_______________________________________________________________________________________
Hoofdstuk 1
Wees eens niet zo jezelf. De woorden staken als een mes in mijn hoofd en even haalde ik geschokt adem, alsof de pijn werkelijkheid was. Peinzend kauwde ik op mijn lip en ging er daarna even overheen met mijn tong, om te kijken of het toevallig was gaan bloeden. Toen dit niet het geval was verviel ik weer terug in de gewoonte om op mijn lip te bijten. Een tijdje was ik er vanaf, maar de laatste tijd kwam er meer stress en druk, waardoor de gewoonte weer terug kwam. Mijn man noemde het een tic en vond dat ik er hoog nodig van af moest komen. Dat hoort een dame in jouw positie niet te doen, sneerde hij dan tegen mij en smeet vervolgens de deur achter zich dicht.Verwrongen van die gedachte duwde ik de houten deur open en stapte de binnenplaats op. Ik voelde hoe de gure herfstwind door mijn blonde haren heen blies, maar het deerde mij niet. Ik stelde mijzelf voor dat al mijn problemen en gedachten weg werden geblazen, net zoals de verdorde bladeren die over het plein heen ritselden. Ze cirkelden rondom mijn voeten en dwarrelden vervolgens een stukje verder weg, om daar weer verder te gaan met hun dans met de wind. Het leek er op alsof ze mij uitdaagden, omdat zij wel vrij waren om te gaan en te staan waar zij wilden en ik niet.
Net op het moment dat ik in wilde gaan op het verzoek van de bladeren hoorde ik de houten deur waar ik nog geen paar minuten zelf doorheen ben gekomen open gaan.
“Vrouwe, sorry dat ik u stoor, maar u moet zich gereed maken voor het banket.” Het was mijn hofdame, Gertrude. Zo plicht getrouw als zij was deed ze er al het mogelijke aan om mij uit de problemen te houden. Zij wist nog het meeste van iedereen over wat er gaande was. Sterker nog, ze was de enige die het wist.
Met nog een laatste blik op de ritselende bladeren stapte ik achter Gertrude aan het kasteel weer naar binnen. De lege gang echode hol terwijl wij er met een aardige tempo doorheen stapten. Gelukkig kwamen we al gauw uit bij mijn vertrekken. De houten deuren gingen een stuk minder zwaar dan die naar de binnenplaats toe en eenmaal binnen voelde ik mij weer een stuk meer op mijn gemak dan in de donkere gang. Zoals gebruikelijk nam ik plaats op de stoel tegenover de spiegel en Gertrude begon plichtsgetrouw mijn vlecht los te maken en daarna mijn haren uit te kammen. Met een somber gevoel keek ik in de spiegel tegenover mij.
Tegenover mij zag ik een jonge vrouw, ongeveer 22 jaar oud, met zeegroene ogen en honing blond haar. Ze was omringd door rijkdom, maar haar gezicht stond des ondanks somber. Het meisje in de spiegel oefende met een nep glimlach, zodat de mensen op het banket niet door hadden wat er werkelijk aan de gang was. Ze moest over komen alsof ze alles had waar haar hart om vroeg, alsof ze niets meer te wensen had. Het tegendeel was echter waar.
“Oh vrouwe, ik vind het verschrikkelijk om u op deze manier te zien. Ik zou willen dat er wat was wat ik voor u kon doen.” Verzuchte Gertrude terwijl ze mijn haar aan het opsteken was. Ze had een lange lila gekleurde jurk uitgezocht, omdat deze mijn ogen goed naar voren bracht. Met grote zorg was de jurk uitgespreid over het bed, zodat die niet zou kreuken.
“Gertrude, er is niets wat jij kunt doen en asjeblieft, noem mij nu gewoon Alene, in ieder geval als wij onder elkaar zijn.” Verzuchtte ik.
“Sorry vrouwe Alene.” Ze haalde even nerveus een hand door haar grijze haren heen. Het was mij nog niet eerder opgevallen dat ze al zo grijs was geworden. Toen ik naar het kasteel werd gehaald als een jong meisje van zestien had ze nog gedeeltelijk zwart haar. Inmiddels was ze over de vijftig, een respectabele leeftijd, en van haar oorspronkelijke haarkleur was inmiddels niets meer te zien. Haar blauwe ogen stonden zorgzaam.
“Gertrude, spreek je hart uit.” Spoorde ik haar aan en keek haar aan via de spiegel.
“Vrouwe Alene, mijn hele leven heb ik in dienst gewerkt voor de familie voor uw man. Ik heb zelf geen kinderen die voor mij kunnen zorgen en ik ben volledig van de familie afhankelijk. Ik begin oud te worden, ik krijg pijn. Mijn handen doen niet meer precies wat ik van ze wil, mijn armen voelen zwaarder aan. Vrouwe, ik vind het moeilijk om toe te geven, maar ik weet niet of ik nog lang hier zal zijn.” Gertrude haar ogen werden waterig en ze slaakte een droevige zucht. Ik draaide mij om en legde zachtjes mijn hand op haar mouw.
“Ik zal kijken wat ik voor je kan doen.” Beloofde ik haar en wreef even geruststellend over haar arm heen. Ik zag de pijn in haar ogen en nu was ik degene die mij schuldig voelde, omdat ik haar niet kon helpen. Ik begreep haar onderliggende vraag en ik hoopte dat ik wat kon doen, maar ik vreesde dat dat niet het geval zou zijn. De hofdame kwam op straat te staan zodra ze haar baan kwijt raakte en gezien haar toestand zou ze dat niet lang volhouden. Ik viel opnieuw terug in de gewoonte om op mijn lip te knagen en ik fronste mijn wenkbrauwen.
“Vrouwe, u moet zich niet druk maken om mij hoor. Het spijt mij, ik had u hier niet mee lastig mogen vallen.” Met nog dezelfde verdriet in haar ogen draaide ze haar hoofd van mij weg en deed een paar passen achteruit. Mijn mond opende zich om iets te zeggen, maar sloot zich ook weer direct. Ik was bang om het nog erger te maken.
“Uw haar is klaar vrouwe, de jurk ligt klaar op het bed.” Sprak de hofdame zachter dan normaal en ze liep naar het bed toe, klaar om mij te helpen de jurk aan te trekken. In stilte verwisselden wij mijn simpele lichtblauwe japon voor de lila jurk. Terwijl Gertrude met mij bezig was veranderde ze weer langzaam in haar oude zelf. Gedisciplineerd zette ze mij neer voor de grote staande spiegel en deed nog wat laatste aanpassingen. Toen ze daarmee klaar was deed ze een stap naar achteren en keurde mij vanaf alle kanten.
“Je bent er helemaal klaar voor.” Zei ze uiteindelijk en knikte tevreden. Ik wist het nu zeker, er was geen weg meer terug.