerd zijn, houdt vader haar de brief voor. Zijn gezicht lijkt ouder geworden. Is dat wat er met je gebeurt als je geconfronteerd wordt met de pijn? Ze pakt de brief aan, haar naam staat erop in het sierlijke handschrift van haar moeder.

‘Mijn lieve kind,
Ik kan met geen woorden beschrijven hoeveel ik je mis. Nog meer dan ik naar mijn thuis verlangde. Alles leek te vervagen tot een illusie, zelfs jij en kleine Tobi. En de keuze daar, die dag, ik kan nog altijd niet zeggen of het een fout was. Je zult het begrijpen als je oud genoeg bent en de trein nog rijdt.
Mama.’


Melina schudt verward haar hoofd. Vader wil zijn mond opendoen en iets buiten in het landschap aanwijzen. Maar staakt zijn poging. Wat hoopt hij te vinden op de plek waar hij zijn hart weggaf? Ze is gewoon weggegaan! Maar waar naar toe?
‘Ik,’ begint hij.
Melina kijkt naar haar voeten. Elke dag heeft ze gehoopt dat ze terug zou komen. Dat alles weer zou worden zoals het was. Dat ze haar ouders op het perron zou uitzwaaien en daar weer in haar armen zou sluiten. En nu? Nu bleek mama haar met opzet te hebben verlaten.
‘Waarom moest ik mee?’
‘Het is de allerlaatste rit. De laatste mogelijkheid om,’ hij staakt zijn zin als er tranen in zijn ogen opwellen. Niet begrijpend kijkt Melina hem aan.
‘Deze trein, kindje, is heel speciaal. Ik heb zo lang getwijfeld. Al die dagen, kansen, ik heb ze niet gegrepen.’ Even zwijgt hij. ‘Ze vertelde me dat het tijd was.’
‘Tijd waarvoor?’
Melina ziet in haar ooghoeken dat de grond verder van hen af verdwijnt, alsof de trein opstijgt! De wolken hullen de rest van de wereld in mist. Het raam wordt bedekt met de glinsterende draden van spinrag. Met grote ogen kijkt ze haar vader aan. Dit moet een droom zijn!
Hij buigt zich naar voren en pakt haar handen vast.
‘Al die dingen die we meebrachten, ze zijn van een plek waar de tijd stilstaat. Waar alles mogelijk is. Ze smeekte me te komen. En ik mis haar zoveel, Melina.’
Verbaasd kijkt Melina haar vader aan.
‘En Tobi dan?’
‘Maak je om hem maar geen zorgen.’

De mist trekt langzaam op. Het lijkt een gewoon landschap, maar Melina weet dat het niet zo is. Vader heeft haar uitgelegd dat deze trein in hun oude wereld fragmenten van Indira laat zien. De reizigers kunnen genieten van wat er op hen ligt te wachten, als ze via de trap de andere wereld betreden.
Haar vertrouwde wereld heeft ze achtergelaten voor een wens die ze zo vaak ’s nachts gemaakt heeft. Zou hij nu eindelijk uitkomen? En zal het aan haar verwachtingen voldoen?
Het stopsignaal van de trein weergalmt door de trein. Er is geen weg terug meer. Met knikkende knieën staat Melina op. Vader knikt haar bemoedigend toe. Ze heeft het zelf gewenst. Elke avond opnieuw, dat ze weer bij haar moeder zou zijn en het geheim zou weten.

Op het perron staat een vrouw die in de afgelopen vier jaar niets veranderd is. Melina hapt naar adem en houdt haar hand voor haar mond. De vrouw sluit Melina in haar armen, terwijl Tobi vrolijk om hen heen huppelt alsof hij er al jaren komt.
‘Mama,’ snikt Melina.
‘Ik laat je nooit meer gaan, kindje. Nooit meer.’
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Dreamrose
Balpen
Balpen
Berichten: 232
Lid geworden op: 27 feb 2012 20:18
Locatie: Almere

Een treinreis, maar dan anders.


Weg ivm schoolopdracht & plagiaat en shit ._.
Komt snel terug! ;3
Laatst gewijzigd door Dreamrose op 24 sep 2013 16:54, 4 keer totaal gewijzigd.
Gebruikersavatar
Patrick
Beheerder
Beheerder
Berichten: 1902
Lid geworden op: 05 feb 2008 18:39
Locatie: Zuid-Limburg
Contacteer:

Leuk om te zien: zoveel inschrijvingen al! Voor de mensen die nog aan het schrijven zijn: tijd zat! Nog 20 dagen om je verhaal in te leveren!

