Onlangs ben ik een nieuw verhaal begonnen, waarvan het personage al langere tijd in mijn hoofd zit. Hopelijk eens wat anders dan anders: het hoofdpersonage is een bergtrol (maar niet op de standaardmanier van dat woord, zoals te lezen in hoofdstuk 1) die in de moderne wereld terechtkomt, waar de media hem op een voetstuk zetten en hij en zijn omgeving de gevolgen van publiciteit en roem gepresenteerd krijgen.
Ik schrijf dit verhaal in de eerste plaats omdat ik graag iets met een Mortiis-achtig personage wilde doen, maar ik heb toch besloten eens wat te posten en te kijken of mensen het leuk vinden. Ik weet niet of het begin heel spannend is maar dat komt later vanzelf. Zoals gezegd is Trög gebaseerd op Mortiis uit de Smell of Rain-era (mocht dat iemand iets zeggen, waarschijnlijk niet) en is het verhaal grofweg geïnspireerd op Mortiis' Parasite God en Marilyn Mansons' The Dope Show, wel met mijn eigen invulling uiteraard dus zonder jatwerk of het plegen van plagiaat o.i.d., moge dat duidelijk zijn

Het verhaal wordt grotendeels verteld vanuit Trög en wordt afgewisseld met nieuwsberichten, reportages, telefoontranscripties die zijn opkomst in de wereld, de media en het leven van andere laten zien.
Bij voorbaat dank aan de mensen die de moeite nemen het te lezen, hopelijk vinden jullie het leuk

____________________________________________________________________________________
_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
Fragment uit Feit en folklore, leerboek middelbare scholen klassen 1-2, door T. H. Drobokah
Pag. 34, hoofdstuk 2
Titel: De Scandinavisch bergtrol
De Scandinavische bergtrol
De Scandinavische bergtrol is een mythisch figuur dat zijn oorsprong vindt in de tijd van de Vikingen. De eerste vermelding van deze soort stamt uit een runenschrift uit 801. Lange tijd is er onduidelijkheid geweest over de betekenis van de betreffende runnen. Pas halverwege de twintigste eeuw is door analytisch onderzoek vastgesteld dat de betekenis van de onbekende runnen die van ‘bergtrol’ aangeeft.
De benaming ‘bergtrol’ is enigszins verwarrend. De Scandinavische bergtrol is, in tegenstelling tot de populaire en moderne opvatting, geen groot, dom, traag wezen dat mensen eet. De bergtrol is een mensachtig wezen dat lichamelijk, van voeten tot nek, vrijwel gelijk is aan de mens. Het meeste verschilt de bergtrol van zijn verwant van de nek naar boven toe: de geschriften over de bergtrol beschrijven deze als een wezen met een grote haakneus, als die van de ook wel zogenoemde gobelins (zie pag. 37), en lange, puntige oren. De wezens zouden zeer lange, dreadlock-achtige strengen haar hebben die pas ver boven de ongewone oren op het hoofd beginnen te groeien. Tevens staat geschreven dat bergtrollen, afgezien van hun lange hoofdhaar, verder nauwelijks haargroei hebben: ze worden niet verondersteld baardgroei te hebben, nog wenkbrauwbeharing of wimpers, maar daarentegen wel een grove en gefronste wenkbrauw, die hun donkere ogen vrijwel altijd in een schaduw hult en hen er gevaarlijker uit doet zien dan ze zijn.
Volgens de folklore vormen bergtrollen immers geen bedreiging voor de mens. Ze leven meestal in gemeenschappen die zijn onderverdeeld in kleinere groepjes in grotten en bergspleten in veelal onherbergzame gebieden. Ze zijn op zichzelf en bemoeien zich niet met de mens of andere volkeren om hen heen. Hun voedsel bestaat voornamelijk uit fruit, noten en bij uitzondering de kleinere dieren die, afhankelijk van hun omgeving, in de buurt te vinden zijn. Bergtrollen worden in sommige geschriften verondersteld vegetariërs te zijn.
Bergtrollen zijn fysiek in staat vocaal te communiceren, maar het is niet bekend of zij dit ook doen. Het grootste gedeelte van de overlevering verbeeldt de bergtrol als een veelal zwijgzaam wezen dat ondanks zijn norsige uiterlijk vreedzaam en onafhankelijk is naar andere volkeren toe.
De laatste officiële melding van een waargenomen bergtrol stamt uit 1967. Net als de vele vermeende waarnemingen daarna, heeft deze echter een twijfelachtig karakter en daardoor heeft de legende van de Scandinavische bergtrol de laatste eeuwen Loch Ness-achtige proporties aangenomen. Mede daardoor wordt verondersteld dat de bergtrol, mits feit in plaats van fictie, al ver terug in de achttiende eeuw is uitgestorven.
_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
1.
De zon was net op toen hij leerde dat zijn laatste gezel niet meer was.
Het was nog vroeg, toen het gebeurde. In de grot waarin ze de afgelopen tijd hadden geleefd, was het koud. De aarzelende zonnestralen waren nog niet in de diepe, koele holte van de berg doorgedrongen. De temperatuur was pas net langzaamaan aan het stijgen en het licht van buiten viel nog maar aarzelend naar binnen.
In het licht van de opkomende zon zat Trög op zijn hurken op de ruwe stenen. Zijn in lappen en stroken leer gewikkelde hand duwde tegen de schouder van zijn metgezel. Ze hadden altijd op elkaar geleken, Trög en Gnår. Tot vandaag, tenminste. Hun gezichten, met de grote neus, de puntige oren en de donkere blik, waren net als die van de anderen van hun soort altijd nagenoeg hetzelfde geweest, maar nu waren ze anders. De lippen van Gnår hadden niet langer de donkere kleur die die van Trög hadden. Hetzelfde gold voor de huid om zijn ogen, die, waar hij bij Trög nog gewoonlijke zwarte kleur had, bij Gnår tot een lichtgrijs verbleekt was. Door zijn frons was zijn uitdrukking nog altijd donker, maar zijn ogen waren leeg. Ze waren op een punt naast hem gericht en knipperden niet meer. Het reliëf van gebogen lijnen in de huid van zijn bovenarmen en rug leek vervaagd te zijn. Zijn menselijk aandoende lichaam was bleek en zijn ledematen lagen krachteloos op de gele rotsen.
Nog een keer duwde Trög tegen de schouder van Gnår. Het koude lichaam wiebelde onder de aanraking, maar gaf geen reactie. Ook toen Trög hem wat heen en weer schudde en met de donkere, roodachtige nagels van zijn vingers in zijn arm porde, reageerde Knår niet. Toen dat ook de keer daarna en de keer daarna niet gebeurde, begreep hij dat het zo was. Gnår had hem verlaten. Zijn laatste gezel was heengegaan.