Maar ik heb besloten om te beginnen met posten, misschien motiveren reacties me *hint hint*.
Vervloekt.

Proloog.
Ik zucht vermoeiend als ik zie hoeveel trappen ik nog op moet voordat ik bij mijn doel ben. Dit hele kasteel heeft iets duisters over zich heen, dat bevalt mij wel. Er is net genoeg licht om de schimmel op de muren te zien zitten.
Op het gedrup na is het muisstil. Ik kan mijn eigen hart horen kloppen, dat verbaast me. Het verbaast me dat mijn hart nog klopt, dat ik dat nog verdien. Ze had me beter kunnen vermoorden.
Ik zou vliegend naar boven zijn gegaan, als er geen gigantisch krachtveld om deze plek zou hangen. De tovenaar wilt waarschijnlijk geen bezoek, dat houdt mij echter niet tegen. Ik wil alles doen om mijn doel te bereiken, dus zo een stom trappetje kan ik ook wel aan.
Hijgend, nog steeds niet gewend aan mijn gedaante, hijs ik mezelf de eerste trede op. Ik voel dat al mijn botten en spieren protesteren, ze kraken. Juist dit gevoel herrinnert me eraan dat ik dit echt wil. Nu maar hopen dat die oude me gaat helpen. Gelukkig ben ik er best goed in om mensen te overtuigen, het is maar één keer mislukt. Die mislukking heeft geleid tot wie ik nu ben, een vies monster. Ik heb heus wel geprobeert om te wennen aan dit leven, echt. Ik probeer het al ruim honderd jaar, maar tot nu toe zonder succes.
‘Loop eens door. Je gedachten irriteren me,’ galmt er door de ruimte.
Zijn krachtige stem zorgt er voor dat ik harder ga lopen, nee het zorgt ervoor dat ik ren. Ik negeer mijn pijn en mijn adem die hortend en stotend verder gaat. Voordat ik het besef ben ik boven.
Het kost me moeite om mijn blik niet neer te slaan als ik de tovenaar zie, hij is zo machtig. Maar mijn blik neer slaan is niets voor mij, daarom kijk ik hem bewust recht in zijn ogen.
‘Één en al opstandigheid, merk ik meteen,’ klinkt zijn stem afkeurend. Ik laat zijn gezicht over mij heen dwalen en ik merk dat er in zijn blik even veel afkeur zit als in zijn stem. Moet ik hem zeggen waarvoor ik hier kom? Dat weet hij volgens mij al lang, aangezien hij mijn gedachten kan lezen.
‘Je vraagt wel veel van mij. Waarom zal ik dit eigenlijk voor je doen? Dit is trouwens een hele machtige spreuk, bijna geen enkele tovenaar kan die uitvoeren.’
‘Maar u kan dat wel toch?’ vraag ik hoopvol. ‘Ik heb spijt van mijn daden. Ik vind dat ik lang genoeg deze straf heb volgehouden. Ik wil mijn leven weer oppakken, want ik voel me mens. Ik wil geen monster meer zijn.’
Terwijl de oude tovenaar nadenkt heb ik even tijd om de ruimte goed door te kijken. Het is een donkere ruimte. Wat mij opvalt is dat ik heel veel boeken zie die door de kamer slingeren, daar heeft hij zijn kennis dus vandaan. Ik wist wel dat een tovenaar niet op internet zou gaan zoeken. Het beetje licht dat er is, komt van een brandende kaas.
‘Je bent door Circe vervloekt, is het niet?’ Als ik knik gaat hij verder. ‘ Zij is een machtige heks, al noemen haar velen een Godin. Ze heeft gewoon geluk dat haar ouders zo machtig zijn, maar ik heb wel een idee. Onthoud goed, ik doe dit alleen omdat ik Circe haat. Niet om jou te helpen.’
Hij laat zijn haat duidelijk door zijn stem klinken. Ik haal mijn schouders onverschillig op. Wat maakt mij het nou uit waarom hij het doet? Als hij het maar doet, hij is mijn enige kans.
‘Ik kan je terug in een menselijk gedaante krijgen, hier zitten echter een paar voorwaarden aan. Als jij voor altijd mens wilt blijven zal er een nieuw slachtoffer moeten komen op wie de vloek over zal gaan. Die moet je zoeken terwijl je in het menselijke gedaante zit. De tweede voorwaarden is dat je zes maanden de tijd hebt, langer kan ik je menselijke gedaante echt niet tot stand houden. Het is ook zo dat als je moe bent je onmiddellijk terug veranderd in dit gedaante. Dan is de magie op, namelijk.’
Ik luister naar hem maar het dringt niet echt tot me door. ‘Maak me nou maar mens,’ zeg ik ongeduldig.
De tovenaar fronst maar hij luistert naar mijn eis. Ik voel mijn lichaam tintelen, ik krimp. Ook voel ik dat mijn vleugels verdwijnen, wat voelt dit fijn! Langzamerhand voel ik me steeds beter worden. Ik ben er klaar voor. Ik ben klaar om een slachtoffer te gaan zoeken, die in mijn oude gedaante voort kan leven.
Aangepast na feedback van Silke.