Ik kan alvast verklappen dat jullie verhalen ook weer beoordeeld zullen woorden door een vakkundige jury! Elke deelnemer krijgt dus een leuke beoordeling met enkele tips en suggesties! Zeker de moeite waard!

De uiteindelijk einduitslag zal weer bepaald worden door een combinatie van stemmen en punten. Én niet te vergeten het bonuspunt als je deze verdient hebt!

Succes! :)
Why are you so frightened? Have you no faith?
Christian Damen
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2110
Lid geworden op: 19 jun 2012 01:37

Ik ben nog nooit zo vaak een verhaal opnieuw begonnen xD mijn ideeën waren allemaal te lang voor een kortverhaal, dus ik heb uiteindelijk maar een soort van prelude in de wereld van CG gemaakt. Ik kan een wedstrijd met zo'n leuk thema natuurlijk niet laten schieten :p

1045 woorden ;-)

==============
CG ♣ Smith
De zeven uur durende rit tussen Kansas en Dallas, de twee kleinste overgebleven steden in het continent, is een van de kortere ritten die de Stoomrail maakt. De meeste plaatsen worden bezet door handelaars en andere zakenlui, die voor hun werk tussen de steden heen en weer reizen. Een enkele plek wordt echter bezet door andere reizigers, individuen met een ander doel.


