Seks, drugs en en dubbele dosis drama
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Een serie moordenaar, whahaha
Typisch Mel. :P
Ik vind het telefoongesprek heel leuk, vooral dat ‘Wil je me ook bellen als het niet doorgaat?’ Ik hoorde het haar zó zeggen.
Overigens, klein spellingsfoutje - het is 'verrassing' en 'verrassen', met twee r-en. Een belangrijk verschil met 'verassen', want dan blijft er van Gio niet veel meer over.
Ik heb verder niet zoveel te zeggen, er blijft zo weinig over als je over alles positief bent als lezer. ;) Ben benieuwd naar de avond met Mel.
Liefs!
Ik vind het telefoongesprek heel leuk, vooral dat ‘Wil je me ook bellen als het niet doorgaat?’ Ik hoorde het haar zó zeggen.
Overigens, klein spellingsfoutje - het is 'verrassing' en 'verrassen', met twee r-en. Een belangrijk verschil met 'verassen', want dan blijft er van Gio niet veel meer over.
Ik heb verder niet zoveel te zeggen, er blijft zo weinig over als je over alles positief bent als lezer. ;) Ben benieuwd naar de avond met Mel.
Liefs!
Oei, wat vervelend dat je ziek bent, hoop dat je snel weer opknapt!
Mij vielen een paar dingetjes op:
Ik zuchtte en liet me van de rand van het bad zakken. Ik ging op de grond zitten en leunde met mijn rug tegen de tegels van het bad. Ik pakte een pluk haar en draaide hem op mijn vingers. = drie keer het woord ik achter elkaar in een zin, misschien kun je daar even naar kijken.
‘Naar Gio’s appartement, bedoel je?’ vroeg ik toen = achter deze zin staat geen punt.
het richtingsgevoel van een spruitje = om deze zin moest ik wel lachen, hoe kom je erop!
warschijnlijk was ze naar boven gekomen met iemand die de buitendeur voor haar open had gehouden = waarschijnlijk
Heel leuk stuk weer, ben benieuwd hoe het verder gaat!
Groetjes Blieje
Mij vielen een paar dingetjes op:
Ik zuchtte en liet me van de rand van het bad zakken. Ik ging op de grond zitten en leunde met mijn rug tegen de tegels van het bad. Ik pakte een pluk haar en draaide hem op mijn vingers. = drie keer het woord ik achter elkaar in een zin, misschien kun je daar even naar kijken.
‘Naar Gio’s appartement, bedoel je?’ vroeg ik toen = achter deze zin staat geen punt.
het richtingsgevoel van een spruitje = om deze zin moest ik wel lachen, hoe kom je erop!


warschijnlijk was ze naar boven gekomen met iemand die de buitendeur voor haar open had gehouden = waarschijnlijk
Heel leuk stuk weer, ben benieuwd hoe het verder gaat!




Groetjes Blieje
Het laatste contact is altijd het zwaarste.
Superleuk, zoveel leuke reacties ondanks mijn lange doodheid!
volgens zijn de meesten wel bijgelezen dus ik zal voor de liefhebber alvast een nieuw stukje posten 
_________________________________________________________________________________
Ik glimlachte licht en hield de deur voor haar open. Mel kwam naar binnen: ze had een heleboel tassen bij zich en paste nauwelijks door de deuropening.
‘Mel, wat heb je allemaal bij je?’ vroeg ik terwijl ze zich zijlings naar binnen werkte.
Melanie zette haar tassen neer en begon er in te graaien terwijl ik de deur achter haar dicht deed.
‘Eten,’ zei ze. ‘En films, en nog wat andere dingen. En dit.’ Ze haalde een grote doos uit haar tas en stak hem naar me uit.
‘Deze is voor jou,’ zei ze. ‘Omdat ik zo’n kneus ben geweest. Ik heb hem zelf gemaakt, ik hoop dat je hem lekker vindt. Doe maar open.’
Enigszins gealarmeerd vroeg ik me af wat ze nu weer gedaan had, dus ietwat behoedzaam pakte ik de doos aan. Hij was licht en er zat niets in wat heen en weer rolde. Gelukkig.
Ik zette de doos op één hand en maakte met de andere de klep open. Het bleek mee te vallen, gelukkig: het was een taart, een grote, bruine chocoladetaart. De smeltchocolade zat overal en Mel had er met grote letters in witte vloeibare chocola ‘sorry’ op geschreven. Ik moest toegeven dat de lucht die ervan af kwam
erg aanlokkelijk was.
Ik glimlachte. ‘Mel, dat had je niet hoeven doen.’
Ze schudde haar hoofd. ‘Jawel. Het is dat ik niet genoeg tijd meer had, anders had ik hem twee keer zo groot gemaakt. Wacht, ik heb nog wat voor je.’ Ze bukte zich en haalde een ander, klein tasje uit haar grotere tassen tevoorschijn. Ze gaf het aan mij.
‘Deze ook,’ zei ze.
Ik keek even naar het tasje, maar toen klapte ik de doos van de taart neer. Ik stak hem naar Mel uit en we ruilden: ik stak mijn hand in het tasje en haalde twee pakjes uit. Ze voelden licht en zacht.
Ik keek op naar Mel.
‘Mel…’ zei ik, maar Mel wuifde mijn protest weg.
‘Maak open,’ zei ze. ‘Eerst deze.’
Ze pakte het kleinere pakje af en liet met het grote vasthouden. Ik zuchtte, maar begon toen het papier en het plakband los te maken. Er kwam een shirtje uit, een zwart shirtje. Eerst snapte ik het niet, maar toen zag ik de opdruk op de voorkant. Er stond een hand op die naar links wees met erboven de tekst ‘I’m with stupid’.
Ik lachte.
‘Je bent gek,’ zei ik, en ik zag dat Mels gezicht wat opklaarde toen ze zag dat ik moest lachen. Ze pakte mijn handen en duwde ze zo dat ik het shirtje voor mijn lichaam hield.
‘Daarom juist,’ zei ze. ‘Nu kan iedereen zien wat een kneus ik ben als we naast elkaar op school of in de stad lopen. Vindt je hem leuk?’
Ik knikte. ’Ja. Hij is wel passend.’
Ze glunderde, ondanks het feit dat ik haar min of meer indirect beledigde, en stak toen ook het andere pakje naar me uit. ‘En nu deze, dan.’
Ik hing het shirtje over mijn schouders en nam hoofdschuddend het andere pakje van haar aan. Opnieuw begon ik het papier en plakband los te maken. Langzaam kwam er opnieuw stof tevoorschijn. De kleur was dit keer rood en er stond een andere opdruk op. Toen de maat en de vorm ervan tot me doordrongen, vertraagden mijn bewegingen wat.
Even keek ik naar het pakje in mijn handen. Ik bewoog niet en ik voelde dat Mel me gespannen bekeek. Toen hief ik mijn hand op en haalde de inhoud uit het papier. Ook dit was een shirtje, maar het was niet voor mij. Het was klein, ontzettend klein, in babymaat, en er stond in donkere letters op ‘Red Hot Chili Pampers’.
Ik staarde naar het shirtje. Mel zette voorzichtig een stap dichter naar me toe.
‘Je houdt toch van die band?’ zei ze. ‘De Red Hot Chili Peppers? Ik dacht, misschien kun je dit meegeven aan de andere ouders als je kindje met hen meegaat. Zodat ze toch een aandenken heeft aan haar echte moeder, snap je?’
Ik bleef stil. Ik kon mijn ogen niet meer van de afdruk afwenden en had een vreemd gevoel in mijn lichaam. Mel zette nog een stap dichter naar me toe.
‘Star?’ vroeg ze. ‘Was het geen goed idee?’
Ik knipperde met mijn ogen. Even was ik nog afwezig, maar toen kwam ik terug naar het hier en nu. Ik keek naar Mel en haar gezicht werd weer scherp. Ze keek behoedzaam en onzeker en zag er schattig uit. Toen ik haar zo zag staan, realiseerde ik dat het gevoel in mijn lichaam geen afschuw of woede was, maar dankbaarheid en liefde.
‘Jawel,’ zei ik. ‘Jawel.’ Ik glimlachte. ‘Dank je, Mel.’
Mels gezicht klaarde op. Ze liep naar me toe, sloeg haar armen om me heen en hield me zo stevig vast dat ze me bijna plette, net als vroeger. Ik deed mijn ogen dicht en bleef even zo staan, blij dat ze er was, dat ze mijn vriendin was. Toen begon er echter iets te trillen in Mels broekzak.
‘Je gaat af,’ zei ik.
‘O, ja, ik voel het,’ zei Mel.
We lieten elkaar weer los en keken naar Mels broekzak, terwijl Mel probeerde snel haar telefoon tevoorschijn te krijgen.
‘Vast mijn moeder,’ zei ze. ‘Die staat nog buiten te wachten in de auto, denk ik. Ik zou haar bellen als ik zeker wist dat ik bij het goede appartement gevonden had, maar ik was het even vergeten, geloof ik.’
Ik keek naar haar op.
‘Je moeder?’ vroeg ik.
Mel knikte, maar gaf geen antwoord meer. Ze nam op en zei: ‘Mam? Ik leef nog, hoor.’ En begon vervolgens verder te praten. Ik keek even naar haar, terwijl ze zo met de telefoon tegen haar oor in de gang stond. Het fijne gevoel dat Mels cadeautjes en omhelzing net veroorzaakt hadden, was enigszins getemperd. Mels moeder reed zelden auto. Haar vader bracht haar altijd, en ik vroeg me af waarom dat nu niet het geval was. Ik besloot het er echter maar even bij te laten zitten omdat ik de sfeer niet wilde verpesten en zwaaide naar haar om haar aandacht te trekken. Toen ze mijn kant op keek, gebaarde ik dat ik alvast naar binnen ging om koffie te zetten en dat ze haar jas en schoenen in de gang kon laten. Ze knikte en stak de taart naar me uit. Met alle spullen die ze me gegeven had, liep ik terug naar de woonkamer, Mel aan haar moeder overlatend in de gang.


_________________________________________________________________________________
Ik glimlachte licht en hield de deur voor haar open. Mel kwam naar binnen: ze had een heleboel tassen bij zich en paste nauwelijks door de deuropening.
‘Mel, wat heb je allemaal bij je?’ vroeg ik terwijl ze zich zijlings naar binnen werkte.
Melanie zette haar tassen neer en begon er in te graaien terwijl ik de deur achter haar dicht deed.
‘Eten,’ zei ze. ‘En films, en nog wat andere dingen. En dit.’ Ze haalde een grote doos uit haar tas en stak hem naar me uit.
‘Deze is voor jou,’ zei ze. ‘Omdat ik zo’n kneus ben geweest. Ik heb hem zelf gemaakt, ik hoop dat je hem lekker vindt. Doe maar open.’
Enigszins gealarmeerd vroeg ik me af wat ze nu weer gedaan had, dus ietwat behoedzaam pakte ik de doos aan. Hij was licht en er zat niets in wat heen en weer rolde. Gelukkig.
Ik zette de doos op één hand en maakte met de andere de klep open. Het bleek mee te vallen, gelukkig: het was een taart, een grote, bruine chocoladetaart. De smeltchocolade zat overal en Mel had er met grote letters in witte vloeibare chocola ‘sorry’ op geschreven. Ik moest toegeven dat de lucht die ervan af kwam
erg aanlokkelijk was.
Ik glimlachte. ‘Mel, dat had je niet hoeven doen.’
Ze schudde haar hoofd. ‘Jawel. Het is dat ik niet genoeg tijd meer had, anders had ik hem twee keer zo groot gemaakt. Wacht, ik heb nog wat voor je.’ Ze bukte zich en haalde een ander, klein tasje uit haar grotere tassen tevoorschijn. Ze gaf het aan mij.
‘Deze ook,’ zei ze.
Ik keek even naar het tasje, maar toen klapte ik de doos van de taart neer. Ik stak hem naar Mel uit en we ruilden: ik stak mijn hand in het tasje en haalde twee pakjes uit. Ze voelden licht en zacht.
Ik keek op naar Mel.
‘Mel…’ zei ik, maar Mel wuifde mijn protest weg.
‘Maak open,’ zei ze. ‘Eerst deze.’
Ze pakte het kleinere pakje af en liet met het grote vasthouden. Ik zuchtte, maar begon toen het papier en het plakband los te maken. Er kwam een shirtje uit, een zwart shirtje. Eerst snapte ik het niet, maar toen zag ik de opdruk op de voorkant. Er stond een hand op die naar links wees met erboven de tekst ‘I’m with stupid’.
Ik lachte.
‘Je bent gek,’ zei ik, en ik zag dat Mels gezicht wat opklaarde toen ze zag dat ik moest lachen. Ze pakte mijn handen en duwde ze zo dat ik het shirtje voor mijn lichaam hield.
‘Daarom juist,’ zei ze. ‘Nu kan iedereen zien wat een kneus ik ben als we naast elkaar op school of in de stad lopen. Vindt je hem leuk?’
Ik knikte. ’Ja. Hij is wel passend.’
Ze glunderde, ondanks het feit dat ik haar min of meer indirect beledigde, en stak toen ook het andere pakje naar me uit. ‘En nu deze, dan.’
Ik hing het shirtje over mijn schouders en nam hoofdschuddend het andere pakje van haar aan. Opnieuw begon ik het papier en plakband los te maken. Langzaam kwam er opnieuw stof tevoorschijn. De kleur was dit keer rood en er stond een andere opdruk op. Toen de maat en de vorm ervan tot me doordrongen, vertraagden mijn bewegingen wat.
Even keek ik naar het pakje in mijn handen. Ik bewoog niet en ik voelde dat Mel me gespannen bekeek. Toen hief ik mijn hand op en haalde de inhoud uit het papier. Ook dit was een shirtje, maar het was niet voor mij. Het was klein, ontzettend klein, in babymaat, en er stond in donkere letters op ‘Red Hot Chili Pampers’.
Ik staarde naar het shirtje. Mel zette voorzichtig een stap dichter naar me toe.
‘Je houdt toch van die band?’ zei ze. ‘De Red Hot Chili Peppers? Ik dacht, misschien kun je dit meegeven aan de andere ouders als je kindje met hen meegaat. Zodat ze toch een aandenken heeft aan haar echte moeder, snap je?’
Ik bleef stil. Ik kon mijn ogen niet meer van de afdruk afwenden en had een vreemd gevoel in mijn lichaam. Mel zette nog een stap dichter naar me toe.
‘Star?’ vroeg ze. ‘Was het geen goed idee?’
Ik knipperde met mijn ogen. Even was ik nog afwezig, maar toen kwam ik terug naar het hier en nu. Ik keek naar Mel en haar gezicht werd weer scherp. Ze keek behoedzaam en onzeker en zag er schattig uit. Toen ik haar zo zag staan, realiseerde ik dat het gevoel in mijn lichaam geen afschuw of woede was, maar dankbaarheid en liefde.
‘Jawel,’ zei ik. ‘Jawel.’ Ik glimlachte. ‘Dank je, Mel.’
Mels gezicht klaarde op. Ze liep naar me toe, sloeg haar armen om me heen en hield me zo stevig vast dat ze me bijna plette, net als vroeger. Ik deed mijn ogen dicht en bleef even zo staan, blij dat ze er was, dat ze mijn vriendin was. Toen begon er echter iets te trillen in Mels broekzak.
‘Je gaat af,’ zei ik.
‘O, ja, ik voel het,’ zei Mel.
We lieten elkaar weer los en keken naar Mels broekzak, terwijl Mel probeerde snel haar telefoon tevoorschijn te krijgen.
‘Vast mijn moeder,’ zei ze. ‘Die staat nog buiten te wachten in de auto, denk ik. Ik zou haar bellen als ik zeker wist dat ik bij het goede appartement gevonden had, maar ik was het even vergeten, geloof ik.’
Ik keek naar haar op.
‘Je moeder?’ vroeg ik.
Mel knikte, maar gaf geen antwoord meer. Ze nam op en zei: ‘Mam? Ik leef nog, hoor.’ En begon vervolgens verder te praten. Ik keek even naar haar, terwijl ze zo met de telefoon tegen haar oor in de gang stond. Het fijne gevoel dat Mels cadeautjes en omhelzing net veroorzaakt hadden, was enigszins getemperd. Mels moeder reed zelden auto. Haar vader bracht haar altijd, en ik vroeg me af waarom dat nu niet het geval was. Ik besloot het er echter maar even bij te laten zitten omdat ik de sfeer niet wilde verpesten en zwaaide naar haar om haar aandacht te trekken. Toen ze mijn kant op keek, gebaarde ik dat ik alvast naar binnen ging om koffie te zetten en dat ze haar jas en schoenen in de gang kon laten. Ze knikte en stak de taart naar me uit. Met alle spullen die ze me gegeven had, liep ik terug naar de woonkamer, Mel aan haar moeder overlatend in de gang.

~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Ooooh, ik dacht al dat het iets met de baby zou zijn toen ik dat van die lichte pakjes las. "Red Hot Chili Pampers", dat is fantastisch. :') Mel is lief, ik ben blij dat Starla het ook accepteert en alleen maar ontroerd raakt. Ik vind het ook leuk dat je af en toe de 'toekomst' erin laat sluipen, heel rustig, met die hints af en toe, om aan te geven dat die er ook is, maar dat Starla toch voornamelijk met het hier en nu nog in haar hoofd zit. Ik weet niet of je dat bewust doet of dat ik dat goed interpreteer, maar zo zie ik het toch. En ik vind het leuk. :)
Mooi stuk, het einde maakte me weer helemaal nieuwsgierig (en enigszins achterdochtig...).
Liefs!
Deze zin vind ik heerlijk.Jeetje schreef:Ze glunderde, ondanks het feit dat ik haar min of meer indirect beledigde,
Mooi stuk, het einde maakte me weer helemaal nieuwsgierig (en enigszins achterdochtig...).
Liefs!
Leuk stukje weer, maar nog een paar dingen:
begon er in te graaien = erin
erg aanlokkelijk was. = waarom staat deze zin op een nieuwe regel?
Vindt je hem leuk?’ = vind
Groetjes Blieje
begon er in te graaien = erin
erg aanlokkelijk was. = waarom staat deze zin op een nieuwe regel?
Vindt je hem leuk?’ = vind

Groetjes Blieje
Het laatste contact is altijd het zwaarste.
Pff stomme fouten iedere keer, moet denk maar een groter lettertype voor mezelf gaan gebruiken of zo
bedankt voor het eruit halen en ook bedankt voor de reacties allebei!
______________________________________________________________________________
Toen Mel haar moeder had afgewimpeld en haar schoenen en jas had uitgetrokken, kwam ze een beetje weifelend uit de gang de kamer in. Ik Gio haar cadeautjes laten zien, die er net als ik om moest lachen, en was inmiddels bezig iets te drinken voor haar in te schenken in de keuken. Gio zat op de bank een blad over zeeaquaristiek te lezen en hij zag er zoals gewoonlijk erg goed uit. Zoals gewoonlijk werd Mel dus ook gigantisch zenuwachtig van hem toen hij haar gedag zei en vroeg hoe het met haar ging. Ze kreeg rode wangen en hakkelde een beetje en leek niet goed te weten of ze hem aan moest kijken en hoe ze zich moest gedragen. Het was echter niet zo erg als op school en ging al wat beter dan de vorige keer: het lukte haar een beetje met hem te praten, over school en over zijn huis, zonder dat ze de indruk af dat ze zich het liefste om zou draaien om de kamer uit te rennen.
Toen ik terugkwam met drinken en taart, kwam Gio overeind. Ik vroeg hem of hij ook taart wilde, maar hij bedankte vriendelijk. Hij legde het tijdschrift weg, dimde het licht, wenste ons veel plezier en gaf me een kus toen hij me passeerde. Ik zag dat Mel hem met een iets andere blik in haar ogen nakeek toen hij richting de werkkamer verdween om zijn administratie te doen. Waarschijnlijk stelde het haar gerust dat hij in een normaal huis woonde en dat hij ons met rust liet m ons wat tijd met z’n tweeën te gunnen. Het leek me niet onmogelijk dat ze hem op een dag gewoon als een aardige vent zou gaan zien.
Toen Gio zich in de studeerkamer had teruggetrokken en Mel en ik ons geïnstalleerd hadden op de bank, startten we een film die Mel meegenomen had. Zoals gewoonlijk praatten we echter meer dan dat we op de film letten. Mel had allemaal zakken chips meegenomen, zoals ze altijd deed als ze bij iemand op bezoek ging, en het geluid van de tv werd volledig overstemd door het gekraak van chips, zakken nootjes en ons geklets. Nadat we Wisknuddeman, het eindexamen en de hopeloosheid van ons profielwerkstuk besproken hadden, hadden we het over Laurens. Mel was echter minder uitgelaten over hem dan normaal en ik had het idee dat dat verschillende oorzaken had. Ten eerste vermoedde ik dat ze het lullig vond om over zichzelf te praten nu ze hier vooral was om haar ongelukje met Floris goed te maken en ten tweede had ik het idee dat ze er zoveel over praatte als voorheen omdat er iets niet helemaal goed zat tussen hen. Mel zei het niet met zoveel woorden, maar ik kreeg het idee dat Laurens nogal graag met haar naar bed wilde en dat Mel daar vooral nog altijd erg onzeker over was. Ik weet niet of ze er niet over wilde praten omdat ze zich ervoor schaamde of omdat ze niet wist hoe ze erover moest praten, maar ze wilde het er in ieder geval niet over hebben. Ze had mij de afgelopen tijd ook met rust gelaten als ik ergens niet over wilde praten, dus ik vond het lullig om nu wel tegen haar deur te zeuren. Hopelijk zou ze vanzelf wel met me willen praten als ze zich er wat minder ongemakkelijk over voelde. Ik hoopte alleen dat het dan nog niet te laat zou zijn.
Toen we, na Mels vorderingen op Laurensgebied, een paar jongens van onze school en een nieuw tv-programma besproken hebben, kwamen we op autorijlessen uit. Door het aanhalen van dat onderwerp kon ik het niet laten toch terug te komen op wat me eerder die avond was opgevallen.
‘Zeg Mel,’ zei ik tegen haar terwijl we een zak paprikachips soldaat maakten en totaal niet letten op wat Christian Bale op televisie aan het doen was. ‘Zei je nou net trouwens dat je moeder je gebracht had, toen je aankwam?’
Mel kauwde luidruchtig op een krakend stuk chips en keek naar het scherm van de televisie.
‘Ja, hoezo?’ vroeg ze.
Ik haalde mijn schouders op en pakte mijn glas.
‘Gewoon,’ zei ik voor ik er een slok uit nam. ‘Ik wist niet eens dat je moeder een rijbewijs had. Heeft ze een auto?’
Mel hield haar blik op het scherm gericht. Aan de manier waarop ze dat deed, merkte ik dat er iets veranderd was in het spontane karakter van ons gesprek. Om de één of andere reden vond ze het niet fijn om over dit onderwerp te praten.
‘Nee,’ zei ze. ‘Het was mijn vaders auto.’
Ik draaide bedenkelijk rondjes met mijn glas.
‘Waarom reed je vader dan zelf niet?’ vroeg ik. ‘Hij brengt je toch altijd?’
Mels blik bleef op het scherm gericht. Ik zag echter dat ze al niet meer lette op wat er daar gebeurde, dat ze met haar hoofd al ergens anders was. Het duurde dan ook niet lang voor haar ogen hun vaste punt loslieten en ze een beetje door de ruimte begonnen te bewegen, alsof ze naar woorden zocht om iets te zeggen. Ze maakte een beetje een ongemakkelijke indruk.
‘Ja,’ zei ze. ‘Maar nu niet.’
Ik keek naar haar. ‘Waarom niet?’
‘Gewoon.’
‘Er is toch niets met hem aan de hand?’
‘Nee.’
Ik hield mijn hoofd schuin. ‘Wat is het dan?’ Ik weet niet waarom ik zo doorzeurde, maar ik kon me er niet van weerhouden. Waarschijnlijk was het omdat ik er ergens al een vermoeden had, door de manier waarop Mel reageerde, door haar ongemakkelijke houding. Mel leek dat ook te merken, en toen ze naar me opzij keek, leek ze dan ook in te zien dat het geen zin had eromheen te draaien omdat ik toch al doorhad dat er meer aan de hand was.
Ze slaakte een zucht.
‘Nou, eigenlijk… het is een beetje… stom,’ zei ze. ‘Lullig.’
Ik keek haar aan. Mijn ogen gleden over haar gezicht.
‘Voor wie?’ vroeg ik toen. ‘Voor jou?’
Mel haalde haar schouders op. ‘Nee. Nou ja, een beetje. Het is vooral…’ Ik zag dat ze slikte. Toen sloeg ze haar ogen neer. Ze draaide de zak chips op de grond wat heen en weer en frunnikte ongemakkelijk aan de verpakking.
‘Mijn vader wil eigenlijk niet meer dat ik met je omga,’ zei ze toen.
Ik keek haar aan. Er verscheen een vreemd, koud gevoel in mijn lichaam en even wist ik niet wat te zeggen. Ik leunde achterover en liet me met mijn rug tegen de leuning van de bank ploffen. Toen streek ik een pluk haar uit mijn gezicht.
‘O,’ zei ik. ‘Dat wist ik niet.’ Ik staarde even voor me uit. Toen keek ik haar kant weer op..
‘Waarom wil hij niet dat je met me omgaat?’ vroeg ik.
Mel speelde wat met de zak chips.
‘Omdat je bij iemand woont die ze niet kennen,’ zei ze. ‘En omdat hij ouder is dan wij.’
‘Weten ze dat?’
‘Ja. Mijn vader wilde weten waar ik heenging. Naar wie en waarom, enzo.’
‘Alleen daarom?’
Mel haalde haar schouders op. Ze hield haar blik op de zak gericht en deed heel hard haar best mij niet aan te hoeven kijken. Aan haar gezicht zag ik dat ze het echt niet leuk vond dat haar vader er zo over dacht. Volgens mij schaamde ze zich er zelfs een beetje voor.
Ik zuchtte. ‘Mel, dat is niet alles, of wel?’
Mels gezicht bleef die ongelukkige uitdrukking houden.
‘Nee,’ zei ze toen. ‘Het gaat ook om je ouders. Dat ze je eruit gezet hebben.’
Ik keek haar aan. ‘Je hebt ze verteld dat ik uit huis gezet ben?’
Ze knikte een beetje verongelijkt. ‘Ja. Niet waarom, hoor. Alleen dat je daarom bij iemand anders woont.’
Ik schudde mijn hoofd een beetje. Even voelde ik me een beetje teleurgesteld., al wist ik niet precies in wie. Eerder in Mels vader dan in Mel zelf, waarschijnlijk.
‘Waarom heb je ze dat verteld?’ vroeg ik.
Mel frunnikte even ongemakkelijk aan de chips.
‘Nou, het ging per ongeluk, eigenlijk,’ zei ze. ‘Ze willen altijd het nummer hebben van degene bij wie ik ben, voor het geval ze me moeten bereiken en mijn mobiel het begeeft en dat soort bezorgde-ouder-scenario‘s… maar het nummer van je ouders heeft natuurlijk geen zin meer, en dat liet ik me min of meer per ongeluk ontglippen. En… dat riep een beetje vragen op.’ Ze keek voorzichtig mijn kant op. ‘Sorry, Star. Je weet hoe slecht ik kan liegen. Ik heb het zo vaag mogelijk gehouden, dus ze weten niet waarom, maar mijn vader… mijn vader denkt altijd dat ouders altijd gelijk hebben, dus hij denkt ook dat het terecht was dat ze je eruit gezet hebben. En dat je dus iets ergs gedaan hebt en dat je dus een slechte invloed op me hebt en allemaal onzin in die richting.’
Ik keek voor me uit.
‘O,’ zei ik.
Even was het stil. De teleurstelling die ik voelde was sterk. Ik vond het vervelend dat Mels ouders wisten wat er aan de hand was, gedeeltelijk, en ik vond het nog vervelender dat ze zo over me dachten. Of Mels vader, in ieder geval. Gezien hij vorige keer al zo gereageerd had toen hij had gezien dat ik iets gebruikt had en hij me als een junkie had behandeld toen ik bij Mel thuis gekomen was, dacht hij nu waarschijnlijk dat ik eruit gezet was omdat ik een fulltime junk was geworden. Waarschijnlijk was hij bang dat ik Mel daarin mee zou slepen en haar op het slechte pad zou brengen en probeerde hij haar bij me uit de buurt te houden. Maar, realiseerde ik me, ondanks dat was Mel wel gekomen.

