Zal ik eens beginnen, dit is mijn achtervolging, hij heeft 700 woorden precies! Commentaar is welkom!
Groetjes Blieje

Voorzichtig loop ik over het gras, ik moet zorgen dat de Vikingen me niet zien. Als die erachter komen dat ik de dader ben van dit hele gebeuren, ben ik er geweest. Ik kijk rond of er niet toevallig iemand in de buurt is die me kan helpen, maar het is hier muisstil. Je kunt een speld horen vallen. Deze stilte is geen goed teken. Dat kan er vaak op wijzen dat er zich mensen verschuilen of verstoppen. Of zelfs erger nog, afwachten totdat hun prooi niets opmerkt en dan onverwachts toeslaan. Mijn hart bonkt in mijn keel bij iedere stap die ik zet en mijn ogen richten zich op de struiken in de omgeving. Ook geef ik mijn oren goed de kost om enig geritsel te kunnen horen.
Er kraakt iets. Het zal toch niet zo zijn dat een van de Vikingen me heeft opgemerkt? Hoe is het mogelijk, ik liep juist al zo zachtjes.
Geritsel volgt. Verdorie, iemand heeft me duidelijk in de smiezen. Wegrennen kan nu niet, een ander zou me overmeesteren. De enige keus die ik momenteel heb is zo stil mogelijk blijven staan en kijken waar het geritsel vandaan komt. Een struik beweegt, daar komt het vandaan.
“Laat vallen!” roept de persoon.
Ik schrik. Het is Ronnie, een van hen. Zijn Vikinghelm is hem echter te groot maar daar lijkt hij zich niets van aan te trekken. Ik hou mijn handen in de lucht en laat mijn zwaard vallen, dit wordt mijn einde.
Toch heb ik nog een troef achter de hand, Ronnie is niet de snelste Viking van het gezelschap en zolang hij alleen is kan ik hier nog veilig wegkomen. Mijn keus is snel gemaakt: rennen!
Mijn hart begint steeds sneller te kloppen als ik mijn passen versnel. Pas nu voel ik hoe het gras is natgeregend. Dat deert mij niet, die verkoeling kan ik nu juist wel gebruiken. Ik kijk achterom en zie dat Ronnie mijn zwaard nu in zijn handen heeft. Ik begin te zweten, nu ben ik machteloos, zonder zwaard, zonder hulp. En daarbij weet ik ook niet of Ronnie nog versterking krijgt. Mijn ademhaling versnelt en mijn lichaamstemperatuur stijgt met de seconden. Mijn overlevingskans is nu nihil, met name als ik merk dat Ronnie sneller blijkt te zijn dan hij altijd is geweest. Wat is er met hem gebeurd? Wat hebben ze met hem gedaan? Het is ongelofelijk hoe goed hij mij nu kan bijhouden!
Zijn gezicht staat op oorlog, hij is duidelijk op de hoogte gebracht door een van hen. Waarom hebben ze het hem nou verteld? Iedereen had het mogen weten, behalve hij. Dat de Vikingen het nu weten is vervelend, maar dat Ronnie het weet is nog veel erger. Mijn voeten worden zwaar en mijn kuitspieren willen ook niet meer. Mijn lichaam wil dat ik me laat vallen, dat ik het opgeef. Maar als ik dat doe ben ik er geweest. Moet ik deze pijn het lot laten bepalen?
Gelukkig heb ik tijdens het rennen nog wel de gelegenheid gehad om rond te kijken en ren met moeite naar de rivier. Het is nu of nooit. Ik kijk naar een liaan die naast de rivier hangt. Ik neem een aanloop en grijp de liaan vast en met alle macht zwier ik naar de overkant. Aarzelend kijk ik naar beneden wanneer ik af moet zetten. Ik waag de gok en laat de liaan los. Het is gelukt, ik heb de overkant bereikt. Nu heb ik weer even tijd om uit te rusten en na te denken over hoe nu verder. De kans dat ik nu door Ronnie word gedood is minder, want als hij ook de overkant wil bereiken, zou hij het zwaard moeten laten vallen. Zenuwachtig en nadenkend kijk ik naar wat Ronnie doet. Hij kijkt naar de liaan en naar het water. De liaan hangt duidelijk te ver weg voor hem. Dan laat hij het zwaard vallen en springt hij in het water. Hij moet me kosten wat het kost hebben. Ik zet het op een rennen. Als Ronnie de overkant heeft bereikt val ik doodmoe en kreunend neer. Het lot heeft bepaald, de strijd is geëindigd. Ik sluit mijn ogen. Dit was het dan.