“Is deze plek nog vrij?”
Wayne keek verstoord op toen hij uit zijn gedachten werd opgeschrikt door een rauwe stem. Een blonde man met een bruine hoed en een lange trenchcoat torende boven hem uit. In zijn hand hield hij een lederen koffer. Vragend keek hij Wayne aan.
Wayne beantwoorde zijn blik met een vriendelijke glimlach. “Ga gerust uw gang.”
De man knikte en nam plaats in de coupé, recht tegenover Wayne. Hij plaatste zijn koffer naast zich op de bank en ging met een diepe zucht zitten.
Wayne’s aandacht verslapte weer, en hij staarde uit het raam van de coupé. De dorre woestenij waar de trein doorheen reed gaf hem een leeg en eenzaam gevoel.
“Een mistroostig aanzicht, vindt u niet?” De blonde man had zijn hoed afgenomen, en keek Wayne nu aan met zijn helder blauwe ogen.
Wayne haalde zijn schouders op. “Het is wat het is. We zullen er mee moeten leven.”
“Hmmm...” De man keek nadenkend naar het plafond van de trein. “Er zijn genoeg mensen die dat niet met u eens zouden zijn.”
Met één opgetrokken wenkbrauw keek Wayne de man aan. “U bedoelt?”
“U bent bekend met de Apaches, meneer...?” De man kwam iets overeind van zijn zitplek en stak zijn hand uitnodigend uit.
“Wayne.” Wayne schudde de hand van de man.
“Meneer Wayne. Mijn naam is Smith.” Smith liet Wayne’s hand los en nam weer plaats op de lederen bank. In zijn beweging sloeg zijn jas een stukje open, waardoor zijn riem zichtbaar werd. Wayne’s adem stokte en zijn ogen werden groot toen hij het metaal onder de jas zag glimmen.
Smith ving zijn blik en nam de revolver uit zijn holster.
“Een Smith&Wesson 4.6,” zei hij, terwijl hij de revolver op zijn vlakke palm toonde. Met een grijns liet hij de revolver tweemaal rond zijn vinger draaien en stak hem in één beweging terug in de holster. “Geen familie.”
Het was even stil terwijl Smith met een lichtelijk zelfvoldane blik naar Wayne bleef kijken.
Met een zachte kuch doorbrak Wayne de stilte. “U reist zwaar bewapend, meneer Smith.”
“Hmmm.” Smith keek met een diepe frons op zijn gezicht door het raam. “Kansas-Dallas is een lange rit, het is niet meer dan logisch dat Booth een sherrif inhuurt om de orde in de trein te bewaren.”
Wayne ging wat rechterop zitten. “Booth?”
“Ronald P. Booth.” Smith rommelde wat door zijn jas terwijl hij doorsprak. “Voorheen oliemagnaat, nu eigenaar van de Stoomrail. De man die het geld van uw ticket ontvangt, dus.” Smith haalde een dikke sigaar uit de binnenzak van zijn jas en stak hem in zijn mondhoek. Wayne haalde vlug een luciferbox uit zijn zak en stak met een beleefd gebaar Smiths sigaar aan.
Tevreden trok Smith aan zijn sigaar. “Dank u zeer. Kunt u het zich voorstellen dat onze voorvaderen hier elektrische aanstekers voor gebruikten?”
Wayne uitte een honende lach en wees naar buiten, naar de contouren van de ruïnes die aan de horizon te zien waren. “Hoge huizen in de lucht en een digitale wereld die ze met elkaar verbond. Nee, ik vind het niet moeilijk om het me voor te stellen, dat zij hun elektriciteit voor alles wisten te gebruiken.”
“Tot de blackout,” sprak Smith langzaam.
Wayne knikte. “Totdat hun bommen de wereld vernietigden en de atmosfeer verpesten.”
“Inderdaad. De wereld voorgoed vernield, de mensheid gedoemd om zich terug te trekken in de enkele beschermde steden, geïsoleerd van de rest van de mensen.”
Hoofdschuddend keek Wayne uit het raam. “Niet volledig geïsoleerd. De Stoomrail verbindt de steden nog altijd met elkaar.”
Smith trommelde met zijn vingers op de holster aan zijn riem. “Maar dat is dan ook het enige wat ons nog bij elkaar houdt.” Zuchtend keek Smith weer naar het plafond. “Al zouden de Apaches dat graag anders willen zien...”
Met een ongemakkelijk gevoel keek Wayne naar Smith. “De wereld herbevolken, ons weer uitspreiden over de vlaktes... Is dat zo fout?”
Het getrommel op de holster stopte, en Wayne zag hoe Smith zijn hand op de kolf legde. “Weet u wat de primaire taak van de sherrifs is?” vroeg hij met onheilspellende stem.
Wayne voelde hoe de adrenaline door zijn lichaam gierde, terwijl hij zijn uiterste best deed kalm te blijven. “Nee?”
“Het opsporen, berechten en elimineren...” Smiths vinger sloot zich om de trekker van zijn revolver terwijl hij op het punt stond zijn wapen te trekken. “Van iedere Apache die Booth in de weg staat.”
In één vlugge beweging sprong Wayne overeind en trok zijn colt. Met de punt van de loop op Smith gericht keek hij hem diep in de ogen.
“Hoe heeft u me gevonden?”
Met een grimmige blik keek Smith hem aan. “Onderschat de macht van CG niet. Deze wereld is van ons.”
“Als wij winnen,” antwoordde Wayne, “zal het Conglomeraat zijn macht eindelijk verliezen. Mensen zullen niet langer geregeerd worden door een klein aantal rijken, verheven boven de rest, maar we zullen allen als gelijken kunnen leven.”
Smith uitte een rauwe lach, terwijl hij Wayne met woeste ogen aankeek. “Jullie hebben ons nodig! Zonder het Conglomeraat stort deze wereld in. Zonder ons zijn jullie niets!”
Met een zucht spande Wayne de haan van zijn revolver. “De tijd zal het ons leren.”


Het geluid van de twee geloste schoten werd overstemd door het geluid van de locomotief, luid en onveranderd. De Stoomrail vervolgde ongestoord haar rit. Wat er ook gebeurt, ze heeft maar één doel, één taak om de mensheid bijeen te houden.
De trein moet blijven rijden.
Laatst gewijzigd door Christian Damen op 14 mar 2013 13:15, 1 keer totaal gewijzigd.
Suppose you toss a coin enough times
Suppose one day, it lands on its edge
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Vlammenzee