______________________________________________________________________________
Toen Mel haar moeder had afgewimpeld en haar schoenen en jas had uitgetrokken, kwam ze een beetje weifelend uit de gang de kamer in. Ik Gio haar cadeautjes laten zien, die er net als ik om moest lachen, en was inmiddels bezig iets te drinken voor haar in te schenken in de keuken. Gio zat op de bank een blad over zeeaquaristiek te lezen en hij zag er zoals gewoonlijk erg goed uit. Zoals gewoonlijk werd Mel dus ook gigantisch zenuwachtig van hem toen hij haar gedag zei en vroeg hoe het met haar ging. Ze kreeg rode wangen en hakkelde een beetje en leek niet goed te weten of ze hem aan moest kijken en hoe ze zich moest gedragen. Het was echter niet zo erg als op school en ging al wat beter dan de vorige keer: het lukte haar een beetje met hem te praten, over school en over zijn huis, zonder dat ze de indruk af dat ze zich het liefste om zou draaien om de kamer uit te rennen.
Toen ik terugkwam met drinken en taart, kwam Gio overeind. Ik vroeg hem of hij ook taart wilde, maar hij bedankte vriendelijk. Hij legde het tijdschrift weg, dimde het licht, wenste ons veel plezier en gaf me een kus toen hij me passeerde. Ik zag dat Mel hem met een iets andere blik in haar ogen nakeek toen hij richting de werkkamer verdween om zijn administratie te doen. Waarschijnlijk stelde het haar gerust dat hij in een normaal huis woonde en dat hij ons met rust liet m ons wat tijd met z’n tweeën te gunnen. Het leek me niet onmogelijk dat ze hem op een dag gewoon als een aardige vent zou gaan zien.
Toen Gio zich in de studeerkamer had teruggetrokken en Mel en ik ons geïnstalleerd hadden op de bank, startten we een film die Mel meegenomen had. Zoals gewoonlijk praatten we echter meer dan dat we op de film letten. Mel had allemaal zakken chips meegenomen, zoals ze altijd deed als ze bij iemand op bezoek ging, en het geluid van de tv werd volledig overstemd door het gekraak van chips, zakken nootjes en ons geklets. Nadat we Wisknuddeman, het eindexamen en de hopeloosheid van ons profielwerkstuk besproken hadden, hadden we het over Laurens. Mel was echter minder uitgelaten over hem dan normaal en ik had het idee dat dat verschillende oorzaken had. Ten eerste vermoedde ik dat ze het lullig vond om over zichzelf te praten nu ze hier vooral was om haar ongelukje met Floris goed te maken en ten tweede had ik het idee dat ze er zoveel over praatte als voorheen omdat er iets niet helemaal goed zat tussen hen. Mel zei het niet met zoveel woorden, maar ik kreeg het idee dat Laurens nogal graag met haar naar bed wilde en dat Mel daar vooral nog altijd erg onzeker over was. Ik weet niet of ze er niet over wilde praten omdat ze zich ervoor schaamde of omdat ze niet wist hoe ze erover moest praten, maar ze wilde het er in ieder geval niet over hebben. Ze had mij de afgelopen tijd ook met rust gelaten als ik ergens niet over wilde praten, dus ik vond het lullig om nu wel tegen haar deur te zeuren. Hopelijk zou ze vanzelf wel met me willen praten als ze zich er wat minder ongemakkelijk over voelde. Ik hoopte alleen dat het dan nog niet te laat zou zijn.
Toen we, na Mels vorderingen op Laurensgebied, een paar jongens van onze school en een nieuw tv-programma besproken hebben, kwamen we op autorijlessen uit. Door het aanhalen van dat onderwerp kon ik het niet laten toch terug te komen op wat me eerder die avond was opgevallen.
‘Zeg Mel,’ zei ik tegen haar terwijl we een zak paprikachips soldaat maakten en totaal niet letten op wat Christian Bale op televisie aan het doen was. ‘Zei je nou net trouwens dat je moeder je gebracht had, toen je aankwam?’
Mel kauwde luidruchtig op een krakend stuk chips en keek naar het scherm van de televisie.
‘Ja, hoezo?’ vroeg ze.
Ik haalde mijn schouders op en pakte mijn glas.
‘Gewoon,’ zei ik voor ik er een slok uit nam. ‘Ik wist niet eens dat je moeder een rijbewijs had. Heeft ze een auto?’
Mel hield haar blik op het scherm gericht. Aan de manier waarop ze dat deed, merkte ik dat er iets veranderd was in het spontane karakter van ons gesprek. Om de één of andere reden vond ze het niet fijn om over dit onderwerp te praten.
‘Nee,’ zei ze. ‘Het was mijn vaders auto.’
Ik draaide bedenkelijk rondjes met mijn glas.
‘Waarom reed je vader dan zelf niet?’ vroeg ik. ‘Hij brengt je toch altijd?’
Mels blik bleef op het scherm gericht. Ik zag echter dat ze al niet meer lette op wat er daar gebeurde, dat ze met haar hoofd al ergens anders was. Het duurde dan ook niet lang voor haar ogen hun vaste punt loslieten en ze een beetje door de ruimte begonnen te bewegen, alsof ze naar woorden zocht om iets te zeggen. Ze maakte een beetje een ongemakkelijke indruk.
‘Ja,’ zei ze. ‘Maar nu niet.’
Ik keek naar haar. ‘Waarom niet?’
‘Gewoon.’
‘Er is toch niets met hem aan de hand?’
‘Nee.’
Ik hield mijn hoofd schuin. ‘Wat is het dan?’ Ik weet niet waarom ik zo doorzeurde, maar ik kon me er niet van weerhouden. Waarschijnlijk was het omdat ik er ergens al een vermoeden had, door de manier waarop Mel reageerde, door haar ongemakkelijke houding. Mel leek dat ook te merken, en toen ze naar me opzij keek, leek ze dan ook in te zien dat het geen zin had eromheen te draaien omdat ik toch al doorhad dat er meer aan de hand was.
Ze slaakte een zucht.
‘Nou, eigenlijk… het is een beetje… stom,’ zei ze. ‘Lullig.’
Ik keek haar aan. Mijn ogen gleden over haar gezicht.
‘Voor wie?’ vroeg ik toen. ‘Voor jou?’
Mel haalde haar schouders op. ‘Nee. Nou ja, een beetje. Het is vooral…’ Ik zag dat ze slikte. Toen sloeg ze haar ogen neer. Ze draaide de zak chips op de grond wat heen en weer en frunnikte ongemakkelijk aan de verpakking.
‘Mijn vader wil eigenlijk niet meer dat ik met je omga,’ zei ze toen.
Ik keek haar aan. Er verscheen een vreemd, koud gevoel in mijn lichaam en even wist ik niet wat te zeggen. Ik leunde achterover en liet me met mijn rug tegen de leuning van de bank ploffen. Toen streek ik een pluk haar uit mijn gezicht.
‘O,’ zei ik. ‘Dat wist ik niet.’ Ik staarde even voor me uit. Toen keek ik haar kant weer op..
‘Waarom wil hij niet dat je met me omgaat?’ vroeg ik.
Mel speelde wat met de zak chips.
‘Omdat je bij iemand woont die ze niet kennen,’ zei ze. ‘En omdat hij ouder is dan wij.’
‘Weten ze dat?’
‘Ja. Mijn vader wilde weten waar ik heenging. Naar wie en waarom, enzo.’
‘Alleen daarom?’
Mel haalde haar schouders op. Ze hield haar blik op de zak gericht en deed heel hard haar best mij niet aan te hoeven kijken. Aan haar gezicht zag ik dat ze het echt niet leuk vond dat haar vader er zo over dacht. Volgens mij schaamde ze zich er zelfs een beetje voor.
Ik zuchtte. ‘Mel, dat is niet alles, of wel?’
Mels gezicht bleef die ongelukkige uitdrukking houden.
‘Nee,’ zei ze toen. ‘Het gaat ook om je ouders. Dat ze je eruit gezet hebben.’
Ik keek haar aan. ‘Je hebt ze verteld dat ik uit huis gezet ben?’
Ze knikte een beetje verongelijkt. ‘Ja. Niet waarom, hoor. Alleen dat je daarom bij iemand anders woont.’
Ik schudde mijn hoofd een beetje. Even voelde ik me een beetje teleurgesteld., al wist ik niet precies in wie. Eerder in Mels vader dan in Mel zelf, waarschijnlijk.
‘Waarom heb je ze dat verteld?’ vroeg ik.
Mel frunnikte even ongemakkelijk aan de chips.
‘Nou, het ging per ongeluk, eigenlijk,’ zei ze. ‘Ze willen altijd het nummer hebben van degene bij wie ik ben, voor het geval ze me moeten bereiken en mijn mobiel het begeeft en dat soort bezorgde-ouder-scenario‘s… maar het nummer van je ouders heeft natuurlijk geen zin meer, en dat liet ik me min of meer per ongeluk ontglippen. En… dat riep een beetje vragen op.’ Ze keek voorzichtig mijn kant op. ‘Sorry, Star. Je weet hoe slecht ik kan liegen. Ik heb het zo vaag mogelijk gehouden, dus ze weten niet waarom, maar mijn vader… mijn vader denkt altijd dat ouders altijd gelijk hebben, dus hij denkt ook dat het terecht was dat ze je eruit gezet hebben. En dat je dus iets ergs gedaan hebt en dat je dus een slechte invloed op me hebt en allemaal onzin in die richting.’
Ik keek voor me uit.
‘O,’ zei ik.
Even was het stil. De teleurstelling die ik voelde was sterk. Ik vond het vervelend dat Mels ouders wisten wat er aan de hand was, gedeeltelijk, en ik vond het nog vervelender dat ze zo over me dachten. Of Mels vader, in ieder geval. Gezien hij vorige keer al zo gereageerd had toen hij had gezien dat ik iets gebruikt had en hij me als een junkie had behandeld toen ik bij Mel thuis gekomen was, dacht hij nu waarschijnlijk dat ik eruit gezet was omdat ik een fulltime junk was geworden. Waarschijnlijk was hij bang dat ik Mel daarin mee zou slepen en haar op het slechte pad zou brengen en probeerde hij haar bij me uit de buurt te houden. Maar, realiseerde ik me, ondanks dat was Mel wel gekomen.

~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Even een hele snelle reactie.
Ik ben vandaag begonnen met het lezen en ben eigenlijk (ik schaam me diep voor mijn luiheid) op deze pagina begonnen. Natuurlijk ga ik binnenkort de tijd en moeite nemen om alles in te halen, maar ik kan nu niet anders dan een groot compliment maken.
Ik heb het idee alsof ik vanaf het begin af aan heb meegelezen en hier en daar een klein stukje heb overgeslagen. Als dit een soap was, dan was gtst (waar je dus echt niets kan missen wil je het snappen) misschien wel van de buis verdwenen.
Ik hoop dat ik aan het lezen van de voorafgaande stukjes net zoveel plezier beleef als aan deze stukjes.
Houd dit vol. Mocht ik nog opmerkingen hebbendan hoor je deze.
Groetjes
Apatelle
Ik ben vandaag begonnen met het lezen en ben eigenlijk (ik schaam me diep voor mijn luiheid) op deze pagina begonnen. Natuurlijk ga ik binnenkort de tijd en moeite nemen om alles in te halen, maar ik kan nu niet anders dan een groot compliment maken.
Ik heb het idee alsof ik vanaf het begin af aan heb meegelezen en hier en daar een klein stukje heb overgeslagen. Als dit een soap was, dan was gtst (waar je dus echt niets kan missen wil je het snappen) misschien wel van de buis verdwenen.
Ik hoop dat ik aan het lezen van de voorafgaande stukjes net zoveel plezier beleef als aan deze stukjes.
Houd dit vol. Mocht ik nog opmerkingen hebbendan hoor je deze.
Groetjes
Apatelle
Kagayaiteiru Miraii terasu hikari
Leuk weer! Alleen een paar dingetjes:
Ik Gio haar cadeautjes laten zien, die er net als ik om moest lachen, en was inmiddels bezig iets te drinken voor haar in te schenken in de keuken. = vreemde, verwarrende zin
dat hij ons met rust liet m ons wat tijd met z’n tweeën te gunnen. = die m moet waarschijnlijk om zijn.
Nadat we Wisknuddeman = moet er niet het woord 'de' voor wisknuddeman?
een nieuw tv-programma besproken hebben = hadden
groetjes Blieje

Ik Gio haar cadeautjes laten zien, die er net als ik om moest lachen, en was inmiddels bezig iets te drinken voor haar in te schenken in de keuken. = vreemde, verwarrende zin
dat hij ons met rust liet m ons wat tijd met z’n tweeën te gunnen. = die m moet waarschijnlijk om zijn.
Nadat we Wisknuddeman = moet er niet het woord 'de' voor wisknuddeman?
een nieuw tv-programma besproken hebben = hadden
groetjes Blieje


Het laatste contact is altijd het zwaarste.
Er zitten wel meer typ- en spelfoutjes in dit stuk, ik ga ze niet allemaal voor je aanstrepen want ik denk dat je ze zelf ook wel vindt, maar ik wou wel even zeggen hoe jammer dat eigenlijk is. Mij vallen ze snel op en dat haalt me uit de tekst, dat is zonde.
Ook vind ik dat je in dit stuk heel veel lange zinnen maakt. In het beschrijvende stuk aan het begin, voor de dialoog, lopen de meeste zinnen over twee regels door. Ik zou je willen aanraden om daar iets meer in te variëren, ook omdat je in ik-figuur schrijft. Gedachten zijn sowieso nooit zo mooi gestructureerd als tekst - en nu zeg ik niet dat je in fragmenten moet gaan schrijven, want dan word je een soort James Joyce en dat lijkt me niet zo'n strak plan - maar ik denk wel dat je er een beetje rekening mee moet houden dat mensen niet in zulke lange zinnen denken. Sowieso leest een tekst prettiger als er meer variatie in dat soort structuurdingen zit. :)
Wat me overigens ook opviel in dit stuk, is weer die neiging om alles uit te leggen. Hier, bijvoorbeeld:
Verder vind ik de scène zelf, de inhoud ervan, heel heel goed. Dat pijnlijke besef, weer die hint van een buitenwereld die nog bestaat, ook al is Starla vooral met zichzelf bezig. En vooral ook dat het hier om Mel gaat, de beste vriendin - het is zo realistisch en zo hard en ik vind dat je dat heel goed hebt weergegeven.
Je gaat heel empathisch met die onderwerpen om, op een bepaalde manier. Ik lees veel op internet en ik krijg het altijd op mijn heupen van veel dramaverhalen, omdat zoveel mensen er zo ongevoelig mee omgaan, zo van "En mijn vader sloeg me en toen zette ik een mes op mijn arm en ik keek tevreden naar het bloed" en dat is het dan, waarop ik vervolgens denk "Ach mens, zeik niet", want het raakt me niet. Het is zo melodramatisch. Als bij jou Starla weer naar de drugs grijpt, dan bijt ik ondanks alle moeite om ze netjes te lakken mijn nagels kapot en begin ik tegen mijn computerscherm te praten, in de hoop dat ze me hoort. Bij jou is het realistisch, het is echt, je schrijft zorgvuldig, je slaat de spijker op zijn kop. En dát raakt me.
Lange reactie van mij, ligt waarschijnlijk ook enigszins aan studie-ontwijkend gedrag... Ahum. Ik hoop dat je je inmiddels beter voelt en snel weer post! :)
Liefs,
Melian
Ook vind ik dat je in dit stuk heel veel lange zinnen maakt. In het beschrijvende stuk aan het begin, voor de dialoog, lopen de meeste zinnen over twee regels door. Ik zou je willen aanraden om daar iets meer in te variëren, ook omdat je in ik-figuur schrijft. Gedachten zijn sowieso nooit zo mooi gestructureerd als tekst - en nu zeg ik niet dat je in fragmenten moet gaan schrijven, want dan word je een soort James Joyce en dat lijkt me niet zo'n strak plan - maar ik denk wel dat je er een beetje rekening mee moet houden dat mensen niet in zulke lange zinnen denken. Sowieso leest een tekst prettiger als er meer variatie in dat soort structuurdingen zit. :)
Wat me overigens ook opviel in dit stuk, is weer die neiging om alles uit te leggen. Hier, bijvoorbeeld:
Wat ik even dik heb gedrukt, heb je eigenlijk niet nodig. 'om iets te zeggen' is dubbelop na het 'naar woorden zoeken' (want waarom zou je anders naar woorden zoeken in een gesprek?) en die laatste zin is alleen maar om de lezer nog eens met de neus erop te drukken dat het écht écht ongemakkelijk is, terwijl ik dat in de zinnen daarvoor al doorhad. Onderschat je lezers niet, ze hebben niet altijd zoveel woorden nodig om iets te begrijpen. ;)Jeetje schreef:Mels blik bleef op het scherm gericht. Ik zag echter dat ze al niet meer lette op wat er daar gebeurde, dat ze met haar hoofd al ergens anders was. Het duurde dan ook niet lang voor haar ogen hun vaste punt loslieten en ze een beetje door de ruimte begonnen te bewegen, alsof ze naar woorden zocht om iets te zeggen. Ze maakte een beetje een ongemakkelijke indruk.
Verder vind ik de scène zelf, de inhoud ervan, heel heel goed. Dat pijnlijke besef, weer die hint van een buitenwereld die nog bestaat, ook al is Starla vooral met zichzelf bezig. En vooral ook dat het hier om Mel gaat, de beste vriendin - het is zo realistisch en zo hard en ik vind dat je dat heel goed hebt weergegeven.
Je gaat heel empathisch met die onderwerpen om, op een bepaalde manier. Ik lees veel op internet en ik krijg het altijd op mijn heupen van veel dramaverhalen, omdat zoveel mensen er zo ongevoelig mee omgaan, zo van "En mijn vader sloeg me en toen zette ik een mes op mijn arm en ik keek tevreden naar het bloed" en dat is het dan, waarop ik vervolgens denk "Ach mens, zeik niet", want het raakt me niet. Het is zo melodramatisch. Als bij jou Starla weer naar de drugs grijpt, dan bijt ik ondanks alle moeite om ze netjes te lakken mijn nagels kapot en begin ik tegen mijn computerscherm te praten, in de hoop dat ze me hoort. Bij jou is het realistisch, het is echt, je schrijft zorgvuldig, je slaat de spijker op zijn kop. En dát raakt me.
Lange reactie van mij, ligt waarschijnlijk ook enigszins aan studie-ontwijkend gedrag... Ahum. Ik hoop dat je je inmiddels beter voelt en snel weer post! :)
Liefs,
Melian
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Uhm, wat? Lastige zin. “Ik aan Gio(..)” oid?Ik Gio haar cadeautjes laten zien.
Bedoel je ‘(..)ze er NIET zoveel over(..)’en ten tweede had ik het idee dat ze er zoveel over praatte als voorheen omdat er iets niet helemaal goed zat tussen hen.
Een punt of een komma, of desnoods een puntkomma. Dit is in elk geval niet goedEven voelde ik me een beetje teleurgesteld.,

ben geworden. Als je de verleden tijd hebt vast gesteld (met je persoonsvorm), "mag" je daarna niet nogmaals de verleden tijd gebruiken.fulltime junk was geworden
Verder, goed stuk!
Dank jullie wel voor jullie ontzettend leuke reacties! Mijn excuses voor de tikfouten, ik heb een beetje te druk op het moment en het kost me al moeite tijd te vinden om te posten, en ik post meestal bij drie verhalen tegelijk dus heb niet altijd tijd om alles na te kijken
nu is dat waarschijnlijk beter te merken omdat deze gedeelten minder vaak nagekeken zijn dan de vorige. Ik zal proberen het vluchtig nog een keer over te lezen als de tijd het toelaat!
Apatelle, ook onwijs bedankt voor het meelezen en de leuke complimenten en ik hoop dat het je lukt om bij te lezen en dat je het leuk blijft vinden! :)__________________________________________________________________________
‘Maar je bent er wel,’ zei ik dus ook tegen Mel.
Mel knikte.
‘Ja, nou, ik ben oud genoeg om mijn eigen keuzes te maken, dus hij heeft niets te willen,’ zei ze. ‘Je bent mijn beste vriendin en als ik naar je toe wil, ga ik naar je toe. Hij is dan zo kinderachtig dat hij me niet wil brengen omdat hij weigert eraan mee te werken, dus mijn moeder heeft me gebracht. Die ziet het allemaal wat minder negatief. Vandaar.’
Ze schudde de zak chips wat heen en weer op de grond. Ze leek het nog steeds moeilijk te vinden me aan te kijken, maar uiteindelijk deed ze het toch. Ik zag aan haar gezicht dat het haar pijn deed dat haar vader zo over me dacht, dat ze het lullig voor me vond.
‘Sorry, Star,’ zei ze. ‘Het ligt niet aan jou. Mijn vader is gewoon oppervlakkig. Als hij wist wat er echt aan de hand was…’
Ik wendde mijn blik af en knikte wat.
‘Ja,’ zei ik. ‘Misschien.’ Ik maakte aanstalten mijn glas op te heffen en een slok te hebben, maar halverwege stopte ik met die beweging. Ik liet mijn hand weer zakken en keek even voor me uit.
‘Mel?’ vroeg ik toen.
Mel keek mijn kant op en wachtte. Ik slikte.
‘Vertel het hem naar niet,’ zei ik.
Mel schudde haar hoofd.
‘O, maak je daar maar geen zorgen over,’ zei ze. ‘Ik heb het de afgelopen dagen al meer dan genoeg mensen verteld terwijl dat niet de bedoeling was dat ik nu wel oplet voor ik mijn mond opendoe.’
Ik moest even glimlachen op de manier waarop ze dat zei. Mel glimlachte ook, waterig, en ze stopte weer een chip in haar mond. Ze kauwde erop en even was het stil, maar toen gleden haar ogen weer mijn kant op.
‘Trouwens, ik ben nog gebeld, gisteren,’ zei ze. ‘Door Bobby.’
Ik keek haar kant op. Er trok opnieuw een vreemd gevoel door mijn lichaam, maar nu was het geen teleurstelling. Nu was het spanning, die de kracht even uit mijn benen deed wegtrekken.
‘Bobby?’ vroeg ik.
Mel knikte.
‘Ja. Hij maakte zich zorgen, geloof ik. Hij had je tig keer gebeld, zei hij, maar hij kreeg je niet te pakken, dus toen belde hij mij maar om te kijken of ik wist of alles goed was. Maar dat wist ik ook niet, dus… Hij zei dat hij jou dan maar bleef proberen in de hoop dat je vroeg of laat op zou nemen.’ Ze keek even mijn kant op. ‘Heeft hij dat nog gedaan? Heb je hem nog gesproken?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee. Hij heeft wel gebeld, maar… Ik had even geen zin om… je weet wel.’
Mel keek even naar me, maar toen knikte ze begrijpend. Ze wendde haar blik af en begon weer aan de zak te pielen.
Ik keek naar haar opzij.
‘Jij hebt wel met hem gepraat?’ vroeg ik ten overvloede.
Mel knikte weer. ‘Ja, even.’
‘Waarover?’
‘Over wat er gebeurd was op school. Of het waar was, wat ik had gezegd.’
‘En wat zei je?’
‘Ja. Dat het zo was.’
Ik slikte. Even streek ik met mijn hand langs mijn gezicht. Ik zette mijn elleboog op mijn been en liet mijn voorhoogd in mijn hand steunen.
‘Wat heb je hem nog meer verteld?’ vroeg ik.
Mel keek naar de grond. ‘Niet zo veel. Expres niet, ik had het al genoeg verkloot, voor de rest van de dag, dus ik zat er niet op te wachten het nog erger te maken. Hij vroeg wel wat dingen, maar ik heb zo weinig mogelijk losgelaten. Alleen dat hij niet naar je ouders moest bellen om te vragen wat er aan de hand was, omdat dat toch geen zin zou hebben. Het waarom heb ik niet losgelaten.’ Ze keek even mijn kant op. ‘Vind je dat erg? Dat ik dat gezegd heb?’
Ik liet mijn hoofd op mijn hand steunen en dacht even na. Vond ik dat erg? Nee, dat vond ik niet erg. Het was nog veel erger geworden als Bobby mijn ouders had gebeld en hij van hen had gehoord dat ze me eruit gezet hadden.
‘Nee,’ zei ik tegen Mel. ‘Het is wel goed.’
Mel knikte wat. Even was het stil, terwijl ik voor me uitkeek en Mel aan de chipszak frunnikte.
‘Hij wil graag met je praten, Star,’ zei ze toen. ‘Hij maakt zich echt zorgen. Ik… ik denk dat hij nog meer om je geeft dan je denkt.’
Ik knikte wat.
‘Daarom juist,’ zei ik. ‘Dat zou niet moeten en als ik opneem, als ik met hem praat, wordt dat alleen maar erger. Dat wil ik niet, vooral niet voor hem.’
Mel keek me aan. ‘Maar hij wil het wel, Star. Hij wil echt graag met je praten. Het is zijn eigen keuze om daarvoor te kiezen.’ Ze schokschouderde wat. ‘Misschien kun je hem eens bellen. Misschien zou dat voor jullie allebei wel goed zijn, als ik dat mag zeggen.’
Ik keek voor me uit. Toen hief ik opnieuw mijn glas op en zei, vlak voor ik er eindelijk weer een slok van nam: ‘Ja, ik weet het. Misschien. Ik denk er wel over na.’

