Ditmaal kan ik u verbazen met een zeer simpel, bijna basaal verhaal: Een enkele dialoog. Niets meer, niets minder.
==================
- Niet-niet mijn vriendje -
“Wat?” Haar stem klonk eerder vragend dan geïrriteerd.“Ik zat gewoon naar je te kijken.” Mijn ogen gleden over de vormen van haar lichaam, terwijl ze probeerde iets op haar mobiel te doen.
“Je leidt me af,” verzuchtte ze.
Ik glimlachte en streek met mijn hand door haar haren. “Zo erg vind je dat niet.”
Ze sloot haar ogen en gooide haar mobiel op haar bed. “Je kan best vervelend zijn, wist je dat?”
Ik knikte vrolijk. “Bennik goe in!”
“Praat normaal Nederlands, je bent geen boer.”
“Ik heb anders wel een konijn,” grijnsde ik.
“Ja, en ik een kat,” antwoordde ze, “maar dat maakt me nog geen boer.”
“Je hebt een kat?”
Ze haalde haar schouders op. “Bij mijn ouders.”
“Moet ik maar eens langskomen,” grapte ik.
“Zal m’n moeder leuk vinden...”
“Ach joh,” antwoordde ik, “ik val meestal wel in de smaak bij ouders.”
Ze likte aan haar bovenlip. “Mjah, dat geloof ik wel.”
“Maar wat zou je dan tegen je moeder zeggen? Je kan haar moeilijk zeggen dat ik je vriend ben...”
Ze schudde haar hoofd, waardoor een lok van haren haar in haar ogen viel. “Nope.”
“Maar aan de andere kant,” vervolgde ik, “kun je haar ook niet zeggen dat ik níet je vriend ben...”
Ze maakte een geërgerd geluid en keek van me weg.
“Toch?” drong ik bij haar aan.
Ze reageerde echter niet, en even was het stil.
“Maar wat zijn we dan wel?” doorbrak ik de stilte.
Ze zuchtte en keek me met vermoeide ogen aan. “Waarom moet je altijd overal een label op plakken?”
Ik grijnsde breed. “Je kent me toch. Ik houd ervan geordend te zijn, alles netjes en ordelijk, overzichtelijk en begrijpbaar.”
“Niet alles is kwantificeerbaar. Menselijke relaties laten zich niet vastleggen, niet in hokjes stoppen.”
“Maar we zijn goede vrienden,” ging ik tegen haar in. “Dat is dan toch een label?”
Ze keek me aan met een droge blik. “Goede vrienden hebben geen seks...”
“Nou dan!” riep ik uit. “Dan zijn we dus wel iets!”
Ze kreunde terwijl ze haar ogen naar het plafond richtte. “Dat heb ik nooit ontkend. Ik wil er gewoon niet over nadenken.”
Ik keek haar met een teleurgestelde blik aan. “Ik wel...”
Ze kneep haar ogen tot spleetjes. “Jij wel, ja...” Even dacht ik dat ze boos was, maar toen verscheen er een kleine glimlach op haar gelaat.
“Wat ben je toch een doos,” zei ze zonder me aan te kijken.
“Moet jij nodig zeggen,” antwoordde ik haar met rollende ogen.
“Vooruit dan maar.” Ze pakte mijn hand vast en gaf me een kus. “Als jij zo’n behoefte hebt aan een label, dan krijg je er een.”
Ze zweeg even terwijl ze nadacht.
“Niet-niet mijn vriendje,” zei ze met een ondeugende blik. “En daar zul je het mee moeten doen!”
Even was ik stil. Toen grijnsde ik mijn tanden bloot, en ik boog mij naar voren en kuste haar zachte lippen.
“Doos,” zei ik gniffelend.
“Sukkel,” zei ze blozend terug.
♥ The End ♥