"Denk je echt dat ze het gaat doen?" De trilling in zijn normaal gesproken ruwe stem verraadde dat de soldaat doodsbang was. Grijnzend draaide Arwen zich richting de ijzeren spijlen. Als de tralies en de boeien om haar enkels haar niet tegenhielden, wist ze zeker dat ze hem ieder moment had kunnen aanvallen. De barsten in haar lippen scheurden opnieuw open bij een brede grijns. Dachten ze nou echt dat ze ten wille van hen haar krachten zou gebruiken?
Cass zou het nooit goedgekeurd hebben. Hij was eenmaal de persoon die haar door de jaren heen had geleerd om te gaan met haar gave. Voor haar had het in eerste instantie als een vloek aangevoeld, maar hij liet haar het tegendeel inzien. Lachend hadden ze samen door de dwarrelende sneeuw gedanst en dat terwijl het hartje zomer hoorde te zijn.
Het licht afkomstig van de vuurfakkels maakte de bewegingen van de soldaat zichtbaar op de koude vloer. Ze hoefde zijn gezicht niet te zien om te weten dat de angst overduidelijk vanuit zijn ogen te lezen zou zijn. Het voelde zo ontzettend goed, wetende dat zij deze paniek in zijn ijzersterke lichaam had veroorzaakt. Zeker nadat ze had gezien hoe wreed hij kon zijn.
Nadat ze de boodschap om naar het paleis van Heer Botavv te komen had genegeerd, waren de soldaten totaal onverwachts haar dorp binnen komen vallen. In een reflex had ze de schone was uit haar handen laten vallen en was schreeuwend de strijd binnen gesprongen. Vechtend voor het leven van de andere dorpelingen had ze een zwaard afgepakt en de eigenaar neergestoken. De adrenaline gierde door haar lijf. Haar hart klopte in haar keel. Met een tevreden glimlach had ze een spoor van leegbloedende lichamen achtergelaten, tot een bekend gejammer boven de chaos uitkwam. In paniek had ze om zich heen gekeken en uiteindelijk vonden haar ogen haar moeder. Elke cel in haar lichaam schreeuwde om naar haar toe te rennen, terwijl het donkerrode bloed zich om haar lichaam verzamelde. Een irritant stemmetje in haar achterhoofd weerhield haar echter. Ze wist dat het te laat was... Haar moeder zou sterven, vertrapt worden onder de vechtende massa en ze kon er niets tegen doen. De tranen prikten in haar ogen. Het liefst had ze zich overgegeven aan de onmacht, maar eerst moest ze zichzelf zien te redden. Ze waren hier eenmaal voor haar. Als automatisch was het verdriet overgewaaid in woede, terwijl de lichamen zich verzamelden op de eerst lege vlakte. De hemel rouwde om de doden. Hijgend was ze over de onherkenbare gedaantes gesprongen, alsof ze niets anders waren dan nietszeggende obstakels. Het vuur dat in haar lichaam brandde, zorgde er voor dat ze iedereen die enigszins op een soldaat leek meteen neerstak. Het enige dat ze nog voor ogen had, was iedereen te doden die dit alles op hun geweten had. Ze was zo gefixeerd op het zwaard in haar handen, dat ze niet doorhad dat een soldaat haar vanachter besprong. Met een harde klap was ze in de modder beland. Kwader dan ze al was, probeerde ze onder zijn lichaam vandaan te komen. Haar spieren verlamden echter, toen ze in de levenloze ogen van haar broertje staarde. Bewegingloos lag zijn lichaam in een modderplas. Tranen sijpelden over haar wangen, terwijl ze noodgedwongen moest toekijken hoe de groene kleur van zijn irissen in het niets verdween. Jammerend had ze haar arm losgetrokken en met trillende vingers zijn oogleden gesloten.
De stem van een andere soldaat ontwaakte haar uit de wirwar van beelden, die haar al achtervolgde sinds ze was meegevoerd richting de kerkers. Het haalde vooral veel woede in haar los, terwijl het verdriet stilletjes vanachter een muur bleef loeren.
"Ze moet nu wel," lachte hij. Zijn woorden weerkaatsten tegen de dikke muren en drongen angstaanjagend hard haar hoofd binnen.