Apatelle, ook onwijs bedankt voor het meelezen en de leuke complimenten en ik hoop dat het je lukt om bij te lezen en dat je het leuk blijft vinden! :)__________________________________________________________________________
‘Maar je bent er wel,’ zei ik dus ook tegen Mel.
Mel knikte.
‘Ja, nou, ik ben oud genoeg om mijn eigen keuzes te maken, dus hij heeft niets te willen,’ zei ze. ‘Je bent mijn beste vriendin en als ik naar je toe wil, ga ik naar je toe. Hij is dan zo kinderachtig dat hij me niet wil brengen omdat hij weigert eraan mee te werken, dus mijn moeder heeft me gebracht. Die ziet het allemaal wat minder negatief. Vandaar.’
Ze schudde de zak chips wat heen en weer op de grond. Ze leek het nog steeds moeilijk te vinden me aan te kijken, maar uiteindelijk deed ze het toch. Ik zag aan haar gezicht dat het haar pijn deed dat haar vader zo over me dacht, dat ze het lullig voor me vond.
‘Sorry, Star,’ zei ze. ‘Het ligt niet aan jou. Mijn vader is gewoon oppervlakkig. Als hij wist wat er echt aan de hand was…’
Ik wendde mijn blik af en knikte wat.
‘Ja,’ zei ik. ‘Misschien.’ Ik maakte aanstalten mijn glas op te heffen en een slok te hebben, maar halverwege stopte ik met die beweging. Ik liet mijn hand weer zakken en keek even voor me uit.
‘Mel?’ vroeg ik toen.
Mel keek mijn kant op en wachtte. Ik slikte.
‘Vertel het hem naar niet,’ zei ik.
Mel schudde haar hoofd.
‘O, maak je daar maar geen zorgen over,’ zei ze. ‘Ik heb het de afgelopen dagen al meer dan genoeg mensen verteld terwijl dat niet de bedoeling was dat ik nu wel oplet voor ik mijn mond opendoe.’
Ik moest even glimlachen op de manier waarop ze dat zei. Mel glimlachte ook, waterig, en ze stopte weer een chip in haar mond. Ze kauwde erop en even was het stil, maar toen gleden haar ogen weer mijn kant op.
‘Trouwens, ik ben nog gebeld, gisteren,’ zei ze. ‘Door Bobby.’
Ik keek haar kant op. Er trok opnieuw een vreemd gevoel door mijn lichaam, maar nu was het geen teleurstelling. Nu was het spanning, die de kracht even uit mijn benen deed wegtrekken.
‘Bobby?’ vroeg ik.
Mel knikte.
‘Ja. Hij maakte zich zorgen, geloof ik. Hij had je tig keer gebeld, zei hij, maar hij kreeg je niet te pakken, dus toen belde hij mij maar om te kijken of ik wist of alles goed was. Maar dat wist ik ook niet, dus… Hij zei dat hij jou dan maar bleef proberen in de hoop dat je vroeg of laat op zou nemen.’ Ze keek even mijn kant op. ‘Heeft hij dat nog gedaan? Heb je hem nog gesproken?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee. Hij heeft wel gebeld, maar… Ik had even geen zin om… je weet wel.’
Mel keek even naar me, maar toen knikte ze begrijpend. Ze wendde haar blik af en begon weer aan de zak te pielen.
Ik keek naar haar opzij.
‘Jij hebt wel met hem gepraat?’ vroeg ik ten overvloede.
Mel knikte weer. ‘Ja, even.’
‘Waarover?’
‘Over wat er gebeurd was op school. Of het waar was, wat ik had gezegd.’
‘En wat zei je?’
‘Ja. Dat het zo was.’
Ik slikte. Even streek ik met mijn hand langs mijn gezicht. Ik zette mijn elleboog op mijn been en liet mijn voorhoogd in mijn hand steunen.
‘Wat heb je hem nog meer verteld?’ vroeg ik.
Mel keek naar de grond. ‘Niet zo veel. Expres niet, ik had het al genoeg verkloot, voor de rest van de dag, dus ik zat er niet op te wachten het nog erger te maken. Hij vroeg wel wat dingen, maar ik heb zo weinig mogelijk losgelaten. Alleen dat hij niet naar je ouders moest bellen om te vragen wat er aan de hand was, omdat dat toch geen zin zou hebben. Het waarom heb ik niet losgelaten.’ Ze keek even mijn kant op. ‘Vind je dat erg? Dat ik dat gezegd heb?’
Ik liet mijn hoofd op mijn hand steunen en dacht even na. Vond ik dat erg? Nee, dat vond ik niet erg. Het was nog veel erger geworden als Bobby mijn ouders had gebeld en hij van hen had gehoord dat ze me eruit gezet hadden.
‘Nee,’ zei ik tegen Mel. ‘Het is wel goed.’
Mel knikte wat. Even was het stil, terwijl ik voor me uitkeek en Mel aan de chipszak frunnikte.
‘Hij wil graag met je praten, Star,’ zei ze toen. ‘Hij maakt zich echt zorgen. Ik… ik denk dat hij nog meer om je geeft dan je denkt.’
Ik knikte wat.
‘Daarom juist,’ zei ik. ‘Dat zou niet moeten en als ik opneem, als ik met hem praat, wordt dat alleen maar erger. Dat wil ik niet, vooral niet voor hem.’
Mel keek me aan. ‘Maar hij wil het wel, Star. Hij wil echt graag met je praten. Het is zijn eigen keuze om daarvoor te kiezen.’ Ze schokschouderde wat. ‘Misschien kun je hem eens bellen. Misschien zou dat voor jullie allebei wel goed zijn, als ik dat mag zeggen.’
Ik keek voor me uit. Toen hief ik opnieuw mijn glas op en zei, vlak voor ik er eindelijk weer een slok van nam: ‘Ja, ik weet het. Misschien. Ik denk er wel over na.’

~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Die tikfouten maken niet uit, die mogen hier, dat scheelt een hoop!
Heb er deze keer maar een paar gevonden.
Hij zei dat hij jou dan maar bleef proberen in de hoop dat je vroeg of laat op zou nemen. = proberen te bereiken
voorhoogd = voorhoofd
ik had het al genoeg verkloot, voor de rest van de dag, = die komma achter verkloot kan weg
Verder... ja, leuk weer!
Groetjes Blieje

Hij zei dat hij jou dan maar bleef proberen in de hoop dat je vroeg of laat op zou nemen. = proberen te bereiken
voorhoogd = voorhoofd
ik had het al genoeg verkloot, voor de rest van de dag, = die komma achter verkloot kan weg
Verder... ja, leuk weer!

Groetjes Blieje

Het laatste contact is altijd het zwaarste.
Oh, Starla. Je moet die arme jongen de kans geven om het onderwerp af te sluiten en verder te gaan met zijn leven, je móet hem bellen. Dan kan jij het ook loslaten. Snap je?
Zie hoe ver heen ik al ben, ik begin tegen je personages te praten. Ik heb verder niet veel te melden, ik vind dit een heel mooi stuk en ben benieuwd naar de rest! Het is jammer dat ik niet meer in één keer door kan lezen, zoals toen ik nog tien pagina's achterliep. Het liefst zou ik dit mooi ingebonden in mijn kast hebben staan, dan kan ik het fijn uitlezen. :)
Er was één zin waar ik over struikelde:
Liefs!
Zie hoe ver heen ik al ben, ik begin tegen je personages te praten. Ik heb verder niet veel te melden, ik vind dit een heel mooi stuk en ben benieuwd naar de rest! Het is jammer dat ik niet meer in één keer door kan lezen, zoals toen ik nog tien pagina's achterliep. Het liefst zou ik dit mooi ingebonden in mijn kast hebben staan, dan kan ik het fijn uitlezen. :)
Er was één zin waar ik over struikelde:
'Keuze' en 'kiezen' in dezelfde zin. Overbodig! Voor de rest - heerlijk. <3Jeetje schreef:Het is zijn eigen keuze om daarvoor te kiezen.
Liefs!
Haha ik geloof dat ik jullie je zin kan geven 
_______________________________________________________________________________
Die avond had ik het met Gio over wat Mel verteld had, over Bobby. Het had me geraakt wat ze had verteld, dat hij zo bezorgd was. Ik had niet meer verwacht dat hij dat nog op die manier zou zijn. Ik voelde me er raar over dat hij toch zoveel moeite deed contact met me te krijgen, wilde weten of alles goed was ondanks het feit dat we niets meer met elkaar hadden. Ook had ik gedacht dat ik, met alles van de afgelopen tijd, niet zo veel meer zou voelen tegenover hem en alles wat hem aanging, alsof het allemaal een beetje ondergesneeuwd was, maar dat was niet zo. Ik voelde er wel degelijk iets bij. Het was alsof het een oude wond was die door mijn eigen toedoen weer opgehaald werd.
Ik besprak het die avond met Gio, of hij dacht dat het goed of juist slecht zou zijn als ik met Bobby zou gaan praten. Als Bobby dat graag wilde, was dat volgens hem wel een goed idee, juist omdat ik me er zo vertwijfeld over voelde. Mijn afscheid met Bobby was heel abrupt geweest, we hadden ruzie gehad, waren uit elkaar gegaan en dat was dat geweest, en daardoor had ik nooit echt afscheid van hem genomen. Waarschijnlijk was dat de reden dat het nog zo vers leek, dat het waarschijnlijk nu zo’n pijn deed om van Mel over hem te horen. Het probleem was echter dat ik ook in dit geval bang was. Ik schaamde me, ook tegenover Bobby, voor wat hij nu wist. Het was minder erg dan tegenover Gio, omdat ik met Gio nog een relatie had, maar ik had van Bobby ook nooit gewild dat hij me als zwak of beschadigd zou zien, vooral niet omdat hij Cees en vooral mij goed kende en hij zich beter dan ieder ander zou kunnen voorstellen wat er tussen hem en mij gebeurd was. Hij was tenslotte nog altijd mijn ex-vriend.
Na mijn gesprek met Gio, trok ik me een tijdje terug in de slaapkamer. Ik zat op het bed met mijn benen over de rand en speelde met mijn telefoon, terwijl ik probeerde te bedenken of ik het aandurfde Bobby te bellen. Ik twijfelde erg, nog altijd, want als ik hem belde, zou hij willen weten wat er gebeurd was en dan zou ik het hem moeten vertellen. Dan zou ik het helemaal, honderd procent, volledig moeten bevestigen. Er zou geen weg terug meer zijn als ik die stap zetten, want ik kon moeilijk ineens besluiten op te hangen als ik het te moeilijk vond worden. Ik moest even overwegen of ik al zo ver wilde gaan, of ik er aan toe was er met iemand anders dan met Gio of Roos over te praten. Pas als ik dat wist, zou ik kunnen besluiten of ik hem wel of niet zou kunnen bellen.
Ik zat een hele tijd te dubben, op bed met mijn telefoon in min handen, maar uiteindelijk besloot ik het toch te doen. Ik moest hem vroeg of laat toch weer een keer onder ogen komen en ik kon het beter over de telefoon vertellen dan face to face. Bellen moest ik dus ooit toch wel en hoe eerder ik dat deed, hoe eerder ik er vanaf was. Bovendien was ik hem ook wel een verklaring schuldig: de laatste paar weken van onze relatie was ik vreselijk tegen hem geweest.
Toen ik even een paar minuten moet verzameld had, draaide ik Bobs nummer. Ik aarzelde nog even, maar toen drukte ik op bellen. Ik voelde een weke spanning in mijn benen toen ik de telefoon tegen mijn oor drukte en de kiestoon hoorde, maar ik weerstond de neiging om op te hangen. Gelukkig nam Bobby snel op.
Mijn hart sloeg een slag over.
‘Hé,’ zei ik met een stem die zachter was dan mijn bedoeling was. ‘Met mij.’ Mijn maag draaide een keer rond toen ik Bobby’s bekende stem aan de andere kant van de lijn hoorde.
‘Hé,’ zei Bob. ‘Goed dat je belt. Ik heb je al een paar keer geprobeerd te pakken te krijgen, vandaag.’
Ik richtte mijn blik op mijn knieën en streek een plooi uit mijn badjas.
‘Ja, ik weet het,’ zei ik. ‘Sorry. Ik had even… tijd nodig.’
Ik kon bijna voor me zien hoe hij begripvol knikte aan de andere kant van de lijn.
‘Ja, ‘tuurlijk. Ik snap het,’ zei hij. Hij was even stil, en toen vroeg hij: ‘Maar het gaat alweer wat beter? Hoe is het ermee?’ Ik moest weer even wennen aan Bobby’s manier van telefoongesprekken voeren. Net als in het echt, was hij ook aan de telefoon nooit zo vlot.
Ik haalde automatisch mijn schouders op en frunnikte aan de band van mijn kamerjas.
‘Beter,’ reageerde ik. ‘Ik ben een beetje van de eerste schrik bekomen, denk ik.’
Bobby maakte een geluid of hij zuchtte.
‘Nou, jij meer dan ik,’ zei hij. ‘Ik schrok echt, van wat Mel zei, gisteren.’ Hij pauzeerde even, alsof hij wachtte tot ik iets zou zeggen, maar dat deed ik niet. Toen ik stil bleef, ging hij weer verder. Zijn stem was nog steeds een beetje zacht, lief.
‘Is… is het echt waar?’ vroeg hij voorzichtig.
Ik slikte. ‘Ongeveer wel, ja.’
Bobby rommelde wat met zijn telefoon. ‘Jezus. Dat is echt… ik was echt boos, door alles tussen ons, maar… dat is echt erg.’ Weer was hij even stil, maar opnieuw zweeg ik. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik had dit gesprek al te vaak moeten voeren de laatste tijd.
Bobby interpreteerde mijn stilzwijgen echter juist en nam het woord weer.
‘Mag ik vragen…’ vroeg hij. ‘Was het echt Cees? Onze Cees? Uit de club?’
Mijn gezicht verstrakte wat.
‘Hij is niet ‘onze Cees’ meer, Bobby, ’ zei ik. ‘In ieder geval niet meer die van mij. En ja, hij was het echt.’ Ik zei het een beetje gepikeerd, maar Bobby merkte dat geloof ik niet eens. Ik schrok een beetje toen zijn stem ineens veel scherper klonk dan daarnet.
‘Godverdomme,’ zei hij hartgrondig. ‘Wat een gore klootzak. Als ik hem zie, sla ik hem op zijn gezicht.’
Ik glimlachte. Cees was ongeveer twee keer zo breed en twee koppen groter dan Bobby.
‘Dat hoeft niet, Bobby.’
‘Jawel. Alsof hij hier zomaar mee weg kan komen. Ben je naar de politie geweest?’
‘Nee, dat wil ik niet.’
Bobby was even stil. Toen vroeg hij verbaasd: ‘Nee? Waarom niet?’
Ik kneep mijn ogen even dicht. ‘Daarom niet, Bobby.’
Bob sputterde wat. ‘O. Oké.’
Weer was het even stil. Ik staarde naar beneden en wikkelde de band van mijn kamerjas om mijn vinger. In de korte stilte dacht ik aan al die andere gesprekken tussen hem en mij die zo stroef waren gegaan, aan hoe ik hem behandeld had, na dat met Cees. God, die arme jongen. Hij was een heilige dat hij überhaupt nog probeerde contact met me te krijgen.

_______________________________________________________________________________
Die avond had ik het met Gio over wat Mel verteld had, over Bobby. Het had me geraakt wat ze had verteld, dat hij zo bezorgd was. Ik had niet meer verwacht dat hij dat nog op die manier zou zijn. Ik voelde me er raar over dat hij toch zoveel moeite deed contact met me te krijgen, wilde weten of alles goed was ondanks het feit dat we niets meer met elkaar hadden. Ook had ik gedacht dat ik, met alles van de afgelopen tijd, niet zo veel meer zou voelen tegenover hem en alles wat hem aanging, alsof het allemaal een beetje ondergesneeuwd was, maar dat was niet zo. Ik voelde er wel degelijk iets bij. Het was alsof het een oude wond was die door mijn eigen toedoen weer opgehaald werd.
Ik besprak het die avond met Gio, of hij dacht dat het goed of juist slecht zou zijn als ik met Bobby zou gaan praten. Als Bobby dat graag wilde, was dat volgens hem wel een goed idee, juist omdat ik me er zo vertwijfeld over voelde. Mijn afscheid met Bobby was heel abrupt geweest, we hadden ruzie gehad, waren uit elkaar gegaan en dat was dat geweest, en daardoor had ik nooit echt afscheid van hem genomen. Waarschijnlijk was dat de reden dat het nog zo vers leek, dat het waarschijnlijk nu zo’n pijn deed om van Mel over hem te horen. Het probleem was echter dat ik ook in dit geval bang was. Ik schaamde me, ook tegenover Bobby, voor wat hij nu wist. Het was minder erg dan tegenover Gio, omdat ik met Gio nog een relatie had, maar ik had van Bobby ook nooit gewild dat hij me als zwak of beschadigd zou zien, vooral niet omdat hij Cees en vooral mij goed kende en hij zich beter dan ieder ander zou kunnen voorstellen wat er tussen hem en mij gebeurd was. Hij was tenslotte nog altijd mijn ex-vriend.
Na mijn gesprek met Gio, trok ik me een tijdje terug in de slaapkamer. Ik zat op het bed met mijn benen over de rand en speelde met mijn telefoon, terwijl ik probeerde te bedenken of ik het aandurfde Bobby te bellen. Ik twijfelde erg, nog altijd, want als ik hem belde, zou hij willen weten wat er gebeurd was en dan zou ik het hem moeten vertellen. Dan zou ik het helemaal, honderd procent, volledig moeten bevestigen. Er zou geen weg terug meer zijn als ik die stap zetten, want ik kon moeilijk ineens besluiten op te hangen als ik het te moeilijk vond worden. Ik moest even overwegen of ik al zo ver wilde gaan, of ik er aan toe was er met iemand anders dan met Gio of Roos over te praten. Pas als ik dat wist, zou ik kunnen besluiten of ik hem wel of niet zou kunnen bellen.
Ik zat een hele tijd te dubben, op bed met mijn telefoon in min handen, maar uiteindelijk besloot ik het toch te doen. Ik moest hem vroeg of laat toch weer een keer onder ogen komen en ik kon het beter over de telefoon vertellen dan face to face. Bellen moest ik dus ooit toch wel en hoe eerder ik dat deed, hoe eerder ik er vanaf was. Bovendien was ik hem ook wel een verklaring schuldig: de laatste paar weken van onze relatie was ik vreselijk tegen hem geweest.
Toen ik even een paar minuten moet verzameld had, draaide ik Bobs nummer. Ik aarzelde nog even, maar toen drukte ik op bellen. Ik voelde een weke spanning in mijn benen toen ik de telefoon tegen mijn oor drukte en de kiestoon hoorde, maar ik weerstond de neiging om op te hangen. Gelukkig nam Bobby snel op.
Mijn hart sloeg een slag over.
‘Hé,’ zei ik met een stem die zachter was dan mijn bedoeling was. ‘Met mij.’ Mijn maag draaide een keer rond toen ik Bobby’s bekende stem aan de andere kant van de lijn hoorde.
‘Hé,’ zei Bob. ‘Goed dat je belt. Ik heb je al een paar keer geprobeerd te pakken te krijgen, vandaag.’
Ik richtte mijn blik op mijn knieën en streek een plooi uit mijn badjas.
‘Ja, ik weet het,’ zei ik. ‘Sorry. Ik had even… tijd nodig.’
Ik kon bijna voor me zien hoe hij begripvol knikte aan de andere kant van de lijn.
‘Ja, ‘tuurlijk. Ik snap het,’ zei hij. Hij was even stil, en toen vroeg hij: ‘Maar het gaat alweer wat beter? Hoe is het ermee?’ Ik moest weer even wennen aan Bobby’s manier van telefoongesprekken voeren. Net als in het echt, was hij ook aan de telefoon nooit zo vlot.
Ik haalde automatisch mijn schouders op en frunnikte aan de band van mijn kamerjas.
‘Beter,’ reageerde ik. ‘Ik ben een beetje van de eerste schrik bekomen, denk ik.’
Bobby maakte een geluid of hij zuchtte.
‘Nou, jij meer dan ik,’ zei hij. ‘Ik schrok echt, van wat Mel zei, gisteren.’ Hij pauzeerde even, alsof hij wachtte tot ik iets zou zeggen, maar dat deed ik niet. Toen ik stil bleef, ging hij weer verder. Zijn stem was nog steeds een beetje zacht, lief.
‘Is… is het echt waar?’ vroeg hij voorzichtig.
Ik slikte. ‘Ongeveer wel, ja.’
Bobby rommelde wat met zijn telefoon. ‘Jezus. Dat is echt… ik was echt boos, door alles tussen ons, maar… dat is echt erg.’ Weer was hij even stil, maar opnieuw zweeg ik. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik had dit gesprek al te vaak moeten voeren de laatste tijd.
Bobby interpreteerde mijn stilzwijgen echter juist en nam het woord weer.
‘Mag ik vragen…’ vroeg hij. ‘Was het echt Cees? Onze Cees? Uit de club?’
Mijn gezicht verstrakte wat.
‘Hij is niet ‘onze Cees’ meer, Bobby, ’ zei ik. ‘In ieder geval niet meer die van mij. En ja, hij was het echt.’ Ik zei het een beetje gepikeerd, maar Bobby merkte dat geloof ik niet eens. Ik schrok een beetje toen zijn stem ineens veel scherper klonk dan daarnet.
‘Godverdomme,’ zei hij hartgrondig. ‘Wat een gore klootzak. Als ik hem zie, sla ik hem op zijn gezicht.’
Ik glimlachte. Cees was ongeveer twee keer zo breed en twee koppen groter dan Bobby.
‘Dat hoeft niet, Bobby.’
‘Jawel. Alsof hij hier zomaar mee weg kan komen. Ben je naar de politie geweest?’
‘Nee, dat wil ik niet.’
Bobby was even stil. Toen vroeg hij verbaasd: ‘Nee? Waarom niet?’
Ik kneep mijn ogen even dicht. ‘Daarom niet, Bobby.’
Bob sputterde wat. ‘O. Oké.’
Weer was het even stil. Ik staarde naar beneden en wikkelde de band van mijn kamerjas om mijn vinger. In de korte stilte dacht ik aan al die andere gesprekken tussen hem en mij die zo stroef waren gegaan, aan hoe ik hem behandeld had, na dat met Cees. God, die arme jongen. Hij was een heilige dat hij überhaupt nog probeerde contact met me te krijgen.

~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Mooi stukje weer! Alleen nog een aantal foutjes:
we hadden ruzie gehad, waren uit elkaar gegaan en dat was dat geweest, en daardoor had ik nooit echt afscheid van hem genomen. = twee keer en
Waarschijnlijk was dat de reden dat het nog zo vers leek, dat het waarschijnlijk nu zo’n pijn deed om van Mel over hem te horen. = twee keer waarschijnlijk
vooral niet omdat hij Cees en vooral mij goed kende = twee keer vooral. Misschien kun je van die tweede vooral met name maken.
Na mijn gesprek met Gio, trok ik me een tijdje terug in de slaapkamer. = de komma kan weg
Er zou geen weg terug meer zijn als ik die stap zetten, = zou zetten
in min handen = mijn handen
Ik heb je al een paar keer geprobeerd te pakken te krijgen, vandaag. = de komma kan weg
‘Ja, ‘tuurlijk. Ik snap het,’ = aanhalingsteken te veel
Wel lief dat Bobby na al die ellende alsnog wil helpen!
Groetjes Blieje
we hadden ruzie gehad, waren uit elkaar gegaan en dat was dat geweest, en daardoor had ik nooit echt afscheid van hem genomen. = twee keer en
Waarschijnlijk was dat de reden dat het nog zo vers leek, dat het waarschijnlijk nu zo’n pijn deed om van Mel over hem te horen. = twee keer waarschijnlijk
vooral niet omdat hij Cees en vooral mij goed kende = twee keer vooral. Misschien kun je van die tweede vooral met name maken.
Na mijn gesprek met Gio, trok ik me een tijdje terug in de slaapkamer. = de komma kan weg
Er zou geen weg terug meer zijn als ik die stap zetten, = zou zetten
in min handen = mijn handen
Ik heb je al een paar keer geprobeerd te pakken te krijgen, vandaag. = de komma kan weg
‘Ja, ‘tuurlijk. Ik snap het,’ = aanhalingsteken te veel
Wel lief dat Bobby na al die ellende alsnog wil helpen!
Groetjes Blieje

Het laatste contact is altijd het zwaarste.
Haha leuk dat jullie meelezen Arenda en Blieje en bedankt voor het eruit halen van de foutjes! 
____________________________________________________________________________________
Ik schrok op uit mijn gedachten tot Bob weer iets zei.
‘Trouwens,’ begon hij, op een toon die weer zachter was geworden. ‘Mel zei… ik had haar gebeld, laatst, omdat ik jou niet te pakken kreeg, en toen zei ze dat ik niet naar het huis van je ouders moest bellen als ik met je wilde praten.’
Ik deed mijn ogen even dicht. Mijn hart begon wat harder te slaan nu hij dit onderwerp aanhaalde.
‘Ja,’ zei ik alleen.
Bobby deed weer een poging te wachten tot ik meer ging zeggen, die ook dit keer tevergeefs was. Hij schraapte zijn keel.
‘Eh… waarom zei ze dat dan?’ vroeg hij toen ik stil bleef.
‘Omdat het zo is,’ antwoordde ik.
‘Waarom dan?’
Ik draaide de band zo strak om mijn vinger dat mijn bloeddoorstroom werd afgekneld. Ik wachtte nog even, en toen mijn vinger begon te tintelen, zei ik: ‘Omdat ik niet meer thuis woon.’
Nu bleef Bobby een tijdje stil. Ik hoorde zijn ademhaling door de telefoon en kon zijn verbazing bijna voelen.
‘Maar waarom dan niet?’ vroeg hij toen.
Ik fronste mijn wenkbrauwen.
‘Daarom niet, Bobby,’ zei ik geïrriteerd. Zoals altijd was het met Bobby nog altijd makkelijker om geïrriteerd te doen dan om toe te geven dat ik het moeilijk vond om ergens over te praten. Zoals altijd had het ook het beoogde effect.
‘Oké, oké,’ zei Bobby snel. ‘Sorry. Maar… waar woon je dan nu?’
Ik draaide mijn vingers los uit de band en keek naar de witte lijnen die zich erop aftekenden. Even bleef ik stil, tot Bobby aan de andere kant van de lijn ‘Star?’ zei.
‘Bij Giovanni,’ zei ik toen.
Weer hoorde ik een tijdlang alleen Bobby’s ademhaling door de telefoon. Ik geloof niet dat hij dat verwacht had. Na een korte stilte zei hij: ‘O. Bij Giovanni, van je werk? Giovanni…’
Ik sloeg mijn benen over elkaar en klemde mijn kaken op elkaar. Nu ik gespannen was door het onderwerp waar we over praatten, werd ik geïrriteerd door zijn traagheid.
‘Mijn pedofiele nieuwe klotevriendje, ja,’ citeerde ik Floris snauwend.
Bobby maakte een pijnlijk geluid.
‘Ja, sorry,’ zei hij. ‘Dat was lullig van hem. Dat had hij niet moeten zeggen.’
‘Nee, inderdaad.’
‘Sorry. We hadden niet zo lullig tegen je moeten doen, in die gang. Als we dit geweten hadden…’
‘Maar je wist het niet Bobby, net als de rest van de school. En nu weet je het wel, ook net als de rest van de school.’
‘Ja. Dankzij mij. En Floris.’
‘En Melanie.’
‘Ja.’ Hij rommelde weer met zijn telefoon. ’Mel dacht dat je boos op haar was.’
‘Dat was ik ook.’
‘Heb je al met haar gepraat?’
‘Ja, ze is langs geweest. We hebben het uitgepraat.’
‘Wil je het ook met mij uitpraten?’
Ik wist niet wat hij bedoelde, of hij enkel doelde op dat van gisteren, of ook alles van de laatste tijd, maar ik wist dat het hoe dan ook moest. Ik zag er tegenop, al zodra hij het voorstelde, maar ik wist dat ik me daar overheen moest zetten. Ik moest het juist met hem uitpraten, dat zou alleen maar beter zijn. Er was nog veel te veel onduidelijk en ongezegd en dit was er een mooie aanleiding toe.
‘Ja,’ zei ik dus. ‘Misschien.’
Bobby klonk opgelucht toen hij weer sprak.
‘Oké,’ zei hij. ‘Ben je morgen op school?’
‘Ja.’
‘Zullen we dan in de tweede pauze afspreken? Bij het hek?’
Ik dacht even na, maar toen zei ik: ‘Ja. Dat is goed.’
Ik hoorde aan Bobby dat hij blij was dat ik toestemde.
‘Oké, zei hij. ‘Doen we dat. Alleen…’ Hij aarzelde even. ‘Vindt Giovanni dat wel goed?’
Ik glimlachte een beetje om de manier waarop hij het vroeg.
‘Ja hoor, die is niet zo moeilijk.’
‘Oké. Dan doen we het morgen in de pauze.’
‘Is goed. Zie ik je dan, oké?’
‘Ja, is goed. Tot morgen.’
‘Tot morgen.’

____________________________________________________________________________________
Ik schrok op uit mijn gedachten tot Bob weer iets zei.
‘Trouwens,’ begon hij, op een toon die weer zachter was geworden. ‘Mel zei… ik had haar gebeld, laatst, omdat ik jou niet te pakken kreeg, en toen zei ze dat ik niet naar het huis van je ouders moest bellen als ik met je wilde praten.’
Ik deed mijn ogen even dicht. Mijn hart begon wat harder te slaan nu hij dit onderwerp aanhaalde.
‘Ja,’ zei ik alleen.
Bobby deed weer een poging te wachten tot ik meer ging zeggen, die ook dit keer tevergeefs was. Hij schraapte zijn keel.
‘Eh… waarom zei ze dat dan?’ vroeg hij toen ik stil bleef.
‘Omdat het zo is,’ antwoordde ik.
‘Waarom dan?’
Ik draaide de band zo strak om mijn vinger dat mijn bloeddoorstroom werd afgekneld. Ik wachtte nog even, en toen mijn vinger begon te tintelen, zei ik: ‘Omdat ik niet meer thuis woon.’
Nu bleef Bobby een tijdje stil. Ik hoorde zijn ademhaling door de telefoon en kon zijn verbazing bijna voelen.
‘Maar waarom dan niet?’ vroeg hij toen.
Ik fronste mijn wenkbrauwen.
‘Daarom niet, Bobby,’ zei ik geïrriteerd. Zoals altijd was het met Bobby nog altijd makkelijker om geïrriteerd te doen dan om toe te geven dat ik het moeilijk vond om ergens over te praten. Zoals altijd had het ook het beoogde effect.
‘Oké, oké,’ zei Bobby snel. ‘Sorry. Maar… waar woon je dan nu?’
Ik draaide mijn vingers los uit de band en keek naar de witte lijnen die zich erop aftekenden. Even bleef ik stil, tot Bobby aan de andere kant van de lijn ‘Star?’ zei.
‘Bij Giovanni,’ zei ik toen.
Weer hoorde ik een tijdlang alleen Bobby’s ademhaling door de telefoon. Ik geloof niet dat hij dat verwacht had. Na een korte stilte zei hij: ‘O. Bij Giovanni, van je werk? Giovanni…’
Ik sloeg mijn benen over elkaar en klemde mijn kaken op elkaar. Nu ik gespannen was door het onderwerp waar we over praatten, werd ik geïrriteerd door zijn traagheid.
‘Mijn pedofiele nieuwe klotevriendje, ja,’ citeerde ik Floris snauwend.
Bobby maakte een pijnlijk geluid.
‘Ja, sorry,’ zei hij. ‘Dat was lullig van hem. Dat had hij niet moeten zeggen.’
‘Nee, inderdaad.’
‘Sorry. We hadden niet zo lullig tegen je moeten doen, in die gang. Als we dit geweten hadden…’
‘Maar je wist het niet Bobby, net als de rest van de school. En nu weet je het wel, ook net als de rest van de school.’
‘Ja. Dankzij mij. En Floris.’
‘En Melanie.’
‘Ja.’ Hij rommelde weer met zijn telefoon. ’Mel dacht dat je boos op haar was.’
‘Dat was ik ook.’
‘Heb je al met haar gepraat?’
‘Ja, ze is langs geweest. We hebben het uitgepraat.’
‘Wil je het ook met mij uitpraten?’
Ik wist niet wat hij bedoelde, of hij enkel doelde op dat van gisteren, of ook alles van de laatste tijd, maar ik wist dat het hoe dan ook moest. Ik zag er tegenop, al zodra hij het voorstelde, maar ik wist dat ik me daar overheen moest zetten. Ik moest het juist met hem uitpraten, dat zou alleen maar beter zijn. Er was nog veel te veel onduidelijk en ongezegd en dit was er een mooie aanleiding toe.
‘Ja,’ zei ik dus. ‘Misschien.’
Bobby klonk opgelucht toen hij weer sprak.
‘Oké,’ zei hij. ‘Ben je morgen op school?’
‘Ja.’
‘Zullen we dan in de tweede pauze afspreken? Bij het hek?’
Ik dacht even na, maar toen zei ik: ‘Ja. Dat is goed.’
Ik hoorde aan Bobby dat hij blij was dat ik toestemde.
‘Oké, zei hij. ‘Doen we dat. Alleen…’ Hij aarzelde even. ‘Vindt Giovanni dat wel goed?’
Ik glimlachte een beetje om de manier waarop hij het vroeg.
‘Ja hoor, die is niet zo moeilijk.’
‘Oké. Dan doen we het morgen in de pauze.’
‘Is goed. Zie ik je dan, oké?’
‘Ja, is goed. Tot morgen.’
‘Tot morgen.’

~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
En, zoals gewoonlijk weer een leuk stukje!
Nog een paar dingetjes:
Zoals altijd was het met Bobby nog altijd makkelijker om geïrriteerd te doen dan om toe te geven dat ik het moeilijk vond om ergens over te praten. Zoals altijd had het ook het beoogde effect. = twee keer zoals altijd aan het begin van een zin
Ik sloeg mijn benen over elkaar en klemde mijn kaken op elkaar = twee keer elkaar
Verder, ja wat kan ik zeggen, super!
En graag gedaan dat ik de foutjes eruit haal.
Groetjes Blieje




Nog een paar dingetjes:
Zoals altijd was het met Bobby nog altijd makkelijker om geïrriteerd te doen dan om toe te geven dat ik het moeilijk vond om ergens over te praten. Zoals altijd had het ook het beoogde effect. = twee keer zoals altijd aan het begin van een zin
Ik sloeg mijn benen over elkaar en klemde mijn kaken op elkaar = twee keer elkaar
Verder, ja wat kan ik zeggen, super!
En graag gedaan dat ik de foutjes eruit haal.

Groetjes Blieje
Het laatste contact is altijd het zwaarste.
Even reactie op bovenstaande: ik vind dat twee keer 'zoals altijd' eigenlijk wel mooi, meer een stijlfiguur dan een fout 
Wat mij betreft lekker laten staan (:

Wat mij betreft lekker laten staan (:
I'm jealous of my parents, I'll never have a kid as cool as theirs.
Whoops, sorry dat ik niet op het vorige stuk gereageerd heb! Mijn hoofd is all over the place op het moment, de laatste tentamens komen eraan en alle docenten vinden het superleuk om ons nog nieuwe stof op te geven. Bah. :/
Anyway, ik wilde over dat stuk nog even één ding zeggen:
Over het tweede stuk: jaaaaaa! Bobby is wel lief. Alleen nog een beetje een kindje op bepaalde punten, niet? "Vindt Giovanni dat wel goed?" - toen moest ik echt even mijn hoofd schudden. Het zijn van die kleine dingetjes, heel subtiel, en toch zit ik aan het eind te denken dat het goed is dat Starla voor Giovanni heeft gekozen, omdat hij volwassener is en haar meer steun kan bieden.
Over de 'zoals altijd'-discussie, ik ben het met xILY eens dat het hier als stijlfiguur goed werkt. :) Ik vond het weer goede stukken! Ben benieuwd naar het vervolg.
Liefs!
Anyway, ik wilde over dat stuk nog even één ding zeggen:
Deze zin vind ik zo goed. Omdat je het verder niet uitlegt. Dat glimlachje en die zin daarna, dat is alles, en dat is genoeg om ons precies voor te kunnen stellen wat er zou gebeuren. Dat is fantastisch.Jeetje schreef:Ik glimlachte. Cees was ongeveer twee keer zo breed en twee koppen groter dan Bobby.
Over het tweede stuk: jaaaaaa! Bobby is wel lief. Alleen nog een beetje een kindje op bepaalde punten, niet? "Vindt Giovanni dat wel goed?" - toen moest ik echt even mijn hoofd schudden. Het zijn van die kleine dingetjes, heel subtiel, en toch zit ik aan het eind te denken dat het goed is dat Starla voor Giovanni heeft gekozen, omdat hij volwassener is en haar meer steun kan bieden.
Over de 'zoals altijd'-discussie, ik ben het met xILY eens dat het hier als stijlfiguur goed werkt. :) Ik vond het weer goede stukken! Ben benieuwd naar het vervolg.
Liefs!
Dank jullie wel voor jullie superleuke reacties, maken me altijd weer blij! De dubbele Zoals altijd was inderdaad bedoelt als stijlfiguur
en Bobby is op bepaalde manieren inderdaad wat naief en onschuldig op een kinderlijke manier, het punt is inderdaad ook dat haar situatie er waarschijnlijk alleen nog maar slechter op was geworden als ze bij Bobby was gebleven al bedoelt hij alles goed, ondanks dat 90 procent van de buitenwereld hem veel beter voor haar zou vinden dan Gio ivm het leeftijdsverschil. Straks zal ook nog blijken hoe belangrijk Gio werkelijk voor haar is, hij trekt haar later moment uit de (hele diepe) put op een manier zoals niemand anders dat voor haar had gekund 
______________________________________________________________________
Toen ik had opgehangen, bleef ik even een tijdje in mijn eentje in de slaapkamer zitten. Daar, en ook in de tijd erna, was ik best nerveus door het vooruitzicht aan mijn ontmoeting met Bobby de volgende dag. Het was voor het eerst sinds ik hem kende dat ik me zo voelde. Ik was nooit nerveus geweest bij Bobby in de buurt, en het was zowel verontrustend als ergerlijk dat dat nu wel het geval was.
Ik was er zodanig mee bezig dat mijn gedachten de rest van de dag regelmatig afdwaalden naar het telefoongesprek van Bob en mij van die avond en naar alles wat er aan vooraf was gegaan. Van het programma dat Gio en ik keken voor we naar bed gingen, kreeg ik niet veel mee. Ook toen we de slaapkamer opzochten, lag ik nog een tijdlang wakker. Toen het me eindelijk lukte om in slaap te vallen, sliep ik onrustig en oppervlakkig. Ik vond het nog steeds een naar vooruitzicht om met andere over dat met Cees te moeten praten, om toe te geven dat het gebeurd was. Het liefst wilde ik nog altijd dat ik en iedereen in mijn omgeving het gewoon zouden vergeten.
Gezien dat door de huidige omstandigheden echter niet bepaald weer mogelijk was, was ik ook de volgende dag nog nerveus. Ik wist niet wat ik aan moest trekken, at die ochtend weinig en liet de tandpasta een paar keer uit mijn handen vallen. Toen ik vervolgens tien minuten op zoek was naar mijn sleutel en er toen achter kwam dat die gewoon lag waar ik hem had achtergelaten, gaf ik mezelf inwendig een klap voor mijn hoofd. Bob en ik hadden niets meer met elkaar, dus al dat nerveuze gedoe was nergens voor nodig.
Toen ik eindelijk klaar en naar school gaan niet langer uit kon stellen, trok ik in de gang mijn jas en schoenen aan. Gio wenste me succes en ik nam de lift naar de garage. Ik sleepte mijn Puch naar buiten, stapte op en reed naar school. Daar werd het er niet veel beter op, want eenmaal op het schoolplein bleek dat mijn zenuwen niet alleen met Bobby te maken hadden. De aanblik van de hal naar de buitendeuren herinnerde me weer pijnlijk aan wat er twee dagen geleden gebeurd was en toen ik de warmte van de school instapte, voelde ik een stoot van adrenaline bij het zien van al die leerlingen om me heen. Ik was niet allang bang voor mijn gesprek met Bobby, ik was ook bang voor wat de reactie van de andere leerlingen zou zijn, voor of ze het wisten. Dankzij Dora wist de halve school waarschijnlijk inmiddels dat ik zwanger was en dankzij Mel wist iedereen die eergisteren in de buurt van de gang had gestaan, nu ook wat de reden daarvoor was. Ik wist niet of dat tweede net zo snel rond zou gaan als het eerst, maar ik was bang dat dat wel het geval zou zijn.
De eerste paar minuten die ik op school doorbracht, was ik dus vreselijk nerveus. Ik durfde niemand aan te kijken en propte zo snel mogelijk mijn jas in mijn kluisje. Goddank vond Mel me al gauw, en met haar erbij voelde ik me wat minder te kijk lopen dan in mijn eentje. Soms durfde ik een beetje op te kijken en op de reacties van de anderen te letten. Wat ik zag was dan pijnlijk, maar tegelijkertijd viel het mee. Ik werd niet nageroepen of aangesproken, zoals door Floris laatst, en dat was fijn, maar ik merkte wel dat er veel mensen naar mijn gezicht en vooral naar mijn buik keken. Het stak me, dat ze dat zo ongegeneerd deden. Blijkbaar was de reden voor mijn zwangerschap dus niet zo snel rondgegaan als mijn zwangerschap zelf. Anders zouden ze me er niet zo ongegeneerd mee confronteren, dacht ik. Tenminste, dat hoopte ik dan maar.
Gelukkig week Mel, die zich waarschijnlijk nog steeds een beetje schuldig voelde, geen seconde van mijn zijde. Ze bleef vlak bij me en ontwikkelde zich tot een soort persoonlijke waakhond. Ze trok me mee als er mensen naar me keken en als er gesmoesd werd, wierp ze een kwade blik naar de mensen die achter onze rug over me praatten. Het was lief van haar, en het zorgde er bovendien voor dat ik gedurende de dag geen één keer vervelende opmerkingen naar mijn hoofd kreeg.
Ondertussen tussen mijn lessen door mijn ogen goed open om te kijken of ik Bobby ergens zag. Dat was echter geen enkele keer het geval. Bobby was niet zo van het school gaan, dus ik vroeg me af of hij er überhaupt wel was vandaag, of dat hij gewoon in de pauze aan zou komen zetten om dan met mij te praten en verder gewoon thuis zou blijven. Dat leek me niet geheel onlogisch, want telkens als ik Bobby’s klas ergens zag lopen, was Bob nergens te bekennen. Soms nam ik een omweg langs zijn lokalen om te kijken of hij misschien toch halverwege zijn lessen binnen was komen vallen, maar ook dan zag ik hem niet. Floris, daarentegen, zag ik wel een keer: hij stond met zijn klas bij een lokaal te wachten toen Mel en ik langsliepen en onze blikken kruisten elkaar even in het voorbijgaan. Floris’ blik was een beetje donker, maar ik zag er geen greintje spijt of schuldgevoel in. Hij maakte ook geen aanstalten naar me toe te komen om met me te praten of zijn excuses aan te bieden. Klootzak. Als ik een keer zin had om met hem te praten, moest ik hem nodig vertellen dat hij een lul was en dat hij het niet moest wagen om wat hij van Mel had gehoord aan anderen door te vertellen.
In ieder geval, Bobby was de hele dag afwezig, maar ondanks dat kwam hij wel keurig op tijd voor onze afspraak. Toen ik aan het begin van de pauze met enigszins slappe benen naar buiten liep, stond hij al bij het hek op me te wachten. Hij zag er precies hetzelfde uit als altijd, met zijn dreads die onder zijn dikke, zwarte muts vandaan kwamen. Zijn kruis hing bijna op zijn knieën en de pijpen van zijn broek vormden dikke proppen op zijn brede gympen.
Bob stond met zijn handen in zijn jaszakken tegen het hek geleund, maar toen ik aan kwam lopen, kwam hij overeind.
‘Hé,’ zei hij. ‘Goed dat je er bent.’
Ik liep naar hem toe.
‘Jij ook,’ zei ik. ‘Ik zag je niet op school vandaag, dus ik dacht al dat je het vergeten was.’
Bob schudde zijn hoofd.
‘Nee, ik had me verslapen en ik had het vierde een tussenuur, dus ik ben maar in bed blijven liggen. Anders schiet het ook niet op.’ Hij keek naar me en maakte aanstalten om me op mijn arm of rug te kloppen om me te verwelkomen of gerust te stellen, maar hij leek zich te bedenken. Dat stak me, vreemd genoeg.
Hij stak zijn handen weer in zijn zakken.
‘Zullen we even een stuk lopen, buiten?’ vroeg hij.
Ik knikte, terwijl ik probeerde mijn zenuwen te onderdrukken. ‘Is goed.’
We draaiden ons om en liepen same het schoolplein af. Langs de groepjes die buiten het hek stonden te rook heen begaven we ons het plein af, weg van de drukte. De geur van sigarettenrook was hier en daar sterk en dat gecombineerd met het feit dat ik enigszins zenuwachtig was voor het gesprek met Bobby, maakte dat ik mijn sigaretten nadrukkelijk aanwezig in mijn zak kon voelen. Ik had al een paar dagen niet gerookt, vanwege die baby en omdat ik in Gio’s appartement niet kon roken, maar nu was het toch wel erg aanlokkelijk.
Bobby en ik liepen zwijgend naast elkaar van het schoolterrein af. Het was redelijk koud buiten en we liepen allebei weggedoken in onze jassen naar de grond te kijken. Ik weet niet waarom we niets tegen elkaar zeiden, maar we deden het in ieder geval niet. Op de één of andere manier was het echter geen ongemakkelijke stilte. Ik had het idee dat niet alleen ik, maar ook Bobby een beetje gespannen was, voor zover dat in zijn geval mogelijk was, dan, en dat we allebei blij waren met het uitstel dat alle stilte ons gaf.
Na zij aan zij de straat uit gelopen te hebben, kwamen Bob en ik uit in het parkje achter de sportvelden. We hadden en vroeger veel tijd samen doorgebracht, tijdens tussenure en spijbelburen, kletsend, zoenend, blowend en rokend op één van de bankjes. Nu waren de bomen niet meer zo mooi groen en dik bebladerd, maar zelfs de kale takken gaven het geheel een bepaalde sfeer die ik me nog herinnerde van de tijd dat we samen waren.
Ik hield stil in een bocht en ging daar op een bankje ging zitten. Bob volgde mijn voorbeeld. Hij kwam vlak naast me zitten, maar net niet tegen me aan. Ik vroeg me af of hij dat bewust deed of niet en gelijk baalde ik ervan dat ik daar bij nadacht, want ik had gedacht dat ik die tijd inmiddels gehad had. Omdat deze situatie voor Bob echter nieuw was, voelde hij voor mij ook zo.
‘Zo,’ zei Bob na een tijdje. ‘Daar zitten we dan.’
Ik dook in mijn sjaal en knikte.
‘Ja,’zei ik. ‘Zo zie je maar weer.’
Even was het stil. Nu had ik wel het gevoel dat de stilte ongemakkelijk was. Moest ik iets zeggen? Of moest ik wachten op hem? En waar zou ik moeten beginnen? O, waarom had ik eigenlijk toegezegd met hem te praten? Waar moest ik in godsnaam beginnen?


______________________________________________________________________
Toen ik had opgehangen, bleef ik even een tijdje in mijn eentje in de slaapkamer zitten. Daar, en ook in de tijd erna, was ik best nerveus door het vooruitzicht aan mijn ontmoeting met Bobby de volgende dag. Het was voor het eerst sinds ik hem kende dat ik me zo voelde. Ik was nooit nerveus geweest bij Bobby in de buurt, en het was zowel verontrustend als ergerlijk dat dat nu wel het geval was.
Ik was er zodanig mee bezig dat mijn gedachten de rest van de dag regelmatig afdwaalden naar het telefoongesprek van Bob en mij van die avond en naar alles wat er aan vooraf was gegaan. Van het programma dat Gio en ik keken voor we naar bed gingen, kreeg ik niet veel mee. Ook toen we de slaapkamer opzochten, lag ik nog een tijdlang wakker. Toen het me eindelijk lukte om in slaap te vallen, sliep ik onrustig en oppervlakkig. Ik vond het nog steeds een naar vooruitzicht om met andere over dat met Cees te moeten praten, om toe te geven dat het gebeurd was. Het liefst wilde ik nog altijd dat ik en iedereen in mijn omgeving het gewoon zouden vergeten.
Gezien dat door de huidige omstandigheden echter niet bepaald weer mogelijk was, was ik ook de volgende dag nog nerveus. Ik wist niet wat ik aan moest trekken, at die ochtend weinig en liet de tandpasta een paar keer uit mijn handen vallen. Toen ik vervolgens tien minuten op zoek was naar mijn sleutel en er toen achter kwam dat die gewoon lag waar ik hem had achtergelaten, gaf ik mezelf inwendig een klap voor mijn hoofd. Bob en ik hadden niets meer met elkaar, dus al dat nerveuze gedoe was nergens voor nodig.
Toen ik eindelijk klaar en naar school gaan niet langer uit kon stellen, trok ik in de gang mijn jas en schoenen aan. Gio wenste me succes en ik nam de lift naar de garage. Ik sleepte mijn Puch naar buiten, stapte op en reed naar school. Daar werd het er niet veel beter op, want eenmaal op het schoolplein bleek dat mijn zenuwen niet alleen met Bobby te maken hadden. De aanblik van de hal naar de buitendeuren herinnerde me weer pijnlijk aan wat er twee dagen geleden gebeurd was en toen ik de warmte van de school instapte, voelde ik een stoot van adrenaline bij het zien van al die leerlingen om me heen. Ik was niet allang bang voor mijn gesprek met Bobby, ik was ook bang voor wat de reactie van de andere leerlingen zou zijn, voor of ze het wisten. Dankzij Dora wist de halve school waarschijnlijk inmiddels dat ik zwanger was en dankzij Mel wist iedereen die eergisteren in de buurt van de gang had gestaan, nu ook wat de reden daarvoor was. Ik wist niet of dat tweede net zo snel rond zou gaan als het eerst, maar ik was bang dat dat wel het geval zou zijn.
De eerste paar minuten die ik op school doorbracht, was ik dus vreselijk nerveus. Ik durfde niemand aan te kijken en propte zo snel mogelijk mijn jas in mijn kluisje. Goddank vond Mel me al gauw, en met haar erbij voelde ik me wat minder te kijk lopen dan in mijn eentje. Soms durfde ik een beetje op te kijken en op de reacties van de anderen te letten. Wat ik zag was dan pijnlijk, maar tegelijkertijd viel het mee. Ik werd niet nageroepen of aangesproken, zoals door Floris laatst, en dat was fijn, maar ik merkte wel dat er veel mensen naar mijn gezicht en vooral naar mijn buik keken. Het stak me, dat ze dat zo ongegeneerd deden. Blijkbaar was de reden voor mijn zwangerschap dus niet zo snel rondgegaan als mijn zwangerschap zelf. Anders zouden ze me er niet zo ongegeneerd mee confronteren, dacht ik. Tenminste, dat hoopte ik dan maar.
Gelukkig week Mel, die zich waarschijnlijk nog steeds een beetje schuldig voelde, geen seconde van mijn zijde. Ze bleef vlak bij me en ontwikkelde zich tot een soort persoonlijke waakhond. Ze trok me mee als er mensen naar me keken en als er gesmoesd werd, wierp ze een kwade blik naar de mensen die achter onze rug over me praatten. Het was lief van haar, en het zorgde er bovendien voor dat ik gedurende de dag geen één keer vervelende opmerkingen naar mijn hoofd kreeg.
Ondertussen tussen mijn lessen door mijn ogen goed open om te kijken of ik Bobby ergens zag. Dat was echter geen enkele keer het geval. Bobby was niet zo van het school gaan, dus ik vroeg me af of hij er überhaupt wel was vandaag, of dat hij gewoon in de pauze aan zou komen zetten om dan met mij te praten en verder gewoon thuis zou blijven. Dat leek me niet geheel onlogisch, want telkens als ik Bobby’s klas ergens zag lopen, was Bob nergens te bekennen. Soms nam ik een omweg langs zijn lokalen om te kijken of hij misschien toch halverwege zijn lessen binnen was komen vallen, maar ook dan zag ik hem niet. Floris, daarentegen, zag ik wel een keer: hij stond met zijn klas bij een lokaal te wachten toen Mel en ik langsliepen en onze blikken kruisten elkaar even in het voorbijgaan. Floris’ blik was een beetje donker, maar ik zag er geen greintje spijt of schuldgevoel in. Hij maakte ook geen aanstalten naar me toe te komen om met me te praten of zijn excuses aan te bieden. Klootzak. Als ik een keer zin had om met hem te praten, moest ik hem nodig vertellen dat hij een lul was en dat hij het niet moest wagen om wat hij van Mel had gehoord aan anderen door te vertellen.
In ieder geval, Bobby was de hele dag afwezig, maar ondanks dat kwam hij wel keurig op tijd voor onze afspraak. Toen ik aan het begin van de pauze met enigszins slappe benen naar buiten liep, stond hij al bij het hek op me te wachten. Hij zag er precies hetzelfde uit als altijd, met zijn dreads die onder zijn dikke, zwarte muts vandaan kwamen. Zijn kruis hing bijna op zijn knieën en de pijpen van zijn broek vormden dikke proppen op zijn brede gympen.
Bob stond met zijn handen in zijn jaszakken tegen het hek geleund, maar toen ik aan kwam lopen, kwam hij overeind.
‘Hé,’ zei hij. ‘Goed dat je er bent.’
Ik liep naar hem toe.
‘Jij ook,’ zei ik. ‘Ik zag je niet op school vandaag, dus ik dacht al dat je het vergeten was.’
Bob schudde zijn hoofd.
‘Nee, ik had me verslapen en ik had het vierde een tussenuur, dus ik ben maar in bed blijven liggen. Anders schiet het ook niet op.’ Hij keek naar me en maakte aanstalten om me op mijn arm of rug te kloppen om me te verwelkomen of gerust te stellen, maar hij leek zich te bedenken. Dat stak me, vreemd genoeg.
Hij stak zijn handen weer in zijn zakken.
‘Zullen we even een stuk lopen, buiten?’ vroeg hij.
Ik knikte, terwijl ik probeerde mijn zenuwen te onderdrukken. ‘Is goed.’
We draaiden ons om en liepen same het schoolplein af. Langs de groepjes die buiten het hek stonden te rook heen begaven we ons het plein af, weg van de drukte. De geur van sigarettenrook was hier en daar sterk en dat gecombineerd met het feit dat ik enigszins zenuwachtig was voor het gesprek met Bobby, maakte dat ik mijn sigaretten nadrukkelijk aanwezig in mijn zak kon voelen. Ik had al een paar dagen niet gerookt, vanwege die baby en omdat ik in Gio’s appartement niet kon roken, maar nu was het toch wel erg aanlokkelijk.
Bobby en ik liepen zwijgend naast elkaar van het schoolterrein af. Het was redelijk koud buiten en we liepen allebei weggedoken in onze jassen naar de grond te kijken. Ik weet niet waarom we niets tegen elkaar zeiden, maar we deden het in ieder geval niet. Op de één of andere manier was het echter geen ongemakkelijke stilte. Ik had het idee dat niet alleen ik, maar ook Bobby een beetje gespannen was, voor zover dat in zijn geval mogelijk was, dan, en dat we allebei blij waren met het uitstel dat alle stilte ons gaf.
Na zij aan zij de straat uit gelopen te hebben, kwamen Bob en ik uit in het parkje achter de sportvelden. We hadden en vroeger veel tijd samen doorgebracht, tijdens tussenure en spijbelburen, kletsend, zoenend, blowend en rokend op één van de bankjes. Nu waren de bomen niet meer zo mooi groen en dik bebladerd, maar zelfs de kale takken gaven het geheel een bepaalde sfeer die ik me nog herinnerde van de tijd dat we samen waren.
Ik hield stil in een bocht en ging daar op een bankje ging zitten. Bob volgde mijn voorbeeld. Hij kwam vlak naast me zitten, maar net niet tegen me aan. Ik vroeg me af of hij dat bewust deed of niet en gelijk baalde ik ervan dat ik daar bij nadacht, want ik had gedacht dat ik die tijd inmiddels gehad had. Omdat deze situatie voor Bob echter nieuw was, voelde hij voor mij ook zo.
‘Zo,’ zei Bob na een tijdje. ‘Daar zitten we dan.’
Ik dook in mijn sjaal en knikte.
‘Ja,’zei ik. ‘Zo zie je maar weer.’
Even was het stil. Nu had ik wel het gevoel dat de stilte ongemakkelijk was. Moest ik iets zeggen? Of moest ik wachten op hem? En waar zou ik moeten beginnen? O, waarom had ik eigenlijk toegezegd met hem te praten? Waar moest ik in godsnaam beginnen?