Haar groene ogen vlogen als automatisch naar het in stukken gescheurde perkament in de hoek van de cel. Woedend had ze het tot snippers verscheurd, volhoudend niet mee te werken aan de sluwe plannen van Heer Botavv. Meteen had ze spijt gehad. Arwen wilde absoluut niet handelen vanuit zijn naam, maar achteraf gezien had ze misschien beter meteen kunnen instemmen. Als ze gelijk was ingegaan op de boodschap, lag haar halve dorp nu niet rottend onder de modder en leefden haar broertje en moeder nog. Daarbij had ze dan geen lijfstraffen hoeven ondergaan. De verwondingen die Heer Botavv haar met alle plezier had aangebracht, brandden in haar huid. Vanuit de diepe wonden sijpelde nog steeds bloed. Hij had zijn gehele uitrusting laten ophalen, maar ze had op dat moment geen kik gegeven. Standvastig had ze haar kaken op elkaar gehouden en hoorde haar kiezen knarsen. Als een bijtend gif verspreidde de pijn zich nog steeds door haar lichaam, maar ze mocht niet opgeven.
Toen de eerste soldaat met ietwat terughoudende passen de cel in kwam lopen, schonk ze hem niets meer dan een geïrriteerde blik. Arwen zag dat hij zijn vingers gespannen om het heft van zijn zwaard had geklemd. Op het slachtveld had hij eenmaal gezien waartoe ze in staat kon zijn.
"Ik zie dat je nog steeds geen zin hebt om mee te werken?" Merkte hij op, nadat hij zich herpakt had en richting het gescheurde perkament keek.
"Ik zal nooit voor jullie tekenen!" Woedend stond ze op, maar werd al gauw teruggeroepen door de stalen kettingen aan de boeien.
"Goed, we zullen de keuze wat makkelijker voor je maken," zei hij, terwijl hij zijn ogen tot spleetjes vernauwde om haar reactie te peilen. Het liefst had ze zo zonder problemen willen meewerken om niet opnieuw de helse pijn te hoeven ondergaan, maar de tweestrijd maakte de keuze bijna onmogelijk. Bij de gedachte hoeveel slachtoffers het nog meer met zich mee zou brengen, ontstond er een steek in haar buik. Dat kón en wilde ze niet op haar geweten hebben. Ze zochten maar naar een andere manier om vijanden uit te schakelen.
"Ik heb mijn keuze al lang gemaakt," hield ze vol en keek ter bevestiging van de soldaat weg. Even heerste er een stilte, waarin ze alleen nog het kloppen van haar hart hoorde. Had hij zich er bij neergelegd? Was hij weg?
"Laat hem binnenkomen!" Ze schrok op van zijn ruwe stem, die de grimmige stilte verbrak en keek met ingehouden adem richting de tralies. In het schijnsel van het vuur kwam de tweede soldaat te voorschijn. De wakkerende vlammen weerkaatsten in zijn pantser, wat hem er nog bruter liet uitzien. Grijnzend keek hij op haar neer. Aan zijn zijde hield hij een tegenstribbelende gedaante vast. Door telkens tegen zijn schenen te schoppen, probeerde de soldaat hem in bedwang te houden. De jute zak over zijn hoofd maakte de persoon onherkenbaar, terwijl elke vezel van haar lichaam zich voorbereidde. Ze konden hem niet zonder reden naar haar toegebracht hebben. De adrenaline gierde door haar lichaam, zoals het op het slachtveld ook had gedaan.
"Ik zal het je nog één keer vragen," fluisterde hij, "kunnen we er op rekenen dat je mee zal werken?" Schoft, hoe kon hij dat haar nog eens vragen? Ze had toch duidelijk laten weten dat ze in de stront konden zakken. Toch zweeg ze, wat de soldaat de aanzet gaf om in zijn vingers te knippen. De tweede soldaat trok ruw de zak van het hoofd van de gevangene. Op dat moment stond alles stil, terwijl ze vaag op de achtergrond de soldaten hoorde lachen. De gedaante werd wazig en toen plotseling haarscherp, maar toch herkende ze elk detail. Haar hart kromp ineen. Cass. Haar lippen proefden zijn naam. Hoe konden ze de enige persoon die ze nog overhad en waarvan ze zielsveel hield hierheen brengen?
"Laat hem gaan," prevelde ze verslagen. Haar stem was niets meer dan een lichte trilling in de lucht. Cass probeerde wat te zeggen, maar een doek om zijn mond legde hem het zwijgen op. Uit frustratie trok ze aan de boeien en schopte schreeuwend om zich heen, wat alleen maar averechts werkte. Onverschillig zette de soldaat een stap naar achter.