~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
En weer een leuk stukje!
Grappig, de eindes van je posts zijn altijd spannend, hoe doe je dat?
Nog een paar dingetjes:
Toen ik eindelijk klaar en naar school gaan niet langer uit kon stellen, = klaar was
Langs de groepjes die buiten het hek stonden te rook heen = onduidelijke zin
Verder weer super!
Groetjes Blieje
Grappig, de eindes van je posts zijn altijd spannend, hoe doe je dat?

Nog een paar dingetjes:
Toen ik eindelijk klaar en naar school gaan niet langer uit kon stellen, = klaar was
Langs de groepjes die buiten het hek stonden te rook heen = onduidelijke zin
Verder weer super!

Groetjes Blieje
Het laatste contact is altijd het zwaarste.
Ja, het einde is waanzinnig. Ik doe dat zelf ook altijd - maar het is voor een lezer echt om gek van te worden, hehe. No worries, that's a good thing.
Ook hier merk ik weer die drang om alles uit te leggen. Ik weet niet of je dit stuk al hebt meegenomen in de laatste revisieronde of niet, maar in elk geval, een zin als dit:
Voor de rest, wat gebeurtenissen betreft: ik ben heel erg benieuwd of dat gesprek met Bobby er nu toch van gaat komen en ik vraag me weer af waar Starla's mentor heen is, die wilde toch ook nog een keer met haar praten? Misschien heeft de roddeltrein haar nu ook bereikt. Hmm... I smell possibilities.
Liefs!
Ook hier merk ik weer die drang om alles uit te leggen. Ik weet niet of je dit stuk al hebt meegenomen in de laatste revisieronde of niet, maar in elk geval, een zin als dit:
Deze zin heeft vijfendertig woorden. Als je schrijft: Mijn gedachten dwaalden de rest van de dag regelmatig af naar het telefoongesprek met Bob en naar alles wat daarvoor gebeurd was. dan zijn het er nog maar tweeëntwintig en er staat precies hetzelfde.Jeetje schreef:Ik was er zodanig mee bezig dat mijn gedachten de rest van de dag regelmatig afdwaalden naar het telefoongesprek van Bob en mij van die avond en naar alles wat er aan vooraf was gegaan.
Deze zin zou ik volledig schrappen. Je hebt in de alinea's daarboven al vaak genoeg gezegd dat ze nerveus is, deze zin irriteerde me om eerlijk te zijn een beetje. Ik had het namelijk al door. ;)Jeetje schreef:De eerste paar minuten die ik op school doorbracht, was ik dus vreselijk nerveus.
Voor de rest, wat gebeurtenissen betreft: ik ben heel erg benieuwd of dat gesprek met Bobby er nu toch van gaat komen en ik vraag me weer af waar Starla's mentor heen is, die wilde toch ook nog een keer met haar praten? Misschien heeft de roddeltrein haar nu ook bereikt. Hmm... I smell possibilities.
Liefs!
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Tweemaal het woord 'toen' in 1 zin. Niet zo mooi. Die tweede 'toen' kan gewoon weg hoorToen ik vervolgens tien minuten op zoek was naar mijn sleutel en er toen achter kwam (..)
je mist hier denk ik het woordje 'was' tussen de woorden 'klaar' en 'en'Toen ik eindelijk klaar en naar (..)
Bobby was niet zo van het school gaan, dus ik vroeg me af of hij er überhaupt wel was vandaag
'het NAAR school gaan' ??
tussenure en spijbelburen? Uhm, wat?tijdens tussenure en spijbelburen
Goed en spannend verder Jeetje en net als Melian moest ik ook denken aan die Simmons, die mentor. Al kwam Jack ook in mn hoofd op, die vriend van Star en Bob enzo
Dank jullie wel voor de leuke en uitgebreide reacties! Ik probeer altijd te knippen op een punt dat het een beetje zorgt dat je verder wil lezen (met de nadruk op probeer), zodat het een beetje spannend/leuk blijft
misschien had ik beter fuilletons dan verhalen kunnen gaan schrijven oid haha.
Ik heb jullie net ingehaald met mijn huidige redigeerronde! Gaat nu als een speer dus als het goed is, is alles wat jullie nu krijgen beter nagekeken. Het is echter alsnog pas de tweede 'versie' omdat ik veel pas op het laatst heb toegevoegd dus eventuele foutjes voorbehouden, maar hopelijk wel beter dan het was
Jullie roepen overigens precies op tijd om Simmons, wat over een pagina of drie gaat die er toevallig precies weer in voorkomen. Daarna gaan we langzaamaan naar de apotheose
hopelijk vinden jullie het niet saai worden tot die tijd maar anders hoor ik het wel 
__________________________________________________________________________________
Ik had het idee dat Bobby ook niet wist wat te zeggen, maar toch was hij de eerste die na een tijdje zijn mond weer open deed.
‘Weet je,’ zei hij. ‘Na gisteren, aan de telefoon… ik vroeg me af… Wat je zei, over dat met Cees… als ik het mag vragen… wanneer is dat gebeurd?’
Er streek een zachte, koude windvlaag langs ons heen en ik trok mijn jas strakker om me heen.
‘In de club, een keer op een zaterdag,’ zei ik. ‘Dat weekend dat jij weg was met je ouders.’
Bobby dacht even na, alsof hij niet direct wist wat ik bedoelde. Toen werden zijn ogen echter een fractie groter. Ik dacht dat ik iets verkeerds gezegd had, maar hij zei wat overdonderd: ‘Wat? Hadden wij nog met elkaar toen het gebeurde?’
Ik knikte wat.
‘Nou, ja,’ reageerde ik. ‘Het gebeurde best lang voor… we uit elkaar gingen, toen. Floris had gelijk, gisteren, over de dag die hij zei. Het was toen hij ons samen gezien had, toen jij er niet was.’
Hij keek langs me heen, met een frons tussen zijn wenkbrauwen. Ik zag aan zijn gezicht dat hij nadacht. Dat duurde bij hem altijd even, want omdat hij de radartjes in zijn hoofd niet zo vaak gebruikte, moesten die altijd even warm draaien.
‘Jezus,’ zei hij toen. ’Dus… toen Floris zei, dat jullie naar buiten kwamen en dat je toen bijna niet meer kon lopen… dat was niet omdat jullie het leuk gehad hadden?’
Ik slikte. ‘Nee. Omdat het pijn deed, vooral.’
Bobby schudde zijn hoofd. Het leek of er langzaam dingen op hun plaats begonnen te vallen.
‘Jezus,’ zei hij. ‘Dan, die ene keer, dat je bij mij kwam, na school, in bed, toen we wilden… en het niet ging… had dat daarmee te maken?’
Ik knikte.
‘Ja, dat was er vlak na,’ zei ik. ‘Dat kwam daardoor, ja.’
Bobby staarde voor zich uit, met die moeilijke blik van hem.
‘Alle…’ Zijn ogen werden een fractie groter. ‘Natuurlijk, het is allemaal logisch. Je wilde niet meer mee naar de club, en je kreeg die gigantische break-down met Simmons… en toen we aan het stoeien waren voor het uitging…’ Hij viel stil en keek nog even voor zich uit. Toen kneep hij zijn ogen dicht en sloeg zichzelf voor zijn hoofd.
‘Godsamme, wat een superkneus ben ik,’ zei hij. ‘Het lag recht voor mijn neus, het was zo duidelijk, en ik zag het niet.’
Ik keek naar de mouw en friemelde aan een draadje.
‘Het is jouw schuld niet, Bob,’ zei ik. ‘Het was mijn bedoeling dat je het niet zou zien. En er is niets wat je eraan het had kunnen doen. Jij zat in de andere kant van het land en gebeurd is gebeurd.’
Bob schudde even zijn hoofd wat. ‘Ik kan er nog steeds niet over uit. Wat een klootzak, zeg. Misschien heeft hij het wel expres gedaan toen ik er niet was. Ik bedoel, waar… hoe…’ Hij gebaarde wat met zijn handen.
Ik wendde mijn blik af.
‘Op de wc, in de club,’ zei ik. ‘Hij had iets in mijn drankje gegooid en ik was helemaal van de wereld en ik voelde me niet lekker, dus hij nam me gewoon mee naar achteren.'
‘In je drankje? Wat dan?’
‘Weet ik niet zeker. Ik denk GHB.’
‘Dat is een rapedrug.’
‘Dat had ik door, ja. Ik denk alleen dat het teveel was, of dat er iets anders niet goed was, want ik voelde me er ontzettend beroerd door en normaal had ik daar nooit last van.’
Weer viel er even een stilte. Ik slikte, had het idee dat er een prop in mijn keel zat. Het was moeilijk hier over te praten, nog altijd, ook met hem. Of misschien juist met hem, omdat hij Cees kende.
Terstond stak ik mijn hand in mijn zak. Ik viste mijn sigaretten eruit en zocht mijn aansteker in mijn tas. Ik voelde dat Bobby naar me keek terwijl ik een sigaret tussen mijn lippen klemde en mijn aansteker tevoorschijn haalde.
‘Mag je wel-’ begon hij, maar ik knipte mijn aansteker aan en wierp hem een blik toe. Bobby liet zich daardoor het zwijgen opleggen en ik stak mijn sigaret aan. Ik inhaleerde, blies de rook uit en keek even voor me uit.
‘Weet je,’ zei ik toen. ’Floris was niet de enige die ons gezien heeft. Jack was er ook nog, die avond.’
Bobby was inmiddels ook bezig een sigaret op te steken en voerde nu zijn eeuwige zoektocht naar zijn verloren aansteker.
‘Wat, in de club, toen?’ vroeg hij terwijl hij half afwezig aan zijn zakken voelde.
‘Ja,’ zei ik en ik keek voor me uit.Vanuit mijn ooghoek zag ik dat Bob zijn aansteker vond, maar dat hij zich nu pas leek te realiseren wat ik gezegd had. Hij liet zijn hand weer zakken.
‘Wacht even,’ zei hij. ‘Jack was er, als in, die wist het?’
Ik keek hem bewust niet aan en blies een rookwolk uit. ‘Ja. Cees heeft hem nog gesproken, toen we langs hem kwamen toen we naar die wc gingen.’
Bob staarde voor zich uit, met zijn inmiddels hervonden aansteker in zijn hand steunend op zijn bovenbeen.
‘Jack?’ zei hij ongelovig. ‘Onze Jack? Wat deed hij dan?’
Ik haalde mijn schouders op.
‘Niks,’ zei ik. ‘Op een nogal subtiele manier tegen Cees zeggen dat hij dat niet kon maken en hem vervolgens gewoon zijn gang laten gaan, om me pas naderhand naar huis te brengen.’ Ik slikte. ’Naderhand zei hij dat hij niets deed omdat hij niet zeker wist of ik het wel of niet wilde. Maar dat geloof ik niet, want ik was ontzettend beroerd toen we langs hem kwamen en kon bijna niet meer op mijn benen staan, dus ik kan me niet voorstellen dat hij dacht dat ik er in die staat wel zin in had om met Cees… nou ja.’
Bob schudde zijn hoofd.
‘Wat een eikel,’ zei hij.
Ik glimlachte als een boer met kiespijn en nam nog een trek. Ik had nog twee volgende trekken genomen toen ik hoorde dat Bob diep adem haalde. Toen zei hij: ‘Ik vind het echt kut voor je wat er gebeurd is, Star.’
Ik keek zijn kant op.
‘Ik vind het kut dat ik zo lullig tegen je gedaan heb,’ zei ik.
Bobby schudde zijn hoofd, blies rook uit en tikte de as van zijn sigaret. ‘Dat maakt echt niet uit. Met wat er gebeurd is, is dat nogal wiedes.’
Maar ik wendde mijn blik af en tikte ook mijn as af.
‘Dat bedoel ik niet,’ zei ik. ‘Ik bedoel dat ik het kut vind dat ik je zo bedrogen heb met een ander.’ Met anderen, moest het eigenlijk zijn, meervoud. Dat wisten we allebei, maar we leken daar allebei niet bij stil te willen staan. Er was er maar één die er toe deed.
‘Ik denk dat het een stuk kutter voelt als je zwanger bent van een lul als Cees dan als je vriendin een ander heeft,’ zei Bobby.
Ik haalde mijn schouders op en keek naar mijn voeten. ‘Misschien.’
Bob blies een rook sigarettenwolk uit en keek mijn kant op.
‘Wat ga je doen, eigenlijk?’ vroeg hij. ‘Met de baby? Ga je het weg laten halen?’
‘Nee.’
Bob knipperde even met zijn ogen.
‘Nee?’ vroeg hij. Hij klonk een beetje verbaasd. ‘O. Oké. Wat dan? Aan andere mensen geven?’
‘Ja, waarschijnlijk. En dat noemen ze adoptie, kneusje.’ Ik zei het gekscherend, maar Bobby reageerde daar niet op.
‘Dus dan ga je het houden?’ vroeg hij nog altijd wat verrast. ‘En bevallen, en zo?’
Ik nam een trek van mijn sigaret en knikte.
‘Ik zal wel moeten, waarschijnlijk,’ zei ik.
Bobby fronste zijn wenkbrauwen en keek of hij het probeerde te begrijpen.
‘Maar… het is Cees’ kind, hè?’ vroeg hij. ‘Ik bedoel, je wilt toch niet… hij heeft… kom op Star, zo hard kun je niet voor jezelf zijn.’
Ik tikte geërgerd mijn as af.
‘Ik ben niet hard voor mezelf, Bobby,’ zei ik, een beetje kortaf nu. ‘Het heeft überhaupt niets met mij te maken. Ik doe het voor dat kindje, en voor de mensen die het graag willen hebben. Als ik andere mensen ermee kan helpen, waarom zou ik het dan niet doen?’
‘Omdat de vader de grootste lul en smeerlap op aarde is?’
‘Afgezien daarvan, dan.’

Ik heb jullie net ingehaald met mijn huidige redigeerronde! Gaat nu als een speer dus als het goed is, is alles wat jullie nu krijgen beter nagekeken. Het is echter alsnog pas de tweede 'versie' omdat ik veel pas op het laatst heb toegevoegd dus eventuele foutjes voorbehouden, maar hopelijk wel beter dan het was

Jullie roepen overigens precies op tijd om Simmons, wat over een pagina of drie gaat die er toevallig precies weer in voorkomen. Daarna gaan we langzaamaan naar de apotheose


__________________________________________________________________________________
Ik had het idee dat Bobby ook niet wist wat te zeggen, maar toch was hij de eerste die na een tijdje zijn mond weer open deed.
‘Weet je,’ zei hij. ‘Na gisteren, aan de telefoon… ik vroeg me af… Wat je zei, over dat met Cees… als ik het mag vragen… wanneer is dat gebeurd?’
Er streek een zachte, koude windvlaag langs ons heen en ik trok mijn jas strakker om me heen.
‘In de club, een keer op een zaterdag,’ zei ik. ‘Dat weekend dat jij weg was met je ouders.’
Bobby dacht even na, alsof hij niet direct wist wat ik bedoelde. Toen werden zijn ogen echter een fractie groter. Ik dacht dat ik iets verkeerds gezegd had, maar hij zei wat overdonderd: ‘Wat? Hadden wij nog met elkaar toen het gebeurde?’
Ik knikte wat.
‘Nou, ja,’ reageerde ik. ‘Het gebeurde best lang voor… we uit elkaar gingen, toen. Floris had gelijk, gisteren, over de dag die hij zei. Het was toen hij ons samen gezien had, toen jij er niet was.’
Hij keek langs me heen, met een frons tussen zijn wenkbrauwen. Ik zag aan zijn gezicht dat hij nadacht. Dat duurde bij hem altijd even, want omdat hij de radartjes in zijn hoofd niet zo vaak gebruikte, moesten die altijd even warm draaien.
‘Jezus,’ zei hij toen. ’Dus… toen Floris zei, dat jullie naar buiten kwamen en dat je toen bijna niet meer kon lopen… dat was niet omdat jullie het leuk gehad hadden?’
Ik slikte. ‘Nee. Omdat het pijn deed, vooral.’
Bobby schudde zijn hoofd. Het leek of er langzaam dingen op hun plaats begonnen te vallen.
‘Jezus,’ zei hij. ‘Dan, die ene keer, dat je bij mij kwam, na school, in bed, toen we wilden… en het niet ging… had dat daarmee te maken?’
Ik knikte.
‘Ja, dat was er vlak na,’ zei ik. ‘Dat kwam daardoor, ja.’
Bobby staarde voor zich uit, met die moeilijke blik van hem.
‘Alle…’ Zijn ogen werden een fractie groter. ‘Natuurlijk, het is allemaal logisch. Je wilde niet meer mee naar de club, en je kreeg die gigantische break-down met Simmons… en toen we aan het stoeien waren voor het uitging…’ Hij viel stil en keek nog even voor zich uit. Toen kneep hij zijn ogen dicht en sloeg zichzelf voor zijn hoofd.
‘Godsamme, wat een superkneus ben ik,’ zei hij. ‘Het lag recht voor mijn neus, het was zo duidelijk, en ik zag het niet.’
Ik keek naar de mouw en friemelde aan een draadje.
‘Het is jouw schuld niet, Bob,’ zei ik. ‘Het was mijn bedoeling dat je het niet zou zien. En er is niets wat je eraan het had kunnen doen. Jij zat in de andere kant van het land en gebeurd is gebeurd.’
Bob schudde even zijn hoofd wat. ‘Ik kan er nog steeds niet over uit. Wat een klootzak, zeg. Misschien heeft hij het wel expres gedaan toen ik er niet was. Ik bedoel, waar… hoe…’ Hij gebaarde wat met zijn handen.
Ik wendde mijn blik af.
‘Op de wc, in de club,’ zei ik. ‘Hij had iets in mijn drankje gegooid en ik was helemaal van de wereld en ik voelde me niet lekker, dus hij nam me gewoon mee naar achteren.'
‘In je drankje? Wat dan?’
‘Weet ik niet zeker. Ik denk GHB.’
‘Dat is een rapedrug.’
‘Dat had ik door, ja. Ik denk alleen dat het teveel was, of dat er iets anders niet goed was, want ik voelde me er ontzettend beroerd door en normaal had ik daar nooit last van.’
Weer viel er even een stilte. Ik slikte, had het idee dat er een prop in mijn keel zat. Het was moeilijk hier over te praten, nog altijd, ook met hem. Of misschien juist met hem, omdat hij Cees kende.
Terstond stak ik mijn hand in mijn zak. Ik viste mijn sigaretten eruit en zocht mijn aansteker in mijn tas. Ik voelde dat Bobby naar me keek terwijl ik een sigaret tussen mijn lippen klemde en mijn aansteker tevoorschijn haalde.
‘Mag je wel-’ begon hij, maar ik knipte mijn aansteker aan en wierp hem een blik toe. Bobby liet zich daardoor het zwijgen opleggen en ik stak mijn sigaret aan. Ik inhaleerde, blies de rook uit en keek even voor me uit.
‘Weet je,’ zei ik toen. ’Floris was niet de enige die ons gezien heeft. Jack was er ook nog, die avond.’
Bobby was inmiddels ook bezig een sigaret op te steken en voerde nu zijn eeuwige zoektocht naar zijn verloren aansteker.
‘Wat, in de club, toen?’ vroeg hij terwijl hij half afwezig aan zijn zakken voelde.
‘Ja,’ zei ik en ik keek voor me uit.Vanuit mijn ooghoek zag ik dat Bob zijn aansteker vond, maar dat hij zich nu pas leek te realiseren wat ik gezegd had. Hij liet zijn hand weer zakken.
‘Wacht even,’ zei hij. ‘Jack was er, als in, die wist het?’
Ik keek hem bewust niet aan en blies een rookwolk uit. ‘Ja. Cees heeft hem nog gesproken, toen we langs hem kwamen toen we naar die wc gingen.’
Bob staarde voor zich uit, met zijn inmiddels hervonden aansteker in zijn hand steunend op zijn bovenbeen.
‘Jack?’ zei hij ongelovig. ‘Onze Jack? Wat deed hij dan?’
Ik haalde mijn schouders op.
‘Niks,’ zei ik. ‘Op een nogal subtiele manier tegen Cees zeggen dat hij dat niet kon maken en hem vervolgens gewoon zijn gang laten gaan, om me pas naderhand naar huis te brengen.’ Ik slikte. ’Naderhand zei hij dat hij niets deed omdat hij niet zeker wist of ik het wel of niet wilde. Maar dat geloof ik niet, want ik was ontzettend beroerd toen we langs hem kwamen en kon bijna niet meer op mijn benen staan, dus ik kan me niet voorstellen dat hij dacht dat ik er in die staat wel zin in had om met Cees… nou ja.’
Bob schudde zijn hoofd.
‘Wat een eikel,’ zei hij.
Ik glimlachte als een boer met kiespijn en nam nog een trek. Ik had nog twee volgende trekken genomen toen ik hoorde dat Bob diep adem haalde. Toen zei hij: ‘Ik vind het echt kut voor je wat er gebeurd is, Star.’
Ik keek zijn kant op.
‘Ik vind het kut dat ik zo lullig tegen je gedaan heb,’ zei ik.
Bobby schudde zijn hoofd, blies rook uit en tikte de as van zijn sigaret. ‘Dat maakt echt niet uit. Met wat er gebeurd is, is dat nogal wiedes.’
Maar ik wendde mijn blik af en tikte ook mijn as af.
‘Dat bedoel ik niet,’ zei ik. ‘Ik bedoel dat ik het kut vind dat ik je zo bedrogen heb met een ander.’ Met anderen, moest het eigenlijk zijn, meervoud. Dat wisten we allebei, maar we leken daar allebei niet bij stil te willen staan. Er was er maar één die er toe deed.
‘Ik denk dat het een stuk kutter voelt als je zwanger bent van een lul als Cees dan als je vriendin een ander heeft,’ zei Bobby.
Ik haalde mijn schouders op en keek naar mijn voeten. ‘Misschien.’
Bob blies een rook sigarettenwolk uit en keek mijn kant op.
‘Wat ga je doen, eigenlijk?’ vroeg hij. ‘Met de baby? Ga je het weg laten halen?’
‘Nee.’
Bob knipperde even met zijn ogen.
‘Nee?’ vroeg hij. Hij klonk een beetje verbaasd. ‘O. Oké. Wat dan? Aan andere mensen geven?’
‘Ja, waarschijnlijk. En dat noemen ze adoptie, kneusje.’ Ik zei het gekscherend, maar Bobby reageerde daar niet op.
‘Dus dan ga je het houden?’ vroeg hij nog altijd wat verrast. ‘En bevallen, en zo?’
Ik nam een trek van mijn sigaret en knikte.
‘Ik zal wel moeten, waarschijnlijk,’ zei ik.
Bobby fronste zijn wenkbrauwen en keek of hij het probeerde te begrijpen.
‘Maar… het is Cees’ kind, hè?’ vroeg hij. ‘Ik bedoel, je wilt toch niet… hij heeft… kom op Star, zo hard kun je niet voor jezelf zijn.’
Ik tikte geërgerd mijn as af.
‘Ik ben niet hard voor mezelf, Bobby,’ zei ik, een beetje kortaf nu. ‘Het heeft überhaupt niets met mij te maken. Ik doe het voor dat kindje, en voor de mensen die het graag willen hebben. Als ik andere mensen ermee kan helpen, waarom zou ik het dan niet doen?’
‘Omdat de vader de grootste lul en smeerlap op aarde is?’
‘Afgezien daarvan, dan.’

~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Dat zou ik ook wel eens willen weten! Het is nu al een heel boekwerk, maar wel nog steeds spannend!
Nog een paar foutjes:
‘Het gebeurde best lang voor… we uit elkaar gingen, = misschien ben ik wel de enige die zich hieraan stoort, maar die puntjes achter voor die kun je denk ik beter ergens anders neerzetten, bijvoorbeeld zo: ‘Het gebeurde best lang... voor we uit elkaar gingen,
Hij had iets in mijn drankje gegooid en ik was helemaal van de wereld en ik voelde me niet lekker, dus hij nam me gewoon mee naar achteren.' = twee keer en. Je kunt beter achter gegooid een komma zetten.
‘Jack was er, als in, die wist het?’ = als in?
Maar verder, leuk weer! Ga zo door!
Groetjes Blieje
Nog een paar foutjes:
‘Het gebeurde best lang voor… we uit elkaar gingen, = misschien ben ik wel de enige die zich hieraan stoort, maar die puntjes achter voor die kun je denk ik beter ergens anders neerzetten, bijvoorbeeld zo: ‘Het gebeurde best lang... voor we uit elkaar gingen,
Hij had iets in mijn drankje gegooid en ik was helemaal van de wereld en ik voelde me niet lekker, dus hij nam me gewoon mee naar achteren.' = twee keer en. Je kunt beter achter gegooid een komma zetten.
‘Jack was er, als in, die wist het?’ = als in?
Maar verder, leuk weer! Ga zo door!

Groetjes Blieje

Het laatste contact is altijd het zwaarste.
Hier heb ik serieus niets anders over te zeggen dan: "Ooooooh!" Ik vind het hele gesprek supergoed uitgewerkt, sowieso weet je al dat ik een fan ben van jouw dialogen, en hier bewijs je het nog maar eens. Ik vind het zo dapper dat ze het allebei aandurven om het gesprek aan te gaan, maar je merkt nog wel hoe awkward het is voor beiden, en dat is gewoon goed gedaan.
Ik ben overigens ook wel benieuwd hoeveel woorden het verhaal is! Hoe lang ben je er al mee bezig?
Liefs!
Ik ben overigens ook wel benieuwd hoeveel woorden het verhaal is! Hoe lang ben je er al mee bezig?
Liefs!
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Het kleine stukje dat ergens in mijn postvakIn ligt ter revisie (dat oude stuk, die scene waar we over discuseerde) is al 73 pagina's 
Volgens mij is het verhaal zeker een goede 400 pagina's lang. Mss eens sturen naar een uitgever?

Volgens mij is het verhaal zeker een goede 400 pagina's lang. Mss eens sturen naar een uitgever?
Haha dat durf ik eigenlijk niet zo goed te zeggen, het is echt HEEL veel (terwijl ik al heb ingekort en er dingen uit heb gehaald, maar tot recentelijk kwam er ook geregeld weer iets bij) en ik en er echt al heel lang mee bezig, echt al een jaar of negen geloof ik. De eerste versies zijn echter totaal anders en daar was het hele verhaal nog compleet verkeerd geïnterpreteerd, dus afgezien van enkele personages is er niet veel wat hetzelfde is gebleven 
__________________________________________________________________________________
‘Weet Cees het al?’
‘Nee, nog niet. Nou ja, half, denk ik. Hij zal het in ieder geval niet zo leuk vinden als hij hoort dat ik besloten heb het te houden.’
‘Denk je dat?’
‘Ja. Hij heeft me een paar keer opgezocht. Hij hoopt dat hij me zover krijgt dat ik het weg laat halen.’
Bobby keek me verontwaardigd aan. ‘Wat? Hij doet je zoiets aan en dan heeft hij nog het lef je te zeggen wat je moet doen?’
Ik knikte terwijl ik sigarettenrook uitblies. ‘Ja, hij is niet zo moeilijk. Hij was naar het restaurant gekomen, laatst. Gio is boos op hem geworden, maar ik weet niet of dat genoeg indruk gemaakt heeft.’
‘Wat ga je doen als dat niet zo is?’
Ik drukte mijn sigaret uit op de rugleuning van het bankje en gooide hem weg.
‘Weet ik niet,’ zei ik. ‘Dat zie ik wel als het zover is.’ Ik keek naar hem om. ‘Ga je mee? Ik moet terug, ik heb zometeen Simmons en als ik te laat ben, krijg ik weer met haar aan de stok.’
‘Ja, is goed. Weet Simmons het al, eigenlijk?’
‘Wat? Van… nee, natuurlijk niet.’
Hij keek me aan. ‘Star, ik zeg dit niet gauw, maar je kunt het haar misschien wel vertellen, weet je. Vroeg of laat komt ze het toch wel te weten en als je het nu verteld, kan ze je misschien nog helpen.’
Ik trok een gezicht. ‘Dat denkt zij ongetwijfeld, ja.’
‘Misschien is dat in dit geval ook wel zo.’
Ik haalde mijn schouders op en maakte aanstalten overeind te komen. ’Ik kijk wel. Als ik dat vertel, moet ik het ook vertellen van mijn ouders en ik weet niet of ik dat al wil. Ik zie wel. Kom, we gaan, anders zijn we te laat.’
Ik wilde opstaan, maar Bobby hield me tegen.
‘Maar…’ zei hij. ‘Ik… oké, goed, maar… als er ooit iets gebeurd, met Cees of… de baby, dan zeg je het, hè? Of als je ooit wilt praten of zo.’
Bobby was wel de laatste persoon die geschikt was om diepzinnige gesprekken mee te voeren, maar toch vond ik het heel lief van hem dat hij dat zei. Ik glimlachte en pakte zijn hand. Even kneep ik in zijn vingers.
‘Is goed, Bob,’ zei ik. ‘Dank je.’ Ik hield zijn handvast en keek naar zijn gezicht, zijn blauwe ogen, zijn warrige dreads. Zijn gezicht was vertrouwd en het stond lief en zacht. Voor het eerst realiseerde ik me dat ik hem best miste, misschien niet als vriendje, maar wel als vriend. Ik miste zijn aanwezigheid om me heen. Ik miste zijn humor en sullige acties en de lol die we altijd hadden gehad als we met zijn allen bij elkaar waren geweest.
Ik bleef naar Bobby’s gezicht kijken. Zijn ogen waren ook op die van mij gericht en even bleven we zo zitten, zonder iets te zeggen. Even was het net als vroeger, of alles wegviel, om ons heen, in onze levens. Vaag drong het tot me door dat zijn gezicht dichter bij dat van mij kwam en behalve zijn ogen was er niets in mijn hoofd, niets anders dan de bekende, blauwe kleur van zijn irissen. Ik werd pas wakker toen onze lippen elkaar raakten. Ik knipperde met mijn ogen en leunde een beetje achterover.
‘Bob, ik…’ begon ik. ‘Gio… Ik kan niet…’
Bobby keek me aan. Zijn hoofd stond wat schuin en zijn ogen waren een beetje verongelijkt, meewarrig.
‘Ik weet het,’ zei hij. ‘Maar… we hebben er gewoon nooit echt een einde aan gemaakt.’
Ik keek hem aan. Hij zei precies hetzelfde, precies hetzelfde als ik had gedacht, gisteren. Omdat het zo was, misschien wel.
Ik keek hem aan. Mijn ogen gleden over zijn gezicht, maar toen glimlachte ik waterig. Ik stak mijn hand naar hem uit en een beetje weifelend streek ik zijn dreads uit zijn gezicht, nog één keer, net als vroeger.
‘Ja,’ zei ik. ’Dat is waar.’
Ik keek naar zijn gezicht en onze ogen vonden elkaar weer. Nog even keken we elkaar aan, maar toen bogen we weer naar elkaar toe. Dit keer deinsde ik niet terug toen zijn lippen de mijne raakten. Mijn ogen gingen dicht en even hielden we die kus aan, maar toen kwamen onze lippen van elkaar en de kus werd een zoen, langzaam en innig, op Bobby’s manier, bekend, vertrouwd. Het was de laatste, maar tegelijkertijd de zachtste en de hartstochtelijkste die hij me ooit gegeven had.
23.
Na mijn ontmoeting met Bobby dacht ik een tijdje na over wat hij wat we allemaal met elkaar besproken had. Ik voelde me er beter over dan ik had gedacht, over het meeste. Ik vond het fijn dat ik eerlijk tegen hem had kunnen zijn, dat ik dingen had kunnen verklaren, hem had kunnen vertellen dat veel van wat er tussen ons was misgegaan niets met hem te maken had. Het was fijn dat hij het nu min of meer begreep, voor dat mogelijk was, tenminste. Het voelde goed om het alsnog op een goede manier afgesloten te hebben.
Het enige waar ik nog over twijfelde, was over wat Bobby over Simmons had gezegd. Ik had er nog niet eens bij nagedacht, maar waarschijnlijk had hij gelijk. Het zou niet meer dan logisch zijn dat Simmons vroeg of laat ook te weten komen wat er aan de hand was. Ik bedoel, de hele school wist er binnenkort waarschijnlijk van, waarom zou het dan niet haar oren bereiken? Ook in haar lokaal werd er geroddeld en anders kon er nog altijd op geklets binnen de docentenkamer gerekend worden. En anders was er nog altijd wel mijn buik die vroeg of laat niet meer over het hoofd te zien zou zijn.
Ook realiseerde ik me dat Bobby misschien wel gelijk kon hebben met zijn idee dat Simmons me zou kunnen helpen. Als ik dacht aan de laatste keren dat ik dagen of uren vrij had genomen, omdat ik me niet goed voelde of naar de dokter had gemoeten, had ik dat telkens illegaal gedaan. Veelal had ik Roos af laten bellen met de smoes dat ik ziek was of was ik gewoon niet op komen dagen. Daar riskeerde ik strafwerk en nablijfuren mee, die ik er nu eigenlijk niet bij kon gebruiken. Misschien had Bob gelijk en kon ik wel iets regelen met Simmons, zodat ik niet alles stiekem hoefde te doen, zodat ik gewoon zonder gevolgen uren vrij kon nemen als ik iets belangrijks of dringends moest doen. Dat zou een hoop stress of gezeur schelen en als ze dat zou kunnen regelen, zou ze me inderdaad helpen wat makkelijker door de laatste maanden school heen te komen.
Ondanks dat besef vond ik het echter moeilijk de stap te nemen om ook daadwerkelijk naar haar toe te gaan. Waarschijnlijk zou een dergelijk gesprek met haar immers betekenen dat ik haar ook dingen moest vertellen die ik eigenlijk met zo min mogelijk mensen wilde delen, onder andere over dat met Cees en ook over mijn ouders, zoals ik tegen Bobby had gezegd. Ze moest immers weten dat mijn huisnummer en adres veranderd waren en voor Bobby’s bestwil wilde ik ook dat ze wist dat het niet Bobs kind was. Ik vertrouwde haar wel, in zekere mate, maar het waren nog altijd moeilijke dingen om te spreken. Als ik er alleen al over nadacht, voelde ik dezelfde spanning als ik altijd voelde bij dergelijke vooruitzichten. Daardoor was het moeilijk me over die drempel heen te zetten en uiteindelijk toch echt naar haar toe te gaan.
Het kostte me anderhalve week eer ik genoeg moed had verzameld om bij haar aan te kloppen. Ik had besloten het in alle rust te doen, op een vrijdag zo laat mogelijk in de middag, als bijna alle leerlingen en docenten al naar huis waren. We hadden les gehad tot het zevende en omdat ik zo lang mogelijk wilde wachten, was Mel het achtste bij me gebleven zodat we in dat uur aan ons profielwerkstuk konden werken. We waren redelijk opgeschoten, maar minder dan we gehoopt hadden omdat ik best wel gespannen was door het vooruitzicht dat ik me straks vrijwillig bij Simmons zou melden om met haar te praten. Mel merkte het en ze was lief voor me: ze haalde een warme chocomelk voor me, nam het grootste deel van het werk op zich en bood zelfs nog aan met me mee te gaan naar Simmons, als een soort van geestelijke steun. Dat was lief, maar ik bedankte haar. Ik vond het al erg genoeg om met Simmons te moeten praten zonder dat ik ook nog rekening moet gaan houden met wat ik wel en niet wilde dat Mel erover wist.
Zo kwam het dus dat ik na de bel voor het negende uur die vrijdag toch in mijn eentje naar Simmons kamer moest toen Mel dik ingepakt naar huis was vertrokken. Zoals ik al verwacht en gehoopt had, was het op dat tijdstip rustig in de school. Het negende was net een paar minuten bezig en op vrijdag hadden er op dat uur niet veel klassen meer les. Er kwam gezang uit het muzieklokaal en ik hoorde stemmen in het tekenlokaal, maar verder waren de meeste lokalen leeg. Afgezien van wat laatste groepjes achtergebleven leerlingen in de gang was het grootste gedeelte van de school verlaten. Zelfs de docentenkamer was uitgestorven.
Simmons was er op vrijdag echter meestal nog wel op dit uur van de dag. Sowieso had ze voor het weekend altijd tot het achtste les, maar ook op andere dagen bleef ze meestal nog een tijdje hangen om dingen na te kijken of lessen voor te bereiden. Meestal deed ze dat in haar kamer, dus dat was ook de eerste plek waar ik nu naartoe ging in de hoop dat ik haar daar zou vinden. Ik werd echter teleurgesteld: het licht in haar kamer was aan, maar haar deur was dicht en toen ik klopte, werd er niet gereageerd. Ook door het raampje naast de deur zag ik niemand. Wel lagen er spullen op zo’n manier op haar bureau dat ze me vertelden dat ze ze nog niet afgerond of in ieder geval nog niet opgeruimd had. Ze was er dus in ieder geval nog wel.

__________________________________________________________________________________
‘Weet Cees het al?’
‘Nee, nog niet. Nou ja, half, denk ik. Hij zal het in ieder geval niet zo leuk vinden als hij hoort dat ik besloten heb het te houden.’
‘Denk je dat?’
‘Ja. Hij heeft me een paar keer opgezocht. Hij hoopt dat hij me zover krijgt dat ik het weg laat halen.’
Bobby keek me verontwaardigd aan. ‘Wat? Hij doet je zoiets aan en dan heeft hij nog het lef je te zeggen wat je moet doen?’
Ik knikte terwijl ik sigarettenrook uitblies. ‘Ja, hij is niet zo moeilijk. Hij was naar het restaurant gekomen, laatst. Gio is boos op hem geworden, maar ik weet niet of dat genoeg indruk gemaakt heeft.’
‘Wat ga je doen als dat niet zo is?’
Ik drukte mijn sigaret uit op de rugleuning van het bankje en gooide hem weg.
‘Weet ik niet,’ zei ik. ‘Dat zie ik wel als het zover is.’ Ik keek naar hem om. ‘Ga je mee? Ik moet terug, ik heb zometeen Simmons en als ik te laat ben, krijg ik weer met haar aan de stok.’
‘Ja, is goed. Weet Simmons het al, eigenlijk?’
‘Wat? Van… nee, natuurlijk niet.’
Hij keek me aan. ‘Star, ik zeg dit niet gauw, maar je kunt het haar misschien wel vertellen, weet je. Vroeg of laat komt ze het toch wel te weten en als je het nu verteld, kan ze je misschien nog helpen.’
Ik trok een gezicht. ‘Dat denkt zij ongetwijfeld, ja.’
‘Misschien is dat in dit geval ook wel zo.’
Ik haalde mijn schouders op en maakte aanstalten overeind te komen. ’Ik kijk wel. Als ik dat vertel, moet ik het ook vertellen van mijn ouders en ik weet niet of ik dat al wil. Ik zie wel. Kom, we gaan, anders zijn we te laat.’
Ik wilde opstaan, maar Bobby hield me tegen.
‘Maar…’ zei hij. ‘Ik… oké, goed, maar… als er ooit iets gebeurd, met Cees of… de baby, dan zeg je het, hè? Of als je ooit wilt praten of zo.’
Bobby was wel de laatste persoon die geschikt was om diepzinnige gesprekken mee te voeren, maar toch vond ik het heel lief van hem dat hij dat zei. Ik glimlachte en pakte zijn hand. Even kneep ik in zijn vingers.
‘Is goed, Bob,’ zei ik. ‘Dank je.’ Ik hield zijn handvast en keek naar zijn gezicht, zijn blauwe ogen, zijn warrige dreads. Zijn gezicht was vertrouwd en het stond lief en zacht. Voor het eerst realiseerde ik me dat ik hem best miste, misschien niet als vriendje, maar wel als vriend. Ik miste zijn aanwezigheid om me heen. Ik miste zijn humor en sullige acties en de lol die we altijd hadden gehad als we met zijn allen bij elkaar waren geweest.
Ik bleef naar Bobby’s gezicht kijken. Zijn ogen waren ook op die van mij gericht en even bleven we zo zitten, zonder iets te zeggen. Even was het net als vroeger, of alles wegviel, om ons heen, in onze levens. Vaag drong het tot me door dat zijn gezicht dichter bij dat van mij kwam en behalve zijn ogen was er niets in mijn hoofd, niets anders dan de bekende, blauwe kleur van zijn irissen. Ik werd pas wakker toen onze lippen elkaar raakten. Ik knipperde met mijn ogen en leunde een beetje achterover.
‘Bob, ik…’ begon ik. ‘Gio… Ik kan niet…’
Bobby keek me aan. Zijn hoofd stond wat schuin en zijn ogen waren een beetje verongelijkt, meewarrig.
‘Ik weet het,’ zei hij. ‘Maar… we hebben er gewoon nooit echt een einde aan gemaakt.’
Ik keek hem aan. Hij zei precies hetzelfde, precies hetzelfde als ik had gedacht, gisteren. Omdat het zo was, misschien wel.
Ik keek hem aan. Mijn ogen gleden over zijn gezicht, maar toen glimlachte ik waterig. Ik stak mijn hand naar hem uit en een beetje weifelend streek ik zijn dreads uit zijn gezicht, nog één keer, net als vroeger.
‘Ja,’ zei ik. ’Dat is waar.’
Ik keek naar zijn gezicht en onze ogen vonden elkaar weer. Nog even keken we elkaar aan, maar toen bogen we weer naar elkaar toe. Dit keer deinsde ik niet terug toen zijn lippen de mijne raakten. Mijn ogen gingen dicht en even hielden we die kus aan, maar toen kwamen onze lippen van elkaar en de kus werd een zoen, langzaam en innig, op Bobby’s manier, bekend, vertrouwd. Het was de laatste, maar tegelijkertijd de zachtste en de hartstochtelijkste die hij me ooit gegeven had.
23.
Na mijn ontmoeting met Bobby dacht ik een tijdje na over wat hij wat we allemaal met elkaar besproken had. Ik voelde me er beter over dan ik had gedacht, over het meeste. Ik vond het fijn dat ik eerlijk tegen hem had kunnen zijn, dat ik dingen had kunnen verklaren, hem had kunnen vertellen dat veel van wat er tussen ons was misgegaan niets met hem te maken had. Het was fijn dat hij het nu min of meer begreep, voor dat mogelijk was, tenminste. Het voelde goed om het alsnog op een goede manier afgesloten te hebben.
Het enige waar ik nog over twijfelde, was over wat Bobby over Simmons had gezegd. Ik had er nog niet eens bij nagedacht, maar waarschijnlijk had hij gelijk. Het zou niet meer dan logisch zijn dat Simmons vroeg of laat ook te weten komen wat er aan de hand was. Ik bedoel, de hele school wist er binnenkort waarschijnlijk van, waarom zou het dan niet haar oren bereiken? Ook in haar lokaal werd er geroddeld en anders kon er nog altijd op geklets binnen de docentenkamer gerekend worden. En anders was er nog altijd wel mijn buik die vroeg of laat niet meer over het hoofd te zien zou zijn.
Ook realiseerde ik me dat Bobby misschien wel gelijk kon hebben met zijn idee dat Simmons me zou kunnen helpen. Als ik dacht aan de laatste keren dat ik dagen of uren vrij had genomen, omdat ik me niet goed voelde of naar de dokter had gemoeten, had ik dat telkens illegaal gedaan. Veelal had ik Roos af laten bellen met de smoes dat ik ziek was of was ik gewoon niet op komen dagen. Daar riskeerde ik strafwerk en nablijfuren mee, die ik er nu eigenlijk niet bij kon gebruiken. Misschien had Bob gelijk en kon ik wel iets regelen met Simmons, zodat ik niet alles stiekem hoefde te doen, zodat ik gewoon zonder gevolgen uren vrij kon nemen als ik iets belangrijks of dringends moest doen. Dat zou een hoop stress of gezeur schelen en als ze dat zou kunnen regelen, zou ze me inderdaad helpen wat makkelijker door de laatste maanden school heen te komen.
Ondanks dat besef vond ik het echter moeilijk de stap te nemen om ook daadwerkelijk naar haar toe te gaan. Waarschijnlijk zou een dergelijk gesprek met haar immers betekenen dat ik haar ook dingen moest vertellen die ik eigenlijk met zo min mogelijk mensen wilde delen, onder andere over dat met Cees en ook over mijn ouders, zoals ik tegen Bobby had gezegd. Ze moest immers weten dat mijn huisnummer en adres veranderd waren en voor Bobby’s bestwil wilde ik ook dat ze wist dat het niet Bobs kind was. Ik vertrouwde haar wel, in zekere mate, maar het waren nog altijd moeilijke dingen om te spreken. Als ik er alleen al over nadacht, voelde ik dezelfde spanning als ik altijd voelde bij dergelijke vooruitzichten. Daardoor was het moeilijk me over die drempel heen te zetten en uiteindelijk toch echt naar haar toe te gaan.
Het kostte me anderhalve week eer ik genoeg moed had verzameld om bij haar aan te kloppen. Ik had besloten het in alle rust te doen, op een vrijdag zo laat mogelijk in de middag, als bijna alle leerlingen en docenten al naar huis waren. We hadden les gehad tot het zevende en omdat ik zo lang mogelijk wilde wachten, was Mel het achtste bij me gebleven zodat we in dat uur aan ons profielwerkstuk konden werken. We waren redelijk opgeschoten, maar minder dan we gehoopt hadden omdat ik best wel gespannen was door het vooruitzicht dat ik me straks vrijwillig bij Simmons zou melden om met haar te praten. Mel merkte het en ze was lief voor me: ze haalde een warme chocomelk voor me, nam het grootste deel van het werk op zich en bood zelfs nog aan met me mee te gaan naar Simmons, als een soort van geestelijke steun. Dat was lief, maar ik bedankte haar. Ik vond het al erg genoeg om met Simmons te moeten praten zonder dat ik ook nog rekening moet gaan houden met wat ik wel en niet wilde dat Mel erover wist.
Zo kwam het dus dat ik na de bel voor het negende uur die vrijdag toch in mijn eentje naar Simmons kamer moest toen Mel dik ingepakt naar huis was vertrokken. Zoals ik al verwacht en gehoopt had, was het op dat tijdstip rustig in de school. Het negende was net een paar minuten bezig en op vrijdag hadden er op dat uur niet veel klassen meer les. Er kwam gezang uit het muzieklokaal en ik hoorde stemmen in het tekenlokaal, maar verder waren de meeste lokalen leeg. Afgezien van wat laatste groepjes achtergebleven leerlingen in de gang was het grootste gedeelte van de school verlaten. Zelfs de docentenkamer was uitgestorven.
Simmons was er op vrijdag echter meestal nog wel op dit uur van de dag. Sowieso had ze voor het weekend altijd tot het achtste les, maar ook op andere dagen bleef ze meestal nog een tijdje hangen om dingen na te kijken of lessen voor te bereiden. Meestal deed ze dat in haar kamer, dus dat was ook de eerste plek waar ik nu naartoe ging in de hoop dat ik haar daar zou vinden. Ik werd echter teleurgesteld: het licht in haar kamer was aan, maar haar deur was dicht en toen ik klopte, werd er niet gereageerd. Ook door het raampje naast de deur zag ik niemand. Wel lagen er spullen op zo’n manier op haar bureau dat ze me vertelden dat ze ze nog niet afgerond of in ieder geval nog niet opgeruimd had. Ze was er dus in ieder geval nog wel.

~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Leuk gedaan weer!
Een paar dingetjes:
als je het nu verteld, = vertelt
Het zou niet meer dan logisch zijn dat Simmons vroeg of laat ook te weten komen wat er aan de hand was. = komt
Groetjes Blieje
Een paar dingetjes:
als je het nu verteld, = vertelt
Het zou niet meer dan logisch zijn dat Simmons vroeg of laat ook te weten komen wat er aan de hand was. = komt
Groetjes Blieje