"Luister. Je vriendje hier zal vrijuit gaan als jij voor ons tekent, maar dan zal je ons wel een belofte moeten doen."
"Goed, ik zal het doen, maar laat hem alsjeblieft gaan!" Haar stem klonk gebroken. Ze was uitgeput. In één klap was de beschermende muur om haar heen in elkaar gestort. Het hof was te sterk om tegen in te gaan, daar was ze nu wel van overtuigd.
"Wat zeg je?" Vroeg de tweede soldaat pestend. Normaal gesproken had ze hem een vuile blik geworpen of aan de kettingen getrokken, maar ze kon het niet.
"Ik zal voor jullie tekenen," herhaalde ze, "maar daarvoor heb ik vers bloed nodig."
"Niet moeilijk om aan te komen, toch?" Vroeg de soldaat die Cass vasthield en keek veelbelovend naar de andere soldaat. Voordat ze ook maar kon protesteren, trok de soldaat zijn zwaard. Schreeuwend liet ze zichzelf op haar knieën vallen, toen Cass’ lichaam in elkaar stortte. Zijn hoofd dat ze zo vaak liefkozend in haar handen had gehouden, viel kwellend voor haar neer. De tranen stroomden over haar wangen. Ze had het idee gek te worden, terwijl het bloed zich over de kasseien verzamelde.
“En nu tekenen, hoer,” zei de soldaat en wierp haar een nieuw perkament toe. De woede in haar lichaam, werd geblust door de tranen die over haar wangen rolden. Ze voelde zich hopeloos, verloren en gekleineerd. Ze had niemand meer. Alles wat ze zorgvuldig in haar leven had opgebouwd, was verdwenen. De enige manier om haar nog te doen tekenen, was door middel van martelingen. Ze was te uitgeput, te verslagen om dat nog eens te ondergaan. Het meisje had geen andere keuze.
Even waren de twijfels in haar ogen te lezen, toen haar vingers naar het bloed tastten. Diep in- en uitademend probeerde ze haar kalmte te bewaren, terwijl ze jammerend haar ogen sloot. Het leven dat zich ooit in het warme bloed had verscholen, kroop haar huid binnen. Ze zag de zonnebloemvelden waar ze samen haar krachten uitoefenden. De paarden die ze samen bereden. Hun eerste kus op een heldere avond in de geoogste velden. Snikkend probeerde ze het brok in haar keel weg te slikken en de beelden te bannen.
Haar binnenste begon te gloeien en de energie verspreidde zich door haar aderen. Alsof ze in een soort trance verkeerde, verdwenen de soldaten om haar heen. Haar vingertoppen gleden over het perkament. Ze tekende precies wat Heer Botavv van haar geëist had, maar ze al meerdere malen had geweigerd. Stiekem had ze zich al een aantal keer bedacht hoe ze het angstaanjagende tafereel zou neerzetten, maar nu wist ze het zeker. In alle details verscheen er een stoomtrein op het perkament. Van de rook tot de drijfwielen, van de ramen tot de trekhaken en de flinke brand die hij had gewild. Het enige wat nog toegevoegd moest worden, was de gedachte aan Heer Killian uit het Noorden. Een uur geleden was Heer Botavv al vertrokken, om zo snel mogelijk zijn stuk land te kunnen overnemen. Het was perfect. Bijna dan...
Opnieuw legde ze haar hand op het perkament. De energie sloop door haar vingers en nam de macht over haar lichaam. Ze was uitgeput, maar wist met het laatste beetje energie het geheel compleet te maken. In gedachte zag ze hoe de vlammen om zich heen reikten en de prachtige uitzichten aan hen voorbij gingen. De trein verging langzaam tot smeulend as. De vele slachtoffers keken gedesoriënteerd om zich heen. Wanhopig geschreeuw als dat wat op het slachtveld te horen was, kwam over het geluid van de rijdende stoomtrein uit. Het mooiste om zich voor te stellen was de paniek in de ogen van Heer Botavv, die net als zijn vijand één werd met de vlammen. Hoe kon hij ooit zo dom zijn om haar te vertrouwen. De schoft.
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