Het laatste contact is altijd het zwaarste.
Negen jaar, honestly? o.o Werd je daar na een tijdje niet knettergek van? Ik heb inmiddels een verhaal van tweeënhalf jaar lopen en ik krijg het enigszins op mijn heupen van mijn eigen personages...
Over dit stuk - ik was al benieuwd naar Simmons en die laatste zin deed me eigenlijk een beetje schrikken! Waarom is ze er niet? Nu ik erover nadenk is ze misschien wel gewoon even naar het toilet, maar het was zo'n moment waarin ik precies in Starla's hoofd zat en dacht: "Shit, de enige keer dat ik met haar wil praten is ze er niet." Meesterlijk gedaan.
Liefs!
Over dit stuk - ik was al benieuwd naar Simmons en die laatste zin deed me eigenlijk een beetje schrikken! Waarom is ze er niet? Nu ik erover nadenk is ze misschien wel gewoon even naar het toilet, maar het was zo'n moment waarin ik precies in Starla's hoofd zat en dacht: "Shit, de enige keer dat ik met haar wil praten is ze er niet." Meesterlijk gedaan.
Liefs!
Haha bedankt voor de reacties! Het is wel lang, maar het was wel echt nodig, ik heb echt lang nodig gehad om uit te vissen hoe of wat en zal waarschijnlijk nooit helemaal tevreden zijn. Heb er soms wel even doorheen gezeten maar meer omdat ik het lastig vond sommige dingen in te passen en dergelijke, nooit echt omdat ik het zat was. VInd het ook nooit erg om het weer voor de zoveelste keer na te gaan kijken.
Nieuw stukje erbij!
_______________________________________________________________________________
Toen ik geen reactie kreeg, draaide ik me om en liep weer naar beneden. Daar bleef ik even staan, om me heen kijkend in een poging te bedenken waar ze kon zijn. Ik had geen idee, dus ik besloot besloot systematisch de gangen te doorzoeken in de hoop dat ik haar dan na verloop van tijd vanzelf wel bij een andere docent of in een kantoor tegen zou komen. Dat had resultaat, want al na een paar minuten vond ik haar in de kamer van de roostermaker. De roostermaker zat achter zijn computer en Simmons stond met een klein meisje uit de tweede bij zijn bureau.
Ze keken alle drie mijn kant op toen ik in de deuropening verscheen. Simmons ogen waren helderblauw en herinnerden me gelijk aan dat gevoel dat ze dwars door me heen kon zien. Er trok een stoot zenuwen door mijn lijf en vrijwel onmiddellijk had ik spijt dat ik besloten had haar op te zoeken, maar ik bleef staan.
Simmons glimlachte naar me toen ze me zag staan.
‘Starla,’ zei ze. ‘Heb je mij of meneer Jacobs nodig?’
Ik bleef in de deuropening staan.
‘U,’ zei ik. ‘Maar ik kan ook wel een andere keer terugkomen?’
Het klonk een beetje wanhopig, maar ik geloof niet dat Simmons het merkte. Ze schudde haar hoofd en klopte het meisje voor haar geruststellend op haar schouder, dat al een paar seconden ongegeneerd naar de overblijfselen van de littekens bij mijn oog keek.
‘Ik denk niet dat dat nodig is,’ zei ze. ‘Lisa, denk je dat jij het zo redt verder met meneer Jacobs?’
Het meisje scheurde haar blik los van mijn oog en ze zei iets bevestigends. Simmons knikte tevreden.
‘Goed,’ zei ze. ‘Succes, dan. Laat me even weten hoe het is afgelopen, goed?’ Toen het meisje knikte, keek Simmons om naar mij. Ze glimlachte naar me op die geruststellende manier en liep naar me toe.
‘Goed je te zien, Starla,’ zei ze. ‘Waar kan ik je mee helpen?’
Ik zette een stap achteruit om haar de kamer uit te laten. Mijn maag draaide een rondje nu zij en het vooruitzicht aan een gesprek met haar zo dichtbij waren.
‘Ik wil graag even met u praten, als dat kan,’ zei ik terwijl ik probeerde haar zo min mogelijk aan te kijken zonder onbeleefd te zijn.
Simmons was niet verbaasd, zoals gewoonlijk, en ze gebaarde de gang in. ‘Natuurlijk. Zullen we even naar mijn kamer gaan?’
Ik knikte wat en draaide de kant op die ze aanwees. Samen met haar begon ik naar haar kamer te lopen. Ik wist niet goed wat ik moest zeggen en even was ik bang dat het een ongemakkelijke rit zou worden, maar dat viel mee omdat Simmons al gauw tegen me begon te praten. Ze vroeg me naar de vorderingen van Mel en bij op het gebied van ons profielwerkstuk, wat we bij haar vak maakten, en gelukkig kon ik haar vertellen dat we er net nog aan gewerkt hadden. Ze stelde er wat vragen over, gewoon uit interesse, niet om ons te controleren, en daardoor kwamen we de hele weg naar haar kamer door zonder dat er tussendoor ongemakkelijke stiltes vielen of er al ongemakkelijke onderwerpen aangehaald werden.
Eenmaal bij haar kamer liet Simmons mij eerst naar binnen toen ze de deur van het slot had gehaald. Ze deed de deur achter ons dicht, schoof de spullen op haar bureau opzij en bood me een kop thee aan. Ik accepteerde en kreeg een kop citroenthee van haar. Opnieuw met te weinig suiker, maar dit keer lukte het me om een extra klontje te vragen. Ze gaf het me en toen alles naar wens was, ging ze tegenover me achter haar bureau zitten.
‘Zo,’ zei ze toen ze had plaatsgenomen op haar stoel. ‘Het is goed je te zien, Starla. Ik ben blij dat je naar me toe bent gekomen. Ik heb een tijd het idee gehad dat het niet goed met je ging, maar ik vind je er de laatste weken weer wat beter uitzien.’
Ik glimlachte wat. ‘Dank u.’
Ze beantwoordde mijn glimlach en vouwde haar handen op haar bureau in elkaar.
‘Ik begrijp dat je ergens over wilde praten?’ vroeg ze.
Ik knikte en streek een pluk haar achter mijn oor.
‘Ja,’ zei ik. ‘Ja, dat klopt.’
Simmons knikte bemoedigend. ‘Prima. Brand maar los, zou ik zeggen.’
Opnieuw streek ik mijn haar achter mijn oor.
‘Oké,’ zei ik. Ik legde mijn handen in mijn schoot en verschoof wat op mijn stoel. Hoe moest ik beginnen? Ik had de afgelopen dagen een heel gesprek in mijn hoofd uitgedacht, maar door de spanning kon ik me niet meer herinneren hoe dat ook alweer had moeten gaan.
‘Eh, nou,’ begon ik hakkelend. ‘Zoals u misschien wel weet heb ik wat.. lessen en dagen gemist, de laatste tijd, en… nou ja…’ Ik slikte. ‘Dat komt omdat ik een paar keer naar de dokter ben geweest, omdat ik… zwanger ben, en… besloten heb het te houden.’
Het was een vreemde ervaring om mezelf dat te horen zeggen, alsof ik half uit mijn lichaam trad en naar mezelf kon kijken terwijl ik die woorden uitsprak. Ik voelde het bloed vrijwel onmiddellijk naar mijn wangen stijgen en keek op vanonder mijn wimpers, maar Simmons bleef er echter verbazingwekkend rustig onder. Ze glimlachte zelfs een beetje toen mijn blik de hare vond.
‘Echt waar?’ zei ze. ‘Dat is inderdaad belangrijk, maar minder vervelend nieuws dan ik gedacht had.’ Ze keek me aan. ‘Ik denk dat in de eerste plaats een felicitatie wel op zijn plaats is?’
Ik slikte en wendde mijn blik af.
‘Doe maar niet,’ zei ik.
Ik merkte dat ze naar me keek.
‘Oké,’ zei ze. ‘Ik denk dat ik het wel begrijp. Dan heeft dit niets met Bobby te maken, waarschijnlijk?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee. Het was iemand anders.’ Ik slikte weer. ‘Het is een beetje ingewikkeld. Het was niet vrijwillig.’
Simmons knikte bevestigend. Ze leek niet verbaasd, niet geschokt, verzoop niet in medelijden, en dat was fijn. Het was of we een tekening inkleurden waarvan de lijnen al lang geleden waren neergezet.
‘Dat dacht ik al, gezien de verandering in je gedrag en persoon van de laatste tijd,’ zei ze. Ze keek me aan. ‘Het spijt me dit te horen, moet ik zeggen. Zijn al die veranderingen de oorzaak of het gevolg van wat er gebeurd is?’
Ik boog mijn hoofd wat. ‘Gevolg.’
‘En, als ik vragen mag, geldt dat ook voor de blauwe plekken die je laatst in je gezicht had?’
Mijn maag draaide een rondje. Ik keek naar haar op, maar nog altijd was haar gezicht neutraal. Ze wist al dat het zo was, realiseerde ik me. Ze had al veel meer uitgevogeld dan ik gedacht had, waarschijnlijk naar aanleiding van mijn gedrag, onze vorige gesprekken en wat ik haar nu vertelde. De tekening was al veel uitgebreider dan ik gedacht had.
Ik wendde mijn blik weer af.
‘Ja,’ zei ik. ‘Dat ook.’
‘Ik neem aan dat je het hem verteld hebt?’
‘Ja.’
‘En toen heeft hij je geslagen?’
‘Ja. Maar… ik wil niet naar de politie. Ik… ik ben bang dat het dan nog erger wordt.’
‘Dat begrijp ik, maar de politie kan je misschien toch helpen. Het kan je beschermen en andere mensen voor hetzelfde behoeden. Maar ik begrijp het ook als je ervoor kiest het niet te doen. Je hoeft niets te doen waar je je ongemakkelijk bij voelt.’ Ze keek me aan. ‘Heb je daarna nog wel contact met hem gehad?’
‘Nee,’ zei ik, maar toen schokte ik een keer met mijn schouders. ‘Nou, ja, eigenlijk wel. Hij is me nog een paar keer op komen zoeken, thuis, en op mijn werk. Hij wil dat ik het weg laat halen.’
‘En je hebt besloten dat niet te doen?’
‘Nee. Ik wil het houden en het afstaan voor adoptie als het geboren is.’
‘Dat vind ik dapper van je. Weet hij dat al?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee.’
Ze hield haar hoofd een beetje schuin. ‘Ben je bang voor hem?’
Ik slikte. Even dacht ik aan Cees’ donkere blik, zijn sterke hand om mijn pols, zijn geur van tabak en alcohol, en ik slikte. Het lukte me nu echter beter de beelden weg te krijgen en ik probeerde mijn lichaam een beetje te ontspannen. Ik knikte echter wel, kort en schokkerig: ik wilde het niet hardop uitspreken en wist dat dat ook niet nodig was.
Nieuw stukje erbij!

_______________________________________________________________________________
Toen ik geen reactie kreeg, draaide ik me om en liep weer naar beneden. Daar bleef ik even staan, om me heen kijkend in een poging te bedenken waar ze kon zijn. Ik had geen idee, dus ik besloot besloot systematisch de gangen te doorzoeken in de hoop dat ik haar dan na verloop van tijd vanzelf wel bij een andere docent of in een kantoor tegen zou komen. Dat had resultaat, want al na een paar minuten vond ik haar in de kamer van de roostermaker. De roostermaker zat achter zijn computer en Simmons stond met een klein meisje uit de tweede bij zijn bureau.
Ze keken alle drie mijn kant op toen ik in de deuropening verscheen. Simmons ogen waren helderblauw en herinnerden me gelijk aan dat gevoel dat ze dwars door me heen kon zien. Er trok een stoot zenuwen door mijn lijf en vrijwel onmiddellijk had ik spijt dat ik besloten had haar op te zoeken, maar ik bleef staan.
Simmons glimlachte naar me toen ze me zag staan.
‘Starla,’ zei ze. ‘Heb je mij of meneer Jacobs nodig?’
Ik bleef in de deuropening staan.
‘U,’ zei ik. ‘Maar ik kan ook wel een andere keer terugkomen?’
Het klonk een beetje wanhopig, maar ik geloof niet dat Simmons het merkte. Ze schudde haar hoofd en klopte het meisje voor haar geruststellend op haar schouder, dat al een paar seconden ongegeneerd naar de overblijfselen van de littekens bij mijn oog keek.
‘Ik denk niet dat dat nodig is,’ zei ze. ‘Lisa, denk je dat jij het zo redt verder met meneer Jacobs?’
Het meisje scheurde haar blik los van mijn oog en ze zei iets bevestigends. Simmons knikte tevreden.
‘Goed,’ zei ze. ‘Succes, dan. Laat me even weten hoe het is afgelopen, goed?’ Toen het meisje knikte, keek Simmons om naar mij. Ze glimlachte naar me op die geruststellende manier en liep naar me toe.
‘Goed je te zien, Starla,’ zei ze. ‘Waar kan ik je mee helpen?’
Ik zette een stap achteruit om haar de kamer uit te laten. Mijn maag draaide een rondje nu zij en het vooruitzicht aan een gesprek met haar zo dichtbij waren.
‘Ik wil graag even met u praten, als dat kan,’ zei ik terwijl ik probeerde haar zo min mogelijk aan te kijken zonder onbeleefd te zijn.
Simmons was niet verbaasd, zoals gewoonlijk, en ze gebaarde de gang in. ‘Natuurlijk. Zullen we even naar mijn kamer gaan?’
Ik knikte wat en draaide de kant op die ze aanwees. Samen met haar begon ik naar haar kamer te lopen. Ik wist niet goed wat ik moest zeggen en even was ik bang dat het een ongemakkelijke rit zou worden, maar dat viel mee omdat Simmons al gauw tegen me begon te praten. Ze vroeg me naar de vorderingen van Mel en bij op het gebied van ons profielwerkstuk, wat we bij haar vak maakten, en gelukkig kon ik haar vertellen dat we er net nog aan gewerkt hadden. Ze stelde er wat vragen over, gewoon uit interesse, niet om ons te controleren, en daardoor kwamen we de hele weg naar haar kamer door zonder dat er tussendoor ongemakkelijke stiltes vielen of er al ongemakkelijke onderwerpen aangehaald werden.
Eenmaal bij haar kamer liet Simmons mij eerst naar binnen toen ze de deur van het slot had gehaald. Ze deed de deur achter ons dicht, schoof de spullen op haar bureau opzij en bood me een kop thee aan. Ik accepteerde en kreeg een kop citroenthee van haar. Opnieuw met te weinig suiker, maar dit keer lukte het me om een extra klontje te vragen. Ze gaf het me en toen alles naar wens was, ging ze tegenover me achter haar bureau zitten.
‘Zo,’ zei ze toen ze had plaatsgenomen op haar stoel. ‘Het is goed je te zien, Starla. Ik ben blij dat je naar me toe bent gekomen. Ik heb een tijd het idee gehad dat het niet goed met je ging, maar ik vind je er de laatste weken weer wat beter uitzien.’
Ik glimlachte wat. ‘Dank u.’
Ze beantwoordde mijn glimlach en vouwde haar handen op haar bureau in elkaar.
‘Ik begrijp dat je ergens over wilde praten?’ vroeg ze.
Ik knikte en streek een pluk haar achter mijn oor.
‘Ja,’ zei ik. ‘Ja, dat klopt.’
Simmons knikte bemoedigend. ‘Prima. Brand maar los, zou ik zeggen.’
Opnieuw streek ik mijn haar achter mijn oor.
‘Oké,’ zei ik. Ik legde mijn handen in mijn schoot en verschoof wat op mijn stoel. Hoe moest ik beginnen? Ik had de afgelopen dagen een heel gesprek in mijn hoofd uitgedacht, maar door de spanning kon ik me niet meer herinneren hoe dat ook alweer had moeten gaan.
‘Eh, nou,’ begon ik hakkelend. ‘Zoals u misschien wel weet heb ik wat.. lessen en dagen gemist, de laatste tijd, en… nou ja…’ Ik slikte. ‘Dat komt omdat ik een paar keer naar de dokter ben geweest, omdat ik… zwanger ben, en… besloten heb het te houden.’
Het was een vreemde ervaring om mezelf dat te horen zeggen, alsof ik half uit mijn lichaam trad en naar mezelf kon kijken terwijl ik die woorden uitsprak. Ik voelde het bloed vrijwel onmiddellijk naar mijn wangen stijgen en keek op vanonder mijn wimpers, maar Simmons bleef er echter verbazingwekkend rustig onder. Ze glimlachte zelfs een beetje toen mijn blik de hare vond.
‘Echt waar?’ zei ze. ‘Dat is inderdaad belangrijk, maar minder vervelend nieuws dan ik gedacht had.’ Ze keek me aan. ‘Ik denk dat in de eerste plaats een felicitatie wel op zijn plaats is?’
Ik slikte en wendde mijn blik af.
‘Doe maar niet,’ zei ik.
Ik merkte dat ze naar me keek.
‘Oké,’ zei ze. ‘Ik denk dat ik het wel begrijp. Dan heeft dit niets met Bobby te maken, waarschijnlijk?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee. Het was iemand anders.’ Ik slikte weer. ‘Het is een beetje ingewikkeld. Het was niet vrijwillig.’
Simmons knikte bevestigend. Ze leek niet verbaasd, niet geschokt, verzoop niet in medelijden, en dat was fijn. Het was of we een tekening inkleurden waarvan de lijnen al lang geleden waren neergezet.
‘Dat dacht ik al, gezien de verandering in je gedrag en persoon van de laatste tijd,’ zei ze. Ze keek me aan. ‘Het spijt me dit te horen, moet ik zeggen. Zijn al die veranderingen de oorzaak of het gevolg van wat er gebeurd is?’
Ik boog mijn hoofd wat. ‘Gevolg.’
‘En, als ik vragen mag, geldt dat ook voor de blauwe plekken die je laatst in je gezicht had?’
Mijn maag draaide een rondje. Ik keek naar haar op, maar nog altijd was haar gezicht neutraal. Ze wist al dat het zo was, realiseerde ik me. Ze had al veel meer uitgevogeld dan ik gedacht had, waarschijnlijk naar aanleiding van mijn gedrag, onze vorige gesprekken en wat ik haar nu vertelde. De tekening was al veel uitgebreider dan ik gedacht had.
Ik wendde mijn blik weer af.
‘Ja,’ zei ik. ‘Dat ook.’
‘Ik neem aan dat je het hem verteld hebt?’
‘Ja.’
‘En toen heeft hij je geslagen?’
‘Ja. Maar… ik wil niet naar de politie. Ik… ik ben bang dat het dan nog erger wordt.’
‘Dat begrijp ik, maar de politie kan je misschien toch helpen. Het kan je beschermen en andere mensen voor hetzelfde behoeden. Maar ik begrijp het ook als je ervoor kiest het niet te doen. Je hoeft niets te doen waar je je ongemakkelijk bij voelt.’ Ze keek me aan. ‘Heb je daarna nog wel contact met hem gehad?’
‘Nee,’ zei ik, maar toen schokte ik een keer met mijn schouders. ‘Nou, ja, eigenlijk wel. Hij is me nog een paar keer op komen zoeken, thuis, en op mijn werk. Hij wil dat ik het weg laat halen.’
‘En je hebt besloten dat niet te doen?’
‘Nee. Ik wil het houden en het afstaan voor adoptie als het geboren is.’
‘Dat vind ik dapper van je. Weet hij dat al?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee.’
Ze hield haar hoofd een beetje schuin. ‘Ben je bang voor hem?’
Ik slikte. Even dacht ik aan Cees’ donkere blik, zijn sterke hand om mijn pols, zijn geur van tabak en alcohol, en ik slikte. Het lukte me nu echter beter de beelden weg te krijgen en ik probeerde mijn lichaam een beetje te ontspannen. Ik knikte echter wel, kort en schokkerig: ik wilde het niet hardop uitspreken en wist dat dat ook niet nodig was.

~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Veel te late reactie, sorry allemaal, druk hier op het moment met schrijven en een lek aquarium en paarden enz, snel een stukje erbij! Hoop dat iedereen het nog leuk vindt 
Overigens, het stukje dat zo volgt over Evert-Jan, is een soort vervolg op een soortgelijk stukje eerder in het verhaal dat ik nadat ik hier had gepost heb toegevoegd. Daarin loopt Evert-Jan, de grootste zuiger van de school, Star te pesten met haar blauwe oog en waar Star hem vroeger altijd een grote bek geeft, durft ze niets tegen hem terug te zeggen omdat ze bang is dat ze er meer mee uitlokt. Mel neemt trekt haar uiteindelijk weg van Evert-Jan en Star baalt van zichzelf omdat ze sinds dat met Cees niet meer de moed heeft EJ van repliek te dienen. In het stukje hierna zal blijken of dat nog steeds zo is
Klinkt zo vager dan het is maar dan hebben jullie even een context
als iemand het eerdere stukje met EJ wil hebben voor de volledigheid zeg het trouwens maar, dan PB ik het even naar je.
Blieje, mooie av trouwens! Speel je ook viool?
_________________________________________________________________________________
Simmons leunde wat achterover op school.
‘Dan zullen wij je daarbij helpen,’ zei ze. ‘Je zegt dat hij bij je thuis is geweest, en op je werk. Denk je dat het mogelijk is dat hij ook naar school komt?’
Ik knikte wat. ‘Ja, ik weet het niet. Het kan. Hij weet wel waar ik op school zit.’
Simmons knikte ook. ‘Oké. Als je wilt, zou ik je willen vragen of je me zijn naam en zijn leeftijd wilt geven en een omschrijving van zijn uiterlijk. Een foto van hem zou nog beter zijn, als je die kunt krijgen via iemand of via sociale media. Ik zal die informatie aan de conciërges geven en haar ophangen op het bord in de docentenkamer, als je dat goed vindt. Op die manier weet iedereen dat hij ongewenst is en kan er gelijk alarm worden geslagen als hij hier op school verschijnt. Als jij dat wilt, natuurlijk.’
Ik keek naar haar op. Aan de ene kant voelde het fijn, dat ze dat voorstelde, maar aan de andere kant bekroop een ongemakkelijk gevoel me. Ik wilde ook niet dat alle docenten wisten wat er gebeurd was tussen hem en mij. Sommige docenten en ik hadden een wederzijdse hekel aan elkaar en ik was bang dat bovendien gelijk de hele school het zou weten als de docenten het zouden horen.
‘Dat is op zich wel fijn,’ zei ik. ‘Maar… ik wil ook niet dat iedereen…’ Ik gebaarde wat met mijn handen en zocht naar woorden. Dat was echter niet nodig, want Simmons begreep wat ik bedoelde.
‘Dat snap ik, en daarom zal ik ze dat ook niet vertellen. We hebben hier procedures voor, dus het is niet nodig ze alle informatie te geven. Het gaat er voornamelijk om dat ze weten dat hij een risico vormt en voor wie en dat er snel gehandeld wordt als hij gesignaleerd wordt. Als hij gezien wordt, zul je gelijk uit de les gehaald worden en naar de docentenkamer worden gebracht. Daar zijn altijd genoeg mensen en daar zal je niets gebeuren. Is dat een goed idee?’
Ik aarzelde even, maar knikte toen. Het had me een beetje overdonderd, maar nu het wat bezonk, was het inderdaad wel een goed plan. Het zou fijn zijn als het zo zou gaan. Dan hoefde ik in ieder geval niet meer iedere minuut nerveus uit het raam te kijken om te zien of Cees ineens op het schoolplein stond. Als meerdere mensen hem in de gaten hielden, werd hij vast sneller opgemerkt.
‘Goed,’ zei Simmons. ‘Dan gaan we daar zo snel mogelijk werk van maken. Op school wordt er dan in ieder geval op je gelet, maar wat wij kunnen doen, reikt niet verder dan tot je aan het einde van de dag naar huis gaat. Daarom is het van belang dat je het ook anderen verteld, zodat ook zij voor je op kunnen letten en je eventueel kunnen beschermen. Heb je dat gedaan?’
Ik knikte. ‘Ik heb het mijn zus en mijn vriend verteld. En Bobby en Melanie weten het ook.’
Simmons knikte en schreef iets op op een blaadje. ‘En je ouders?’
Er trok iets kouds langs mijn ruggengraat toen ze dat zei. Het was pijnlijk haar dat te horen vragen en mijn zenuwen werden even heftiger. Ik wendde mijn blik af en keek naar mijn knieën.
‘Eh, nee, niet echt. Ze weten het half, maar… het maakt ook niet uit of ze het wel of niet weten. Ik, eh, woon niet meer bij mijn ouders.’
Ik durfde dit keer niet naar haar op te kijken. Niet alleen omdat ik niet zeker wist hoe de uitdrukking op haar gezicht zou zijn, maar ook omdat ik niet wilde dat ze die van mij zou zien. Ook toen haar stem nog steeds rustig en neutraal was toen ze weer sprak, hield ik mijn blik op mijn knieën gericht.
‘Dat is jammer,’ zei ze oprecht. ‘Heeft dat ook met de huidige situatie te maken?’
Ik knikte een beetje. ‘Ja. Grotendeels.’
‘Oké. Mag ik je dan vragen bij wie je nu woont?’
Ik slikte. ‘Bij mijn vriend.’
‘Bij zijn ouders? Of heeft hij een eigen huis?’
Er lachte iets cynisch in mijn binnenste toen ze sprak over ‘bij zijn ouders’.
‘Nee,’ zei ik. ‘Hij heeft een eigen huis.’
‘Hier in de buurt?’
‘Ja, een kwartier hier vandaan, bij de voetbalvelden.’
Simmons knikte terwijl ze nog meer noteerde op haar blaadje.
‘Oké. Zou je dan straks je nieuwe huisnummer voor me op willen schrijven? Dan kan ik het doorgeven aan de administratie, zodat we je op het goede nummer kunnen bellen als er iets aan de hand is. En is hij ook je nieuwe contactpersoon in geval van nood?’
Ik knikte. ‘Ja, ik denk het wel.’
‘Goed. Als je dan ook zijn nummer wilt doorgeven, dan hebben we dat ook voor het geval het nodig mocht zijn. In deze situatie is het wel handig om dat allemaal op orde te hebben.’ Ze keek pakte haar blaadje op, controleerde even wat ze net had opgeschreven en legde het toen weer neer. Ze zette haar pen terug in het pennenbakje en keek weer naar me op. Ze zette haar handen op de tafel en kwam overeind.
‘Goed, als we dat allemaal hebben, hebben we het vervelendste achter de rug,’ zei ze. ‘Dan ga ik nu beneden even een pak papieren voor je halen met reglementen en aanvullende informatie, dan kunnen we nu de praktische zaken gaan bespreken. Zullen we dat doen?’
Ik knikte. ‘Graag.’
‘Oké. Ik haal beneden even het één en ander op en dan gaan we kijken wat we voor je kunnen betekenen. Maak het jezelf gemakkelijk, ik ben zo weer terug.’
Toen Simmson beneden het één en ander had opgehaald, gingen we verder met het bespreken van alle schoolgerelateerde dingen die terugslag hadden op mijn zwangerschap en het verloop daarvan. We hadden het vooral over mijn tijdsindeling en verwachtingen, over wat ik van plan was met het eindexamen en over hoe we het zouden regelen als ik afspraken had onder schooltijd of me niet lekker voelde. Toegegeven, ze hielp me fantastisch: ze was heel flexibel en ik kreeg van haar toestemming zelf af te bellen als ik niet lekker was of een afspraak had, gezien mijn ouders op het moment even niet in de positie waren zich met mij bezig te houden. Als ik een afspraak had, moest ik van tevoren of naderhand een kopie van de verwijzing of wat dan ook mee nemen en dan zou ik zonder problemen vrij krijgen, zonder dat ik de uren hoefde in te halen. Als ik zei dat ik ziek was, kon ze dat natuurlijk niet controleren, maar ze liet me beloven dat ik de vrijheid van het afbellen niet zou gebruiken om me ziek te melden als ik geen zin had om naar school te gaan. Het was voor mijn eigen bestwil dat ik toch nog zo veel mogelijk van mijn lessen meekreeg omdat ik toch graag dit jaar wilde slagen.
Het was fijn dat Simmons me zo hielp. Ze bood me zelfs aan me richting het einde van het schooljaar voor verschillende vakken thuiswerkoefenopdrachten te geven als ik moe was zodat ik niet zo vaak naar school hoefde en ook zou ze andere docenten inlichten dat ik een speciaal geval was, zodat ik me niet telkens hoefde te verantwoorden als ik na een afspraak of doktersbezoek halverwege het uur zou binnen komen. Dat zou ze bovendien doen zonder dat ze ze precies zou vertellen wat er aan de hand was. Tevens liet ze me beloven dat ik iedere vervelende opmerking en elk pesterijtje van medeleerlingen of docenten bij haar zou melden. Dat soort ‘onzin’, zoals zij het noemde, werd niet getolereerd en er zouden dan ook gelijk maatregelen tegen genomen worden. Dat, en het vooruitzicht dat de laatste paar maanden school wat minder zwaar zouden worden door haar hulp, deed me weer wat optimistischer vooruitkijken naar het naderende eindexamen.
Beide regelingen van Simmons, zowel de pest-regeling als de Ceesalert-regeling, bleken bovendien van pas te komen. Jammer genoeg, eigenlijk. Schijnbaar was ik net op tijd geweest met naar Simmons gaan. Nog geen twee dagen na mijn gesprek met haar, had het nieuws van mijn zwangerschap blijkbaar ook de oren bereikt van de persoon van wie ik dat wel het minste wilde, namelijk Evert-Jan.

Overigens, het stukje dat zo volgt over Evert-Jan, is een soort vervolg op een soortgelijk stukje eerder in het verhaal dat ik nadat ik hier had gepost heb toegevoegd. Daarin loopt Evert-Jan, de grootste zuiger van de school, Star te pesten met haar blauwe oog en waar Star hem vroeger altijd een grote bek geeft, durft ze niets tegen hem terug te zeggen omdat ze bang is dat ze er meer mee uitlokt. Mel neemt trekt haar uiteindelijk weg van Evert-Jan en Star baalt van zichzelf omdat ze sinds dat met Cees niet meer de moed heeft EJ van repliek te dienen. In het stukje hierna zal blijken of dat nog steeds zo is

Klinkt zo vager dan het is maar dan hebben jullie even een context

Blieje, mooie av trouwens! Speel je ook viool?