“De onbewogen beweger houdt het universum in beweging,” fluisterde iemand in mijn oor.
Ik draaide me met een ruk om. De trein voor me kwam krakend en piepend tot stilstand, maar ik besteedde er geen aandacht aan. De enige die dicht genoeg naast me stond om iets te fluisteren lette totaal niet op mij. Pas toen ik hem onbewust te lang aanstaarde, draaide hij zijn hoofd naar me toe en keek me vragend aan. Ik wendde me snel af. Was het soms mijn verbeelding geweest?
Verdwaasd schudde ik mijn hoofd en richtte me op de opengaande deuren. Een stroom mensen kwam de trein uit; op ieders gezicht was de haast te lezen. Normaal gesproken zocht ik naar de knapste jongen van de dag, maar deze keer bleven mijn gedachten afdwalen. De onbewogen beweger houdt het universum in beweging. Het klonk veel te specifiek om door mijn eigen geest verzonnen te zijn.
De laatste reiziger zette voet op het perron en verdween richting de trap. Ik stapte achter een lange man in, maar volgde hem niet naar links. Rechts had op een vreemde manier altijd mijn voorkeur.
De coupé was bijna helemaal leeg. Ik wilde doorlopen naar het achterste bankje, toen opeens iemand opstond. Op het moment dat ik haar zag, wist ik dat ze niet normaal was. Haar haren waren zo grijs alsof ze aan het einde van haar leven was, maar haar gezicht was strak en jong. Twee zilveren ogen keken me aan. In hun diepte las ik een wijsheid en bevattingsvermogen die me beangstigden.
Instinctief zette ik een pas achteruit, net op het moment dat de trein in beweging kwam. De vloer schommelde onder mijn voeten. Ik graaide naar de bank, maar greep mis.
De grond was pijnlijk hard.
Het meisje liep naar me toe, merkwaardig glijdend, alsof de natuurwetten geen vat op haar hadden. “Weten is herinneren. Herinner je het… herinner!”
Ik herinnerde het me. Alles. Haar ogen waren de spiegels waardoor de kennis tot me kwam. De stortvloed aan feiten, theorieën en ideeën deden pijn, ze drongen zich mijn hersenen in om zich daar met geweld te verankeren.
“Genoeg,” kreunde ik.
Mijn hoofd leek elk moment uit elkaar te kunnen barsten. Toch kon ik mijn blik niet afwenden, alsof ik met onzichtbare ketens verbonden was.
Tot ze me eindelijk liet gaan. Met een snikkende zucht viel ik achterover. Mijn slapen voelden aan alsof iemand er een bankschroef om had gelegd. Kennis dwaalde rond in mijn hoofd, klaar om opgeroepen te worden als ik het me herinnerde. Maar er was niets dat de kennis activeerde.
“Zal ik je begeleiden langs de verschillende waarheden?” fluisterde het meisje.
Ik knikte zwakjes. Ze glimlachte en trok me overeind. De trein reed over een wissel en het plotselinge verwisselen van spoor liet me naar de dichtstbijzijnde bank grijpen. Er zat een man op. Het rood vloog al naar mijn wangen bij de gedachte dat hij alles gezien had, toen iets tot me doordrong. Hij was niet van vlees en bloed. Zijn ontblote armen waren gemaakt van stroken huidskleurig materiaal, met elkaar verbonden door radertjes en tandwielen. Dat was nog niet het vreemdste: boven zijn hoofd zweefde een ondoorzichtige mist die met ijle draden zijn schedel inliep.
Een hand werd op mijn schouder gelegd. “Je was de verkeerde coupé ingestapt, je bent al te ver de tijd in. We moeten terug.”
Weer een glimlach. Haar gezicht leek van marmer te zijn gemaakt, alsof haar lippen in een glimlachende vorm gebeiteld waren. Geen tanden te zien. Ook geen vriendelijkheid. Toch volgde ik haar gedwee toen ze door de coupé liep.
De andere mensen die op de bankjes zaten, hadden ook een kolkende aanwezigheid boven hun hoofd zweven. Ze keken allemaal uit het raam, naar het voorbijschietende landschap. In de verte lag een rivier die met de seconde dichterbij kwam.
Het geluid van de razende trein werd harder toen het meisje de coupédeur opentrok. Ik stapte achter haar aan de tussencoupé binnen, net op het moment dat we de rivier overstaken. Ze bleef staan en draaide zich naar me om.
“Dit is niet het begin, maar goed genoeg om alles te snappen. Dit moment kunnen we niet voorbij laten gaan.”
Met een bulderend geluid sloeg een golf door de ramen heen en overspoelde ons. Binnen een seconde was ik drijfnat. Het merendeel van het water stroomde er aan de andere kant weer uit, maar er bleef wat achter. We waren tot deel van de rivier gemaakt.
“Elke seconde die voorbij gaat, elke keer dat je inademt, ben je anders. Net zoals je nooit eenzelfde stap in dezelfde rivier zet, zet je nooit eenzelfde stap in het leven. De werkelijkheid stroomt. Begrijp je dat?”
Een nieuwe golf stroomde de tussencoupé binnen. Het tekort aan water moest opgevuld worden. Mijn voeten werden koud, een gevoel wat zich uitspreidde naar mijn knieën. Ik veegde mijn natte haren naar achteren en knikte.
“Ik herinner het me.”
“Mooi. Dan gaan we verder.”
Ze was al naar de andere coupé verdwenen voordat ik het doorhad. Ik trok de deur open, mijn blik gericht op het water dat op mysterieuze wijze niet volgde. Binnen een seconde was de tijdelijke rivier weer een gewone tussencoupé.
De steen die in de lucht zweefde kwam als een verrassing. Ik knalde er met mijn hoofd hard tegenaan. Met een vertrokken gezicht wreef ik over de pijnlijke plek.
“Stenen horen niet te zweven,” zei ik tegen het meisje, boos dat ze me niet gewaarschuwd had. Ze balanceerde op haar tenen op een van de treinbankjes die op een vreemde manier vervormd waren. Het duurde even voordat ik doorhad dat ze gekanteld waren.
“In jouw wereld, ja. Dit is de wereld van Aristoteles. Hier zoekt alles naar zijn rechtmatige plek.”
Ik liep verder de coupé in, zorgvuldig de zwevende steen ontwijkend. Bij elke stap die ik zette verduisterde het uitzicht vanuit de ramen, totdat er een zwarte oneindigheid heerste, verbroken door kleine lichtpuntjes. Een melkwitte spiraal schitterde in de verte, bestaande uit talloze sterren.
“Als jij je rechtmatige plek ook vindt, is de wereld weer in balans.”
Ik richtte mijn blik op het meisje. Ze zat in kleermakerszit op een grote steen die flonkerde in alle kleuren van de regenboog. Er tolde van alles om haar heen; ik zag een miniatuurboompje, een bliksemflits, een planeet met een ring eromheen. Haar gezicht gloeide met een alwetend weten.
“Mijn rechtmatige plek? Moet ik dan voor altijd stil blijven staan?”
Ze schudde bedroefd haar hoofd. “Je snapt het niet. Je herinnert je het wel, maar je begrijpt het niet. Ik denk dat we beter naar een volgend tijdperk kunnen stappen.”
Alles wat om haar heen vloog, was opeens weg. Ze kwam overeind en liep door het gangpad naar de volgende coupé toe.
“Niet schrikken,” zei ze terwijl ze de deur voor me open hield.
Ik stapte totale duisternis in. Hoewel het geen duisternis was, het was gewoon het ontbreken van iets. Er was geen licht, dus ook geen schaduw. Geen tijd, geen ruimte, geen vormen. Geen enkele substantie. Maar bestond ik dan wel?
“Je denkt, dus je bent,” fluisterde een zachte stem in mijn oor. “De wereld om je heen kan een product zijn van je eigen verbeelding. Niets is zeker, behalve één ding: er is iets wat denkt. En dat ben jij. Daarom besta je.”
“Maar als ik mijn eigen wereld creëer,” zei ik langzaam, “dan kan ik dus van alles zijn. De onbewogen beweger, de aarde zelf. Ik kan ook gewoon nu denken dat ik mijn ogen opendoe en in mijn bed wakker word. Of…of…”
Allerlei mogelijkheden tolden rond voor mijn geestenoog. Kennis drukte zich door mijn hoofd heen, schreeuwend om aandacht. Stemmen fluisterden tegen mij, eisten een bestaan in mijn zelfverzonnen wereld. Pure chaos. Ik kon het niet meer aan!
“Ik wil niet meer! Zo denken maakt me gek! Ik wil onwetend zijn!”
Het meisje, opeens zo helder als een licht in het duisternis, staarde me met wijd opengesperde ogen aan. Haar gezicht werd lijkbleek, viel uit elkaar, loste op in het niets. Haar wezen verdween. Het enige wat me aan haar herinnerde was een vage stem die in mijn hoofd speelde.
“Nee!”
Schreeuwend sprong ik overeind. Geschrokken mensen staarden me aan alsof ik gek geworden was. Het duurde even voordat ik doorhad dat ik in de trein zat. Met brandende wangen liet ik me weer op mijn plaats vallen en pakte het boek dat van mijn schoot was gegleden. Ik grimaste toen ik de titel las. Denkbeelden van beroemde filosofen.
“Wat heb ik toch een hekel aan filosofie.”
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Plaats reactie

Terug naar “Wedstrijden”