_________________________________________________________________________________
Simmons leunde wat achterover op school.
‘Dan zullen wij je daarbij helpen,’ zei ze. ‘Je zegt dat hij bij je thuis is geweest, en op je werk. Denk je dat het mogelijk is dat hij ook naar school komt?’
Ik knikte wat. ‘Ja, ik weet het niet. Het kan. Hij weet wel waar ik op school zit.’
Simmons knikte ook. ‘Oké. Als je wilt, zou ik je willen vragen of je me zijn naam en zijn leeftijd wilt geven en een omschrijving van zijn uiterlijk. Een foto van hem zou nog beter zijn, als je die kunt krijgen via iemand of via sociale media. Ik zal die informatie aan de conciërges geven en haar ophangen op het bord in de docentenkamer, als je dat goed vindt. Op die manier weet iedereen dat hij ongewenst is en kan er gelijk alarm worden geslagen als hij hier op school verschijnt. Als jij dat wilt, natuurlijk.’
Ik keek naar haar op. Aan de ene kant voelde het fijn, dat ze dat voorstelde, maar aan de andere kant bekroop een ongemakkelijk gevoel me. Ik wilde ook niet dat alle docenten wisten wat er gebeurd was tussen hem en mij. Sommige docenten en ik hadden een wederzijdse hekel aan elkaar en ik was bang dat bovendien gelijk de hele school het zou weten als de docenten het zouden horen.
‘Dat is op zich wel fijn,’ zei ik. ‘Maar… ik wil ook niet dat iedereen…’ Ik gebaarde wat met mijn handen en zocht naar woorden. Dat was echter niet nodig, want Simmons begreep wat ik bedoelde.
‘Dat snap ik, en daarom zal ik ze dat ook niet vertellen. We hebben hier procedures voor, dus het is niet nodig ze alle informatie te geven. Het gaat er voornamelijk om dat ze weten dat hij een risico vormt en voor wie en dat er snel gehandeld wordt als hij gesignaleerd wordt. Als hij gezien wordt, zul je gelijk uit de les gehaald worden en naar de docentenkamer worden gebracht. Daar zijn altijd genoeg mensen en daar zal je niets gebeuren. Is dat een goed idee?’
Ik aarzelde even, maar knikte toen. Het had me een beetje overdonderd, maar nu het wat bezonk, was het inderdaad wel een goed plan. Het zou fijn zijn als het zo zou gaan. Dan hoefde ik in ieder geval niet meer iedere minuut nerveus uit het raam te kijken om te zien of Cees ineens op het schoolplein stond. Als meerdere mensen hem in de gaten hielden, werd hij vast sneller opgemerkt.
‘Goed,’ zei Simmons. ‘Dan gaan we daar zo snel mogelijk werk van maken. Op school wordt er dan in ieder geval op je gelet, maar wat wij kunnen doen, reikt niet verder dan tot je aan het einde van de dag naar huis gaat. Daarom is het van belang dat je het ook anderen verteld, zodat ook zij voor je op kunnen letten en je eventueel kunnen beschermen. Heb je dat gedaan?’
Ik knikte. ‘Ik heb het mijn zus en mijn vriend verteld. En Bobby en Melanie weten het ook.’
Simmons knikte en schreef iets op op een blaadje. ‘En je ouders?’
Er trok iets kouds langs mijn ruggengraat toen ze dat zei. Het was pijnlijk haar dat te horen vragen en mijn zenuwen werden even heftiger. Ik wendde mijn blik af en keek naar mijn knieën.
‘Eh, nee, niet echt. Ze weten het half, maar… het maakt ook niet uit of ze het wel of niet weten. Ik, eh, woon niet meer bij mijn ouders.’
Ik durfde dit keer niet naar haar op te kijken. Niet alleen omdat ik niet zeker wist hoe de uitdrukking op haar gezicht zou zijn, maar ook omdat ik niet wilde dat ze die van mij zou zien. Ook toen haar stem nog steeds rustig en neutraal was toen ze weer sprak, hield ik mijn blik op mijn knieën gericht.
‘Dat is jammer,’ zei ze oprecht. ‘Heeft dat ook met de huidige situatie te maken?’
Ik knikte een beetje. ‘Ja. Grotendeels.’
‘Oké. Mag ik je dan vragen bij wie je nu woont?’
Ik slikte. ‘Bij mijn vriend.’
‘Bij zijn ouders? Of heeft hij een eigen huis?’
Er lachte iets cynisch in mijn binnenste toen ze sprak over ‘bij zijn ouders’.
‘Nee,’ zei ik. ‘Hij heeft een eigen huis.’
‘Hier in de buurt?’
‘Ja, een kwartier hier vandaan, bij de voetbalvelden.’
Simmons knikte terwijl ze nog meer noteerde op haar blaadje.
‘Oké. Zou je dan straks je nieuwe huisnummer voor me op willen schrijven? Dan kan ik het doorgeven aan de administratie, zodat we je op het goede nummer kunnen bellen als er iets aan de hand is. En is hij ook je nieuwe contactpersoon in geval van nood?’
Ik knikte. ‘Ja, ik denk het wel.’
‘Goed. Als je dan ook zijn nummer wilt doorgeven, dan hebben we dat ook voor het geval het nodig mocht zijn. In deze situatie is het wel handig om dat allemaal op orde te hebben.’ Ze keek pakte haar blaadje op, controleerde even wat ze net had opgeschreven en legde het toen weer neer. Ze zette haar pen terug in het pennenbakje en keek weer naar me op. Ze zette haar handen op de tafel en kwam overeind.
‘Goed, als we dat allemaal hebben, hebben we het vervelendste achter de rug,’ zei ze. ‘Dan ga ik nu beneden even een pak papieren voor je halen met reglementen en aanvullende informatie, dan kunnen we nu de praktische zaken gaan bespreken. Zullen we dat doen?’
Ik knikte. ‘Graag.’
‘Oké. Ik haal beneden even het één en ander op en dan gaan we kijken wat we voor je kunnen betekenen. Maak het jezelf gemakkelijk, ik ben zo weer terug.’
Toen Simmson beneden het één en ander had opgehaald, gingen we verder met het bespreken van alle schoolgerelateerde dingen die terugslag hadden op mijn zwangerschap en het verloop daarvan. We hadden het vooral over mijn tijdsindeling en verwachtingen, over wat ik van plan was met het eindexamen en over hoe we het zouden regelen als ik afspraken had onder schooltijd of me niet lekker voelde. Toegegeven, ze hielp me fantastisch: ze was heel flexibel en ik kreeg van haar toestemming zelf af te bellen als ik niet lekker was of een afspraak had, gezien mijn ouders op het moment even niet in de positie waren zich met mij bezig te houden. Als ik een afspraak had, moest ik van tevoren of naderhand een kopie van de verwijzing of wat dan ook mee nemen en dan zou ik zonder problemen vrij krijgen, zonder dat ik de uren hoefde in te halen. Als ik zei dat ik ziek was, kon ze dat natuurlijk niet controleren, maar ze liet me beloven dat ik de vrijheid van het afbellen niet zou gebruiken om me ziek te melden als ik geen zin had om naar school te gaan. Het was voor mijn eigen bestwil dat ik toch nog zo veel mogelijk van mijn lessen meekreeg omdat ik toch graag dit jaar wilde slagen.
Het was fijn dat Simmons me zo hielp. Ze bood me zelfs aan me richting het einde van het schooljaar voor verschillende vakken thuiswerkoefenopdrachten te geven als ik moe was zodat ik niet zo vaak naar school hoefde en ook zou ze andere docenten inlichten dat ik een speciaal geval was, zodat ik me niet telkens hoefde te verantwoorden als ik na een afspraak of doktersbezoek halverwege het uur zou binnen komen. Dat zou ze bovendien doen zonder dat ze ze precies zou vertellen wat er aan de hand was. Tevens liet ze me beloven dat ik iedere vervelende opmerking en elk pesterijtje van medeleerlingen of docenten bij haar zou melden. Dat soort ‘onzin’, zoals zij het noemde, werd niet getolereerd en er zouden dan ook gelijk maatregelen tegen genomen worden. Dat, en het vooruitzicht dat de laatste paar maanden school wat minder zwaar zouden worden door haar hulp, deed me weer wat optimistischer vooruitkijken naar het naderende eindexamen.
Beide regelingen van Simmons, zowel de pest-regeling als de Ceesalert-regeling, bleken bovendien van pas te komen. Jammer genoeg, eigenlijk. Schijnbaar was ik net op tijd geweest met naar Simmons gaan. Nog geen twee dagen na mijn gesprek met haar, had het nieuws van mijn zwangerschap blijkbaar ook de oren bereikt van de persoon van wie ik dat wel het minste wilde, namelijk Evert-Jan.

~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~
Ha Jeetje, bedankt voor het compliment over mijn avatar! Nee, ik speel zelf geen viool, maar vind het wel een mooi instrument!
Leuk stukje van je verhaal weer, ik wil ook wel dat stukje van Evert Jan lezen.
Een foutje:
Simmson = Simmons
Ben benieuwd naar een vervolg!
Groetjes Blieje
Leuk stukje van je verhaal weer, ik wil ook wel dat stukje van Evert Jan lezen.

Een foutje:
Simmson = Simmons
Ben benieuwd naar een vervolg!
Groetjes Blieje

Het laatste contact is altijd het zwaarste.
Sorry dat ik op het vorige stuk niet gereageerd had! Ben een beetje druk met tentamens en zo op het moment, dus dit wordt ook even een korte reactie om je te laten weten dat ik er nog ben. ;)
Ik vind het gesprek met Simmons heel mooi, zit goed in elkaar, en ik kreeg er meteen een soort opgelucht gevoel bij, net als Starla eigenlijk. Het was gewoon fijn om te lezen dat er nog iemand achter haar staat die het zo rustig opneemt en het lijkt alsof ze 'alles weet', of zo. Ik denk dat het fijn is voor Starla dat ze al die dingen niet zelf hoeft te bedenken, dat bedoel ik. Even de controle af kunnen geven aan iemand anders, even het kleine kind zijn. Heeft ze wel nodig.
Met die kleine aankondiging en de laatste zin van het tweede stuk heb je me wel meteen heel nieuwsgierig gemaakt! :P Ben benieuwd naar het stuk met Evert-Jan. (Wat een naam, trouwens... Ik zie een jongen met afschuwelijke acne voor me, maar dat kan aan mij liggen. xD)
Liefs!
Ik vind het gesprek met Simmons heel mooi, zit goed in elkaar, en ik kreeg er meteen een soort opgelucht gevoel bij, net als Starla eigenlijk. Het was gewoon fijn om te lezen dat er nog iemand achter haar staat die het zo rustig opneemt en het lijkt alsof ze 'alles weet', of zo. Ik denk dat het fijn is voor Starla dat ze al die dingen niet zelf hoeft te bedenken, dat bedoel ik. Even de controle af kunnen geven aan iemand anders, even het kleine kind zijn. Heeft ze wel nodig.
Met die kleine aankondiging en de laatste zin van het tweede stuk heb je me wel meteen heel nieuwsgierig gemaakt! :P Ben benieuwd naar het stuk met Evert-Jan. (Wat een naam, trouwens... Ik zie een jongen met afschuwelijke acne voor me, maar dat kan aan mij liggen. xD)
Liefs!
Bedankt voor jullie superleuke reacties weer alle 3! Ik heb jullie (als het goed is, het staat in mijn postvak uit en niet in verzonden items) het eerst stukje met Evert-Jan via PB gestuurd, hopelijk hebben jullie het gehad!
En dan gewoon het volgende stukje hier!
_______________________________________________________________________
Schijnbaar had Evert-Jan ook alleen het nieuws omtrent mijn zwangerschap gehoord, en niet wat de reden daarvan was. Dat was een opluchting, aan de ene kant, maar aan de andere kant betekende dat ook dat hij niet de moeite nam zich in te houden. Gezien de lol die hij vorige keer had om mijn blauwe gezicht, kon zijn leedvermaak natuurlijk helemaal niet op toen hij erachter kwam dat de persoon die in zijn ogen de grootste sloerie van de school was op haar achttiende met een kind zat opgescheept. Sterker nog, schijnbaar deed het hem zodanig veel plezier dat hij het niet kon laten om het me persoonlijk in te komen wrijven.
Het ging ongeveer hetzelfde als de vorige keer, eigenlijk, het begin, tenminste. Ook dit keer was ik samen met Mel, ook dit keer was het pauze en ook dit keer bevonden we ons op publiek terrein omdat Mel last had van haar gewoonlijke hongerklop. We waren op weg richting de aula, maar al van veraf zagen we dat de rij bij het winkeltje daar zo ongeveer oneindig was en de pauze al om zou zijn voor we überhaupt al aan de beurt waren gekomen.
‘Ga je anders mee iets uit de automaat halen?’ vroeg Mel toen we verongelijkt naar de rij bij de klapdeuren keken. ‘Dit gaat nog tachtig jaar duren. Ik wil mijn eten ook wel graag nog opeten voor de volgende les begint en Bètavent zo aardig is het voor me weg te gooien.’
Ik knikte en wierp een blik achterom. ‘Dat lijkt me beter, ja. Dan moet je wel naar de achterste automaat, want bij die anderen is het ook druk.’ Ik keek naar het geld in haar hand. ‘Heb je kleingeld? Anders heb ik nog wel wat in mijn kluis.’
‘Alleen euro’s, maar dat maakt niet uit. Ik geef jou ook wel wat, dan heb ik precies genoeg. Ik trakteer.’
Ik glimlachte. Mel probeerde me de laatste tijd om de haverklap eten aan te smeren omdat ze vond dat ik niet snel genoeg dik werd. Ik was nog steeds te mager.
‘Dank je, maar ik heb geen trek in zoete dingen.’
Mel trok haar wenkbrauwen op.
‘Geen trek?’ zei ze. ‘Ben je gek, je moet eten voor twee, hoor.’
Ik stak mijn tong naar haar uit. ‘Echt niet. Voor één en een kwart en dat telt nog niet. En ik wordt telkens misselijk van chocola, dus als ik straks over mijn nek ga, dan eet ik voor geen in plaats van voor twee.’
‘Nou en. Dan neem je maar zo’n hartig ding. Ik moet en zal je iets voeren. Dik worden zal je.’ Ze pakte me bij mijn arm en sleepte me mee naar de snoepautomaten. De achterste was inderdaad het rustigste, dus daar voegden we ons bij de andere gegadigden in de gang. Er stonden zo’n vier mensen voor ons, dus we sloten netjes achteraan de rij aan en wachtten daar geduldig tot we aan de beurt waren.
Terwijl we stonden te wachten, merkte ik, zoals vaker als ik me even op mijn omgeving concentreerde, dat er hier en daar mensen naar me keken. Dora’s roddel was de afgelopen tijd als een lopend vuurtje de school rond gegaan, nu niet alleen meer door de bovenbouw, maar ook door de onderbouw. In de pauzes werd ik bekeken en ik wist dat er mijn rug over me gesmoesd werd nu veel mensen wisten dat ik zwanger was. Gezien sommigen blijkbaar echter ook hadden gehoord hoe dat gekomen was dankzij die publiekelijke deceptie met Mel en Floris, hadden de meeste leerlingen gelukkig wel de tegenwoordigheid van geest dat te doen op zo’n manier dat ik er niet direct mee geconfronteerd werd. De meeste leerlingen, behalve Evert-Jan, dus.
Mel had net iets te eten gehaald uit de automaat toen het gebeurde. We waren teruggelopen naar de ingang van de school en daar in het tussenhalletje blijven staan, zodat ik kon roken (ik zat nu op twee sigaretten per dag, maar het was me nog niet gelukt er helemaal vanaf te komen) en Mel haar snoep kon opeten. Ik had net een sigaret opgestoken toen ik een stem in het halletje hoorde.
‘Kijk, moet je dat daar zien staan,’ klonk het plotseling luid en duidelijk onze kant op. Ik keek op en daar, tegenover me, een meter of vijf van me vandaan, zag ik Evert-Jan in het halletje staan. Hij stond met zijn clubje zogenaamde vrienden, wat jongens en meiden uit vijf HAVO, wat bij de deur rond te hangen en te roken.
‘Hé, schoolhoertje, wat hoorde ik?’ zei hij, lekker hard, zodat iedereen in onze omgeving het kon horen. ‘Ben je zwanger, sletje? Heeft één van je klanten het niet veilig gedaan?’
Hij maakte een suggestieve beweging met zijn heupen en zijn vrienden lachten. Er trok een warm gevoel naar mijn wangen en mijn maag werd zwaar, maar ik reageerde niet.
Toen ik mijn blik weer afwendde, zwaaide Evert-Jan mijn kant op.
‘Hé, pijpslet, ik heb het tegen jou!’ riep hij. ‘Ik vroeg je wat! Is er iets misgegaan met je dagelijkse tijdverdrijf?’ Eén van zijn vrienden keek over de hoofden heen en riep er luid achteraan: ‘Ja, heeft er per ongeluk eentje raak geschoten?’
Er werd opnieuw gelachen en ook de meiden van zijn groepje giechelden nu op een hele irritante manier mee. Ik merkte dat Mel achter me omkeek en hen nu ook in het oog kreeg. Ze was nog net op tijd om Evert-Jans volgende grapje te zien: hij gaf een nogal slechte impressie van een vrouw die met een man bezig was, die schijnbaar op mij moest lijken, en kreunde: ‘Ja, kom maar, schatje, spuit me maar vol. Ik ben zo dom door alle drugs die ik heb gebruikt dat ik niet meer weet waar de kindertjes van vandaan kwamen.’
Ik balde mijn handen en keek strak voor me uit. Ik merkte dat Mel achter me mijn arm aanraakte.
‘Star, wil je weg?’ vroeg ze.
Ik klemde mijn kiezen op elkaar.
‘Nee,’ zei ik. ‘Ik wil roken.’ Het was ook zo, ik wilde ook niet weg. Ik wilde dat Evert-Jan zijn kop hield en me met rust liet. Ik had geen zin om me zoals de vorige keer door hem weg te laten jagen. Ik voelde me nog altijd ongemakkelijk door hem, maar ik was minder bang voor hem dan ik de vorige keer was geweest. Ik ergerde me nu meer aan hem dan dat ik hem vreesde, voornamelijk omdat Gio laatst tegen me had gezegd dat ik wel ergere dingen had doorstaan dan dit en dat alleen de gedachte aan die dingen dit al relativeerde. Net zoals vroeger had ik nu meer de neiging om hem van repliek te dienen dan om van hem weg te lopen. Dat gevoel verraste me enigszins, maar ik probeerde er uit alle macht aan vast te houden.
Ik hield mijn blik strak van Evert-Jan en zijn vrienden afgewend en nam een trek van mijn sigaret. Evert-Jan was echter nog niet klaar, want vanaf zijn plek aan de andere kant van het halletje riep hij: ‘Vooral blijven roken nu dat kind in je buik zit, junkie! Dan weet je in ieder geval zeker dat je kind net zo mislukt zal worden als jij.’
Er trok een steek door me heen dat zei. Het maakte me niet uit wat hij over mij zei, maar ik wilde niet dat hij gemeen deed over mijn kindje. Het was een sterke impuls, een soort beschermingsinstinct, alsof ik het niet kon laten gebeuren dat hij mijn baby beledigde. Ik werd ervan weerhouden om iets naar hem terug te kaatsten omdat ik net een trek van mijn sigaret had genomen, maar ik stak wel mijn middelvinger naar hem op. Ook Melanie riep achter me: ‘Bemoei je met je eigen zaken, Evert-Jan!’
Evert-Jan hoorde haar echter niet eens. Er was een ‘oeh’ door zijn groepje gegaan toen ik mijn middelvinger naar hem had opgestoken en Evert-Jan keek overdreven dramatisch van mij naar zijn vrienden.
‘Zag ik dat nou goed?’ zei op hetzelfde toontje als zijn act uitstraalde. ‘Gaf je me nou net de vinger, schoolhoertje? Was dat een uitnodiging?’
Hij kwam van zijn plek af en liep langs zijn vrienden heen naar Mel en mij toe. Er kwamen wat van zijn vrienden mee, maar Mel week niet van mijn zijde. Toen ze om ons heen kwamen staan, zette ze juist nog een stap dichter naar me toe, als een beschermde waakhond.
Evert-Jan bleef voor me staan en hij keek me aan.
‘Is dat zo?’ vroeg hij. ‘Was het een uitnodiging, sletje?’
Hij boog treiterig wat naar me toe, zijn oor naar mijn gezicht gericht, maar ik leunde geërgerd wat achteruit.
‘Nee. Ik wil dat je oprot,’ zei ik.
En dan gewoon het volgende stukje hier!

_______________________________________________________________________
Schijnbaar had Evert-Jan ook alleen het nieuws omtrent mijn zwangerschap gehoord, en niet wat de reden daarvan was. Dat was een opluchting, aan de ene kant, maar aan de andere kant betekende dat ook dat hij niet de moeite nam zich in te houden. Gezien de lol die hij vorige keer had om mijn blauwe gezicht, kon zijn leedvermaak natuurlijk helemaal niet op toen hij erachter kwam dat de persoon die in zijn ogen de grootste sloerie van de school was op haar achttiende met een kind zat opgescheept. Sterker nog, schijnbaar deed het hem zodanig veel plezier dat hij het niet kon laten om het me persoonlijk in te komen wrijven.
Het ging ongeveer hetzelfde als de vorige keer, eigenlijk, het begin, tenminste. Ook dit keer was ik samen met Mel, ook dit keer was het pauze en ook dit keer bevonden we ons op publiek terrein omdat Mel last had van haar gewoonlijke hongerklop. We waren op weg richting de aula, maar al van veraf zagen we dat de rij bij het winkeltje daar zo ongeveer oneindig was en de pauze al om zou zijn voor we überhaupt al aan de beurt waren gekomen.
‘Ga je anders mee iets uit de automaat halen?’ vroeg Mel toen we verongelijkt naar de rij bij de klapdeuren keken. ‘Dit gaat nog tachtig jaar duren. Ik wil mijn eten ook wel graag nog opeten voor de volgende les begint en Bètavent zo aardig is het voor me weg te gooien.’
Ik knikte en wierp een blik achterom. ‘Dat lijkt me beter, ja. Dan moet je wel naar de achterste automaat, want bij die anderen is het ook druk.’ Ik keek naar het geld in haar hand. ‘Heb je kleingeld? Anders heb ik nog wel wat in mijn kluis.’
‘Alleen euro’s, maar dat maakt niet uit. Ik geef jou ook wel wat, dan heb ik precies genoeg. Ik trakteer.’
Ik glimlachte. Mel probeerde me de laatste tijd om de haverklap eten aan te smeren omdat ze vond dat ik niet snel genoeg dik werd. Ik was nog steeds te mager.
‘Dank je, maar ik heb geen trek in zoete dingen.’
Mel trok haar wenkbrauwen op.
‘Geen trek?’ zei ze. ‘Ben je gek, je moet eten voor twee, hoor.’
Ik stak mijn tong naar haar uit. ‘Echt niet. Voor één en een kwart en dat telt nog niet. En ik wordt telkens misselijk van chocola, dus als ik straks over mijn nek ga, dan eet ik voor geen in plaats van voor twee.’
‘Nou en. Dan neem je maar zo’n hartig ding. Ik moet en zal je iets voeren. Dik worden zal je.’ Ze pakte me bij mijn arm en sleepte me mee naar de snoepautomaten. De achterste was inderdaad het rustigste, dus daar voegden we ons bij de andere gegadigden in de gang. Er stonden zo’n vier mensen voor ons, dus we sloten netjes achteraan de rij aan en wachtten daar geduldig tot we aan de beurt waren.
Terwijl we stonden te wachten, merkte ik, zoals vaker als ik me even op mijn omgeving concentreerde, dat er hier en daar mensen naar me keken. Dora’s roddel was de afgelopen tijd als een lopend vuurtje de school rond gegaan, nu niet alleen meer door de bovenbouw, maar ook door de onderbouw. In de pauzes werd ik bekeken en ik wist dat er mijn rug over me gesmoesd werd nu veel mensen wisten dat ik zwanger was. Gezien sommigen blijkbaar echter ook hadden gehoord hoe dat gekomen was dankzij die publiekelijke deceptie met Mel en Floris, hadden de meeste leerlingen gelukkig wel de tegenwoordigheid van geest dat te doen op zo’n manier dat ik er niet direct mee geconfronteerd werd. De meeste leerlingen, behalve Evert-Jan, dus.
Mel had net iets te eten gehaald uit de automaat toen het gebeurde. We waren teruggelopen naar de ingang van de school en daar in het tussenhalletje blijven staan, zodat ik kon roken (ik zat nu op twee sigaretten per dag, maar het was me nog niet gelukt er helemaal vanaf te komen) en Mel haar snoep kon opeten. Ik had net een sigaret opgestoken toen ik een stem in het halletje hoorde.
‘Kijk, moet je dat daar zien staan,’ klonk het plotseling luid en duidelijk onze kant op. Ik keek op en daar, tegenover me, een meter of vijf van me vandaan, zag ik Evert-Jan in het halletje staan. Hij stond met zijn clubje zogenaamde vrienden, wat jongens en meiden uit vijf HAVO, wat bij de deur rond te hangen en te roken.
‘Hé, schoolhoertje, wat hoorde ik?’ zei hij, lekker hard, zodat iedereen in onze omgeving het kon horen. ‘Ben je zwanger, sletje? Heeft één van je klanten het niet veilig gedaan?’
Hij maakte een suggestieve beweging met zijn heupen en zijn vrienden lachten. Er trok een warm gevoel naar mijn wangen en mijn maag werd zwaar, maar ik reageerde niet.
Toen ik mijn blik weer afwendde, zwaaide Evert-Jan mijn kant op.
‘Hé, pijpslet, ik heb het tegen jou!’ riep hij. ‘Ik vroeg je wat! Is er iets misgegaan met je dagelijkse tijdverdrijf?’ Eén van zijn vrienden keek over de hoofden heen en riep er luid achteraan: ‘Ja, heeft er per ongeluk eentje raak geschoten?’
Er werd opnieuw gelachen en ook de meiden van zijn groepje giechelden nu op een hele irritante manier mee. Ik merkte dat Mel achter me omkeek en hen nu ook in het oog kreeg. Ze was nog net op tijd om Evert-Jans volgende grapje te zien: hij gaf een nogal slechte impressie van een vrouw die met een man bezig was, die schijnbaar op mij moest lijken, en kreunde: ‘Ja, kom maar, schatje, spuit me maar vol. Ik ben zo dom door alle drugs die ik heb gebruikt dat ik niet meer weet waar de kindertjes van vandaan kwamen.’
Ik balde mijn handen en keek strak voor me uit. Ik merkte dat Mel achter me mijn arm aanraakte.
‘Star, wil je weg?’ vroeg ze.
Ik klemde mijn kiezen op elkaar.
‘Nee,’ zei ik. ‘Ik wil roken.’ Het was ook zo, ik wilde ook niet weg. Ik wilde dat Evert-Jan zijn kop hield en me met rust liet. Ik had geen zin om me zoals de vorige keer door hem weg te laten jagen. Ik voelde me nog altijd ongemakkelijk door hem, maar ik was minder bang voor hem dan ik de vorige keer was geweest. Ik ergerde me nu meer aan hem dan dat ik hem vreesde, voornamelijk omdat Gio laatst tegen me had gezegd dat ik wel ergere dingen had doorstaan dan dit en dat alleen de gedachte aan die dingen dit al relativeerde. Net zoals vroeger had ik nu meer de neiging om hem van repliek te dienen dan om van hem weg te lopen. Dat gevoel verraste me enigszins, maar ik probeerde er uit alle macht aan vast te houden.
Ik hield mijn blik strak van Evert-Jan en zijn vrienden afgewend en nam een trek van mijn sigaret. Evert-Jan was echter nog niet klaar, want vanaf zijn plek aan de andere kant van het halletje riep hij: ‘Vooral blijven roken nu dat kind in je buik zit, junkie! Dan weet je in ieder geval zeker dat je kind net zo mislukt zal worden als jij.’
Er trok een steek door me heen dat zei. Het maakte me niet uit wat hij over mij zei, maar ik wilde niet dat hij gemeen deed over mijn kindje. Het was een sterke impuls, een soort beschermingsinstinct, alsof ik het niet kon laten gebeuren dat hij mijn baby beledigde. Ik werd ervan weerhouden om iets naar hem terug te kaatsten omdat ik net een trek van mijn sigaret had genomen, maar ik stak wel mijn middelvinger naar hem op. Ook Melanie riep achter me: ‘Bemoei je met je eigen zaken, Evert-Jan!’
Evert-Jan hoorde haar echter niet eens. Er was een ‘oeh’ door zijn groepje gegaan toen ik mijn middelvinger naar hem had opgestoken en Evert-Jan keek overdreven dramatisch van mij naar zijn vrienden.
‘Zag ik dat nou goed?’ zei op hetzelfde toontje als zijn act uitstraalde. ‘Gaf je me nou net de vinger, schoolhoertje? Was dat een uitnodiging?’
Hij kwam van zijn plek af en liep langs zijn vrienden heen naar Mel en mij toe. Er kwamen wat van zijn vrienden mee, maar Mel week niet van mijn zijde. Toen ze om ons heen kwamen staan, zette ze juist nog een stap dichter naar me toe, als een beschermde waakhond.
Evert-Jan bleef voor me staan en hij keek me aan.
‘Is dat zo?’ vroeg hij. ‘Was het een uitnodiging, sletje?’
Hij boog treiterig wat naar me toe, zijn oor naar mijn gezicht gericht, maar ik leunde geërgerd wat achteruit.
‘Nee. Ik wil dat je oprot,’ zei ik.

~: Geen loopvogel maar een sloopvogel :~